HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD,
ta ilMÉslidir
Stadsoïeuws
Onze Lachhoek,
Binnenland
FEUILLETON
VBIJDAG 16 OCTOBER 1908
OM ONS HEEN
No. 815.
Bevordering van
Vreemdelingenverkeer.
't Lijkt vreemd, over vreemdelin
genverkeer te gaan schrijven wan
neer het relsseizoen zoo goed als af-
gc-loopen is.
Toch is dat in werkelijkheid zoo
zonderling niet. Richt een ijsclub op
in den zomer, bonw een zwemschool
iu den winter, maak in 't gure jaar
getijde plannen voor dien reistijd.
In Den Haag is een Centraal Bu-
.reau voor Vreemdelingenverkeer.
Zijn diiiecteur is de heer Knoote ein
zijn adres Lange Voorhout 45. Meer
weet ik er niet van tn er zou dan ook
geen aanleiding bestaan om er hier
melding van te maken, wanneer niet
'dit bureau een circulaire had ver
spreid, waarin over vreemdelingen
verkeer goede dingen worden gezegd.
Die circulaire is gericht aan de Ver-
eenigingen tot bevordering van het
Vreemdelingenverkeer in Neder
land.
Wanneer ik zeg, dat er goede din
gen in deze circulaire staan, dan
bedoel ik daarmee niet, wat we er in
lezen over reisbureaus 'lm het buiten
land. Wat die doen kunnen wij toch.
ia d8 verste verte niet benaderen. Als jj
ik lees van het grootsch ingerichte
bureau te Berlijn, van het zeer be- 1
langrijke bureau te Leipzig, van de
.vereeniging te Keulen, dan denk ik
zoo waar dient het voor, om ons
met hare hooge cijfers en grootschia
programma's in de oogen te schitte-
r sn Daarvoor is en blijft ons land
toch te klein.
Iets anders is liet beginsel na te
gaan, waarnaar deze buitenlandsche
vereienigingen werken en te overwe
gen, of wij die misschien kunnen
overnemen. En daaromtrent zegt de
circulaire
„De leden van de vereenigingen
Vragen niet zoozeer, wat de vereeni-
ging in de stad zelf, maar wat zij
daarbuiten doet om den vreemdeling
te trekken."
Deze opmerking is juist en ik ge
loof, dat de oorzaak daarvan wel kan
worden nagegaan. Een Nederlander
wil wel lid worden van een algemee-
ne vereieniging, wanneer hij daar
voor iets werkelijks terug krijgt. Het
is bijvoorbeeld van de Vereeniging
tot verfraaiing van Haarlem en om
liggende gemeenten en tot bevorde
ring van het vreemdelingenverkeer
altijd een groote attractie geweest,
dat de leden op vertoon van hun di
ploma vrijelijk op sommige buitens
mochten wandelen. Dat is natuurlijk
voor de ingezetenen ook heel aardig,
maar liet vreemdelingenverkeer heeft
er niet veel aan.
Nu wil ik niet zeggen, dat de bui
tenlanders in dat opzicht geheel en
al zonder egoïstische bedoelingen
zijn, maar op dit punt hebben zij toch
dikwijls een ruimer blik, dat wat nut
tig is voor 't geheel, ook goed is voor
den enkeling.
Irt Haarlem hij voorbeeld was vele
jaren lang de verfraaiing hoofdzaak
en het vreemdelingenverkeer bijzaak,
maar het bestuur had altijd te wor
stelen met de moeilijkheid, op welke
manier het Haarlem en zijn omstre
ken nu wel verfraaien kon. Zelf iets
grootsch tot stand brengen ging niet,
omdat daartoe de geldmiddelen niet
voldoende waren. Een monumentale
fontein in den Hout bijvoorbeeld is
menigmaal besproken, maar altijd
weter mislukt op de groote kosten.
Het was gemakkelijk genoeg, het ge
meentebestuur attent te maken op
het wenschelijke van allerlei verbete-
ringen, maar daarmee werd de ge
meentekas op allerlei uitgaven ge
jaagd en den naam \an een dure
vereeniging te wezen wou de veree
niging ook niet hebben. Wanneer er
iets moois dreigde te' verdwijnen,
kon met den.besten wil der wereld
de vereeniging dat niet altijd verhin
deren. Wat 'is er niet een moeite ge
daan om de typische huisjes op het
Heiligland te behouden, en toch zijn
ze gevallen, omdat de uitbreiding van
het St. Elisabeths-gasthuis dat noo-
dig maakte.
Zoo blijft er dan weinig anders
over, dan hier en daar een bank ie
plaatsen. De rest van den arbeid der
vereeniging is allengs "in vreemdelin
genverkeer overgegaan. Kwam er
ooit een aanleiding toe, bijvoorbeeld
bij oen hersienitng van de statu.tien,
dan zou men, dunkt me, veilig de
verfraaiing uit haar naam en haar
werkkring kunnen lichten en alleen
het streven naar vreemdelingenver
keer laten bestaan.
Te meer omdat moer on meer de
gemeentebesturen zich aan de
fr&afiïng gelegen laten liggen,
veel Is er in de laatste jaren niet in
onze plantsoenen verfraaid, zooveel
zelfs, dat telkens bij de behandeling
van de begrooting «een enkele klagen
lcomt over de groote sommen, die
deze afdeel™g van gemeentezorg ver-
eischt. En wanneer al de vereeniging
het gemeentebestuur op een mogelij
ke verfraaiing opmerkzaam maakt,
zooals onlangs op het dempen van
den leelijken hoek bij het Kenaupark
den Schotersingei, dan blijkt, dat
3. en W. wei het oog op gevestigd
hebben, maar dot er geen geld voor
in de kas is, dat de \ereieniging ten
slotte ook niet verschaffen lean.
Zoo gaat het hier, zoo gaat het in
de kleinere gemeenten om Haarlem
heen. Wij behoeven van hier uit
waarlijk Blo emend aal niet attent te
maken op verfraaiingen, die deze
gemeente zou kunnen aanbrengen.
Zij kan dat zelf, zij bezit een eigen
vereeniging, en een wenk van de
Haarlemsche vereeniging in dezen
geest zou, zoo niet als een aanmati
ging, dan toch "als een overbodigheid
worden beschouwd,
Let in Haarlem op de Maatschappij
voor Bouwkunst, die bekroningen
uitreikt voor mooie gevels, op de ver
eeniging Haerlem, die gespitst is op
het behoud van wat merkwaardig is
in de stad I Neen waarlijk, onze
Haarlemsche. vereeniging heeft wei
nig'meer aan verfraaiing te doen.
Ik bedoel daarmee allerminst cri-
tiiek op haar bestuur. De toestand is
allengs zoo geworden, zij kan dien
ook niet veranderen. Maar moge zij
de verfraaiing uit haar vaandel kun
nen verwijderen, voor het vreemde
lingenverkeer kan nog veel worden
gedaan.
Want wat schrijft de heer Knoote
„,11c deel de vereenigingen ten slotte
mede, dat bij alle bureaus, die ik be
zocht heb, zoowel te Duitschland ale
in Zwitserland, gevraagd werd naar
materiaal uit Holland, vooral naar
de Noordzeeba.den en onze sanatoria.
In geen der bureaus was materiaal
aanwezig, uitgezonderd (over) Zamd-
voort."
Een pluim op den hoed van de
Zandvoortsche vereeniging.
En toch stelt men in het buitonland
belang In ons land. „Ook schriftelijk
kreeg ik reeds verschillende aanvra
gen hiernaar", zegt de heer Knoote.
Hij maakt er nog een opmerking
bij die ook voor hc-t Haarlemsche
bureau voor vreemdelingenverkeer
wel overweging verdient. „Over het
algemeen genomen zijn de gidsen der
vereenigingen veel te uitgebreid veer
dien buitenlander, terwijl zij als
reclame absoluut niet aan het doel
beantwoorden. Een vreemdeling, die
een of twee dagen in een onzer ste
den doorbrengt, heeft geen behoefte
aan .een dergelijken, uitgobreMen
gids, die te veel voor den Hollander
of voor de bewoners der stad is in
gericht."
Onze Haarlemsche gids, waaraan
overigens lofwaardige zorg wordt be
steed, is bijna vier vel druks, 64 blad
zijden, groot. Veel daarvan wordt in
genomen door advertentiën, maar
vrijwat is ook voor den vreemdeling
van minder belang. Ik geloof dan
ook, dat de heer Knoote gelijk heeft
wanneer hij voor den buitenlander
vraagt een klein, zakelijk overzicht,
liefst zonder advertenties en in het
langwerpig smalle formaat, dat ge
makkelijk in den zak gestoken kan
worden, met een duidelijke situatie-
kaart op de achterzijde, waarin een
overzicht gegeven wordt van de ma
nier, hoe de stad, ook uit de voor
naamste steden van Europa, kan
worden bereikt.
Daarnaast kan een groote gids tegen
betaling verkrijgbaar worden ge
steld.
Ik denk, dat men nu wel zal toe
geven, dat half October wel de tijd is
VOf"|ora over vreemdelingenverkeer te
Hoe- overleggen.
Vooral in Haarlem. We krijgen
zoo'n duur nieuw schilderijen-mu
seum (ik hoor het bedrag van een
half milliioen noemen), dat een ver
groot vreemdelingenverkeer waarlijk
wel een 1 ge stoffelijke vergoeding
brengen mag. Zoo niet aan de ge
meentekas, dan toch aan de belas
tingbetalers direct.
J. C. P.
ORGELBESPELING
in de Groote of St. Bavokerk te Haar
lem op Dinsdag 20 October 1908,
des middags van 1 tot 2 uur, door den
heer W. Ezemian.
Programma
No. 1. Fuga op den naam Bach,
R. Schumann.
No. 2. Recodare uit 't Requiem,
Mozart.
No. 3. Sonate No. 2. Ch. Fink.
a. Maestoso.
b. Adagio.
C. Allegro nssai.
No. 4. Largo, H&ndel.
fro. 5. Scherzo, A. Guilmant.
Rubriek voor Vragen.
Geabonlieerden hebben het voorrecht,
vragen op verschillend gebied, mils voor
beantwoording vatbaar, in te zeadon bij de
Redactie van Ha&rlem's Dagblad, Groote
Kontstraat 63.
Alle antwoorden worden geheel kosteloos
gegeven en, voor zooveel mogelijk is, den
dag na de inzending.
VRAAG (van verschillenden). Wat
is het adres van de Vereeniging, die
zich emigratie naar Ruhrort ten doel
stelt.
ANTWOORD: Dr. Klap, predikant
ta Amsterdam.
VRAAG: Wat zijn de kosten van
overboeking van een stuk bouwgrond
van f 1500?
ANTWOORD: 2\ procent.
VRAAG: Wij zijn met zeven broers,
do eerste en derde hebben gediend,
maakt nu de derde den vierden vrij?
ANTWOORD: Ja, de vijfde is weer
dienstplichtig.
Uit 'ie Ctetrekeo
BLOEMENDAAL.
Raadsvergad erlng.
De vergadering begon Donderdag
middag met een vermakelijk debat.
Door den Voorzitter werd meege
deeld, dat de Commissaris der Ko
ningin Dinsdagmorgen te 11 uur een
bezoek aan de gemeente zal brengen
en dan op 't raadhuis te spreken is.
De heer Koolhoven Loopt die aar
digheid zoo maar droog af
De Voorzitter Wat bedoelt u
De heer Bispinck Een vorigen keer
hebben We dien Commissaris een de
jeuner aangeboden....
De lieer Tideman maar hebben
nog geien contra-dejeuner gekregen
(Gelach).
Do heer Koolhoven 't Gaat mis
schien twee tegen één l
De Voorzitter Ik wist niet, dat dit
de gewoonte is. De Commissars
komt nu bij my dejeuneeren.
Van de schietvereeniging Generaal
Joubert was een subsidie-aanvraag
ingekomen voor haar schietoefenin
gen tot verhooging -van 's lands weer-
baarheid.
Dit werd gesteld in handen van B.
en W. om advies.
De. heer Tideman Ik hoop, dat B.
en W. de zaak goed zullen onderzoe
ker. Bloemendaal's Commando ont
vangt van de gemeente een subsidie,
omdat zij werkelijk schietoefeningen
houdt. Als deze vereeniging nu maar
ra'-L flobert-patroontjes schiet, ben ik
er niet voor om een subsidie te ge
ven, wijl 't dan een vereeniging voor
vermaak is.
DieVoorzitter zei zoo'n onderzoek
toe. j
Voor eenigen tijd stelde de Gezond
heidscommissie voor, de woning van
dei. boschwachter in 't Schapendute
onbewoonbaar te verklaren. 13. en W.
vroegen liet advies van den gemeente
architect, diie in tegenstelling met
de deskundigen der Gezondheids
commissie meende, dat de woning
wel verbeterd kon worden.
Deze tegenstrijdigheid deed B. en
W. besluiten, een rapport van oen
onpartijdig deskundige te vragen, en
stelden als zoodanig den heer Ma-
chielse, hoofd-opzichter bij liet Bouw
en Woningtoezicht te Haarlem, aan.
Deze heeft thans zijn rapport inge
zonden en komt daarin tot de conclu
sie, dat de woning niet meer te ver
beteren is.
B. en W. stelden nu voor de wo
ning onbewoonbaar te verklaren.
De heer Tideman had tegen dit
voorstel geen bezwaar, alleen vond
hij liet niet goed, dat B. en W. dezen
deskundige hebben aangesteld, zon
der daartoe door den Raad gemach
tigd te zijn. Is het college van B. en
W. voornemens, bij elk advies dei-
Gezondheidscommissie tot onbewoon
baarverklaring het advies van zoo'n
deskundige te vragen Dit zal wat
duur worden, omdat er wel eens veel
voorstellen tot onbewoonbaarheid
va«i de Gezondheidscommissie kun
nen komen. Als men te Vogelenzang
gaat werken, mogen er wel honderd
woningen afgekeurd worden.
De heer De Waal Malefijt wilde een
systeem invoeren. Als de Gezond-'
heidscommissie een. voorstel doet tot
onbewoonbaarverklaring, moet de ge
meente-architect advies uitbrengen.
Luidt dit advies eensluidend, dan is
de zaak in orde en wordt geen ver
der onderzoek gedaan. Is dit advies
echter anders, dan moet een derde
de beslissing geven.
Dit vond de neer Tideman rationeel.
Niet geheel in den haak is echter, dat
B. en W. in dit geval gelden uitge
geven hebben zonder machtiging van
den Raad.
De Voorzitter Is 't dan uw bedoe
ling, dat wij die gelden uit onze privé
portemonnaiie betalen O, zooveel zal
't niet zijn.
De heer Tideman Neen, volstrekt
niet Het gaat hier niet om het geld,
maar om het recht, en met het recht
moeten we in de toekomst rekening
houden. De Raad zal zeker een sup-
pletoire rekening, waarop die nu ge
maakte kosten staan, goedkeuren.
Het slot der discussie was, dat het
voorstel tot onbewoonbaarverklaring
werd aangenomen.
De Bloemendaalsche Bond voor Li
chamelijke Ontwikkeling verzocht dim
vijver van Duin en Daal te mogen
huren. B. en W. adviseerden goed
gunstig, onder bepaling, dat de ver
eeniging alleen in tijd van ijs recht
heie-fi op 't gebruik van den vijver.
De heer Bispinck kon niet met het
voorstel meegaan, omdat de vijver
dan alleen toegankelijk zal zijn voor
leden van den Bond.
Andere leden voelden dit bezwaar
niet, wijl het lidmaatschap van den
Bond slechts een kwartje bedraagt.
De heer Koolhoven Ik ben er voor
al voor, omdat de -"ijver anders maar
verwaarloosd en voor 3/4 door Haar
lemmers gebruikt wordt.
Da heer Tideman Ik heb gehóördi,
dat Haarlem het voornemen heeft de
Bloemendaalsche kinderen op zijn
scholen slechts toe te laten tegen
hoog schoolgeld. Als we nu de Haar
lemsche kinderen op deze ijsbaan we
ren. is dit.... een soort wraakne
ming (gelach).
Na dit grapje stelde de heer Tide
man voor, om de voorwaarden te re
gelen, maar, op voorstel van den heer
Bispinck, werd besloten, aan den
Bond eerst eenreglement te vragen,
om de voorwaarden voor het lidmaat
schap te weten.
Ds zaak komt dus later weer ter
sprake.
To* onderwijzer aan de openbare
lagere school te Overveen werd met
algemeene stemmen de heer J. C. de
Vries benoemd. In de vorige vergade
ring was deze benoeming aangehou
den, omdat het niet recht duidelijk
was, of deze heer (eerste van de voor-
dracht) in het bezit der hoofdacts is.
De Raad besloot met algemeene
stemmen, om B. en W. een crediet
van f 5000 te verleenen voor een ver
beterden aanleg^van 't Koninginne-
duin. Om stuiven cn geregelde ver
laging te voorkomen, is het noodig
de hellingen te neschutten, hetzij
door basaltsteenen of door veld keien.
Het duin wordt bovendien verhoogd
door twee plateaux van tien meter
hoogte, en op advies van de Heide-
Maatschappij beplant.
't Zal zoo aldus lichtten de Voor
zitter en de heer De Waal Malefijt
toe een mooi stukje natuur wor
den l
Door de vereeniging Bloemendaal's
Bloei is aan de gemeente een oriën-
teertafel aangeboden, die op een der
plateaux geplaatst zal worden. Op
deze tafel wordt aangegeven, welke
tor eins en dorpen men aan eiken kant
kan zien. Welke soort steen ba
salt of veldkeien voor de bedek
king gekozen zal worden, zal de Raad
later beslissen, na ter plaatse te zijn
voorgelicht.
De reeds vroeger besproken veror
dening tot regeling van het verkeer
op den Koumginaieduinweg, werd
vastgesteld.
Door den heer Koolhoven werd
voorgesteld, om den bewoners liet
recht te geven den weg per fiets te be
rijden, omdat het in de practijk ge
bleken is, dat alleen onbekenden op
de wegen ongelukken maken.
Dit voorstel werd echter niet aan
genomen, daar alleen de heer Boreel
er iets voor gevoelde.
Voor de gronden aan de Klève'rlaan
en de Korte Kleverlaan werd een
plan van bebouwing vastgesteld. Dit
punt lokte een discussie uit tusschen
den heer Tideman en den Voorzitter.
De heer Tideman wees er op, dat
verschillende personen groote stuk
ken grond moeten afstaan voor we
gen, ook al is liet maximum der Wo
ningwet nog wel niet bereikt. De ge
meente heeft met de wetten in de
hand het recht, om die gronden met
bouwverbod te belasten en te ont
eigenen, zonder de eigenaars schade
loos te stellen. Dit kan toch evenwel
niet da bedoeling van de gemeente
zijn, daar de billijkheid eischt, dat
den éigenaars door do gemeente een
vergoeding wordt gegeven.
De Voorzitter zei, dat dit ook in de
bedoialirig van B. en W. ligt, en de
heer Bispinck meende, namens de
andere raadsleden te spreken, door
ta zeggen, dat in de toekomst deze
gedragslijn zeker gevolgd zal wor
den.
B. en W. stelden voor stappen te
doen om de Boschlaan te onteigenen.
We weten 't allen zoo zei de Voor
zitter de toestand is zoo niet lan
ger te bestendigen, de eigenares
oefent daar een soort vrijbuiterij op
kleine schaal uit.
De heer Tideman protesteerde te
gen deze voorstelling van de zaak.
Onlangs besloot de Raad de Bosch-
laan te verbeteren, maar nu wordt
de gemeente daarin belemmerd dooi
de eigenares de wed. Maas. Deze
heeft evenwel volkomen het. recht. Zij
kan met- stukken toonen, dat de laan
haar eigendom is, en dat zij aan het
publiek alleen het recht gegeven heeft
om de laan als voetpad te gebruiken.
Daarom stond de gemeente toe, dat
in de laan eentge palen geplaatst,
werden. Nu is niet de eigenares, maar
het dagelijksch bestuur der gemeente
als vrijbuiter opgetreden. Er is een
veldwachter gekomen, en die heeft de
palen gewoonweg uit den grond ge
nomen en in het. pakhuis van den op
zichter geborgen. Dat is vrijbuiterij I
De beer De Waal Malefijt De we
duwe Maas ging raar met dien paal
om t Nu eens stond hij recht in den
grond, dan weer schuin of tegen den
muur, kortom bij avond was het
passeeren erg gevaarlijk. Daarom is
aan den veldwachter opdracht gege
ven -de palen te verwijderen.
De heer Koolhoven Ik heb die ge
vaarlijke standen van de palen ook
wel opgemerkt.
De heer Tideman Toch is het col
lege van B. en W. vorkeerd opgetre
den. De wed. Maas is volkomen in
haar recht. Laten B. en W. nog met
deze eigenaresse over het overnemen
van de laan onderhandelen. (Ap
plaus).
De Voorzitter kan de verkeerde
houding van B. en W. niet inzien,
maar verklaarde aan het verlangen
van den heer Tideman te zullen vol
doen.
Hierna werd de openbare vergade
ring gesloten, eD ging de Raad in
comité.
LOGICA.
Frits, zei de de vader, toon hij*
eindelijk begon in te zien, dat zijn,
zoon niot studeerde en veel geld ver
kwistte, Frits, wait heb je in bet laat
ste kwartaal nu geteerd
Logica, vader, gaf Frits teen ant
woord. Ik kan bijvoorbeeld u bewij
zen, dat u niet hier is.
Zoo, zoo. Laat eens hoonen,
Zie, vaderu moet óf irn Rome,
óf ergens anders, zijn, niet waar'
Zeer zeker.
U is niet in Rome.
Nooit geweest zelfs.
Dan moet u ergens anders we
zen, en als u ergens anders 'b. kan u
•niet hier zijn.
In plaats van to antwoorden, greep
die onwetenschappelijke vader naar
den wandelstok, die naast hem opta
fel lag, on. liet dien etanige malen
neerdalen op -den rug van zijn logi-
schen zoon.
Vaderriep Frits, waarom doet
u diat u doet me pijn
Onmogelijk, sprak de oude hoer.
Je hebt zooevan mij bewezen, dat ik
niet hier bon hoe kan ik je 'dan pijn
dioen
Ook Frits begreep nu, dat er aan
zijn logica iets haperde.
EEN UNICUM?
ZijWat zou je nu eens gaarne
voor je verjaardag hebben.
Hij: Geef me liever het geld, dat
je daarvoor wilt beschikbaar stellen?
ZijMaar, Arthur, dat kwam ik
jou juist vragen I
DE PRULPOëET.
Zeg, amice, ik zoek naar een ti
tel voor mijn bundel gedichten.
Noem ze maar „Stemmen uit do
papiermand".
VLUG KLAAR.
Gommis-voyageur (die lang heeft
moeten wachten e.er hij aan de beurt
komt)Nu, d-Jft heeft tijd gekost om
u te spreken te krijgen I
KoopmanIk zal het weer goed
maken. (Een deur openend). Mot de
ze deur ben je onmiddellijk op straat.
STEMMENDE LANDWEER
MANNEN.
Een eigenaardig geval deed zich,
naar de Midd. Ct. weet te vertellen,
dezer dagen te Zwolle voor.
Bij eon aldaar gehouden stemming
voor een lid van den Raad werden
door het stembureau oen paar in
uniform gekleede landweerplichtigecn
van dé stembus geweerd. Deze perso
nen, die om negen uur aan don trein
moesten zijn, haddon geen tijd gehad
zich nog even te gaan verkloeden. De
betrokken personen hebben echter
buiten het lokaal even een jas en pet
van den concierge der school, waarin
de stemming gehouden word, geleend
en konden toen toch van hun stem
recht gebruik maken.
Zou het stembureau rechtens gelijk
hebben? vraagt de schrijver,
„Eerst zal dienen te worden uitge
maakt of hier ook in strijd is gehan
deld met de bestaande voorschriften
der Kieswet en of deze militairen
zich in 't openbaar mogen vertoonen
in politiek. De groote vraag is dus of
zulke landweermannen vallen onder
de bepalingen van art. 5 der Kieswet.
In elk geval mag die quaeslie wel
eens goed bekeken worden en de
vraag overwogen of het geen tijd
wordt om mot het oog daarop die
fraaie kieswet eens te herzien."
APOTHEKERS-ADSISTENTEN.
Door het hoofdbestuur van den AI-
gemeenen Apothelcers-adsisten ten-
Bond is een request aan den minister
van Binnen!andsche Zaken gezonden
om te verzoeken den grootcn toevoer
van het aantal adsistenten, waarvan
nu reeds ruim 3000 overcompleet zijn,
eenigszins te stuiten, door het exa
men voor adsistent-apotheker één
maal in plaats van tweemaal per jaar
te doen afnemen.
BALDADIGHEID.
Eenige jongens uit Tiel drukten aam
liet station die sponning in van een
vat met vitriool, bestemd voor de
aizijnfabrielt. De uitspattende vloed-
Naar het Eiigelsch,
door
A r t li u r W. M a rc h m o n t.
89)
Den derden nacht echter besloot ztj
partij te trekken van een kans, die
haar gegeven werd, Merridew was
den heelen dag afwezig geweest, en
kwam dronken thuis de knecht, was
naar de stad gezonden, en mevrouw
Merridew ging zenuwachtig en onge
steld naar bed als gevolg van een
twist met haar zoon, na een slaap
middel te hebben ingenomen.
Midden in den nacht ging Olive
haar beneden naar d« zitkamer van
mevrouw Merridew, om haar parti
culiere papieren door te zoeken. Zij
wist waar zij ze bewaarde, en de
sleutels, die zij gevonden had, maak
ten het heel gemakkelijk.
Zij vond niet veel belangrijks, dat
haar zou kunnen helpen, terwijl een
ontdekking haar teleurstelde en haar
niet gelooven aan het huwelijk groo-
ter schok gaf dan iets anders nog ge
daan had.
Het was een portret van haar va
der als jongen man, en op den achter
kant was geschreven
„Aan mijn liefste Rachel,, die
mijn vrouw zal worden met in
nige liefde.
- GREGORY PARMENTER."
Zij trilde over al haar,leden, teven
zij naar die woorden keek. „Die mijn
vrouw zal worden". Het was als een
doodvonnis van al haar hopen.
Terwijl zij een zware zucht onder
drukte, legde zij het portret neer en
ging voort liet pakje te onderzoeken,
waaruit zij het genomen had. Er za.t
ook nog een portret in van een on
deren man van denzelfden leeftijd
ongeveer. In den boek stonden de
initialen ,,G. P."
Zeker was het een souvenir aan
een of ander avontuur van mevrouw
Merridew mam' het beteekende voor
Olive niets, omdat er verder geen
enkele aanteekening bij was.
Die ontdekking van liet portret van
haar vader met zoo'n opdracht had.
zóóveel indruk op haar gemaakt, dat
zij onwillekeurig nog eens keek naar
not papter, waarin het gevouwen was.
Het was niets dan een stuk van een
courant, maar zij zag den naam
..Purvis" er op'staan en toen werd
haar belangstelling weer opgewekt.
Het was het verslag van de terecht
zitting van George Purvis, beschul
digd van valschheid in geschrifte, en
terwijl zij liet las, herinnerde zij zich,
dat Purvis de naam was van de
klerk, die volgens mijnheer Ringrose
de oorzaak was van de ellende van
haar vader. De initialen waren de
zelfde als die van het portret. Zij las
het verslag. Hat was een leelijke
zaak en het vonnis verschrikkelijk
twintig jaar dwangarbeid
Onder aan het stukje papier stond
geschreven „Goddank Dat was
met een vrouwenhand geschreven, en
Olive herkende het als van mevrouw
Merridew.
Zij keek naar den datum van de
conrant en zag, dat zij juist vijftien
jaar oud was. Toen viel haar iets in.
Zij had ergens gehoord of gelezen,
dat gevangenen ontslagen worden a.ls
zij drie kwart van hun straftijd heb
ben doorgemaakt en als zij zich
goed gedragen hebben, en in dat ge
val zou deze man op liet punt staan,
zijn vrijheid terug te krijgen.
Nadat zij de papieren weer zoo ge
legd had, als zij ze had gevonden,
snelde zij naar haar eigen kamer te
rug. om over de resultaten van deze
ontdekking na te denken.
Dat „Goddank aon het eind van
het verslag was werkelijk welspre
kend. Het beteekende, dat mevrouw
Merridew reden bad, dien man to
vreezen en dadelijk besloot Olive.
dat deze man haar weer moest komen
bezoeken. Hoe kon zij dat gedaan
krijgen Zij dacht aan mijnheer Ca
sement. Hij zou misschien te weten
kunnen komen, in welke gevangenis
Purvis zijn werk moest doen en wan
neer hij zou worden losgelaten. Dan
zou men middelen kunnen vinden om
hem te berichten, waar hij bij zijne
loslating mevrouw Merridew kon
vinden.
Zi.i schreef een langen brief aan
den notaris, waarin zij alles uitlegde,
hem vertelde wat zij wenschte, en er
op aandrong, dat hii zijn uiterste
best zou doen om het plan, dat bij
haar was opgekomen, uit te voeren.
Het overige van den nacht en den
geheelen volgenden dag kon zij bijna
over niets meer denken dan de nood
lottige ontdekking, die zij gedaan
had bij het doorzoeken van de pa
pieren van mevrouw Merridew. Dat
portret van haar vader achtervolgde
haar en de woorden „Die mijn
vrouw zal worden 1" klonken im haar
ooien als onheilskreten, zoodat het
haar de grootste moeite kostte, haar
rol als Iorsch meisje te blijven door
spelen.
's Middags zoricl juffrouw Cooper
haar naar het dorp, om een bood
schap te doen. Het was voor 't eerst,
dat zij daar kwam, sinds zij haar
fortuin had verloren; cn het terugzien
van al die bekende gezichten en hui
zen stemde haar in haar toch al ge
drukte stemming des te weemoedi
ger.
Had zij alle moeilijkheden en ge
varen onder de oogen gezien alleen
om ten slotte toch te ontdekken, dat
het huwelijk had plaats gehad en dat
zij met recht onterfd was Was het
mogelijk, dat haar dierbare vader,
dien zij had vereerd en bemind als
d3 verpersoonlijking van eer, haar
moeder zoo kon hebben bedrogen Zij
riep zich de hartelijke liefde en tee-
derbelid in het geheugen terug, waar
van zij in haar jeugd getuige was ge
weest. En iedere handel'ng scheen
in strijd met die nieuwe verdenking.
Als dit vreeselijke waar was, dan
moest die hartelijkheid meer door
berouw dan door liefde geïnspireerd
zijn. Neen, neen, duizend maal neen.
Maar wat beteekenden dan die woor
den „Die mijn vrouw zal worden"
Zij kon tot geen besluit komen en de
twijfel bezorgde Kaar een bijna on
draaglijke angst.
Zij herinnerde zich haar oude idéé
dat hij een of ander geheim voor
haar verborgen hield, ook te hunne
gelukkige dagen op Silverbeech en
hoe zij ook tegen dat gevoel streed,
telkens kwam die herinnering terug
en bedreigde haar met moedeloos
heid.'
Misschien was liet niets meer ge
weest dan zijn tegenzin, om baar met
het geheim van die oude dagen te
Sheffield bekend te maken. En Olive
kreeg weer wat meer moed, toen zij
bedacht, dat mevrouw Merridew ge
logen had, toen zïi haar vader van
een misdaad beschuldigde.
Maar het was niet meer dan een
kruimpje hoop. En toen zij op haar
terugkeer weer dicht bij het land
goed kwam, was zij al begonnen zich
voor te stellen, dat haar zoo met zorg
in elkaar gezet plan zou mislukken.
In dat geval zou zij het land verla^
ten. Dat zou het eenige zijn, wat
haar overbleef.
In deze gedachten verdiept, wandel
de zij de laan door, toen zij iemand
snel achter zich hoorde aankomen.
Zij draaide zich om ln de verwach
ting, dat het een van de andere
dienstboden zou zijn Dawleigh
waarschijnlijk, als hij terug was
maar toen keek zij ontsteld op en
hield haar adem in.
Het was Jack l
Een oogemblik, als 't u belieft,
riep hij, voortsnellend.
Er was geen ontsnappen mogelijk'.
Zij dacht over vluchten maar daar
was geen kwestie van. Ilij zou haar
in een paar seconden hebben inge
haald. Het eenige was hem gewoon af
te wachten en te vertrouwen, dat hij
haar in de schemering niet zou her
kennen.
(Wordt vervolgd).