RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
Kaaaseis
Raadseloplossingen
Brievenbus
(Deze raadsels zijn allo ingezonden
door jongens en meisjes, die „Voor
Onze Jeugd" lezen. Do namen dor
kinderen, die nnj vóór Donderdag
morgen goede oplossingen zenden,
worden in liet volgend nummer be
loond gemaakt).
1. (Ingezonden door Ruurtje Aarts).
Zot ondor elkaar
Een dorp in Noord-I-lolland.
Een stad in België.
Een stad in DuitschlancL
Een stad in Noord-Holland.
Een plaats in het Gooi.
Eon plaats in Noord-Brabant.
Een plaats in Zeeland.
Eien plaats in Noord-Holland.
Dei beginletters vormen don naam
van ietSj waar kinderen voel van
houden.
2. (Ingezonden door Jo v. Bgmond).
Welk woord wordt altijd fout go-
speld
3. (Ingezonden door Cato Bonke).
Waarom gaat men naar bed?
4. (Ingezonden door Frans van Eg-
mond).
Waarom draagt do molenaar in
den winter oen jas
5. (Ingezonden door Annie en Maria
V, Zutphon).
NEN
NEN W NEN
NEN
Welk werkwoord kunt ge hieruit
lezen
6. (Ingezonden door Nanne Nauta).
Wat is kledn in Parijs en groot in
Schiedam
7. (Ingezonden door Annie en Truus
v. d. Linden).
Mijn lichaam is hard,
Mijn voedsel is zwart.
Komt do zomer in t land,
Men zot mij aan den kant.
Komt de winter terug,
Men haalt" mij weer vlug.
8. (Ingezonden door Jacobus Arink).
den
irik
rik
j
veld
hen
fre
ol
rits
mau
de
tie
dar
Lees hieruit de namen van drie
bekende personen uit do 17de eeuw.
9. (Ingezonden door Jan van Ven-
deloo).
Hoeveel eieren at de reus Goliath,
terwijl hij nog nuchter was?
10. (Ingezonden door Tinus Bonke).
Zoek uit ondorstaanden zin een be
graven plaats.
De arme wees praatte weinig mot
do andere kinderen.
De oplossingen der raadsels van die
vorige week zijn
1.
987654321 te zomen 45
123456789 te zamen 45.
864197532 is ook te zamen 45
2. Parapluis paar lui rap
pap.
3. Klaaswaal.
4. Eer meer*
5 Rijmen
aanzien
aankomen
denken
eten
loeren
sparen
overwinnen"
poten
loopen
overdoen
stelen
eer en
niezen.
RAADSELS OPLOSSEN.
6. De tang.
7. Tuinman.
8. Schoolfeest schol lot
schel hoef.
9. Stoep stap stop stip*
10. Een proces.
Goede antwoorden ontving ik deze
week van
Nanne Nauta 8.
Jetty Boogaard 9.
Gerard en Ko Arink 4.
Ruurtje Aarts 10.
.Annie en Truus v. d. Linden 10.
Jan an Roelof v. Vendeloo 6.
Maria Ottolini 5.
NoLly en Willem Willemse® 8.
Jo en Frans van Egmorid 7.
Hendrik Versteeg 8.
Beppie Meijer 5.
Zus Duursma 9.
G. Kwastes 10.
W. Itjeshorst 6.
Cato Bonke 8. (van de vorige week)
Cato Bonke 7. (strikvragen van de
vorige week).
Tinus Bonke 8 (van de vorige week)
Tinus Bonke 9. (strikvragen van de
vorige week).
Vogels.
(Ingezonden door Truus en Annie
v. d. Linden).
Wie kan uit ondorstaanden zin ne
gen begraven vogels halen
Moe, kan Arie ook niet die zending
ansjovis naar den heer de Graaf, den1
herbergier in de Baxendstraat bren
gen Zijn vriend Hendrik, de zoon
van den marktmeester, wou wel
graag een wandeling met hem doen
en komt toch aanstonds om hem af
te halen..
Bericht Wedstrijd.
Voor den Sint-Nicolaas-wedstrijd
ontving ik een inzending van
Henri Coutinho.
Wat zijn Vader hem niet
kon geven.
Jan was jarig.
Dat was zijn eerste gedachte, toen
hij 's morgens wakker werd, en: „wat
zou ik krijgen?" volgde daar onmid
dellijk op.
Hij was dien morgen niet laat aan
liet ontbijt, en, toen hij daar de pak
jes al bij zijn bord zag klaar liggen,
keek hij zóó vroolijk, alsof er niets
dan plezier in de wereld was.
„Een nieuw vischtuig! Ha, vader,
dat had ik juist noodigl Dank u well
En een boek van Moedert" en Jan
gooide de papieren op den grond en
danste de kamer door, tot hij bij zijn
moeder kwam en haar om den hals
vloog.
In dien tusschentijd had vader zijn
brieven geopend en één hiervan deed
hem de wenkbrauwen fronsen en Jan
even aankijken. Hij opende den mond
om te spreken en zijn vrouw, die die
uitdrukking van zijn gelaat maar al
te goed kende, begon zich wat zenuw
achtig te gevoelen, vooral, toen zij
naar het couvert keek en zag, dat het
Jan's rapport was. Doch vader vond
het beter niets te zeggen vóór het ont
bijt was afgeloopen; toen zei hij: „Jan,
ik wou je even spreken!"
„Dat is goed, vader," zei Jan vroo
lijk en speelde met het vischtuig, ter
wijl hij zijn vader naar de studeer
kamer volgde.
„Jan," sprak vader ernstig, „het
spijt mij, dat ik je niet kon geven,
wat ik zoo graag gewild had!"
Jan keek verbaasd. „Wel, vader,
een nieuw vischtuig was juist wat ik
noodig had! Daar had ik net naar
verlangd."
„Dat weet ik wel, mijn jongen,
maar ik had je nog iets beters willen
geven, als ik maar gekund had."
„Was het dan te duur?" vroeg Jan;
dat was de eenïge reden, die hij er
voor bedenken kon.
„Al was ik zoo rijk geweest als Cre-
sus, dan had ik het nog niet kunnen
koopen!"
Jan keek nadenkend voor zich.
„Maar wat was het dan?" vroeg hij
eindelijk.
„Verstand", zei vader. „Kracht om
bij je werk te blijven en je lessen. Kijk
dit rapport eens in!"
En Jan zag, dat achter bijna alle
DAMRUBRIEK.
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
Probleem No. 9 door S.
Zwart
vakken een onvoldoend cijfer stond.
Hij boog zijn hoofd.
„Zie je," zei vader, „ik kan je geen
vorstand en oplettendheid geven, zoo
als een nieuw vischtuig. Die dingen
kan niemand anders je geven, dan je
zelf. Je bent nu vandaag dertien jaar
geworden en zoover ik weet heb je je
zelf niet veel gegeven. Hoe zou je het
vinden als je jezelf ook eens iets gaf?
Denk er eens over na, Jan, en ga
nu maar naar school."
En Jan dacht er over na. Hij be
greep, dat zijn vader gelijk had.
En het volgende rapport zag er heel
anders uit.
Vacant ie.
Hoezee, het is vacantie
Voor ons, vier weken lang,
Nu kunnen wij genieten,
En daarvoor ben 'k niet bang!
Hoezee, het is vacantie!
Zoo roept thans iedereen,
Ik zal er van profiteeren
En betreuren doet vast geen!
Hoezee, het is vacantie,
Nu ga' k de stad eens uit,
II zult misschien wel zeggen:
„En dat zoo'n kleine guit!"
Hoezee, het is vacantie,
Ik neem het er nu van.
Ten minste als me moesje
Haar woordje houden kan.
Hoezee, het is vacantie.
En moesje houdt haar woord,
Het eerst waar wij naar toe gaan,
Dat is naar Amersfoort.
Hoezee, het is vacantie,
Het tweede komt nu aan,
Want moesje hield haar woordje,
En wij gingen naar de Zaan.
Hoezee, het is vacantie,
Maar nu niet meer zoo lang, -
't Is uit nu met logeeren:
Naar school is weer de gang
Hoezee, het is weer schooltijd.
Met vacantie is 't gedaan;
Nu komt nog een verrassing:
Dat ik ben overgegaan!
Wit
Zwart schijven op 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 15, 16, 41, 42 en dam op 45.
Wit schijven op 17, 21, 22, 23, 25, 28, 30, 34 en 40.
Om het kampvuur.
„Ik zal jullie eens een geschiedenis
vertellen", zei Smit, „en nu kan je
denken, dat het waar, half waar of
fanlaisie: is, dat kan me niet schelen,
maar ik verzeker jo
„Gedachten zijn vrij I" zeide Bob
lachend„maar we zullen niet zoo
onhebbelijk zijn om onzen twijfel uit
te spreken, ook al voelen we dien
maar ik beloof niet, dat ik niet bij me
zelf denk
„Ga verder' en laat Bob praten
zei Veerman. „Wat Bob denkt, komt
er niets op aan. Houd ons wakker,
dat is het voornaamste 1"
„Je kunt het gelooven, of niet, en
jij ook", antwoordde Smit, „maar
mijn rol in bet verhaal is niet zoo
eervol, en dus denk ik. dat jullie het
wel gelooven zult. Ik geloof niet, dat
ik gewoonlijk een lafaard ben
„Ik zeg maar weer Gedachten zijn
vrij mompelde Bob.
„Maar eens op een keer", vervolg
de Smit, „toen ik met Bakker op de
leeuwenjacht was, in Soraaliland,
zijn mijn zenuwen mij de baas ge
weest. Bakker had kiespijn en bleef
in het kamp on onze voornaamste
Kaffer-jager, die sporen van 'n leeuw
gezien had, ging mede om hem op te
zoeken en, zoo mogelijk, onder schot
te krijgen. We namen nog een paar
gewone Kaffer-jongens mee, om wat
proviand te dragen en den leeuw op
te jagen, als dit noodig mocht zijn,
maar ik wist wel, wat dit opjagen
beteekende bij het eerste teeken, dat
er een leeuw binnen het half uur in
den omtrek zou zijn, zouden die dap
pere kerels elk in een boom klimmen
on daarin blijven tot ik mijn geweer
op hen zou richten en zou dreigen
hen dood te schieten, of tot zij tot de
overtuiging gekomen waren, dat de
Oplossingen worden ingewacht vóór
Donderdag 12 November a.s. bij den
Heer J. Meijer, Kruisstraat 34, alhier.
Oplossing van Probleem No. 7 van
den auteur.
Wit: 24 - 19, 25 - 20, 39 - 33, 34 43,
36 27, 2 - 8, 8 30! of: 2 - 8,
36 27, 8 301
Ondergeteekende betuigt den heer
Matla zijn dank votfr de opdracht van
dit probleem.
J, MEIJER.
Goede oplossingen van Probleem
no. 7, zonden de II.II. D. Bakker, J.
Jacobson Azn., D. G. do Koning, C.
Oderkerk, C. Serodini, J. F. Span
jaard, F. M. v. d. Warff.
Zoo mogelijk, zullen wij in 't ver
volg ook iedere week 'n eindspel ter
ontleding geven, daarbij langzamer
hand tot moeielijker eindstanden
overgaande.
Wijl het ontleden van eindspelen
zeer nuttig is voor de spelkennis, ho
pen we daarvoor veel liefhebbers te
krijgen.
leeuwen weer ver genoeg weg waren
gegaan.
Maar opeens kregen wij den leeuw
in 't zicht. Wij hadden in de verte
een kudde geiten gezien en terwijl
wij juist overwogen, of het niet beter
was één daarvan te schieten, en
straks een goed middagmaal te heb
ben, dan te blijven zoeken naar de
leeuwen, zagen wij plotseling de ge-
heele kudde opschrikken en met groo-
te haast wegstuiven. Meteen zagen
wij een geel voorwerp van achter
eenige struiken te voorschijn komen,
de kudde een honderd meter volgen
en toen blijven staan.
Dadelijk daarop bereikte een luid
gebrul onze ooren oude Koning Leo,
de leeuw, had zijn doel gemist en
zijn maal was hem ontgaan. Hij stond
on brulde, en toen de geiten verdwe
nen waren, draaide hij zich om en
verdween weer in de struiken, waar
hij uit was gekomen een leeuw, die
kwaad en zeker ook hongerig was,
anders was hij niet bij vol daglicht
op de jacht geweestgeen pleizierig
heest, om in donker tegen te komen,
dacht ik bij mezelf
Ik raadpleegde-den jager deze stel
de moedig voor om met de beide Kaf
fer-jongens naar de plek te gaan,
waar wij den leeuw gezien hadden,
maar liefst er eerst omheen te trek
leen, zoodat zij hem op konden drij
ven, tot ik hem onder schot kreeg.
Die kans was niet groot natuurlijk,
maar het was toch heel goed moge
lijk, zoodat ik het voorstel aannam.
Ik stelde mezelf op achter een paar
dikke struiken en leunde met den rug
tegen een flinken boom, den eenlgen,
die in den cmtrek te zien was, en
daardoor een prachtig teeken voor de
Kaffers, om mijn plaats te herken
nen.
Ik maakte het me zelf zoo gemak
kelijk mogelijk, want de dag was
warm en de :ijd, dien de Kaffers noo
dig zouden lubben, om om de plaats
heen te loopen, zou niet heel kort
zijn, dat begreep ik wel en toen viel
ik in slaap. Hoe lang ik zoowat gele
gen heb, weet ik nietik denk onge
veer twee uur, en toen werd ik plot
seling gewekt door een ontzettend
geluid vlak bij mij en ik sprong op.
Meteen wist ik, dat het het gebrul
was van een grooten leeuw, die voor
mij stond.
Nu schijnt het, dat iemand, die on
verwacht in zijn slaap gestoord wordt
niet altijd zijn verstand bij elkaar
heeft, 'leuminste ik had het niet. Ik
deed, wat in dit geval zeker het dom
ste en gekste is, wat iemand doen
kan, want nauwelijks had ik den
leeuw, die gereed stond mij te be
springen, gezien, of ik liet mijn ge
weer, dat mij uit de handen was ge
gleden, en vlak bij mij op den grond
lag, in den steek, greep een laaghan-
gc-iidon tak, tect en slingerde mijzelf
iu den boom, waar ik spoedig eeu
plaats had, die mij voor 't oogenblik
huiten gevaar stelde. De leeuw deed
den sprong niet. Het onverwachte
van mijn beweging had hem waar
schijnlijk verschrikt, want hij volgde
mijn bewegingen en gromde, maar
week niet van zijn plaats.
„O, had ik mijn geweer maai' l"
dacht ik. Ik kon het zien liggen, vlak
bij den boom. Eén geluid uit den
kleinen mond van dien ronden loop
was voldoende, om den grootsten
leeuw tot zwijgen te brengen.
„Ga toch heen, leelijk beest 1" riep
ik tegen hem, maar dit scheen geen
indruk op hem te maken, althans hij
kroop iets naderbij.
Toen lag bij weer stil en loerde mij
aan zoo nu en dan opende hij den
muil en liet een prachtige rij tahden
zien. Het was werkelijk één van de
grootste en mooiste leeuwen, dien ik
nog ooit gezien heb.
Ik riep zoo hard ik kon om den
jager, die mijn tweede geweer droeg,
en hoopte{ al vreesde ik ook het te
gendeel, dat hij mij zou hooren en
komen. Maar natuurlijk er kwam
niemand. Naderhand verleide hij mij,
dat hij noch mijn roepen, noch het
gebrul van den leeuw had gehoord.
Maar ik ben er zeker van, dat hij het
laatste gehoord had. Het bleek dan
ook, dat de Kaffer-jongens, toen zij
het brullen van den leeuw dicht bij
de plelc, waar zij mij hadden achter
gelaten, hoorden, en daarop geen
geweerschot van mij volgde, eene
treurige gevolgtrekking omtrent mij
hadden gemaakt, en zoo gauw zij
konden uaar het kamp waren terug
gekeerd, om aan mijn makker zonder
omwegen te vertellen, dat een groote
leeuw mij niet alleen gedood, maar
ook opgegeten had.
Maai- Bakker nam, met het oog op
de waarheidsliefde van de Kaffer-
jongens, de zaak nogal kalm op, en
ging onmiddellijk uit, om mij te zoe
ken."
(Wordt vervolgd).
(Blieven, bestemd voor de Redac
tie der Kinder-Afdeeliug moeten ge
zonden worden aan Mej. M. C. van
Dooiiii, Wagenweg 88, Haarlem).
HUBERTUS B. Wel Hubertus, wat
hob jo me verbazend veel plezier ge
daan met jo mooie bloemen! Het
was eon heerlijke verrassing, hoor
Ze zijn nog zoo praohtig Ook wel be
dankt voor do kaartjes, erg aardig
om die ook nog te sturen 1 Ik zal je
eens schrijven als ik thuis ben op
een Zondagochtend, maar do eerste
weken heb ik hot erg druk, dus ik
weet niet of het er ai zoo heel gauw
van komtPrettig, dat je me toch
niet overslaat, al heb je ook geen
tijd om een langen brief te schrij
ven Ik hoop erg, dat je inzending
mooi uit zal vallen 1 lk ben toch zoo
verlangend om te weten wat het
wordt 1
HENRI C. Je bont de eerste, Hen
ri, en de minste zal je zekor wel
niet zijn. Wat heb jo dat netjes in
elkaar gezet. Hij loopt prachtig,
hoor I
CATO B. Je briefje was de vorige
week te laat, en Herman heb ik nog
niet gezien. Was het toch wat te ver
voor hem, of komt hij op een ander
keertje eens mee Ja, aan die kousen
zal je wol heel wat te doen hebben.
Kan je ze alleen in orde houden Je
kunt het nu bij 't gas ook zeker veel
beter zien, hè? Makon jullie 't for
nuis ook wel eens aan, of kun jo het
niet het gas alleen af? Er staat al
weer een raadsel van je in de cou
rant, zie je wel
TRUUS B. Nu zal de inzending
wel gauw komen, denk ik. Ik var-
lang er al naar. Heerlijk, zoo'n dag
of 3 vacantie ineens, hè 't Is net,
of zoo'n onverwachte vacantie veel
prettiger is, dan oen, waar je al lang,
op gerekend hebt, vind jo niet? Is
Jantje erg bang voor do hagedis?
Plaag hem er dan maar niet mee,
hoorJe raadsel is best en zal ik
plaatsan. Ik moet in Schoten toch
oens gaan kijken naar de markt. Op
wolleen dag is het er hot aardigst
Heeft Sieger het zoo druk tegen
woordig
BEPPIE M. Wol, Bep, wat een
verrassing was dat op je verjaardag.
Nu, dat zal het volgend jaar op 4
Oct. zeker een groot feest zijn. Dab
was toch ook een prachtig verjaar-
presentje, hè? Hoe gaat het nu met
Moedor? Is ze al weer wat flinker?
on halpein jullie goed Wie zou de
liefste zijn-: Annie of Jansjo? Groei
en ze allebei goed en zing je wel
eens een versje voor hen Of huilen
ze dikwijls? Nu, pas maai' goed op
ze, hoor
HENDRIK V. Van harte gefelici
teerd, hoor, al ben ik nog 2 dagen te
vroeg. Je moet me van de week maar
eens schrijven, of je een prettige®
dag gehad hebt.
ZUS D. Ik ben erg nieuwsgierig,
wat de inzending worden zal, Zu9,
maar 't zal wel aardig uitvallen,
donk ik Moet je nog meer hand
werkjes maken tegen Sint-Nicolaas,
en ben je er al mee begonnen
W. ITJESHORST. Je raadsels zijn
goed en zal ik plaatsen. Bij het twee
de had je de oplossing vergeten.,
maar ik geloof, dat ik het wel raden
kan. Ik ben erg nieuwsgierig naar
je inzending. Zou zij van de week
nog klaarkomen
MARIA U. Wat is liet lastig, dat
zoo'n krant zoo dikwijls weg is, hè?
Je moet in het vervolg den Zaterdag
avond maar dadelijk een mooi plaats
je geven, dat j> hem altijd weer vin
den kunt. Hoe komt het, dat je niet
naar school gaat?
NELLY en WILLEM W. Je nieuw©
raadsel zal ik plaatsen. Jullie heb
ben het toch zeker niet zelf bedacht,
is 't wel? Vind je heit bedenken van
raadsels ook prettig en wat voeir je
's avonds alzoo uit
BETSY en TOOTJE v. W. Wat ga
jij ook al kourig schrijve®, Tootje 1
Ik geloof, dat je den laatsten tijdi
hard vooruit bent gegaan, liét boek,
dat je gekregen hebt, ken ik niet.
Heb je het al uit Van wie hebben
jullie pianoles en hoe heet de cantor
te, waar jullie aan mee doen Ik zal
eens in de courant kijken misschien
staat er wel in, hoe of Too gespeeld!
heeft. Welk stuk speel je, Too, ear
welk stuk Betsie? Doe je op school
na alles gewoon mot de andere kin
deren mee, of mag je bijv. mot reke
nen verder gaan en een volgend
boekje doorwerken Nu, de volgendo
week zie ik je misschien wel.
A. C. v. d. W. Als je den Zater
dagavond dikwijls leest, heb je zeker
wel gezien, dat er nooit vragen over
het ruilen van postzegels, enz. ge
plaatst worden. Als we daar eenmaal
mee beginnen, komen er zooveel vra
gen, over ruilen van Verkade-plaat-
jes, zwartjes, havermout beestjes, eti
ketten, enz., dat we de heele courant
er wel mee vol kunnen maken. Nu
spreek ik veel van do kinderen en wil
dus wel eens vragen, of er ook eon
is, die met je ruilen wil. Maar jij
ziet op school toch ook een heeleboeli
andere kinderen. Kan je het daarmee
niet eens worden? Als je eens raad
sels, of begraven steden, of iets der
gelijks inzendt, wil ik die heel graag
plaatsen.
JO en FRANS v. E. Vindt je de
raadsels tegenwoordig zoo moeilijk?
Wal, er moeten toch ook wel altijd)
een naar lastige bij zijn voordegroo-
tere kinderen. Maar jullie kunt toch
wel goed raden, geloof ik?
ANNIE en TRUUS v. d. L Heeft
Annie dezen keer het briefje gesenre-
v-en en l'ruus de raadsels of ver
gis ik mij er in? Waar hebben jul
lie die mooie raadsels toch vandaan
gehaald? Dat van die vogels heb je
toch zeker niet zelf bedacht, is t
wel? Het lijkt mij wel heerlijk, om
bij een grootvader met eon grooten
boomgaard te logeerenmaar hoe
kwam liet, dat jullie met de nichtjes
aan 't kibbelen gingen Waren zij
even oud als jullie? Zou je ar, aLs
't weer vacantie is, ook weer heen
gaan
RUURTJE A. Alweer allemaal
goed. Jij kunt het, hoor! Je begra
ven plaatse® zijn ook goed en zal ik
zeker plaatsen. Als je het bedenken,
ervan prettig vindt, moot je er maar
eens een stuk of 10 tegelijk inzenden,
dan plaats ik ze apart, net als de
strikvragen soms.
Begraven rivieren of begraven jon-
gviis- en meisjesnamen kan ook wel.
Vindt je het prettig? Ik ben nieuws
gierig naar je inzonding. Was dat
ook een zuster van je. die op de fiets
het briefje bracht Wat leer je alzoo
van koken en voedingsleer Kan je
nu al eens een dag het middagmaal
voor je rekening nemen en wat
maak je dan klaar Het boek, dat jo
opnoemt, heb ik niet.
NANNE N. Wat een prachtige sa
menspraak moesten jullie opzeggen.
Hob je het goed duidelijk gezegd 't
Was gelukkig niet zoo'n heel lange,
liè? Ik zal zo goed voor je bewa
ren. Ik vind het best. als je weer
eens eon paar mooie raadsels stuurt.
Zou je inzending op tijd kiaar ko
men? Doe Cor mijn groeten.
JETTY B. Ik vind je plan heel
goed. Het bedenken is haast nog het
moeilijkste, vind je niet? Ja,-ik kan
ze best on als de kleuren mooi zijn,
staan, ze ook erg aardig. Voor wie
heb je ze nog meer gemaakt of
draag je ze zelf Ik heb het 1ste raad
sel goed gerekend, want dat is ook
een goedo oplossing, maar het vierde
niet.
GERARD A. De raadsels, die je in
zendt, zijn goed. Jij zorgt, dat ik al-
lijd voorraad heb, hè Dat is flink
zoo. Ja, slecht gereedschap is altijd
een bezwaar, maar or zijn ook wel
dingen te bedenken, waar niet voel
gereedschap voor noodig is. Vind je
dit boek ook mooi
JAN en ROELOF v. V. Je raadsels
waren goed. Ik heb er dadelijk eon
geplaatst, zooals je ziet. Wie van jul
lie had nu do oplossingen gesclire-
ven
M. C. VAN DOORN.
Eindspel van den Heer C. II. B.
Wit
Zwart schijven op 6 en 14. Wit een
schijf op 8.
Zwart begint, wit wint.
De verschillende zetten die zwart
kan doen, met het antwoord daarop
van wit, moeten telkens worden aan
gegeven.
Oplossingen aan bovengenoemd
adres s. v. p. in te zenden vóór Don
derdag 12 November a.s.
DAMCURSUS.
Wij herinneren den leden van de
Ilaarlemsche Damclub, en den lief
hebbers van het Dampsle, die nog"
geen lid zijn van eenige Damclub, dat
a.s. Maandagavond te 8 uur precies
in het gewone speellokaal (bovenzaal
Café Suisse, Smedestraat) de door
den Ileen Broekkamp te houden cur
sus een aanvang neemt en deze cur
sus geheel kosteloos gegeven
wordt.
Aan den Trio-wedstrijd, die Dins
dagavond 1.1. plaats had in de Dam-
vereeniging „Amsterdam" ter gele
genheid van haar driejarig bestaan,
namen drie leden van de Haarlemscho
Damclub deel. De Heer J. Jacobson
Azn., mocht van de 4 te behalen pun
ten er drie veroveren. Hulde!
EEN ERNSTIGE ZAAK
inaakt nog al veel opschudding Ln
Frankrijk. Vier jongelingen, die on
langs do eloctriciteitsschool van Pa
rijs verlieten, waar zij hun diploma
van ingenieur hadden bekomen, zijn
aangehouden en in de Santé opgeslo
ten, onder beschuldiging vaJsche
stukken van 10 fr. te hebben ge
maakt.
Een hunner is de zoon van een al-
gemeenen raadsheer van het departe
ment der Manche, een andere is de
zoon van een avoué van Rennes; de
derde is de zoon van een groot koop
man van Marseille en de vierde de
zoon van een bekend geneesheer van
Amiens.