HAARLEM'S DAGBLAD.
Onze Lachhoek.
Haarlemsche
Handelsvereeniging
«ösUgek. t>« Kiu. teal, tbo n Kov. 1890
De Haarlemsche Handelsvereeni-
J;ing hier ter stede, opgericht 10 Mei
892, heeft in den loop van den tijd
Eel haar recht van bestaan bewezen.
i zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, is zij
opgetreden en dikwijls met groot
succès. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blijk geeft, dit te
waardeeren, door als lid der Vereeni-
ging toe te treden. Er zijn wel meer
dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, ja zelfs particulieren, moesten lid
worden, om tenminste te laten gevoe
len, dat men het werk op prijs stelt,
dat de Haarlemsche Handelsvereeni
ging steeds opneemt, als doende, wat
hare hand vindt om te doen.
De voordeelen, die de Yereeniging
buiten hare bemoeiingen van ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groote
tegenover de geringe jaarlijksche
contributie van 3.50, die gevraagd
wordt.
De Haarlemsche Handelsvereeni
ging bemoeit zich in de eerste plaats
er mede, de belangen van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan te
manen en informatiën voor hen in te
winnen. Bovendien hebben de leden
het recht, het hun gratis te verstrek
ken advies van den rechtsgeleerden
adviseur der Vereeniging te vragen,
die ook in proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel en het bedrijf der leden.
Dlijkt ia üöii isatstea tijd
dal mea dez-e aelangryfce voordee
len begini te wasrdeeren waai
saüeti Mei meldden ziek 67 aleawe
iedtüi a-iu.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
leden voor een haif jaar worden aan
genomen, doch slechts het 2e halfjaar
(van 1 November tot en met 30 April)
ad f 1.75 de halve contributie.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de
Haan Hugenlioltz en A. H. J. Merens,
Spaarne 94, alhier, die voor de leden
eiken werkdag van 24 uur des na
middags zijn te spreken.
Het bureau der Vereeniging is ge
vestigd Jansweg 11.
Voor incasso's door bemiddeling
der Vereeniging wordt een vast
recht van 5 pet. der vordering bere
kend-
Bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten van informatiën naar
buiten de stad woonachtige personen
bedragen 60 ets. per informatie, plus
vijl cents porto-vergoeding. Informa
tiën naar binnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt.
Pretentiën op buiten de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wanneer niet 10 ets. voor porto
vergoeding is toegevoegd.
Ruim 1748 informatiën en rechts
geleerde adviezen werden in het afge-
loopeu jaar gegeven.
In Augustus en September 1908 zijn
5i vorderingen tot een bedrag van
11266.53 1/2 betaald 11 vorderingen
worden afbetaald, 12 vorderingen
zijn uitgesteld.
Men wordt geraden »o te le
veren aan N. Wiebes, vrachtrijder,
Bloemendaalsclie Weg 209, Bloemen-
daal, VV. F. F. van Engelen, Bakenes-
sergracht 98, mejuffrouw A. Derni-
son, Prinsen Bolwerk 12, die goede
ren koopt op naam van eene Van
der Reep. C. Tack, sigarenhandel,
Spaarnwouderstraat 49, zich om in
lichtingen te vervoegen aan het kan
toor.
Volgens art. 7 dient het-geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames
of wat ook, moeten worden geadres
seerd aan het bureau, dat geopend
is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur
en "s namiddags van 2 tot 4 uur,
Waar dan ook verdere inlichtingen
zijn te bekomen.
Het Bestuur heeft bemerkt, dat men
soms meent, dat men, hoewel geen
lid der H. H. V., toch van haar infor
matiën kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
informatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor informatiën op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
PARIJSCHE BRIEVEN
LVI.
Gustavo Hervé zou eau dezer dagen
zijn ja ai* gevangenisstraf hebben uit
gediend of uitgezeten en dus weer op
vrije voeten worden gesteld. Edoch...
Hij werd er hot vorige jaar in „ge
draaid", wegens anti-militairistisclie
neigingen, uitingen, of daden, of
wegens beleedigingen, het militair
gezag aangedaan men weet eigen
lijk nöojt goed, waarvan iemand be
schuldigd wordt, dien een regeering
zoo onschadelijk mogelijk - wil ma
ken. Elni'in, Gustave Hervé, beschouwd
als een soort van landverrader, kreeg
een jaar gevangenisstraf. En nu zou
hij een dezer dagen weer do vrije
ilucht kunnen inademen... Mis, poe.s
De regeering, nu meer dan ooit
anti-herveïstisch gezind, lacht witjes
eu fluistert machiavellisch „Kip, ik
heb je.... weerEn Hervé zal nog
«enigen tijd moeten blijven zitten,
in weerwil van den verstreken straf
tijd. Het merkwaardige der kwestie-
is, dat men niet slechts niet genoeg
„traternité" voor hem gevoelt om
hem weer zijn „liberté" te gunnen,
doch hem ook niet met de „égalité"
voor de wet behandelt.
Wat toch is het geval?
Tegelijkertijd met de gevangenis
straf liep de onverzettelijke anti-m-ill-
tai-rist eenige boeten op, die, gevoegd
bij de kosten van het geding en ande
re .i-ecihtspraak-belastingein, te zamen
3853.65 francs bedragen. Nu is Hervé
een der Fransche journalisten, die
noodt met de stroopkwast hebben om
gegaan en steeds bereid zijn hun
materieel welzijn aan hu-n overtuiging
te offeren. Derhalve is hij niet rijk.
Dies is er geen sprake van, dat hij bij
machte La. die kleine 4000 francs te
betalen.
Kip, ik heb je I
Nu wordt hij doodgewoon door de
regeer in g gegijzedd.
Die gijzeling is een der merkwaar
digheden van de Fransche wel
ving.
Monsieur A. kan monsieur B. niet
wegens onbetaalde schuld doen gijze
len. Gevangenhouding wegens schul
den is hier reeds afgeschaft. Het ar
gument ter zake wasals iemand
niet kan betalen wat hij schuldig is.
is het allerminst door gevangenhou
ding, dat men hem liet zoeken naar
de middelen tot schuldkwijting verge
makkelijkt. Een argument, waar
niets tegen te zeggen valt, dunkt mij.
Er is echter een exceptie. Natuur
lijk. Er zijn, ten gerieve- van dehalie-
wel-sprekendheid, bitter weinig wets
artikelen zonder excepties. Het „op
werpen" van excepties behoort dun
ook tot de handigheden van meni-gen
advokaat. Welnu, de exceptie, in de
zen is, dat iemand wèl gegijzeld kaai
worden, als de regeering zijn schuld-
eischer-es is. Dan schijnt het hierbo
ven aangeduide argument heetemaal
geen zin te hebben.
AizooGustave Hervé, geld ver
schuldigd zijnde aan het Ministerie
van Financiën, wordt gegijzeld.
Een streng jurist zou misschien
zeggen„Er moge wat op de betrok
ken wet aan te merken zijn, maar in
edk geval is er niets tegen te zeggen,
dat de regeering in 's lands belang
een eenmaal beslaand wetsartikel in
toepassing brengt."
Daartegen kan aangevoerd worden
dat bovenbedoelde gijzeling van re-
geeringswege feitelijk slechts mag
plaats hebben bij gebleken onwil tot
betalen. En de arme Hervé kóm niet
betalen 1
Er is echter meer.
De aan Hervé beteekende somma
tie houdt onder meer het volgende!, in
drukletters, im „Bij gebreke van be
taling binnen -den tijd van acht da
gen zullen de vervolgingen, zoomede
de gijzeling, -overeenkomstig de wet
worden ingesteld", dat gedrukte
woord „acht' is nu veranderd in een
geschreven „vier". Waartoe Wel,
den vijfden dag na de beteekening
die in de gevangenis plaats had
ware de vrijheid of de invrijheidstel
ling voor Hervé ingetreden. En het
gaat zoo bijster gemakkelijk niet,
iemand, die er „uit" is, er weer „in"
te brengen. Dan maar den gebruike
lijk en tijd van uitstel verminderd, en
wel zóo, dat de delinquent eenvoudig
gevangen b 1 ij f t. Dat gaat in één
moeite door 1
Uit dat alles kan men voor dien
zooveelstein keer het spreekwoord be
waarheid zien, dat als men een hond
wil slaan, men gemakkelijk een stok
kan vinden, vooral wanneer de mach
tige regaeriing den slag wil toebren
gen.
Nu is Gustave Hervé ook een aJke-
lige k-e-red, of. om de vrouwelijke ter
minologie over te nemen, een naai'
schepsel. Deze hartstochtelijke revo-
lu-tio-nnair en felle- antimilitairist, die,
al3 mensch, beketnd is om zijn zacht
zinnigheid en goedhartigheid, w-eet
op geen stukken na, wat e-r zooal in
de wereld te koop is. Hij heeft nog die
monsterachtige naïviteit, te strijden
om ideeën. Ilij veroorlooft zich, eer.
eerlijk en hard werker te zijn. Hij
heeft de lakenswaardige stoutheid,
zich niet te laten omkoopen. Hij is
dom genoeg om. ten koste van zijn
rust, zijn geldelijk en ander belang
en zelfs van zijn persoonlijke vrijheid,
propaganda voor zijn ideeën te ma
ken. Hij bezit den treurigen moed,
zich niet te bekommeren om blaam,
ernede-rmgen en vervolgingen. Hij
laat zich uitsluitend door zijn gewe
ten leiden en heeft vertrouwen in
zichzelf. Misschien ook de stotmme.
iing i in het oordeel van het nage
slacht. En om de deur' toe te doen,
behoudt dit abnormaal wezen zijn
goed humeur, en zijn laatdunkend-
ueid ten opzichte der „arrivistes".
Welk een sujet in dezen tijd van
beschaving en voor-uitgang, niet
waar? Juist in deze tijden van vre
descongressen is een echte vredes
apostel als Gustave Hervé een gevaar
lijke abnormaliteit.
Trève de raillerie. Alle gekheid op
een stokje-
Juist heden ontving ik een brief uit
Holland, waarin mij de volgende vra
gen worden gesteld: „Wat zegt men
in Parijs wel van Willem II? Neemt
men hem „au sérïeux"? Ik bedoel niet
Ie pers, maar het volk.'"
Dat onderscheid, gemaakt tusschen
hetgeen de pers, de officieele althans,
cn hetgeen het volk zegt, getuigt van
goed inzicht/Voordat de kans op oor
log tusschen Frankrijk en Duitsch-
land afgewend was, deden vele bla
den, waaronder vooral de nationalis
tische, het in gepeperde, alarmeeren-
de artikelen voorkomen, alsof het
Fransche volk niets liever dan dien
oorlog wenschte, om weerwraak te
nemen op de bijkans veertig jaar ge
leden nederlaag.
De alarmisten wisten wel beter. Uit
gezonderd misschien eenige heethoof
den, Is er geen sterveling in Frank
rijk, die den oorlog wenscht. Het volk
s er zelfs afkeerig van. Vroeger, ten
lijda der Restauratie, verlangen de
Fransche burgers inderdaad naar den
krijg. Thans nu iedereen of bijna ie
dereen Ln Frankrijk soldaat is of is ge
weest, Is de bevolking voor het groot
ste gedeelteherveïstisch, dat wil
zeggen sterk antimilitaristisch gezind.
Men heeft blijkbaar het soldatism©
leeren tegen-eten, „On ne marcher alt
pas en cas de guerxe" uit den
volksmond h-eb ik vaak een dergelijke
uiting gehoord. En talloozen zijn er,
terecht of ten onrechte, van overtuigd,
dat ook Ln Duitschland ettelijken zou
den weigeren, de wapens op te nemen,
n'en déplaise Wilhelm II, dien velen
hier als een niet geheel toerekenbar
ren grootspreker en niet onbemlnne-
lijken patheticus beschouwen, en van
wien een satirisch weekblad onlangs
getuigde, dat hij ten prooi is aan „une
dysenterie verbale assez grave".
Voor de meerderheid der natie is,
in het diepst van het gemoed, de oor
log een verschrikking en Gustave Her
vé een waarheidspreker en profeet
Die patriottische en nationalistische
alarmisten? „Die heeren schreeuwen
alleen maar zoo hard om zichzelven
wijs te maken, dat zij niet bang zijn."
Revanche nemen op 1870—71? Waar
om dan toc-h? Zijn de gevoelens van
een vorige generatie dezelfde als die
van de tegenwoordige? Sterft het
wraakgevoel dan nooit? Moet Rusland
over 'n veertig jaar Japan weer den
oorlog verklaren?
Nieuwe beleedlgingen? Frankrijk
door Duitschland aangedaan? In welk
opzicht dan toch? De Marokkaansche
twlstgeschillen „tout au fond Taf-
faire des capitalistes", zegt de eerza
me burger. Wat doen we in. vreemde
landen; wat doen we in de... warmte?
Die vredelievnde, van den. oorlog
afkeerige stemming is in het door so
ciaal-economische hervormingen ge
preoccupeerde Frankrijk meer ver
breid dan de meeste dagbladen doen
voorkomen.
Het Boulangisme en soortgelijke
gevoelens hebben afgedaan. Nu ja, de
dandy Maurice Barrès ga ne comp-
te pas.
Ziehier, zei Boulanger indertijd
in den ministerraad, een prachtig
„plan de campagne" om binnen 24
uur ©en leger In Duitschland te „wer
pen".
Maar waartoe, vroeg Grévy ge
moedelijk, een leger Ln Duitschland te
werpen? Welk belang hebben wij er
in 's hemels naam bij?
Maar, kreet „le brav' général"
met pathos, ziet u dan niet het belang
voor ons in, om den eersten veldslag
aan den anderen kant van den Rijn
te leveren? Gelooft u niet, dat het be
ter is, den krijg te voeren op vijande
lijk grondgebied dan op onze vrucht
bare wijnstreken9
Kom hernam Grévy, witjes
lachend. Verslagen in Duitschland,
verslagen in Frankrijk, wij zullen er
niet minder verslagen om zijn. Het is
lood om oud ijzer.
Het Fransche volk Is grootendeels
die meening van Grévy toegedaan.
Ook al staan de kansen van Frank
rijk naar veler oordeel gunstiger dan
in 1870—71, er is denkelijk niet één
Franschman, die nu, als vroeger Emi-
le 'Ollivier, zou verklaren, den oorlog
„d'un coeur léger" af le wachten.
Evenmin zou, vermoed ik, welk
Fro.nsch legerhoofd ook thans, gelijk
voorheen de maarschalk le Boeuf,
durven verklaren: „n ne nous man
que pas un seul bouton de guêtre."
En er is, gelukkig, op het ©ogenblik
geen tweede keizerin Eugénie om, met
den treurigen meed van een avontu
rierster, uit te roepen: „C'est une
guerre moil Je la veuxl"
Met dat al zucht Gustave Hervé nog
in de gevangenis. Waaruit de wijze
les is te putten, dat men maatschap
pelijk ongelijk heeft, moreel gelijk
te hebben en niet, k la Talleyrand, het
spraakvermogen of de taal te gebrui
ken om zijn gedachten verborgen te
houden.
Maar Maurice Barrès... ga ne comp-
te pas.
OTTO KNAAP.
Amsferdamsche Kont
Onze politie
Tyl Uilenspiegel moet naar men
beweert voor zich zelf een graf
schrift gemaakt hebben, dat luidde
,De menschen hadden 't land aan
me, maar ik heb 't er ook naar ge
maakt." Voor de Amsterdamsche po
litie zal nooit een grafschrift noodig
zijn, dat ze ooit opgeheven zal wor
den als wijlen onze schutterij is in de
eerstvolgende eeuwen niet te ver
wachten. De toekomststaat van lou
ter eerlijke, rechtsgevoelbezittende en
zachtaardige menschen is nog verre.
Waarom toch heeft de Amsterdam
sche politie zoo veelvuldige en lang
durige perioden van impopulariteit
gekend De dienaren van den Heili
gen Hermandad zijn toch minstens
even nuttige gemeentebeaanbten als
brandweerlieden of tramconducteurs:
cle gemeenschap betaalt hen en ons,
individueel, bewijzen ze menigen gra-
Lisdienst. En waarom wondt er zoo
vaak op gewezen, dat politie-agenten
.n 't buitenland zoo heel andere men
schen zijn Als vreemdeling hebben
we al spoedig hun beleefdheid en al
gemeen© ontwikkeling opgemerkt,
ook het respect, dat zij al naar ge
lang van den volksaard door
..strammheit" of gemoedelijkheid de
bevolking weten af te dwingen.
Er is eigenlijk niet de minste aan
leiding dat wij. Amsterdammers, te
gen onza politie ingenomen zouden
zijn. Als kinderen leerden we al, dat
do kopergehalmde macht onze be
schermengel is tegen boosdoeners, de
schrik voor d* slechten, een soort
Pietermanknecht dus voor groote en
moderne menschen. En dan
Zou ik voor den klepper vreezen
Ach, die goede, brave man
Maakt diat ik gerust kan wezen
En ook veilig slapen kan.
De politie-agenten van thans heb
ben dioai ratel aan 'den kapstok gehan
gen (hun vrouwen zullen er wel een
lusje aan gezet hebben om mijn
beeldspraak niet al te abominabel te
maken). De gemoedelijkheid, waar
mee ze vroeger met zich lieten sollen,
kleine vriendelijkheidjes bewezen en
de kleine geschenken accepteerden,
die de vri endschap onderhouden, be
hoort. al lang tot bet verleden. We
kregen een ander type van politie
agent. en daarbij behoeft men nu
niet louter aan den laagsten rang te
denken. Hij duldde geen spot meer,
kreeg gevoel van eigenwaarde, wat
zijn recht is. maar in de samenleving
opgaan, zóó vei" kon hij 't niet bren
gen hij bieef lid een er afgescheiden
kaste, in Van Alphen's tijden de die
naar der andere burgersgroepen, la
ter veelal daaraan vijandig.
De ontstemming tusschen politie
niet-politie dateert al van zoo lange
tijden, dat ik werkelijk noch de aan
leiding kan opgeven, noch zeggen
kan bij wie die eerste schuld ligt. Er
was een tijd, d-at bij de politie min
der gunstige elementen in dienst ge
nomen werden, omdat dezen het best.
met spitsboeven en hun trucjes be
kend waren. Het spreekwoord „Met
dieven vangt men dieven", zegt ln de-
zon genoeg. In andere steden schijnt
op dit gebied alles nog niot geheel in
'L reins te zijn, als men dit „gebied"
ton minste zoover wil uitstrekken, dat
onder hen. die geroepen zijn alles
wat de Staat strafbaar §telt, te be
strijden, ook eenigen vindt, die daar
bij met zich zelf konden beginnen.
Vandaar de zuiveringsprocessen in 't
Haagje en elders. Of"dit. dank zij de
correctheid vazr onzen hoofdcommis
saris, den heer Fordiik, ook bieT nog
noodig zou zijn, betwijfel ik.
Wel is waai- bestond er vroeger een
meer dan gewensehte amicaliteit tus
schen sommige politiemannen en
boerachtige individuen uit de onder
ste lagen van donker Amsterdam,
zag Ik eens zelfs een vol lts ver zame
ling male end socialist opbrengen door
een agent, geassisteerd door twee
beruchte kwartjesvinders, maar dat
was lang vóór hij aan het bewind
kwam. Juist door die zekere „goede
bekendheid" springt misschien de
fouit ln 't oog, dde aan ons politiewe
zen kleeft, namelijk dat het zuivere
justitie-werk het opsporen van misda
digers vaak door de zelfde personen
geschiedt, die op straat en bij luttele
;eschillen of overtredingen moeten
optreden.
Aan „dievenvangers" behoeft men
alleen den e'sch te stellen, dat zij de
dieven vangen. Brave lieden bemer
ken niet eens, met wie zij te doen heb
ben, als de speurders hun vak goed
verstaan eu booswichten behoeven
niet met glacé handschoentjes te wor
den aangepakt. Maar de fietsrijder,
die een verkeerd pad inslaat, of de
feestganger, d*e in fuif stemming een
vroolijk liedje aanheft, is nog geen
„jij", de nieuwsgierige, die zich te
dicht bij een relletje heeft gewaagd,
nog geen hond, die behoeft te kruipen
voor de oogen van den politiebaas.
Een dienaar der justitieele politie
gaat echter vaak zoozeer in zijn vak
on. dat hij bij voorbaat in elk niede-
mensch een mogelijken cliënt ziet.
Zelfs rechters zijn daar niet boven
erhevcn. Journalisten, die geregeld
de rechtszittingen bijwonen, weten
precies, welke getogade heeren, hoe
charmant en humaan zij ook buiten
de rechtzaal mogen zijn, in eiken
.verdachte" bij den aanvang der zit
ting al een schuldige zien. En begrij
pelijk is 't dus ook, dat zij, die ond.er
allerlei geboefte moeten werken, ook
weinig égards hebben tegenover het
publiek, waartegen zij om futiele
redenen, toch ook als politieman
moeten optreden.
De impopulariteit onzer politie be
reikte haar hoogtepunt in de tijden
van het taptoe-schandaal. Ook al voor
dien tijd sprak men van „klabakken",
koperen bouten" en „smerissen",
onvriendelijke bijnamen, die in het
vergeetboek raakten, toen de heer
Francken hoofdcommissaris werd.
Vóór hem waren de volksbuurten
dagelijks getuigen van relletjes met
de politie, bet volk was zoozeer over
tuigd van de ruwheid der politie
agenten, dal het altijd tegen hen par
tij koos. In de betere klassen ontweek
men den politieambtenaar, men stel
de er prijs op, „nooit iets met de po
litie te maken te hebben gehad". Des
noods liet men er een dief om loopen.
Het taptoe-schandaal was de klap op
de vuurpijl en alleen de heer Rey-
ding, de schrijver van de revue „De
Doofpot", kan onze politie uit dien
tiid een goed en zelfs warm hart toe
dragen, want zonder haar had „Foe
zel" het type van den agent, zooals
de Amsterdammer zich dien voor
stelde niet bijna vierhonderd avon
den zijn „ik doe het lekker niet" kun-
ne*n zingen, had de heer Reydöng uil
de poütie-antipsihie niet zooveel klin
kende mun.t kunnen slaan.
Onder 's heeren Francken wijs be
leid braken er andere en betere dagen
aan. Die huldigde de stelling „de
politie is er voor 't publiek en niet
omgekeerd", een stelling, waarmede
hel. meerendeel zijner ondergeschik
ten het rierkant oneens was. Dat zii
niet meer mochten hakken, beleefd
moesten zijn en m letterlijken en ln
figuurlijken zin het publiek me'
handschoentjes moesten aanpakken
was hun eerst erg vreemd. Maar zij
wendem er wel aan, vooral toen met
Kronings- en latere feesten de stem
ming Jegens hen geheel omsloeg, zij
in plaats van de zondebok het troetel
kindje der burgert» verden en men
hun een „de Amsterdamsche politie
gaat nooit verloren toezong.
Die actie werd gevolgd door reactie,
toen de heer Hordijk de teugels in
handen nam. Die eischte ook wel be
leefdheid, beschaving enz., maar daar
naast in nog grootere mate streng-
1 beid, militaire discipline èn voor het
corps zelf en voor de burgerij. Weg
met alle door-de-vingers-kijkerij. Uit
was 't met alle gemoedelijkheid. Zelfs
op nationale feestdagen werd streng
'Opgetreden tegen hen, die na twaal
ven muziek maakten. Wie had vroe
ger ooit zoo zout gegeten. En wie 't
in de eerste tijden dan, want nu is zoo
iets ondenkbaar ln zijn hoofd gekre
gen zon hebben een „gebbetje" uit te
halen met een politieman, zou daar
door een Ijskouden blik en veelzeg
gend gebaar wel spoedig van terug
komen.
De ouder's.-gffïlnkjes In den politie
staat hebben getrouwelijk het régime
opgevolgd. Zijn mogelijk verder ge
gaan dan hun leider gewenscht had.
Ze zijn weer op een punt gekomen,
dat men 't uiterste zal doen en velen
om toch maar als 't u blieft niets met
politie te doen te krijgen. Duidelijke
teekenen van de veranderde volks
stemming waren dezen zomer wel de
relletjes in de Ferdinand Bolstraat;
heusch tegen tien of twaalf straatslij-
pende jongens en meisjes (zooals ik
het voorgesteld heb gezien), ware geen
bereden politie noodig geweest om
dan nog met moeite de orde te her
stellen.
Een mijner vrienden, die advocaat
is en (laat Ik er dit bijvoegen om ver
keerde gevolgtrekkingen te vermijden)
niet tot de S. D. A .P. behoort, merkte
dezer dagsn, toen we dit cliapitre
aanraakten op: Sinds die eene ageril
is vrijgesproken die een jongen man
half dood heeft geslagen, en zijn col
lega, die een knaap.een been stuk
trapte, na zijn heldendaad nog eeni
ge dagen ln dienst bleef, om daarna
een rustkuur in 't gasthuis te onder
gaan. is de straat voor de agenten
vrijgevochten terrein, heerscht hier
een ware politiefurïe!
En de goede opmerker ziet hoe hij
niet geheel ongelijk heeft. Dat de-
nieuwsgierige, die niet met electri-
sclie snelheid voor Z. M. De Agent uit
den weg gaat, een stomp in den rug
krijgt, en ruw wordt voortgeduwd, is
al oud nieuws. Maar typisch is zeker
dit staaltje. Een dag of veertien gele
den hoorde ik op de Munt hoe een
meisje van 18 k 20 jaar een twistge
sprek had met twee andere meisjes
zij maakten den Indruk van werkster-
tjes op 'n atelier, gekleed dus als bur
gerdametjes, doch zonder den opschik
die achter 't „dame" een zou doen
zetten. Agent maant aan tot door loo
pen, volgens 't gebruik handtastelijk,
't Meisje pruttelt wat tegen, zoo iets
van ie hoeft me niet aan mijn lijf te
komen en onmiddellijk wordt het da
metje'door den agent beetgepakt en
'met behulp van zijn Ijlings ter hulp
toegeschoten collega naar het bureau
op 't Singel gebracht, precies als een
dievegge of zakkcnrolster. Maar er
komt nog meer Een jonger broertje
van 't meisje, een knaap van een jaar
of 16, was in haar gezelschap. Ik
merkte hem eerst op toen hij de stoep
van 't politiebureau \yilde betreden
om zich bij den Inspecteur over het
optreden der agenten te beklagen of
in elk geval zich als getuige op te ge
ven. Gezegd had hij tot nog toe geen
woord. Maar de gehelmde gerechtig
heid was blijkbaar van het optreden
van dezen getuige niet gediend en
weigerde hem den toegang.
Ik zei: „jongen, je hebt het recht Je
als getuige op te geven," weer ging de
knaap de stoep op, maar hij lag er
spoediger af dan hij er op was. Ik voel
de 'n groote lust in mij opkomen, zelf
eens naar binnen te gaan, maar de
dreigende blikken der Cerberussen
weerhielden mij, te meer daar ik op
dat oogenblik weinig tijd had, al zij
1 ook ün bescheiden mate, martelaar
te worden, voor een goede zaak.
De Amsterdammer bromt wel maar
bijt niet en uw correspondent is ge
woonlijk niet beter dan de rest.
Maar toch spookte het mij door het
hoofd, dat onze Rechtbank-president
onlangs bij de installatie van magis
traten iets gezegd had over tweeërlei
weegsteen...
H. HENNING Jr.
Binnenland
ZELDEN RUSTI
De pont wachter te Uitwellingerga
,F.) heeft een zeer drukke betrekking,
omdat er over die pont zeer veel pas
sagiers gaan. Van den morgen tol
oen u*>nd is hij in het getouw, wordt
dikwijls in zijn middagmaal gestoord
en kan des Zondags zijne godsdienst-
pachten niet vervullen. Hij verzocht
.aaixjin den gemeenteraad 's middag:
ae pont een half uur stil te mogen la
ten Liggen en hem eenmaal in hel
kwartaal één vrijen Zondag en een
vrijen werkdag toe te staan. B. en W.
adviseerden een half urn- pea- dag en
één vrijen Zondag in 't kwartaal toe
te staan, doch niet de vier vrije week
dagen per jaar, wijl de jaarwedde van
den wachf.ea- was verhoogd. Met 8 te
gen 7 stemmen werd besloten de be
handeling te verdagen.
BOEFJES.
Te Nijkerk is door de politie een
complot ontdekt van een 10-tal jeug
dige dieven, lie er hun werk va-
maakten, bij winkeliers allerlei wa
ren weg te nemen.
Een hunner werd op heeterdaa/t
betrapt, toen hij een flesch drop uit
den winkel van H. van W. wegnam.
Toen een van het complot gevat was,
waren ook de andere leden spoedig
bekend.
EEN SMULLER.
Getuige (de zaak uiteenzettend).
Wij waren dan dien avond erg genoegd
lijk bij elkaar. De wijn was voortref*
felïjk, de menu iets buitengewoons.
Een der rechters invallend. Zocy
weet je nog, wat je gehad hebt?
NIET MAKKELIJK TE VINDEN.
Mag lk meneer den bankier even'
spreken?
IIuisknechL Ik geloof het wel -«
maar ik weet niet of hij in de schrijf-,,
rook-, speel- of biblotheekkamer is;
bij de kinderen of in de turn-, muziek-
of eetzaal. Hij kan ook in de telefoon-*
cel zijn of biljartkamer of in den win
tertuin of in het boudoir van me
vrouw, of in de automobielgerage,
den paardenstal, of eventueel in de'
nieuwe ballonhal.
DRUKFOUT.
De dichter nam de uitnoodlglng
voor de soirée aan en beloofde een
lang geZicht.
ADVERTENTIE.
Een zeer fijne, moderne dames-hoed
wordt wegens plaatsgebrek billijk ter
overname aangeboden.
EEN STIJLBLOEMPJE.
Er zijn menschen, die bij de ge
ringste aanleiding zoo zeer den kop
kwijt raken, dat ze er mee door een
muur loopen
DUIDELIJK.
Mijnheer, u loopt me nu al een"
half uur lang na. Ik ben alle mogelij
ke zïjstegen ingegaan en ik raak u
niet kwijt. Wat moet u toch van me?
Ik had u uisjt willen vragen of
u niet haast thuis was. Aan het sta
tion heb ik aan een agent gevraagd
waar mijnheer Jansen woont en toen
beeft hij me gezegd, dat ik u maar
achterna moe9t loopen, want dat u er
vlak naast woont.
NEDERLAND EN VENEZUELA.
Wij lezen in de „Curagaosche Cou
rant"
De Nederlandsche schoener „Aura"
kwam hier verleden Dinsdag (27 Oc
tober) via Bonaire va.n Tucacas aan'
met eene lading hout.
Het is zeker eene heele bijzonder
heid, dat er een Nederlandsch schip
uit Venezuela hier aankomt, met een
lading, van daar afkomstig nogal.
Het schip werd echter, naar wij
vernemen, niet naar Curagao uitge
klaard, maar naar St. Thomas.
Voor eenigen tijd vernamen wij
van een ander geval, waarin even
eens eene andere plaats dan een de
zer drie eilanden als bestemmings
oord werd opgenoemd, maar dat men
de uitklaring niettemin geweigerd
heeft, zeggende heel goed te begrij
pen, dat Curagao de ware plaats van
bestemming was.
Nu de „Aura", die men ter plaatse
van afvaart kent als op Bonaire te
huis behoorend, wel werd uitgeklaard
kwansuis voor St. Thomas wel fs
waar komen wij tot de vraag, of
men ln Venezuela mogelijk de teugels
wat wil laten vieren.
De „Amlgoe dl Curagao" van 24 Oc
tober 1.1. ontleent aan particuliere
brieven onder meer het volgende
„De „Patagonia" bracht 2 groote
kanonnen, de „Dagfred" ammunitie
naar La Guayra.
..De Venezolaansche regeering liet
te La Guayra de verklaring rond
strooien, dat al deze versterking niet
Legen Holland gericht was, maar om
voorbereid te zijn op binnenlandsche
■erwikkellngen."
„Sommige brieven melden, dat eeri
minnelijke schikking niet Nederland
aanstaande is."
HULP VOOR CURAgAO.
Naar vernomen wordt, heeft do
Kon in gin aan het comité, gevormd
uit het Algemeen Nederlandsch Ver
bond en de Vereeniging „Oost en
West", een bijdrage van duizend gul-
deai doen toekomen ten behoeve der
noodlijdenden te Curagao.
ONTROUW SCHOOLHOOFD.
In verband met het verdwijnen van
bet hoofd der o. 1. school te Ter Heide
aan Zee, wordt bericht, dat financi-
eele moeilijkheid, vermoedelijk ont
staan door te groot leven, de drijfveer
moet zijn van zijn handelwijze. Zater
dagmiddag stelden de officier van jus
titie en dc rechter-commmissaris een
angdurig onderzoek in aan zijn wo
ning, alwaar de verschillende admK
nistratles werden doorsnuffeld. Het
is voorloopig nog zeer moeilijk te be
palen welke gelde nen stukken ver
duisterd zijn, vooreerst door de ver
warring in de administratie, ten twee
de daar de commissie van toezicht
eerst bijeen moeten komen om een zui-
ere opgaaf va.n de eigendommen der
nstelling vast te stellen. De kerk- en
de armbestuursgelden zijn, voor zoo-
er bekend, gered. De coöp. bakkerij
en het Stormfonds zullen vermoede
lijk gelden vernissen voor het ge
raamd tekort van 3000.
(Ned.)
GEEN STRAATBELASTING.
De gemeenteraad van Zaandam
leeft Dinsdagavond na ernstige be
sprekingen, waarmee ruim een uur
gemoeid was, met 11 tegen 5 stem
men de voordracht verworpen, waar
in door B. en W. werd voorgesteld
te besluiten tot invoering eenor
straatbelasting. Vóór de belasting
stemden de heeren Van Wessem,
Pelt, Van Heyningen. Latenstein en
Buijs.