I rIAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD,, Ei llfflirÉtimr Haarlemsche Handelsvereeniging Atmterdamsche Kout FEUILLETON Stadsnieuws Binnenland ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1908 ftecdgck. bts Kon. BesL ysn 12 Nov. 188Ö De Haarlemsche Handelsvereeni ging hier ter stede, opgericht 10 Mei 18ste, heeit in den loop van den tijd wel haar recht van bestaan bewezen. In zeer vele gevallen, zaken van ver schillenden aard betreffende, is zij opgetreden en dikwijls met groot succès. Jammer echter, dat men alge meen niet meer blijk geeft, dit te waardeeren, door als lid der Vereenl- ging toe te treden. Er zijn wel meer dan 600 leden, maar dat is niet vol doende. Elk handetwui. neringdoen de, ja zelfs particulieren, moe-jtü lid worden, om tenminste te laten gevoe len, dat men het werk op prijs stelt, dat de Haarlemsche Handelsvereeni ging steeds opneemt, als doende, wat bare hand vind. oin te doen. De voordeelen die de Vereeniging buiten hare bemoeiingen van ver schillenden aard, haren leden aan biedt, zijn vh-Fvele en zeer groote tegenover geringe jaarlijksche Contributie vaiT I 3.5U, die gevraagd wordt. De I-Iaarlemsche Handelsvereeni ging bemoeit zich in de eerste plaats er mede, de belangen van hare leden te bevorderen, door onwillige beta lers voor ben to,1 betaling aan te manen en Imormatiën voor hen in te winnen, bovendien hebben de leden het recht, het hun gratis te verstrek ken advies van den rechtsgeleerden adviseur der Vereeniging te vragen, die ook In proceduren en faillisse menten gratis voor hen optreedt, na tuurlijn alleen voor zaken betreffende den handel en het bedrijf der leden. üefi ulykt iu den laatatssa t$d (las. mej deze uetaagr^ke voordee len begint te waardeeren waaÊ oadeit. Mai Meldden ziek 38 mies we kd.in a au. Rechtsgeleerde adviseurs der Ver eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de Haan ilugenhultz en A. H. J. Merens, 1 Spaarue 94, alhier, die voor de leden i eiken werkdag van 2—4 uur des na middags zijn te spreken. Het bureau der Vereeniging is ge vestigd Jausweg li. Voor incasso s door bemiddeling der Vereeniging wordt een vast recht van 5 pet. der vordering bere kend. Bovendien moet 10 cent voor port steeds worden bijgevoegd, bij inzen ding van vorderingen door bemidde ling der advocaten te innen. De kosten van informatiën naar buiten de stad woonachtige personen bedragen 60 cis. per informatie, plus vijf cents porlo-vergoeding. Informa tion naar binnen de stad wonende personen worden gratis verstrekt. Pretention op buiten de stad wo nende personen worden niet behan deld, wanneer niet 10 ets. voor porto- vergoeding is toegevoegd. Ruim 1~48 informatiën en rechts geleerde adviezen werden in het afge- loopen jaar gegeven. In Juni en Juli 1908 zijn 59 vorderin gen tot een bedrag'van 1329.36 1/2 betaald 15 vorderingen worden afbe taald, 11 vorderingen zijn uitgesteld. VI en wordt geraden alvorens te le veren aan _J. van Kammen, Leid- scii-pleiu 47 rood, ook wel adres op gevende Van Kranenburg, Schouw- tjeslaan 25, N. VYiebes, vrachtrijder, bloemend aal sche Weg 209, Bloemen- daal, Mejuffrouw De Rooij, Lange Lakenstraat 7, W. F. F. v. Engelen, Bakenessergr&cht 98, mejuffrouw A. Deruison, Prinsen Bolwerk 12, die goederen koopt op naam van eene 'Van der Reep, zich om inlichtingen te vervoegen aan het kantoor. V olgens art. 7 dient het geheim der lijsten van wanbetalers ongeschon den te blijven. Aile brieven, aauvragen, reclames of wat ook, moeien worden geadres seerd aan het bureau, dat geopend is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur en s namiddags van 2 tot 4 uur, waar dan ook verdere Inlichtingen zijn te bekomen. Het Bestuur heeft bemerkt, dat men soms meent, dat men, hoewel geen lid iler H. IJ. V., toch van haar infor matiën kan bekomen, en brengt nu nogmaals eu uitdrukkelijk ter kennis dat alleen aan leden der Vereeniging informatiën door haar worden ver strekt, en dat voor informatiën op hier ter stede woonachtige personen nooit betaling mag worden gevor derd. HET BESTUUR. CIC. Charles do la Mar is niet moer. Of liever voor den jeugdigen Amster dammer was hij al lang een overle- Yerimig, waarvan men slechts een uit groote-künder jaren weggedoezelde! 'herinnering had de ouderen begon nen hem ook te vergeten, meenden, dat hij ai lang dood was, de Inder tijd zoo populaire figuur, die nog in de kracht van zijn leven afscheid nam van de planken, al was 't ook ais de grijsaard uit het liedje van verlangen, die telkens nog eens mee wou do'etn, die zooals wijlen oude Bamberg tientallen van jaren deed, eik jaar eon onherroepelijke beslist laatste af scheids v oorstell i n g zo,u ge geven hebben, als zijn flnancioslo staat minder goed was geweest Ja, welgestelde tooneelisten dat zie je niet dikwijls, maar daarover Ta- Zoo bijna vergeten als hij nu is, zoo zoo algemeen bekend was hij in zijn langdurig glorietijdperk. Hoe groot die bekendheid was, kan het huidig geslacht zich bijna niet indenken daar zinkt die van alle leden geza menlijk van de gezelschappen van Rooijaards, Verkade en op 'n enkele uitzondering na de Ned. Tooneelver- eeniglng bij in 't niet weg. Hoe komt 't dat evenals op 't groote wereldtoo- neel de hetroïke figuren als Napoléon, Bismarck. Gladstone verdwijnen en niet vervangen worden, ook in ons tooneelhofjo mannen en vrouwen ver dwijn en, die het publiek imponeer- dien. die boven de massa stonden en vervangen worden door arti&ten, die door de bezoekers welwillend heel goed en heel aardig worden bevon den Zijn de menschen vóór of die welke achter het voetlicht komen ver anderd In mijn zeventiende jaren was Charles de la Mar een Louis Bouw meester voor zijn publiek. En pun ten van overeenkomst had hij zeker. Een figuur die het tooneel beheer sch- le, een sonore stem, een artist van temperament. En zelfs had hij dit voor op den grooten Louis, dat hij op moderner wijs meer waarde hechtte aan samenspel, niet in-gelukkig was als hij maar alleen op de planken kon slaan en het publiek alléén hem toejuichte. De la Mar was geen suc ces-egoïst, hij had integendeel een verbazend goeden kijk op z'n sujetten en zelfs voor het mini ernst e werk, de t hij nog miniem or betaalde, nam hij jongelui waar wat inzat, die ondanks menige déMcle dan ook niet veron gelukten, maar voor zoover ze aan het toon eel bleven tot op heden een klank vollen naam bezitten. Het meest kwam dit uit in de ja ren, dat hij directeur was van het theatre Tivoli in de Nee. Daar had Frits v. Haarlem de grootste speciali teiten vertoond, daar gingen de goe de naive zangspelen, o-nder leiding van den. ouden Henri Morriën en na heat kwam de artist met den zoo vol uit Franschen naamCharles de Ia Mar. Ik maak bij deze necrologie uitslui tend gebruik van mijn eigen geheu gen. Begin met te vertellen, dat ik hem het eerst kende als Napoleon" uit het „Paleis". De prachtig gemon teerde balletten, waardoor de nu nog zoo jeugdige Maandag „Jan" werd en „boven Jan" kwam, waren op den duur blijkbaar toch geen voldoende attractie, en er moesten drama's wor den opgevoerd. Maar het moesten drama's zijn, waarbij iets te kijken was en je 't hooren desnoods kon missen, want daarvan kwam in de groote holle zaal, die toen èn toon&el- èn concertzaal besloeg, toch niet veel terecht. De la Mar voerde er een reeks Napoleon-drama's op Water loo, Elba en St. Helena, doet er niet toe hij was altijd Napoleon, 'k Ver denk hem ook sterk van groote be wondering voor „le petit CaporaT dien hij zoo vol animo imiteerde. En zou misschien het geven van diens voornaam aan zijn sn deze dagen zoo bekenden zoon niet een uiting geweest zijn van zijn Napoleon-liefde O, dat waren groote dagen voor hem, den Charles-Napoleon, dagen, waarop de zon van Austerlitz eiken morgen voor hem aan de kimme ver rees. Dc nuchtere praktijk en ons kleine landje maakten echter, dat men met die kostbare monteering niet altijd voort kon gaan. In 't kleine gebouw waar geest moest vergoeden wat aan prachtuitstalling ontbrak, werd De la Mar nu niet de „artistieke lea der", zooals in deze bombarie-kunst- dagcii overal wordt aangekondigd, maar de eenvoudige directeur. Hij noemde zijn gezelschap geen „mode1- ensemble", had ook geen vereeniging of kapitalist achter zich zitten, om dc stommiteiten van den exploitant te dekken. Verplak, die een sigaren» winkeltje aan den overkant had, voer de de administratie, Knaup schilder- da do dócora. Helmhout, die toen op veel bescheidener schaal werkte dan nu, leverde "de costumes* baas was ie zelf. Hij werkte met bescheiden midde len, maar al zijn sujetten vonden bij hem een leerschool. De meester la vergeten, de leerlingen zijn er allen nog in volle kracht. Zijn vrouw, me vrouw De la MarKley, bekend door heel het land, zijn zoon Napoleon Holland vermaard (De Jongste zoon Chris was in die dagen nog te jong}. Verder waren bekenden uit dit gezel schap mevrouw Van Ollefen, mej. Van der Lugt (thans als mevrouw Van der Horst de eerste vrouw der Nederlandsche Tooneelvereeniglng), mej. Herberich (door huwelijk van het tooneel gegaan), mej. Jeanne Mönch (thans mevr. Spree), de hee ren Marcel Myin (Nederlandsch Too neel). Henrl Morriën (Rotterdam mers), Marinus Spree, Eylders (een goede komiek bij Spree), v. d. Heuvel (regisseur groote schouwburg Gent), de heeren Ternooy Apel en Van der Horst (de beide artistieke bestuurders van do Nederlandsche Tooneelveree niglng), enz. Theunissen en Klaas Vos, waarvan vooral hot, succes van den eerste als volkskomtek ongeëvenaard was, stier ven, terwijl zij nog aan dit gezelschap verbonden waren. De heer Wagemans uit Rotterdam slaagde er gedeeltelijk in den eerste te vervangen. De la Mar „gaf" alles d. w. z. öp 't tooneel, want over zijn geven op ander gebied liepen de meeningen wel wat uiteen, 's Zondags om den broodeswille een „kraker" als „de nacht van den 13en November, maar ook goed populair werk als „Krates" van Justus v. Maurik (de jonge Nap. speelde toen al de titelrol), de schoo- no Hongaarsche, De Salon-Tyroler enz. Maar meermalen bewees hij de kunst ook een dienst door modem werk hier bekend te maken. Hij bracht o.a. het eerst dr. Rameau op de planken, dat toen juist in het Nieuws van den Dag ais feuilleton was verschenen en later dr. Pascal, het m. i. zeer ten onrechte vergeten teoneehverk van Eniile Zola. Maar de la Mar deed nog iets... lets wat Prot later gedaan heeft... hem erg kwalijk" werd genomen... elders werd vergeven. Hij bracht hier het Palais-Royal-genre. Zijn debuut op dit terrein was „Parfum", de pers veroordeelde het, sprak er schande uver... maar de la Mar verdiende goud. Waarom men hier, evenals bij Prot niet op dien weg kon blijven voortgaan, weet ik niet zeker, ver moedelijk echter wijl de tering niet naar de nering kon worden gezet, 't Werd sukkelen en de la Mar moest met Benige getrouwen naar 't Casino iu Den Haag var huizien, daar waar nu het luxueuss Scala-gebouw ia ver rezen. Grauwe tijden braken aan, te grauw voor hen die ze meegemaakt hebben, om in bijzonderheden te ver vallen. Charles-Napoleon had den te rugtocht uit Rusland moeten aan vaarden, was door den wil der om standigheden naar Elba verbannen. Dat lieve maar kleine Elba was voor hem de Ned. Tooneelvereeniglng waar hij o.a. in „een Vijand des Volks" meewerkte. Een J^wijs hoe hij, aTtist op rijperen leeftijd, die steeds ook zelfstandig uitbundig suc ces had geoogst, ook voor ensemble- spel zonder sterren geschikt was. De la Mar begon echter lijdende te wor den: het monster dat zulk© verwoes tingen aanricht in de kringen waar de zenuwen te sterk geprikkeld wor den en gezocht wordt naar verdoo- ving, het monster gevaarlijker dan alcohol en opium. Voor den mensch de la Mar was er uitkomst gekomen. Als In een zijner ouderwetscheZondagavondraken was een oom uit Amerika... neen juister een broer gekomen, die zoo rijk was als alleen een rijke Amerikaan kon zijn. Naar men vertelde bezat dio broer zoo ongeveer een heele stad met kerken, huizen en fabrieken incluis en deze zette een vrij groote lijfren te voor Charles vast, mits deze nooit meer op de planken trad. Om de verleiding te ontgaan trok hij naar Berlijn. Maar die planken, wat trokken ze hem satanisch aan. Nog niet zoo heel lang geleden kwam hij telkens nog een paar dagen hier om 'a Zondagsavonds hier of daar „De Voddenraper van Parijs" te spe len. Dat was de eenige rol, die hij zich herinnerde en leeren dat kon hij niet meer. Hij had veel te jong nog zijn room overleefd. En Berlijn werd zijn St. Helena, waar hij eenzaam, na lang lijden stierf, zonder één verwant aan zijn stervenssponde te zien. H. HENNING Jr. Over Levens verzekering HET GENEESKUNDIG ONDERZOEK. Als de Levensverzekering T zonder geneeskundig onderzoek kon stellen, zou het bedrijf ongetwijfeld een nog grooteren omvang hebben dan het reeds heeft bereikt. Want het Is een feit, dat tal van personen worden afgehouden van het sluiten van een post door onbestemde vrees voor het geneeskundig onderzoek. Zij redenee- reu aldus „Als ik de een of andere kwaal mocht hebben, dan blijf ik daarvan liefst in onwetendheid. Het bc-sef van te zijn afgekeurd zou mij alle levensvreugd vergallen." Het zal wel waar zijn, dat dit voor velen een gezooht motief is om te ont komen aan wat zij' voelen, dat hun plicht is. Maar toch ook zijn er, die het oprecht meenen, wanneer zij de ze tegenwerping maken. Het kost vaak veel moeite hen te doen inzien, dat hun gedachtengang absoluut on logisch is. Dat geneeskundig onderzoek voor het bedrijf van den levensverzekeraar onontbeerlijk is, wie zal het ontken nen Wanneer de maatschappijen niet de hulp inriepen van de medici, zouden zij overstelpt worden met aanvragen van personen, die zich ziek weten. En zij zouden ook niet weinig polissen uitreiken aan perso nen, die ziek zijn zonder het te we ten. In heide gevallen zouden de maatschappijen al heel gauw meer moeten betalen dan zij ontvangen, en het is duidelijk, dat dit haar on dergang zou zijn. Domme en gewe- tenlooze agenten spiegelen hun can did aten wel eens voor, dat hunne maatschappij het niet zoo nauw neemt met het geneeskundig onderzoek. Maar zij kunnen daarmede alleen maar succes behalen bij onnoozelen, want een verstandig man ziet dade lijk in, dat hij niet veilig verzekerd is bij eene maatscliappij, die niet de uiterste voorzichtigheid betracht bij luit kiezen van hare risico's. Dit alleen reeds is voldoende, om aan te toonen, dat het geneeskundig onderzoek is in het belang ook van de verzekerden, want stelden de maatschappijen haar registers open voor zieken en gezonden, dan zouden de nabestaanden der tot vroegen dood aangewezenen er wel bij varen, maar de premiën van hen, die een normalen levensduur hereiken, zou den opgeslokt zijn tegen den tijd, dat voor dezen de laatste ure aanbrak. Echter is die vrees voor geneeskun dig onderzoek nog op andere wijze te ontzenuwen. Wanneer iemand een geneeskundig onderzoek ondergaat, loopt hij na tuurlijk de kans, dat hij wordt afge wezen. Beduidt die boodschap da», dat hij spoedig zal sterven Geens zins. Het geneeskundig onderzoek be doelt niet anders dan het beoordeelen of de onderzochte geacht kan worden de levenskans te bezitten, die de sterftetafel voor een groep personen vau zijn leven aanwijst. De sterftetafels der geheels bevol king houden natuurlijk ook rekening met de zieken en zelfs met de sterven den immers nog levenden maar die sterftetafels kunnen de maat- schappijen niet gebruiken zoo lang niet do gebeele bevolking en masse zich verzekert. Daarom plegen zij meer te rade te gaan met ondervindingstafels betrek kelijk den gemiddelden levensduur van personen, die een geneeskundig onderzoek hebben ondergaan. En dus moet ook wie naar de volgens deze tafels berekende premiën verzekerd wil worden, eerst waarborg geven, dat hij op het oogenblik, waarop de verzekering wordt aangegaan, niet tot de zieken behoort. Alleen tot de waarschijnlijkheid van zijn goeden gezondheidstoestand kan geconclu deerd worden uit de resultaten van bet geneeskundig onderzoek, en nu komt het herhaaldelijk Yoor, dat het geneeskundig onderzoek twijfel doet' Naar hst Engelsch, door Arthur W. Marchmönt. 72 Natuurlijk weet ik, waarom hier gebracht, is, zei Olive. U wil een huwelijk sluiten. Maar er zal geen huwelijk zijn, waarbij ik de eene par tij vertegenwoordig. Als u een man was, dan zou ik een beroep doen op uw eer en manlijk gevoel om mij te helpen, mij, een hulploos meisje, te gen de vervolging van hem, die u geroepen heeft. Maar hij heeft u ge kozen als een geschikt werktuig voor Zijn afschuwelijk plan; en elk beroep op uw eer zou nutteloos zVtn. Daarom is het genoeg, dat Ik u ai tg, dait er huwelijk gesloten zal worden. U daarom naar uw whlskyflesch tarugkeoren. Hij grinnikte met de grootste ver bazing. Wat een duivelin is dal, mom pelde hij, zich tot Merridew wen dende. U wist, wat u te wachten stond. Ik zei u, dat zij zou doen of zij er tegenzin in had. Wij doen verstan diger nu maar wat voort te malton. Wacht, riep Oiive, zoo nadruk kelijk, dat hij eenige passen achter uit tuimelde. Ik zal u ook zoggen, wat u misschien niet verwacht hebt. Hoe is uw naam Ik ben Charles Dus tl Dustle DusUedon, antwoordde hij, over den naam struikelend, zoodajt hij ternau wernood verstaanbaar was. U is zoo beschonken, dat u zelfs uw eigen naam niet kan uitsproken; Maar rnisschiten ban u mij begrijpen. Ik heb machtige en invloedrijke vrienden, die weten, do.t ik nooit toe stemmen zou dezen man te trouwen. Ik word hiertoe door hem gedwon gen en als u medeplichtig durft zijn aan zijn schurkenstreken, zal u voor het gerecht verantwoording moeten afleggen van uw misdaad. Bij die woorden verdween alle kleur uit zijn gezicht, en zijn wateri ge oogen blikten vol vrees, toen hij ze op Merridew vestigde. Ja, walt zal ik zeggen begon hij, toen Merridew hem kort en bon dig in de rede viel. Je kunt kiezen, Dustledon, zei hij ernstig, zijn oogen op hem geves tigd. Luister eens, zei de man, Merri dew in een hoek trekkend, waar zij op zachten toon samen spraken. Olive hoorde iets, dat hierop neer kwam, dat er niets gedaan kon wor den als zij haar toestemming naet gaf, maar eindelijk draaide de schurk zich om en zei tot haar Mijnheer Merridew heeft mij uit gelegd, dat dit alles maar comedle Is van uw kant. Ik begrijp het. Hij keek haar zoogenaamd slim aan. Hij hooft u waf voorgelogen, mijnheer. Ik meen het heel ernstig. En ik waarschuw u nog eens, dat als u volhoudt, u verantwoording zaJ moeten, afleggen. Hij maakte weer een gebaar alsof hij haar volkomen begreep en knikte onverschillig. Merridew riep juffrouw Tisley bin nen en een boek te voorschijn ha lend, begon de nietswaardige geeste lijke het huwelijksformulier voor ie lezen. Toen hij aan de vragen aan Merri dew en Olive gekomen was, ant woordde do eerste, op luiden., beslis ten toon „Ja". Maar Olive riep in groote veront waardiging Neem. Neen. NeenNiet zoolang ik adem heb, om te weigeren. Maar hij nam er geen notitie van, en mompelde met zijn dikke tong verder. Intusschen had Merridew de hand van Olive gegrepen en schoof haar met geweld een ring aan den vinger. Maar het oogenblik, waar-op hij haar losliet, rukte zij hem af en slingerde hem weg. Zoodra de plechtigheid was afgeloopen, wankelde de man de kamer uit, gsvolgd door juffrouw Tisley, met Merridew achter hen aan. Eetn uur later ongeveer, kwam Mer ridew alleen terug en bracht een groot boek mee. Hij legde het op de tafel, en gaf Olive een pen. Dit moet onder te>e kond worden, zei hij streng. Zij was zichzelf weer meester ge worden, nadat haar geduld bij de huwelijksplechtigheid op de zwaar ste proef was gesteld. Wat is dat? vroeg zij kalm. Ons huwelijkscontract- Het wet telijks bewijs, dat wij man en vrouw zijn. Denkt u dat u mij kunt dwin gen? Daar ben ik van overtuigd. Uw leven hangt er van af, dat u dit on derteekend. Luister nu goed naai" mij, want ik meen ieder woord, dat ik zeg. Als u ddt toekent kan u vrij hoen- gaan. Als u weigert, zal het contract toch onderteekend worden en met een handschrift, dat niemand van het uwe zal kunnen onderscheiden. De eenige persoon, in staat om te zeggen, dat do onderteekenimt valsch rijzen aan de normaliteit van eenig orgaan. Een voorzichtige maatschappij zal in geval van twijfel een post afwij zen, maar de afgewezene heeft nu alle kans, dat de twijfel ook in zijn voordeel kan worden uitgelegd. Bo vendien kan de maatschappij haar eischen voor geneeskundig onderzoek zeer hoog hebben opgevoerd om alleen prirna risico's verzekerd te krijgen en behoeft dan afwijzing nog volstrekt geen dadelijke vrees voor een kort stondig leven te wekken. Het gaat er ook al mede als met alle verzekering. Een buskruitfabriek zullen de brand- assurantiemaatschappijen wel niet gaarne verzekeren, maar daarom is toch nog volstrekt niet gezegd, dat aile buskruitfabrieken moeten ver branden. Eén groot en belangrijk argument is er om alle vrees voor geneeskundig onderzoek te bannen. Laat de candi- da-at eens bedenken, dat hij door de afwijzing van eene maatschappij van levensverzekering op het spoor kan komen van eenig begin van ziekte, bedenken, dat, bijtijds ontdekt, me nige kwaal kan gestuit worden. Hij kan dan zelfs dankbaar zijn voor de afwijzing, die hem waarschuwing was. Dankbaarheid is een schaars artikel en wordt vooral weinig gevon den bij personen, die verhinderd zijn iii de uitvoering van hun voornemen, maar schrijver dezes heeft die dank baarheid toch wel ondervonden. Een verzekeringscandidaat werd afgewe zen, vond in die afwijzing grond zijn huisdokter te raadplegen, die al heel spoedig ontdekte, waarom de afwij zing was geschied, zorgde door ver anderde leefwijze voor herstel van 't zieke orgaan en werd' toen gaarne door iedere maatschappij geaccep teerd. V/are de man niet gewaar schuwd door de afwijzing, met zijn kwaal blijven rondloopen, dan zou deze waarschijnlijk verergerd en on geneeslijk geworden zijn. Dus mocht hij waarlijk wel, wie hem had over gehaald het geneeskundig onderzoek te ondergaan, dat hem tot tijdige waarschuwing werd, zeer dankbaar zijn. En hij was het. Natuurlijk vindt afwijzing ook wel plaats op grond van kwalen, die reeds te ver gevorderd zijn. Dan heeft de onderzochte toch altijd nog te beden ken, dat niet het onderzoek die kwaal verwekt heeft en dat het altijd beter is dat een kwaal ontdekt wordt dan dat zij van zichzelf doet blijken. Het is struisvogelpolitiek om ziek te zijn, maar het niet te willen weten en een der eerste voorwaarden om een ziekte te genezen of althans te stuiten, in het ergste geval te ver zachten, Is dat men haar op het spoor zij In de meeste gevallen echter is de vrees voor geneeskundig onderzoek maar voorgewend. Vele menschen onttrekken zich nu eenmaal gaarne aan hun plichten en zoeken uitvluch ten. In den regel zijn zij echter wel vatbaar voor een ernstig woord en al geven zij den agent, die dat ernstige woord spreekt, niet aanstonds gelijk, In hun binnenkamer willen zij vaak zichzelf wel ongelijk bekennen. Heel dikwijls plukt dan een latere bezoe ker, die met voorstellen tot levensver zekering komt, de vruchten van dat doop zijn voorganger gesproken woord. En dat is voor dien voorgan ger niet pleizierig. Maar hij moge be denken, dat een andermaal een ander hem den weg bereidt, en hij moge er troost tn vinden dat elke tot verzeke ring bekeerde op zijn beurt propagan da maakt en zijn naaste omgeving meer toegankelijk maakt voor de ver zekeringsidee. Zoodat hem in die omgeving hel werken al weer gemakkelijker wordt gemaakt. RIJKSKWEEKSCHOOL. Het programma voor liet in 1909 te houden examen tot toelating tot de Rijkskweekscholen voor onderwij zers en onderwijzeressen is bij Koh. besluit als volgt vastgesteld: is, zal uzelf zijn en u zal niet meer onder do levenden behooren. Dan zal ik sterven, zei Olive da delijk. op een toon van kalme be slistheid. Ik zal u nog één uur geven om van gedachte te veranderen. Toen ging hij de kamer uit en Oli ve viel op haar knieën en bad met kracht haar genomen besluit vol te houden, maar om te verdragen wat haar zou ovarkomea. Zij kende Merridew genoeg om te begrijpen, dat hij met den grootsten, ernst die bedreiging had geuit etn wist ook. dat hij schurkachtig ge noeg was om zijn plannen uit te voe ren. Zij begreep de beweegredenen, die hem voortdreven. Zij waren van het allerlaagste allooi. Hij had dit -zoogenaamde huwelijk doorgezet om zich te verzekeren van het fortuin, dat hij haar had ontstolen. Hij was niet van plan haar de vrijheid terug te geven. Dat was een leugenachtige belofte, om haar te bewegen het contract te teekenen, en zoo dat zij zelf zich als zijn vrouw erkende. Als dat eons gedaan was, dan zou, a'ls zij stierf, alles wat haar toebe1- hoorde, wettelijk het zijne worden en zou hij niets meer te vreezon heb ben. Haar leven zou geen nut meer voor hem hebbenhaar dood zou hem beter dienen. Zij lag nog op haar knieën, toen a. Nauwkeurig en natuurlijk lezen van een niet te moeilijk stuk proza of poëzie. Hierbij zal gelet worden op eene zuivere uitspraak en het ver staan van het gelezene. b. Het vervaardigen van een schoonschrift, middelgroot en klein, op papier met lijnen. Uit het schoon schrift en uit het andere schriftelijk werk moet blijken, dat de adspirant duidelijk, net ea regelmatig schrijft. c. Een begrip van het tientallig stelsel, van de hoofdbewerkingen met geheeie en gebroken getallen, van de practische bruikbare kenmerken van deelbaarheid, van het zoeken van den grootsten gemeenen deeler en van het kleinste gemeen© veel voud van gehcele getallen. Kennis van het metrieke stelsel. Eenige ken nis van vlakke figuren en van meet kundige lichamen, voor zooverre die door aanschouwing te verkrijgen is. Vaardigheid in het beredeneerd op lossen van eenvoudige vraagstukken, zoowel uit het hoofd als op schrift. d. Kennis van de hoofdzaken der spraakkunst en der redekundige ont leding, benevens eenige* vaardigheid, om zich zoowel mondeling als schrif telijk juist en gemakkelijk uit te drukken. e. Kennis van de hoofdgebeurtenis sen uit de geschiedenis des vader lands. f. Eenige kennis van de aardrijks kunde van Nederland, eene voorstel ling van de kaart van Europa en van de .ligging der werelddeelen. g. Eenige kennis van inlandsche dieren en planten en van eenige een voudige natuurkundige verschijnse len. h. Aanleg voor den zang.. 1. Het te eken én van een eenvoudig vlak figuur. Voor de Rijkskweekschool voor on derwijzeressen bovendien: j. Eenige vaardigheid in de nuttige handwerken (1. het breien van eene kous; 2/ het naaien van een over- liandschen naad, zoom, stik- en rol naad, knoopsgat en vetergat; 3. over maken, aanmazen, 'het mazen van een gat. met rechte steken; 4. het mer ken met gewone kruisjesiet Iers en cijfers). TWEEDE KAMER. TIJDELIJKE VERSTERKING DER MIDDELEN. Ingediend is ean wetsontwerp tot aanvulling der wot. houdende aan wijzing van de middelen ter goedma king van de uitgaven begrepen inde steats.begroot.ing voor het dienstjaar 1909. De redenen, waarom de in het ont werp vervatte tijdelijke versterking van <1© miiddelen wordt noodig ge acht zijn, zegt de Minister van Finan ciën, uiteengezet In de „Nota betref fende den toestand van 's lands fi nanciën" door den Minister aan den voorzitter van de Tweede Kamer der Staien-Generaal toegezonden. Voorgesteld wordt te heffen 2/3 van tien opoanten op de belasting op de bedrijfs- en andere inkomsten, uit kracht van deze wet te heffen over 't geheeie belastingjaar loopende van 1 Mei 1909 tot en met 30 April 1910 en, 2/3 van tien opcenten op de vermo gensbelasting, uit kracht van deze wet te heffen over het geheeie belas tingjaar. loopende van 1 Mei 1909 tot en met 30 April 1910. STAATSBEGROOTING 1909. Ingezonden is zen Nota van wijzi ging, van Hoofdstuk III (buitenland- sche zaken). Eenige artikelen worden verhoogd en verlaagd. Onder anderen is eon nieuw artikel ingevoegd, luidende: „Non-activiteitstractement van J. II. de Reus, eervol teruggeroepen con sul-generaal met den persoonlijken titel van minister-resident te Caracas 3000. DE ELECTRISCHE SPOOR. De Zuid-Hollandsche Electrische Spoorweg-maatschappij zal binnen eenige dagen een officieelen proefrit met genoodigden uit openbare col- legiën en besturen enz. op haar lijn maken. NEDERLAND EN VENEZUELA. Do New-Yorksche „Eevening Post" Verneemt uit Willemstad: Een particulier schrijven hier ont- hij terugkwam. Zij stond haastig op, toen hij binnenkwam. Ik kom om uw antwoord tè ha len, zei hij kortaf. Ik heb het u al gegeven. Ik heb geen ander, antwoordde zij even kortaf. U weet, dat ik mijn woord zal hpuden U is geheel in mijn handen. Neen. Ik ben in Gods handen, nl«* in de uwe. Wij zullen zien, antwoordde hij grinnikend. U zal over een paai- uur wel behoefte aan hulp hebben. Ik zal mijn woord houden. Dat zweer ik. Niets zal mij ei' nu meer van af bren gen. En met die woorden liet hij haar alleen en deed de grendels weer op do deur. Het was haar doodvonnis. HOOFDSTUK VXXV. Toen Gilbert Merridew de kamer verlaten had, bleef Olive hem eenige seconden als aan den grond genageld staan nakijken. Toen keerde rij zich roet een die pen zucht om eu ging op haai- bed zitten. Zij was in die oogenblikken den wanhoop nabij. Zij voelde zich zoo onbeschrijfelijk verlaten. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 5