RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD Kaaaseis Raadseloplossingen Brievenbus (Deze raadsels zijn allo ingezonden door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. Do namen dor kinderen, die nnj vóór Donderdag morgen goede oplossingen zenden, worden in liet volgend nummer be loond gemaakt). 1. (Ingezonden door Ruurtje Aarts). Zot ondor elkaar Een dorp in Noord-I-lolland. Een stad in België. Een stad in DuitschlancL Een stad in Noord-Holland. Een plaats in het Gooi. Eon plaats in Noord-Brabant. Een plaats in Zeeland. Eien plaats in Noord-Holland. Dei beginletters vormen don naam van ietSj waar kinderen voel van houden. 2. (Ingezonden door Jo v. Bgmond). Welk woord wordt altijd fout go- speld 3. (Ingezonden door Cato Bonke). Waarom gaat men naar bed? 4. (Ingezonden door Frans van Eg- mond). Waarom draagt do molenaar in den winter oen jas 5. (Ingezonden door Annie en Maria V, Zutphon). NEN NEN W NEN NEN Welk werkwoord kunt ge hieruit lezen 6. (Ingezonden door Nanne Nauta). Wat is kledn in Parijs en groot in Schiedam 7. (Ingezonden door Annie en Truus v. d. Linden). Mijn lichaam is hard, Mijn voedsel is zwart. Komt do zomer in t land, Men zot mij aan den kant. Komt de winter terug, Men haalt" mij weer vlug. 8. (Ingezonden door Jacobus Arink). den irik rik j veld hen fre ol rits mau de tie dar Lees hieruit de namen van drie bekende personen uit do 17de eeuw. 9. (Ingezonden door Jan van Ven- deloo). Hoeveel eieren at de reus Goliath, terwijl hij nog nuchter was? 10. (Ingezonden door Tinus Bonke). Zoek uit ondorstaanden zin een be graven plaats. De arme wees praatte weinig mot do andere kinderen. De oplossingen der raadsels van die vorige week zijn 1. 987654321 te zomen 45 123456789 te zamen 45. 864197532 is ook te zamen 45 2. Parapluis paar lui rap pap. 3. Klaaswaal. 4. Eer meer* 5 Rijmen aanzien aankomen denken eten loeren sparen overwinnen" poten loopen overdoen stelen eer en niezen. RAADSELS OPLOSSEN. 6. De tang. 7. Tuinman. 8. Schoolfeest schol lot schel hoef. 9. Stoep stap stop stip* 10. Een proces. Goede antwoorden ontving ik deze week van Nanne Nauta 8. Jetty Boogaard 9. Gerard en Ko Arink 4. Ruurtje Aarts 10. .Annie en Truus v. d. Linden 10. Jan an Roelof v. Vendeloo 6. Maria Ottolini 5. NoLly en Willem Willemse® 8. Jo en Frans van Egmorid 7. Hendrik Versteeg 8. Beppie Meijer 5. Zus Duursma 9. G. Kwastes 10. W. Itjeshorst 6. Cato Bonke 8. (van de vorige week) Cato Bonke 7. (strikvragen van de vorige week). Tinus Bonke 8 (van de vorige week) Tinus Bonke 9. (strikvragen van de vorige week). Vogels. (Ingezonden door Truus en Annie v. d. Linden). Wie kan uit ondorstaanden zin ne gen begraven vogels halen Moe, kan Arie ook niet die zending ansjovis naar den heer de Graaf, den1 herbergier in de Baxendstraat bren gen Zijn vriend Hendrik, de zoon van den marktmeester, wou wel graag een wandeling met hem doen en komt toch aanstonds om hem af te halen.. Bericht Wedstrijd. Voor den Sint-Nicolaas-wedstrijd ontving ik een inzending van Henri Coutinho. Wat zijn Vader hem niet kon geven. Jan was jarig. Dat was zijn eerste gedachte, toen hij 's morgens wakker werd, en: „wat zou ik krijgen?" volgde daar onmid dellijk op. Hij was dien morgen niet laat aan liet ontbijt, en, toen hij daar de pak jes al bij zijn bord zag klaar liggen, keek hij zóó vroolijk, alsof er niets dan plezier in de wereld was. „Een nieuw vischtuig! Ha, vader, dat had ik juist noodigl Dank u well En een boek van Moedert" en Jan gooide de papieren op den grond en danste de kamer door, tot hij bij zijn moeder kwam en haar om den hals vloog. In dien tusschentijd had vader zijn brieven geopend en één hiervan deed hem de wenkbrauwen fronsen en Jan even aankijken. Hij opende den mond om te spreken en zijn vrouw, die die uitdrukking van zijn gelaat maar al te goed kende, begon zich wat zenuw achtig te gevoelen, vooral, toen zij naar het couvert keek en zag, dat het Jan's rapport was. Doch vader vond het beter niets te zeggen vóór het ont bijt was afgeloopen; toen zei hij: „Jan, ik wou je even spreken!" „Dat is goed, vader," zei Jan vroo lijk en speelde met het vischtuig, ter wijl hij zijn vader naar de studeer kamer volgde. „Jan," sprak vader ernstig, „het spijt mij, dat ik je niet kon geven, wat ik zoo graag gewild had!" Jan keek verbaasd. „Wel, vader, een nieuw vischtuig was juist wat ik noodig had! Daar had ik net naar verlangd." „Dat weet ik wel, mijn jongen, maar ik had je nog iets beters willen geven, als ik maar gekund had." „Was het dan te duur?" vroeg Jan; dat was de eenïge reden, die hij er voor bedenken kon. „Al was ik zoo rijk geweest als Cre- sus, dan had ik het nog niet kunnen koopen!" Jan keek nadenkend voor zich. „Maar wat was het dan?" vroeg hij eindelijk. „Verstand", zei vader. „Kracht om bij je werk te blijven en je lessen. Kijk dit rapport eens in!" En Jan zag, dat achter bijna alle DAMRUBRIEK. HAARLEMSCHE DAMCLUB. Probleem No. 9 door S. Zwart vakken een onvoldoend cijfer stond. Hij boog zijn hoofd. „Zie je," zei vader, „ik kan je geen vorstand en oplettendheid geven, zoo als een nieuw vischtuig. Die dingen kan niemand anders je geven, dan je zelf. Je bent nu vandaag dertien jaar geworden en zoover ik weet heb je je zelf niet veel gegeven. Hoe zou je het vinden als je jezelf ook eens iets gaf? Denk er eens over na, Jan, en ga nu maar naar school." En Jan dacht er over na. Hij be greep, dat zijn vader gelijk had. En het volgende rapport zag er heel anders uit. Vacant ie. Hoezee, het is vacantie Voor ons, vier weken lang, Nu kunnen wij genieten, En daarvoor ben 'k niet bang! Hoezee, het is vacantie! Zoo roept thans iedereen, Ik zal er van profiteeren En betreuren doet vast geen! Hoezee, het is vacantie, Nu ga' k de stad eens uit, II zult misschien wel zeggen: „En dat zoo'n kleine guit!" Hoezee, het is vacantie, Ik neem het er nu van. Ten minste als me moesje Haar woordje houden kan. Hoezee, het is vacantie. En moesje houdt haar woord, Het eerst waar wij naar toe gaan, Dat is naar Amersfoort. Hoezee, het is vacantie, Het tweede komt nu aan, Want moesje hield haar woordje, En wij gingen naar de Zaan. Hoezee, het is vacantie, Maar nu niet meer zoo lang, - 't Is uit nu met logeeren: Naar school is weer de gang Hoezee, het is weer schooltijd. Met vacantie is 't gedaan; Nu komt nog een verrassing: Dat ik ben overgegaan! Wit Zwart schijven op 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 15, 16, 41, 42 en dam op 45. Wit schijven op 17, 21, 22, 23, 25, 28, 30, 34 en 40. Om het kampvuur. „Ik zal jullie eens een geschiedenis vertellen", zei Smit, „en nu kan je denken, dat het waar, half waar of fanlaisie: is, dat kan me niet schelen, maar ik verzeker jo „Gedachten zijn vrij I" zeide Bob lachend„maar we zullen niet zoo onhebbelijk zijn om onzen twijfel uit te spreken, ook al voelen we dien maar ik beloof niet, dat ik niet bij me zelf denk „Ga verder' en laat Bob praten zei Veerman. „Wat Bob denkt, komt er niets op aan. Houd ons wakker, dat is het voornaamste 1" „Je kunt het gelooven, of niet, en jij ook", antwoordde Smit, „maar mijn rol in bet verhaal is niet zoo eervol, en dus denk ik. dat jullie het wel gelooven zult. Ik geloof niet, dat ik gewoonlijk een lafaard ben „Ik zeg maar weer Gedachten zijn vrij mompelde Bob. „Maar eens op een keer", vervolg de Smit, „toen ik met Bakker op de leeuwenjacht was, in Soraaliland, zijn mijn zenuwen mij de baas ge weest. Bakker had kiespijn en bleef in het kamp on onze voornaamste Kaffer-jager, die sporen van 'n leeuw gezien had, ging mede om hem op te zoeken en, zoo mogelijk, onder schot te krijgen. We namen nog een paar gewone Kaffer-jongens mee, om wat proviand te dragen en den leeuw op te jagen, als dit noodig mocht zijn, maar ik wist wel, wat dit opjagen beteekende bij het eerste teeken, dat er een leeuw binnen het half uur in den omtrek zou zijn, zouden die dap pere kerels elk in een boom klimmen on daarin blijven tot ik mijn geweer op hen zou richten en zou dreigen hen dood te schieten, of tot zij tot de overtuiging gekomen waren, dat de Oplossingen worden ingewacht vóór Donderdag 12 November a.s. bij den Heer J. Meijer, Kruisstraat 34, alhier. Oplossing van Probleem No. 7 van den auteur. Wit: 24 - 19, 25 - 20, 39 - 33, 34 43, 36 27, 2 - 8, 8 30! of: 2 - 8, 36 27, 8 301 Ondergeteekende betuigt den heer Matla zijn dank votfr de opdracht van dit probleem. J, MEIJER. Goede oplossingen van Probleem no. 7, zonden de II.II. D. Bakker, J. Jacobson Azn., D. G. do Koning, C. Oderkerk, C. Serodini, J. F. Span jaard, F. M. v. d. Warff. Zoo mogelijk, zullen wij in 't ver volg ook iedere week 'n eindspel ter ontleding geven, daarbij langzamer hand tot moeielijker eindstanden overgaande. Wijl het ontleden van eindspelen zeer nuttig is voor de spelkennis, ho pen we daarvoor veel liefhebbers te krijgen. leeuwen weer ver genoeg weg waren gegaan. Maar opeens kregen wij den leeuw in 't zicht. Wij hadden in de verte een kudde geiten gezien en terwijl wij juist overwogen, of het niet beter was één daarvan te schieten, en straks een goed middagmaal te heb ben, dan te blijven zoeken naar de leeuwen, zagen wij plotseling de ge- heele kudde opschrikken en met groo- te haast wegstuiven. Meteen zagen wij een geel voorwerp van achter eenige struiken te voorschijn komen, de kudde een honderd meter volgen en toen blijven staan. Dadelijk daarop bereikte een luid gebrul onze ooren oude Koning Leo, de leeuw, had zijn doel gemist en zijn maal was hem ontgaan. Hij stond on brulde, en toen de geiten verdwe nen waren, draaide hij zich om en verdween weer in de struiken, waar hij uit was gekomen een leeuw, die kwaad en zeker ook hongerig was, anders was hij niet bij vol daglicht op de jacht geweestgeen pleizierig heest, om in donker tegen te komen, dacht ik bij mezelf Ik raadpleegde-den jager deze stel de moedig voor om met de beide Kaf fer-jongens naar de plek te gaan, waar wij den leeuw gezien hadden, maar liefst er eerst omheen te trek leen, zoodat zij hem op konden drij ven, tot ik hem onder schot kreeg. Die kans was niet groot natuurlijk, maar het was toch heel goed moge lijk, zoodat ik het voorstel aannam. Ik stelde mezelf op achter een paar dikke struiken en leunde met den rug tegen een flinken boom, den eenlgen, die in den cmtrek te zien was, en daardoor een prachtig teeken voor de Kaffers, om mijn plaats te herken nen. Ik maakte het me zelf zoo gemak kelijk mogelijk, want de dag was warm en de :ijd, dien de Kaffers noo dig zouden lubben, om om de plaats heen te loopen, zou niet heel kort zijn, dat begreep ik wel en toen viel ik in slaap. Hoe lang ik zoowat gele gen heb, weet ik nietik denk onge veer twee uur, en toen werd ik plot seling gewekt door een ontzettend geluid vlak bij mij en ik sprong op. Meteen wist ik, dat het het gebrul was van een grooten leeuw, die voor mij stond. Nu schijnt het, dat iemand, die on verwacht in zijn slaap gestoord wordt niet altijd zijn verstand bij elkaar heeft, 'leuminste ik had het niet. Ik deed, wat in dit geval zeker het dom ste en gekste is, wat iemand doen kan, want nauwelijks had ik den leeuw, die gereed stond mij te be springen, gezien, of ik liet mijn ge weer, dat mij uit de handen was ge gleden, en vlak bij mij op den grond lag, in den steek, greep een laaghan- gc-iidon tak, tect en slingerde mijzelf iu den boom, waar ik spoedig eeu plaats had, die mij voor 't oogenblik huiten gevaar stelde. De leeuw deed den sprong niet. Het onverwachte van mijn beweging had hem waar schijnlijk verschrikt, want hij volgde mijn bewegingen en gromde, maar week niet van zijn plaats. „O, had ik mijn geweer maai' l" dacht ik. Ik kon het zien liggen, vlak bij den boom. Eén geluid uit den kleinen mond van dien ronden loop was voldoende, om den grootsten leeuw tot zwijgen te brengen. „Ga toch heen, leelijk beest 1" riep ik tegen hem, maar dit scheen geen indruk op hem te maken, althans hij kroop iets naderbij. Toen lag bij weer stil en loerde mij aan zoo nu en dan opende hij den muil en liet een prachtige rij tahden zien. Het was werkelijk één van de grootste en mooiste leeuwen, dien ik nog ooit gezien heb. Ik riep zoo hard ik kon om den jager, die mijn tweede geweer droeg, en hoopte{ al vreesde ik ook het te gendeel, dat hij mij zou hooren en komen. Maar natuurlijk er kwam niemand. Naderhand verleide hij mij, dat hij noch mijn roepen, noch het gebrul van den leeuw had gehoord. Maar ik ben er zeker van, dat hij het laatste gehoord had. Het bleek dan ook, dat de Kaffer-jongens, toen zij het brullen van den leeuw dicht bij de plelc, waar zij mij hadden achter gelaten, hoorden, en daarop geen geweerschot van mij volgde, eene treurige gevolgtrekking omtrent mij hadden gemaakt, en zoo gauw zij konden uaar het kamp waren terug gekeerd, om aan mijn makker zonder omwegen te vertellen, dat een groote leeuw mij niet alleen gedood, maar ook opgegeten had. Maai- Bakker nam, met het oog op de waarheidsliefde van de Kaffer- jongens, de zaak nogal kalm op, en ging onmiddellijk uit, om mij te zoe ken." (Wordt vervolgd). (Blieven, bestemd voor de Redac tie der Kinder-Afdeeliug moeten ge zonden worden aan Mej. M. C. van Dooiiii, Wagenweg 88, Haarlem). HUBERTUS B. Wel Hubertus, wat hob jo me verbazend veel plezier ge daan met jo mooie bloemen! Het was eon heerlijke verrassing, hoor Ze zijn nog zoo praohtig Ook wel be dankt voor do kaartjes, erg aardig om die ook nog te sturen 1 Ik zal je eens schrijven als ik thuis ben op een Zondagochtend, maar do eerste weken heb ik hot erg druk, dus ik weet niet of het er ai zoo heel gauw van komtPrettig, dat je me toch niet overslaat, al heb je ook geen tijd om een langen brief te schrij ven Ik hoop erg, dat je inzending mooi uit zal vallen 1 lk ben toch zoo verlangend om te weten wat het wordt 1 HENRI C. Je bont de eerste, Hen ri, en de minste zal je zekor wel niet zijn. Wat heb jo dat netjes in elkaar gezet. Hij loopt prachtig, hoor I CATO B. Je briefje was de vorige week te laat, en Herman heb ik nog niet gezien. Was het toch wat te ver voor hem, of komt hij op een ander keertje eens mee Ja, aan die kousen zal je wol heel wat te doen hebben. Kan je ze alleen in orde houden Je kunt het nu bij 't gas ook zeker veel beter zien, hè? Makon jullie 't for nuis ook wel eens aan, of kun jo het niet het gas alleen af? Er staat al weer een raadsel van je in de cou rant, zie je wel TRUUS B. Nu zal de inzending wel gauw komen, denk ik. Ik var- lang er al naar. Heerlijk, zoo'n dag of 3 vacantie ineens, hè 't Is net, of zoo'n onverwachte vacantie veel prettiger is, dan oen, waar je al lang, op gerekend hebt, vind jo niet? Is Jantje erg bang voor do hagedis? Plaag hem er dan maar niet mee, hoorJe raadsel is best en zal ik plaatsan. Ik moet in Schoten toch oens gaan kijken naar de markt. Op wolleen dag is het er hot aardigst Heeft Sieger het zoo druk tegen woordig BEPPIE M. Wol, Bep, wat een verrassing was dat op je verjaardag. Nu, dat zal het volgend jaar op 4 Oct. zeker een groot feest zijn. Dab was toch ook een prachtig verjaar- presentje, hè? Hoe gaat het nu met Moedor? Is ze al weer wat flinker? on halpein jullie goed Wie zou de liefste zijn-: Annie of Jansjo? Groei en ze allebei goed en zing je wel eens een versje voor hen Of huilen ze dikwijls? Nu, pas maai' goed op ze, hoor HENDRIK V. Van harte gefelici teerd, hoor, al ben ik nog 2 dagen te vroeg. Je moet me van de week maar eens schrijven, of je een prettige® dag gehad hebt. ZUS D. Ik ben erg nieuwsgierig, wat de inzending worden zal, Zu9, maar 't zal wel aardig uitvallen, donk ik Moet je nog meer hand werkjes maken tegen Sint-Nicolaas, en ben je er al mee begonnen W. ITJESHORST. Je raadsels zijn goed en zal ik plaatsen. Bij het twee de had je de oplossing vergeten., maar ik geloof, dat ik het wel raden kan. Ik ben erg nieuwsgierig naar je inzending. Zou zij van de week nog klaarkomen MARIA U. Wat is liet lastig, dat zoo'n krant zoo dikwijls weg is, hè? Je moet in het vervolg den Zaterdag avond maar dadelijk een mooi plaats je geven, dat j> hem altijd weer vin den kunt. Hoe komt het, dat je niet naar school gaat? NELLY en WILLEM W. Je nieuw© raadsel zal ik plaatsen. Jullie heb ben het toch zeker niet zelf bedacht, is 't wel? Vind je heit bedenken van raadsels ook prettig en wat voeir je 's avonds alzoo uit BETSY en TOOTJE v. W. Wat ga jij ook al kourig schrijve®, Tootje 1 Ik geloof, dat je den laatsten tijdi hard vooruit bent gegaan, liét boek, dat je gekregen hebt, ken ik niet. Heb je het al uit Van wie hebben jullie pianoles en hoe heet de cantor te, waar jullie aan mee doen Ik zal eens in de courant kijken misschien staat er wel in, hoe of Too gespeeld! heeft. Welk stuk speel je, Too, ear welk stuk Betsie? Doe je op school na alles gewoon mot de andere kin deren mee, of mag je bijv. mot reke nen verder gaan en een volgend boekje doorwerken Nu, de volgendo week zie ik je misschien wel. A. C. v. d. W. Als je den Zater dagavond dikwijls leest, heb je zeker wel gezien, dat er nooit vragen over het ruilen van postzegels, enz. ge plaatst worden. Als we daar eenmaal mee beginnen, komen er zooveel vra gen, over ruilen van Verkade-plaat- jes, zwartjes, havermout beestjes, eti ketten, enz., dat we de heele courant er wel mee vol kunnen maken. Nu spreek ik veel van do kinderen en wil dus wel eens vragen, of er ook eon is, die met je ruilen wil. Maar jij ziet op school toch ook een heeleboeli andere kinderen. Kan je het daarmee niet eens worden? Als je eens raad sels, of begraven steden, of iets der gelijks inzendt, wil ik die heel graag plaatsen. JO en FRANS v. E. Vindt je de raadsels tegenwoordig zoo moeilijk? Wal, er moeten toch ook wel altijd) een naar lastige bij zijn voordegroo- tere kinderen. Maar jullie kunt toch wel goed raden, geloof ik? ANNIE en TRUUS v. d. L Heeft Annie dezen keer het briefje gesenre- v-en en l'ruus de raadsels of ver gis ik mij er in? Waar hebben jul lie die mooie raadsels toch vandaan gehaald? Dat van die vogels heb je toch zeker niet zelf bedacht, is t wel? Het lijkt mij wel heerlijk, om bij een grootvader met eon grooten boomgaard te logeerenmaar hoe kwam liet, dat jullie met de nichtjes aan 't kibbelen gingen Waren zij even oud als jullie? Zou je ar, aLs 't weer vacantie is, ook weer heen gaan RUURTJE A. Alweer allemaal goed. Jij kunt het, hoor! Je begra ven plaatse® zijn ook goed en zal ik zeker plaatsen. Als je het bedenken, ervan prettig vindt, moot je er maar eens een stuk of 10 tegelijk inzenden, dan plaats ik ze apart, net als de strikvragen soms. Begraven rivieren of begraven jon- gviis- en meisjesnamen kan ook wel. Vindt je het prettig? Ik ben nieuws gierig naar je inzonding. Was dat ook een zuster van je. die op de fiets het briefje bracht Wat leer je alzoo van koken en voedingsleer Kan je nu al eens een dag het middagmaal voor je rekening nemen en wat maak je dan klaar Het boek, dat jo opnoemt, heb ik niet. NANNE N. Wat een prachtige sa menspraak moesten jullie opzeggen. Hob je het goed duidelijk gezegd 't Was gelukkig niet zoo'n heel lange, liè? Ik zal zo goed voor je bewa ren. Ik vind het best. als je weer eens eon paar mooie raadsels stuurt. Zou je inzending op tijd kiaar ko men? Doe Cor mijn groeten. JETTY B. Ik vind je plan heel goed. Het bedenken is haast nog het moeilijkste, vind je niet? Ja,-ik kan ze best on als de kleuren mooi zijn, staan, ze ook erg aardig. Voor wie heb je ze nog meer gemaakt of draag je ze zelf Ik heb het 1ste raad sel goed gerekend, want dat is ook een goedo oplossing, maar het vierde niet. GERARD A. De raadsels, die je in zendt, zijn goed. Jij zorgt, dat ik al- lijd voorraad heb, hè Dat is flink zoo. Ja, slecht gereedschap is altijd een bezwaar, maar or zijn ook wel dingen te bedenken, waar niet voel gereedschap voor noodig is. Vind je dit boek ook mooi JAN en ROELOF v. V. Je raadsels waren goed. Ik heb er dadelijk eon geplaatst, zooals je ziet. Wie van jul lie had nu do oplossingen gesclire- ven M. C. VAN DOORN. Eindspel van den Heer C. II. B. Wit Zwart schijven op 6 en 14. Wit een schijf op 8. Zwart begint, wit wint. De verschillende zetten die zwart kan doen, met het antwoord daarop van wit, moeten telkens worden aan gegeven. Oplossingen aan bovengenoemd adres s. v. p. in te zenden vóór Don derdag 12 November a.s. DAMCURSUS. Wij herinneren den leden van de Ilaarlemsche Damclub, en den lief hebbers van het Dampsle, die nog" geen lid zijn van eenige Damclub, dat a.s. Maandagavond te 8 uur precies in het gewone speellokaal (bovenzaal Café Suisse, Smedestraat) de door den Ileen Broekkamp te houden cur sus een aanvang neemt en deze cur sus geheel kosteloos gegeven wordt. Aan den Trio-wedstrijd, die Dins dagavond 1.1. plaats had in de Dam- vereeniging „Amsterdam" ter gele genheid van haar driejarig bestaan, namen drie leden van de Haarlemscho Damclub deel. De Heer J. Jacobson Azn., mocht van de 4 te behalen pun ten er drie veroveren. Hulde! EEN ERNSTIGE ZAAK inaakt nog al veel opschudding Ln Frankrijk. Vier jongelingen, die on langs do eloctriciteitsschool van Pa rijs verlieten, waar zij hun diploma van ingenieur hadden bekomen, zijn aangehouden en in de Santé opgeslo ten, onder beschuldiging vaJsche stukken van 10 fr. te hebben ge maakt. Een hunner is de zoon van een al- gemeenen raadsheer van het departe ment der Manche, een andere is de zoon van een avoué van Rennes; de derde is de zoon van een groot koop man van Marseille en de vierde de zoon van een bekend geneesheer van Amiens.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 15