HAARLEM'S DAGBLAD. D?.S.?,!.^£
Stadsnieuws
Uit de Omstreken
Binnenland
PARIJSCHE BRIEVEN
XLVUL
Eeai mijner Hollandsche lezers
■vraagt me, hem te wil ten uitleggen,
wat eigenlijk een „homme du monde"
Is.
Volgaarne voldteo ik aan dat vetr-
coek, niet bet! mas'di o mdd'i ik
'dat ik (te^rdeé,' e enige kijk kan ge
ven op lioekj-v va* het z&eiï inge
wikkelde Partjsche leven, zóó inge
wikkeld, dat do oppervlakkige toe
schouwer ei- li/;1' hoofd bij verliestetn
den schijn niet van de echtheid weet
te onderscheiden.
De „homme du monde" ook wel
j,homme correct" en „homme chic"
genoemd is een produkt der over
beschaving, die nergens op aarde zoo
heeft wortélgeschoten als te Parijs,
metropolis der besehavingscentrali-
Batïe.
Duidelijk
Verdere omschrijvingen? Allright!
De jiO.Time du mande* is iemand,
zich zich gedf-'^agt als.... die... nu ja,
die....
Daar zit ik maft in. Hebt ge wel
eens iemand gevraagd, de woorden
„ratel" en compact" te definieeren?
De ongeluli.ki.ge maakt zonder man-
keeren voor de uitduiding van het
eerste woord een draaibewegtog mot
een der handen en zoekt overigens
vergeefs naai' zijn woordenter uit
legging van het tweede bsgrip zegt
hij „Compact, wel, dat is....", waar
op de woorden stokken en een gebaar
met beide handen volgt, als werd er
•iets saamgedrukt.
De „homme du monde" is iemand,
die.... Nu gaan onwillekeurig mijn
gebaren aam den gang. Die kunt ge
echter niet zien.
Sapristi 1 men kan toch alles met,
woorden-alléén uitleggen
Moed geschept. Ik moét me nu wel
onthcudem van het bezigen van plas
tische hulpmiddelen.
Ik ben een decadent Hollandsch
Bciijvertje, dat uit den treure, in
boeken en in kranten-artikelen, ba-
zelt over het „Groots Leven" on
steeds den mond vol heeft van
„geldpatsers" an andere parvenu's.
Wat hij eigenlijk met het „Groote
Leven" bedoelt, is verre van. duidelijk
Soms schijnt hij er het wereldje meê
te meen en, waar de „hommes du
monde" zich in bewegen. Doch liet
opmerkelijke is, dat hij er zelf nooit
mee in aanraking is geweest. Op kos-
len van een gulhartigen, rijken vriend
(dien hij later natuurlijk voor eon
„geldpatser'' heeft uitgemaakt) heeft
hij eens eenige weken te Parijs ver
blijf gehouden. En als hij dan eens
bij Riche, Pousset. Brébant of Mar-
guerry waai' letterlijk nionschen
van allerlei slag komen had gedi
neerd, of in min of meer luxueuse
musichalls was geweest, meende hij
in zijn naïve lioovaardij, dat hij
met do élite van Parijs voeling had
gehad, althans ze van nabij had ge
zien. Do stumpert 1 En zijn eigen par
venuschap ging zoo ver, dat hij liet
herhaaldelijk van de daken verkon
digde, in het Grand Hó tel gelogeerd
te hebben. Wie niu, zooals mijn per
soontje, toevallig óók in dat hótel
hoeft gehuisd, weet, dat hot er wèl
betrekkelijk duur, doch niét „chic"
is on de echte „homme du monde" er
zelden, de echte „femme du monde"
nooit in verschijnt. Als alle opper
vlakkige schrijvers had ons futloos
en blufferig scribentje den schijn
voor het wezen aanga zien, namaak
voor echtheid.
Mot bovenstaand fcragi-comisch in
termezzo bedoel ik voornamelijk to
kennen te geven, dat de „homme du
monde" niet zoo gemakkelijk is waar
te nemen, behalve natuurlijk door
andere „hommes du monde". Er be
hoort voor een outsider heel wat
toe, om in hun kringen toegang te
var krijgen. Hon te bespieden bij som
mige publieks gelegenheden is lang
niet voldoende om hun gewoonten en
manieren goed te leer en kennen. Hun
wereldje is iets zoo geheel afzonder
lijks on er is in hen uitteraard zoo
een sterk streven orn zich tegen imi
tatie te vrijwaren, dat de buiten-
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Doze week hen ik bepaald geslagen,
namelijk in don zin van overwonnen,
t Is goed en wel, om aan de ingeze
tenen van Haarlem eenmaal in de
week halletjes aan te bieden, maar
nog heel wat anders om hun een reu-
zentaart voor te zetten van vier en
een haJven meter middellijn, zooals
Althoff heeft gedaan. Mijn zoon Jan
zegt, dat het eigenlijk precies het
zelfde is: halletjes en taart, zegt hij,
zijn. toch allebei koek en grijnst
daarbij alsof hij een hatelijkheid zegt,
hoewel ik niet vat welke.
Jammer dat de man, die zich door
de clowns aan 't lachen moest laten
brengen, niet verschonen is. Intus-
schen was er toch één die gelachen
zal hebber, namelijk de leverancier
van de reuzentaart. Maar andere ne
ringdoenden hebben er dan ook des
tte zuurder om gekeken, de vergun-
tainghouders namelijk, die ruim eon
-week lang hun klanten^ geheel of ge
deeltelijk hebben moeten missen, om
dat dde in den circus hun geld ver
teerden. Als zij hun zin kregen, werd
noch Carré noch Althoff ooit weer Ir
Haarlem toegelaten, dan alleen voor
eon zóó hoog staangeld, dat de direc
ties er waarschijnlijk hartelijk voor
•zouden bedanken. En zelf klagen ze
over hun hooge lasten. Zoo gaat het
in de wereld je eigen lasten voel Je
wed, maar die van een ander, daar
weet je zoo niet van 1 Leven en laten
staander, wten het „voorrecht" is
gegund, langoren of karteren tijd in
hun kringen te verwijlen, in den be
ginne van de eeno onbegrijpelijkheid
in de andere valt. Deur de hetero
geniteit van zijn elementen heeft het
gazel schapsleven, vooral in de weg
bereidende wereldstad Parijs, ont
stellend veel te doen om zijn gelijk
waardige of ©vanboortige leden te
onderkennen. De verschütende we
reldjes, die er met elkander in aanra
king komen zonder zich met elkaar
te vermengen en de opzettelijke on
wetendheid, waarin het eene wereld
je het andere houdt, begunstigen ge
lijksoortige manieren en gedragin
gen. Daar weg in te vinden do ecne
om-zoo-te-zeggon „vrijmetselarij" van
de andere te onderscheidenstand
A niet met stand B en vooral niet
met stand A' te verwarren bylo I
daar behoort veel op de spits gedre
ven lopmerkin gsverni o gen en nog
meer geduld toe. Ook toeval.
„Ook toeval", schreef ik hierboven.
Speelt niet inderdaad het toeval
somtijds een groote rol in het leven
Het toeval heeft gewild, dat mij de
poorten zijn ontsloten van sommige
woningen van den Faubourg Saint-
Germain, alwaar meerendeels de
Fransche adel zijn tenten heeft opge
slagen.
Toevallig noodigde, een paar
maanden geleden, een literator, die
met. zijn knap in elkaar gezette too-
neelstukken geld „als water" ver
dient, mij uit, met hem in het Café
Anglais te dineeren, waar een kip
penboutje zoo tets als 25 francs kost.
(Ir. het Restaurant des Beaux-Arts
kost hetzelfde boutje, minstens even
smakelijk toebereid, maar 75 cent'-
mes, geen stuiver meer). Toevallig
spraken wij na afloop van den maal
tijd over Java en Javaansche kunst.
Toevallig waagde ik het, ietwat op
gemonterd door een paar glazen
Chambertin, het Javaansche „tandak-
ken" na te doen ik doe het wat
goed, hoor 1 Toevallig trok ik
daardoor do aandacht van een adel
lijken „homme du monde", die bezig
was een boek over exotische kunst te
schrijven.... Men raadt de rest.
Mijn exotisme heeft me dus dien
sten bewezen. Ware Parijs geen stad,
waar men zich al heel gauw klein
voelt, ik zou wellicht niet durven be
kennen, dat mijn journalistiek bedrijf
mijn nieuwen, hoogen vriend abso
luut koud liet.
Het is dus aan een toeval te dan
ken, dat ik nu kan voldoen aan het
verzoek van den in den aanhef be
doelden Hollaudschen lezer, dat mij
reeds eenlge maanden geleden is ge
daan. Eerder kon ik er geen gevolg
aan geven, ten ware slechts met be-
trekking tot dc buitenlandsche din
gen.
Er zijn minstens twee eeuwen van
ledigheid en werkeloosheid noodig,
om in een familie een fijne, welge
vormde hand te vormen, een hand,
die den salon-beeldhouwer in verruk
king brengt.
Is het wondei', dat de echte „hom
mes du monde" voornamelijk te vin
den zijn onder den ouden adel, of
onder de oude patricische families
geslachten, die den strijd om het be
staan slechts van hooren-zeggen ken
nen.
De „homme du monde" is een kul-
tuur-produkt. Hij is het bijna altijd
„par droit de naissance", door ge
boorterecht. Bij hooge uitzondering
duikt er een op, die, dank zij een
weêrgaioos assimilatie-vermogen, het
geworden is en dan nog wel onvol
ledig „par droit de conquête", door
veroveringsrecht. De stralenglans
van verfijnde elegantie, van „le haut.
chic" is het voorrecht, beter gezegd
het aangeboren kenmerk van diege
nen, aan het vormsel va.n wier doen
en. laten verscheidene geslachten ach
tereen hebben meêgewerkt.
I-Iet spreekt baast van zelf, dat, in
deze tijden van geld-aristocratte,
naast den echten chic een conven-
ticnne-ele bestaat. Dezen laatsten kan
elke welopgevoede verkrijgen door
oplettende waarneming en getrouwe
nabootsing. Een paar maanden leer-
'leven is -eon gezegde, dat heusch niet
uitgevonden is om het to laten be
schimmelen.
Maar die Bakenessergracht moet
dood, zeggen ©en stuk of vijf Raads
leden. Als ik zeg dood, dan bedoel ik
■dicht. Vroeger heeft het maar een
paai* stommen gescheeld, of er was
tot demping besloten en nu wordt het
weer eens geprobeerd. Als 't er van
■komt, is do eigenlijke Bakenesser-
gracht dicht en dood allebei. In zoo
ver, dat overleden zal zijn het mooie,
ouderwets oho grachtje, met zijn typi
sche huisjes en zijn aardige bociht,
dat er zoo schilderachtig liggen kon
in de morgen- en avondzon.
Ik geef toe, dat de straatjes aan
weerskanten smal zijn, dat aan de
zuidzij vooral is niet veel meer dan
een richel en menigeen, die zijn roer
■niet recht kon houden, is dan ook al
■in heit veelkleurige, onfrisseke sap
geduikeld, dat we met een mooien
term het water van de Bakenesser-
gracht noemen.. Maar hoe smal ze
ook mogen wezen, veel typischer zijn
ze ook, dan de breede straat zal wor
den, die de gracht zal zijn na haar
demping, met boomen, die er niet
schijnen te passen en hulzen die er
misstaan.
't Is waar, we mogen, de eischen
van het moderne verkear niet in den
weg staan. De eJectrische tram past
niet goed in de Jansstraat; ze gaat
te dicht langs de toch al smalle trot
toirs, de bocht op de Rivierviach-
markt en het Klokhuisplein lijkt we!
een kurketrekker en die in de Dam
straat lijkt op niet*. Wanneer
tijd in een wereldsche omgeving en...
ga y est. Het verschil, vooral bij min
of meer heftige gemoedsbewegingen,
ontgaat den opmerkzamen toeschou
wer echter niet, althans op den lan
gen duur.
De „homme du mor.de" is welge
kleed, evenwel zonder iets opmerke
lijks in zijn dracht. Let ge echter
good op, dan ziet ge uit een der
plooitjes van zijn das een parelen
knopje van een dasspeld steken. En
maakt hij een onwillekeurig armge
baar, dan wordt ge een kleinen gou
den manchetknoop gewaar, in welks
midden eon echte briljant fonkelt.
A! die kleinigheden zijn echter zóó
verhuld, dat gij, als ge er niet op
verdacht zijt, soms uren met hem
kunt spreken, zonder ze te ontdek
ken.
De „homme du monde" is rijk, of
is hel niet. Is hij niet rijk, dan
neemt hij cte allures aan, of hij het
wél is. Is hij rijk gewéést, dan is het
hem "slechts geoorloofd, zijn fortuin
bij het spel verleren te hebben.
De „homme du monde" is niet
spaarzaam en heeft, zooals het in zijn
argot luidt, „le louis facile". Hij
dingt noch in winkels noch eldei's af,
maakt nimmer ruzie met een koet
sier telt het gewisselde geld nooit
na en slaat nooit een blik op de
munt., die hij uit zijn portemonnaie
haalt.
Hij maakt nimmer gebruik van
„billets de faveur" of vrijplaatsen
hij betaalt altijd zijn plaats. Zijn
geliefkoosde theaters zijD Grand Opé
ra, Opéra-Comique, Comédie Fran-
gaise, Gymnase „le théatrc de Ma
dame", Vaudeville, Mouveauté's en
Varlèté's. Gewoonlijk biedt hij, als
hij niets anders te doen heeft, na af
loop der voorstelling een weldsch
souper aan een der actrices „en
vogue" aan.
Naar een music-hall gaat ln'j nooit,
tenzij om er een vriend uit. de pro
vincie of uit het buitenland te gelei
den. Hij heeft een afkeer van instel
lingen, waar „Ie pourboire" in den
uitgestrekten zin van het woord
,est Ia discrétion de Tétranger".
Wel kunt ge hem enkele malen, in
cabarets artistiques vinden. Niet om
dat liet goiiro hem zoozeer bevalt,
maar omdat hij zich gaarne de repu
tatie wil verschaffen, „l'esprit gau-
lois" te kunnen waardeeren, ook al
ontkiemt het in onaanzienlijke buur
ten.
Danseressen „a la mode" en som
mige andere beroerndheidjes van va
riëteiten-theaters doet hij op zijn
eigen soirëes optreden, of ziet hij op
die van zijn evenboortige vrienden en
vriendinnen.
Welke som hij ook bi] het spel, In
zijn club of e'ders, verliest, geen
spier van zijn gelaat verraadt zijne
ontroering. Kan hij een speelschuld
niet binnen 24 uur betalen, dan maakt
hij een einde aan ziju leven.
De „homme du monde" is door
gaans een tamelijk bekwaam scher
mer. En van een ongevaarlijk duel is
hij niet afkeerig.
Hij dineert en soupeert in restau
rants, waar hij, om dc buitengemeen
hooge prijzen of om andere redenen,
geen gevaar ducht van „le cod tact du
peuple". Champeaux, Silvain, Du-
rand, Café de Paris, Café Anglais
„salade russe aux truffes, 10 francs"
ei. de rest naar dien maatstaf... ge
begrijpt, dat die dingen niet voor
Jan Rap en zijn maat zijn.
Hij leest de dure kranten, met na
me: Le Temps, Le Figaro, Le Gau-
lois, Gil Bias en Le Journal des Dé-
bats. Wil hij een enkelen keer spoe
dig de laatste berichten weten, dan
koopt, hij „Le Journal" of „Le Matin".
Waarom kosten deze beide laatste
kranten zoo plebeïsch weinig, 5 cen
times maar por nummer?...
Hij is een gul en wellevend gast
heer en weet als zoodanig je op je
gemak te stellen, zonder familiaar te
zijn.
Hij spreekt gewoonlijk zacht en
spreekt zelden een bepaalde opinie
de tram bij de Nieuwe Gracht naar
de (gedempte) Bakenessergracht gaat,
wordt de toestand veel beter.
Alleen begrijp ik niet, wat de voor-
stellens van de demping bedoelen
met hun opmerking, dat. deze zal zijn
in bet beilang van de hygiëne. Mis
schien vindt iemand dat domde
gracht kan immers in den zomer zoo
stinken I Maar volgens de geleerden
is stank alleen maar onaangenaam,
niet nadeeli@, zoodat de voorstellers
indien ze de hygiène te hulp willen
roepen, met betere argumenten moe
ten komen. Niet dat z ij spreken van
stank, integendeel zo komen In t ge
heel niet met ar gumenten aan, zoo
dat ik veronderstel, dat ze die nogisn
dan zak houden. Je moet niet al je
krult op één maal verschieten. En
wanneer zij daarover nog iets in 't
midden willen brengen, kunnen zij
meteen een antwoord zoeken op deze
vraag of het juist is of niet juist, dat
wanneer een gracht pas gedempt is,
da bewoners ©enigen tijd last kunnen*
hébben van koorts.
Mocht nu soms iemand denken, dat
ik eigenlijk tegen de demping ben,
dan vergist hij zich. Ik geloof, dat
hoe het ons ook aan 't hart gaat om
de mooie buurt, de eischen van 't ver
keer en de veiligheid zullen moeten
voorgaan. Al Is helaas de kans, dat
we ooit e'en badplaats zullen worden,
nu wel voor goed verkeken, het is
buitendien in Haarlem druk genoeg
om onze alectrische tram too goed
mogelijk te hebben.
Ach ja, die Staahvaterbron. We
zijn er weer eens opmerkt© ato Oh £e.
uit. Ilij brengt het voor en het tegen
t? berde, zonder dat hij eigenlijk zelf
do zaak doorgrondt. Met groote om
zichtigheid uit hij zich in halflintige j
bewoordingen, waarmede hij zijn ge
brek aan positieve kennis handig
wget te bemantelen. Hij verstaat de
kunst om op aangename wijze veel to
spreken en weinig te zeggen.
Zoo gereserveerd als hij is in hel
uiten van zijn eigen meeningen als
liij die heeft zoo vastberaden en
stelselmatig weet hij daarentegen den
outsider te ondervragen. Dat is iets
zoor opmerkelijks. Daarin betoont hij
een soort van hoffelijke impertinen
tie. Deze eigenschap vindt men ook
omschreven in bovengenoemd too-
neelstuk, „Poliche" van Henry Ba-
taille. Daarin zegt madame Laub tol
Saint-Vast, den „homme du monde":
„Dat Is 't... Maai' weet u wel, dat het,
u niet ontbreekt aan een zeker aplomb
om ons op die manier, met dat cy
nisme en die kalmte, over ons intie
me teven te ondervragen? En ik
vraag me af, met welk voorrecht wij
u hebben begunstigd, wij, die u nau
welijks twee dagen kennen, om u,
met deze inschikkelijkheid het hoofd
stuk der vertrouwelijkheden te ope
nen... Wij antwoorden u als makke
schapen, gehoorzaam... Waarom? Wie
if u eigenlijk, u met uw impertinen
te knevels, meneer de vreemdeling?"
Ja, die hoffelijke impertinentie is
inderdaad iets zeer merkwaardigs.
Ten einde te weten te komen wet hij
wil weten, doorloopt de „homme du
monde" de gamma der beleefd- en
hoofschheden. Er stijgt een aroma uit
op, dat u ten slotte bedwelmt... en wil-
l'g, schier werktuigelijk antwoordt ge.
Ook, die eigenschap is een gevolg van
kuituur. Niet éénmaal kunt ge uw
ondervrager op een grofheid betrap
pen. Nu dan... Vogue la galèrel
Is de „homme du monde1 bij toe
val een geestig mensch, dan mag hij
niet te dikwijls van zijn geest blijk
geven. Want dit Is niet chic. Het.
riekt te veel naar het beroep van een
„homme d'esprit". En aangezien een
„homme du monde" geen enkel be
roep mag hebben... Buitendien: in
vroegere tijden waren de hofnarren
geestig; zij werden voor hun geestlg-
zijn betaald. Op een hofnar lijken?
bien merci! Dat zou bespottelijk zijn
voor een man der groote wereld. En
voor niets hoedt hij zich meer dan
voor bespottelijkheid. „Lo ridicule
tue", te Parijs meer dan elders, en
in dat Parijsche wereldje meer dan
in elk ander. Alors...?
Behoef ik nog te vertellen, dat on
ze man der wereld alle voorname
premières en alle belangrijke wedren
nen met zijn tegenwoordigheid ver
eert?
Nog iets: hij is zeer kwistig met
zijn hoofdontblootingen en zeer karig
met zijn handdrukken.
Uitteraard heb ik hierboven den
gemiddelden „homme du monde" be
schreven. Ik heb daartoe op ongeveer
een dozijn modellen geëxperimen
teerd.
Het gebeurt wel eens, dat een
„homme du monde" zich veroorlooft,
uit zijn staat van ledigheid en werke
loosheid te treden. Dat hij, gebruik
makende van een hem door moeder
Natuur geschonken talent, een boek
schrijft of een schilderij maakt of
muziek componeert kortom, aan
kunst doet. Do ongelukkige! Dadelijk
staan er beroepsmenschen gereed om
hem weg te dringen. Er ia slechts
plaats voor werkers en bercepslui.
Weg met den dilettant. Voor dezen
is geen plaats open. Ignobele concur
rentie. Verbeeld je, ja, verbeeld je,
dat de zoogenaamde dilettant na ee-
maakt, toen de Sultan van Asahan
Donderdag het Brongebouw bezocht
heeft. Eigenlijk was het om dat ge
bouw nu niet zoozeer te doen. Aan
vankelijk was het plan om een be
zoek te brengen aan cte installatie
van de staal waterbron to de Haar
lemmermeer, maar als je over elven
aankomt en drie kwartier op zijn
minst noodig hebt om naar do hoeve
D'Ysorinck te rijden en natuurlijk
evenveel voor terug etn ea.' wacht je
een vrij uitgebreid noenmaal en je
moot, dan omstreeks 2 uur to 't Ko
loniaal Museum wezen, dan loopt dat
allemaal niet goed rond. Ik had nog
wel een oogenblik gehoopt, dat deze
Sultan de edele oom uit Ind'ië wezen
zou, die met een miilioen, zoo niet in
rijkzdoaiclerc, dan toch in bankpa-
■pier zou aangekomen, zijn en die, bij
wijze van dank voor de hem bewe
zen vriendelijkheid, op den rand van
den schoorsteen zou hebben gelegd
met een gebaar alsof hij zeggen wou
„Neem dit en red u voorloopig, later
komt er meer, jelui hoeft mij niet te
bedanken I"
Misschien zal Iemand zeggen, dat
het moeilijk is om dit alles ln één ge
baar uit te drukken, wat ik voor het
Nederlandsch toegeef. In het Asa
han soh moet je, naar ik vernomen
heb, een wereld van gedachten kun
nen uitdrukken in één enkele hand
beweging. Indië Is eenmaal een rijk
en overvloedig land. Maar of de Sul
tan toevallig geen miilioen ln den
zak had, dan wel of er iets anders
iusschenbeide Is gekomen weet ik
niet, maar het miilioen is achter wei
nigen tijd kon blijken het meester
schap bereikt te bebl>en... De journa
listen staan op hun post om den man
te beduiden, dat hij zijn werk maar
binnenskamers moet houden. En tot
overmaat van ramp geven de andere
„hommes du monde" hun broeder te
konnen, dat hij zich compromitteert,
zich oncanailleert.
In negen van de tien gevallen kruipt
der vermetele in zijn schulp terug en
laat zijn artistieke aspiraties varen.
De maatschappelijke conventies dwin
gen hem min of meer, binnen zijn
kringetje van intellectueel© middel
matigheid te blijven. Ook dat is kui
tuur. Anne stumper. Talent te heb
ben en er geen gebruik van te kun-
non maken... Het Is hard.
Slechts enkelen, zooals de zéér ta
lentvolle romanschrijver Robert de
Bonnières, hebben dan den moed,
voorwaarts te schrijden, na hun
schepen achter zich verbrand te heb
ben.
Alleen de politiek houdt de armen
wijd open voor den man der groote
wereld, die behoefte aan een actief
leven gevoelt de politiek, die sinds
tientallen jaren er aan gewend Is ge
raakt, naast de vertegenwoordiger?
van den hoogsten stand die van den
luagsten te zien plaats nemen; de po
litiek, die, haars ondanks misschien,
af en toe de „égalité" bewerkstelligt.
Voor geen geld ter wereld zou" ik
„homme du monde" willen zijn.
En mijn vriendelijke Hollandsche
lezer?
OTTO KNAAP.
DE JAëLL-METHODE.
Mem schrijft ons
Over do klavier-methode van me
vrouw Marie Jaëll, die het onderwerp
■is van de aanstaande bespreking van
mej. Jeanne Bosch uit Wiesbaden,
kunnen wij mededeelen, dat zij ten
•doel heeft door een rationeele we
tenschappelijk gegronde bewegings
leer dien weg te banen tot een snelle,
■direct op haar doïl afgaand,© en
vruchtbare klaviersludie. Langjarige
arbeid, wetenschappelijke onderzoe
kingen en proeven zijn de zekere ba
sis waarop Marie Jaëll het gebouw
'harer leerwijze heeft opgetrokken.
Korte studietijd, geheel onnoodig
worden van herhalingen, passage-
oefenen enz. zijn voordeeLen van de
leer, die niet alleen de leerlingen
maar de huisgenootem kunnen appre-
cleeren, terwijl de invloed op cte alge
meen© ontwikkeling een gevolg is van
ein tevens een bewijs voor de alge
meen© beteekeaiis der ideeën van Ma
rie Jaëll, die zij toepast, op het kla
vier, omdat het klavier haar instru
ment is. Die algemeen© beteekenis
geeft aan de leerwijze een algemeen
belang, en zij maakt daardoor aan
spraak op algemeen© belangstelling;
d. d. niet van musici alleen, maar
va.n allen, die op de hoogte willen
blijven van nieuw© verschijnselen op
intellectueel en paedagogisch ge
bied.
D© bespreking van mej. Bosch zal
in causerie-vorm plaats hebben, met
gelegenheid tot debat.
BLOEMENDAAL.
Al te gauw onthikt.
Door den nachtwaker Wolter werd
gisternacht een jongen van omstreeks
14 jaar op do Kleverlaan aangetrof
fen en naar het politiebureau ge
bracht, waar bleek dat die jongen, ze
kere J. K. en wonen Ie in d© Spaara-
wouderstraat te Haarlem, was weg-
geloopen omdat hij van zijn baas ©en
standje had gehad.
Door do politie naar zijn woning
gebracht, werd hij daar door zijn va
ge gebleven. Misschien ligt d© oor
zaak hierin, dat het staolwater hém
niet lekker smaakte. Althans naar
ooggetuigen verzekeren, heeft hij ©en
bijzonder leelijk gezicht getrokken,
toen hij to de drinkhal een glaasje
dronk. Geen wonder, wij zijn op
staalpreparaten getraind en hebben
onze gelaatsspieren bij hot wrangstc
smaakje flink onder appèl. Je kunt
even wol sultan van Asaham wezen en
toch op dergelijke bittere gewaar
wordingen niet geoefend.
Ik sprak daar van appèl en. er gaat
mapr weinig in de wereld boven een
gepaste discipline. Of het moest een
even gepaste vrijheid wezen. Nu heeft
het me sums w©l eens geleken,, of ©en
gedeelte van onze medeburgers meer
geniet van discipline, dan van vrij
heid. Naar de couranten melden li/eip
in den Haag een leerling van de mi
litair© school te Alkmaar met zijn
jas open. Dat doe ik ook wel en ik
heb daarvan tot dusver geen slechte
gevolgen ondervonden. Dat Haagsche
jongemensch wel, want hij ontmoette
niemand minder, dan den minister
van oorlog, géneraal Sabron, zelf in
politiek. Die vond het blijkbaar on
gezond, dat de jongeling daar heen
liep met een open jas, nam hem mee
naar het departement van oorlog en
sprak hem daar ernstig toe. Wat de
generaal daar gezegd heeft, vermeldt
de courant helaas niet, maar ik kan
het me heel wel voorstellen. „Jong-
mensch", zal de generaal gezegd heb
ben, „lk ken in de Nederlandsch©
taal verschillende woorden, die met
o p e beginnen, zooals opera, opera
der in ontvangst genomen, die lienjl
zeker niet vriendelijk zal hebben ont
vangen.
VELSEN.
Reeds geruimen tijd bestonden er
plannen om op de begraafplaats Wes-'
terveld, nabij het station Driehuizen,
oen crematorium te bouwen. Het ont»;
worp daarvoor was reeds gereed.'
Naar wij vernemen, is men thans
zoover gevorderd, dat eerlang met,
den bouw begonnen zal kunnen wor
den.
De bedoeling is naar het crematori
um, dat niet ver van het ontvangst»
gobouw op „Westerveld" opgericht
zal worden, een afzonderlijk spoor
lijntje te leggen.
(Tel.)
AUDIËNTIES.
De gewone audiënties van de Ml-,
nisters van Buitoni., Binnenl. Zaken,'
Marine en Waterstaat zullen deze'
week niet plaats hebben.
TWEEDE KAMER.
Gisteren hield de heer Plate zijn'
aangekondigde interpellatie en stelde
daarbij de volgende vragen:
lo. Waarom ls door de Rijksverze
keringsbank eerst op 17 Augustus aan;
werkgevers kennis gegeven, dat zij-
van 28 Juli af eene hoogere premie
zullen moeten betalen?
2o. Is door do Rijksverzekerings
bank, alvorens tot premie-verhooging
werd overgegaan een onderzoek in
gesteld naai- de redenen, die de wan
verhouding veroorzaakt kunnen heb
ben tusschen premiebetalingen en
schadevergoedingen?
Zoo neen, ligt het in de bedoeling
van den Minister dusdanig onderzoek'
alsnog uit te lokken?
3o. Welke maatstaf is aangelegd bij
de vaststelling der premieën?
4o. Welke maatregelen zal de Rijks
verzekeringsbank nemen om de finan-
cieele gevolgen te ondervangen, voor
haar voortspruitende uit de verschui
ving van werkzaamheden, van hooger
belaste bedrijven naar lager belaste
bedrijven, zoomede uit credietverlee-
ning aan minder solvente werkgevers?
Aan den aard van deze vragen en
haar opvolging kan men bemerken
in welke richting de heer Plate zijn
interpellatie ontwikkelde: leedwezen
over het plotseling van den maatre
gel, twijfel aan voorafgegaan onder
zoek, erkenning van fraude en van te
langen arbeidsduur als oorzaak der
veelvuldige ongevallen, waarschu
wing tegen evontueele meerdere na
doelen voor de Rijksbank.
Minister Talma beantwoordde de
vragen. Hij begreep, dat de maatregel
zooveel belangstelling had gewekt en
bij wildo licht verschaffen. Hij begon
toe te geven, dat de kennisgeving aan
do werkgevers vertraging had gevon
den; in dit opzicht erkende de Minis
ter schuld. Maar, er was in dergelij
ke gevallen nooit gereclameerd, noch
bij verhooging, noch bij verlaging
van premie. (Gelach).
De Min. deelde mede, dat het ha
venbedrijf voor 2i miilioen betrokken
in het tekort der Rijksbank van 4
miilioen en er was door het departe
ment van Landbouw reeds over de
zaak gecorrespondeerd met de Rot-
terdamsche K. v. K.
Gingen de stuwadoors thans eigen
risico dragen, dan wisten zij toch ook
niet bij het vaststellen hunner con
tracten met de reeders, hoeveel pre
mie zij te betalen zouden hebben.
Wat de tweede vraag betrof, de
knoeierijen waren de schaduwzijden
van een goede zaak. In 1905 rees reeds
l.ie, operateur erf zoo meer, maar heb
jij ooit gehoord van het woord
opejas' Niet? nu draag je jas don
dicht, anders gaat ze bovendien nog
uit het fatsoen en je loopt gevaar, dat
je op dagen van guren wind een kou
op je maag vat. Begrepen? Teeken
dan deze opmerkingen aan to je zak-
bookje. In de positie. Rechtsom
keort 1 Marsch Bode. laat den jonker
uit!"
Natuurlijk kan ik er niet voor in
staan, dat het precies zoo gegaan is,
maar ongeveer moet het toch wel zóó
wezen. Je dient anders tegenwoordig
heel voorzichtig to wezen to je mede-
deoltogen. Of heb ik niet dezer da
gen vernomen, dat inwoners van
Bloemend'aal lang niet in hun schik
zijn mei de omstandigheid, dat liet
©een© gemeentebestuur aan bet ande
re opgaven doet over het cijfer van
aanslagen in de belasting 1 In deze
mooie en goedkoope, dus dubbel,
mooie, plaats maakt het weinig uit,
of Je voor duizend of tweeduizend
gulden meer in de belasting bent aan
geslagen, het percentage is toch heel
laag, en een fltok cijfer staat wol
goed. Maar dat de Amsterdonisché
fiscus van die Bloemendaalsch© aan
slagen afwist en daarnaar de foren
senbelasting berekende, die ln Am-,
sterdam lang niet voor de poes is, dat'
moeten verschillende Bloemendalers
ongezellig hebbon gevonden.
Waarvoor dient dan ook zoo*n
kongsi van gemeentebesturen?
F1DELI0.