BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD f 1.20 PER 3 MAANDEN OF SO CENT PER WEEK. Rubriek voor Vrouwen Het Rijke Natuurleven Een Weduwnaar. 26a Jaargang ZA.TEBDAG 5 JEOEMBEB 1908 No. 7808 DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJM ADVERTENTIËN QOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. Bruidstoilet of. reiscostuum Bijna wekelijks ontvang ik brieven van jonge lezeressen, waarin zij mij inlichtingen vragen -omtrent den bruidskorf, het bruidstoilet of het reis. ccstuum, hetgeen mij - deed besluiten aan dit onderwerp nogmaals eenigf regels te wijden. Ik vertrouw, dat zij. die op het oogenblik de handen vol hebben met het maken van toebereid selen voor haar huwelijk, dat in het a. s. voorjaar zal plaats vinden, hierin iets van hare gading zullen vindenterwijl ik mij niettemin be reid verklaar in onze correspondentie steeds gaarne alle gevraagde inlich tingen te jjeven. Laten we ons in de allereex-ste plaats bezig houden met hef oordèü de vraag boven deze causerie vermeld; en daarbij mijne porsoon- lijke opinie ten beste geven. Uit die vraag zelf, die mij zooeven voor de zooveeiste maal gedaan werd, blijkt reeds voldoende, dat onze jon ge meisjes het er zelf nog nl&t over eens zijn. Vele vragen wat „Mevrouw Mode" er van zegt, anderen laten zich door den a. 8. echtgenoot of' de bloed verwanten raden', weer anderen be zien de zittik uit ^iröïiPWiscli en pructisch oogpunt en enkelen volgen de inspraak van baai1 jong hart. Met de laatsten kan ik mij 't best vereenigen, want het komt mij voor e&ne gevoelsquaestie te zijn. Er kun nen omstandigheden zijn, waarbij het de jonge bruid stuitend voorkomt, eenige ceremonie of luister bij te zet ten aan haar huwelijksdag en dan is het volkomen begrijpelijk, dal ze geen bruidsstoet, galakoetsen met bruidsjuffers en wat dies meer zij, wenscht om de voltooiing van haar huwelijk a.ls een feest te doen zijn, maar zich eenvoudig in een gewoon tailleurcostuum naar den ambtenaar van den burgerlijken stand begeeft, om aan de wet te voldoen. Ook voor her trouwende weduwen o£ gescheiden vrouwen kan ik mij deze eenvoud, volkomen verklarenmaar voor jon ge menschen, die vol illusies het le ven tegemoet gaan, die nog droomen van rozengeur en maneschijn, die al les nog door een gouden bril bez>en, voor hen moet men aan dien gewich- tigen dag niet alle poëzie ontnemen. Laat de jonge, geiukkige bruid zich toch ih bruidsgewaad steken en met den symbolieken bruidskrans tooien, laat zc'ëevi foü&ïsifi* laten maken ais aaadoiikc-n aan dien eeuen grotóèw dag. die over heel haar volgend leven zal beslissen. In sommige plaatsen van ons land bestaat een bef gebruik. Men laat n.i na den huwelijksdag de bruids parure van oranjebloesem of myrthe- takken op zwart fluweel arrangeeren, met glas bedekken en in lijst zetten, waarna men bet een plaats in de huiskamer geeft. De vorstelijke bruiden geven ons in deze een goed voorbeeldzij huldigen nog het oude gebruik en houden het bruidsgewaad in eere, waardoor niet alle poëzie verbannen wordt. Dezer dagen kreeg ik nog een foto in handen van het prachtgewaad, dat. door prinses Alexandra Victoria van Sleeswijk" Holstein gedragen werd op den dag van haai- huwelijk met prins August Wilhelm, den vierden zoon van den Duitschen Keizer. Het toilet was vervaardigd van' witte satijn du- c hes se met zilvergaas en een o verrok véra oude kantvooral die kant, die een familie-kant is en groote antieke waarde vertegenwoordigt, gaf het iets buitengewoon voornaams, ter wijl de cour-sleep één kunstwerk was van zilverborduursel in empire-stijl, Nu moeten mijne geachte lezeressen niet denken, dat ik haar de vorstelij ke pracht ten voorbeeld wil stellen orn haar bruidstoilet zoo kostbaar moge lijk in te richten, want zulks is verre vau mijne bedoeling. Een ieder moet te raden gaan met zijn beurs, maar men behoeft daar voor niet alle poëzie op te offeren. Mijn betoog komt daarom hier op neer: Aanstaande bruidjes laat uw trouwjapon een bruidstöilet en geen réis-costuum zijnl Tooi u in de kleur der onschuld en Iaat een krans van myrthe of oranjebloesem uwe lok ken sieren, terwijl de bruidssluier uw jeugdige gestalte als in een wolk hult. Wanneer men de bruidsjapon van witte voile, cachemire of andere wol len stof kiest, zijn de kosten, daaraan verhonden, slechts gering, terwijl men de japon later op alle mogelijke ma nieren kan benutten, bv. door het af namen van de sleep haar in zomer- wandeltoilet of gelegenheidscostuum te veranderen. Verder weet men dat de meeste witte stoffen uitstekend gewasschen, -uitgestoomd en geverfd kunnen wor den. CORRESPONDENTIE. Mej. C. de J. Uit bovenstaand arti keltje is u mijne persoonlijke opinie reeds gebleken. Wat nu uw vraag be treft of de zuster der bruid op den trouwdag in een vyella costuum met drie kwart lange witte gebreiden man- te' gekleed kan zijn, moet ik u zeg gen, dat zulks natuurlijk wel kan, vooral in den tegenwoordigen tijd, nu men voor de huwelijksplechtigheid zoo weinig omslag maakt. Vraagt u mij echter is een dergelijk costuum passend? dan zeg ik: neen. De gebrei de mantels en boléro's zijn meer spé ciaal voor sport bedoeld. Uw tweede vraag moet ik eveneens met neen beantwoorden. Onder een wit costuum staat zwart schoeisel zeer hard; men neme liever licht geel, beige of bruin. De lange mouwen zullen zich zoo wel In blouses als in Japonnen in den h.bI zomer weten te handhaven. Ik hóóp u hiermede voldoende te hebben ingelicht. Mej. K. N. Ik raad u aan het bruine laken in eene chemische wasscherij t9 laten décatiseeren (ontglanzen), het kost slechts twee en een halve cent per meter. Zelf doen is zeer gevaarlijk om dat men er niet voor ingericht is. MAR;E,VAN AMSTEL. Verleden week gaf ik een korte le vensbeschrijving van de paling; Toen ik over ons aquarium sprak, dacht ik onwillekeurig aan de andere bewo ners, aan de goudvisschen, zeelten en stekels. Deze merkwaardige dieren zijn goede bekenden geworden, die hun rustig visschenleven in de grootste te vredenheid slijten. De goudvisschen zijn ten getale van twee vertegenwoordigd. De grootste die wij reeds een jaar of vijf hebben, is eigenlijk de beheerscher van het visschenpaleis de machtige aanvoer der, die ieder hoekje als zijn eigendom ieder levend wezen als zijn onderdaan beschouwt. Met groote waardigheid, als be wust van zijn almacht, doorzwemt hij zijn gebied, verjaagt ali&s w&L hem ,in den weg komt en houdt orde onder de kleinere waterbewoners. Zijn voorvaderen leefden i~! China. De prachtige kleur zes.t. ons reeds, dat hij een vreemdeling is, dat hij een bewoner is van het Zonneland. Als alle Chineezen weet hij zich uit stekend aan te passen aan de omge ving en volkomen voelt hij zich te midden van zijn zilverkleurige of dofgroene ordegenooten op zijn plaats. Ook met de menschen kan hij het uitstekend vinden en geen wonder. Toen wij hem kochten was hij nog maar oen heel klein vischje, dat het groote aquarium nog doorzwom als was het een reusachtig meer. Langza merhand werden de bewegingen kal mer, ons dierte bleef nu en dan eens rustig een oogeriblikje stilstaan hap te wat op den bodem, joeg bet opge nomen zand met kracht uit den bek en was spoedig geheel met de nieuwe verblijfplaats bekend. Wij kruimelden, een stukje beschuit en wat ouwel boven het water. Lang zaam dwarrelden de stukjes omlaag. Toen onze goudvisch merkte, dat er wat gaande was, en dit merkte hij spoedig, zwom hij met een vaartje naar die vreemde dwarrelstukjes. De bek werd wijd opengesperd, een zuig- beweging volgde en enkele stukjes be schuit verdwenen in de donkere ruimte. De smaak scheen echter niet mee te vallen. Even snel als de stukjes naar binnen waren gehaald,werden zij weer uitgeblazen en daar de nieuwe bewoner van dien kant geen heil meer verwachtte, zwom hij maai' naar een andere zijde van het aquarium. Eigenlijk begrepen wij er weinig van Die heerlijke stukjes ouwel moesten toch een echte versnapering zijn, dat was toch het universeele goudvisschenvoer. Nogmaals probeerden wij het, maar ook nii mislukte de poging weer. En fin, honger is de beste saus. Den vol gendendag zouden wij de voedering opnieuw aanvangen, het leidingwater bevatte toch niet veel voedzame be- standdeelen, zoodat ons vischje wel wat dankbaarder zou zijn. Weer dwarrelde beschuit en ouwel omlaag, maar geen hongerige goud visch keurde het de moeite waard er naar te happen. Voor goed hebben wij toen het vege tarisch voedsel verbannen en zijn met het voeren van wurmen- bégonnen. Dat scheen beter te bevallen. Een klein stukje werd gretig opgehapt en... niet meer uitgeblazen. Een twee-| de stukje volgde en ook dit werd nog met graagte genuttigd. Dagelijks geven wij nu enkele stuk jes en onze visschen worden steeds grooter. De grootste goudvisch is inj die vijf jaar zeker driemaal zoo groot geworden en vertoont nog geen enkel teeken van ouderdom. Merkwaardig is het echter, dat de goudkleur steeds meer verdwijnt. Over enkele jaren zullen de schubben totaal zilverachtig zijn geworden, maar de visch zal nog wel aah gewicht hebben gewonnen want nog steeds neemt de omvang toe. De eetlust wordt er niet minder op. Wij behoeven maar even met bet wurmbakje voor den dag te komen om hét vischje langs de aquariumrv.it. te zien zwemmen en geen van ons zal het ooit meer in zijn hoofd krijgen goudvisschen met ouwel op te kwee ken. Ook de zeelten in ons aquarium zijn, merkwaardige visschen, die, hoewel zij niet de luidruchtigste bewoners zijn, toch heel wat genot verschaffen. Zij vallen vooral op door hun klenr- wisseljng. Toen wij ze kregen, waren zij ker gekleurd. Sterk staken zij af bh den licht gekleurden zandbodem, maar dit kleurenverschil duurde niet lang. Na eenige dagen' werden zij veel lichter getint, de zeer kleine schub ben werden geel en glanzend, onze zeelten hoorden in het aquarium thuis en pasten geheel bij den lichten on dergrond. Toen de bodem door de afgestorven plantendeelenweer donkerder werd, was er weer verschil in kleur en onze visschen vonden het maar weer raad zamer het vroegere pakje aan te schieten. De kleinste bewoners zijn wel de stekels. Dit zijn de sierlijkste en le vendigste dieren. Wij hebben twee soorten, de tien en twee-stekelige baarsjes. De zijden zijn bij beide bedekt door kleine zilverachtige plaatjes, de buik vinnen zijn vervangen door een harden rloorn en één weeke vin- straal, terwijl de rug met harde ste kels .Is bezet. Zoodra er maar ©enig gevaar dreigt, stormt riet diertje er woedend op los, hapt naar het vreemde voorwerp en zet de stekels met kracht op. Deze ste kels kunnen geruiraen tijd in dien stand blijven, soms wel een uur ach tereen. Dit komt door de eigenaardige ma nier, waarop zij vastgezet kunnen worden. Drukt men op die stekels, dan blijven zij hardnekkig rechtop staan, slechts wanneer wij de plaats van aanhechting aanraken gaan zij lig gen. Dè wijze van voortplanting dezer diertjes is genoegzaam bekend. De ma nier, waarop wij het gemakkelijkst een nestje dezer .visschen kunnen ver krijgen, bespreek ik in het voorjaar nog wel eens.. H. PEUSENS. VRAGENBUS. Den Heer D. M. te Haarlem. De opgenoemde plan ten zijn tot drie groepen te brengen, nl. heide-, veen- en zandpl anten. U begrijpt dat het vereenigen daar van in een zandigen tuin met groote bezwaren gepaard gaat. Is de tui ngroot genoeg, dan doet u het beste een gedeelte voor de op vochtige gronden levende planten te bestemmen. Laat flink wat bladaarde komen, vermeng het zand er mee en giet veel, wat schaduw is noodzake lijk. Voor planten als Silene noctiflo- ra moet u den grond met kalk ver mengen, voor Gentiana prieumonante moet- u een vochtig heipannetje imi- teeren. Ik zou u daarom aanraden in uw tuin alleen die planten te kwee ken, die op zandgrond leven. Daartoe moet u in een kweekbed je, overdekt met glas, de zaden uitzaaien. Latex- verplant u ze dan; wat bladgrond is altijd gewenscht. Beter is het echter van toorts, theunisbloem, herderstasch je en Anjelier wat bladrozettèn te zamelen,- die nu nog wel te vinden zijn en het volgend jaar bij doelmatige behandeling wel willen bloeien. Heel veel eischen zij ïiiet, als u maar voor een tamelijke vochtigheid zorgt en al te felle zon weert. Van planten als pijpkruid en zil verschoon kunt u beter wortelstokken verzamelen. H. PEUSENS. De kapitein van het stoomschip Si- licia lachte achter zijn servet. Hij was een scherp opmerker, en de wijze, waarop de oude heer Byam de mooie mis§ Ramsay de boter aanreikte, amuseerde hem. Ook andere passa giers wisselden stilletjes blikken en schenen er zich vroolijk over te ma ken, maar de onderdrukte vroolijk- h-ekl van den kapitein was van heel andèren aard. Klaarblijkelijk had hij er bijzondex'e redenen voor, doch in dien dit het geval was,, dan behield hij ze voor zich zelf. Hij was er aan gewoon om als Duitschei- tusschen de Vele Amerikanen, die de voorkeur aan dé Brémer lijn gaven zich diplo matiek te gedrag-en. Amerika en de Amerikanen interesseerden hem le. vetKlig; doch hij vermeed hert, daar over mét opgewonden Yankee's te re detwisten. Hij ven-maakte zich dik wijls heimelijk over de ideeën eai eigenaardigheden van do bewoners der nieuwe wereld, maai- hij liet er uiterlijk niets van merken. Hij dank te zijne positie als scheepskapitein niet. in de laatste plaats aan zijne stilzwij geaiidheid. lief, was de vijfde dag sinds de af- van het stoomschip uit Bre- en nét weer had den kwaden i-euk, waarin ixêL '"t jaargetijde stond, gelogenstraft. Heldere, warme zonneschijn, rustige zee, horizontal- dekken, waarop men kon wandelen als in de straten vaal een Europ- sclïe hoofdstad. alle dingen, die ge woonlijk niet shm-en gaan met eon toclit over den oceaan in November werkten en toe mee, om de weinige passagiers éérste' kajuit, voor het grootste gedeelte uit Amerikanen be staande, in een goed humeur te bren ger!Daar ze buitendien nog bijna al en/jong en levenslustig waren, en zich weldra met het grootste genoe gen amuseerden met de kinderlijke dekspelen. brachten ze dan tijd, wel ken hunne kléine flirts hun O-verlie ten, zoek met heit bestudeeren hunner wederzijdschè eigenaardigheden, om d&arover meer of minder geestig, maar meest goedig, te spotten. De heer George Byam interesseerde haar van het begin af. Hij bezat de scherpe oogerx en het vroegtijdige grijze haar van den Amerikaanschen handelsman, die succes heeft gehad toekenen, die een magischen In vloed op het gevoelsleven van de aar. dige Amerikaansche vrouwen hebben. Ofschoon hij oogex mjalijk zeer rijk was, was L:ij niet j man, met ïens privé aangelegenheden de ..•ansat-Iantische pers zich veel bezig hield, en de passagiers, die niet uit New-York afkomstig waren, wisten verder niets naders over hem. Hij droeg een .trouwring, maar vrouwe lijk instinct, dat zooals bekend is, in dergelijke gevallen nooit mist, stem pelde hem tot weduwnaar. De jonge Amerikaanschen zweef den onophoudelijk om hem heen ge durende eenige dagen, en verklaar den allen, dat ze hem „allerliefst" vonden, wat de verliefde jongelingen nji.h boord zeer verdroot. De wedijver onder de dames was groot, exx meer koelbloedige naturen Volgden met be langstelling dexx loop der dingen era iui 't bijzonder de stille Duit sche kapitein. Dié lachte heimelijk en zei niets. Het einde w-as, dat miss Ramsay ze gevierde hoofdzakelijk daardoor, dat' ze den heer Byam met luider stemme op zéér geschikte oogenblik- ken „allerliefst" vond. En bovendien ofschoon ze niet zoo aardig was als de kleine miss Cooper was ze toch aanzienlijk veel grooter en kleedde zich met veel smaak. Zo had eeiï oven-vloed van goud glanzend haar, met een tikkeltje rood ex* door, een rechten neus en groote blauwe 'pogen. Ze had. de gestalte van een dertigjarige vrouw en men noem de haar algemeen het mooiste meis je aan boord. De heer Byam was onvermoeid in zijne oplettendheden en scheen zeor verliefd te zijn. Hij leende haar zijn kostbare reisdeken en zijne boekon, vertelde haar in Mark-Twainschen stijl sarcastische anecdo-ten over zijn reizen in Europa, maakte grappen, was galant, en het gelukte hom ge makkelijk. zich onontbeerlijk te ma- kon. Moeielijk te verbergen woede fonkelde uit de donkere oogen van do Kleine miss Cooper, als ze hare zege vierende mededingster aan den arm van den miLLionair voorbij zag zwe ven. Het scheen echter toch wel dra, alsof de dame zijner keuze niet heel tevreden met haar succes was. Haar gezicht vertoonde menigmaal een zorgvolle uitdrukking, welke ha re vrienden en in 't bijzonder de oude neer Byam zelf niet wisten te ver klaren. Ze scheen onrustig en prik kelbaar. Het leek wel alsof ze dwongen werd, altijd door over lets te peinzen, waar ze niet achter kon komen. Ze zag er lang.niet zoo geluk kig uit, als haar succes zou doen ver wachten. Reeds dikwijls, terwijl ze naast dph jovialen heer Byam in een dekstoel zat, was ze van plan geweest, een ernstig woord te spreken, maar van welken aard hare geheime zorgen ook mochten zijn, steeds had ze dit op het laatste oogenblik nog onderdrukt Ze was niet bepaald een laf meisje, maar do moeilijkheden, die haar in den weg stonden, waren van buitengewóón akeligen aard. Ze wist zoo goed als niets van het leven des heeren Byam. De toestand was te ernstig om op dwaze losse praatjes te vertrouwen. Misschien was hij niet eens weduw naar Dè gedachte alleen, dat èen ge huwd man zoo min van haar -deugd kon -denken, en het wagen durfde, haar het hof to maken, vex-ontwaax-, digde de Amerikaansche z.eer. Op een morgén nam ze een heldhaf tig büsluit, maakte ze zich meestex; .:ui Jon wederspannxgen' kapitein "en trachtte hem op - de meest1 vleiende wijze uit te hooren. Hij bevond zich juist op weg naar de kommandobrug en. zag er niet bijzonder dankbaar, uit, toon ze haar blanken arm op den. zijne legde en lxem een kleine wande ling voorstelde. Maar hij herinnerde zich bijtijds het lot van vele onpopulaire kapiteins en stemde toe. Vertelt u me. eens iets van mijn heer Byam, begon ze vroolijk..U weet, we stellen allen zooveel belang ■in hem miss Cooper sterft gewdóix van nieuwsgierigheid De kapitein zette een tamelijk verle gen gezicht. Mijn beste miss Ramsay, hoe zou ik,.... Kóm, scheepskapiteins weten alles 1 Wérkelijk, op mijn woord..., Onzin, u kunt me maar zoo niet voor den gek houden wé weten al len heel goed, dat u uitstekend op de hoogte is. U lacht dikwijls zoo ondeu gend, als u denkt dat niemand het ziet. Werkelijk, "u doet, alsof er een groot geheim bestaat Dat is er niet 1 De kapitein zei dat zóó dringend en met zóóveel onverwachte leven digheid, dat miss Ramsay hem een. oogenblik vorschend aankeek. Waar om ontkende de kapitein haar vraag met zoovéél nadruk Ik verzeker u, dat er geen ge heim bij te pas komt, herhaalde de kapitein, dit keer wat rastiger en o ogenschijnlijk verlangend om de ver* denking, die hij door zijne onover dachte heftigheid mocht hebben uit gelokt, terug te nemen. Miss Ramsay deed er dadelijk haar voordeel mee. Maar u doet alsofging ze vol hardend voort. Uiterlijk scheen ze koel en zegevie rend, maai- haar hart sloe® aneller dan gewoonlijk. Onzin U hebt me alleen het eerste oogenblik een beetje ira de war gebracht. Ik ben wel een beetje ner veus geworden sinds Zoo U ziet er heelemaal niet naar uit. Ze tx*ok hare schoon gevormde wenkbrauwen ongeloovig in de hoogte. Ik verzeker u, dat het waar is .k heb er zelfs al aan gedacht maar de hoofdzaak is natuurlijk, dat er geen geheim is bij deze zaak, en er ook nooit geweest is Een geheim I Maar lieve hemel, wat kan er nu voor geheim zijn, als een oud heer met een groot inkomen, een millionair, ha een lang verblijf ira Europa naar Ame rika terugkeert, om de plaats, waar hij zijn geld verdiend heeft, weer eens te gaan opzoeken. De kapitein werd eensklaps zeer- welsprekend. De mooie oogen van miss Ramsay fonkelden belangstellend.^ Ik wisit niet', dat hij millionair was. Meer dan één millioen bezit hij, geloof ik. Ik kan me niet herinneren, hoe hij zijn vermogen verworven heeft,- ik geloof met katoenspecula- ties. Maar dat is alles reeds tamelijk lang geleden, hij heeft gedurende de laatste tien jaren bijna uitsluitend in Euirepa gewoond, zoo lang tot De kapitein hield plotseling op. De doordringende blik van zijn metgezel lin deed hem pijnlijk aan. Reeds ge- ruimen tijd was zijn schelmsch lachje dus opgevallen. De toestand begon ernstig te worden. Hij was niet onge voelig. Miss Ramsay stampte bijna met den voet op den grond van ongeduld; De spanning was vreeselfjk. Hoe langvroeg ze met slecht geveinsde onverschilligheid. Hij deed, alsof hij haar niet be greep. Tien jaar. Hij had een eigen huis te Parijs. Ja, dat weet ik. Maar u zei zoo lang tot De kapitein werd bleek. Nu, ging ze met echt vrouwelij ke voldoening voort, en klopte hem daarbij vleiend op zijn mouw met haar nerveuse vingers, zei ik niet, dat er een geheim achter steekt Voor den dag er mee 1 Zoolang tot Hare stem sidderde een beetje, ter wijl ze de laatste woorden sprak, en een gedwongen lachje kwam om hare lippen. Tot zijne vrouw stierf. O, ze Is dood t Beiden schenen verlicht. Natuurlijk, ze stierf in Berlijn, zeide de kapitein ernstig. Het jonge meisje keek hém weife lend aan, maar de uitdrukking van zijn gezicht was open en trouw. Ik wist niet, dat hij getrouwd was geweest, merkte ze op. Stellig, hij heeft een bijna vol wassen dochter. Werkelijk Hoe interessant Nu ziet u zelf toch, kapitein, dat u be paald een infox-matiebureau is. Ik zei het u voor tien minuten, en toen wilde u mij niet .gelooven Het bestaan van eene volwassen dochter vex-heugde Miss Ramsay niet bijzonder, maar het was per slot vau rekening tocir niet de hoofdzaak. Later bij den lunch verrukte ze al len door haar vroolijkheid. De heer Byam meende, haar nooit te voren zoo boeiend te hebben gezien. Indér- daad, vond ze zelf alle reden tot te vredenheid te hebben. Haar onderhoud met den kapitein was hoogst bevredigend geweest. Eindelek had ze dan de zekerheid, dat de. op haar verliefde millionair een weduwnaar was. Maar vóór de dag geëindigd was, werd deze zekerheid weer aan het wankelen gebracht. Nieuwe twijfel kwam bij haar op, en sloeg alle verwachtingen, die ze tot nu toe gekoesterd had, den bo dem in. Het roofde haar de nachtrust erf liet haar ook over dag geen vroolijk oogenblik meex-, zelfs niet wanneer ze in gezelschap van den heer Byam was. Die lastige twijfel kwelde haar onophoudelijk en werd steeds groo ter, naarmate de tijd, die na haar onderhoud met den kapitein verliep, voortschreed. Eindelijk werd die twijfel grooter, dan alle verklaringen van den offi cier en stempelde zijne mededeelingen tot onwaarheden. Het was weer precies, als toen ze nog niets van hem te weten was ge komen. Het was eigenlijk nog erger, want ze kon hem nu niet weer onder vragen. Aan tafel sloeg ze hem op merkzaam gade en trachtte tevex-- geefs uit te vorschen, wat hij dacht. Waarom had hij zoo lang geaarzeld, vóór hij toegaf, dat de heer Byam een weduwnaar was In één woord waarom was zijne handelwijze zoo merkwaardig geweest De strakke gelaatstrekken van den kapitein zeiden haar niets. Nu lachte hij niet meer, wanneer de heer Byam haar de boter aanreikte ofschoon de verliefde wijze, waarop de oude heer haar dezen dienst bewees, grap piger dan ooit was. De kapitein wist niet, of hij lachen moest of gruwen, en het gevolg daarvan was, dat hij een onverstoorbaren ernst bewaarde. Als man van de wereld, was hij zeer belangstellend, als eerlijk zeeman voelde hij iets als berouw. Hij was onrustig. Hij maakte zich zelf verwijten. De passagiers maakten een paat cynische opmerkingen en bekommer den zich niet meer om de zaak, maar de kapitein had zijne bijzondere re denen voor zijne houding. Hij was bijna angstig. De avond voor de aankomst te New- York was duister, zonder één ster en koud, maar desniettegenstaande snel den miss Rarnsay en de heer Byam na het diner weer naar het dek, om op de dekstoelen te genieten van de frissche zeelucht. Zware reisdekens beschutten hen tegen de koude, en toen ze eindelijk goed ingepakt wxre.l werden hunne gedachten zoo in be slag genomen door den toestand, waarin ze verkeerden, dat ze nauwe- liiks acht sloegen op den regen, die weldra begon te vallen. Beiden gevoelden zich opgewonderf en vol verwachting. Eindelijk Novembei-weer, zeide miss Ramsay met hare melodieuse stem. Danken we Neptunus, dat hij tot nu toe zoo genadig was 1 lachte de millionair met zijne gewone vroo lijkheid. Dit soort van weer kan voor zulke oude jongens als ik licht ge vaarlijk worden. Het jonge meisje keek onwillekeu rig naar liet dunne grijze haar van haren metgezel. Hij bemerkte het da delijk. Ach, mijn beste miss Edith, ging hij voort, en knipte langzaam met do. kleine verstandige oogen, ik zie, dat u de kleur van mijn haar bewondert. Zooveel menschen doen dat, en ik nxoet hun altijd verklaren, dat ik vroeger bx-uin, maar nu blond ben 1 Ze had die grap al eens van hem gehoard, maar dat verhinderde haar niet, er hartelijk om te lachen. U moet er in dat eerste stadium prachtig hebben uitgezien 1 Dat was, toen mijne vrouw mij het ja-woord schonk. Miss Ramsay schrok even op. Ach, geen wonder Dat is al lang geleden.... ik ben jong getx-ouvvd. Hij aarzelde, een beetje in de war. Het Jonge meisje knikte bemoedigend met het hoofd. Een aardig belang- stellingsgeluidje kwam over hare half geopende lippen. Mijne vrouw was al oud, toen M stierf. Met moeite bewaarde miss Ram». Bay hare kalmte.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 5