HAARLEM'S DAGBLAD. ^S88!^-,.
Onze Lachhoek.
De Roode Pimpernel
OM ONS HEEN
No. 846.
Verzekering tegenWerklooslieid
Bet ia heel duidelijk, dat de Com-
missie, die het vorig jaar door dein
burgemeester bijeengeroepen werd tot
leniging van de gevolgen der werk
loosheid, er op uit is om het verstrek
ken van liefdegaven van hand tot
hand, althans voor vakarbeiders te
vervangen door aansluiting bij het
werkloozenfonds. Dat streven konden
we al opmaken uit den oproepings
brief tot de vergadering, die Woens
dagmiddag op 't Stadhuis gehouden
ls. Het dagelij ksch bestuur liet daarin
den belanghebbenden weten, dat
commissie nog dezen winter zich de
zaken zal aantrekken, maar daarna
zaJ ophouden te bestaan. De vakarbei
ders moeten zich dan, zoo redeneert
het, maar allen tegen- den winter
190910 tegen werkloosheid hebben
verzekerd en de particuliere liefdadig
heid kan de nooden van de losse werk
lieden verzachten.
Ik heb die verklaring hard hoorei»
noemen, maar er zelf niets hards in
Kunnen vinden, 't Is niet, dat de Com
missie zich aan de moeite en den last
van de zaak onttrekken, maar alleen
den steun aan werklooze vakarbei
ders op zuiverder grondslag vestigen
wil. Wat In den vorigen winter is ge
daan, kan als maatregel van nood
worden verdedigd, een aanbevelens
waardige manier van doen was het
niet. Aangenomen zelfs, dat de Com
missie achter haar tafel altijd in
staat geweest is terecht uit te maken,
hoeveel deze en hoeveel die ontvangen
moest, blijft het altijd een bedenkelij
ke zaak, dat daar flinke werklieden
met aalmoezen moesten worden ge
steund. Vooral voor de werklieden
zelf. Het moet ontzaglijk zwaar zijn,
voor dien eersten keer de hand' op te
houden, maar tot verwondering en
teleurstelling der Commissie,, kostten
voor velen de volgende schreden blijk
baar weinig zelfoverwinning meer.
Als van zelf ging daarmee - zekere
lichtvaardigheid in het uitgeven van
het ontvangene gepaard. Het feit van
den man, die 's morgens met zes gul
den vertrekkende, 's avonds met een
daalder en een roes thuis belandde,
moge dan al een uitzondering wezen,
dat meermalen van de ondersteuning
een borrel werd gekocht, is uit de rap
porten van gedienstige geesten wel
gebleken. En het geval van den man,
die hoewel hij weer werk had ge
kregen zijn vrouw er op afzond om
de ondersteuning te gaan halen, zal
waarschijnlijk overgevoelige men-
schen even vreemd doen opzien, als
de verklaring van baanvegers, dat zij,
met een ferme knoop er op, bij den
hier en ginder, liever hun wekelijk-
sche uitkeering van vier gulden kwa
men halen, dan op het koude ijs acht
gulden '8 weeks met werken te verdie
nen.
Zoo gemakkelijk gewent de mensch
aan het zonder inspanning verkre
gen geld, de arbeider waarlijk niet al
leen. En dat zagen de goede elemen
ten, de werklieden die uit hun oogen
keken, nadachten, samenvoegden en
eer slotsom wisten te trekken, even-
eexs. Als zij den geboden steun aan
vaardden, deden ze dat omdat het niet
anders kon, maar met tegenzin in het
hart.
Men zou gedacht hebben, dat zij al
thans toen de gelegenheid tot verze
kering tegen werkloosheid werd ge
opend, zich als één man daartoe bij
een van de organisaties zouden heb
ben aangemeld. Helaas, het geleden
leed is weidra vergeten en de aanmel
ding bleef schaars. Zelfs de verlen
ging van den termijn met een half
jaar baatte niet. De werkloosheidsver
zekering begint haar eersten winter
met enkele honderde deelnemers,
voor een groot deel werkloos of in
groot gevaar om het te worden. Van
algemeene deelneming, ook door hen
die redelijkerwijs kunnen aannemen,
dat zij wel aan den arbeid zullen blij
ven, van een edelmoedig élan, om de
minder gunstig geplaatste vakarbei
ders te steunen, geen sprake. Op
deze manier, ik heb er onlangs al
eens op gewezen, kan er vooreerst
aan een flink-?, sterke verzekering te
gen werkloosheid niet gedacht wor
den. Teringachtig en stumperig zal zé
blijven an ten slotte geheel te niet
gaan, wanneer werkloozen toch steun
bleven ontvangen buiten de verzeke
ring om. „Waarom zal ik", zoo zou
al gauw de redeneering wezen, ,,week
aan week in de verzekering blijven
bijdragen, wanneer mijn kameraden,
die niet verzekerd zijn, evengoed ge
steund worden?" Als we die vraag
even overdenken, wordt ons ook de
verklaring van de Commissie, dat zij
na dezen winter haar taak neerlegt,
hoe bar die ook schijnen mag, logisch
en duidelijk gemaakt.
't Hangt er maar van af, op welke
manier nu het doel verwezenlijkt zal
worden. De kassen van de organisar
ties zijn door den korten duur van
hun bestaan niet in staat tot uitkee-
ringen van eenige beteekenis en daar
om ook stelde de Commissie voor, om
met haar saldo van den vorigen win
ter, bijna ƒ3500, deze kassen te steu
nen. Wel werd er lang en breed hier
over gediscussieerd, doch de slotsom
was, dat hiermee al de leden van het
Comité, zoowel als de vertegenwoordi
gers dier organisaties, het er mee eens
werden en dat door den burgemeester
een voorstel werd toegezegd aan den
Raad om diens medewerking. De zaak
gaat dus in de goede richting, maar
ze moet daarin b 1 ij v e n gaan. Het
baat niet, of in dezen winter de mo
len n kunstmatig aan 't draaien wordt
gezet, wanneer daarna de wind niet
meer in de wieken valt. Met andere
woorden wanneer Raad en Commis
sie in de-ze moeilijke aanvangperiode
de werkloosheidsverzekering in gang
hebben gebracht, dan zullen de werk
lieden zelf die in gang moeten hou
den.
Ik heb den huldigen toestand hooien
vergelijken met een brandverzeke
ring. Op eens staan er veel huizen in
vlam. Niemand van de bewoners is
verzekerd. Nu komen anderen en zeg
gen „wij zullen dezen keer helpen,
maar verzekert je nu ook tegen brand
schade, want een tweeden keer doen
wij het niet weer 1" Langzamerhand
zal in onze Haarlemsche samenleving
het besef moeten doordringen, dat
verzekering tegen werkloosheid even
noodzakelijk is. als die tegen onge
steldheid (ziekenfonds) tegen brand
schade en tegen overlijden (bos). En
mij dunkt, dat de tijd juist nu gun
stig is om een fLinken stap in deze
nieuwe richting te doen terecht heeft
een van de vergaderden gisteren ge
wezen op het arbeidscontract. AlLe
organisaties van patroons en arbei
ders, die zich op dit oogenblik bezig
houden met de voorbereiding vaneen
zoodanig contract, moeten thans ern
stig bedenken, of zij niet als een van
de voorwaarden zullen bepalen, dat
do arbeider bij de eene of andere or
ganisatie tegen werkloosheid verze
kerd zal moeten zijn. Dus niet en
kel hij, die kans op werkloosheid
heeft, maai- evengoed, die op vast
werk rekenen kan. Volgens den heer
Kleijnenberg zijn op dit oogenblik in
Haarlem 5000 arbeiders aan 't werk
wanneer zij maar vijf cents per week
bijdragen, dan zou deze quaestie geen
quaestie meer zijni
Bij het arbeidscontract zullen tus-
schen werkgever en werknemer tal
van punten ter sprake komen. Waar
om ook dit niet? Zelfs is er kans,
dat hier en daar ook over de kosten
wei een overeenkomsi kan worden ge
maakt.
Op deze manier wordt wel de los
werkman eenigszins buiten den kring
gezet. Hij zal zijn heil hij de particu
liere liefdadigheid moeten zoeken.
Laat ons evenwel niet vergeten, dat
hoe noodig ook deze menschen zijn
voor arbeid, die in de samenleving
toch gedaan moet worden een al te
sterke uitbreiding van de soort voor
de maatschappij niet gewenscht is.
Tot mijn verwondering heb ik daar
over een lid van de Commissie In
zwartgalligen zin hooren spreken. Hij
meende te weten, dat de neiging tot
los werk toe- inplaats van afneemt,
dat meer en meer aankomende kna
pen om -een tijdelijk voordeel het vak,
waarin ze waren, in de steek laten
en gaan behooren to-t de breede scha
re, waarvan men pleegt te zeggen, dat
ze „langs de kantjes" loopt.
Ik wil van deze menschen geen
kwaad spreken. Hun leed 13 even
pijnlijk als dat van een vakman.
Maar een categorie, die op de vraag
„wat doe je?" ten antwoord geeft:
„van alles, meneer", en daardoor er
kent niets goed te verstaan, moet
vooral niet al te zeer worden uitge
breid. Dat kunnen ambachtsscholen,
goed lager onderwijs, wenken aan de
ouders dat kan ook de verzekering
tegen -werkloosheid mee helpen tegen
gaan -
J. C. P.
Stadsnieuws
Uit de Rechtszaal
STROOPER EN VELD
WACHTER.
Had des morgens do strooper A.
Andrxnga terecht gestaan wegens be
dreiging met een misdrijf tegen het
leven gericht tot den rijksveldwach
ter Corn, van der Lee te Velsen
waarvoor het Openbaar Ministerie
een gevangenisstraf van een maand
vorderde des middags stond de ge
schorste veldwachter in het beklaag
denbankje, beschuldigd van mishan
deling van dezen strooper.
Als -eerste getuige werd de strooper
gehoord. Ook nu verklaarde hij dron
ken geweest te zijn en zich van het
gebeurde niets meer te kunnen her
inneren. De jachtovertreding, die tot
alles aanleiding gegeven heeft, was
's middags om half twee en om' half
negen kwam Andringa in het arres
tantenlokaal tot bezinning. Toen voel
de hij veel pijn aan den rechterarm,
die ontwricht bleek, terwijl zijn ge
laat met vele wonden bedekt was, zoo
dat men hem niet horkeinde. De ge
wonde arm is in het gasthuis te Haar
lem be-handeld, omdat dr. De Groot,
te Santpoort, dit werkje alleen niet
kon klaarspelen. Gedurende vijf we
ken heeft Andringa niet kunnen wer
ken en elschte daarom van den be
klaagde een schadeloosstelling van
49 gulden.
Van der Lee bekende geslagen te
hebben zoowel met d-en loop van het
geweer, de revolver en den gummi
stok. Dit alles was echter, nadat An
dringa gezegd had „ik zal het eens
met jou probeeren", en bezig was het
geweer in elkaar te zetten. Onder het
slaan heeft Andringa steeds getracht
terug te slaan. Eerst had de veld
wachter rnet zijn revolver geslagen,
en den loop van 't geweer afgeno
men. Daarna sloeg Andringa met de
kolf van 't geweer, waarop Van der
Lee hem weer met den loop van het
iweer bewerkte, en de kolf afnam.
iter heeft Van der Lee den strooper
nog eens geslagen met den gummi
stok.
De rechter Mr. Van Nes van Moer
kerk vroeg aan Van der Lee
Waarom ben je voortgegaan met
slaan, toen de strooper geen wapens
meer had
Beklaagde Hij bleef toch op
dringen en wilde mij weer te lijf.
Op een vraag van den voorzitter
erkende Van der Lee, steeds op het
hoofd van Andringa geslagen te heb
ben.
Ook nu werd de bakkersjongen
Scheffer geboord en gaf een zelfde
lezing van het gebeurde als des mor
gens. Van der Lee heeft den strooper
op zeer hardhandige manier gesla
gen, veel meer dan getuige uoodig
vond. Ook is volgens den getuige on
waar, dat Vain der Lee door Andrin
ga is geslagen, wel dreigde deze,
maar hij heeft Van der Lee niet ge
raakt.
De bakkersjongen heeft het in be
slag genomen geweer u-aar de woning
van Van der Lee gebracht eui zei aan
diens vrouw 't is een mooi baantje,
veldwachter zijn, je kan dan nog een
klap op je kop krijgen.
Nu verklaarde getuige nog eens
perUn-ent, dat Va-n der Lee niet gesla
gen is.
Eenige stro.opers hadden een ge
deelte van de mishandeling gezien en
verklaarden gezien te hebben, dat
Van der Lee Andringa geslagen ©n
geschopt heeft, toen deze al op den
grond lag. Onder elkaar hadden ze
gezegd „hij slaat hern dood". An
dringa bloedde erg en was niet te
herkennen van die wonden en het
bloed.
Na de mishandeling hebben Van
der Lee en de veldwachter De Ruyter
Andringa naar het arrestan-tenlokaal
gebracht. Hij spartelde erg tegen en
is -een gedeelte van den weg gesleept.
De Ruyter heeft de wonden van An
dringa afgewasschen.
Van der Lee zei, dat Andringa on
der het overbrengen gezegd had
„m"'n arm gaat u-it het lid". Volgens
beklaagde moet de arm dus onder het
overbrengen verrekt zijn.
Na het hooren der getuigen hield
beklaagde zijn beweren vol.
Het Openbaar Ministerie zeide met
leedwezen overgegaan te zijn tot ver
volging van Van der Lee. Niet omdat
het hier een rijksveldwachter geldt,
want als deze iets strafbaars doet,
moet hij nog veel eerder vervolgd
worden dan een gewoon persoon
maar omdat het een rijksveldwachter
is, die tot heden het volle vertrouwen
genoot. Van der Lee heeft z;ich aan
een laakbaar feit schuldig gemaakt,
door zijn arrestant na de ontwape
ning, op een schandelijke wijze te
mishandelen, zoo zelfs, dat Andringa
bewusteloos werd. Zoodoende is li ij
d© grenzen van de wettige zelfverde
diging overschreden, waarom spreker
een gevangenisstraf eischt van twee
maanden.
Mr. Tideman drong aan op toewij
zing der vordering van Andringa 40
gulden schadevergoeding, omdat hij
v>":f weken niet heeft kunnen wer
ken.
De verdediger van Van der Lee,
Mr. J. H. Thiel, ving aan met de op
merking, dat de civiele actie niet kan
worden toegewezen, omdat niet be
wezen is, dat Van der Lee den arm
heeft ontwricht.
Pleiter schetste de omstandigheden
waaronder Van der Le© het feit ge
pleegd heeft. Hij was alleen op eene
vrij eenzame plaats, met een be
schonken strooper, die hem dreigde
met een geweer. Elk politieman had
dadelijk de revolver getrokken en ge
schoten. Dit heeft Van der Lee niet
willen doen, maar heeft getracht An
dringa te sparen, en geslagen. De
eerste slagen waren zeer zeker ge
rechtvaardigd door noodweer. Alleen
laatste klappen zijn minder te ver
dedigen, maar laten zich wel ver
klaren door de omstandigheden en
opwinding. Een gevangenisstraf van
twee maanden ls dan ook veel te
zwaar, waarom pleiter op een lachte
re straf aandrong.
BRAND VEROORZAKEN DOOR
SCHULD.
Hiervan werd beschuldigd een 18-
jarige loodgietersknecht, die met een
naphtalamp soldeerwerkzaamheden
heeft verricht op het dak van de boe
renwoning van Van Giesen te Velsen.
Onder het dak was hooi geborgen,
hetwelk met. het vuur in aanraking
gekomen is, waardoor de hoeve ge
heel in de vlammen opging.
Het Openbaar Ministerie herinner
de aan het bekende artikel van Victor
da Stuers „die vervloekte loodgie
ters", en meende, nu het bewijs ge
leverd kan worden tegen een roeke-
loozen loodgieter, de zaak niet onver-
volgd te moeten laten. Tegen den
jongen, die anders gunstig bekend
staat, luidde de eisch een week hech
tenis.
De verdediger Mr. Thiel achtte het
bewijs niet geleverd en drong op ju
ridisch© gronden op vrijspraak aan.
MOORD TE ZAANDAM.
Hierna stond terecht de 23-jarige
sigarenmakersknecht Johannes van
Wïik, vroeger te Zaandam gewoond
hebbende, maar thans gedetineerd in
het huis \an bewaring.
Bij dagvaarding was hem ten laste
gelegd, dat hij op 10 October te Zaan
dam na, met het oogmerk Jannetje
Bets van het leven te berooven, een
revolver met kogelpatronen te hebben
geladen zich naar haar bierhuis
en woning aan het Prinsenpad heeft
begeven en Jannetje Bets heeft dood
geschoten, door die revolver op kor
ten afstand op haar aan te leggen en
den trekker driemaal af te drukken,
tengevolge waarvan die vrouw drie- I
maal werd getroffen, waarvan min
stens één maal doodelijk, en wel in de
borst door verwonding van de rech-
terlong en bloeduitstorting in de rech-
terborsthelft althans dat hij be
doelde vrouw met het oogmerk haar
zwaar lichamelijk letsel toe te bren
gen, herhaaldelijk uit een revolver
heeft geschoten, tengevolge waarvan
zij drie maal werd getroffen en aan
de gevolgen ua korten tijd rts overle
den.
Gehoord werden 13 getuigen char
ge, alsook twee décharge en een
deskundige.
De geneesheer H. G. Kronenberg
verklaarde, dat de wonde aan de lon
gen doodelijk was de andere won
den waren aan de kaak en de horst-
holte.
Uit het verdie re getuigenverhoor
bleek, dat de beklaagde eenigen tijd
bij de vermoorde een gescheiden
vrouw van 41 jaar, moeder van zeven
kinderen als commensaal heeft ge
woond. In dien tijd was er tussehen
hen een vertrouwelijke verhouding
ontstaan. Later vertelde Johannes,
dat hij naar Duitschland ging, waar
na Jannetje Bets op een huwelijks
advertentie geschreven had en in ver
band daarmee een dagje naar Am
sterdam ging. Daarna kwam er een
gespannen verhouding en hadden de
vrouw en de jongen vaak oneenighe-
<ien.
Beklaagde beweerde, dat hij de re
volver gekocht had, omdat de buren
tegenover hem een dreigende hou
ding hadden aangenomen en hem
dreigden met messen en bijlen.
Na hot getuigenverhoor werd de
beklaagde ondervraagd en verklaar
de. op den betfusten avond ruzie met
de vrouw gob ad te hebben. Even la
ter was hij teruggekomen om vergif
fenis te vragen. Dit weigerde de
vrouw, waarop beklaagde vuurde.
Beklaagde oiitkende echter de re
volver gekocht te hebben met het
doel de vrouw te vermoorden, terwijl
hij ook ontkende bij het schieten het
doel gehad te hebben, haar te doo-
den.
Het Openbaar Ministerie achtte den
moord bewezen, daar de voorbedach
te rade aanwezig is. De bewering van
den beklaagde, dat hij de revolver
voor eigen verdediging had gekocht,
is onaannemelijk, daar hij niet heeft
aangetoond, dat. de andere personen
op hem liepem W6l staat vast, dat de
verslagen vrouw in de laatste dagen
doodsbang voor den beklaagde was,
omdat hij haar meermalen gedreigd
had.
Niet begrijpende, hoe een jeugdige
man zulk een jaloersche liefde kon
opvatten voor een vrouw op jaren,
wees Mr. De Vries van Dóesburgh er
op, dat de beklaagde reeds eenige
keeren voor diefstal veroordeeld is, en
eischte een gevangenisstraf van 12
jaar.
Als ambtshalve toegevoegd verde
diger trad op Mr. Monnik. Deze gaf
een schildering van de omstandighe
den. om waarschijnlijk te maken, dat
hier geen móórd, noch doodslag maar
alleen zware mishandeling heeft
plaats gehad.
Op deze gronden drong pleiter dam
ook op een veel lichtere straf aan.
UITSPRAKEN.
P. A. G. B., kermisreiziger zonder
vaste woonplaats, diefstal, 4 maan
den gev.straf.
A. N., loopjongen te Haarlem,
diefstal, drie maanden plaatsing in
eene tuchtschool.
L. H., koopman te lip, diefstal,
vrijgesproken.
Th. W. C., los werkman te Haar
lem, verduistering, 6 weken gevange.
ndsstraf.
G. W. H., tapper te Haarlem, dief.
stal, 10 boete of tien dagen hech
ten ;s.
G. de K., voddenkoopman te Haar
lem, heling, vijf maanden gevange
nisstraf.
W. C. S., koopman te Schoten, he
iing, 5 maanden gev.straf.
J. B., vischventer te Monniken
dam, opzettelijke vernieling en belee-
diging ambtenaar, lu boete of tien
dagen hechtenis.
D. D., vischknecht te IJmuiden,
mishandeling, 25 boete of 15 dagen
hechtenis.
M. B. J. D., en J. B. D., houtvverker
en schipper, beiden te Zaandam,
mishand el ing, ieder 8 boete of acht
dagen hechtenis.
Maandelijksch Overzicht
van de vereeniging „Weldadigheid n.
Vermogen".
Boekjaar: 1 Nov. 1908—31 Oct. 1909.
Voor behoeftigen werd in Nov. 1908
toegestaan:
Aan brood- en levensmiddelen
243.88.
Aan brandstoffen 42.78.
Aan ligging- en kleedingsiukken
4.90.
In geld 426.75.
Totaal 718.31.
Mevrouw Ribels (die zelf de voor
deur opent) Zoo, Lientje, geloof ik;
ben jij nu de nieuwe meid van me
vrouw Dalfson?
Ja, mevrouw, en mevrouw vroeg
of u vanavond wat kvvarn praten
Meisje, zeg aan mevrouw, dat ik
vandaag onmogelijk kan; ik moet na
melijk zelf koken, want alle anderen
hier in huis zijn ziek.
Lientje thuis
Compliment, mevrouw, van me
vrouw Ribels, maar zij kan onmoge
lijk vandaag komen, want alle onde
ren in huis zijn namelijk ziekdaar
mevrouw Ribels zelf gekookt heeft
DE. GESTRAFTE POLITICUS.
Ja, meneer, sprak Kobus met de
laars van zijn heer in de eene en den
borstel in de andere hand. Wij gaan
vooruit. De democratie gaat snel voor
waarts I Je moet stekeblind zijn aJs
je niet ziet, dat we iederen dag met
reuzenstappen vooruit gaan. Wil ik u
eens wat zeggen, meneer, eer we
twintig jaar verder zijn dan poetst u
m ij n laarzen I
En als ik het dan niet beter doe
dan jij, was het onverwachte ant
woord van zijn patroon, dan trap j ij
mij de deur uit, hetgeen i k thans zoo
rij ben te doen bij deze.
En Kobus vloog de straat op.
MONOLOOG VAN
DEN AMBTENAAR.
„Sedert de rti g jaar ben ik t wee.
maal bevorderd en dat noemen
ze nu een ambtenaarsloopbaan".
Rubriek voor Vragen
Geabonneerde» hebben liet voorrecht
vragen op verschillend gebied, mits voor
beantwoording vatbaar, in te zenden bil de
Redactie van Haarlem's Dagblad, Gróote
Houtstraat 53.
Alle antwoorden worden geheel kosteloos
gegeven en, yoor zooveel mogelijk is. den
'lag na de inzending
VRAAG: Is het geoorloofd zonder
akte of vergunning, op het zeestrand
en op de pieren bij IJmuiden te schie
ten op vogels die niet beschermd zijn?
En mag men op den openbaren weg
een vuurwapen dragen, wanneer dit
n foudraal gestoken is?
ANTWOORD: De bedoelde stranden
enz. zijn Rijksgronden en wij meenen,
dat de jacht aldaar verpacht is, zoo
dat men zoowel akte als vergunning
van den pachter of eene buitengewo
ne machtiging zal moeten hebben.
Het door u bedoelde wapen moet
zoodanig ingepakt zijn, dat het niet
voor dadelijk gebruik kan worden aan
gewend.
Uit de Omstreken
HILLEGOM.
Woensdag vergaderde de Gemeente
raad van Hillegom, waarin de Burge
meester voorzat en 10 leden aanwezig
waren. Afwezig was de heer Kuijk.
Na opening der vergadering met ge
bed en loting voor de stemming, als
mede voorlezing van de notulen der
vorige vergadering, werd voorlezing
gedaan van de sedert de vorige verga
dering ingekomen stukken, waaron
der de goedgekeurde rekening \uii den
gemeente-ontvanger over 190/, alsme
de een afschrift van een KouïukIijk be
sluit, waarbij goedkeuring werd ge
hecht aan hel besluit van Gedeputeer
de Staten in dit gewest, waarbij de
jaarwedden van den Burgemeester,
Secretaris en Ontvanger werden ge
regeld en gebracht op hetzellde be
drag, als waarop door dat college m-
Iertijd het advies van den gemeente
raad werd gevraagd, alle welke stuk
ken voor kennisgeving werden aan
genomen.
Vervolgens werd besloten tot het
doen van de noodige af- en overschrij
vingen op cle begrooting van uitgaven,
dienst 19D8.
De aandeelen 8 en 31 van de geldlee-
uing werden uitgeloot.
In behandeling kwam eene missive
van den heer Jhr. mr. D. A. W. van
Tets van Goudriaau, houdende ver
gunning tot het doen uitmonden van
een riool in de Vossevaurt, onder de
daarvoor aangegeven voorwaarden.
Burgemeester en Wethouders stel
den aan den Raad voor om de gestelde
voorwaarden aan te nemen. De min-
FtUlLLbl UN
Naar liet Engelsch door
Barones Orczy.
20)
Hun vlucht was in al zijn onder-
deeien overdacht, uitgewerkt en tol
stand gebracht door dat gezelschap
Jonge JLngelsche snoeshanen, aan
wiens hoofd een man staat, die min
stens even scherpzinnig als geheim
zinnig is. Wat mijn spionnen ook be
dacht hebben, het heeft hen niet mo
gen gelukken te ontdekken wie hij is;
terwijl de anderen de werktuigen zijn,
is hij het hoofd, dat achter die vreem
de geheimzinnigheid kalm voort-
werkt aan de verwoesting van Frank,
rijk.
Mijn plan is, dat hoofd op te spo
ren, en u moet mij daarbij helpen
door hem kan ik later de rest van
de bende vindenhij Is een jonge
toonaangever in Engelsche gezel
schappen, daar ben ik zeker van.
Vind dien man voor mij uit, burge
res 1 drong hij aan, vind hem uit
voor Frankrijk.
Marguerite had naar de hartstocht
telijke woorden van Chauvelin ge-
lu'sterd zonae? een woerd te uiten,
ja, zij dunde zelfs nauwelijks adem
lïalen. Zij had hem gezegd, dat deze
geheimzinnige romanheld het onder
werp van gesprek uitmaakte in de
kringen, waartoe zij behoorde; voor
dit oogenblik hadden haar hart en
verbeelding zich al bezig gehouden
mei de geuachte aan den dapperen
man die onbekend en dus zonder
roem te oogsten honderden net leven
had gered.
Zij had maar weinig sympathie
voor deze voorname Frunsche aristo
craten, waarvan de Gravin de Tour-
nay de Basserive zoo'n typisch voor
beeld was; maar ofschoon u't prin
cipe ripuoiikeinsch en liberaal van
geest, haati© en vervloekte zij 06 ma
nier, waarop de jonge Republiek
zichzelf dacht te kunnen grondves
ten. Zij was maanden lang niet in
Parijs geweestde verschrikkingen
eu het bloedvergieten van het Schrik
bewind, die hun toppunt vonden in
de moorden van September, waren al
leen als een zwakke echo van over
het Kanaal tot haar doorgedrongen.
Robespierre. Danton en Marat had
zij niet in hun bloeddorstige neigin
gen gekend. Haar ziel kwam heftig in
opstand tegen die uitersten, waarmee
zij vreesde dat haar broeder Armand
gematigd republikein als hij w»e
eens in botsing zou komen.
Toen zij nu voor 't eerst hoorde
van dat gezelschap jonge Engelsche
enthousiasten, die uit louter liefde
voor hun medemensclien, vrouwen en
kinderen, jonge en oude mannen
voor een afschuwelijken dood bewaar
den, had. haar hart van trots voor
hen gegloeid, en nu, terwijl Chauve
lin sprak, voelde haar geheele hart
zich aangetrokken tot dien moedigen
en geheinizinnigen leider van die roe.
kelooze kleine bende, die dagelijks
zijn leven waagde, die het vrijwillig
en zonder aanstellerij in de waag
schaal stelde ter wille van de huma
niteit.
Haar oogèn waren vochtig, toein
Cnauvelin had opgehouden te spre
ken, de kant aan haar boezem ging
snel op en neer; het gerucht uit de
herberg hoorde zij niet meer, zij let
te niet op het onnoozel lachen van de
stem van haar echtgenootonwille
keurig waren haar gedachten ver
vuld van dien geheirnzinnigen held I
Ja! dat was een man, dien zij zou
hebben kunnen beminnen als zij hem
ontmoet had, alles in hem beant-
woordde aan haar romantische ver
beelding; zijn persoonlijkheid, zijn
kracht, zijn dapperheid, de trouw van
hen. die voor dezelfde edele zaak on
der hem stonden, en boven alles, dat
verzwijgen van zijn naam, kroonde
hem als met een lauwerkrans yan
romantische roem.
Vind hem voor Frankrijk, bur
geres
De stem van Chauvelin dicht aan
haar oor wekte haar op uit haar
droomen. De geheimzinnige held was
verdwenen en geen twaalf meter van
haar af, zat een man te drinken en
te lacheu, aan wien zij trouVv gezwo
ren haxL
Och kom I man, zei ze weer in
haar luchtharligen toon vervallen, u
verbaast mij. Waar tei wereld moet
ik naar hem uitkijken?
U kan overal komen, burgeres,
fluisterde Chauvelin veelbeteekenend,
Lady Blakeney is de Lieveling van de
Londensche gezelschappen, naar ik
hoorU ziet alles, u hoort alles.
Dat ig gemakkelijk gezegd,
vriend, zei Marguerite, zich in haar
volle lengte oprichtend, en niet zon
der minachting neerkijkend op de
kleine, onbeduidende gestalte voor
haar.
Gemakkelijk gezegd 1 U schijnt te
vorgeten, dat Sir Percy Blakeney en
oen lange rij voorvaderen staan tus
sehen Lady Blakeney en zooiets, als
u daar voorstelt.
Ter wille van Frankrijk, burge
res 1 drong Chauvelin ernstig aan.
Sst, man, je praat in elk geval
onzin, want zelfs als- je wist wie die
Roode Pimpernel is, dan kon je toch
nog niets doep te/ren hem een En-
geïsr.hman
Dat zou ik nog wel eens willen
zien, zei Chauvelin met een droog,
schor lachje. In elk geval zouden wij
hem eerst naar de guillotine kunnen
zenden, om zijn ijver te bekoelen, als
men daarop in diplomatieke kringen
moeilijkheden begint te maken, kun
nen wij ons nederig verontschuldigen
bij de Britsche Regeering, en zoo noo
dig de familie van den overledene
schadeloosstelling betalen.
Wat je voorstelt is afschuwelijk,
Chauvelin, zei ze, voor hein uit den
weg gaande, als voor een of ander ge
vaan ijk insect. Wie dis man ook zijn
moge, hij is dapper en edel, en nooit
begrijp je dat goed? nooit wil ik
de hand hebben in zoo'n schurken
streek.
Dus u wil liever beleedigd wor
den door iederen Franschen aristo
craat, die in dit land komt?
Chauvelin had met deze fijne pijl
goed doel getroffen. Marguerite werd
bleek en zij beet op haar onderlip,
want zij wilde hem niet laten zien,
hoezeer zij getroffen was.
Dat heeft hier niets mee te ma
ken, zei ze eindelijk op onverschilli
gen toon. Ik kan mijzelf wel verdedi
gen, maar ik weiger zulk vuil werk
te doen evenmin voor jou als voor
Frankrijk. Je hebt andere middelen
tot je dispositie, vriend; je moet die
maar gebruiken.
En zonder Chauvelin verder een
blik waardig te keuren, draaide Mar
guerite Blakeney hem den rug toe en
liep recht door de herberg binnen.
Dat is uw laatste woord niet,
burgeres, ze^ Chauvelin, .toen een
Lichtstroom uit de gang haar elegau-
te. rijk gekleede gestalte verlichtte,
wij ontmoeten elkaar in Londen, hoop
ikl
Wij ontmoeten elkaar in Londen,
zei ze, hem over haar schouder heen
aansprekend, maar dat is mijn laat
ste woord.
Zij deed de deur van de gelagkamer
open en verdween uit zijn gezicht,
maar hij bleef nog even onder de
pcort staan en nam een snuifje. Hij
had de kou§ op den kop gekregen,
maar zijn slim vossengezicht zag er
allerminst verslagen of teleurgesteld
uit; integendeel, een merkwaardige
glimlach, half sarcastisch en zeer vol
daan, speelde om de hoeken van zijn
dunne lippen.
HOOFDSTUK IX.
De Beleediglng.
Een mooie sterrc-navond volgde op
den dag van aanhoudenden regen
een koele, balsamieke zomeravond,
typisch Engelsch wegens zijn vochtig
heid en geur van natte aarde en
druij>ende bladeren.
(Wordt vervolgd).