I
rIAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD,,
Ei llfflirÉtimr
Haarlemsche
Handelsvereeniging
Atmterdamsche Kout
FEUILLETON
Stadsnieuws
Binnenland
ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1908
ftecdgck. bts Kon. BesL ysn 12 Nov. 188Ö
De Haarlemsche Handelsvereeni
ging hier ter stede, opgericht 10 Mei
18ste, heeit in den loop van den tijd
wel haar recht van bestaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, is zij
opgetreden en dikwijls met groot
succès. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blijk geeft, dit te
waardeeren, door als lid der Vereenl-
ging toe te treden. Er zijn wel meer
dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handetwui. neringdoen
de, ja zelfs particulieren, moe-jtü lid
worden, om tenminste te laten gevoe
len, dat men het werk op prijs stelt,
dat de Haarlemsche Handelsvereeni
ging steeds opneemt, als doende, wat
bare hand vind. oin te doen.
De voordeelen die de Vereeniging
buiten hare bemoeiingen van ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn vh-Fvele en zeer groote
tegenover geringe jaarlijksche
Contributie vaiT I 3.5U, die gevraagd
wordt.
De I-Iaarlemsche Handelsvereeni
ging bemoeit zich in de eerste plaats
er mede, de belangen van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor ben to,1 betaling aan te
manen en Imormatiën voor hen in te
winnen, bovendien hebben de leden
het recht, het hun gratis te verstrek
ken advies van den rechtsgeleerden
adviseur der Vereeniging te vragen,
die ook In proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijn alleen voor zaken betreffende
den handel en het bedrijf der leden.
üefi ulykt iu den laatatssa t$d
(las. mej deze uetaagr^ke voordee
len begint te waardeeren waaÊ
oadeit. Mai Meldden ziek 38 mies we
kd.in a au.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de
Haan ilugenhultz en A. H. J. Merens, 1
Spaarue 94, alhier, die voor de leden i
eiken werkdag van 2—4 uur des na
middags zijn te spreken.
Het bureau der Vereeniging is ge
vestigd Jausweg li.
Voor incasso s door bemiddeling
der Vereeniging wordt een vast
recht van 5 pet. der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten van informatiën naar
buiten de stad woonachtige personen
bedragen 60 cis. per informatie, plus
vijf cents porlo-vergoeding. Informa
tion naar binnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt.
Pretention op buiten de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wanneer niet 10 ets. voor porto-
vergoeding is toegevoegd.
Ruim 1~48 informatiën en rechts
geleerde adviezen werden in het afge-
loopen jaar gegeven.
In Juni en Juli 1908 zijn 59 vorderin
gen tot een bedrag'van 1329.36 1/2
betaald 15 vorderingen worden afbe
taald, 11 vorderingen zijn uitgesteld.
VI en wordt geraden alvorens te le
veren aan _J. van Kammen, Leid-
scii-pleiu 47 rood, ook wel adres op
gevende Van Kranenburg, Schouw-
tjeslaan 25, N. VYiebes, vrachtrijder,
bloemend aal sche Weg 209, Bloemen-
daal, Mejuffrouw De Rooij, Lange
Lakenstraat 7, W. F. F. v. Engelen,
Bakenessergr&cht 98, mejuffrouw A.
Deruison, Prinsen Bolwerk 12, die
goederen koopt op naam van eene
'Van der Reep, zich om inlichtingen te
vervoegen aan het kantoor.
V olgens art. 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
Aile brieven, aauvragen, reclames
of wat ook, moeien worden geadres
seerd aan het bureau, dat geopend
is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur
en s namiddags van 2 tot 4 uur,
waar dan ook verdere Inlichtingen
zijn te bekomen.
Het Bestuur heeft bemerkt, dat men
soms meent, dat men, hoewel geen
lid iler H. IJ. V., toch van haar infor
matiën kan bekomen, en brengt nu
nogmaals eu uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
informatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor informatiën op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
CIC.
Charles do la Mar is niet moer. Of
liever voor den jeugdigen Amster
dammer was hij al lang een overle-
Yerimig, waarvan men slechts een uit
groote-künder jaren weggedoezelde!
'herinnering had de ouderen begon
nen hem ook te vergeten, meenden,
dat hij ai lang dood was, de Inder
tijd zoo populaire figuur, die nog in
de kracht van zijn leven afscheid
nam van de planken, al was 't ook
ais de grijsaard uit het liedje van
verlangen, die telkens nog eens mee
wou do'etn, die zooals wijlen oude
Bamberg tientallen van jaren deed,
eik jaar eon onherroepelijke beslist
laatste af scheids v oorstell i n g zo,u ge
geven hebben, als zijn flnancioslo
staat minder goed was geweest
Ja, welgestelde tooneelisten dat zie
je niet dikwijls, maar daarover Ta-
Zoo bijna vergeten als hij nu is, zoo
zoo algemeen bekend was hij in zijn
langdurig glorietijdperk. Hoe groot
die bekendheid was, kan het huidig
geslacht zich bijna niet indenken
daar zinkt die van alle leden geza
menlijk van de gezelschappen van
Rooijaards, Verkade en op 'n enkele
uitzondering na de Ned. Tooneelver-
eeniglng bij in 't niet weg. Hoe komt
't dat evenals op 't groote wereldtoo-
neel de hetroïke figuren als Napoléon,
Bismarck. Gladstone verdwijnen en
niet vervangen worden, ook in ons
tooneelhofjo mannen en vrouwen ver
dwijn en, die het publiek imponeer-
dien. die boven de massa stonden en
vervangen worden door arti&ten, die
door de bezoekers welwillend heel
goed en heel aardig worden bevon
den Zijn de menschen vóór of die
welke achter het voetlicht komen ver
anderd
In mijn zeventiende jaren was
Charles de la Mar een Louis Bouw
meester voor zijn publiek. En pun
ten van overeenkomst had hij zeker.
Een figuur die het tooneel beheer sch-
le, een sonore stem, een artist van
temperament. En zelfs had hij dit
voor op den grooten Louis, dat hij op
moderner wijs meer waarde hechtte
aan samenspel, niet in-gelukkig was
als hij maar alleen op de planken
kon slaan en het publiek alléén hem
toejuichte. De la Mar was geen suc
ces-egoïst, hij had integendeel een
verbazend goeden kijk op z'n sujetten
en zelfs voor het mini ernst e werk, de t
hij nog miniem or betaalde, nam hij
jongelui waar wat inzat, die ondanks
menige déMcle dan ook niet veron
gelukten, maar voor zoover ze aan
het toon eel bleven tot op heden een
klank vollen naam bezitten.
Het meest kwam dit uit in de ja
ren, dat hij directeur was van het
theatre Tivoli in de Nee. Daar had
Frits v. Haarlem de grootste speciali
teiten vertoond, daar gingen de goe
de naive zangspelen, o-nder leiding
van den. ouden Henri Morriën en na
heat kwam de artist met den zoo vol
uit Franschen naamCharles de Ia
Mar.
Ik maak bij deze necrologie uitslui
tend gebruik van mijn eigen geheu
gen. Begin met te vertellen, dat ik
hem het eerst kende als Napoleon"
uit het „Paleis". De prachtig gemon
teerde balletten, waardoor de nu nog
zoo jeugdige Maandag „Jan" werd
en „boven Jan" kwam, waren op den
duur blijkbaar toch geen voldoende
attractie, en er moesten drama's wor
den opgevoerd. Maar het moesten
drama's zijn, waarbij iets te kijken
was en je 't hooren desnoods kon
missen, want daarvan kwam in de
groote holle zaal, die toen èn toon&el-
èn concertzaal besloeg, toch niet veel
terecht. De la Mar voerde er een
reeks Napoleon-drama's op Water
loo, Elba en St. Helena, doet er niet
toe hij was altijd Napoleon, 'k Ver
denk hem ook sterk van groote be
wondering voor „le petit CaporaT
dien hij zoo vol animo imiteerde. En
zou misschien het geven van diens
voornaam aan zijn sn deze dagen zoo
bekenden zoon niet een uiting geweest
zijn van zijn Napoleon-liefde
O, dat waren groote dagen voor
hem, den Charles-Napoleon, dagen,
waarop de zon van Austerlitz eiken
morgen voor hem aan de kimme ver
rees.
Dc nuchtere praktijk en ons kleine
landje maakten echter, dat men met
die kostbare monteering niet altijd
voort kon gaan. In 't kleine gebouw
waar geest moest vergoeden wat aan
prachtuitstalling ontbrak, werd De
la Mar nu niet de „artistieke lea
der", zooals in deze bombarie-kunst-
dagcii overal wordt aangekondigd,
maar de eenvoudige directeur. Hij
noemde zijn gezelschap geen „mode1-
ensemble", had ook geen vereeniging
of kapitalist achter zich zitten, om
dc stommiteiten van den exploitant
te dekken. Verplak, die een sigaren»
winkeltje aan den overkant had, voer
de de administratie, Knaup schilder-
da do dócora. Helmhout, die toen op
veel bescheidener schaal werkte dan
nu, leverde "de costumes* baas was
ie zelf.
Hij werkte met bescheiden midde
len, maar al zijn sujetten vonden bij
hem een leerschool. De meester la
vergeten, de leerlingen zijn er allen
nog in volle kracht. Zijn vrouw, me
vrouw De la MarKley, bekend door
heel het land, zijn zoon Napoleon
Holland vermaard (De Jongste zoon
Chris was in die dagen nog te jong}.
Verder waren bekenden uit dit gezel
schap mevrouw Van Ollefen, mej.
Van der Lugt (thans als mevrouw
Van der Horst de eerste vrouw der
Nederlandsche Tooneelvereeniglng),
mej. Herberich (door huwelijk van
het tooneel gegaan), mej. Jeanne
Mönch (thans mevr. Spree), de hee
ren Marcel Myin (Nederlandsch Too
neel). Henrl Morriën (Rotterdam
mers), Marinus Spree, Eylders (een
goede komiek bij Spree), v. d. Heuvel
(regisseur groote schouwburg Gent),
de heeren Ternooy Apel en Van der
Horst (de beide artistieke bestuurders
van do Nederlandsche Tooneelveree
niglng), enz.
Theunissen en Klaas Vos, waarvan
vooral hot, succes van den eerste als
volkskomtek ongeëvenaard was, stier
ven, terwijl zij nog aan dit gezelschap
verbonden waren. De heer Wagemans
uit Rotterdam slaagde er gedeeltelijk
in den eerste te vervangen.
De la Mar „gaf" alles d. w. z. öp
't tooneel, want over zijn geven op
ander gebied liepen de meeningen
wel wat uiteen, 's Zondags om den
broodeswille een „kraker" als „de
nacht van den 13en November, maar
ook goed populair werk als „Krates"
van Justus v. Maurik (de jonge Nap.
speelde toen al de titelrol), de schoo-
no Hongaarsche, De Salon-Tyroler
enz. Maar meermalen bewees hij de
kunst ook een dienst door modem
werk hier bekend te maken. Hij
bracht o.a. het eerst dr. Rameau op
de planken, dat toen juist in het
Nieuws van den Dag ais feuilleton
was verschenen en later dr. Pascal,
het m. i. zeer ten onrechte vergeten
teoneehverk van Eniile Zola.
Maar de la Mar deed nog iets... lets
wat Prot later gedaan heeft... hem
erg kwalijk" werd genomen... elders
werd vergeven. Hij bracht hier het
Palais-Royal-genre. Zijn debuut op
dit terrein was „Parfum", de pers
veroordeelde het, sprak er schande
uver... maar de la Mar verdiende
goud.
Waarom men hier, evenals bij
Prot niet op dien weg kon blijven
voortgaan, weet ik niet zeker, ver
moedelijk echter wijl de tering niet
naar de nering kon worden gezet, 't
Werd sukkelen en de la Mar moest
met Benige getrouwen naar 't Casino
iu Den Haag var huizien, daar waar
nu het luxueuss Scala-gebouw ia ver
rezen. Grauwe tijden braken aan, te
grauw voor hen die ze meegemaakt
hebben, om in bijzonderheden te ver
vallen. Charles-Napoleon had den te
rugtocht uit Rusland moeten aan
vaarden, was door den wil der om
standigheden naar Elba verbannen.
Dat lieve maar kleine Elba was
voor hem de Ned. Tooneelvereeniglng
waar hij o.a. in „een Vijand des
Volks" meewerkte. Een J^wijs hoe
hij, aTtist op rijperen leeftijd, die
steeds ook zelfstandig uitbundig suc
ces had geoogst, ook voor ensemble-
spel zonder sterren geschikt was. De
la Mar begon echter lijdende te wor
den: het monster dat zulk© verwoes
tingen aanricht in de kringen waar
de zenuwen te sterk geprikkeld wor
den en gezocht wordt naar verdoo-
ving, het monster gevaarlijker dan
alcohol en opium.
Voor den mensch de la Mar was er
uitkomst gekomen. Als In een zijner
ouderwetscheZondagavondraken was
een oom uit Amerika... neen juister
een broer gekomen, die zoo rijk was
als alleen een rijke Amerikaan kon
zijn. Naar men vertelde bezat dio
broer zoo ongeveer een heele stad met
kerken, huizen en fabrieken incluis
en deze zette een vrij groote lijfren
te voor Charles vast, mits deze nooit
meer op de planken trad.
Om de verleiding te ontgaan trok
hij naar Berlijn. Maar die planken,
wat trokken ze hem satanisch aan.
Nog niet zoo heel lang geleden kwam
hij telkens nog een paar dagen hier
om 'a Zondagsavonds hier of daar
„De Voddenraper van Parijs" te spe
len. Dat was de eenige rol, die hij
zich herinnerde en leeren dat kon
hij niet meer.
Hij had veel te jong nog zijn
room overleefd. En Berlijn werd zijn
St. Helena, waar hij eenzaam, na
lang lijden stierf, zonder één verwant
aan zijn stervenssponde te zien.
H. HENNING Jr.
Over Levens verzekering
HET GENEESKUNDIG
ONDERZOEK.
Als de Levensverzekering T zonder
geneeskundig onderzoek kon stellen,
zou het bedrijf ongetwijfeld een nog
grooteren omvang hebben dan het
reeds heeft bereikt. Want het Is een
feit, dat tal van personen worden
afgehouden van het sluiten van een
post door onbestemde vrees voor het
geneeskundig onderzoek. Zij redenee-
reu aldus „Als ik de een of andere
kwaal mocht hebben, dan blijf ik
daarvan liefst in onwetendheid. Het
bc-sef van te zijn afgekeurd zou mij
alle levensvreugd vergallen."
Het zal wel waar zijn, dat dit voor
velen een gezooht motief is om te ont
komen aan wat zij' voelen, dat hun
plicht is. Maar toch ook zijn er, die
het oprecht meenen, wanneer zij de
ze tegenwerping maken. Het kost
vaak veel moeite hen te doen inzien,
dat hun gedachtengang absoluut on
logisch is.
Dat geneeskundig onderzoek voor
het bedrijf van den levensverzekeraar
onontbeerlijk is, wie zal het ontken
nen Wanneer de maatschappijen
niet de hulp inriepen van de medici,
zouden zij overstelpt worden met
aanvragen van personen, die zich
ziek weten. En zij zouden ook niet
weinig polissen uitreiken aan perso
nen, die ziek zijn zonder het te we
ten. In heide gevallen zouden de
maatschappijen al heel gauw meer
moeten betalen dan zij ontvangen,
en het is duidelijk, dat dit haar on
dergang zou zijn. Domme en gewe-
tenlooze agenten spiegelen hun can
did aten wel eens voor, dat hunne
maatschappij het niet zoo nauw neemt
met het geneeskundig onderzoek.
Maar zij kunnen daarmede alleen
maar succes behalen bij onnoozelen,
want een verstandig man ziet dade
lijk in, dat hij niet veilig verzekerd
is bij eene maatscliappij, die niet de
uiterste voorzichtigheid betracht bij
luit kiezen van hare risico's.
Dit alleen reeds is voldoende, om
aan te toonen, dat het geneeskundig
onderzoek is in het belang ook van
de verzekerden, want stelden de
maatschappijen haar registers open
voor zieken en gezonden, dan zouden
de nabestaanden der tot vroegen
dood aangewezenen er wel bij varen,
maar de premiën van hen, die een
normalen levensduur hereiken, zou
den opgeslokt zijn tegen den tijd, dat
voor dezen de laatste ure aanbrak.
Echter is die vrees voor geneeskun
dig onderzoek nog op andere wijze te
ontzenuwen.
Wanneer iemand een geneeskundig
onderzoek ondergaat, loopt hij na
tuurlijk de kans, dat hij wordt afge
wezen. Beduidt die boodschap da»,
dat hij spoedig zal sterven Geens
zins.
Het geneeskundig onderzoek be
doelt niet anders dan het beoordeelen
of de onderzochte geacht kan worden
de levenskans te bezitten, die de
sterftetafel voor een groep personen
vau zijn leven aanwijst.
De sterftetafels der geheels bevol
king houden natuurlijk ook rekening
met de zieken en zelfs met de sterven
den immers nog levenden maar
die sterftetafels kunnen de maat-
schappijen niet gebruiken zoo lang
niet do gebeele bevolking en masse
zich verzekert.
Daarom plegen zij meer te rade te
gaan met ondervindingstafels betrek
kelijk den gemiddelden levensduur
van personen, die een geneeskundig
onderzoek hebben ondergaan. En dus
moet ook wie naar de volgens deze
tafels berekende premiën verzekerd
wil worden, eerst waarborg geven,
dat hij op het oogenblik, waarop de
verzekering wordt aangegaan, niet
tot de zieken behoort. Alleen tot de
waarschijnlijkheid van zijn goeden
gezondheidstoestand kan geconclu
deerd worden uit de resultaten van
bet geneeskundig onderzoek, en nu
komt het herhaaldelijk Yoor, dat het
geneeskundig onderzoek twijfel doet'
Naar hst Engelsch,
door
Arthur W. Marchmönt.
72
Natuurlijk weet ik, waarom
hier gebracht, is, zei Olive. U wil een
huwelijk sluiten. Maar er zal geen
huwelijk zijn, waarbij ik de eene par
tij vertegenwoordig. Als u een man
was, dan zou ik een beroep doen op
uw eer en manlijk gevoel om mij te
helpen, mij, een hulploos meisje, te
gen de vervolging van hem, die u
geroepen heeft. Maar hij heeft u ge
kozen als een geschikt werktuig voor
Zijn afschuwelijk plan; en elk beroep
op uw eer zou nutteloos zVtn. Daarom
is het genoeg, dat Ik u ai tg, dait er
huwelijk gesloten zal worden. U
daarom naar uw whlskyflesch
tarugkeoren.
Hij grinnikte met de grootste ver
bazing.
Wat een duivelin is dal, mom
pelde hij, zich tot Merridew wen
dende.
U wist, wat u te wachten stond.
Ik zei u, dat zij zou doen of zij er
tegenzin in had. Wij doen verstan
diger nu maar wat voort te malton.
Wacht, riep Oiive, zoo nadruk
kelijk, dat hij eenige passen achter
uit tuimelde. Ik zal u ook zoggen,
wat u misschien niet verwacht hebt.
Hoe is uw naam
Ik ben Charles Dus tl Dustle
DusUedon, antwoordde hij, over den
naam struikelend, zoodajt hij ternau
wernood verstaanbaar was.
U is zoo beschonken, dat u zelfs
uw eigen naam niet kan uitsproken;
Maar rnisschiten ban u mij begrijpen.
Ik heb machtige en invloedrijke
vrienden, die weten, do.t ik nooit toe
stemmen zou dezen man te trouwen.
Ik word hiertoe door hem gedwon
gen en als u medeplichtig durft zijn
aan zijn schurkenstreken, zal u voor
het gerecht verantwoording moeten
afleggen van uw misdaad.
Bij die woorden verdween alle
kleur uit zijn gezicht, en zijn wateri
ge oogen blikten vol vrees, toen hij ze
op Merridew vestigde.
Ja, walt zal ik zeggen begon
hij, toen Merridew hem kort en bon
dig in de rede viel.
Je kunt kiezen, Dustledon, zei
hij ernstig, zijn oogen op hem geves
tigd.
Luister eens, zei de man, Merri
dew in een hoek trekkend, waar zij
op zachten toon samen spraken.
Olive hoorde iets, dat hierop neer
kwam, dat er niets gedaan kon wor
den als zij haar toestemming naet
gaf, maar eindelijk draaide de schurk
zich om en zei tot haar
Mijnheer Merridew heeft mij uit
gelegd, dat dit alles maar comedle Is
van uw kant. Ik begrijp het.
Hij keek haar zoogenaamd slim
aan.
Hij hooft u waf voorgelogen,
mijnheer. Ik meen het heel ernstig.
En ik waarschuw u nog eens, dat als
u volhoudt, u verantwoording zaJ
moeten, afleggen.
Hij maakte weer een gebaar alsof
hij haar volkomen begreep en knikte
onverschillig.
Merridew riep juffrouw Tisley bin
nen en een boek te voorschijn ha
lend, begon de nietswaardige geeste
lijke het huwelijksformulier voor ie
lezen.
Toen hij aan de vragen aan Merri
dew en Olive gekomen was, ant
woordde do eerste, op luiden., beslis
ten toon „Ja".
Maar Olive riep in groote veront
waardiging
Neem. Neen. NeenNiet zoolang
ik adem heb, om te weigeren.
Maar hij nam er geen notitie van,
en mompelde met zijn dikke tong
verder.
Intusschen had Merridew de hand
van Olive gegrepen en schoof haar
met geweld een ring aan den vinger.
Maar het oogenblik, waar-op hij haar
losliet, rukte zij hem af en slingerde
hem weg. Zoodra de plechtigheid
was afgeloopen, wankelde de man
de kamer uit, gsvolgd door juffrouw
Tisley, met Merridew achter hen
aan.
Eetn uur later ongeveer, kwam Mer
ridew alleen terug en bracht een
groot boek mee. Hij legde het op de
tafel, en gaf Olive een pen.
Dit moet onder te>e kond worden,
zei hij streng.
Zij was zichzelf weer meester ge
worden, nadat haar geduld bij de
huwelijksplechtigheid op de zwaar
ste proef was gesteld.
Wat is dat? vroeg zij kalm.
Ons huwelijkscontract- Het wet
telijks bewijs, dat wij man en vrouw
zijn.
Denkt u dat u mij kunt dwin
gen?
Daar ben ik van overtuigd. Uw
leven hangt er van af, dat u dit on
derteekend. Luister nu goed naai" mij,
want ik meen ieder woord, dat ik
zeg. Als u ddt toekent kan u vrij hoen-
gaan. Als u weigert, zal het contract
toch onderteekend worden en met
een handschrift, dat niemand van
het uwe zal kunnen onderscheiden.
De eenige persoon, in staat om te
zeggen, dat do onderteekenimt valsch
rijzen aan de normaliteit van eenig
orgaan.
Een voorzichtige maatschappij zal
in geval van twijfel een post afwij
zen, maar de afgewezene heeft nu
alle kans, dat de twijfel ook in zijn
voordeel kan worden uitgelegd. Bo
vendien kan de maatschappij haar
eischen voor geneeskundig onderzoek
zeer hoog hebben opgevoerd om alleen
prirna risico's verzekerd te krijgen en
behoeft dan afwijzing nog volstrekt
geen dadelijke vrees voor een kort
stondig leven te wekken. Het gaat er
ook al mede als met alle verzekering.
Een buskruitfabriek zullen de brand-
assurantiemaatschappijen wel niet
gaarne verzekeren, maar daarom is
toch nog volstrekt niet gezegd, dat
aile buskruitfabrieken moeten ver
branden.
Eén groot en belangrijk argument
is er om alle vrees voor geneeskundig
onderzoek te bannen. Laat de candi-
da-at eens bedenken, dat hij door de
afwijzing van eene maatschappij van
levensverzekering op het spoor kan
komen van eenig begin van ziekte,
bedenken, dat, bijtijds ontdekt, me
nige kwaal kan gestuit worden. Hij
kan dan zelfs dankbaar zijn voor de
afwijzing, die hem waarschuwing
was. Dankbaarheid is een schaars
artikel en wordt vooral weinig gevon
den bij personen, die verhinderd zijn
iii de uitvoering van hun voornemen,
maar schrijver dezes heeft die dank
baarheid toch wel ondervonden. Een
verzekeringscandidaat werd afgewe
zen, vond in die afwijzing grond zijn
huisdokter te raadplegen, die al heel
spoedig ontdekte, waarom de afwij
zing was geschied, zorgde door ver
anderde leefwijze voor herstel van 't
zieke orgaan en werd' toen gaarne
door iedere maatschappij geaccep
teerd. V/are de man niet gewaar
schuwd door de afwijzing, met zijn
kwaal blijven rondloopen, dan zou
deze waarschijnlijk verergerd en on
geneeslijk geworden zijn. Dus mocht
hij waarlijk wel, wie hem had over
gehaald het geneeskundig onderzoek
te ondergaan, dat hem tot tijdige
waarschuwing werd, zeer dankbaar
zijn. En hij was het.
Natuurlijk vindt afwijzing ook wel
plaats op grond van kwalen, die reeds
te ver gevorderd zijn. Dan heeft de
onderzochte toch altijd nog te beden
ken, dat niet het onderzoek die
kwaal verwekt heeft en dat het altijd
beter is dat een kwaal ontdekt wordt
dan dat zij van zichzelf doet blijken.
Het is struisvogelpolitiek om ziek te
zijn, maar het niet te willen weten
en een der eerste voorwaarden om
een ziekte te genezen of althans te
stuiten, in het ergste geval te ver
zachten, Is dat men haar op het
spoor zij
In de meeste gevallen echter is de
vrees voor geneeskundig onderzoek
maar voorgewend. Vele menschen
onttrekken zich nu eenmaal gaarne
aan hun plichten en zoeken uitvluch
ten. In den regel zijn zij echter wel
vatbaar voor een ernstig woord en al
geven zij den agent, die dat ernstige
woord spreekt, niet aanstonds gelijk,
In hun binnenkamer willen zij vaak
zichzelf wel ongelijk bekennen. Heel
dikwijls plukt dan een latere bezoe
ker, die met voorstellen tot levensver
zekering komt, de vruchten van dat
doop zijn voorganger gesproken
woord. En dat is voor dien voorgan
ger niet pleizierig. Maar hij moge be
denken, dat een andermaal een ander
hem den weg bereidt, en hij moge er
troost tn vinden dat elke tot verzeke
ring bekeerde op zijn beurt propagan
da maakt en zijn naaste omgeving
meer toegankelijk maakt voor de ver
zekeringsidee.
Zoodat hem in die omgeving hel
werken al weer gemakkelijker wordt
gemaakt.
RIJKSKWEEKSCHOOL.
Het programma voor liet in 1909
te houden examen tot toelating tot
de Rijkskweekscholen voor onderwij
zers en onderwijzeressen is bij Koh.
besluit als volgt vastgesteld:
is, zal uzelf zijn en u zal niet meer
onder do levenden behooren.
Dan zal ik sterven, zei Olive da
delijk. op een toon van kalme be
slistheid.
Ik zal u nog één uur geven om
van gedachte te veranderen.
Toen ging hij de kamer uit en Oli
ve viel op haar knieën en bad met
kracht haar genomen besluit vol te
houden, maar om te verdragen wat
haar zou ovarkomea.
Zij kende Merridew genoeg om te
begrijpen, dat hij met den grootsten,
ernst die bedreiging had geuit etn
wist ook. dat hij schurkachtig ge
noeg was om zijn plannen uit te voe
ren. Zij begreep de beweegredenen,
die hem voortdreven. Zij waren van
het allerlaagste allooi. Hij had dit
-zoogenaamde huwelijk doorgezet om
zich te verzekeren van het fortuin,
dat hij haar had ontstolen. Hij was
niet van plan haar de vrijheid terug
te geven. Dat was een leugenachtige
belofte, om haar te bewegen het
contract te teekenen, en zoo dat zij
zelf zich als zijn vrouw erkende.
Als dat eons gedaan was, dan zou,
a'ls zij stierf, alles wat haar toebe1-
hoorde, wettelijk het zijne worden
en zou hij niets meer te vreezon heb
ben. Haar leven zou geen nut meer
voor hem hebbenhaar dood zou
hem beter dienen.
Zij lag nog op haar knieën, toen
a. Nauwkeurig en natuurlijk lezen
van een niet te moeilijk stuk proza of
poëzie. Hierbij zal gelet worden op
eene zuivere uitspraak en het ver
staan van het gelezene.
b. Het vervaardigen van een
schoonschrift, middelgroot en klein,
op papier met lijnen. Uit het schoon
schrift en uit het andere schriftelijk
werk moet blijken, dat de adspirant
duidelijk, net ea regelmatig schrijft.
c. Een begrip van het tientallig
stelsel, van de hoofdbewerkingen met
geheeie en gebroken getallen, van
de practische bruikbare kenmerken
van deelbaarheid, van het zoeken
van den grootsten gemeenen deeler
en van het kleinste gemeen© veel
voud van gehcele getallen. Kennis
van het metrieke stelsel. Eenige ken
nis van vlakke figuren en van meet
kundige lichamen, voor zooverre die
door aanschouwing te verkrijgen is.
Vaardigheid in het beredeneerd op
lossen van eenvoudige vraagstukken,
zoowel uit het hoofd als op schrift.
d. Kennis van de hoofdzaken der
spraakkunst en der redekundige ont
leding, benevens eenige* vaardigheid,
om zich zoowel mondeling als schrif
telijk juist en gemakkelijk uit te
drukken.
e. Kennis van de hoofdgebeurtenis
sen uit de geschiedenis des vader
lands.
f. Eenige kennis van de aardrijks
kunde van Nederland, eene voorstel
ling van de kaart van Europa en van
de .ligging der werelddeelen.
g. Eenige kennis van inlandsche
dieren en planten en van eenige een
voudige natuurkundige verschijnse
len.
h. Aanleg voor den zang..
1. Het te eken én van een eenvoudig
vlak figuur.
Voor de Rijkskweekschool voor on
derwijzeressen bovendien:
j. Eenige vaardigheid in de nuttige
handwerken (1. het breien van eene
kous; 2/ het naaien van een over-
liandschen naad, zoom, stik- en rol
naad, knoopsgat en vetergat; 3. over
maken, aanmazen, 'het mazen van
een gat. met rechte steken; 4. het mer
ken met gewone kruisjesiet Iers en
cijfers).
TWEEDE KAMER.
TIJDELIJKE VERSTERKING
DER MIDDELEN.
Ingediend is ean wetsontwerp tot
aanvulling der wot. houdende aan
wijzing van de middelen ter goedma
king van de uitgaven begrepen inde
steats.begroot.ing voor het dienstjaar
1909.
De redenen, waarom de in het ont
werp vervatte tijdelijke versterking
van <1© miiddelen wordt noodig ge
acht zijn, zegt de Minister van Finan
ciën, uiteengezet In de „Nota betref
fende den toestand van 's lands fi
nanciën" door den Minister aan den
voorzitter van de Tweede Kamer der
Staien-Generaal toegezonden.
Voorgesteld wordt te heffen 2/3 van
tien opoanten op de belasting op de
bedrijfs- en andere inkomsten, uit
kracht van deze wet te heffen over 't
geheeie belastingjaar loopende van 1
Mei 1909 tot en met 30 April 1910 en,
2/3 van tien opcenten op de vermo
gensbelasting, uit kracht van deze
wet te heffen over het geheeie belas
tingjaar. loopende van 1 Mei 1909 tot
en met 30 April 1910.
STAATSBEGROOTING 1909.
Ingezonden is zen Nota van wijzi
ging, van Hoofdstuk III (buitenland-
sche zaken).
Eenige artikelen worden verhoogd
en verlaagd. Onder anderen is eon
nieuw artikel ingevoegd, luidende:
„Non-activiteitstractement van J. II.
de Reus, eervol teruggeroepen con
sul-generaal met den persoonlijken
titel van minister-resident te Caracas
3000.
DE ELECTRISCHE SPOOR.
De Zuid-Hollandsche Electrische
Spoorweg-maatschappij zal binnen
eenige dagen een officieelen proefrit
met genoodigden uit openbare col-
legiën en besturen enz. op haar lijn
maken.
NEDERLAND EN VENEZUELA.
Do New-Yorksche „Eevening Post"
Verneemt uit Willemstad:
Een particulier schrijven hier ont-
hij terugkwam. Zij stond haastig op,
toen hij binnenkwam.
Ik kom om uw antwoord tè ha
len, zei hij kortaf.
Ik heb het u al gegeven. Ik heb
geen ander, antwoordde zij even
kortaf.
U weet, dat ik mijn woord zal
hpuden U is geheel in mijn handen.
Neen. Ik ben in Gods handen,
nl«* in de uwe.
Wij zullen zien, antwoordde hij
grinnikend. U zal over een paai- uur
wel behoefte aan hulp hebben. Ik zal
mijn woord houden. Dat zweer ik.
Niets zal mij ei' nu meer van af bren
gen.
En met die woorden liet hij haar
alleen en deed de grendels weer op
do deur.
Het was haar doodvonnis.
HOOFDSTUK VXXV.
Toen Gilbert Merridew de kamer
verlaten had, bleef Olive hem eenige
seconden als aan den grond genageld
staan nakijken.
Toen keerde rij zich roet een die
pen zucht om eu ging op haai- bed
zitten. Zij was in die oogenblikken
den wanhoop nabij. Zij voelde zich
zoo onbeschrijfelijk verlaten.
(Wordt vervolgd).