HAARLEM'S DAGBLAD. *^JÏÏ2SL
Stadsnieuws
Onze Lachhoek.
FEUILLETON
De Me Pimpernel
OM ONS HEEN
Mo. 833.
Werklust.
We hebben "onlangs in de bladen
de spattende mededeel mg kunnen
vinden, dat op da Ministerleën to
Den Haag hoogstens zes uur daags
gewerkt wordt en dat het op
kei Ministerie niet meer dan vier en
ieen half uur per dag beloopt.
Ik zal dezen beer niet wijzen op de
geldverspilling, die daarvan het
{Volg is en die ook misschien zoo heel
groot niet wezen zal, daar de a/mi te-
'naren aan de Ministeries sleobut be
taald worden.
Maar waar ik medelij dien mee heb,
rdat is met die ambtenaren zelf* om
dat zij het werken verleeren.
De democratische denkbeelden van
de laatste kwarteeuw hebben
en kwaad in onze samenleving ge
sticht. Het kwaad is o.a. dit, dat er
een soort van leer verspreid !s, alsof
de arbeid een vloek zou zijn. Let
wel, dat ik niet van övermatlgen ar
beid, maar van een gewone, normale
dagtaak spreek. Ik zou die voor han
denarbeid op tien uur per dag er
ivoor hersenwerk op iets minder wil
len gesteld zien, maar lm het begin
van de sociaal-democratische propa
ganda vond men niet alleen acht uur
het redelijkerwijs te vergen maxi
mum, maar verdiepte zich zelfs to de
Vraag, hoe weinig uren een mensch
wel zou behoeven te werken, wanneer
ledereen, zonder onderscheid, in
maatschappij aandeel to den arbeid
had. Zoo heb ik eens een spreker hoo-
ren becijferen, dat to dit geval nie
mand méér dan drie uur daags zou
behoeven te werken.
Toen hij dat gezegd had, toefde
de spreker even en nam een teugje
water. Hij wachtte het effect van die
verklaring af en ze liet-niet lang op
zich wachten. De vergadering juichte
uitbundig drie uur daags werken
wat een buitenkansje. De verstandig-
fiten dachten waarschijnlijk wel even
na over de vraag, wat zij met de rest
.van den dag zouden móeten begin
nen, maar ook daarvoor wist de spre
ker raad. De overige uren zouden de
menschen gelegenheid he-bben, om
zich te ontwikkelen en tot ontspan
ning.
Wanneer die toestand ooit komt,
Wat ik niet geloof, dan zal het zeker
niet voor over duizend© jaren zijn
wanneer alle menschen afkeerig zul
len zijn geworden van de kroeg en
hunne ontspanning zullen zoeken in
het lezen van goede boeken, in het
maken van wandelingen, in het aan-
hooren van goede concerten en het
voeren van nuttige gesprekken, wan
neer alle menschen de neiging tot lui
heid zullen hebben overwonnen, kort
om wanneer ze wonderen van deugd
en braafheid zullen zijn geworden.
De lezer becijfere nu zelf, hoe lang
dit nog duren moet.
Maar om tot het heden terug te
keerenonze spreker was dus des
tijds van meeuing, dat de dagelijk-
sclie arbeid een kwelling is, die voor
al zoo kort mogelijk moet duren. Dit
beginsel heeft helaas In alle klassen
van de maatschappij weerklank ge
vonden. Gedachtenloos elkaar napra
tende komt men zoo licht tot de over-
ttoging, dat wie veel werken moet,
een beklagenswaardig mensch moet
heeten. En dat waarlijk niet onder
de arbeiders alleen. „Ga je 's avonds
nog naar je kantoor wordt met me
delijdende verbazing aan den koop
man gevraagd, die zijn werk niet om
half zes of zes uur eindigt. En wan
neer iemand verklaart,,ik heb het
dezer dagen zóó druk", dan trekt hij
daarbij een gezicht, alsof hij de ramp
zaligste mensch van de wereld is, te
meer omdat vrouw en kinderen in
den huiselijken kring maar al te vlug
bij de hand zijn, om den armen man
en vader te beklagen, die het immers
zoo druk heeft i
Xls ik kom dan zou ik al die klagers
willen zeggen, dat ze zich zoo deerlijk
vergissen. De dagelijksche arbeid
geen vloek, maar een zegen. Onder
één voorwaarde, en die is, dat ze met
energie en toewijding wordt verricht
Ik herinner me, dat ik eens een jong*-
mensch zag, die met een norsch ge
zicht op het kantoor aan zijn lease-
naar zat en die blijkbaar maar geen
gang in zijn werk kon krijgen. „Wat
scheelt er aan werd hem gevraagd.
Hij had, naar t kantoor gaande, een
rijk man ontmoet, die op een dogcart
zat en een rijtoertje maakte. „Dat is
pas een leventje", zei hij, „heel wat
anders dan op een kantoorkruk zitten
em je vingers blauw schrijven 1"
Maar hij dacht er geen oogenblik
aan, of die rijke man misschien uit
verveling was gaan rijden en, zoo
niet, of hij misschien andere zorgen
had, die hij door een rit wou trachten
te ovenvinnen. Want onze fout, de
groote fout, die wij alien op
beu/rt maken, is deae, dat we doen,
als-of rijke en aanzienlijke menschen
gelukkig zijn omdat zij geld hebben,
terwijl we, als we alles wisten, hun
zorgen en bekommernissen, hun te
leurstellingen en angsten, vaak
zouden willen overnemen.
Want juist tegen zorg en tegen
spoed is de gezette arbeid zoo'n af
doend geneesmiddel. Zit stil en rol
daarbij alle kleine onaangenaamhe
den in uw hersens rond ze groeien
aan als sneeuwklompen. Maai* ga aan
uw werk en weldra slinken ai die
kleine zorgen, om weldra te verdwij
nen. Vraag het aan renteniers, hoe
dikwijls ze zich vervelen, hoe allerlei
bagatellen hun onoverkomelijke be
zwaren lijken, hoe lang hun de dag
kan zijn. En vergelijk dan daarbij
zeiven, wanneer ge, na het dagwerk,
tot rusten komt, u tevreden voelt over
een overwonnen moeilijkheid, over
sn behaald succes.
Maar dit 1s zeker die voldoening
ov-er de gedane dagtaak is alleen mo
gelijk voor wie zijn werk met inspan
ning van al zijn krachten heeft ver
richt. Die bij den aanvang al geeuwt
en rekt is voor den heelen dag ver
loren. En toch zijn er duizenden, die
hun werk alleen doen omdat ze an
ders van honger zouden moeten om
komen. Met een zekeren tegenzin en
wrevel, alsof de Arbeid zelf da aarts
vijand en de onmiddellijke chef diens
handlanger was. En met spot
en hoon voor een ander, die plezier
in zijn werk heeft en houden w'I en
die door hen voor strooplikker en
oogendienaar wordt uitgescholden.
Alsof er een soort van schande in stak
wanneer iemand het hem opgedra
gen werk met alle kracht vervult.
Welnu, ik heb nog nooit van mijn
leven iemand gezien, die zich geheel
aan zijn werk gaf en die daarvan
niet de vruchten plukte, zoowel in
'gen voldoening, als in stoffel ij ken
YOoruUgang. Hij mag dan moeilijke
oogehblikken hebben doorgebracht,
toen kameraden of collega's hem ve
nijnig over zijn ijver bespotten of be
vitten, op den duur trekt hij aan 't
langste eind en laat de anderen ach
ter zich. Zoo wint hij het van hen in
zedelijke voldoening en in stoffelij-
ken voorspoed, die immers twee voor
name factoren zijn van aardsch ge
luk.
En nu moet niemand zeggen „ik
zou me wel willen inspannen, maar
mijn werk is zoo saai en eentonig I"
Er is geen enkele bezigheid, die n'et
haar sleurzijde heeft, haar routine
van allen dag, maar evenmin is er
één vak, waarin niet door nadenken
en ijver frischheid en verbeteringen
te brengen zijn. Alleen het werk, dat
geen voldoening geeft, is vervelend.
Maar alle werk, dat met hart en ziel
wordt uitgevoerd, moet voldoening
geven. Zoo geeft zelfs de eenvoudig
ste beziglie!d recht op tevredenheid,
wanneer hij, die ze d-eed, bij zijn rust
bedenken kan, dat hij er alle krach
ten aan heeft besteed.
Zij die ntot werken, die zich hooit
vermoeien, kennen het genoegen van
dez8 rust niet, zij missen een levens
genot.
't Is waar, dat onze gaven verschil
lend zijn. Wat de een spelenderwijs
verricht, brengt de ander in 't geheel
niet tot stand. Toch is er voor ieder
een taak. Het komt er alleen maar
op aan, die met inspanning yan alle
krachten tot te voeren. Ik heb eens
een verstandigen vader ontmoet, die
erkende, dat zijn kinderen niet vlug
waren en alleen met moeite hun klas
se bijhielden. „Maar toch", zed hij.
„maak ik me niet ongerust*' want er
zit een ijverige natuur in en een
voel van verantwoordelijkheid tegen
over de taak, die zij moéten vervul
len. Als dat zoo blijft, komen mijn
kinderen wel terecht."
En zoo is het ook. Hot zal een ge
lukkig geslacht zijn, dat opgroeit in
de overtuiging, dat elke eerlijke ar
beid een zegen is, die zijn voldoening
van zelf met zich meebrengt.
Laat ons dan oppassen voor ie Ian-
xa arbeid, voor slaverig werk
maar ook, en veel meer nog, vóór
afpassen van ons werk in uurtjes,
waar we niet buiten willen gaan.
Waarlijk, er worden er meer ziek van
weinig, dan van veel werk.
J. C. P.
STUKKEN VAN DEN RAAD.
B. -en W. stellen voor, van de Bin-
nenlandsche Exploitatie Maatschap
pij van Onroerende Góederen en van
den heer G. P. J. Beccari, om niet
iin e'geniom voor de gemeente te
aanvaarden verschillende perceelen
voor straat bestemden grond aan
den Schotersingelvan de eerste
een perceel van 670 vierk. meter en
een perceel van 8 vierk. meter, van
den tweede een perceel van 1530 vierk.
meter. Dé gemeente geeft daarvoor in
uil aan de maatschappij een perceel
van 16 vierk. nieter*.
De adressanten willen bepaald zien,
dat de gemeente op zich neemt de be
doelde gronden te beliarden, van rio-
leering en verlichting te voorzien, te
gen betaling door hen van een som,
door de gemeente te bepalen, met uit
zondering van de kosten langs den
schotersingel, als zijnde dit al een
bestaande publieke weg, ter verbree
ding waarvan de adressanten grond'
afstaan.
B. en W. nemen met een en ander
genoegen-, alleen willen zij de maat
schappij ook de kosten laten betalen
van de openbare werken in de reeds
aan de gemeente toebehoorende strook
jrond langs den Schotersingel. In de
omstandigheid, dat het bouwterrein
gelegen is langs een weg, die voor een
.weetal jaren door de gemeente op
nieuw is aangelegd, ligt h. i. al voor
de maatschappij het voordeel, dat zij
voor dien weg geen grond behoeven
af te staan en geen kosten voor open
bare werken behoefden te voldoen.
B. en W. stellen voor de grond-over
dracht goed te keuren, onder bepa
ling, dat het terrein eerst wordt op
gehoogd tot ped, dat de schoeiingen
worden onderhouden, en dat f 12.263
gegeven wordt tot bijdrage in de kos
ten voor openbare werken.
Voorts vragen B. en W. een crediet
van f 11.148 voor het uitvoeren van
openbare werken, en 3079 voor open
bare werken van den Schotersingel,
welk laatste werk eerst zal worden
uitgevoerd, als de maatschappij een
bijdrage van f 3079 geeft.
(Raadsstuk 378).
dö Gedempte Oude Gracht, 5e. do
Damstraat van het Spaarne naar het
Klokhuisplein, 6e do Lange Veer-
straat naar de Kleine Houtstraat, 7e.
de Korte Veerstraat van de Lange
Veerstraat naar het Spaarne, 8e. de
Korte Begijnestraat van de Lange
Begijnestraat naar de Bakenesser-
grachl, 9e. de Valkesteeg van de
Klerk steeg naar den Koudenhorn, 10e.
do Vrouwesteeg van de Baken ess er-
gracht naar de Klerksleeg.
(Raadsstuk 2121,
Bank van Leening.
B. on W. stellen voor goed te keu
ren de rekening en verantwoording
van de Bank van Leening over 1907—
1908, «en het saldo 443.21) te 6torten
In de gemeentekas.
(Raadsstuk 887).
Ontwikkeling vafi politie
beambten.
De Haarlemsche Polillevereemigto i
„Verbetering zij ons streven" heef
besloten een vak- em taalcursus te or
gan iseeren.
Hieraan kunnen deelnemen de le
den dar vereeniging, onbezoldigde
rijks- en buitengewone veldwachters
van Haarlem, die geen lid der veree
niging kunnen zijn, en rijks- ei
me ante-veldwachters buiten Haarlem.
De cursus wordt gegeven Dinsdags
en Vrijdags van 6 3/4 tot 8 8/4 uur,
elk deelnemer mag een les per week
bijwonen.
Voor leden bedraagt het leergeld 5
cent per avond, voor met-leden tien
cent.
ALs leermeester is aangesteld de
heer A. .Lankaster, onderwijzer te
's-Gravenhagp, die ta het bezit Is van
hot pol'lie-diploma met aanteekentog
vanwege den Bond.
Deelnemers moeten zich voor 22-
November bij het bestuur van Verbe
tering zij ons streven aanmelden.
Belasting.
B. en W. van Haarlem doen te we
ten, dat het le suppletoire kohier voor
ds plaatselijke directe belasting naar
het inkomen dezer gemeente, dienst
1908, ter invordering van de daarop
voorkomende aanslagen op heden
aan den gemeente-ontvanger is ter
hand gesteld, en dat ieder verplicht is,
zijnen aanslag op de door hen volgens
art. 23 der verordening op de heffing
an deze belasting gestelde termijnen
te voldoen, alsmede dat afschrift van
het kohier gedurende vijf maanden,
ngaande heden, voor een leder ter
plaatselijke secretarie (4e afdeellng)
ter lezing ls nedergelegd.
Verkeer met motorrijwielen en fiet
sen.
Het komt B. en W. gewenscht voor,
dot eenige straten voor motorrijtui
gen op meer dan twee wielen worden
gesloten Korte Jansstraat, Bake-
nessergracht Westzijde, Tempeliers
straat, Ridderstraat, Lange Wijn
gaardstraat en Korte Wijngaard
straat dat de Noorder- en Zuider
schoolsteeg gesloten worden voor het
verkeer met motorrijtuigen en rijwie
len, en dat de volgende wegen met
motorrijtuigen en rijwielen slechts
bereden mogen worden in de bij iede-
ren weg aangegeven richting, te we
ten le. de Turfsteeg vau het Spaar
ne naar de Kleine Houtstraat, 2e. de
Berken rod-esteeg van het Spaarne
naar de Lange Veerstraat, 3e. de Ja
cob ij nestraat van de Gedempte Oude
Gracht naar de Koningstraat, 4e. de
Stoofsteeg van de Koningstraat naar
GEVONDEN VOORWERPEN.
De quaestie aangaande gevonden
oorwerpen is nu in een andere perio
de aangeland.
Wij hebben ons er steeds tegen ver
zet, dat de voorwerpen aan de zorg
van de vinders -werden toevertrouwd,
ook tegen bun zin. Het was en is onze
overtuiging, dat de politie zelf, als
openbaar orgaan, zich met deze af-
deeling van gemeentezorg ln al haar
Volheid dient te belasten. Is zij daarop
nu niet ingericht, dan dient zij maat-
regelen te nemen om de zorg voortaan
geheel op zich te nemen.
Zoo schreven wij en niet zonder
succes. Voortaan worden althans de
kleine voorwerpen aan 't bureau be
waard. Op de groote moeten de eer
lijke vinders, veelal klein behuisde
menschen, zelf blijven passen. En een
andere nieuwigheid is, dat bij het
lijstje van gevonden voorwerpen, dat
wij dagelijks van de gemeente-secre
tarie ter plaatsing ontvangen, nu de
namen en adressen van de vinders
zijn gevoegd.
Zoo is dan ons bureau op eens als
't ware ingeschakeld in den loop der
zaken. Wij hebben ons dat voorloopig
laten welgevallen, omdat wij gaarne
meewerken tot een zaak van alge
meen belang. Evenwel onder één
voorbehoud. Wanneer men bij ons
komt klagen over onjuiste namen of
adressen, wanneer men wat niet
onmogelijk is ons bureau langza
merhand als een soort aanzegshuis
van gevonden of verloren voorwer
pen mocht gaan beschouwen, dan ver
melden wij geen adressen meer en
verwijzen opnieuw den arbeid en den
last daarheen, waar die naar onze
meening uitsluitend behooren, name
lijk uaar het bureau van politie.
HET TOONEEL
„DE WERELD DOOR DE
„KONINKLIJKE".
Neen maar, nu wordt 't toch wel
wat al te erg
Hebben ze op het „Leidsche Plein'
nu n/tots anders meer voorradig dan
wat oude, opgewarmde kost van 'n
vijftien of twintig jaar geleden? Eerst'
komen de koninklijke acteurs en ac
trices met Franpilion, van 'n twintig
of meer jaren geledendaarna ver
schijnen zij met dé afgespeelde
„Demi-mandie", van ook al eenige
tiental ton jaren oud; en nu hebben
ze werkelijk ook nog den. moed met
„De wereld waarin men zich ver
veelt", dat ook al eenige kruisjes ach
ter dién rug heeft, te komen aanzet
ten,
Terwijl de gezelschappen van
Ro ij aards, van Verkade en van Van
der Horst hun beat doen om cxns wat
nieuws te brengen behoeven we te
herinneren aan „Mevrouw Warrens
bedrijf", aan „Een ideaal Echtge
noot" of aan „De Groote Vlucht"
komt men van den schouwburg, dte
een koninklijk predicant draagt, met
oude Dumasjes (zoon au vader)
Pailteronijes aandragen
We zouden dan ook wel eens wil
len weten, wat men op liet Leidsche
Plein van ons, Haarlemmers nu
eigenlijk wel denkt. Dat we ingedut
te provincialen zijn, die nog de mo
des vion hun grootvaders dragen en
twintig jaar bij hun tijd ten achter
zijn Of is men zelf op het Leidsche
Pteto bezig te mummificeer en
Palillerons stuk is door die „Ko
ninklijke" zoo diood gespeeld, dat er
in heit spel geen ziel of heerlijkheid
meer zitalle spontanicteit is er uit
zij geeft nog slechts hét hfgekloven,
karkas Le zien van wat eenmaal 'een.
blozend lichaam was. En de acteurs
en actrices gelijken in dit tooueel-
spel uieer op ambtenaren, die precies
op tijd hun werk doen en zorgen dat
hun rol uit hun mond komt, dan op
vrije, spontane a/rtiston. Men zou
kunnen zeggen, dat de Hertogin de
Révflile (die van Sjoopehouw.
sprak voor Schopenhauer) door de
ambtenaar mevr. Holtrop word
speeid^ Bellac door den ambtenaar
Clous, Roger do Céran door dien
ambtenaar De Jong, enz. 't Was ul-
les duf en doodsch en vlak; alleen
Rika Hopper ais de achttienjarige
Suzanne bracht er af en toe aan fris-
schen, opgewekten noot in.
De zaal was niet goed bezet en we.
konden die wegblijvers geen ongelijk
geven.
FRANS NETSCHER.
ORGELBESPELING
in de Groote of St Bavokerk te Haar
lem op Dinsdag 17 November 1908,
dei namiddags van 1 tot 2 uur, dooi
den heer W. Ëzerman.
Programma
No. 1. Preludium en Fuga, H&ndel.
No 2. Largo (2e Symphonie), Beet
hoven.
No. 3. Sonate, A. G. Ritter.
No. 4. Andantino, Rheinberger.
No. 5. Aria (Elias), Mendelssohn.
Concert Flesc h-R öntgen.
Men schrijft ons
Met, genoegen zal het muzikale
Haarlem vernomen hebben, dat de
hoeren Carl Flesch en Jul. Röntgen
hier een concert zullen geven. Het
programma, dat door de beide hoog
begaafde musici zal worden' ten ge-
hoore gebracht, bevatSonate F-dur
(Manuscript) door Jul Röntgen, in
herinnering aan Ëdv. Grieg (eerste
opvoering) piano en viool Variation
(op. 34), L. v. Beethoven, voor piano;
Aria van Teuagb'aMenuett van
MozartAndantino van Gluck en
Deutscher Tanz van Dittcrsdorf, voor
riool en piano Sonate op. ÜG G-dux,
van L. v. Beethoven, voor piano en
'iool.
De talrijke vereerders van Carl
Ftesch en zijn kunst, zullen niet na
laten door hun opkomst blijk te geven
van hun sympathie voor dezen groo-
ten kunstenaar.
D a m e s h o e-d e n.
Dezer dagen stapte bij liet wacht
huisje non do Kampervest e erne van
Amsterdam komende domo over op
een wagen van de ceintuurbaan. Ze
moest vandaar tot de Zijlbrug op het
balkon blijven staan... omdat de deur
openingen den* eleebrLsche trams niet
wijd genoeg bleken om het omvang
rijke hoofddeksel der dame door te
Laten.
Vrij e- en or deoefeningea
Amsterdam, 11 November. Geslaagd
de dames A_ Klaver te Hoofddorp, A.
an Amstel te Heemstede.
Is 't niet grappig, dat de beruch
te voorvechtster voor de vrouwen-"
rechten en de vijandin van 't man-
nendom. Juffrouw Drebbel, getrouwd
Zij heeft misschien met don be
trokkene nog een speciaal appeltje te
schillen,
Ze zeggen, dat vrouwen het
verschrikkelijk vinden een oudo vrij
ster te worden, zei de mijn 1/eer Stoke_
brand.
Dat doeai ze Jozef, antwoordde
zijii echlgenoote. Je moet maar eens
bedenken mol wat voor exemplaren
van het mannelijk geslacht ze soms
trouwen om aan 't ongeluk te ontko
men.
Jozef Stokebrand deed er verder het
zwijgen maar toe.
Een weduwnaar met vier kinderen
had eeno weduwe met twee kinderen
gehuwd; dit huwelijk was met nog
drie kinderen gezegend. Zekeren mid
dag tehuis komende, hoorde hij eon
vreeselijk rumoer en toen hij vroeg;
wat er aan de hand was, antwoord
de zijne vrouw
Och, niets jou kinderen en mijn
kinderen vechten weer met onze kin
deren.
Wonen er menschenetors In
Zandvoort, meester
Welnee, jongenhoe kom je
daaraan
In mijn leesboek staat: De be
volking Leiefl daar van de badgasten.
Joggle, hoe is het met je moeder
vandaag
Niet. best, notaris, ze heeft erg de
romantiek ln haai* rechter knie.
A.:: Zoo, 16 vandaag het testament
van die oude tante geopend?.... En
wat heeft haar neef gekregen
B.Een aanval van woede.
Deae middag, juffrouw, aan uwe
zijdo behoort lot de schoonste mijns
levens zal mij onvergetelijk blij
ven,
O, meneer l
Inderdaad, juffrouwik heb
nog maar zelden zóó lokker gegeten 1
Uit de Rechtszaal
ERNSTIGE MISHANDELING.
Een 20-jarige jongeling van Iloog-
made (Th. Hillebrandt) kon 't niet
verdragen, dat Pieter Po uw uit Al
kemade verkeering had mot con
meisje udt Iloogmade.
Enkele lezers zullen dit misschien
heel zonderling vinden, maar in
dorpsche streken is zootets een vaak
voorkomend verschijnsel. 's Lands
wijs, 's lands eer
Op 6 September is de wraak eerst
tot volle uiting gekomen. Theodoras
wilde goed dronken worden om moed
te hebban, eu> sloeg daarom eeniga
glazen biar met jenever* vermengd
maar binnen.
Zoo toebereid ging Tlheodiooris op
den loer staan. De een Iloogmade's
meisje beminnende Pieter kwam niets
kwaads vermoedende^, aanwandelen
en werd door Theodoras aangeval 1 etc.
Met een mes heeft hij hem loelijk
toegetakeld, gestoken en gesneden,
overal waar hij maar raken kon. Pie
ter kreeg o. a. een steekwonde vlak
bij het hart, en een snede over den
pcvla
Toen de snijpartij was afgeloopon
li-et Theodoras zijn slachtoffer maar
liggen, lieu later passeerendo wiel»
rxjtiar vond Pieter en zei je moet
naar den dokter anders bloed je ge
wis dood." Met veel moeite Uwara
Pieter bij den geneesheer, dr. Wil.
link, in Rijp-Wetertog, die hem ba-
handelde*. Dö wonden waren levens
gevaarlijk, terwijl er veeii kans had
bestaan, dat Pieter was dood ge
bloed.
De justitie in Haarlem zag den toe-
stand zóo ernstig in, dat zij naar
Hoogmode vertrok om een onderzoek
to te stelten.
Donderdagmiddag stond Theodoras
voor de Rechtbank terecht. Hij be
kende zijn misdaad, maar zei, 't niet
zoo erg bedoeld te hebben.
Het O. M. eischle tegen Theodoras
een gevangenisstraf van twee jaren.
Als ambtshalve toegevoegd verdedi.
ger trad op Mr. Slothouwer, die het
licht liet vallen op het gunstig verle
den van den beklaagde, en aandrong
op een lichtere straf, alsook op af
t-rek der preventieve hechtenis.
Naar het Engelsch door
Barones Orczy,
2)
Eenige uren na de ontvangst van
dit onbeschaamde bericht, hoorden de
burgers van het Comité van Algemeen
Welzijn, dat het verscheidenen ko-
ningsgezinden en aristocraten gelukt
was, de kust te bereiken en dat zij nu
onderweg naar Engeland en in veilig
heid waren
De wachten bij de poorten werden
verdubbeld, da wachthebbende ser
geants werden met den dood be
dreigd, terwijl groote belooningen
werden aangeboden voor de gevan
genneming van die brutale en onbe
schaamde Engelschen.
Er werd een som van vijf duizend
francs beloofd aan den man, die de
hand legde op den gehèimzinnigen
en onbereikbaren Rooden Pimpernel.
Iedereen voelde, dat Bibot die man
zou zijn, en Bibot zorgde er wel voor,
dat dat idéé bij iedereen vast wortel
schooten zoo kwam het, dat de men
schen eiken dag bij de Westerpoort
kwamen, om er bij tegenwoordig te
siln als hij de hand legde op een of
anderen vluchtenden aristocraat, die
misachten vergezeld zou zijn van dien
geheim zinnigen Engelschman,
Bah 1 zei hij tot zijn meest ver
trouwden korporaal, Burger Gros-
pierre was een dwaas I Als het mij
overkomen was, zooals hem onlangs
bij de Noorderpoort
Burger Bibot spuwde op den grond,
om zijn minachting uit te drukken
voor de stommiteit van zijn kame
raad.
Hoe heeft zich dat eigenlijk toege
dragen, burger vroeg de korporaal.
Grosp'erre hield goed de wacht
bij de poort, begon Bibot met luider
stem, lei-wijl de menigte om hem
hen gtog staan en begeeri'g naar zijn
verhaal luisterde. Wij hebben alle
maal van dien bemoeizieken En
gelschman gehoord, van dien Rooden
Pimpernel. Hij zal mijn poort niet
doorkomen, of hij moest de duivel zelf
zijn. Maas Grospierre was 'n dwaas.
De vrachtwagens gingen door do
poorten er was er een bij met vaten
geladen, en gemend door een ouden
man met een jongen naast zich. Gros-
pieri*e was een beetje dronken, maar
hij dacht heel listig te zijn hij keek
ln de vaten ten minste to de mees
te en zag, dat zij leeg waren, waar
op hij den wagen liet passeeren.
Een gebrom van woede en wraak
liep door de groep sjofele wezens, dte
zich om Burger Bibot verzameld had.
Eeu half uur later* zoo vervolg
de de sergeant, kwam ex een kapitein
van de wacht naar hem toe met een
peloton soldaten. „Is er een wagen
door de poort gelaten vroeg hij
ademloos aan Grospierre. „Ja",
zei Grospierre, „nog geen half uur
geleden." „En jo hebt hem laten
ontkomen schreeuwde de kapitein
woedend, „daarvoor zul je onder de
guillotine boeten, burger sergeant 1
In dien wagen was de voormalige
hertog van Chalis en zijn geheele fa
milie verborgen „Wat I"
sclireeuwde Grospierre ontsteld.
„Ja I en de voerman was niemand
anders dan dte Engelschman, de
Roode Pimpernel".
Een geloei van afschuw begroette
die woorden.
Burger Grospierre had voor zijn
stommiteit onder de guillotine ge
boet, maar wat een ezel ook 1 Och,
wat een ezel I
Bibot rnoest zóó lachen om zijn
eigen verhaal, dat het eend gen tijd
duurde, eer hb' voort kon gaan,
„Hem achterna, jongens I" riep
de kapitein, zoo ging Bibot na een
poosje voort, „denk aan de beloo
ning hen achterna, zit kunnen nog
niet ver zijn 1" En met die woorden
rende hij de poort door, gevolgd door
zijn soldaten.
Maar het was te Iaatschreeuw
de de .netogte opgewonden.
Zij hebben hom nooit gekregen 1
Venvenscht zij Grospierre voor
zijn dwaasheid I
Hij verdiende zijn lot f
Verbeeld je, om die vaten niet
stuk voor stuk na te zien
Maar deze uitvallen schenen Bur
ger Bibot bijzonder te vermaken hij
schudde van het lachen, en de tranen
stroomden Langs zijn wangen van
pret.
Neen, neenzei hij eindelijk,
die aristocraten waren niet in dien
wagenen de voerman was ook de
Roode Pimpernel niet I
Wat
Neon De kapitein van de wacht
was die Engelschman to een ver
momming, en zijn soldaten waren
allemaal aristocraten I
Ditmaal zweeg de menigtehet
verhaal deed aan het bovennatuur]ïi
ke denken en ofschoon men van God
en Zijn gebod niet weten wilde, toe),
was men er niet in geslaagd de vrees
voor het bovennatuurlijke in de har
ten van het volk te dooden.
De zon stond op het punt onder do
kimmen te verdwijnen. Bibot was var
plan de poort te sluiten.
Laten de wagens nu passeeren.
zei hij.
Een dozijn overdekte vrachtwagens
ongeveer kwamen in een rij nader
klaar om de stad te verloten, en den
volgenden morgen de voortbrengselen
uit de provincie ter markt te bren
gen. ZIJ waren Bibot bijna allen be
kend, omdat zij twee maal per
op lnm weg naar en uit de stad bij
hem voorbij kwamen.
Hij maakte een "praatje met een
paar voerlieden meestal vrouwe/n
en onderzocht de wagens van bin
nen zorgvuldig
Je kunt nooit weten, placht hij
te zeggen, ik ben niet van plan ge
snapt te worden, zooais die dwaas
Grospierre
De vrouwen, die de wagens be
stuurden, brachten gewoonlijk hun
dag door op de Place de la Grève,
onder aan het platform van de guillo
tine, waar zij zaten te babbelen en te
breien, terwijl zij keken naar de rijen
wagens, die aankwamen, beladen met
•ie slachtoffers van liet Schrikbe
wind. Zij vonden het heel grappig,
mi die aristocraten te zien aankomen
voor Madame Guillotine en er was
veel vraag naar de plaatsen bij liet
platform.
Bibot had dien dag dienst gehad op
le Place de la Grève. Ilij herkende
die meeste oude heksen, „trlcoteuses",
zooals zij genoemd werden, die daar
'.aten te breien, terwijl het eene hoofd
ta het andere onder het mes viel, en
zij zelf bespat werden door 't bloed.
I-Ia, moeder! Ben Jij daar? zei
Bibot tot een van die afschuwelijke
wezens, wat heb je daar
Hij had haar dien dag ook al ge
zien met baar breiwerk en baar
zweep bij rich. Nu had zij een bos
gekruld baar aan het handvat van
de zweep vastgemaakt, allerlei kleu
ren, van goudblond tot zilvergrijs,
blond on donker, en zij streelde het
met haar groote, beenderige vingers,
terwijl zij Bibot lachend aankeek.
Ik heb vriendschap gesloten met
Madame la Guillotine, zei ze niet een
schorren lach. De beul sneed deze
lokken van de hoofden af, als zij
naar beneden vielen. Hij heeft er mij
morgen nog meer beloofd, maar ik
weet niet of ik dan wel op mijn ge
wone plaats zal zijn.
En hoe dat zoo, moeder vroeg
Bibot, die, hoewel een gehard soldaat,
onwillekeurig huiverde over de dier
lijke wreedheid van dit schepsel, dat
een vrouw moest heeten, dit wezen,
dat zoo'n spookachtige trophéc aau
het handvatsel van haar zweep droeg.
Mijn kleinzoon heeft do pokkon
gekregen, zei ze, terwijl zij met haar
duim achterover binnen in den wagen
woes sommigen zeggen, dat het pest
is I Als zij het bij het rechte eind heb
ben, dan zal tk geen toestemming krij
gen, morgen Parijs binnen te komen.
Bij heit noemen vajn het woord pok
ken, was Bibot al haastig achteruit
gegaan, en toen de oude heks sprak'
over de pest, ging hij zoo ver moge
lijk van haar weg.
(Wordt vervolgd).