BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
f 1.20 PER 3 MAANDEN
OF SO CENT PER WEEK.
Rubriek voor Vrouwen
Het Rijke Natuurleven
Een Weduwnaar.
26a Jaargang
ZA.TEBDAG 5 JEOEMBEB 1908
No. 7808
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJM
ADVERTENTIËN QOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
Bruidstoilet of. reiscostuum
Bijna wekelijks ontvang ik brieven
van jonge lezeressen, waarin zij mij
inlichtingen vragen -omtrent den
bruidskorf, het bruidstoilet of het reis.
ccstuum, hetgeen mij - deed besluiten
aan dit onderwerp nogmaals eenigf
regels te wijden. Ik vertrouw, dat zij.
die op het oogenblik de handen vol
hebben met het maken van toebereid
selen voor haar huwelijk, dat in het
a. s. voorjaar zal plaats vinden,
hierin iets van hare gading zullen
vindenterwijl ik mij niettemin be
reid verklaar in onze correspondentie
steeds gaarne alle gevraagde inlich
tingen te jjeven.
Laten we ons in de allereex-ste plaats
bezig houden met hef oordèü
de vraag boven deze causerie
vermeld; en daarbij mijne porsoon-
lijke opinie ten beste geven.
Uit die vraag zelf, die mij zooeven
voor de zooveeiste maal gedaan werd,
blijkt reeds voldoende, dat onze jon
ge meisjes het er zelf nog nl&t over
eens zijn. Vele vragen wat „Mevrouw
Mode" er van zegt, anderen laten zich
door den a. 8. echtgenoot of' de bloed
verwanten raden', weer anderen be
zien de zittik uit ^iröïiPWiscli en
pructisch oogpunt en enkelen volgen
de inspraak van baai1 jong hart.
Met de laatsten kan ik mij 't best
vereenigen, want het komt mij voor
e&ne gevoelsquaestie te zijn. Er kun
nen omstandigheden zijn, waarbij het
de jonge bruid stuitend voorkomt,
eenige ceremonie of luister bij te zet
ten aan haar huwelijksdag en dan is
het volkomen begrijpelijk, dal ze
geen bruidsstoet, galakoetsen met
bruidsjuffers en wat dies meer zij,
wenscht om de voltooiing van haar
huwelijk a.ls een feest te doen zijn,
maar zich eenvoudig in een gewoon
tailleurcostuum naar den ambtenaar
van den burgerlijken stand begeeft,
om aan de wet te voldoen. Ook voor
her trouwende weduwen o£ gescheiden
vrouwen kan ik mij deze eenvoud,
volkomen verklarenmaar voor jon
ge menschen, die vol illusies het le
ven tegemoet gaan, die nog droomen
van rozengeur en maneschijn, die al
les nog door een gouden bril bez>en,
voor hen moet men aan dien gewich-
tigen dag niet alle poëzie ontnemen.
Laat de jonge, geiukkige bruid zich
toch ih bruidsgewaad steken en met
den symbolieken bruidskrans tooien,
laat zc'ëevi foü&ïsifi* laten maken ais
aaadoiikc-n aan dien eeuen grotóèw
dag. die over heel haar volgend leven
zal beslissen.
In sommige plaatsen van ons land
bestaat een bef gebruik. Men laat
n.i na den huwelijksdag de bruids
parure van oranjebloesem of myrthe-
takken op zwart fluweel arrangeeren,
met glas bedekken en in lijst zetten,
waarna men bet een plaats in de
huiskamer geeft.
De vorstelijke bruiden geven ons in
deze een goed voorbeeldzij huldigen
nog het oude gebruik en houden het
bruidsgewaad in eere, waardoor niet
alle poëzie verbannen wordt.
Dezer dagen kreeg ik nog een foto
in handen van het prachtgewaad, dat.
door prinses Alexandra Victoria van
Sleeswijk" Holstein gedragen werd op
den dag van haai- huwelijk met prins
August Wilhelm, den vierden zoon
van den Duitschen Keizer. Het toilet
was vervaardigd van' witte satijn du-
c hes se met zilvergaas en een o verrok
véra oude kantvooral die kant, die
een familie-kant is en groote antieke
waarde vertegenwoordigt, gaf het
iets buitengewoon voornaams, ter
wijl de cour-sleep één kunstwerk was
van zilverborduursel in empire-stijl,
Nu moeten mijne geachte lezeressen
niet denken, dat ik haar de vorstelij
ke pracht ten voorbeeld wil stellen orn
haar bruidstoilet zoo kostbaar moge
lijk in te richten, want zulks is verre
vau mijne bedoeling.
Een ieder moet te raden gaan met
zijn beurs, maar men behoeft daar
voor niet alle poëzie op te offeren.
Mijn betoog komt daarom hier op
neer:
Aanstaande bruidjes laat uw
trouwjapon een bruidstöilet en geen
réis-costuum zijnl Tooi u in de kleur
der onschuld en Iaat een krans van
myrthe of oranjebloesem uwe lok
ken sieren, terwijl de bruidssluier uw
jeugdige gestalte als in een wolk hult.
Wanneer men de bruidsjapon van
witte voile, cachemire of andere wol
len stof kiest, zijn de kosten, daaraan
verhonden, slechts gering, terwijl men
de japon later op alle mogelijke ma
nieren kan benutten, bv. door het af
namen van de sleep haar in zomer-
wandeltoilet of gelegenheidscostuum
te veranderen.
Verder weet men dat de meeste
witte stoffen uitstekend gewasschen,
-uitgestoomd en geverfd kunnen wor
den.
CORRESPONDENTIE.
Mej. C. de J. Uit bovenstaand arti
keltje is u mijne persoonlijke opinie
reeds gebleken. Wat nu uw vraag be
treft of de zuster der bruid op den
trouwdag in een vyella costuum met
drie kwart lange witte gebreiden man-
te' gekleed kan zijn, moet ik u zeg
gen, dat zulks natuurlijk wel kan,
vooral in den tegenwoordigen tijd, nu
men voor de huwelijksplechtigheid
zoo weinig omslag maakt. Vraagt u
mij echter is een dergelijk costuum
passend? dan zeg ik: neen. De gebrei
de mantels en boléro's zijn meer spé
ciaal voor sport bedoeld.
Uw tweede vraag moet ik eveneens
met neen beantwoorden. Onder een
wit costuum staat zwart schoeisel
zeer hard; men neme liever licht geel,
beige of bruin.
De lange mouwen zullen zich zoo
wel In blouses als in Japonnen in den
h.bI zomer weten te handhaven. Ik
hóóp u hiermede voldoende te hebben
ingelicht.
Mej. K. N. Ik raad u aan het bruine
laken in eene chemische wasscherij
t9 laten décatiseeren (ontglanzen), het
kost slechts twee en een halve cent per
meter. Zelf doen is zeer gevaarlijk om
dat men er niet voor ingericht is.
MAR;E,VAN AMSTEL.
Verleden week gaf ik een korte le
vensbeschrijving van de paling; Toen
ik over ons aquarium sprak, dacht ik
onwillekeurig aan de andere bewo
ners, aan de goudvisschen, zeelten en
stekels.
Deze merkwaardige dieren zijn
goede bekenden geworden, die hun
rustig visschenleven in de grootste te
vredenheid slijten.
De goudvisschen zijn ten getale van
twee vertegenwoordigd. De grootste
die wij reeds een jaar of vijf hebben,
is eigenlijk de beheerscher van het
visschenpaleis de machtige aanvoer
der, die ieder hoekje als zijn eigendom
ieder levend wezen als zijn onderdaan
beschouwt.
Met groote waardigheid, als be
wust van zijn almacht, doorzwemt hij
zijn gebied, verjaagt ali&s w&L hem
,in den weg komt en houdt orde onder
de kleinere waterbewoners.
Zijn voorvaderen leefden i~! China.
De prachtige kleur zes.t. ons reeds,
dat hij een vreemdeling is, dat hij
een bewoner is van het Zonneland.
Als alle Chineezen weet hij zich uit
stekend aan te passen aan de omge
ving en volkomen voelt hij zich te
midden van zijn zilverkleurige of
dofgroene ordegenooten op zijn plaats.
Ook met de menschen kan hij het
uitstekend vinden en geen wonder.
Toen wij hem kochten was hij nog
maar oen heel klein vischje, dat het
groote aquarium nog doorzwom als
was het een reusachtig meer. Langza
merhand werden de bewegingen kal
mer, ons dierte bleef nu en dan eens
rustig een oogeriblikje stilstaan hap
te wat op den bodem, joeg bet opge
nomen zand met kracht uit den bek
en was spoedig geheel met de nieuwe
verblijfplaats bekend.
Wij kruimelden, een stukje beschuit
en wat ouwel boven het water. Lang
zaam dwarrelden de stukjes omlaag.
Toen onze goudvisch merkte, dat er
wat gaande was, en dit merkte hij
spoedig, zwom hij met een vaartje
naar die vreemde dwarrelstukjes. De
bek werd wijd opengesperd, een zuig-
beweging volgde en enkele stukjes be
schuit verdwenen in de donkere
ruimte.
De smaak scheen echter niet mee te
vallen. Even snel als de stukjes naar
binnen waren gehaald,werden zij
weer uitgeblazen en daar de nieuwe
bewoner van dien kant geen heil meer
verwachtte, zwom hij maai' naar een
andere zijde van het aquarium.
Eigenlijk begrepen wij er weinig
van Die heerlijke stukjes ouwel
moesten toch een echte versnapering
zijn, dat was toch het universeele
goudvisschenvoer.
Nogmaals probeerden wij het, maar
ook nii mislukte de poging weer. En
fin, honger is de beste saus. Den vol
gendendag zouden wij de voedering
opnieuw aanvangen, het leidingwater
bevatte toch niet veel voedzame be-
standdeelen, zoodat ons vischje wel
wat dankbaarder zou zijn.
Weer dwarrelde beschuit en ouwel
omlaag, maar geen hongerige goud
visch keurde het de moeite waard er
naar te happen.
Voor goed hebben wij toen het vege
tarisch voedsel verbannen en zijn met
het voeren van wurmen- bégonnen.
Dat scheen beter te bevallen. Een
klein stukje werd gretig opgehapt
en... niet meer uitgeblazen. Een twee-|
de stukje volgde en ook dit werd nog
met graagte genuttigd.
Dagelijks geven wij nu enkele stuk
jes en onze visschen worden steeds
grooter. De grootste goudvisch is inj
die vijf jaar zeker driemaal zoo groot
geworden en vertoont nog geen enkel
teeken van ouderdom. Merkwaardig
is het echter, dat de goudkleur steeds
meer verdwijnt. Over enkele jaren
zullen de schubben totaal zilverachtig
zijn geworden, maar de visch zal nog
wel aah gewicht hebben gewonnen
want nog steeds neemt de omvang
toe.
De eetlust wordt er niet minder
op. Wij behoeven maar even met bet
wurmbakje voor den dag te komen om
hét vischje langs de aquariumrv.it. te
zien zwemmen en geen van ons zal
het ooit meer in zijn hoofd krijgen
goudvisschen met ouwel op te kwee
ken.
Ook de zeelten in ons aquarium zijn,
merkwaardige visschen, die, hoewel
zij niet de luidruchtigste bewoners
zijn, toch heel wat genot verschaffen.
Zij vallen vooral op door hun klenr-
wisseljng.
Toen wij ze kregen, waren zij
ker gekleurd. Sterk staken zij af bh
den licht gekleurden zandbodem,
maar dit kleurenverschil duurde niet
lang.
Na eenige dagen' werden zij veel
lichter getint, de zeer kleine schub
ben werden geel en glanzend, onze
zeelten hoorden in het aquarium thuis
en pasten geheel bij den lichten on
dergrond.
Toen de bodem door de afgestorven
plantendeelenweer donkerder werd,
was er weer verschil in kleur en onze
visschen vonden het maar weer raad
zamer het vroegere pakje aan te
schieten.
De kleinste bewoners zijn wel de
stekels. Dit zijn de sierlijkste en le
vendigste dieren.
Wij hebben twee soorten, de tien
en twee-stekelige baarsjes.
De zijden zijn bij beide bedekt door
kleine zilverachtige plaatjes, de buik
vinnen zijn vervangen door
een harden rloorn en één weeke vin-
straal, terwijl de rug met harde ste
kels .Is bezet.
Zoodra er maar ©enig gevaar dreigt,
stormt riet diertje er woedend op los,
hapt naar het vreemde voorwerp en
zet de stekels met kracht op. Deze ste
kels kunnen geruiraen tijd in dien
stand blijven, soms wel een uur ach
tereen.
Dit komt door de eigenaardige ma
nier, waarop zij vastgezet kunnen
worden. Drukt men op die stekels, dan
blijven zij hardnekkig rechtop staan,
slechts wanneer wij de plaats van
aanhechting aanraken gaan zij lig
gen.
Dè wijze van voortplanting dezer
diertjes is genoegzaam bekend. De ma
nier, waarop wij het gemakkelijkst
een nestje dezer .visschen kunnen ver
krijgen, bespreek ik in het voorjaar
nog wel eens..
H. PEUSENS.
VRAGENBUS.
Den Heer D. M. te Haarlem.
De opgenoemde plan ten zijn tot drie
groepen te brengen, nl. heide-, veen-
en zandpl anten.
U begrijpt dat het vereenigen daar
van in een zandigen tuin met groote
bezwaren gepaard gaat.
Is de tui ngroot genoeg, dan doet
u het beste een gedeelte voor de op
vochtige gronden levende planten te
bestemmen. Laat flink wat bladaarde
komen, vermeng het zand er mee en
giet veel, wat schaduw is noodzake
lijk. Voor planten als Silene noctiflo-
ra moet u den grond met kalk ver
mengen, voor Gentiana prieumonante
moet- u een vochtig heipannetje imi-
teeren. Ik zou u daarom aanraden in
uw tuin alleen die planten te kwee
ken, die op zandgrond leven. Daartoe
moet u in een kweekbed je, overdekt
met glas, de zaden uitzaaien. Latex-
verplant u ze dan; wat bladgrond is
altijd gewenscht. Beter is het echter
van toorts, theunisbloem, herderstasch
je en Anjelier wat bladrozettèn te
zamelen,- die nu nog wel te vinden zijn
en het volgend jaar bij doelmatige
behandeling wel willen bloeien. Heel
veel eischen zij ïiiet, als u maar voor
een tamelijke vochtigheid zorgt en al
te felle zon weert.
Van planten als pijpkruid en zil
verschoon kunt u beter wortelstokken
verzamelen.
H. PEUSENS.
De kapitein van het stoomschip Si-
licia lachte achter zijn servet. Hij was
een scherp opmerker, en de wijze,
waarop de oude heer Byam de mooie
mis§ Ramsay de boter aanreikte,
amuseerde hem. Ook andere passa
giers wisselden stilletjes blikken en
schenen er zich vroolijk over te ma
ken, maar de onderdrukte vroolijk-
h-ekl van den kapitein was van heel
andèren aard. Klaarblijkelijk had hij
er bijzondex'e redenen voor, doch in
dien dit het geval was,, dan behield
hij ze voor zich zelf. Hij was er aan
gewoon om als Duitschei- tusschen de
Vele Amerikanen, die de voorkeur
aan dé Brémer lijn gaven zich diplo
matiek te gedrag-en. Amerika en de
Amerikanen interesseerden hem le.
vetKlig; doch hij vermeed hert, daar
over mét opgewonden Yankee's te re
detwisten. Hij ven-maakte zich dik
wijls heimelijk over de ideeën eai
eigenaardigheden van do bewoners
der nieuwe wereld, maai- hij liet er
uiterlijk niets van merken. Hij dank
te zijne positie als scheepskapitein
niet. in de laatste plaats aan zijne
stilzwij geaiidheid.
lief, was de vijfde dag sinds de af-
van het stoomschip uit Bre-
en nét weer had den kwaden
i-euk, waarin ixêL '"t jaargetijde
stond, gelogenstraft. Heldere, warme
zonneschijn, rustige zee, horizontal-
dekken, waarop men kon wandelen
als in de straten vaal een Europ-
sclïe hoofdstad. alle dingen, die ge
woonlijk niet shm-en gaan met eon
toclit over den oceaan in November
werkten en toe mee, om de weinige
passagiers éérste' kajuit, voor het
grootste gedeelte uit Amerikanen be
staande, in een goed humeur te bren
ger!Daar ze buitendien nog bijna al
en/jong en levenslustig waren, en
zich weldra met het grootste genoe
gen amuseerden met de kinderlijke
dekspelen. brachten ze dan tijd, wel
ken hunne kléine flirts hun O-verlie
ten, zoek met heit bestudeeren hunner
wederzijdschè eigenaardigheden, om
d&arover meer of minder geestig,
maar meest goedig, te spotten.
De heer George Byam interesseerde
haar van het begin af. Hij bezat de
scherpe oogerx en het vroegtijdige
grijze haar van den Amerikaanschen
handelsman, die succes heeft gehad
toekenen, die een magischen In
vloed op het gevoelsleven van de aar.
dige Amerikaansche vrouwen hebben.
Ofschoon hij oogex mjalijk zeer
rijk was, was L:ij niet j man, met
ïens privé aangelegenheden de
..•ansat-Iantische pers zich veel bezig
hield, en de passagiers, die niet uit
New-York afkomstig waren, wisten
verder niets naders over hem. Hij
droeg een .trouwring, maar vrouwe
lijk instinct, dat zooals bekend is, in
dergelijke gevallen nooit mist, stem
pelde hem tot weduwnaar.
De jonge Amerikaanschen zweef
den onophoudelijk om hem heen ge
durende eenige dagen, en verklaar
den allen, dat ze hem „allerliefst"
vonden, wat de verliefde jongelingen
nji.h boord zeer verdroot. De wedijver
onder de dames was groot, exx meer
koelbloedige naturen Volgden met be
langstelling dexx loop der dingen
era iui 't bijzonder de stille Duit sche
kapitein. Dié lachte heimelijk en zei
niets.
Het einde w-as, dat miss Ramsay ze
gevierde hoofdzakelijk daardoor,
dat' ze den heer Byam met luider
stemme op zéér geschikte oogenblik-
ken „allerliefst" vond.
En bovendien ofschoon ze niet
zoo aardig was als de kleine miss
Cooper was ze toch aanzienlijk
veel grooter en kleedde zich met veel
smaak.
Zo had eeiï oven-vloed van goud
glanzend haar, met een tikkeltje rood
ex* door, een rechten neus en groote
blauwe 'pogen. Ze had. de gestalte van
een dertigjarige vrouw en men noem
de haar algemeen het mooiste meis
je aan boord.
De heer Byam was onvermoeid in
zijne oplettendheden en scheen zeor
verliefd te zijn. Hij leende haar zijn
kostbare reisdeken en zijne boekon,
vertelde haar in Mark-Twainschen
stijl sarcastische anecdo-ten over zijn
reizen in Europa, maakte grappen,
was galant, en het gelukte hom ge
makkelijk. zich onontbeerlijk te ma-
kon. Moeielijk te verbergen woede
fonkelde uit de donkere oogen van do
Kleine miss Cooper, als ze hare zege
vierende mededingster aan den arm
van den miLLionair voorbij zag zwe
ven. Het scheen echter toch wel
dra, alsof de dame zijner keuze niet
heel tevreden met haar succes was.
Haar gezicht vertoonde menigmaal
een zorgvolle uitdrukking, welke ha
re vrienden en in 't bijzonder de oude
neer Byam zelf niet wisten te ver
klaren. Ze scheen onrustig en prik
kelbaar. Het leek wel alsof ze
dwongen werd, altijd door over lets
te peinzen, waar ze niet achter kon
komen. Ze zag er lang.niet zoo geluk
kig uit, als haar succes zou doen ver
wachten.
Reeds dikwijls, terwijl ze naast dph
jovialen heer Byam in een dekstoel
zat, was ze van plan geweest, een
ernstig woord te spreken, maar van
welken aard hare geheime zorgen ook
mochten zijn, steeds had ze dit op het
laatste oogenblik nog onderdrukt Ze
was niet bepaald een laf meisje, maar
do moeilijkheden, die haar in den weg
stonden, waren van buitengewóón
akeligen aard. Ze wist zoo goed als
niets van het leven des heeren Byam.
De toestand was te ernstig om op
dwaze losse praatjes te vertrouwen.
Misschien was hij niet eens weduw
naar Dè gedachte alleen, dat èen ge
huwd man zoo min van haar -deugd
kon -denken, en het wagen durfde,
haar het hof to maken, vex-ontwaax-,
digde de Amerikaansche z.eer.
Op een morgén nam ze een heldhaf
tig büsluit, maakte ze zich meestex;
.:ui Jon wederspannxgen' kapitein "en
trachtte hem op - de meest1 vleiende
wijze uit te hooren. Hij bevond zich
juist op weg naar de kommandobrug
en. zag er niet bijzonder dankbaar,
uit, toon ze haar blanken arm op den.
zijne legde en lxem een kleine wande
ling voorstelde.
Maar hij herinnerde zich bijtijds
het lot van vele onpopulaire kapiteins
en stemde toe.
Vertelt u me. eens iets van mijn
heer Byam, begon ze vroolijk..U
weet, we stellen allen zooveel belang
■in hem miss Cooper sterft gewdóix
van nieuwsgierigheid
De kapitein zette een tamelijk verle
gen gezicht.
Mijn beste miss Ramsay, hoe
zou ik,....
Kóm, scheepskapiteins weten
alles 1
Wérkelijk, op mijn woord...,
Onzin, u kunt me maar zoo niet
voor den gek houden wé weten al
len heel goed, dat u uitstekend op de
hoogte is. U lacht dikwijls zoo ondeu
gend, als u denkt dat niemand het
ziet. Werkelijk, "u doet, alsof er een
groot geheim bestaat
Dat is er niet 1
De kapitein zei dat zóó dringend
en met zóóveel onverwachte leven
digheid, dat miss Ramsay hem een.
oogenblik vorschend aankeek. Waar
om ontkende de kapitein haar vraag
met zoovéél nadruk
Ik verzeker u, dat er geen ge
heim bij te pas komt, herhaalde de
kapitein, dit keer wat rastiger en
o ogenschijnlijk verlangend om de ver*
denking, die hij door zijne onover
dachte heftigheid mocht hebben uit
gelokt, terug te nemen.
Miss Ramsay deed er dadelijk haar
voordeel mee.
Maar u doet alsofging ze vol
hardend voort.
Uiterlijk scheen ze koel en zegevie
rend, maai- haar hart sloe® aneller
dan gewoonlijk.
Onzin U hebt me alleen het
eerste oogenblik een beetje ira de war
gebracht. Ik ben wel een beetje ner
veus geworden sinds
Zoo U ziet er heelemaal niet
naar uit.
Ze tx*ok hare schoon gevormde
wenkbrauwen ongeloovig in de
hoogte.
Ik verzeker u, dat het waar is
.k heb er zelfs al aan gedacht
maar de hoofdzaak is natuurlijk, dat
er geen geheim is bij deze zaak, en er
ook nooit geweest is Een geheim I
Maar lieve hemel, wat kan er nu voor
geheim zijn, als een oud heer met een
groot inkomen, een millionair, ha
een lang verblijf ira Europa naar Ame
rika terugkeert, om de plaats, waar
hij zijn geld verdiend heeft, weer
eens te gaan opzoeken.
De kapitein werd eensklaps zeer-
welsprekend.
De mooie oogen van miss Ramsay
fonkelden belangstellend.^
Ik wisit niet', dat hij millionair
was.
Meer dan één millioen bezit hij,
geloof ik. Ik kan me niet herinneren,
hoe hij zijn vermogen verworven
heeft,- ik geloof met katoenspecula-
ties. Maar dat is alles reeds tamelijk
lang geleden, hij heeft gedurende de
laatste tien jaren bijna uitsluitend in
Euirepa gewoond, zoo lang tot
De kapitein hield plotseling op. De
doordringende blik van zijn metgezel
lin deed hem pijnlijk aan. Reeds ge-
ruimen tijd was zijn schelmsch lachje
dus opgevallen. De toestand begon
ernstig te worden. Hij was niet onge
voelig.
Miss Ramsay stampte bijna met
den voet op den grond van ongeduld;
De spanning was vreeselfjk.
Hoe langvroeg ze met slecht
geveinsde onverschilligheid.
Hij deed, alsof hij haar niet be
greep.
Tien jaar. Hij had een eigen
huis te Parijs.
Ja, dat weet ik. Maar u zei
zoo lang tot
De kapitein werd bleek.
Nu, ging ze met echt vrouwelij
ke voldoening voort, en klopte hem
daarbij vleiend op zijn mouw met
haar nerveuse vingers, zei ik niet,
dat er een geheim achter steekt
Voor den dag er mee 1 Zoolang tot
Hare stem sidderde een beetje, ter
wijl ze de laatste woorden sprak, en
een gedwongen lachje kwam om hare
lippen.
Tot zijne vrouw stierf.
O, ze Is dood t
Beiden schenen verlicht.
Natuurlijk, ze stierf in Berlijn,
zeide de kapitein ernstig.
Het jonge meisje keek hém weife
lend aan, maar de uitdrukking van
zijn gezicht was open en trouw.
Ik wist niet, dat hij getrouwd
was geweest, merkte ze op.
Stellig, hij heeft een bijna vol
wassen dochter.
Werkelijk Hoe interessant Nu
ziet u zelf toch, kapitein, dat u be
paald een infox-matiebureau is. Ik
zei het u voor tien minuten, en toen
wilde u mij niet .gelooven
Het bestaan van eene volwassen
dochter vex-heugde Miss Ramsay niet
bijzonder, maar het was per slot vau
rekening tocir niet de hoofdzaak.
Later bij den lunch verrukte ze al
len door haar vroolijkheid. De heer
Byam meende, haar nooit te voren
zoo boeiend te hebben gezien. Indér-
daad, vond ze zelf alle reden tot te
vredenheid te hebben.
Haar onderhoud met den kapitein
was hoogst bevredigend geweest.
Eindelek had ze dan de zekerheid,
dat de. op haar verliefde millionair
een weduwnaar was.
Maar vóór de dag geëindigd was,
werd deze zekerheid weer aan het
wankelen gebracht.
Nieuwe twijfel kwam bij haar op,
en sloeg alle verwachtingen, die ze
tot nu toe gekoesterd had, den bo
dem in.
Het roofde haar de nachtrust erf
liet haar ook over dag geen vroolijk
oogenblik meex-, zelfs niet wanneer ze
in gezelschap van den heer Byam
was. Die lastige twijfel kwelde haar
onophoudelijk en werd steeds groo
ter, naarmate de tijd, die na haar
onderhoud met den kapitein verliep,
voortschreed.
Eindelijk werd die twijfel grooter,
dan alle verklaringen van den offi
cier en stempelde zijne mededeelingen
tot onwaarheden.
Het was weer precies, als toen ze
nog niets van hem te weten was ge
komen. Het was eigenlijk nog erger,
want ze kon hem nu niet weer onder
vragen. Aan tafel sloeg ze hem op
merkzaam gade en trachtte tevex--
geefs uit te vorschen, wat hij dacht.
Waarom had hij zoo lang geaarzeld,
vóór hij toegaf, dat de heer Byam een
weduwnaar was In één woord
waarom was zijne handelwijze zoo
merkwaardig geweest
De strakke gelaatstrekken van den
kapitein zeiden haar niets. Nu lachte
hij niet meer, wanneer de heer Byam
haar de boter aanreikte ofschoon
de verliefde wijze, waarop de oude
heer haar dezen dienst bewees, grap
piger dan ooit was. De kapitein wist
niet, of hij lachen moest of gruwen,
en het gevolg daarvan was, dat hij
een onverstoorbaren ernst bewaarde.
Als man van de wereld, was hij zeer
belangstellend, als eerlijk zeeman
voelde hij iets als berouw.
Hij was onrustig. Hij maakte zich
zelf verwijten.
De passagiers maakten een paat
cynische opmerkingen en bekommer
den zich niet meer om de zaak, maar
de kapitein had zijne bijzondere re
denen voor zijne houding. Hij was
bijna angstig.
De avond voor de aankomst te New-
York was duister, zonder één ster en
koud, maar desniettegenstaande snel
den miss Rarnsay en de heer Byam
na het diner weer naar het dek, om
op de dekstoelen te genieten van de
frissche zeelucht. Zware reisdekens
beschutten hen tegen de koude, en
toen ze eindelijk goed ingepakt wxre.l
werden hunne gedachten zoo in be
slag genomen door den toestand,
waarin ze verkeerden, dat ze nauwe-
liiks acht sloegen op den regen, die
weldra begon te vallen.
Beiden gevoelden zich opgewonderf
en vol verwachting.
Eindelijk Novembei-weer, zeide
miss Ramsay met hare melodieuse
stem.
Danken we Neptunus, dat hij
tot nu toe zoo genadig was 1 lachte
de millionair met zijne gewone vroo
lijkheid.
Dit soort van weer kan voor
zulke oude jongens als ik licht ge
vaarlijk worden.
Het jonge meisje keek onwillekeu
rig naar liet dunne grijze haar van
haren metgezel. Hij bemerkte het da
delijk.
Ach, mijn beste miss Edith,
ging hij voort, en knipte langzaam
met do. kleine verstandige oogen,
ik zie, dat u de kleur van mijn haar
bewondert. Zooveel menschen doen
dat, en ik nxoet hun altijd verklaren,
dat ik vroeger bx-uin, maar nu blond
ben 1
Ze had die grap al eens van hem
gehoard, maar dat verhinderde haar
niet, er hartelijk om te lachen.
U moet er in dat eerste stadium
prachtig hebben uitgezien 1
Dat was, toen mijne vrouw mij
het ja-woord schonk.
Miss Ramsay schrok even op.
Ach, geen wonder
Dat is al lang geleden.... ik ben
jong getx-ouvvd.
Hij aarzelde, een beetje in de war.
Het Jonge meisje knikte bemoedigend
met het hoofd. Een aardig belang-
stellingsgeluidje kwam over hare half
geopende lippen.
Mijne vrouw was al oud, toen M
stierf.
Met moeite bewaarde miss Ram».
Bay hare kalmte.