HAARLEM'S DAGBLAD. ^S88!^-,. Onze Lachhoek. De Roode Pimpernel OM ONS HEEN No. 846. Verzekering tegenWerklooslieid Bet ia heel duidelijk, dat de Com- missie, die het vorig jaar door dein burgemeester bijeengeroepen werd tot leniging van de gevolgen der werk loosheid, er op uit is om het verstrek ken van liefdegaven van hand tot hand, althans voor vakarbeiders te vervangen door aansluiting bij het werkloozenfonds. Dat streven konden we al opmaken uit den oproepings brief tot de vergadering, die Woens dagmiddag op 't Stadhuis gehouden ls. Het dagelij ksch bestuur liet daarin den belanghebbenden weten, dat commissie nog dezen winter zich de zaken zal aantrekken, maar daarna zaJ ophouden te bestaan. De vakarbei ders moeten zich dan, zoo redeneert het, maar allen tegen- den winter 190910 tegen werkloosheid hebben verzekerd en de particuliere liefdadig heid kan de nooden van de losse werk lieden verzachten. Ik heb die verklaring hard hoorei» noemen, maar er zelf niets hards in Kunnen vinden, 't Is niet, dat de Com missie zich aan de moeite en den last van de zaak onttrekken, maar alleen den steun aan werklooze vakarbei ders op zuiverder grondslag vestigen wil. Wat In den vorigen winter is ge daan, kan als maatregel van nood worden verdedigd, een aanbevelens waardige manier van doen was het niet. Aangenomen zelfs, dat de Com missie achter haar tafel altijd in staat geweest is terecht uit te maken, hoeveel deze en hoeveel die ontvangen moest, blijft het altijd een bedenkelij ke zaak, dat daar flinke werklieden met aalmoezen moesten worden ge steund. Vooral voor de werklieden zelf. Het moet ontzaglijk zwaar zijn, voor dien eersten keer de hand' op te houden, maar tot verwondering en teleurstelling der Commissie,, kostten voor velen de volgende schreden blijk baar weinig zelfoverwinning meer. Als van zelf ging daarmee - zekere lichtvaardigheid in het uitgeven van het ontvangene gepaard. Het feit van den man, die 's morgens met zes gul den vertrekkende, 's avonds met een daalder en een roes thuis belandde, moge dan al een uitzondering wezen, dat meermalen van de ondersteuning een borrel werd gekocht, is uit de rap porten van gedienstige geesten wel gebleken. En het geval van den man, die hoewel hij weer werk had ge kregen zijn vrouw er op afzond om de ondersteuning te gaan halen, zal waarschijnlijk overgevoelige men- schen even vreemd doen opzien, als de verklaring van baanvegers, dat zij, met een ferme knoop er op, bij den hier en ginder, liever hun wekelijk- sche uitkeering van vier gulden kwa men halen, dan op het koude ijs acht gulden '8 weeks met werken te verdie nen. Zoo gemakkelijk gewent de mensch aan het zonder inspanning verkre gen geld, de arbeider waarlijk niet al leen. En dat zagen de goede elemen ten, de werklieden die uit hun oogen keken, nadachten, samenvoegden en eer slotsom wisten te trekken, even- eexs. Als zij den geboden steun aan vaardden, deden ze dat omdat het niet anders kon, maar met tegenzin in het hart. Men zou gedacht hebben, dat zij al thans toen de gelegenheid tot verze kering tegen werkloosheid werd ge opend, zich als één man daartoe bij een van de organisaties zouden heb ben aangemeld. Helaas, het geleden leed is weidra vergeten en de aanmel ding bleef schaars. Zelfs de verlen ging van den termijn met een half jaar baatte niet. De werkloosheidsver zekering begint haar eersten winter met enkele honderde deelnemers, voor een groot deel werkloos of in groot gevaar om het te worden. Van algemeene deelneming, ook door hen die redelijkerwijs kunnen aannemen, dat zij wel aan den arbeid zullen blij ven, van een edelmoedig élan, om de minder gunstig geplaatste vakarbei ders te steunen, geen sprake. Op deze manier, ik heb er onlangs al eens op gewezen, kan er vooreerst aan een flink-?, sterke verzekering te gen werkloosheid niet gedacht wor den. Teringachtig en stumperig zal zé blijven an ten slotte geheel te niet gaan, wanneer werkloozen toch steun bleven ontvangen buiten de verzeke ring om. „Waarom zal ik", zoo zou al gauw de redeneering wezen, ,,week aan week in de verzekering blijven bijdragen, wanneer mijn kameraden, die niet verzekerd zijn, evengoed ge steund worden?" Als we die vraag even overdenken, wordt ons ook de verklaring van de Commissie, dat zij na dezen winter haar taak neerlegt, hoe bar die ook schijnen mag, logisch en duidelijk gemaakt. 't Hangt er maar van af, op welke manier nu het doel verwezenlijkt zal worden. De kassen van de organisar ties zijn door den korten duur van hun bestaan niet in staat tot uitkee- ringen van eenige beteekenis en daar om ook stelde de Commissie voor, om met haar saldo van den vorigen win ter, bijna ƒ3500, deze kassen te steu nen. Wel werd er lang en breed hier over gediscussieerd, doch de slotsom was, dat hiermee al de leden van het Comité, zoowel als de vertegenwoordi gers dier organisaties, het er mee eens werden en dat door den burgemeester een voorstel werd toegezegd aan den Raad om diens medewerking. De zaak gaat dus in de goede richting, maar ze moet daarin b 1 ij v e n gaan. Het baat niet, of in dezen winter de mo len n kunstmatig aan 't draaien wordt gezet, wanneer daarna de wind niet meer in de wieken valt. Met andere woorden wanneer Raad en Commis sie in de-ze moeilijke aanvangperiode de werkloosheidsverzekering in gang hebben gebracht, dan zullen de werk lieden zelf die in gang moeten hou den. Ik heb den huldigen toestand hooien vergelijken met een brandverzeke ring. Op eens staan er veel huizen in vlam. Niemand van de bewoners is verzekerd. Nu komen anderen en zeg gen „wij zullen dezen keer helpen, maar verzekert je nu ook tegen brand schade, want een tweeden keer doen wij het niet weer 1" Langzamerhand zal in onze Haarlemsche samenleving het besef moeten doordringen, dat verzekering tegen werkloosheid even noodzakelijk is. als die tegen onge steldheid (ziekenfonds) tegen brand schade en tegen overlijden (bos). En mij dunkt, dat de tijd juist nu gun stig is om een fLinken stap in deze nieuwe richting te doen terecht heeft een van de vergaderden gisteren ge wezen op het arbeidscontract. AlLe organisaties van patroons en arbei ders, die zich op dit oogenblik bezig houden met de voorbereiding vaneen zoodanig contract, moeten thans ern stig bedenken, of zij niet als een van de voorwaarden zullen bepalen, dat do arbeider bij de eene of andere or ganisatie tegen werkloosheid verze kerd zal moeten zijn. Dus niet en kel hij, die kans op werkloosheid heeft, maai- evengoed, die op vast werk rekenen kan. Volgens den heer Kleijnenberg zijn op dit oogenblik in Haarlem 5000 arbeiders aan 't werk wanneer zij maar vijf cents per week bijdragen, dan zou deze quaestie geen quaestie meer zijni Bij het arbeidscontract zullen tus- schen werkgever en werknemer tal van punten ter sprake komen. Waar om ook dit niet? Zelfs is er kans, dat hier en daar ook over de kosten wei een overeenkomsi kan worden ge maakt. Op deze manier wordt wel de los werkman eenigszins buiten den kring gezet. Hij zal zijn heil hij de particu liere liefdadigheid moeten zoeken. Laat ons evenwel niet vergeten, dat hoe noodig ook deze menschen zijn voor arbeid, die in de samenleving toch gedaan moet worden een al te sterke uitbreiding van de soort voor de maatschappij niet gewenscht is. Tot mijn verwondering heb ik daar over een lid van de Commissie In zwartgalligen zin hooren spreken. Hij meende te weten, dat de neiging tot los werk toe- inplaats van afneemt, dat meer en meer aankomende kna pen om -een tijdelijk voordeel het vak, waarin ze waren, in de steek laten en gaan behooren to-t de breede scha re, waarvan men pleegt te zeggen, dat ze „langs de kantjes" loopt. Ik wil van deze menschen geen kwaad spreken. Hun leed 13 even pijnlijk als dat van een vakman. Maar een categorie, die op de vraag „wat doe je?" ten antwoord geeft: „van alles, meneer", en daardoor er kent niets goed te verstaan, moet vooral niet al te zeer worden uitge breid. Dat kunnen ambachtsscholen, goed lager onderwijs, wenken aan de ouders dat kan ook de verzekering tegen -werkloosheid mee helpen tegen gaan - J. C. P. Stadsnieuws Uit de Rechtszaal STROOPER EN VELD WACHTER. Had des morgens do strooper A. Andrxnga terecht gestaan wegens be dreiging met een misdrijf tegen het leven gericht tot den rijksveldwach ter Corn, van der Lee te Velsen waarvoor het Openbaar Ministerie een gevangenisstraf van een maand vorderde des middags stond de ge schorste veldwachter in het beklaag denbankje, beschuldigd van mishan deling van dezen strooper. Als -eerste getuige werd de strooper gehoord. Ook nu verklaarde hij dron ken geweest te zijn en zich van het gebeurde niets meer te kunnen her inneren. De jachtovertreding, die tot alles aanleiding gegeven heeft, was 's middags om half twee en om' half negen kwam Andringa in het arres tantenlokaal tot bezinning. Toen voel de hij veel pijn aan den rechterarm, die ontwricht bleek, terwijl zijn ge laat met vele wonden bedekt was, zoo dat men hem niet horkeinde. De ge wonde arm is in het gasthuis te Haar lem be-handeld, omdat dr. De Groot, te Santpoort, dit werkje alleen niet kon klaarspelen. Gedurende vijf we ken heeft Andringa niet kunnen wer ken en elschte daarom van den be klaagde een schadeloosstelling van 49 gulden. Van der Lee bekende geslagen te hebben zoowel met d-en loop van het geweer, de revolver en den gummi stok. Dit alles was echter, nadat An dringa gezegd had „ik zal het eens met jou probeeren", en bezig was het geweer in elkaar te zetten. Onder het slaan heeft Andringa steeds getracht terug te slaan. Eerst had de veld wachter rnet zijn revolver geslagen, en den loop van 't geweer afgeno men. Daarna sloeg Andringa met de kolf van 't geweer, waarop Van der Lee hem weer met den loop van het iweer bewerkte, en de kolf afnam. iter heeft Van der Lee den strooper nog eens geslagen met den gummi stok. De rechter Mr. Van Nes van Moer kerk vroeg aan Van der Lee Waarom ben je voortgegaan met slaan, toen de strooper geen wapens meer had Beklaagde Hij bleef toch op dringen en wilde mij weer te lijf. Op een vraag van den voorzitter erkende Van der Lee, steeds op het hoofd van Andringa geslagen te heb ben. Ook nu werd de bakkersjongen Scheffer geboord en gaf een zelfde lezing van het gebeurde als des mor gens. Van der Lee heeft den strooper op zeer hardhandige manier gesla gen, veel meer dan getuige uoodig vond. Ook is volgens den getuige on waar, dat Vain der Lee door Andrin ga is geslagen, wel dreigde deze, maar hij heeft Van der Lee niet ge raakt. De bakkersjongen heeft het in be slag genomen geweer u-aar de woning van Van der Lee gebracht eui zei aan diens vrouw 't is een mooi baantje, veldwachter zijn, je kan dan nog een klap op je kop krijgen. Nu verklaarde getuige nog eens perUn-ent, dat Va-n der Lee niet gesla gen is. Eenige stro.opers hadden een ge deelte van de mishandeling gezien en verklaarden gezien te hebben, dat Van der Lee Andringa geslagen ©n geschopt heeft, toen deze al op den grond lag. Onder elkaar hadden ze gezegd „hij slaat hern dood". An dringa bloedde erg en was niet te herkennen van die wonden en het bloed. Na de mishandeling hebben Van der Lee en de veldwachter De Ruyter Andringa naar het arrestan-tenlokaal gebracht. Hij spartelde erg tegen en is -een gedeelte van den weg gesleept. De Ruyter heeft de wonden van An dringa afgewasschen. Van der Lee zei, dat Andringa on der het overbrengen gezegd had „m"'n arm gaat u-it het lid". Volgens beklaagde moet de arm dus onder het overbrengen verrekt zijn. Na het hooren der getuigen hield beklaagde zijn beweren vol. Het Openbaar Ministerie zeide met leedwezen overgegaan te zijn tot ver volging van Van der Lee. Niet omdat het hier een rijksveldwachter geldt, want als deze iets strafbaars doet, moet hij nog veel eerder vervolgd worden dan een gewoon persoon maar omdat het een rijksveldwachter is, die tot heden het volle vertrouwen genoot. Van der Lee heeft z;ich aan een laakbaar feit schuldig gemaakt, door zijn arrestant na de ontwape ning, op een schandelijke wijze te mishandelen, zoo zelfs, dat Andringa bewusteloos werd. Zoodoende is li ij d© grenzen van de wettige zelfverde diging overschreden, waarom spreker een gevangenisstraf eischt van twee maanden. Mr. Tideman drong aan op toewij zing der vordering van Andringa 40 gulden schadevergoeding, omdat hij v>":f weken niet heeft kunnen wer ken. De verdediger van Van der Lee, Mr. J. H. Thiel, ving aan met de op merking, dat de civiele actie niet kan worden toegewezen, omdat niet be wezen is, dat Van der Lee den arm heeft ontwricht. Pleiter schetste de omstandigheden waaronder Van der Le© het feit ge pleegd heeft. Hij was alleen op eene vrij eenzame plaats, met een be schonken strooper, die hem dreigde met een geweer. Elk politieman had dadelijk de revolver getrokken en ge schoten. Dit heeft Van der Lee niet willen doen, maar heeft getracht An dringa te sparen, en geslagen. De eerste slagen waren zeer zeker ge rechtvaardigd door noodweer. Alleen laatste klappen zijn minder te ver dedigen, maar laten zich wel ver klaren door de omstandigheden en opwinding. Een gevangenisstraf van twee maanden ls dan ook veel te zwaar, waarom pleiter op een lachte re straf aandrong. BRAND VEROORZAKEN DOOR SCHULD. Hiervan werd beschuldigd een 18- jarige loodgietersknecht, die met een naphtalamp soldeerwerkzaamheden heeft verricht op het dak van de boe renwoning van Van Giesen te Velsen. Onder het dak was hooi geborgen, hetwelk met. het vuur in aanraking gekomen is, waardoor de hoeve ge heel in de vlammen opging. Het Openbaar Ministerie herinner de aan het bekende artikel van Victor da Stuers „die vervloekte loodgie ters", en meende, nu het bewijs ge leverd kan worden tegen een roeke- loozen loodgieter, de zaak niet onver- volgd te moeten laten. Tegen den jongen, die anders gunstig bekend staat, luidde de eisch een week hech tenis. De verdediger Mr. Thiel achtte het bewijs niet geleverd en drong op ju ridisch© gronden op vrijspraak aan. MOORD TE ZAANDAM. Hierna stond terecht de 23-jarige sigarenmakersknecht Johannes van Wïik, vroeger te Zaandam gewoond hebbende, maar thans gedetineerd in het huis \an bewaring. Bij dagvaarding was hem ten laste gelegd, dat hij op 10 October te Zaan dam na, met het oogmerk Jannetje Bets van het leven te berooven, een revolver met kogelpatronen te hebben geladen zich naar haar bierhuis en woning aan het Prinsenpad heeft begeven en Jannetje Bets heeft dood geschoten, door die revolver op kor ten afstand op haar aan te leggen en den trekker driemaal af te drukken, tengevolge waarvan die vrouw drie- I maal werd getroffen, waarvan min stens één maal doodelijk, en wel in de borst door verwonding van de rech- terlong en bloeduitstorting in de rech- terborsthelft althans dat hij be doelde vrouw met het oogmerk haar zwaar lichamelijk letsel toe te bren gen, herhaaldelijk uit een revolver heeft geschoten, tengevolge waarvan zij drie maal werd getroffen en aan de gevolgen ua korten tijd rts overle den. Gehoord werden 13 getuigen char ge, alsook twee décharge en een deskundige. De geneesheer H. G. Kronenberg verklaarde, dat de wonde aan de lon gen doodelijk was de andere won den waren aan de kaak en de horst- holte. Uit het verdie re getuigenverhoor bleek, dat de beklaagde eenigen tijd bij de vermoorde een gescheiden vrouw van 41 jaar, moeder van zeven kinderen als commensaal heeft ge woond. In dien tijd was er tussehen hen een vertrouwelijke verhouding ontstaan. Later vertelde Johannes, dat hij naar Duitschland ging, waar na Jannetje Bets op een huwelijks advertentie geschreven had en in ver band daarmee een dagje naar Am sterdam ging. Daarna kwam er een gespannen verhouding en hadden de vrouw en de jongen vaak oneenighe- <ien. Beklaagde beweerde, dat hij de re volver gekocht had, omdat de buren tegenover hem een dreigende hou ding hadden aangenomen en hem dreigden met messen en bijlen. Na hot getuigenverhoor werd de beklaagde ondervraagd en verklaar de. op den betfusten avond ruzie met de vrouw gob ad te hebben. Even la ter was hij teruggekomen om vergif fenis te vragen. Dit weigerde de vrouw, waarop beklaagde vuurde. Beklaagde oiitkende echter de re volver gekocht te hebben met het doel de vrouw te vermoorden, terwijl hij ook ontkende bij het schieten het doel gehad te hebben, haar te doo- den. Het Openbaar Ministerie achtte den moord bewezen, daar de voorbedach te rade aanwezig is. De bewering van den beklaagde, dat hij de revolver voor eigen verdediging had gekocht, is onaannemelijk, daar hij niet heeft aangetoond, dat. de andere personen op hem liepem W6l staat vast, dat de verslagen vrouw in de laatste dagen doodsbang voor den beklaagde was, omdat hij haar meermalen gedreigd had. Niet begrijpende, hoe een jeugdige man zulk een jaloersche liefde kon opvatten voor een vrouw op jaren, wees Mr. De Vries van Dóesburgh er op, dat de beklaagde reeds eenige keeren voor diefstal veroordeeld is, en eischte een gevangenisstraf van 12 jaar. Als ambtshalve toegevoegd verde diger trad op Mr. Monnik. Deze gaf een schildering van de omstandighe den. om waarschijnlijk te maken, dat hier geen móórd, noch doodslag maar alleen zware mishandeling heeft plaats gehad. Op deze gronden drong pleiter dam ook op een veel lichtere straf aan. UITSPRAKEN. P. A. G. B., kermisreiziger zonder vaste woonplaats, diefstal, 4 maan den gev.straf. A. N., loopjongen te Haarlem, diefstal, drie maanden plaatsing in eene tuchtschool. L. H., koopman te lip, diefstal, vrijgesproken. Th. W. C., los werkman te Haar lem, verduistering, 6 weken gevange. ndsstraf. G. W. H., tapper te Haarlem, dief. stal, 10 boete of tien dagen hech ten ;s. G. de K., voddenkoopman te Haar lem, heling, vijf maanden gevange nisstraf. W. C. S., koopman te Schoten, he iing, 5 maanden gev.straf. J. B., vischventer te Monniken dam, opzettelijke vernieling en belee- diging ambtenaar, lu boete of tien dagen hechtenis. D. D., vischknecht te IJmuiden, mishandeling, 25 boete of 15 dagen hechtenis. M. B. J. D., en J. B. D., houtvverker en schipper, beiden te Zaandam, mishand el ing, ieder 8 boete of acht dagen hechtenis. Maandelijksch Overzicht van de vereeniging „Weldadigheid n. Vermogen". Boekjaar: 1 Nov. 1908—31 Oct. 1909. Voor behoeftigen werd in Nov. 1908 toegestaan: Aan brood- en levensmiddelen 243.88. Aan brandstoffen 42.78. Aan ligging- en kleedingsiukken 4.90. In geld 426.75. Totaal 718.31. Mevrouw Ribels (die zelf de voor deur opent) Zoo, Lientje, geloof ik; ben jij nu de nieuwe meid van me vrouw Dalfson? Ja, mevrouw, en mevrouw vroeg of u vanavond wat kvvarn praten Meisje, zeg aan mevrouw, dat ik vandaag onmogelijk kan; ik moet na melijk zelf koken, want alle anderen hier in huis zijn ziek. Lientje thuis Compliment, mevrouw, van me vrouw Ribels, maar zij kan onmoge lijk vandaag komen, want alle onde ren in huis zijn namelijk ziekdaar mevrouw Ribels zelf gekookt heeft DE. GESTRAFTE POLITICUS. Ja, meneer, sprak Kobus met de laars van zijn heer in de eene en den borstel in de andere hand. Wij gaan vooruit. De democratie gaat snel voor waarts I Je moet stekeblind zijn aJs je niet ziet, dat we iederen dag met reuzenstappen vooruit gaan. Wil ik u eens wat zeggen, meneer, eer we twintig jaar verder zijn dan poetst u m ij n laarzen I En als ik het dan niet beter doe dan jij, was het onverwachte ant woord van zijn patroon, dan trap j ij mij de deur uit, hetgeen i k thans zoo rij ben te doen bij deze. En Kobus vloog de straat op. MONOLOOG VAN DEN AMBTENAAR. „Sedert de rti g jaar ben ik t wee. maal bevorderd en dat noemen ze nu een ambtenaarsloopbaan". Rubriek voor Vragen Geabonneerde» hebben liet voorrecht vragen op verschillend gebied, mits voor beantwoording vatbaar, in te zenden bil de Redactie van Haarlem's Dagblad, Gróote Houtstraat 53. Alle antwoorden worden geheel kosteloos gegeven en, yoor zooveel mogelijk is. den 'lag na de inzending VRAAG: Is het geoorloofd zonder akte of vergunning, op het zeestrand en op de pieren bij IJmuiden te schie ten op vogels die niet beschermd zijn? En mag men op den openbaren weg een vuurwapen dragen, wanneer dit n foudraal gestoken is? ANTWOORD: De bedoelde stranden enz. zijn Rijksgronden en wij meenen, dat de jacht aldaar verpacht is, zoo dat men zoowel akte als vergunning van den pachter of eene buitengewo ne machtiging zal moeten hebben. Het door u bedoelde wapen moet zoodanig ingepakt zijn, dat het niet voor dadelijk gebruik kan worden aan gewend. Uit de Omstreken HILLEGOM. Woensdag vergaderde de Gemeente raad van Hillegom, waarin de Burge meester voorzat en 10 leden aanwezig waren. Afwezig was de heer Kuijk. Na opening der vergadering met ge bed en loting voor de stemming, als mede voorlezing van de notulen der vorige vergadering, werd voorlezing gedaan van de sedert de vorige verga dering ingekomen stukken, waaron der de goedgekeurde rekening \uii den gemeente-ontvanger over 190/, alsme de een afschrift van een KouïukIijk be sluit, waarbij goedkeuring werd ge hecht aan hel besluit van Gedeputeer de Staten in dit gewest, waarbij de jaarwedden van den Burgemeester, Secretaris en Ontvanger werden ge regeld en gebracht op hetzellde be drag, als waarop door dat college m- Iertijd het advies van den gemeente raad werd gevraagd, alle welke stuk ken voor kennisgeving werden aan genomen. Vervolgens werd besloten tot het doen van de noodige af- en overschrij vingen op cle begrooting van uitgaven, dienst 19D8. De aandeelen 8 en 31 van de geldlee- uing werden uitgeloot. In behandeling kwam eene missive van den heer Jhr. mr. D. A. W. van Tets van Goudriaau, houdende ver gunning tot het doen uitmonden van een riool in de Vossevaurt, onder de daarvoor aangegeven voorwaarden. Burgemeester en Wethouders stel den aan den Raad voor om de gestelde voorwaarden aan te nemen. De min- FtUlLLbl UN Naar liet Engelsch door Barones Orczy. 20) Hun vlucht was in al zijn onder- deeien overdacht, uitgewerkt en tol stand gebracht door dat gezelschap Jonge JLngelsche snoeshanen, aan wiens hoofd een man staat, die min stens even scherpzinnig als geheim zinnig is. Wat mijn spionnen ook be dacht hebben, het heeft hen niet mo gen gelukken te ontdekken wie hij is; terwijl de anderen de werktuigen zijn, is hij het hoofd, dat achter die vreem de geheimzinnigheid kalm voort- werkt aan de verwoesting van Frank, rijk. Mijn plan is, dat hoofd op te spo ren, en u moet mij daarbij helpen door hem kan ik later de rest van de bende vindenhij Is een jonge toonaangever in Engelsche gezel schappen, daar ben ik zeker van. Vind dien man voor mij uit, burge res 1 drong hij aan, vind hem uit voor Frankrijk. Marguerite had naar de hartstocht telijke woorden van Chauvelin ge- lu'sterd zonae? een woerd te uiten, ja, zij dunde zelfs nauwelijks adem lïalen. Zij had hem gezegd, dat deze geheimzinnige romanheld het onder werp van gesprek uitmaakte in de kringen, waartoe zij behoorde; voor dit oogenblik hadden haar hart en verbeelding zich al bezig gehouden mei de geuachte aan den dapperen man die onbekend en dus zonder roem te oogsten honderden net leven had gered. Zij had maar weinig sympathie voor deze voorname Frunsche aristo craten, waarvan de Gravin de Tour- nay de Basserive zoo'n typisch voor beeld was; maar ofschoon u't prin cipe ripuoiikeinsch en liberaal van geest, haati© en vervloekte zij 06 ma nier, waarop de jonge Republiek zichzelf dacht te kunnen grondves ten. Zij was maanden lang niet in Parijs geweestde verschrikkingen eu het bloedvergieten van het Schrik bewind, die hun toppunt vonden in de moorden van September, waren al leen als een zwakke echo van over het Kanaal tot haar doorgedrongen. Robespierre. Danton en Marat had zij niet in hun bloeddorstige neigin gen gekend. Haar ziel kwam heftig in opstand tegen die uitersten, waarmee zij vreesde dat haar broeder Armand gematigd republikein als hij w»e eens in botsing zou komen. Toen zij nu voor 't eerst hoorde van dat gezelschap jonge Engelsche enthousiasten, die uit louter liefde voor hun medemensclien, vrouwen en kinderen, jonge en oude mannen voor een afschuwelijken dood bewaar den, had. haar hart van trots voor hen gegloeid, en nu, terwijl Chauve lin sprak, voelde haar geheele hart zich aangetrokken tot dien moedigen en geheinizinnigen leider van die roe. kelooze kleine bende, die dagelijks zijn leven waagde, die het vrijwillig en zonder aanstellerij in de waag schaal stelde ter wille van de huma niteit. Haar oogèn waren vochtig, toein Cnauvelin had opgehouden te spre ken, de kant aan haar boezem ging snel op en neer; het gerucht uit de herberg hoorde zij niet meer, zij let te niet op het onnoozel lachen van de stem van haar echtgenootonwille keurig waren haar gedachten ver vuld van dien geheirnzinnigen held I Ja! dat was een man, dien zij zou hebben kunnen beminnen als zij hem ontmoet had, alles in hem beant- woordde aan haar romantische ver beelding; zijn persoonlijkheid, zijn kracht, zijn dapperheid, de trouw van hen. die voor dezelfde edele zaak on der hem stonden, en boven alles, dat verzwijgen van zijn naam, kroonde hem als met een lauwerkrans yan romantische roem. Vind hem voor Frankrijk, bur geres De stem van Chauvelin dicht aan haar oor wekte haar op uit haar droomen. De geheimzinnige held was verdwenen en geen twaalf meter van haar af, zat een man te drinken en te lacheu, aan wien zij trouVv gezwo ren haxL Och kom I man, zei ze weer in haar luchtharligen toon vervallen, u verbaast mij. Waar tei wereld moet ik naar hem uitkijken? U kan overal komen, burgeres, fluisterde Chauvelin veelbeteekenend, Lady Blakeney is de Lieveling van de Londensche gezelschappen, naar ik hoorU ziet alles, u hoort alles. Dat ig gemakkelijk gezegd, vriend, zei Marguerite, zich in haar volle lengte oprichtend, en niet zon der minachting neerkijkend op de kleine, onbeduidende gestalte voor haar. Gemakkelijk gezegd 1 U schijnt te vorgeten, dat Sir Percy Blakeney en oen lange rij voorvaderen staan tus sehen Lady Blakeney en zooiets, als u daar voorstelt. Ter wille van Frankrijk, burge res 1 drong Chauvelin ernstig aan. Sst, man, je praat in elk geval onzin, want zelfs als- je wist wie die Roode Pimpernel is, dan kon je toch nog niets doep te/ren hem een En- geïsr.hman Dat zou ik nog wel eens willen zien, zei Chauvelin met een droog, schor lachje. In elk geval zouden wij hem eerst naar de guillotine kunnen zenden, om zijn ijver te bekoelen, als men daarop in diplomatieke kringen moeilijkheden begint te maken, kun nen wij ons nederig verontschuldigen bij de Britsche Regeering, en zoo noo dig de familie van den overledene schadeloosstelling betalen. Wat je voorstelt is afschuwelijk, Chauvelin, zei ze, voor hein uit den weg gaande, als voor een of ander ge vaan ijk insect. Wie dis man ook zijn moge, hij is dapper en edel, en nooit begrijp je dat goed? nooit wil ik de hand hebben in zoo'n schurken streek. Dus u wil liever beleedigd wor den door iederen Franschen aristo craat, die in dit land komt? Chauvelin had met deze fijne pijl goed doel getroffen. Marguerite werd bleek en zij beet op haar onderlip, want zij wilde hem niet laten zien, hoezeer zij getroffen was. Dat heeft hier niets mee te ma ken, zei ze eindelijk op onverschilli gen toon. Ik kan mijzelf wel verdedi gen, maar ik weiger zulk vuil werk te doen evenmin voor jou als voor Frankrijk. Je hebt andere middelen tot je dispositie, vriend; je moet die maar gebruiken. En zonder Chauvelin verder een blik waardig te keuren, draaide Mar guerite Blakeney hem den rug toe en liep recht door de herberg binnen. Dat is uw laatste woord niet, burgeres, ze^ Chauvelin, .toen een Lichtstroom uit de gang haar elegau- te. rijk gekleede gestalte verlichtte, wij ontmoeten elkaar in Londen, hoop ikl Wij ontmoeten elkaar in Londen, zei ze, hem over haar schouder heen aansprekend, maar dat is mijn laat ste woord. Zij deed de deur van de gelagkamer open en verdween uit zijn gezicht, maar hij bleef nog even onder de pcort staan en nam een snuifje. Hij had de kou§ op den kop gekregen, maar zijn slim vossengezicht zag er allerminst verslagen of teleurgesteld uit; integendeel, een merkwaardige glimlach, half sarcastisch en zeer vol daan, speelde om de hoeken van zijn dunne lippen. HOOFDSTUK IX. De Beleediglng. Een mooie sterrc-navond volgde op den dag van aanhoudenden regen een koele, balsamieke zomeravond, typisch Engelsch wegens zijn vochtig heid en geur van natte aarde en druij>ende bladeren. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 5