HAARLEM'S DAGBLAD. D?.S.?,!.^£ Stadsnieuws Uit de Omstreken Binnenland PARIJSCHE BRIEVEN XLVUL Eeai mijner Hollandsche lezers ■vraagt me, hem te wil ten uitleggen, wat eigenlijk een „homme du monde" Is. Volgaarne voldteo ik aan dat vetr- coek, niet bet! mas'di o mdd'i ik 'dat ik (te^rdeé,' e enige kijk kan ge ven op lioekj-v va* het z&eiï inge wikkelde Partjsche leven, zóó inge wikkeld, dat do oppervlakkige toe schouwer ei- li/;1' hoofd bij verliestetn den schijn niet van de echtheid weet te onderscheiden. De „homme du monde" ook wel j,homme correct" en „homme chic" genoemd is een produkt der over beschaving, die nergens op aarde zoo heeft wortélgeschoten als te Parijs, metropolis der besehavingscentrali- Batïe. Duidelijk Verdere omschrijvingen? Allright! De jiO.Time du mande* is iemand, zich zich gedf-'^agt als.... die... nu ja, die.... Daar zit ik maft in. Hebt ge wel eens iemand gevraagd, de woorden „ratel" en compact" te definieeren? De ongeluli.ki.ge maakt zonder man- keeren voor de uitduiding van het eerste woord een draaibewegtog mot een der handen en zoekt overigens vergeefs naai' zijn woordenter uit legging van het tweede bsgrip zegt hij „Compact, wel, dat is....", waar op de woorden stokken en een gebaar met beide handen volgt, als werd er •iets saamgedrukt. De „homme du monde" is iemand, die.... Nu gaan onwillekeurig mijn gebaren aam den gang. Die kunt ge echter niet zien. Sapristi 1 men kan toch alles met, woorden-alléén uitleggen Moed geschept. Ik moét me nu wel onthcudem van het bezigen van plas tische hulpmiddelen. Ik ben een decadent Hollandsch Bciijvertje, dat uit den treure, in boeken en in kranten-artikelen, ba- zelt over het „Groots Leven" on steeds den mond vol heeft van „geldpatsers" an andere parvenu's. Wat hij eigenlijk met het „Groote Leven" bedoelt, is verre van. duidelijk Soms schijnt hij er het wereldje meê te meen en, waar de „hommes du monde" zich in bewegen. Doch liet opmerkelijke is, dat hij er zelf nooit mee in aanraking is geweest. Op kos- len van een gulhartigen, rijken vriend (dien hij later natuurlijk voor eon „geldpatser'' heeft uitgemaakt) heeft hij eens eenige weken te Parijs ver blijf gehouden. En als hij dan eens bij Riche, Pousset. Brébant of Mar- guerry waai' letterlijk nionschen van allerlei slag komen had gedi neerd, of in min of meer luxueuse musichalls was geweest, meende hij in zijn naïve lioovaardij, dat hij met do élite van Parijs voeling had gehad, althans ze van nabij had ge zien. Do stumpert 1 En zijn eigen par venuschap ging zoo ver, dat hij liet herhaaldelijk van de daken verkon digde, in het Grand Hó tel gelogeerd te hebben. Wie niu, zooals mijn per soontje, toevallig óók in dat hótel hoeft gehuisd, weet, dat hot er wèl betrekkelijk duur, doch niét „chic" is on de echte „homme du monde" er zelden, de echte „femme du monde" nooit in verschijnt. Als alle opper vlakkige schrijvers had ons futloos en blufferig scribentje den schijn voor het wezen aanga zien, namaak voor echtheid. Mot bovenstaand fcragi-comisch in termezzo bedoel ik voornamelijk to kennen te geven, dat de „homme du monde" niet zoo gemakkelijk is waar te nemen, behalve natuurlijk door andere „hommes du monde". Er be hoort voor een outsider heel wat toe, om in hun kringen toegang te var krijgen. Hon te bespieden bij som mige publieks gelegenheden is lang niet voldoende om hun gewoonten en manieren goed te leer en kennen. Hun wereldje is iets zoo geheel afzonder lijks on er is in hen uitteraard zoo een sterk streven orn zich tegen imi tatie te vrijwaren, dat de buiten- Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Doze week hen ik bepaald geslagen, namelijk in don zin van overwonnen, t Is goed en wel, om aan de ingeze tenen van Haarlem eenmaal in de week halletjes aan te bieden, maar nog heel wat anders om hun een reu- zentaart voor te zetten van vier en een haJven meter middellijn, zooals Althoff heeft gedaan. Mijn zoon Jan zegt, dat het eigenlijk precies het zelfde is: halletjes en taart, zegt hij, zijn. toch allebei koek en grijnst daarbij alsof hij een hatelijkheid zegt, hoewel ik niet vat welke. Jammer dat de man, die zich door de clowns aan 't lachen moest laten brengen, niet verschonen is. Intus- schen was er toch één die gelachen zal hebber, namelijk de leverancier van de reuzentaart. Maar andere ne ringdoenden hebben er dan ook des tte zuurder om gekeken, de vergun- tainghouders namelijk, die ruim eon -week lang hun klanten^ geheel of ge deeltelijk hebben moeten missen, om dat dde in den circus hun geld ver teerden. Als zij hun zin kregen, werd noch Carré noch Althoff ooit weer Ir Haarlem toegelaten, dan alleen voor eon zóó hoog staangeld, dat de direc ties er waarschijnlijk hartelijk voor •zouden bedanken. En zelf klagen ze over hun hooge lasten. Zoo gaat het in de wereld je eigen lasten voel Je wed, maar die van een ander, daar weet je zoo niet van 1 Leven en laten staander, wten het „voorrecht" is gegund, langoren of karteren tijd in hun kringen te verwijlen, in den be ginne van de eeno onbegrijpelijkheid in de andere valt. Deur de hetero geniteit van zijn elementen heeft het gazel schapsleven, vooral in de weg bereidende wereldstad Parijs, ont stellend veel te doen om zijn gelijk waardige of ©vanboortige leden te onderkennen. De verschütende we reldjes, die er met elkander in aanra king komen zonder zich met elkaar te vermengen en de opzettelijke on wetendheid, waarin het eene wereld je het andere houdt, begunstigen ge lijksoortige manieren en gedragin gen. Daar weg in te vinden do ecne om-zoo-te-zeggon „vrijmetselarij" van de andere te onderscheidenstand A niet met stand B en vooral niet met stand A' te verwarren bylo I daar behoort veel op de spits gedre ven lopmerkin gsverni o gen en nog meer geduld toe. Ook toeval. „Ook toeval", schreef ik hierboven. Speelt niet inderdaad het toeval somtijds een groote rol in het leven Het toeval heeft gewild, dat mij de poorten zijn ontsloten van sommige woningen van den Faubourg Saint- Germain, alwaar meerendeels de Fransche adel zijn tenten heeft opge slagen. Toevallig noodigde, een paar maanden geleden, een literator, die met. zijn knap in elkaar gezette too- neelstukken geld „als water" ver dient, mij uit, met hem in het Café Anglais te dineeren, waar een kip penboutje zoo tets als 25 francs kost. (Ir. het Restaurant des Beaux-Arts kost hetzelfde boutje, minstens even smakelijk toebereid, maar 75 cent'- mes, geen stuiver meer). Toevallig spraken wij na afloop van den maal tijd over Java en Javaansche kunst. Toevallig waagde ik het, ietwat op gemonterd door een paar glazen Chambertin, het Javaansche „tandak- ken" na te doen ik doe het wat goed, hoor 1 Toevallig trok ik daardoor do aandacht van een adel lijken „homme du monde", die bezig was een boek over exotische kunst te schrijven.... Men raadt de rest. Mijn exotisme heeft me dus dien sten bewezen. Ware Parijs geen stad, waar men zich al heel gauw klein voelt, ik zou wellicht niet durven be kennen, dat mijn journalistiek bedrijf mijn nieuwen, hoogen vriend abso luut koud liet. Het is dus aan een toeval te dan ken, dat ik nu kan voldoen aan het verzoek van den in den aanhef be doelden Hollaudschen lezer, dat mij reeds eenlge maanden geleden is ge daan. Eerder kon ik er geen gevolg aan geven, ten ware slechts met be- trekking tot dc buitenlandsche din gen. Er zijn minstens twee eeuwen van ledigheid en werkeloosheid noodig, om in een familie een fijne, welge vormde hand te vormen, een hand, die den salon-beeldhouwer in verruk king brengt. Is het wondei', dat de echte „hom mes du monde" voornamelijk te vin den zijn onder den ouden adel, of onder de oude patricische families geslachten, die den strijd om het be staan slechts van hooren-zeggen ken nen. De „homme du monde" is een kul- tuur-produkt. Hij is het bijna altijd „par droit de naissance", door ge boorterecht. Bij hooge uitzondering duikt er een op, die, dank zij een weêrgaioos assimilatie-vermogen, het geworden is en dan nog wel onvol ledig „par droit de conquête", door veroveringsrecht. De stralenglans van verfijnde elegantie, van „le haut. chic" is het voorrecht, beter gezegd het aangeboren kenmerk van diege nen, aan het vormsel va.n wier doen en. laten verscheidene geslachten ach tereen hebben meêgewerkt. I-Iet spreekt baast van zelf, dat, in deze tijden van geld-aristocratte, naast den echten chic een conven- ticnne-ele bestaat. Dezen laatsten kan elke welopgevoede verkrijgen door oplettende waarneming en getrouwe nabootsing. Een paar maanden leer- 'leven is -eon gezegde, dat heusch niet uitgevonden is om het to laten be schimmelen. Maar die Bakenessergracht moet dood, zeggen ©en stuk of vijf Raads leden. Als ik zeg dood, dan bedoel ik ■dicht. Vroeger heeft het maar een paai* stommen gescheeld, of er was tot demping besloten en nu wordt het weer eens geprobeerd. Als 't er van ■komt, is do eigenlijke Bakenesser- gracht dicht en dood allebei. In zoo ver, dat overleden zal zijn het mooie, ouderwets oho grachtje, met zijn typi sche huisjes en zijn aardige bociht, dat er zoo schilderachtig liggen kon in de morgen- en avondzon. Ik geef toe, dat de straatjes aan weerskanten smal zijn, dat aan de zuidzij vooral is niet veel meer dan een richel en menigeen, die zijn roer ■niet recht kon houden, is dan ook al ■in heit veelkleurige, onfrisseke sap geduikeld, dat we met een mooien term het water van de Bakenesser- gracht noemen.. Maar hoe smal ze ook mogen wezen, veel typischer zijn ze ook, dan de breede straat zal wor den, die de gracht zal zijn na haar demping, met boomen, die er niet schijnen te passen en hulzen die er misstaan. 't Is waar, we mogen, de eischen van het moderne verkear niet in den weg staan. De eJectrische tram past niet goed in de Jansstraat; ze gaat te dicht langs de toch al smalle trot toirs, de bocht op de Rivierviach- markt en het Klokhuisplein lijkt we! een kurketrekker en die in de Dam straat lijkt op niet*. Wanneer tijd in een wereldsche omgeving en... ga y est. Het verschil, vooral bij min of meer heftige gemoedsbewegingen, ontgaat den opmerkzamen toeschou wer echter niet, althans op den lan gen duur. De „homme du mor.de" is welge kleed, evenwel zonder iets opmerke lijks in zijn dracht. Let ge echter good op, dan ziet ge uit een der plooitjes van zijn das een parelen knopje van een dasspeld steken. En maakt hij een onwillekeurig armge baar, dan wordt ge een kleinen gou den manchetknoop gewaar, in welks midden eon echte briljant fonkelt. A! die kleinigheden zijn echter zóó verhuld, dat gij, als ge er niet op verdacht zijt, soms uren met hem kunt spreken, zonder ze te ontdek ken. De „homme du monde" is rijk, of is hel niet. Is hij niet rijk, dan neemt hij cte allures aan, of hij het wél is. Is hij rijk gewéést, dan is het hem "slechts geoorloofd, zijn fortuin bij het spel verleren te hebben. De „homme du monde" is niet spaarzaam en heeft, zooals het in zijn argot luidt, „le louis facile". Hij dingt noch in winkels noch eldei's af, maakt nimmer ruzie met een koet sier telt het gewisselde geld nooit na en slaat nooit een blik op de munt., die hij uit zijn portemonnaie haalt. Hij maakt nimmer gebruik van „billets de faveur" of vrijplaatsen hij betaalt altijd zijn plaats. Zijn geliefkoosde theaters zijD Grand Opé ra, Opéra-Comique, Comédie Fran- gaise, Gymnase „le théatrc de Ma dame", Vaudeville, Mouveauté's en Varlèté's. Gewoonlijk biedt hij, als hij niets anders te doen heeft, na af loop der voorstelling een weldsch souper aan een der actrices „en vogue" aan. Naar een music-hall gaat ln'j nooit, tenzij om er een vriend uit. de pro vincie of uit het buitenland te gelei den. Hij heeft een afkeer van instel lingen, waar „Ie pourboire" in den uitgestrekten zin van het woord ,est Ia discrétion de Tétranger". Wel kunt ge hem enkele malen, in cabarets artistiques vinden. Niet om dat liet goiiro hem zoozeer bevalt, maar omdat hij zich gaarne de repu tatie wil verschaffen, „l'esprit gau- lois" te kunnen waardeeren, ook al ontkiemt het in onaanzienlijke buur ten. Danseressen „a la mode" en som mige andere beroerndheidjes van va riëteiten-theaters doet hij op zijn eigen soirëes optreden, of ziet hij op die van zijn evenboortige vrienden en vriendinnen. Welke som hij ook bi] het spel, In zijn club of e'ders, verliest, geen spier van zijn gelaat verraadt zijne ontroering. Kan hij een speelschuld niet binnen 24 uur betalen, dan maakt hij een einde aan ziju leven. De „homme du monde" is door gaans een tamelijk bekwaam scher mer. En van een ongevaarlijk duel is hij niet afkeerig. Hij dineert en soupeert in restau rants, waar hij, om dc buitengemeen hooge prijzen of om andere redenen, geen gevaar ducht van „le cod tact du peuple". Champeaux, Silvain, Du- rand, Café de Paris, Café Anglais „salade russe aux truffes, 10 francs" ei. de rest naar dien maatstaf... ge begrijpt, dat die dingen niet voor Jan Rap en zijn maat zijn. Hij leest de dure kranten, met na me: Le Temps, Le Figaro, Le Gau- lois, Gil Bias en Le Journal des Dé- bats. Wil hij een enkelen keer spoe dig de laatste berichten weten, dan koopt, hij „Le Journal" of „Le Matin". Waarom kosten deze beide laatste kranten zoo plebeïsch weinig, 5 cen times maar por nummer?... Hij is een gul en wellevend gast heer en weet als zoodanig je op je gemak te stellen, zonder familiaar te zijn. Hij spreekt gewoonlijk zacht en spreekt zelden een bepaalde opinie de tram bij de Nieuwe Gracht naar de (gedempte) Bakenessergracht gaat, wordt de toestand veel beter. Alleen begrijp ik niet, wat de voor- stellens van de demping bedoelen met hun opmerking, dat. deze zal zijn in bet beilang van de hygiëne. Mis schien vindt iemand dat domde gracht kan immers in den zomer zoo stinken I Maar volgens de geleerden is stank alleen maar onaangenaam, niet nadeeli@, zoodat de voorstellers indien ze de hygiène te hulp willen roepen, met betere argumenten moe ten komen. Niet dat z ij spreken van stank, integendeel zo komen In t ge heel niet met ar gumenten aan, zoo dat ik veronderstel, dat ze die nogisn dan zak houden. Je moet niet al je krult op één maal verschieten. En wanneer zij daarover nog iets in 't midden willen brengen, kunnen zij meteen een antwoord zoeken op deze vraag of het juist is of niet juist, dat wanneer een gracht pas gedempt is, da bewoners ©enigen tijd last kunnen* hébben van koorts. Mocht nu soms iemand denken, dat ik eigenlijk tegen de demping ben, dan vergist hij zich. Ik geloof, dat hoe het ons ook aan 't hart gaat om de mooie buurt, de eischen van 't ver keer en de veiligheid zullen moeten voorgaan. Al Is helaas de kans, dat we ooit e'en badplaats zullen worden, nu wel voor goed verkeken, het is buitendien in Haarlem druk genoeg om onze alectrische tram too goed mogelijk te hebben. Ach ja, die Staahvaterbron. We zijn er weer eens opmerkt© ato Oh £e. uit. Ilij brengt het voor en het tegen t? berde, zonder dat hij eigenlijk zelf do zaak doorgrondt. Met groote om zichtigheid uit hij zich in halflintige j bewoordingen, waarmede hij zijn ge brek aan positieve kennis handig wget te bemantelen. Hij verstaat de kunst om op aangename wijze veel to spreken en weinig te zeggen. Zoo gereserveerd als hij is in hel uiten van zijn eigen meeningen als liij die heeft zoo vastberaden en stelselmatig weet hij daarentegen den outsider te ondervragen. Dat is iets zoor opmerkelijks. Daarin betoont hij een soort van hoffelijke impertinen tie. Deze eigenschap vindt men ook omschreven in bovengenoemd too- neelstuk, „Poliche" van Henry Ba- taille. Daarin zegt madame Laub tol Saint-Vast, den „homme du monde": „Dat Is 't... Maai' weet u wel, dat het, u niet ontbreekt aan een zeker aplomb om ons op die manier, met dat cy nisme en die kalmte, over ons intie me teven te ondervragen? En ik vraag me af, met welk voorrecht wij u hebben begunstigd, wij, die u nau welijks twee dagen kennen, om u, met deze inschikkelijkheid het hoofd stuk der vertrouwelijkheden te ope nen... Wij antwoorden u als makke schapen, gehoorzaam... Waarom? Wie if u eigenlijk, u met uw impertinen te knevels, meneer de vreemdeling?" Ja, die hoffelijke impertinentie is inderdaad iets zeer merkwaardigs. Ten einde te weten te komen wet hij wil weten, doorloopt de „homme du monde" de gamma der beleefd- en hoofschheden. Er stijgt een aroma uit op, dat u ten slotte bedwelmt... en wil- l'g, schier werktuigelijk antwoordt ge. Ook, die eigenschap is een gevolg van kuituur. Niet éénmaal kunt ge uw ondervrager op een grofheid betrap pen. Nu dan... Vogue la galèrel Is de „homme du monde1 bij toe val een geestig mensch, dan mag hij niet te dikwijls van zijn geest blijk geven. Want dit Is niet chic. Het. riekt te veel naar het beroep van een „homme d'esprit". En aangezien een „homme du monde" geen enkel be roep mag hebben... Buitendien: in vroegere tijden waren de hofnarren geestig; zij werden voor hun geestlg- zijn betaald. Op een hofnar lijken? bien merci! Dat zou bespottelijk zijn voor een man der groote wereld. En voor niets hoedt hij zich meer dan voor bespottelijkheid. „Lo ridicule tue", te Parijs meer dan elders, en in dat Parijsche wereldje meer dan in elk ander. Alors...? Behoef ik nog te vertellen, dat on ze man der wereld alle voorname premières en alle belangrijke wedren nen met zijn tegenwoordigheid ver eert? Nog iets: hij is zeer kwistig met zijn hoofdontblootingen en zeer karig met zijn handdrukken. Uitteraard heb ik hierboven den gemiddelden „homme du monde" be schreven. Ik heb daartoe op ongeveer een dozijn modellen geëxperimen teerd. Het gebeurt wel eens, dat een „homme du monde" zich veroorlooft, uit zijn staat van ledigheid en werke loosheid te treden. Dat hij, gebruik makende van een hem door moeder Natuur geschonken talent, een boek schrijft of een schilderij maakt of muziek componeert kortom, aan kunst doet. Do ongelukkige! Dadelijk staan er beroepsmenschen gereed om hem weg te dringen. Er ia slechts plaats voor werkers en bercepslui. Weg met den dilettant. Voor dezen is geen plaats open. Ignobele concur rentie. Verbeeld je, ja, verbeeld je, dat de zoogenaamde dilettant na ee- maakt, toen de Sultan van Asahan Donderdag het Brongebouw bezocht heeft. Eigenlijk was het om dat ge bouw nu niet zoozeer te doen. Aan vankelijk was het plan om een be zoek te brengen aan cte installatie van de staal waterbron to de Haar lemmermeer, maar als je over elven aankomt en drie kwartier op zijn minst noodig hebt om naar do hoeve D'Ysorinck te rijden en natuurlijk evenveel voor terug etn ea.' wacht je een vrij uitgebreid noenmaal en je moot, dan omstreeks 2 uur to 't Ko loniaal Museum wezen, dan loopt dat allemaal niet goed rond. Ik had nog wel een oogenblik gehoopt, dat deze Sultan de edele oom uit Ind'ië wezen zou, die met een miilioen, zoo niet in rijkzdoaiclerc, dan toch in bankpa- ■pier zou aangekomen, zijn en die, bij wijze van dank voor de hem bewe zen vriendelijkheid, op den rand van den schoorsteen zou hebben gelegd met een gebaar alsof hij zeggen wou „Neem dit en red u voorloopig, later komt er meer, jelui hoeft mij niet te bedanken I" Misschien zal Iemand zeggen, dat het moeilijk is om dit alles ln één ge baar uit te drukken, wat ik voor het Nederlandsch toegeef. In het Asa han soh moet je, naar ik vernomen heb, een wereld van gedachten kun nen uitdrukken in één enkele hand beweging. Indië Is eenmaal een rijk en overvloedig land. Maar of de Sul tan toevallig geen miilioen ln den zak had, dan wel of er iets anders iusschenbeide Is gekomen weet ik niet, maar het miilioen is achter wei nigen tijd kon blijken het meester schap bereikt te bebl>en... De journa listen staan op hun post om den man te beduiden, dat hij zijn werk maar binnenskamers moet houden. En tot overmaat van ramp geven de andere „hommes du monde" hun broeder te konnen, dat hij zich compromitteert, zich oncanailleert. In negen van de tien gevallen kruipt der vermetele in zijn schulp terug en laat zijn artistieke aspiraties varen. De maatschappelijke conventies dwin gen hem min of meer, binnen zijn kringetje van intellectueel© middel matigheid te blijven. Ook dat is kui tuur. Anne stumper. Talent te heb ben en er geen gebruik van te kun- non maken... Het Is hard. Slechts enkelen, zooals de zéér ta lentvolle romanschrijver Robert de Bonnières, hebben dan den moed, voorwaarts te schrijden, na hun schepen achter zich verbrand te heb ben. Alleen de politiek houdt de armen wijd open voor den man der groote wereld, die behoefte aan een actief leven gevoelt de politiek, die sinds tientallen jaren er aan gewend Is ge raakt, naast de vertegenwoordiger? van den hoogsten stand die van den luagsten te zien plaats nemen; de po litiek, die, haars ondanks misschien, af en toe de „égalité" bewerkstelligt. Voor geen geld ter wereld zou" ik „homme du monde" willen zijn. En mijn vriendelijke Hollandsche lezer? OTTO KNAAP. DE JAëLL-METHODE. Mem schrijft ons Over do klavier-methode van me vrouw Marie Jaëll, die het onderwerp ■is van de aanstaande bespreking van mej. Jeanne Bosch uit Wiesbaden, kunnen wij mededeelen, dat zij ten •doel heeft door een rationeele we tenschappelijk gegronde bewegings leer dien weg te banen tot een snelle, ■direct op haar doïl afgaand,© en vruchtbare klaviersludie. Langjarige arbeid, wetenschappelijke onderzoe kingen en proeven zijn de zekere ba sis waarop Marie Jaëll het gebouw 'harer leerwijze heeft opgetrokken. Korte studietijd, geheel onnoodig worden van herhalingen, passage- oefenen enz. zijn voordeeLen van de leer, die niet alleen de leerlingen maar de huisgenootem kunnen appre- cleeren, terwijl de invloed op cte alge meen© ontwikkeling een gevolg is van ein tevens een bewijs voor de alge meen© beteekeaiis der ideeën van Ma rie Jaëll, die zij toepast, op het kla vier, omdat het klavier haar instru ment is. Die algemeen© beteekenis geeft aan de leerwijze een algemeen belang, en zij maakt daardoor aan spraak op algemeen© belangstelling; d. d. niet van musici alleen, maar va.n allen, die op de hoogte willen blijven van nieuw© verschijnselen op intellectueel en paedagogisch ge bied. D© bespreking van mej. Bosch zal in causerie-vorm plaats hebben, met gelegenheid tot debat. BLOEMENDAAL. Al te gauw onthikt. Door den nachtwaker Wolter werd gisternacht een jongen van omstreeks 14 jaar op do Kleverlaan aangetrof fen en naar het politiebureau ge bracht, waar bleek dat die jongen, ze kere J. K. en wonen Ie in d© Spaara- wouderstraat te Haarlem, was weg- geloopen omdat hij van zijn baas ©en standje had gehad. Door do politie naar zijn woning gebracht, werd hij daar door zijn va ge gebleven. Misschien ligt d© oor zaak hierin, dat het staolwater hém niet lekker smaakte. Althans naar ooggetuigen verzekeren, heeft hij ©en bijzonder leelijk gezicht getrokken, toen hij to de drinkhal een glaasje dronk. Geen wonder, wij zijn op staalpreparaten getraind en hebben onze gelaatsspieren bij hot wrangstc smaakje flink onder appèl. Je kunt even wol sultan van Asaham wezen en toch op dergelijke bittere gewaar wordingen niet geoefend. Ik sprak daar van appèl en. er gaat mapr weinig in de wereld boven een gepaste discipline. Of het moest een even gepaste vrijheid wezen. Nu heeft het me sums w©l eens geleken,, of ©en gedeelte van onze medeburgers meer geniet van discipline, dan van vrij heid. Naar de couranten melden li/eip in den Haag een leerling van de mi litair© school te Alkmaar met zijn jas open. Dat doe ik ook wel en ik heb daarvan tot dusver geen slechte gevolgen ondervonden. Dat Haagsche jongemensch wel, want hij ontmoette niemand minder, dan den minister van oorlog, géneraal Sabron, zelf in politiek. Die vond het blijkbaar on gezond, dat de jongeling daar heen liep met een open jas, nam hem mee naar het departement van oorlog en sprak hem daar ernstig toe. Wat de generaal daar gezegd heeft, vermeldt de courant helaas niet, maar ik kan het me heel wel voorstellen. „Jong- mensch", zal de generaal gezegd heb ben, „lk ken in de Nederlandsch© taal verschillende woorden, die met o p e beginnen, zooals opera, opera der in ontvangst genomen, die lienjl zeker niet vriendelijk zal hebben ont vangen. VELSEN. Reeds geruimen tijd bestonden er plannen om op de begraafplaats Wes-' terveld, nabij het station Driehuizen, oen crematorium te bouwen. Het ont»; worp daarvoor was reeds gereed.' Naar wij vernemen, is men thans zoover gevorderd, dat eerlang met, den bouw begonnen zal kunnen wor den. De bedoeling is naar het crematori um, dat niet ver van het ontvangst» gobouw op „Westerveld" opgericht zal worden, een afzonderlijk spoor lijntje te leggen. (Tel.) AUDIËNTIES. De gewone audiënties van de Ml-, nisters van Buitoni., Binnenl. Zaken,' Marine en Waterstaat zullen deze' week niet plaats hebben. TWEEDE KAMER. Gisteren hield de heer Plate zijn' aangekondigde interpellatie en stelde daarbij de volgende vragen: lo. Waarom ls door de Rijksverze keringsbank eerst op 17 Augustus aan; werkgevers kennis gegeven, dat zij- van 28 Juli af eene hoogere premie zullen moeten betalen? 2o. Is door do Rijksverzekerings bank, alvorens tot premie-verhooging werd overgegaan een onderzoek in gesteld naai- de redenen, die de wan verhouding veroorzaakt kunnen heb ben tusschen premiebetalingen en schadevergoedingen? Zoo neen, ligt het in de bedoeling van den Minister dusdanig onderzoek' alsnog uit te lokken? 3o. Welke maatstaf is aangelegd bij de vaststelling der premieën? 4o. Welke maatregelen zal de Rijks verzekeringsbank nemen om de finan- cieele gevolgen te ondervangen, voor haar voortspruitende uit de verschui ving van werkzaamheden, van hooger belaste bedrijven naar lager belaste bedrijven, zoomede uit credietverlee- ning aan minder solvente werkgevers? Aan den aard van deze vragen en haar opvolging kan men bemerken in welke richting de heer Plate zijn interpellatie ontwikkelde: leedwezen over het plotseling van den maatre gel, twijfel aan voorafgegaan onder zoek, erkenning van fraude en van te langen arbeidsduur als oorzaak der veelvuldige ongevallen, waarschu wing tegen evontueele meerdere na doelen voor de Rijksbank. Minister Talma beantwoordde de vragen. Hij begreep, dat de maatregel zooveel belangstelling had gewekt en bij wildo licht verschaffen. Hij begon toe te geven, dat de kennisgeving aan do werkgevers vertraging had gevon den; in dit opzicht erkende de Minis ter schuld. Maar, er was in dergelij ke gevallen nooit gereclameerd, noch bij verhooging, noch bij verlaging van premie. (Gelach). De Min. deelde mede, dat het ha venbedrijf voor 2i miilioen betrokken in het tekort der Rijksbank van 4 miilioen en er was door het departe ment van Landbouw reeds over de zaak gecorrespondeerd met de Rot- terdamsche K. v. K. Gingen de stuwadoors thans eigen risico dragen, dan wisten zij toch ook niet bij het vaststellen hunner con tracten met de reeders, hoeveel pre mie zij te betalen zouden hebben. Wat de tweede vraag betrof, de knoeierijen waren de schaduwzijden van een goede zaak. In 1905 rees reeds l.ie, operateur erf zoo meer, maar heb jij ooit gehoord van het woord opejas' Niet? nu draag je jas don dicht, anders gaat ze bovendien nog uit het fatsoen en je loopt gevaar, dat je op dagen van guren wind een kou op je maag vat. Begrepen? Teeken dan deze opmerkingen aan to je zak- bookje. In de positie. Rechtsom keort 1 Marsch Bode. laat den jonker uit!" Natuurlijk kan ik er niet voor in staan, dat het precies zoo gegaan is, maar ongeveer moet het toch wel zóó wezen. Je dient anders tegenwoordig heel voorzichtig to wezen to je mede- deoltogen. Of heb ik niet dezer da gen vernomen, dat inwoners van Bloemend'aal lang niet in hun schik zijn mei de omstandigheid, dat liet ©een© gemeentebestuur aan bet ande re opgaven doet over het cijfer van aanslagen in de belasting 1 In deze mooie en goedkoope, dus dubbel, mooie, plaats maakt het weinig uit, of Je voor duizend of tweeduizend gulden meer in de belasting bent aan geslagen, het percentage is toch heel laag, en een fltok cijfer staat wol goed. Maar dat de Amsterdonisché fiscus van die Bloemendaalsch© aan slagen afwist en daarnaar de foren senbelasting berekende, die ln Am-, sterdam lang niet voor de poes is, dat' moeten verschillende Bloemendalers ongezellig hebbon gevonden. Waarvoor dient dan ook zoo*n kongsi van gemeentebesturen? F1DELI0.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 9