DAMRUBRIEK.
Mislukte List.
Es wist niet, dat uw vrouw dood
was.
Maar natuurlijk l Ik bon weduw
naar.
Do oude heer keek eerlijk verbaasd
en verwijtend. Smachtend keek miss
Rarnsay naar hem op. üp dit oogen-
blik had ze hem bijna lief.
Ik wist het mei, üuisterde zij en
draaide haar hoofd een heel klein
eindje op zij. Ze zag er mooier uit
dn,Ti ooit in het schemerlicht en toen
de oude heer zijn oogen verzadigd
had, aarzelde hij uaet langer.
Den volgenden morgen neerschteer
bij het aan land gaan de gewone ner-
veuee verwarring onder de pass ar
Siers. De kapitein had de commando-
rug veilaten en was nergens de
zien. I/o itöór iiyam had het op zich
genomen voor de bagage van miss
Ramsay te zorgen wat niet meer dan
zijn plicht was, want de jonge dame
ivas immers gisteren met hem ver
loofd-
Ze standen bij de douane juist voor
een har er geopende koffers, welke
door een beambte vluchtig gevisi
teerd werd. Hij was niet overdreven
Ijverig. Ze merkte nu reeds hoe pret
tig het is de vrouw van een mill ionair
te wezen.
Haar bejaarde verloofde keek haar
onophoudelijk vol bewondering aan.
De bedwelmende zekerheid van haar
trioinph omgaf hare ietwat mannelij
ke trekken met eeue hoogmoedige
schoonheid. De weinige passagiers,
die er nog plezier in hadden haar ga
de te slaan, wisten onmiddellijk, hoe
het met de zaken stond.
De miilionair bood baar zijn arm
aan en bekoorlijk lachte ze tegen hem
toen ze den hare erin legde. Ze be
wonderde zijn onbuigzamen wil
voelde, dat ze van de toekomst niets
te vreezen had.
Ze zou juist aan den arm van haar
Verloofde zegevierend verder gaan
toen ze plotseling den kapitein zag.
Hij had onopgemerkt achter
grooten hoop koffers gestaan. Zijn
door wind en weer gebruind gelaat
vertoonde een raadselachtig lachje,
haJf bitter half spottend, dat haar
onbestemd, herinnerde aan zijne
heimzinnige gebaren den dag van het
onderhoud.
Ze trachtte evenals toen zijne
dachten uit zijne oogen te lezen, doch
hij keerde zich snel om. Niettegen
staande hare sterkte van karakter
voelde ze zich een oogenblik onrus
tig, maar ze herstalde zich heel spoe
dig.
Ze wist nu toch, dat hare vroegere
vrees ongegrond was haar verloof
de zelf, door en door een man van
eer, had haar verzekerd, dat zijne
vrouw dood was, voor hij haar een
huwelijksaanzoek deed. Die kapitein
was maar een sentimenteel Duit
echer, die het waarschijnlijk dwaas
vond, dat ze met zoo'n ouden man
trouwde.
Ze schudde trotsch het hoofd, maar
de herinnering aan het geheimzinni
ge duiveLsche lachje van den zwijg-
zamen zeeman bleef haar steeds bij.
Ze droomde er zelfs akelig van....
Een week later zat de heer Byarn
keurig netjes gekleed, niet erg op zijn
gemak in den leelijken salon van het
New-Yorksche pension, waar zijn ver.
loofde woonde. Hij had zijn visite
kaartje naar boven laten brengen,
maar het duurde lang, voor ze ver
scheen. Hij bekeek de smakelooze
snuisterijen in de kamer met berus
ting.
De deur vloog eensklaps open en
miss Ramsay trad de kamer binnen.
Haar aardig gezichtje was vuurrood
en tranen van verontwaardiging
stonden in haar oogen. Geen acht
elaande op de begroeting van haar
verloofde wees ze me istereddn.
verloofde wees ze met sidderende
hand op een dagblad, dat ze bij zich
had.
Lees, beval ze met bevelende
stem, als een godin der wraak op
hem afkomend
Hij zonk terug op de sofa en vond
het artikel, dal aanving met de woor-
den
„De begrafenis van By am, de echt-
gen oote van den bekenden miilionair,
vond hedenmiddag om half vier op
het Greenwood kerkhof plaats."
Hij las niet verder, maar zag haar
onderzoekend aan. Hij zag, dat het
een crisis was, maar hij was in zijn
leven uit andere nog veel gevaarlij
ker situaties zegevierend te voor
schijn gekomen. Zijn tegenwoordig
heid van geest, en kalmte, verhoog
de nog hare woede, versmade deugd
blonk uit hare oogen, toen ze hem
aankeek.
Wat heeft u tot uwe verontschuldi
ging te zeggen I barstte ze uit. De in
nerlijke verontwaardiging maakte
haar stem ruw en hard.
Hoe durfde u het wagen, mij een
huwelijksvoorstel te doen, vóór uwe
vrouw dood was? U kon toch nog niet
eens zeker weten, of ze wel sterven
zou. Ik ben er niet eens van over
tuigd, dat u haar dood verwachtte. U
geloofde zeker, mij met leugenachtige
beloften te kunnen bedriegen! Lafaard
om zóó te denken over Amerikaansche
vrouweneer! Ik verafschuw u, ik ver
acht u. En ze stampte met haar
voet op het vale tapijt-
De man maakte een kalm gebaar.
Ik zal u de zaak duidelijk ma
ken...
Duidelijk maken? riep ze hoo-
nend. Natuurlijk zult u haar duide
lijk maken! Nog meer leugens! Maar
tracht alsublieft niet mij aan het ver
stand te brengen, dat de vrouw die
gister begraven is, niet uw vrouw
wasl Ik heb er onderzoek naar laten
doen. Waagt u het, om dat te looche
nen?
Ik loochen het niet.
Dan is alles tusschen ons uit.
Ik zei toch, dat ik de zaak verkla
ren...
Er is maar eene verklaring, die
ik kan aannemen, en die kunt u me
niet geven. U kunt niet de onbe
schaamdheid hebben, te beweren, dat
uwe vrouw dood was, voor u mij een
huwelijksaanzoek deed."
Ze was dood.
Hij zei het zachtjes, zonder te po
seeren, zooals iemand, die de waar
heid spreekt. Niettegenstaande hare
hartstochtelijke opwinding, was
verbluft. Ze opende haar mond om te
antwoorden, maar hij gebood haar
met een plotselingen blik om te zwij
gen.
Wacht tot ik uitgesproken heb.
Mijn vrouw stierf voor een jaar te Ber
lijn. Ik liet haar balsemen en nam
haar mee, om haar in Amerika te la
ten begraven. Het was haar laatste
wensch. Ik zou het u wel verteld heb
ben, maar ik dacht, dat 'het u onnoo-
dig verdriet zou doen.
Een oogenblik lang was ze bijna
sprakeloos, geheel in de war.
U naamt haar mee, stamelde ze
eindelijk, met ons aan boord van
de „Silicia?" Ja.
De muren der kamers draaiden voor
haar oogen, ze greep in de lucht om
steun te zoeken en zonk uitgeput
naast hem neer op de sofa. Hij legde
zijn arm beschermend om haar middel
cd zij weerde hem niet af. Ze voelde
zich een beetje onplezierig. Maar ze
voelde ook, dat ze den toestand koel
moest beoordeelen en niet zoo vrees^-
lijk romantisch behoefde te zijn. Ze
dacht aan het paleis van Byam te
New-York, aan de veelbegeerde plaats
die zijne jonge vrouw in de aanzien
lijkste kringen zou innemen, aan
bals en diners, aan heerlijke plezier
tochten naar Europa...
Een heerlijk gevoel van verlichting
kwam over haar bij de gedachte, dat
ze gezegevierd had zonder haar zelf
gevoel er voor op te offeren.
Ze wist, dat de heer Byam de waar
heid gesproken had. Zijn vrouw was
dood geweest, werkelijk dood. Ze had
in haar zinken doodkist gelegen op
het schip, onder het dek, waarover
hare voeten zoo dikwijls w°ren ge
gaan. En het merkwaardige gedrag
van den kapitein was haar nu ook dui
delijk. Wat wanen de Duitschers toch
een sentimenteel volk. Hij had het na
tuurlijk den geheelen tijd geweten. Ze
voelde, dat ze hem haatte. Een hyste
rische lachprikkel maakte zich van
haar meester, maar ze was er zich
van bewust, dat haar verloofde haar
met scherpe blikken aankeek. Ze keer
de zich tee der naar hem toe met een
uitdrukking van voorname zwaarmoe
digheid op haai- gezichi. Twee groote
tranen blonken in haar mooie grijze
oogen.
Ach, wat treurig, zuchtte zé
zacht.
(Pr. Gr. Ct.)
Ioofd? Hand-a ging in de kamer, waarin
Dat is waar. Doch toen het geld ^oh de huisapotheek bevond. Toen zij
weg was, verdween ook de graaf, ont- .Voor de kast stond, hoorde zij duide-
woordde Werner met een ruwen lach.
Wartensleben zeide niets meer. De
beide heer en begaven zich naar de
eetkamer. Juffrouw von Gröben nam
geen deel aan het ontbijt. Kort daar
op nam von Wartensleben afscheid.
Ik kom dus vanavond, zeide Wer
ner, toen hij zijn gast de hand tot ai-
scheid reikte.
Goed, mijn advocaat zal het con
tract dan klaar hebben.
Toen Wartensleben heenging, keek
hij onderzoekend naar alle zijden, of
hij Hanna ook zag. Twee jaar gele
den had hij haar leeren kennen. Ze
was een schoon, overmoedig, jong
meisje, dat wijd en zijd bekendstond
ais de kranigste paardrijdster. Hij
was dadelijk verliefd op haar gewor
den en die liefde was telkens als hij
haar zag, grooter geworden.
Hij geloofde, dat Hanna hem ook
beminde. Toen hij haar echter eens
vroeg of ze zijn vrouw wilde worden,
moest hij vernemen, dat zij reeds ver
loofd was, verloofd met graaf
Bruchhausen, een afgeleefd man, dio
na juist niet in schitterende omstan
digheden verkeerde.
Ik dacht, dat gij het wist, zeide
Hanna zeer verlegen. Ge moet 't toch
gehoord hebben.
Neen, geen woord heb ik er van
geboord I Hanna, houdt ge van hem?
Toen had ze gebloosd en het gezicht
afgewend.
A ge trouwt dus om den ti
tel 1 Leef wel, juffrouw von Gröben 1
Daarna was hij gegaan e>n had haar
nooit weergezien. Het leven was van
toen af waardeloos voor hem geweest.
Hij was naar Monte Carlo gegaan,
had daar de rest van zijn vermogen
verspeeld en was geruïneerd naar
huis teruggekeerd. En juist toen hij
inzag, dat hij, om zijn schuldeischers
tevreden te kunnen stellen, zijn be
zittingen moest verkoopen, was de
bankier Werner met een aanbod bij
hem gekomen.
De verkoop was nu bijna aange
gaan, alleen de handteekeningen ont
braken nog. Vanavond zou ook dat in
orde komen.
Hans von Wartensleben gevoelde
zich zeer ongelukkig en de ontmoe
ting met Hanna maakte zijn ver-twij
feling nog grooter. Hij dacht aan haai
en toen hij om een hoek van het park
lijk de stemmen der beide heeren in
ten aangrenzende kamer.
Weet ge dat met den zuidelijken
(rond en dat met den spoorweg zeker,
Muller? vroeg de heer Werner.
Beslist zeker. De spoorweg zal
recht door de bezitting gelegd wor
den.
Drommels, dat ware iets mooisl
Het ware niet, doch liet is!
De beide mannen lachten en Hanna
hoorde, dat de heer Werner zeide:
Blijf nog wat en drink nog een glaï
wijn. Ik moet om half negen bij von
Vartensleben zijn, om negen uur hen
il terug en dan is de zaak in orde.
Ein paar namen invullen gaat im-
ners snel. Wanneer denkt ge, dat het
sjoorwegcornité bij mij zal komen om
e n aanbieding te doen?
Nu, dat zal niet lang meer du-
cn. Binnen een paar weken zal de
tanleg openbaar worden behandeld.
Ie zaak met Wartensleben brengt u
ipeens een voordeeltje van tweehon-
lerd duizend mark. En dan die op-
nerking, die ik gemaakt heb betref-
ende het zuidelijk deel van de bezit
ing, die kolenlagen
Ik zal u niet vergeten, Muller,
rep de heer Werner, toen hij de ka-
ner verliet.
Hanna begreep maar al te goed de
btdoeling van het zooeven gesprokene.
Het bloed stroomde haar naar bet
gilaat, toen zij overlegde, wat ze zou
dien. Binnen een kwartier zou Hans
ven Wartensleben de bezitting zijner
vcorvaderen verkocht hebben voor het
vierde deel der waarde, want hij wist
niets van dén te leggen spoorweg.
Wanneer de koopacte onderteekend
was, was alles voor Hans verloren,
dan was hij arm en verlaten, evenals
zij. Hij moest gewaarschuwd worden.
Maar hij woonde zoo ver weg en ze
hoorde den heer Werner al met zijn
rijzweep knallen.
Een paar namen invullen, dat
gaat snel, suisde het nog in haar oo-
ren. Plotseling viel haar een gedachte
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
Probleem No. 14,
van den Heer D. G. Koning.
Zwart
Wit
Zwart. Schijven op 3 8 10 11 12 14 17 18 21 22 30 en dam op 25i
Schijven op 19 29 32 33 34 37 39 42 en 50.
PROBLEEM MET NASPEL, van J. C a u v e r e n.
Zwart
1 3 3 4 5
boog, stond zij voor hem. „r
Eon oogenblik stonden beiden zwij-1 Meneer Werner, meneer Werner,
gend tegenover elkaar. Huns von r',eP 26 luide. Else heeft hêvigë keel- j
W artensleben strekte de ha,nd naar';'pijn en ik kan het drankje niet vin-
haar uit.
Wit
Zwart. Schijven op 1 8 13 14 18 24 29 34 en 40.
Wit. Schiiv«n. on 6 17 22 27 31 37 3» 45 47
Op het laatste oogenblik
De bankier Friedrich Weruer en de
riddergoedbezitter Hans von War
tensleben zaten in den tuin van eerst
genoemde. De lieer Werner had een
Kleine gezette figuur. een hoekig
tioold niet donkere, loerende oogen
smalle, opeengekuopen lippen
Hans von Wartensxeben was daaren
tegen elegant en slank, zijn hoofd
was fijn gevormd en zijn schoone
oogen hadden een droomerige uit
drukking zijn geheeie per soon maak
te een voornamen indr uk.
Ik zeg u, rnijnneer von War-
Lenslenen, zeide de heer Werner met
zijn harde slem, u doet goed, wan
neer u op mijn aanbod ingaat. Geen
mensch betaalt u meer dan ik ubied.
waaruit bestaat uw bezitting
eigenlijk? Uit een oud, bouwvallig
neerenhuis, waaraan niets is hersteld
sedert den dood van uwen grootva-
der. Het park gelijkt een wildernis
het in orde brengen kost veel geld.
Uw opzichters hennen u bedrogen en
er blijft u bij dezen enormen schul
denlast niets over dan alles te ver-
koopen.
Hans von Wartensleben zuchtte.
Ik weet, dat de zaak slecht staat,
doch mijn advocaat denkt, dat uw
aanbod te laag is
En mijn zaakwaarnemer zegt,
dat het nog al gaat. Bovendien geloof
ik niet, dat u zoo gemakkelijk een
anderen kooper zult vinden ook al
niet, omdat het zoo ver van den spoor
weg ligt!
Ja, ja, zuchtte Hans nogmaals.
Wanneer het goed dichter aan het
spoor lag maar dat zal nog wel
eau heelen tijd duren.
De heer Werner knipte in 't geheim
met de oogen.
Een spoorweg Daaraan valt
niet te denken. Doch laten we eerst
_:aan ontbijten. Hlijn zaakwaarnemer
ueeft hel contract klaarik kom van
avond bij u, dan bunnen we het on-
uerteekenen.
De beide mannen gingen door den
tuin. Toen zij in de nabijheid van het
huis waren, kwam een jonge dame
met eenige kinderen uit een zijpaad
je De kinderen kwamen op hun va
der toe om hein goeden morgen te
wenschen, doch de jonge dame keer
de zich snel om en ging in huis.
Bij het zien van die slanke gestalte
olee-f von W artensleben verrast staan.
Mijnheer Werner, wie is deze
jonge dame vroeg hij haastig.
Dat is juffrouw von Gróben, ant
woordde de bankier, de gouvernante
an mijn kinderen.
Juffrouw von Gróben juffrouw
Hanna von Gróben
Ja.
Ik dacht maar hoe komt zij....
Hij hield op en de heer Werner vol-
indigde den zin
Hoe zij als gouvernante mijner
kinderen hier is Ja, ziet u. mijn
heer von Wartensleben, Martin von
Gröben stierf in bittere armoede, na
dat hij zijn gelieele vermogen verspe-
culeerd had. Hij was een neef van
mijn vrouw. Hanna stond alleen op
de wereld, ik had een gouvernante
oor mijn kinderen noodig en nu
ze reeds achttien maanden bij ons.
Martin von Gröben stierf in bib
tere armoede riep de ander uit. Hij
was toch de rijkste man van geheel
La uterbach.
Dat geloofde men, maar het
stond reeds lang slecht met hem.
Maar juffrouw von Gröbem ze
was toch met era af Bruchhausen ver-
Hoe gac-t net met u, waarde juf
frouw
Hanna probeerde te spreken, doch
de herinnering aan het verleden over
meesterde haar zoo zeer, dat ze snel
het hoofd afwendde en in snikken uit
brak.
Dat was te veel voor Hans.
Hanna Hannastamelde
hij. Ween niet zoo 1 Weent ge omdat
ge me weerziet? Ik was toen niet bij
mijn verstand. Maar ik heb mijn lief
deloosheid bitter berouwd.
Ze zag met hare, met tranen gevul
de oogen tot hem op. Toen greep hij
hare beide handen.
Het overviel mij plotseling, fluis
terde zij. Ik lier kende u daarom liep
ik weg
Laten we een weinig praten en
doen alsof we nog in den vroegeren
tijd Leefden. Rijdt ge nog dikwijls
Nooit. Maar ik ken alle paarden
in onzen stal en ze houden van mij,
vooral mijnheer Werner's kleine brui
ne Rosita.
En zijt ge hier gelukkig?
Ze zweeg een oogenblik en fluister
de dan:
Het is altijd nog beter dan gra
vin Bruchhausen te zijn.
Het hart dreigde Hans stil te staan.
Wildet ge hem dan niet gaarne
huwen?
Neen, mijn vader wenschte deze
verloving. Ik was toen nog zoo jong
en onervaren. Ik wist niets van lief
de, tot
Ze bleef steken, maar Hans vulde
aan:
Totdat ge de liefde hebt leeren
kennen.
Ze zag voor zich neer en zwijgend
hepen ze beiden voort. Een oogenblik
kon de man geen woord spreken en
toen hij het eindelijk deed, beefde zijn
stem en zag hij er bleek uit.
Ik ging toen gebroken van u weg,
ging naar Monte Carlo en en nu
ben ik een geruïneerd man. Heden
verkoop ik mijn geheeie bezitting aan
den heer Werner. De koopsom vervalt
aan mijn schuldeischers, er blijft voor
mij slechts een kleine som over om
een nieuw leven té beginnen.
Het jonge meisje zweeg ook nu nog.
Op het eind van de laan bleef zij staan
en gaf hem de hand.
Vaarwel, mijnheer von Wartens
leben, zeide ze zacht.
Hanna, Hanna! riep hij wanho-
ig, schenk me toch nog een goed
woord
God helpe u daartoe, dat ge een
nieuw, mooi leven op de puinhoopen
van het oude kunt opbouwen!
Daarna snelde ze heen.
Hanna gevoelde zich onuitsprekelijk
ellendig. Na het onderhoud ademde
ze verlicht op en ging in den tuin om
alleen te zijn met haar groote smart.
Avonds had de heer Werner een
anderen gast. Hanna kon van de
bank onder den grooten lindeboom
zien, dat de heer Werner zijn gast
met wijn en delicatessen rijkelijk over
laadde.
Terwijl zij daar zoo in de scheme
ring zat, kwam het kindermeisje haar
mededeel en, dat een der kinderen
over keelpijn klaagde.
Vermoeid stond Hanna op om den
kleine een geneesmiddel te geven.
Juist toen zij het huis wilden binnen
gaan, leidde de rijknecht Rosita voor.
Zij hoorde hoe een bediende tegen den
rijknecht zeide: Je moet Rosita laten
stappen, mijnheer wil met tien minu
ten wegrijden.
Oplossingen van bovenstaande pro-
bleems worden ingewacht uiterlijk
Woensdag 16 December, aan 't adres
Een der luimeii van den heer Wer-van den heer J. Meyer, Kruisstraat
ner was, dat hij zijn familie bij kleine 34, alhier, telephoon no. 1543.
den.
ongesteldheden zelf wilde genezen.
Hij ging naar de kast. Op 't zelfde
oogenblik wierp Hanna de deur dicht,
deze kamer had slechts een uitgang,
en draaide den sleutel, die aan den
buitenkant In 't slot stak, om.
Daarop snelde ze naar buiten en
rukte den rijknecht de teugels uit de
handen, terwijl ze hem toeriep:
Ga naar den heer Werner; hij
heeft u noodig. Vervolgens sprong zij
op Rosita en reed Ln galop weg.
Hanna was een kranige rijdster, ze
had dikwijls, toen zij nog klein was,
met haar broeder circus gespeeld en
toen op een heerenzadel gereden. Als
dol vloog het flinke dier vooruit, maar
Hanna zat vast ln den zadel. Slechts
vooruit, vooruit want ze wist dat
de vervolger haar Leder oogenblik op
de hielen kon zitten.
En hij kwam spoedig genoeg. Toen
het heerenhuis van von Wartensleben
in 't zicht kwam, hoorde zij luide ach
ter zich roepen. Ze werd door een
waanzinnigen angst aangegrepen.
Wanneer zij, gezeten op een heeren
zadel, in wit kleed en zonder hoed, nu
eens aangehouden werd als paarden-
roofster, als waanzinnige. Ze begon
te snikken, overspanning begon
haar parten te spelen. Nu was het
zaak ove rde gracht te springen.
Rosita nam een aanloop, doch ze
gleed uit en viel in 't water, terwijl
Hanna hals over kop aan den anderen
kant terecht kwam.
In een oogenblik waren Hans von
Wartensleben en zijn advocaat, die
door het luide roepen aan het venster
stonden, aan Hanna's zijde.
.Met doodsbleek gelaat en met groote
angstige oogen zag zij hen aan en
zeide:
Niet onderteekenen niet onder
teekenen, voor dat ik alles gezegd...
Toen het jonge meisje weer tot be
wustzijn kwam, stonden Hans von
Wartensleben, zijn advocaat en een
dokter bij haar de heer Werner
was stilletjes naar huis gegaan. En
Hanna vertelde, wat zij gehoord had.
Ze keerde niet weer bij de familie
Werner terug. Spoedig daarop sloot
Hans von Wartensleben een voordee-
lig contract af met de spoorwegmaat
schappij en toen ook nog op het zuide
lijk gedeelte van zijn bezitting kolen
werden gevonden, huwde hij Hanna,
die hem op het laatste oogenblik red
ding had gebracht.
(N. v. 't N.)
Oplossing van Probleem No. 12 van
dtn auteur Wit49-43, 33 - 28,
42 - 37, 38 9 1
Oplossing van probleem met naspelvan L.
Wit 41 -37, 13 - 8, 37 - 31, 47 48, 48-25, 25-
Goed opgelost door de hoeren C.
P. Akkerman, R. Bouw, P. Geldorp,
J. Jacobson Azn., D. G. Koning, Pa-
tri- Ottolini, J. F. Spanjaard, F.
Th. Timmer, F. M. van der Werff,
P. J. Oostwouder, C. Sarodini.
9-13, 13- 9.
Zwart 27 7, 2 22, 36 38, 29 18, 20 - 24, 18 - 23, 24 - 29, 29 - 34 AB.
Wit 9-14, 14-20, 20 38, 38 - 49 1
- 33, 34 - 3
-14, 14 -
B Zwart 29 - 33, 23 -
20, 20 38 enz., als ln hoofd-variant F
Men sprak In het kas'no van de
naar Madagascar afgecommandeerde
troepen.
Ik benijd de officieren van deze
regimenten, merkte kapitein Belière
op. Zoo raken ze ten minste hun
schoonmoeder kwijt 1
Men lachte uit beleefdheid de grap
Is zoo oud I Maar de kapitein ging
opgewekt verder
U denkt natuurlijk, dat ik daar
mee maar een afgezaagde mop uit
een geïllustreerd tijdschrift ophaal en
ge hoort daarin niet de klacht van
een tot wanhoop gedreven mensch,
die in staat la alles te doen
Kom. kom l zeide majoor
d'Espervai kalmeerend. Blijf kalm!
Men moeit nooit overdrijven, 1 Het is
best mogelijk, dat ge in uw familie-
a, 29 - 34.
enz, als vorige 1
vorige F
28-33a.
14 37, 37 - 32, enz., als vorige 1
Wit
a Zwart 28 - 32 f
f Op 29 - 33 of 34 volgt weder 14 32 enz.
Goed opgelost door de heeren \V. J. A. Matïa, Jacobson 'Azn.,
P. J. Oostwouder, C. Serodini.
DAMNIEUWS.
De uitslag van den te dezer stede
gehouden kampioenwedstrijd in het
Damsoelen voor Haarlem en Omstre
ken, is als volgt
lste prijs, benevens kampioenstitel,
de heer W. B. J. Pippijn.
2de prijs de heer C. F. Visse.
Wij wenschen den kampioen van
Haarlem geluk met zijn succes de
strijd was menigmaal zwaar, de over
winning daarom te roemvoller.
De prijsuitreiking door den heer
P. Kalbfleisch, voorz'tter van de
Damclub „Haarlem", zal plaats heb
ben a.s. Donderdagavond, bovenzaal
Café Neuf, Groote Houtstraat.
DE JONGE DAMMER,
door
C. H. Broekkamp.
Wederom een nieuw werk op dam-
gebied, van den nimmer rustenden
heer C. H. Broekkamp.
Bij de steeds aangroeiende liefheb
berij voor het damspel, die zich in de
laatste jaren openbaart, ontbrak tot
heden eene volledige handleiding
voor hen, die nog niets of zeer weinig
van dit edele spel afwisten, zoodat
men met recht kan zeggen dit werk
je voorset in eene lang gevoelde be
hoefte.
Van meet af wordt in dit boekje
van 160 bladzijden druks, opgeluis
terd door circa 130 diagrammen, op
eene voor ieder duidelijk te begrijpen
wijze het damspel behandeld. Wij
aarzelen dan ook niet als onze mee-
nin-' te zeggen, dat men, na eene
nauwkeurige bestudeering van dit
werkje, zeer zeker een bekwaam dam
mer moet worden.
De schrijver heeft dus een uitmun
tend werk tot stand gebracht, dat zijn
weg onder de beoefenaars van het
damspel en hen, die het willen wor
den, beslist zal vinden.
Ook de prijs, ad f 1.25, in netten
band, mag voor een dergelijk werk
alleszins b'llijk genoemd worden.
DE CAUSERIE OVER HET DAM
SPEL ZAL A.S. WEEK WORDEN
VOORTGEZET.
SIMULTAAN SéANCE MET CON
SULTATIE,
te geven door den Heer
C. H. B r o e k k a m p.
Naar aanleiding van het aanbod
van den heer C. H. Broekkamp, re
dacteur van de Damrubriek in het
weekblad ,,De Amsterdammer", heeft
het bestuur der „Haarlemsche Dam
club" het plan opgevat op Maandag
avond (7 December), 8 uur, eene Si-
multaan-Séance met Consultatie uit
te schrijven. Hierbij is het den te
genspelers, die twee aan twee aan
één bord tegenover den Simultaan-
speler plaats nemen, geoorloofd,
met hun belden over de te spe
len zetten te beraadslagen.
De Séance zal gegeven worden in
de ledenzaal der Sociëteit „De Nij
verheid", Jansstraat 85.
ALLE DAMLIEFHEBBERS ZIJN
WELKOM.
leven eenige onaangenaamheden hebt
maar wie heeft die uiet
In heit rond begon men nu overal te
klagen, een bewijs, dat de majoor een
voor allen teer onderwerp had aange
roerd.
Zeker. Maar niemand, majoor,
ik ben er zeker van heeft daar
van te lijden gehad, wat ik te lijden
heb.
- Ge weet, dat ik zoo dom was, bij
huwelijk een woning in de rue
Monitalinet te huren, in hetzelfde
huis, waarin mijn schoonmoeder,
madame Ricin reeds woonde. Mijne
vrouw maakte mij duidelijk, dat het
haar, daar ik zeer vaak door den
dienst in beslag genomen werd, zeer
aangenaam zou zijn in dezen tijd van
heit gezelschap van haar Lieve mama
te kunnen profiteeren en ik, als al
tijd zwak tegenover diegenen, die ik
lief heb, iiad toegegeven. O, welk een
fout 1 Wat was dat een onvergeeflijke
fout van rnij l Van dit oogenblik af
was ik niet meer baas in mijn huis,
kon ik niet meer één oogenblik onge
stoord met mijn vrouw alleen zijn.
Onze samenkomsten werden steeds
door mevrouw De Ricin onderbroken,
die als oen wervelwind de kamer
binnen kwam, om mijn vrouw voor
t* stellen een wandeling te maken,
haar in de modemagazijnen te bren
gen, met haar visites te maken tot
gek wordens toe I
Als ik van den dienst kwam, en
een klein uurtje wou gaan dutten, dat
mij de zorgen en de ergernis van het
beroep zou doen vergeten, kwam
steeds mijn schoonmoeder binnen,
ging in mijn leunstoel zitten en begon
met mijn tang in mijn vuur te rake
len. Het duo werd een trio 1 Wanneer
Romeo op het balkou behalve Julia
ook madame Capulet had gevonden,
denkt ge dan niet, dat hij de zaak
kort gemaakt zou hebben I Hij zou
zeker beweerd hebben, dat het de
leeuwerik was die zong en niet de
nachtegaal.
Ge begrijpt, dat de toestand op
den duur onverdraaglijk werd. Ge
lukkig had ik slechts een huurcon
tract van drie Jaar onderteekend. Na
afloop van deze drie Jaren was ik vast
besloten in een huis te gaan wonen,
waar alleen onbekenden hun Intrek
hadden natmiriijk zonder schoon-
rr.fv'efl. u' bod dit plan aan mijne