DAMRUBRIEK. Mislukte List. Es wist niet, dat uw vrouw dood was. Maar natuurlijk l Ik bon weduw naar. Do oude heer keek eerlijk verbaasd en verwijtend. Smachtend keek miss Rarnsay naar hem op. üp dit oogen- blik had ze hem bijna lief. Ik wist het mei, üuisterde zij en draaide haar hoofd een heel klein eindje op zij. Ze zag er mooier uit dn,Ti ooit in het schemerlicht en toen de oude heer zijn oogen verzadigd had, aarzelde hij uaet langer. Den volgenden morgen neerschteer bij het aan land gaan de gewone ner- veuee verwarring onder de pass ar Siers. De kapitein had de commando- rug veilaten en was nergens de zien. I/o itöór iiyam had het op zich genomen voor de bagage van miss Ramsay te zorgen wat niet meer dan zijn plicht was, want de jonge dame ivas immers gisteren met hem ver loofd- Ze standen bij de douane juist voor een har er geopende koffers, welke door een beambte vluchtig gevisi teerd werd. Hij was niet overdreven Ijverig. Ze merkte nu reeds hoe pret tig het is de vrouw van een mill ionair te wezen. Haar bejaarde verloofde keek haar onophoudelijk vol bewondering aan. De bedwelmende zekerheid van haar trioinph omgaf hare ietwat mannelij ke trekken met eeue hoogmoedige schoonheid. De weinige passagiers, die er nog plezier in hadden haar ga de te slaan, wisten onmiddellijk, hoe het met de zaken stond. De miilionair bood baar zijn arm aan en bekoorlijk lachte ze tegen hem toen ze den hare erin legde. Ze be wonderde zijn onbuigzamen wil voelde, dat ze van de toekomst niets te vreezen had. Ze zou juist aan den arm van haar Verloofde zegevierend verder gaan toen ze plotseling den kapitein zag. Hij had onopgemerkt achter grooten hoop koffers gestaan. Zijn door wind en weer gebruind gelaat vertoonde een raadselachtig lachje, haJf bitter half spottend, dat haar onbestemd, herinnerde aan zijne heimzinnige gebaren den dag van het onderhoud. Ze trachtte evenals toen zijne dachten uit zijne oogen te lezen, doch hij keerde zich snel om. Niettegen staande hare sterkte van karakter voelde ze zich een oogenblik onrus tig, maar ze herstalde zich heel spoe dig. Ze wist nu toch, dat hare vroegere vrees ongegrond was haar verloof de zelf, door en door een man van eer, had haar verzekerd, dat zijne vrouw dood was, voor hij haar een huwelijksaanzoek deed. Die kapitein was maar een sentimenteel Duit echer, die het waarschijnlijk dwaas vond, dat ze met zoo'n ouden man trouwde. Ze schudde trotsch het hoofd, maar de herinnering aan het geheimzinni ge duiveLsche lachje van den zwijg- zamen zeeman bleef haar steeds bij. Ze droomde er zelfs akelig van.... Een week later zat de heer Byarn keurig netjes gekleed, niet erg op zijn gemak in den leelijken salon van het New-Yorksche pension, waar zijn ver. loofde woonde. Hij had zijn visite kaartje naar boven laten brengen, maar het duurde lang, voor ze ver scheen. Hij bekeek de smakelooze snuisterijen in de kamer met berus ting. De deur vloog eensklaps open en miss Ramsay trad de kamer binnen. Haar aardig gezichtje was vuurrood en tranen van verontwaardiging stonden in haar oogen. Geen acht elaande op de begroeting van haar verloofde wees ze me istereddn. verloofde wees ze met sidderende hand op een dagblad, dat ze bij zich had. Lees, beval ze met bevelende stem, als een godin der wraak op hem afkomend Hij zonk terug op de sofa en vond het artikel, dal aanving met de woor- den „De begrafenis van By am, de echt- gen oote van den bekenden miilionair, vond hedenmiddag om half vier op het Greenwood kerkhof plaats." Hij las niet verder, maar zag haar onderzoekend aan. Hij zag, dat het een crisis was, maar hij was in zijn leven uit andere nog veel gevaarlij ker situaties zegevierend te voor schijn gekomen. Zijn tegenwoordig heid van geest, en kalmte, verhoog de nog hare woede, versmade deugd blonk uit hare oogen, toen ze hem aankeek. Wat heeft u tot uwe verontschuldi ging te zeggen I barstte ze uit. De in nerlijke verontwaardiging maakte haar stem ruw en hard. Hoe durfde u het wagen, mij een huwelijksvoorstel te doen, vóór uwe vrouw dood was? U kon toch nog niet eens zeker weten, of ze wel sterven zou. Ik ben er niet eens van over tuigd, dat u haar dood verwachtte. U geloofde zeker, mij met leugenachtige beloften te kunnen bedriegen! Lafaard om zóó te denken over Amerikaansche vrouweneer! Ik verafschuw u, ik ver acht u. En ze stampte met haar voet op het vale tapijt- De man maakte een kalm gebaar. Ik zal u de zaak duidelijk ma ken... Duidelijk maken? riep ze hoo- nend. Natuurlijk zult u haar duide lijk maken! Nog meer leugens! Maar tracht alsublieft niet mij aan het ver stand te brengen, dat de vrouw die gister begraven is, niet uw vrouw wasl Ik heb er onderzoek naar laten doen. Waagt u het, om dat te looche nen? Ik loochen het niet. Dan is alles tusschen ons uit. Ik zei toch, dat ik de zaak verkla ren... Er is maar eene verklaring, die ik kan aannemen, en die kunt u me niet geven. U kunt niet de onbe schaamdheid hebben, te beweren, dat uwe vrouw dood was, voor u mij een huwelijksaanzoek deed." Ze was dood. Hij zei het zachtjes, zonder te po seeren, zooals iemand, die de waar heid spreekt. Niettegenstaande hare hartstochtelijke opwinding, was verbluft. Ze opende haar mond om te antwoorden, maar hij gebood haar met een plotselingen blik om te zwij gen. Wacht tot ik uitgesproken heb. Mijn vrouw stierf voor een jaar te Ber lijn. Ik liet haar balsemen en nam haar mee, om haar in Amerika te la ten begraven. Het was haar laatste wensch. Ik zou het u wel verteld heb ben, maar ik dacht, dat 'het u onnoo- dig verdriet zou doen. Een oogenblik lang was ze bijna sprakeloos, geheel in de war. U naamt haar mee, stamelde ze eindelijk, met ons aan boord van de „Silicia?" Ja. De muren der kamers draaiden voor haar oogen, ze greep in de lucht om steun te zoeken en zonk uitgeput naast hem neer op de sofa. Hij legde zijn arm beschermend om haar middel cd zij weerde hem niet af. Ze voelde zich een beetje onplezierig. Maar ze voelde ook, dat ze den toestand koel moest beoordeelen en niet zoo vrees^- lijk romantisch behoefde te zijn. Ze dacht aan het paleis van Byam te New-York, aan de veelbegeerde plaats die zijne jonge vrouw in de aanzien lijkste kringen zou innemen, aan bals en diners, aan heerlijke plezier tochten naar Europa... Een heerlijk gevoel van verlichting kwam over haar bij de gedachte, dat ze gezegevierd had zonder haar zelf gevoel er voor op te offeren. Ze wist, dat de heer Byam de waar heid gesproken had. Zijn vrouw was dood geweest, werkelijk dood. Ze had in haar zinken doodkist gelegen op het schip, onder het dek, waarover hare voeten zoo dikwijls w°ren ge gaan. En het merkwaardige gedrag van den kapitein was haar nu ook dui delijk. Wat wanen de Duitschers toch een sentimenteel volk. Hij had het na tuurlijk den geheelen tijd geweten. Ze voelde, dat ze hem haatte. Een hyste rische lachprikkel maakte zich van haar meester, maar ze was er zich van bewust, dat haar verloofde haar met scherpe blikken aankeek. Ze keer de zich tee der naar hem toe met een uitdrukking van voorname zwaarmoe digheid op haai- gezichi. Twee groote tranen blonken in haar mooie grijze oogen. Ach, wat treurig, zuchtte zé zacht. (Pr. Gr. Ct.) Ioofd? Hand-a ging in de kamer, waarin Dat is waar. Doch toen het geld ^oh de huisapotheek bevond. Toen zij weg was, verdween ook de graaf, ont- .Voor de kast stond, hoorde zij duide- woordde Werner met een ruwen lach. Wartensleben zeide niets meer. De beide heer en begaven zich naar de eetkamer. Juffrouw von Gröben nam geen deel aan het ontbijt. Kort daar op nam von Wartensleben afscheid. Ik kom dus vanavond, zeide Wer ner, toen hij zijn gast de hand tot ai- scheid reikte. Goed, mijn advocaat zal het con tract dan klaar hebben. Toen Wartensleben heenging, keek hij onderzoekend naar alle zijden, of hij Hanna ook zag. Twee jaar gele den had hij haar leeren kennen. Ze was een schoon, overmoedig, jong meisje, dat wijd en zijd bekendstond ais de kranigste paardrijdster. Hij was dadelijk verliefd op haar gewor den en die liefde was telkens als hij haar zag, grooter geworden. Hij geloofde, dat Hanna hem ook beminde. Toen hij haar echter eens vroeg of ze zijn vrouw wilde worden, moest hij vernemen, dat zij reeds ver loofd was, verloofd met graaf Bruchhausen, een afgeleefd man, dio na juist niet in schitterende omstan digheden verkeerde. Ik dacht, dat gij het wist, zeide Hanna zeer verlegen. Ge moet 't toch gehoord hebben. Neen, geen woord heb ik er van geboord I Hanna, houdt ge van hem? Toen had ze gebloosd en het gezicht afgewend. A ge trouwt dus om den ti tel 1 Leef wel, juffrouw von Gröben 1 Daarna was hij gegaan e>n had haar nooit weergezien. Het leven was van toen af waardeloos voor hem geweest. Hij was naar Monte Carlo gegaan, had daar de rest van zijn vermogen verspeeld en was geruïneerd naar huis teruggekeerd. En juist toen hij inzag, dat hij, om zijn schuldeischers tevreden te kunnen stellen, zijn be zittingen moest verkoopen, was de bankier Werner met een aanbod bij hem gekomen. De verkoop was nu bijna aange gaan, alleen de handteekeningen ont braken nog. Vanavond zou ook dat in orde komen. Hans von Wartensleben gevoelde zich zeer ongelukkig en de ontmoe ting met Hanna maakte zijn ver-twij feling nog grooter. Hij dacht aan haai en toen hij om een hoek van het park lijk de stemmen der beide heeren in ten aangrenzende kamer. Weet ge dat met den zuidelijken (rond en dat met den spoorweg zeker, Muller? vroeg de heer Werner. Beslist zeker. De spoorweg zal recht door de bezitting gelegd wor den. Drommels, dat ware iets mooisl Het ware niet, doch liet is! De beide mannen lachten en Hanna hoorde, dat de heer Werner zeide: Blijf nog wat en drink nog een glaï wijn. Ik moet om half negen bij von Vartensleben zijn, om negen uur hen il terug en dan is de zaak in orde. Ein paar namen invullen gaat im- ners snel. Wanneer denkt ge, dat het sjoorwegcornité bij mij zal komen om e n aanbieding te doen? Nu, dat zal niet lang meer du- cn. Binnen een paar weken zal de tanleg openbaar worden behandeld. Ie zaak met Wartensleben brengt u ipeens een voordeeltje van tweehon- lerd duizend mark. En dan die op- nerking, die ik gemaakt heb betref- ende het zuidelijk deel van de bezit ing, die kolenlagen Ik zal u niet vergeten, Muller, rep de heer Werner, toen hij de ka- ner verliet. Hanna begreep maar al te goed de btdoeling van het zooeven gesprokene. Het bloed stroomde haar naar bet gilaat, toen zij overlegde, wat ze zou dien. Binnen een kwartier zou Hans ven Wartensleben de bezitting zijner vcorvaderen verkocht hebben voor het vierde deel der waarde, want hij wist niets van dén te leggen spoorweg. Wanneer de koopacte onderteekend was, was alles voor Hans verloren, dan was hij arm en verlaten, evenals zij. Hij moest gewaarschuwd worden. Maar hij woonde zoo ver weg en ze hoorde den heer Werner al met zijn rijzweep knallen. Een paar namen invullen, dat gaat snel, suisde het nog in haar oo- ren. Plotseling viel haar een gedachte HAARLEMSCHE DAMCLUB. Probleem No. 14, van den Heer D. G. Koning. Zwart Wit Zwart. Schijven op 3 8 10 11 12 14 17 18 21 22 30 en dam op 25i Schijven op 19 29 32 33 34 37 39 42 en 50. PROBLEEM MET NASPEL, van J. C a u v e r e n. Zwart 1 3 3 4 5 boog, stond zij voor hem. „r Eon oogenblik stonden beiden zwij-1 Meneer Werner, meneer Werner, gend tegenover elkaar. Huns von r',eP 26 luide. Else heeft hêvigë keel- j W artensleben strekte de ha,nd naar';'pijn en ik kan het drankje niet vin- haar uit. Wit Zwart. Schijven op 1 8 13 14 18 24 29 34 en 40. Wit. Schiiv«n. on 6 17 22 27 31 37 3» 45 47 Op het laatste oogenblik De bankier Friedrich Weruer en de riddergoedbezitter Hans von War tensleben zaten in den tuin van eerst genoemde. De lieer Werner had een Kleine gezette figuur. een hoekig tioold niet donkere, loerende oogen smalle, opeengekuopen lippen Hans von Wartensxeben was daaren tegen elegant en slank, zijn hoofd was fijn gevormd en zijn schoone oogen hadden een droomerige uit drukking zijn geheeie per soon maak te een voornamen indr uk. Ik zeg u, rnijnneer von War- Lenslenen, zeide de heer Werner met zijn harde slem, u doet goed, wan neer u op mijn aanbod ingaat. Geen mensch betaalt u meer dan ik ubied. waaruit bestaat uw bezitting eigenlijk? Uit een oud, bouwvallig neerenhuis, waaraan niets is hersteld sedert den dood van uwen grootva- der. Het park gelijkt een wildernis het in orde brengen kost veel geld. Uw opzichters hennen u bedrogen en er blijft u bij dezen enormen schul denlast niets over dan alles te ver- koopen. Hans von Wartensleben zuchtte. Ik weet, dat de zaak slecht staat, doch mijn advocaat denkt, dat uw aanbod te laag is En mijn zaakwaarnemer zegt, dat het nog al gaat. Bovendien geloof ik niet, dat u zoo gemakkelijk een anderen kooper zult vinden ook al niet, omdat het zoo ver van den spoor weg ligt! Ja, ja, zuchtte Hans nogmaals. Wanneer het goed dichter aan het spoor lag maar dat zal nog wel eau heelen tijd duren. De heer Werner knipte in 't geheim met de oogen. Een spoorweg Daaraan valt niet te denken. Doch laten we eerst _:aan ontbijten. Hlijn zaakwaarnemer ueeft hel contract klaarik kom van avond bij u, dan bunnen we het on- uerteekenen. De beide mannen gingen door den tuin. Toen zij in de nabijheid van het huis waren, kwam een jonge dame met eenige kinderen uit een zijpaad je De kinderen kwamen op hun va der toe om hein goeden morgen te wenschen, doch de jonge dame keer de zich snel om en ging in huis. Bij het zien van die slanke gestalte olee-f von W artensleben verrast staan. Mijnheer Werner, wie is deze jonge dame vroeg hij haastig. Dat is juffrouw von Gróben, ant woordde de bankier, de gouvernante an mijn kinderen. Juffrouw von Gróben juffrouw Hanna von Gróben Ja. Ik dacht maar hoe komt zij.... Hij hield op en de heer Werner vol- indigde den zin Hoe zij als gouvernante mijner kinderen hier is Ja, ziet u. mijn heer von Wartensleben, Martin von Gröben stierf in bittere armoede, na dat hij zijn gelieele vermogen verspe- culeerd had. Hij was een neef van mijn vrouw. Hanna stond alleen op de wereld, ik had een gouvernante oor mijn kinderen noodig en nu ze reeds achttien maanden bij ons. Martin von Gröben stierf in bib tere armoede riep de ander uit. Hij was toch de rijkste man van geheel La uterbach. Dat geloofde men, maar het stond reeds lang slecht met hem. Maar juffrouw von Gröbem ze was toch met era af Bruchhausen ver- Hoe gac-t net met u, waarde juf frouw Hanna probeerde te spreken, doch de herinnering aan het verleden over meesterde haar zoo zeer, dat ze snel het hoofd afwendde en in snikken uit brak. Dat was te veel voor Hans. Hanna Hannastamelde hij. Ween niet zoo 1 Weent ge omdat ge me weerziet? Ik was toen niet bij mijn verstand. Maar ik heb mijn lief deloosheid bitter berouwd. Ze zag met hare, met tranen gevul de oogen tot hem op. Toen greep hij hare beide handen. Het overviel mij plotseling, fluis terde zij. Ik lier kende u daarom liep ik weg Laten we een weinig praten en doen alsof we nog in den vroegeren tijd Leefden. Rijdt ge nog dikwijls Nooit. Maar ik ken alle paarden in onzen stal en ze houden van mij, vooral mijnheer Werner's kleine brui ne Rosita. En zijt ge hier gelukkig? Ze zweeg een oogenblik en fluister de dan: Het is altijd nog beter dan gra vin Bruchhausen te zijn. Het hart dreigde Hans stil te staan. Wildet ge hem dan niet gaarne huwen? Neen, mijn vader wenschte deze verloving. Ik was toen nog zoo jong en onervaren. Ik wist niets van lief de, tot Ze bleef steken, maar Hans vulde aan: Totdat ge de liefde hebt leeren kennen. Ze zag voor zich neer en zwijgend hepen ze beiden voort. Een oogenblik kon de man geen woord spreken en toen hij het eindelijk deed, beefde zijn stem en zag hij er bleek uit. Ik ging toen gebroken van u weg, ging naar Monte Carlo en en nu ben ik een geruïneerd man. Heden verkoop ik mijn geheeie bezitting aan den heer Werner. De koopsom vervalt aan mijn schuldeischers, er blijft voor mij slechts een kleine som over om een nieuw leven té beginnen. Het jonge meisje zweeg ook nu nog. Op het eind van de laan bleef zij staan en gaf hem de hand. Vaarwel, mijnheer von Wartens leben, zeide ze zacht. Hanna, Hanna! riep hij wanho- ig, schenk me toch nog een goed woord God helpe u daartoe, dat ge een nieuw, mooi leven op de puinhoopen van het oude kunt opbouwen! Daarna snelde ze heen. Hanna gevoelde zich onuitsprekelijk ellendig. Na het onderhoud ademde ze verlicht op en ging in den tuin om alleen te zijn met haar groote smart. Avonds had de heer Werner een anderen gast. Hanna kon van de bank onder den grooten lindeboom zien, dat de heer Werner zijn gast met wijn en delicatessen rijkelijk over laadde. Terwijl zij daar zoo in de scheme ring zat, kwam het kindermeisje haar mededeel en, dat een der kinderen over keelpijn klaagde. Vermoeid stond Hanna op om den kleine een geneesmiddel te geven. Juist toen zij het huis wilden binnen gaan, leidde de rijknecht Rosita voor. Zij hoorde hoe een bediende tegen den rijknecht zeide: Je moet Rosita laten stappen, mijnheer wil met tien minu ten wegrijden. Oplossingen van bovenstaande pro- bleems worden ingewacht uiterlijk Woensdag 16 December, aan 't adres Een der luimeii van den heer Wer-van den heer J. Meyer, Kruisstraat ner was, dat hij zijn familie bij kleine 34, alhier, telephoon no. 1543. den. ongesteldheden zelf wilde genezen. Hij ging naar de kast. Op 't zelfde oogenblik wierp Hanna de deur dicht, deze kamer had slechts een uitgang, en draaide den sleutel, die aan den buitenkant In 't slot stak, om. Daarop snelde ze naar buiten en rukte den rijknecht de teugels uit de handen, terwijl ze hem toeriep: Ga naar den heer Werner; hij heeft u noodig. Vervolgens sprong zij op Rosita en reed Ln galop weg. Hanna was een kranige rijdster, ze had dikwijls, toen zij nog klein was, met haar broeder circus gespeeld en toen op een heerenzadel gereden. Als dol vloog het flinke dier vooruit, maar Hanna zat vast ln den zadel. Slechts vooruit, vooruit want ze wist dat de vervolger haar Leder oogenblik op de hielen kon zitten. En hij kwam spoedig genoeg. Toen het heerenhuis van von Wartensleben in 't zicht kwam, hoorde zij luide ach ter zich roepen. Ze werd door een waanzinnigen angst aangegrepen. Wanneer zij, gezeten op een heeren zadel, in wit kleed en zonder hoed, nu eens aangehouden werd als paarden- roofster, als waanzinnige. Ze begon te snikken, overspanning begon haar parten te spelen. Nu was het zaak ove rde gracht te springen. Rosita nam een aanloop, doch ze gleed uit en viel in 't water, terwijl Hanna hals over kop aan den anderen kant terecht kwam. In een oogenblik waren Hans von Wartensleben en zijn advocaat, die door het luide roepen aan het venster stonden, aan Hanna's zijde. .Met doodsbleek gelaat en met groote angstige oogen zag zij hen aan en zeide: Niet onderteekenen niet onder teekenen, voor dat ik alles gezegd... Toen het jonge meisje weer tot be wustzijn kwam, stonden Hans von Wartensleben, zijn advocaat en een dokter bij haar de heer Werner was stilletjes naar huis gegaan. En Hanna vertelde, wat zij gehoord had. Ze keerde niet weer bij de familie Werner terug. Spoedig daarop sloot Hans von Wartensleben een voordee- lig contract af met de spoorwegmaat schappij en toen ook nog op het zuide lijk gedeelte van zijn bezitting kolen werden gevonden, huwde hij Hanna, die hem op het laatste oogenblik red ding had gebracht. (N. v. 't N.) Oplossing van Probleem No. 12 van dtn auteur Wit49-43, 33 - 28, 42 - 37, 38 9 1 Oplossing van probleem met naspelvan L. Wit 41 -37, 13 - 8, 37 - 31, 47 48, 48-25, 25- Goed opgelost door de hoeren C. P. Akkerman, R. Bouw, P. Geldorp, J. Jacobson Azn., D. G. Koning, Pa- tri- Ottolini, J. F. Spanjaard, F. Th. Timmer, F. M. van der Werff, P. J. Oostwouder, C. Sarodini. 9-13, 13- 9. Zwart 27 7, 2 22, 36 38, 29 18, 20 - 24, 18 - 23, 24 - 29, 29 - 34 AB. Wit 9-14, 14-20, 20 38, 38 - 49 1 - 33, 34 - 3 -14, 14 - B Zwart 29 - 33, 23 - 20, 20 38 enz., als ln hoofd-variant F Men sprak In het kas'no van de naar Madagascar afgecommandeerde troepen. Ik benijd de officieren van deze regimenten, merkte kapitein Belière op. Zoo raken ze ten minste hun schoonmoeder kwijt 1 Men lachte uit beleefdheid de grap Is zoo oud I Maar de kapitein ging opgewekt verder U denkt natuurlijk, dat ik daar mee maar een afgezaagde mop uit een geïllustreerd tijdschrift ophaal en ge hoort daarin niet de klacht van een tot wanhoop gedreven mensch, die in staat la alles te doen Kom. kom l zeide majoor d'Espervai kalmeerend. Blijf kalm! Men moeit nooit overdrijven, 1 Het is best mogelijk, dat ge in uw familie- a, 29 - 34. enz, als vorige 1 vorige F 28-33a. 14 37, 37 - 32, enz., als vorige 1 Wit a Zwart 28 - 32 f f Op 29 - 33 of 34 volgt weder 14 32 enz. Goed opgelost door de heeren \V. J. A. Matïa, Jacobson 'Azn., P. J. Oostwouder, C. Serodini. DAMNIEUWS. De uitslag van den te dezer stede gehouden kampioenwedstrijd in het Damsoelen voor Haarlem en Omstre ken, is als volgt lste prijs, benevens kampioenstitel, de heer W. B. J. Pippijn. 2de prijs de heer C. F. Visse. Wij wenschen den kampioen van Haarlem geluk met zijn succes de strijd was menigmaal zwaar, de over winning daarom te roemvoller. De prijsuitreiking door den heer P. Kalbfleisch, voorz'tter van de Damclub „Haarlem", zal plaats heb ben a.s. Donderdagavond, bovenzaal Café Neuf, Groote Houtstraat. DE JONGE DAMMER, door C. H. Broekkamp. Wederom een nieuw werk op dam- gebied, van den nimmer rustenden heer C. H. Broekkamp. Bij de steeds aangroeiende liefheb berij voor het damspel, die zich in de laatste jaren openbaart, ontbrak tot heden eene volledige handleiding voor hen, die nog niets of zeer weinig van dit edele spel afwisten, zoodat men met recht kan zeggen dit werk je voorset in eene lang gevoelde be hoefte. Van meet af wordt in dit boekje van 160 bladzijden druks, opgeluis terd door circa 130 diagrammen, op eene voor ieder duidelijk te begrijpen wijze het damspel behandeld. Wij aarzelen dan ook niet als onze mee- nin-' te zeggen, dat men, na eene nauwkeurige bestudeering van dit werkje, zeer zeker een bekwaam dam mer moet worden. De schrijver heeft dus een uitmun tend werk tot stand gebracht, dat zijn weg onder de beoefenaars van het damspel en hen, die het willen wor den, beslist zal vinden. Ook de prijs, ad f 1.25, in netten band, mag voor een dergelijk werk alleszins b'llijk genoemd worden. DE CAUSERIE OVER HET DAM SPEL ZAL A.S. WEEK WORDEN VOORTGEZET. SIMULTAAN SéANCE MET CON SULTATIE, te geven door den Heer C. H. B r o e k k a m p. Naar aanleiding van het aanbod van den heer C. H. Broekkamp, re dacteur van de Damrubriek in het weekblad ,,De Amsterdammer", heeft het bestuur der „Haarlemsche Dam club" het plan opgevat op Maandag avond (7 December), 8 uur, eene Si- multaan-Séance met Consultatie uit te schrijven. Hierbij is het den te genspelers, die twee aan twee aan één bord tegenover den Simultaan- speler plaats nemen, geoorloofd, met hun belden over de te spe len zetten te beraadslagen. De Séance zal gegeven worden in de ledenzaal der Sociëteit „De Nij verheid", Jansstraat 85. ALLE DAMLIEFHEBBERS ZIJN WELKOM. leven eenige onaangenaamheden hebt maar wie heeft die uiet In heit rond begon men nu overal te klagen, een bewijs, dat de majoor een voor allen teer onderwerp had aange roerd. Zeker. Maar niemand, majoor, ik ben er zeker van heeft daar van te lijden gehad, wat ik te lijden heb. - Ge weet, dat ik zoo dom was, bij huwelijk een woning in de rue Monitalinet te huren, in hetzelfde huis, waarin mijn schoonmoeder, madame Ricin reeds woonde. Mijne vrouw maakte mij duidelijk, dat het haar, daar ik zeer vaak door den dienst in beslag genomen werd, zeer aangenaam zou zijn in dezen tijd van heit gezelschap van haar Lieve mama te kunnen profiteeren en ik, als al tijd zwak tegenover diegenen, die ik lief heb, iiad toegegeven. O, welk een fout 1 Wat was dat een onvergeeflijke fout van rnij l Van dit oogenblik af was ik niet meer baas in mijn huis, kon ik niet meer één oogenblik onge stoord met mijn vrouw alleen zijn. Onze samenkomsten werden steeds door mevrouw De Ricin onderbroken, die als oen wervelwind de kamer binnen kwam, om mijn vrouw voor t* stellen een wandeling te maken, haar in de modemagazijnen te bren gen, met haar visites te maken tot gek wordens toe I Als ik van den dienst kwam, en een klein uurtje wou gaan dutten, dat mij de zorgen en de ergernis van het beroep zou doen vergeten, kwam steeds mijn schoonmoeder binnen, ging in mijn leunstoel zitten en begon met mijn tang in mijn vuur te rake len. Het duo werd een trio 1 Wanneer Romeo op het balkou behalve Julia ook madame Capulet had gevonden, denkt ge dan niet, dat hij de zaak kort gemaakt zou hebben I Hij zou zeker beweerd hebben, dat het de leeuwerik was die zong en niet de nachtegaal. Ge begrijpt, dat de toestand op den duur onverdraaglijk werd. Ge lukkig had ik slechts een huurcon tract van drie Jaar onderteekend. Na afloop van deze drie Jaren was ik vast besloten in een huis te gaan wonen, waar alleen onbekenden hun Intrek hadden natmiriijk zonder schoon- rr.fv'efl. u' bod dit plan aan mijne

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 6