Onze Kalender. NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. £6e Jaargang. No, 7807 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. VRIJDAG 4 DEOEMEER 1808 A HAARLEM'S DAGBLAD ABOHNEBIENTEH PER DRIB HAANDBNl Voor Haarlem i 129 Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der gemeente)„130 Franco per post door Nederland„1.65 Afzonderlijke nummers0.02 K Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem027H „de omstreken en franco per pest 0.45 Uitgave der Vennootschap Lonrens Coster. Directeur i. 0. FEEREBÖOifL ADVERTENTIË Ni Vtfi 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts, Sulten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels /L—elke regel meer/Q.E£ Reclames 30 Cent per regel Bij x .ament aanzienlijk rabat Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsingj 50 Cts, voor 3 plaatsingen k contant Redactie en Administraties Groot© Houtstraat 55. lateeemmunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Drukkerij! Zolder Buitenspaams 6. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem Jn dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Teiephoon interc. 6229. EERSTE BLAD. DIT NUMMER BESTAAT UIT ZES BLADZIJDEN. AGENDA ZATERDAG 5 DECEMBER. Brongebouw: St. Nicolaasfeest, 15 Uur. De Kalenders zijn aange komen en weder op vertoon van den bon en betaling van 16 cent, verkrijgbaar aan ons bureau Grooie Houtstraat 53, DE ADMINISTRATIE. Balteiiïaiidscïi Overzicht De positie van Oosteni'ijk-HongarUe u f f i c i e e'l moet liet feest zijn In Oostenrijk ©n Hongarije, want de keizer viert immers zijn zestigjarig jubilé Maar de feeststemming ontbreekt I natuurlijk, want van buiten dreigt een alies-verwoestende oorlog (waardoor ook de vriend schapsbanden der bondgenooten in gevaar komen) en van binnen woeden de volkshartstochten, zich uitend in rassenhaat. De grijze keizer treft 't wel slecht I Laten we even den toestand inden ken Oostenrijk-Hongarije heeft de Turk se provincies Bosnië en Herzegowi- na geannexeerd, en vindt nu verzet van Turkije, Servië en Montenegro. Ook Rusland (en achter dit land na tuurlijk de „gezworen kameradeu" Engeland en Frankrijk i) spreekt een woordje mee en weigert de annexatie goed te keuven. Zoo keert alles zich tegen de Donau- monarchie. 't Gaat nu „er op of er onder". Blijft het O.-H. rijk bij zijn eisch, dat rie annexatie door de confe rentie als een feit erkend moet wor den dan is een wapengeweld, een Europeesche oorlog, zoo goed als onvermijdelijk. Nu is dus de vraag r'wat zal de dub- bel-monarchie doen Tot voor enkele dagen werd bet onomstootelijk aangenomen, dat Oos tenrijk-Hongarije van geen wijken wilde weten. Nu is t echter anders. Gelukkig Eindelijk wordt ingezien, waartoe de politiek van den minister van bui- tenlandsche zaken Aerenthal geleid beeft een oorlog in 't vooruitzicht verkoeling der bondgenooten, voor al van 't reeds wankelende Italië verloop va.n den handel door den Turkschen boycot binnenlandsche rassentwisten Thans is men bet volk in de allereerste plaats ontstemd over de drijf-politiek van dezen imperiaïisti- schen minister. Hem wordt den ongunstigen toe stand verweten. Hij had de verwikkelingen moeten voorzien daarom de annexatie na laten, of.... na de annexatie flinker opgetreden zijn. Achteraf beschouwd heeft 't O.-H. rïïk erg on-dip!omatiek gehandeld. In de eerste dagen stond de zaak er prachtig voor Wel had de annexatie verrassing gebracht, maar Turkije wilde in het verlies berusten, Rusland was (herinner u het eerste conferen tie-program van minister Iswolsky niet tegen goedkeuring, en het verzet van Servië en Montenegro was eene Ia w aai-mak en de volksbeweging. Toen kwamen andere conferentie- programma's, voor Oostenrijk-Hon garije minder gunstig gestemd. De Donau-monarchie begon ziich zwak te toonen, wilde de zaak met vredelie vende onderhandelingen regelen.... In dien tijd vonden Turkije en Ser vië en Montenegro gelegenheid, om hun verweermiddelen le versterken, zoodat ze nu geheel ten oorlog be reid veel zwaardere eiscben stellen dan in de eerste dagen der annexatie, toen onvoorbereidheid hen dwong in schikkelijk te zijn: Nu staan deze lan den scherp togen Oostenrijk en Rusland stookt het vuurtje op, om Engeland gelegenheid te geven de Donau-monarchie te benauwen. Zoo heeft baron Aerenthal het getij laten verloopen. In de eerste dagen had de Donau- •monarchie desnoods met legerdemon- straties kracht bij zijn eischen moe ten zetten. Dan zou Rusland er niet aan gedacht hebben om Servië te steu- Jnen en was de zaak zeker geheel an ders geloopen. Men zal ons misschien voor oorlogs zuchtig houden. Neen. heusch. dit zijn we niet, maarDie „maar" doet hier alles. Het O.-H. rijk was eenmaal tot de annexatie overge gaan en na a gezegd te hebben moest het ook b durven zeggen. Voor een imperialistisch optredenden staat is dreigen met wapens onvermijdelijk. Niets is zoo slecht, dan onder die om standigheden "een weifelende houding aan te nemen, want dan zien de vijan den, dat ge zwak bent, of althans een oorlog vreest. Een imperialistische staat moet uitgaan met de leuze „ik zal maken, dat mijn vijanden mij vreezen, want daardoor wordt hun haat ongevaarlijk". Baron Aerenthal is teruggedeinsd voor deze consequenties hij heeft a gezegd, maar waagde het niet de b daaraan toe te voegen. Dit was z'n fout Nu heeft hij zijn land in een lastig parket gestoken. Wat nu Thans nog b zeggen, daarvoor is 't te laat. Nu zit er niets anders op, dan oor log of ongelijk bekennen. Een van twee. De thans ontvangen berichten doen vermoeden, dat men in Oostenrijk het laatste zal doen. Ook keizer Franz Joseph moet ein delijk het gevaarlijke van de politiek van Aerenthal ingezien en gezegd hebben halt! Ik wil niet, dat voortgegaan wordt, dit roekelooze hooge spel te spelen, want dan zou mijn jubeljaar verduisterd worden door een oorlog. Daarom moet baron Aerenthal te kennen zijn gegeven, dat er met opoffering van de zijde van 't O.-H. rijk een schikking gevonden moet worden met Turkije, Servië, Montenegro en Rusland. Blijkt dit inderdaad juist, dan is de conferentie gered, en mogen we ver wachten, dat de diplomatie de zaak zal afwikkelen zonder dat de kanon nen moeten meespreken. 't Zal voor de Donau-monarchie een heele opoffering zijn, maar.... een oorlog, vernietiging van den driebond etc. is nóg erger 1 Een thans uit Weenen ontvangen telegram bevestigt onze verwachtin gen. 't Luidt „De bladen zeggen, dat volgens in lichtingen, in goed op de hoogte zijn de kringen ingewonnen, in de laatste dagen een .merkbare verbetering is waargenomen in de betrekkingen tus- schen de iegeeringen te Weenen en te CoKstantinopel in verband hier mede heeft de Oostenrijksche gezant, graaf Pallaviciwi, besloten zijn verlof tot later uit te stellen." Moge 't waar blijken 'T MAROKKO-GESCHIL. De Fransche regeering heeft zich tot sir Edward Grey, den Engelschen staatssecretaris voor Buitenlandsche Zaken, gericht met het verzoek, een der scheidsrechters te willen zijn in het Casablanca-incident. Verder komt uit Parijs het bericht, dat de Fransche regeering als twee den scheidsrechter heeft aangewezen Louis Renault, den rechtskundigen raadsman aan het ministerie van Buitenlandsche Zaken. Van haar kant heeft de Duitsche re geering Kriege aangewezen, die zich te Berlijn reeds met Renault had be zig gehouden met de juridieke zijde van de kwestie. De naam van den buitenlandsch en scheidsrechter, door Duitschland ge kozen, is nog niet bekend. Wat den v"fden arbiter betreft, die door de 4 anderen moet worden benoemd, deze wordt gezegd Yan Zweedsche natio naliteit te zijn. UIT DE OOSTENRIJKSCHE KAMER. De Kamer vervolgde de beraadsla gingen over de voorloopige begroo ting. De radicale Tsjechen poogden ongeregeldheden te veroorzaken, door te eischen, dat de interpellaties woor delijk zonden worden voorgelezen. ONLUSTEN TE PRAAG. Na de afkondiging van den staat, van beleg zijn er geen ernstige inci denten meer voorgekomen. Wel wer den eenige vrouwen opgebracht, om dat ze tegen 't verbod Servische co- carden droegen. Het oproer ja, zoo mag deze volksbeweging wel genoemd worden is echter nog lang niiet bezworen. REGEERINGSCRISIS IN DUITSCHLAND. Gisteren zijn de debatten over de ministerieele verantwoordelijkheid weer voortgezet, 't Was een eigenaar dig debat I De heer Singer, socialist, pleitte voor het voorstel om aan den Rijks dag medezeggingsschap te geven bij een oorlogsverklaring, ten waarborge dat de monarch het volk niet eigen machtig in verwikkelingen kan bren gen. Hij spoorde verder de vergade ring aan, om hare toestemming tot hervorming van de rijksfinanciën af hankelijk te stellen van grondwette lijke waarborgen, daar anders de ge- heele aktie weder niets dan een kome die zou zitn. Dit voorstel werd door anderen on aannemelijk verklaard, met het oog op de mogelijkheid, dat er misschien eens een sociaal-democratische meer derheid kon komen. Het vrijzinnige lid Naumann leidde de achterlijkheid van het Duitsche parlementarisme af uit het ontbre ken van een grootsche traditie, zooals de. volksvertegenwoordigingen van Frankrijk en Engeland die bezitten. De vertegenwoordiger der conserva tieven verklaarde, dat millioenen Duitschers de herinnering aan den tijd van den ouden Keizer en Bis marck niet zouden willen ruilen te gen de traditie van de macht der En gelsche en Fransche parlementen. (Toejuichingen rechts, ironische uit roepen bij het Centrum). Daarna worden de verschillende voorstellen in handen gesteld van een commissie van voorbereiding, welker ledental tot 28 is uitgebreid. UIT DE BELGISCHE KAMER. De Kamer ging voort met de be handeling van de militaire quaestie. De heer Lorand, radicaal, verweet de regeering, dat zij slechts aan ver- kiezingspoiitiek doet, zonder te letten op de hoofdbelangen van het land. Spreker vroeg meer in het bijzon der, of de regeering van buitenland sche zijde een wenk gekregen had omtrent de noodzakelijkheid van ver betering der weermacht, zooals dit met Nederland het geval is geweest (wii weten hier niets van en hij eindigde zijn rede met een betoog ten gunste van verkorting van den dienst tijd. De heeren Janson c.s. hadden een motie ingediend, in hoofdzaak neer komende op het volgende „De Kamer, overtuigd, dat de in diening van een wetsvoorstel, berus tende op de beginselen, door den mi nister van oorlog aangegeven (alge:, meene dienstplicht.) zal leiden tot een oplossing, door welke de onafhanke lijkheid van het land gewaarborgd zal worden, gaat over tot de orde van den dag." DE PAUS HERSTELD. Een telegram uit Rorne meldt De Paus is volkomen hersteld. REVOLUTIE IN PERZIë. De geschiedenis van de grondwet in Perzië is tot dusver een ware lijdens geschiedenis. Het eene oogenblik beet het. dat de Shah bereid is zijn onder danen de zegeningen van een grond wet ten deel te doen vallen, het ande re oogenblik blijkt het weer, dat de Perzische beerscher van meening is, of althans verklaart te zijn, dat het meerendeel zijner onderdanen van die zegeningen niet gediend is. Eenige dagen geleden maakten wij melding van een te Bagestan gehouden verga- derin~ die ook door den Sjah werd bijgewoond, en waar vertegenwoordi gers der priesters en van den han delsstand, blijkbaar tot genoegen van dien Sjah, betoogden, dat het verlee- nen van een grondwet in strijd zou zijn met de voorschriften van den Koran. Woensdag nu werden op de muren te Teheran officieele biljetten aangeplakt, geheel in den geest van de tegenstanders eener constitutie. Het Engelsche en het Russische ge zantschap teekenden protest aan te gen de openbaar gemaakte verklarin gen, daar deze in flagranten strijd waren met de vroeger door den Sjah afgelegde beloften, waarop hun na mens dezen werd medegedeeld, dat genoemde bekendmaking niet van hem was uitgegaan en dat hij den gouverneur had gelast de schuldige ambtenaren te straffen. Het schijnt bovendien, dat het ver zet van de geestelijkheid tegen de grondwet niet zoo algemeen is, als men het wel wil doen voorkomen. In het kerkelijke centrum van Mesjed althans zijn betoogingen gehouden ten gunste" van een grondwet. DE TOESTAND OP HAÏTI. Op de ongeregeldheden van Woens dag. die uitliepen op de verdrijving uit de hoofdstad van president Alexis die een schuilplaats moest zoeken aan boord van het Fransche oefe ningsschip „Duquay-Trouin", volgde des nachts een plundering, waarbij twaalf personen werden gedood. De soldaten rukten daarna op naar het to one el van de ongeregeldheden en openden net vuur op het gepeupel, waardoor acht mensehen werden ge dood. Te elf uur Donderdagochtend was de rust geheel en al hersteld. Een aantal plunderaars zijn in hechtenis genomen. BERGSTORTING IN ITALIë. Door een bergstorting te San Luca- no werd veel schade geleden in het dorp Pra. Dertig huizen werden ge deeltelijk vernield, terwijl zeven en twintig menschen gedood en negen gewond werden. STRANDING VAN 35 VISSCHERS- BOOTEN. Woensdag zijn 35 visschersbooten tengevolge van een vreeselijken storm verongelukt in de Kawatsu- baai bij Japan. Men bericht, dart. 350 personen zijn omgekomen. Stadsnieuws Om Ons Heen. In het Tweede Blad van dit nummer vinden onze lezers een artikel „Do verzekering tegen Werkloosheid" in de rubriek Om O us Heen. HET TÖÖNEEL „FATSOEN" EN HET „RUSTIGE DONKER". Haarlem heeft in zijn schouwburg Donderdagavond twee premières ge had. Er gingen hier namelijk twee nieuwe tooneelwerken van twee stadganooten, te weten van den heer J. B. Schuil en van mevrouw Anna van GoghKaulbach. Luitenant Schuil, die sinds eenigen tüd Haarlemmer is, heeft als tooneel- schrijver in de Spaarnestad gedebu teerd 't was de letterlievende veree- nigin."- „Cremer", die op een van haar bekende avonden zijn eerste twee stukjes opvoerde en hem een gunstige entree in de wereld der planken be zorgde. Sinds dien heeft hij zich van het liefhebberij-tooueel geëmanci peerd en is hij met zijn werk naar het „heusche" toon eel overgegaan. En men zal zich van hem mogelijk nog wel „Mésalliance" herinneren, een zedenspel uit het Indische leven, dat door de Rotterdammers onder Van Eijsden is gegeven, en een gunstigen indruk aangaande de talenten van den heer Schuil heeft achtergelaten. Het talent van dezen tooneelschrij- ver schijnt ln de richting van het zedenspel te liggen, want ook zijn nieuwe spel „Fatsoen" heeft zijn stof ontleend aan de zeden van dezen tijd, of liever van alle tijden. Het is een satirisch-humoristisch stuk, waarvan de titel ook satiriek is bedoeld, want het „Fatsoen", dat Schuil op het oog heeft, is niet het ware fatsoen, maar een huichelach tig nadoen van wat fatsoen had kun nen zijn. De schrijver brengt ons in een klein Hollandsch provinciestadje Buurdam, welks naam er reeds op schijnt te duiden, dat het een plaats van buur praatjes is. Het is een stadje, waar men elkaar achter de horretjes be spiedt en bekonkelt, en waar men bang is voor elkanders kwade tong men doet of laat daar iets, niet om dat men het zelf goed of kwaad vindt, maar omdat „men" er zoo over oor deelt. De huichelarij viert daar hoog tij. En men doet daar allerlei leelijke dingen, doet er zijn menschelijke na tuur, zijn eigen begrippen en opvat tingen onrecht aan, alleen om maar door de anderen voor fatsoenlijk te worden gehouden. Het fatsoen van „men" is er een dwingeland, die de Buurdammers langmenschel ijke daden laat verrich ten en leelijke oordeelvellingen laat uitspreken uit vrees voor de opinie van anderen. En de heer Schuil brengt ons nu in dat Buurdam met twee gezinnen, fa milie van elkaar, in kennis, waar dart. achter-horretjes-fatsoen bijzonder in eere is en waar men.zich op het hui chelen van fatsoen toelegt. Zoo mag een meisje niet blijven inwonen bij de ouders van haar aanstaande, omdat „men" dat niet fatsoenlijk vindt, en schreeuwt „men" er moord en brand over als dat meisje haar aanstaande „aait oppassen, wanneer deze zonder goede verpleging ernstig ziek ligt. Maai' diezelfde „mem" is niet boos op een zoon uit datzelfde gezin, wanneer hij de dienstbode van ziine ouders heeft bedrogen, om het feit op zich zelf. maar wel omdat hij geen zorg heeft gedragen zijn kwade handelin gen ergens anders te plegen, waar „men" te Buurdam er niet achter had kunnen komen. En diezelfde fatsoen lijke „men" laat dan later die onge lukkige dienstbode in den steek, als 't door een toevalligan loop der omstan- "igheden blijkt, dart zij het jonge- mensch niet meer compromitteeren kan. De intrige van het stuk concentreert zich om dit geval met de dienstbode, hetwelk „mep" een gelegenheid geeft zich op zijn leelijkst, huichelachtigst en wreedst te la.ten kennen. Het „fatsoen" is in de kringen der menschen te Buurdam een geweldig, wreed, geniepig, en eigenlijk gemeen ding geworden, dat de menschen slechter in plaats van beter maakt. De heer Schuil heeft de menschen een spiegel willen voorhouden, waar in dezen zich zelf nu eens konden zien. Maar flatteerend was het beeld niet, dat ze te zien hebben gekregen. Dikwijls was de satire raak in het stuk, zelfs menigmaal scherp en pun tig, op het sarkastische af. De auteur heeft de kleine menschen laten zien in hun zotheid om zich druk te maken en hun „fatsoen" voorop te zetten, wanneer 't zaken van betrekkelijk wei nig beteekenis geldt zooals over de kwestie, dat geëngageerde jongenlui niet onder een dak mogen logeeren, of het meisje haar aanstaande gaat oppassen t terwijl zij veel ernstiger dingen, waar het leven en het geluk van een vrouw en haar geheele familie bij op 't spel staan we denken hier aan de verleide dienstbode, baar kind en haar familie geheel léger" nemen, alleen angstig voor een benauwd fatsoensgevoeltje. Hij heeft hier die lieden met bun scbïjnfatsoen ferm en lekker te pakken gehad, ze liier en daar gestriemd en gegeeseld. maar hij heeft ook om hun zotheid la ten lachen. Als zedenspel is „Fatsoen" dan ook wel gelukt. De bedrijven zaten goed ln elkaar, de scènes waren handig bedacht; er zat ook climax in, zoodat de aandacht van het publiek gespannen bleef, -of schoon de oplossing op het einde wel wat te gewild, te expresselijk en te gemakkelijk, om er af te komen, was. „Fatsoen" is ook een zeer speelbaar stuk. Dat hebben de leden van de Neder- landsche Tooneelvereeniging bewezen die er een, over 't algemeen goede en vlotte vertolking van gaven; het ging als gesneden koek en 't pakte van het begin af aan; alleen was Temooy Apel, die voortdurend op den souf fleur hengeld© en er van alles bij maakte, wat niet ln zijn rol stond, niet rolvast. Behalve de heer Schuil zal ook de Tooneelvereeniging wel genoegen van dit stuk beleven. Alleen willen we een 'opmerking maken over den toon, die over de ver tolking hing, De leden der „Tooneel vereeniging" schenen te vergeten, dat ze met een zedens p e 1 te doen hadden. Toen ze in het begin zagen, dat eenige gezegden er bij het publiek smakelijk lachend ingingen, vervie len zij dadelijk in den blijspeltoon, en de heer Holkers, die 't er, in jacht op lachsucces, dik op legde, kwam zelfs de klucht nabij. Dat mag niet. Niet komiekerig maar satiriek moet 't gespeeld worden. Het spel moet scherper, puntiger en bit terder wezen; meer pijn veroorzaken; men dient te laten voelen, dat Schuil harde waarheden te zeggen had, en die moet men van het tooneel af laten voelen. Men mag van „Fatsoen" geen Van Maurikje gaan maken. Na elk bedrijf moest druk gehaald worden, drie en vier maal, en ten slotte moest de heer Schuil ten too- neele verschijnen, waar hij behalve een hartelijk applaus ook een groote lauwerkrans in ontvangst had te ne men. Als voorstuk was gegaan een een akter van Anna van GoghKaulbach, bekend o.m. als schrijfster van den roman „Rika" en van het tooneelstuk Eigen Haard". Haar nieuwe werk heet „Het Rustig Donker". Het behandelt een tragische levensperiode: twee jonge artisten, die hun geluk vinden in hun liefde en hun gezamenlijk werken, zijn gehuwd, als hij, na een operatie, blijkt te lij den aan een ongeneeslijke kwaal; hij moet sterven. Maar dan besluiten zij, dat hij vrijwillig den dood zal zoeken vóórdat 't lijden en de doodstrijd ko men waarvoor hij een slaappoeder inneemt terwijl zij zal blijven le ven om hun gezamenlijk begon nen werk af te maken. De zoo in enkele koude woorden weergegeven inhoud moge hier barok klinken, het stuk is van een gevoels- idealisme, dat uitweg zoekt in een dialoog vol wisselende emoties, die, om mooi te blijven, in een bijzondere stemming moet gezegd en gehouden worden. En die stemming ontbrak juist ge heel en al. De actrice, die de hoofdrol had te vertolken en het stuk dragen moet, was in 't geheel niet opgewassen te gen haar taak en vermoordde bet stuk. We durven dus nu nog geen oor deel over het „Rustig Donker" uitspre ken. Alleen zouden we de dialoog wat compacter, meer ineengedrongen wen- schen. Van de zijde van het publiek viel 't een hartelijk applaus ten deel. FRANS NETSCHER. Verplaatsing. Wii verwijzen naar de advertenties, waar men kan lezen, dat de beer F. Willem Tegeler .zijn rijwielzaak van de Zijlstraat verplaatst heeft naar t perceel Nieuwe Groenmarkt 24. Ons Middelbaar en Handelsonderwijs. Indertijd heb bon wij over de pla» nen tot reorganisatie van ons middel' baar onderwijs mededeelingen ge daan, die thans in een uitvoerig voor» stel van B. en W., een stuk van nie? minder dan 4b bladzijden druks vol» komen worden bevestigd. Hoewel hert niet mcgeJijk is al de bijzonderhedem na reeds te overzien, zullen wij döi hoofdzaken mededeelen uit deze pal. ingekomen voorstellen, die naar on ze overtuiging voor ons middelbaar onderwijs een belangrijke verbetering inhouden. Er op wijzende, dat op dit oogenblik de H. B. S. met 5-j. c. 435 leerlingen telt., verdeeld over 19 klassen, waar van 13 in het nieuwe en 6 in het oude; gebouw aan de Jacobynestraat zijn gevestigd, doen B. en W. opmerken* dat op den duur de eischen van een heid en organisatie hieronder zou den lijden en dat het feit, dat dik tot heden althans nog niet in belang rijke mate, het geval was, toe Ui schrijven is aan de loffelijke wijze» waarop de directie over de school ia gevoerd en de over het algemeen zeer goede qualitciton van het leeraars- personeel. B. en W. stellen niet voor, een twee de H. B. S. met 5-j. c, te stichten, daar vele leerlingen niet meer dan 3 jaar voortgezet onderwijs wenschen te ont vangen. Vandaar dat B. en W. in overweging geven EEN II. B. S. MET 3-J. C. TE STICHTEN. Aan deze school kan dan worden verbonden een TWEEJARIGE CURSUS VOOR MIDDELBAAR HANDELSONDER WIJS. In dezen 3-jarigen cursus zal, naar B. en W. zich voorstellen, hetzelfde onderwijs worden gegeven als in de eerste drie klassen van den 5-jarigen cursus, opdat een uitwisseliug van leerlingen mogelijk blijve. Het. eind diploma van den 3-j. c. moet toegang ge\ en tot de 4<ie klasse der H. B. S. met 5-j. c. en zij, die de eerste drie klassen van de laatstgenoemde met vrucht hebben doorloopen. moeten op deu liandelscursus kunnen overgaan. B. en W. verwachten daarvan goe de vruchten, vooral wanneer de leer tijd van de opleidingsscholen tot ze ven jaar zal zijn uitgebreid, zoo dat de toevloed van onrijpe leerlingen naar de middelbare scholen zal wor den beperkt. Voor de toekomst ware, in verband met de H. B. S. met 3-j. cursus, een daarbij aansluitende 2- of 3-jarige cursus voor middelbaar technisch on derwijs nog te overwegen. Daarnaast stellen B. en W. voor, over to gaan tot stichting van een AVONDSCHOOL VOOR HAN DELSONDERWIJS, bestemd voor talrijke jongelieden, die na het verlaten van de lagere school een plaats zoeken op kantoor of win kel en slechts in de avonduren gele genheid vinden voor verdere ontwik keling. Hoe groot de behoefte aan onderwijs, vooral in vreemde talen, voor de/e jongelieden is, bewijst da omvang, dien de taalcursus aan da burgeravondschool in korten tijdver- kregen heeft. De avondschool zoudaii ook een reorganisatie van dien taal cursus worden, zoodat deze laatste kan worden opgeheven. B. en W. stenen zich deze avond school voor als een vijfjarige cursus voor jongens en meisjes, waar onder wijs wordt gegeven iu de Nederland- sche taal en handelscorrespondentie, de Engelsche, Fransche, Duitsche tulen en hunne handelscorresponden. tie, boekhouden, handelsrekenen, handelsaardrijkskunde en handelsge schiedenis, beginselen van handels recht en van handels-staathuishoud* kunde, en schoonschrijven. Bovendien) kan onderwijs gegeven worden in ste- nographie. Het volgen van de lessen Ln dat vak is facultatief. De leerlingen zullen in den regel onderwijs in slechts één der vreemde talen ontvangen, het volgen der les sen ook in de andere vreemde talen kan door de Comm. van toezicht, den1 directeur gehoord, worden toege staan. De jaarlijksche cursus vangt aaii den eersten Maandag in Sept. en ein digt den laatsten Vrijdag in April.- Er wordt per week hoogstens 12 uuti les gegeven (van Maandag tot en met Vrijdag). Elke klasse telt in den re gel niet meer dan 24 leerlingen. Voor de toelating wordt gevorderd: een examen in liet lezen, schrijven, de beginselen van de rekenkunde en de eerste beginselen van de Nederl. taal en die der aardrijkskunde, tenzij het hoofd der school, welke de leerling het laatst bezocht, hem geschikt ver klaart om het ondei-wijs aan de avondschool met vrucht te volgen. In den regel worden tot de eerste.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 1