HAARLEM'S DAGBLAD.
Binnenland
FEUILLETON
De Roode Pimpernel
OM ONS HEEN
No. 853.
Een klacht van buiten.
Toen een dag of tien geleden be
kend werd, dat B. en W. van Haarlem
voorstelden, heen en weer reizende
leerlingen van buiten op de scholen
voor middelbaar onderwijs voortaan
een veel liooger schoolgeld te laten be
talen. en dan nog alleen wanneer er
plaats is, toen heb ik gedacht„daar
zullen we wel gauw wat van hooreni'
Ik verbeeldde me, dat vaders en
voogden, ontroerd bij de tijding dat
ze voortaan misschien wei 250 gulden
schoolgeld zouden moeten betalen,
per leerling, in ieder geval véél meer,
dan ze tot dusver gewend waren, naar
de pen zouden grijpen en vliegens
vlug een request zouden opstellen,
een ingezonden stuk zouden schrij
ven, ja misschien een vergadering
zouden beleggen, om gezamenlijk te
overleggen, wat er moest worden ge
daan.
Maar ik had me vergist. Hoe ik mijn
oor ook te luisteren lei, er klonk
geen noodkreet van over de grenzen.
„Slapen de buren heb ik me af
gevraagd. En zullen ze, op z'n Hol-
iandsch, pas uit den dut raken, wan
neer t te laat is?
Gelukk'g is er nu dan toch een eer.
«te teeken van leven gegeven. Het
Bloemendaalsch Weekblad van Zater
dag brengt een ingezonden stuk van
W. B. v. B. over de zaak en een com
mentaar daarop van de redactie, die
ons tot een paar opmerkingen aan
leiding geven.
Terecht ziet de heer van B. de ernst
Van den maatregel in.
„Wat moeten de ouders doen, -e
niet weg kunnen en ook het exorbi
tante schoolgeld Yan ƒ250.niet kun
nen opbrengen?' vraagt hij, en doet
daarbij een weinig onrecht aan B. en
W., die immers geen ƒ250 zullen ver
langen van ouders, die dat niet kun
nen betalen 1
Waarom, zoo vraagt hij verder,
heeft het Rijk zoo weinig toegevend-"
heid betracht in deze hoogst belang
rijke zaak
Waarom? Waarom laat men al
sinds jaren de groote gemeenten spar
telen aan de haak der hooge belastin
gen Uit gebrek aan initiatief, uit on
verschilligheid. De Nederlandsche
wetgever, onverschillig van links of
van recht3, is een traag wezen, dat
zich druk maakt over militaire futi
liteiten en belangrijke dingen laat
loopen, zooals ze loopen willen.
Dat wil don zeggenmis. En zoo
ver zijn we nu in Haarlem. Wij kun
nen niet maar opnieuw schatten gelds
aan ons middelbaar onderwijs uitge
ven, we moeten dus het aantal leer
lingen beperken.
Maar de heer v. B. heeft nog een
derde vraag of hier geen overleg tus.
schen Haarlem en de buitengemeen
ten gepleegd had kunnen worden
Wel zeer zeker. Indien de gemeen
tebesturen bij Haarlem aankomen,
zullen ze stellig een willig oor vinden.
Dat Haarlem niet al vroeger met die
besturen heeft overlegd (aangenomen
dat het niet gebeurd ia) komt mis
schien daar vandaan, dat B. en W.
van Haarlem zich daarvan toen niet
veel voorstelden. De gemeenteraden
zijn voor zulke aangelegenheden niet
altijd erg scheutig. Juist een paar da
gen geleden heeft de Commissie van
rapporteurs uit de Prov. Staten haar
verwondering er over te kennen ge
geven, dat de besturen van die buiten
gemeenten zoo weinig doen voor de
liaarlemsciie Huishoud- en Industrie
school, waarbij hun ingezetenen toch
zooveel belang hebben.
„Inderdaad is de maatregel, zooals
„deze door B. en W. wordt voorge-
„steld onredelijk en onbillijkonrede
lijk, omdat de buitengemeenten als
,,'t ware met Haarlem samenvloeien
„en zij aan Haarlems middenstand
„groote voordeelen bezorgen; önbil-
„lijk in hooge mate, wegens het ont
vettende klasse-verschil, dat een ge-
^volg zal zijn van het buitensporig
„hooge schoolgeld."
Aldus toornt nu de heer B. v. B.
tegen B. en W. van Haarlem.
Ten onrechte, want het College zou,
daar ben ik zeker van, veel liever een
anderen weg zijn gegaan. Het weet
zeer goed, welke voordeelen de mid
dienstand in dé stad geniet van de be
woners in de dorpen, en het slot van
don heer B. „misschien zijn er com
mercieel aangelegde Haarlemmers,
die er in de verre toekomst reeds een
belastingverlaging in meenen te
zien", ia een vergissing. Niemand
Haarlem heeft daaraan, gedacht inte
gendeel iedereen betreurt het, dat de
mooie onderwijsplannen van B. en W.
met een dergelijken aanval op de
beurs van onze goede naburen ge
paard moet gaan. Wanneer de maat
regel niet noodig fs, zal ledereen het
toejuichen, indien hij ingetrokken
wordt
De redacteur van het Bloemen
daalsch Weekblad toont in zijn bij
schrift verklaarbare ontstemming.
Toch komt hij zeker tot een verkeer
de conclusie, waar hij schrijft
„Onze slotsom is, dat Haarlem zich
„blijkbaar voorstelt, op deze wijze de
„ouders van te Hiilegom tot Bever-
„wijk schoolgaande kinderen te dwin
gen, ter wille van hunne kinderen
„in Haarlem te komen wonen.'
Dit is een dwaling. Langs dergelijke
omwegen wenscht ons gemeentebe
stuur zelfs de verloren schaapjes, de
Haarlemsche forensen, niet terug
halen om van de menschen, die we
gens hun beroep in de dorpen moeten
blijven wonen, nog maar niet eens te
spreken. 'Men moet inderdaad in de
voorgestelde maatregelen niet méér
zien, dan er In ligt een poging om
het noodzakelijk financieel evenwicht
to herstellen, dat door de geweldige
uitbreiding van Haarlems middel
baar onderwijs en het groote aantal
leerlingen van buiten, In ernstig ge
vaar is geraakt.
En nu vraag ik u, mijnheer van B.
en mijnheer de redacteur van *t Bloe
mendaalsch Weekblad, die critiek
oefent op B. en W. van Haarlem,
meent gij dan, dat Haarlem maar uit
den treure voort moet gaan, met duur
onderwijs aan kinderen uit andere
gemeen tón to geven voor een vijfde
van den prijs? Terwijl wij in Haar
lem nu al 41/2 procent betalen en in
de toekomst zeker nog meer aan den
fiscus zullen moeten offeren?
Op mijn woord, het is niet nood'g,
dat wij uitgenoodigd worden eens uit
te rekenen, wat die 160 leerlingen, be
halve hun schoolgeld, jaarlijks in de
gemeente brengen. Dat zijn alle over
wegingen naast de quaestïe, waar 't
om gaat en die ik zoo kort mogelijk
stellen zal aldus
HAARLEM WIL WEL, MAAR KAN
NIET LANGER VOOR ƒ60 'S JAARS
MIDDELBAAR ONDERWIJS GEVEN
AAN LEERLINGEN VAN BUITEN.
Voor de ouders wordt het met de
nieuwe tarieven te duur.
Dat wil ik aannemen.
Maar Is er dan geen derde mogelijk
heid
Wanneer nu de omliggende gemeen
ten tot een offer bere;d waren en
daartoe ook zochten te bewegen de
Provinciale Staten van Noordholland
en zij gezamenlijk de medewerking
inriepen van de Regeering, zou het
dan onmogelijk zijn, gezamenlijk bij
een te brengen een extra subsidie aan
Haarlem van laat ons zeggen 25000
'k Wed, dat daarmee Haarlems ge
meentebestuur niets liever zou doen,
dan al zijn verhoogingsplannen laten
varen, in het belang van Haarlem,
dat het inderdaad ook wel kent.
Maar dan de handen uit de mou
wen gestoken, belanghebbenden en be.
langst/ellenden I Dan ook bijeen geroe
pen de ouders en voogden van de buJ- j
tenleerlingen. Dan ook met frissche]
energie gewerkt om de gemeentebe
sturen warm te krijgen, om Ged. Sta-
ten vast voor 't plan te winnen, om
de Regeering uit haar laksheid op te
schrikken.
Voor 1909 kan het niet meer, klaagt
de redacteur van het Bloemendaalsch
Weekblad. Neen, voor 1909 is 't te
laat. Maar alg het Haarlemsche ge
meentebestuur den ernstigen wil zag
en begreep dat er kans op slagen was,
zou het, denk ik, niet afkeerig er van
wezen, om het althans met de school-
geldverhooging nog een jaartje aan
te zien.
J. C. P.
Stadsnieuws
Naar aanleiding van de advertentie
voorkomende in ons nummer van he
den van Maison Art et Modes, hebben
wij eens een kijkje genomen in de eta
lage van het perceel van den heer
Scheer, Groote Houtstraat 100.
Daar vonden wij een prachtige col
lectie damestoiletten, waaronder van
echte Cluny- en Venetiaansche kant,
benevens eenige 'mooie Brusselsche
kanten en zijden chiffon met gebor
duurde fluweelen bloemen.
Een ware prachtcollectie. De dames
zullen dan ook zeker deze tentoonstel
ling zou men haast zeggen niet voor
bij gaan.
Er zijn costuums bij die kant en
klaar te bekomen zijn voor duizend
gulden. Ook het costuum systeem Dr.
Th. v. d. Velde is in deze etalage te
bezichtigen.
WILLEM ROBERT Jr.
Wij lezen in de „Tilburgsche Cou
rant"
Het eerste abonnemenls-concert gis
teravond door onzen stadgenoot Wil
lem Robert Jr. gegeven, is in allen
deele schitterend geslaagd.
De belangstelling van het publiek
was goed te noemen, ofschoon de be
trekkelijk hooge toegangsprijs waar
schijnlijk velen had doen. terugschrik
ken. Die echter tegenwoordig waren,
zullen waarlijk geen spijt gehad heb
ben..
Op de eerste plaats moeten we ver
melden de sonate Opus 30 (c. kl. terts)-
van Von Beethoven, die op artistieke
en schitterende matu-er werd uitge
voerd door de heeren Gebrs. Robert.
ZooweJ Willem als Louis, respectieve
lijk als violist en pianist, deden zich
kennen als artisten van groote betee-
kenis.
Mej. Mien Scholten, die wegens on
gesteldheid van mevrouw Kubbinga-
Burg optrad, zong een vijftal liederen
van Schumann en Schubert, en ook
deze begaafde zangeres oogstte zeer
veel bijval.
Het „Vorspiel und Adagio uit het
lste Concert" (G. kl. terts) van Max.
Bruch, was een waar reuzensucces
voor den heer W. Robert. Hoe gaarne
hadden we het geheele concert ge
hoord. Misschien een volgende maal.
Na de pauze zong mej. S "holten nog
een drietal liederen van Andriessen,
Zweers en Loots, en behield hare
hoog staande reputatie ten volle.
Wat een lieve, beschaafde voor
dracht. Hoe innig mooi zong ze voor
al „Mijn Eerste" van B. Zweers.
De „Sonate op. 45" (C. kl. terts) van
E. Grieg, was een waardig slot aan
dezen goed geslaagden kunstavond.
Vooral het allegretto werd prachtig
voorgedragen.
We hopen nog meermalen in de ge
legenheid te zijn, concerten, door den
heer Robert te geven, te kunnen bij
wonen. We twijfelen niet, of ieder
Tilburgsch muziekliefhebber zal de
moeite van den energieken musicus
op hoogen prijs stollen.
Rubriek voor Vragen
Geabonneerden hebben het voorrecht
vragen op verschillend gebied, mits voor
beantwoording vatbaar, in te zonden bij de
Reductie van- Haarleih's. Dagblad,-Groote
Houtstraat 63.
Alle antwoorden worden geheel kosteloos
gegeven en, voor zooveel mogelijk is, den
dag na de inzending.
VRAAG: Verkort. Ik heb 10 kuikens
broed Mei 1908, die nog niet leggen,
nu wilde ik ze gaan voeren met Leg-
poeder van O. J. van Aken te Ant
werpen, is dit aan te bevelen? Gebeurt
het meermalen, dat kuikens zoo laat
leggen en wat moet ik ze voeren om
spoedig en veel eieren te krijgen?
ANTWOORD: Volgens deskundi
gen in Avicultura zijn alle middelen
die voor het leggen worden aanbevo
len, uit den booze, dus ook het z.g.
legpoeder.
Dat kippen op den leeftijd van 7
maanden nog niet leggen is niet zoo
erg als u wel denkt, indien u ze niet
overvoert, ('s morgens ochtendvoeder,
's middags groen en voor het op stok
gaan graanveeder met weinig of geen
mais) en de beesten van een goeden
logstam afkomen, zullen ze wel spoe
dig beginnen. Geef hun, indien u twij
felt of ze niet te vet zijn, (want vet
heid houdt de eierproductie tegen) ge
durende een 6 tal weken om den an
deren dag per kip 1/2 theelepel En-
gelsch purgeerzout (Sulfas Magneisa)
en 1/2 theelepel Glauberzout (Sulfas
Natricus) door liet zachte ochtendvoer
en stel hen gedurende dien tijd op
half r ante oen, doch groen voèr geve u
volop.
Met ijzervitriool in hun drinkwater
moet u niet doorgaan, dat is goed als
ze last hebben van de snot.
VRAAG. Eenige perceelen zijn
15 jaar geleden gekocht voor f 20.000.
Er is ƒ16.000 hypotheek op gegeven,
waarvan de rente steeds geregeld is
botaald. Deze perceelen komen nu in
veiling1 en zullen hoogstens 13,000
opbrengen, wegens achteruitgang van
stand. Kan men nu den eigenaar, die
niet in staat is het tekort te betalen,
hierover lastig vallen of hem in staat
van. faillissement verklaren
ANTWOORD. Zonder twijfel, hij
heeft immers een schuld aangegaan
en kan die nu niet volledig betalen.
Of dat met of zonder zijn schuld is,
doet ter zake niet af. Althans niet
voor de wet. De schuldeischer zal
wellicht in zijn eigen belang eene
schikking willen treffen. Probeer dat.
VRAAG. Zoudit u mij ook kunnen
zeggen, óf er aan de nieuwe scheeps-
bouwwérf, aan het Noorder B. Spaar-
no gebouwd wordende, ook werkvo'k
geplaatst kan worden en bij wien 'k
mij moet vervoegen?
ANTWOORD. Of er aan de werf
„Nee-rlandia" werkvolk kan worden
geplaatst, kunnen wij u niet zeggen.
Wend u daarvoor tot de eigenaren,
de heeren Brouwer Van Dijk.
Eerstgenoemde woont te Bloemen-
daai, Zutder Stationsweg, en laatst-
te Schoten, Spionkopstr. 13.
Uit de Omstreken
ZANDVOORT.
Door de H. IJ. S. M. werd aanbe
steed
Bestek 1128. Het maken, laveren,
opstellen en volledig afwerken van
de metalen perron-overkapping op
het station ZaudYOort. Raming
ƒ48.500.
Minste inschrijver de heer Van Eg-
mond en Co., Zoeterwoude, 42.840.
VRAAG. Zoudt u mij ook kunnen
zeggen, wat ik doen moet aan een
jongen hond die geregeld op verschil
lende plaatsen zijn haar verliest
ANTWOORD. U moet u wenden tot
een veearts. Dit ontstaat veel door
huidziekten, en daaraan kuut u zelf
meestentijds met dokteren.
VRAAG. Kunt U mij ook inlichten,
waar ik Pijnboomharst kan krijgen
Ik heb hij verschillende drogisten al
gevraagd.
ANTWOORD. Dit kunt u verkrijgen,
in elke flinke drogistzaak.
CORRESPONDENTIE.
Den Heer S. Op uw vraag kan
geen antwoord gegeven worden.
Iedereen is gelijk voor de wet, maar
bij de verzeker mg tegen ongelukken
zijn de gevallen vaak zéér verschil
lend, Wij vermoeden, dat dit ook
nner zoo is.
lien van onze lezers raadt tegen
kaalhoofdigheid brillantine aan, zoo
als de kappers in den knevel smeren.
Wij raden het niet aan we zija geen
dokters.
Deal Heer R. D. te Heemskerk. Uw
vraag hopen wij binnen enkele dagen
te kunnen beantwoorden, daar deze
wordt onderzocht.
Verkiezing. Gemeen ter aal
Do Burgemeester (gelet op art. 51
al. 1 der Kieswet) maakt bekend, dat
op Maandag 4 Januari 19D9, van des
.voormiddaga negen tot des namid
dags v.ier. uur bij hem .ter Secretarie
der gemeente kunnen worden-ingele
verd de opgaven van candidaten ter
tusschentijdsche verkiezing van twee
leden van den Gemeenteraad, één m
het eerste en ééu in het derde kies
district der gemeente Haarlem (va
caturen Stolp, en Groot), en dat van
20 December a. s. tot en met. voren
genoemden dag ter gemeente-secreta
rie (aan de le Afdeeling) de formule
ren voor aio opgaven kosteloos
voor de kiezers verkriïgbaar zijn.
TWEEDE KAMER.
De algemeene beraadslagingen over
„Oorlog"' werden geopend door den
heer Ter Laan, die trachtte aan te
toonen, dat de Minister allerminst
vooruitstrevend kon heeten, blijkende
uit 's ministers houding inzake de Mi
litie wet 1901 (militair'stitsch optreden;
verzwaring van lasten blijvend ge
deelte). Naar 's ministers plannen
zouden niet alleen zonen etn vaders,
maar grootvaders moeten dienen
(landstorm). Met "s ministers denk
beelden om den diensttijd terug te
brengen en de herhalingsoefeningen
te bekorten, zou spreker kunnen me
degaan dan was men op zijn 30ste
jaar van alle verplichtingen af. Doch
sterk gekant was de afgevaardigde
tegen het opvoeren van het contin
gent tot 22.000 man dat zou 2 mü-
lioen méér kosten dan thans. Stond
er nog verkorting van eersten dienst
tijd tegenover, maar neen De voor
genomen afschaffing van de vergoe
ding aan kostwinners, met vrijstel
ling van dezen, keurde spreker af
ieder burger moest zijn dienstplicht
kunnen vervullen. Van de beginselen
van het volksleger week de minister
dus af, ook ten aanzien van het wer
ven van zooveel mogelijk vrijwilli
gersdie hij toch niet kreeg, om
dat de behandeling der m'liciens niet
deugde. Evenmin was de positie van
het kader in orde. Bij de manoeuvres
werd het onmogelijke van de jon
gens gevraagd.
Spreker vestigde de aandacht op
misbruiken bij de keuring, waardoor
menschen tegen betaling zouden vrij
gesteld worden van dienst. Hij meen
de. dat de minister bij deze begroo
tte g enkele eischen had gesteld, door
gelden te vragen, die veilig konden
worden uit- of afgesteld, met het oog
op de ongunstige financieele omstan
digheden. Er was verkwisting cn op
dien weg kwamen we met de defensie-
uitgaven tot over de 30 millioen. Het
Nederlandsche volk moest in 1909 zich
duïdelük uitspreken tegen verzwaring
van militaire lasten.
Na deze rede, die vijf kwartier had
geduurd, verklaarde de heer Arts de
redenen van zijn volkomen vertrou
wen in don bewindsman van Oorlog,
die ons uit het moeras weer op vasten
bodem zou brengen, 's Ministers plan
nen tot vrijlating van de kostwinners
verhouding van het leger tot het de-
parlement. Hij deelde In dit opzicht
de meening van generaal Staal in de
Eerste Kamer. In het bijzonder vroeg
hij meerdere zelfstandigheid voor de
regimentscommandanten. Het leger
moest volkomen zelfstandig georga.nl-
soerd staan niet onder, maar tegen
over het departementdan kon de
taak Yan den Minister beperkt blijven
tot legislatieven arbeid. De Raad van
Defensie moest rlieuon om de advie
zen der actief dienende legerautori-
teiteai te corrigeeren. De tegenwoor
dige Raad had geen reden van be
staan. Tegen den „papierkanker" in
het leger kwam spreker met na
druk op.
Vervolgeus verzette spreker zich te
gen het gebruiken van het leger voor
politie-doeleindendaarvoor was het
niet bestemd en met die gedachte
moest worden gebroken. Een goed ge
organiseerd Rijks-politiekorps was
noodig, met inbegrip van de maré-
ohaussée, naast voorschriften betref
fende de regeling der gemeente-poli-
tie.
Spreker had dus bedenking tegen
do benoeming van sergeants tot onbe
zoldigd rijksveldwachter, doch nog
veel sterker tegen 's ministers poging
om de maréchaussée bij het leger tl
houden. Daarop kwam hij nog terug.
Eindelijk de conduitestaten, wj
erkende verbeteringen, maar was
niet geheel tevreden. De commissie
van beroep was niet goed georgani
seerd. Het oordeel der commissie had
effect moeten hebben, en dat heeft
het thans niethet bleef een advies.
De voorzitter behoorde een burger te
wezen het advies behoorde door bur
gerlijke rechtsopvattingen te worden
boheerscht. De beoordeelingslijstem
waren niet noodzakelijk, doch in elk
geval deugde de inrichting niet.
Spreker maakte vervolgens bezwaar
tegen de wijze waarop het departe
ment tegenover officieren optrad de
heer Thomson deed er wèl aan zijn
eigen zaak, als illustratie, ter sprake
te brengen. Deze minister was nog
niot tot de juiste opvatting bekeerd
dat bleek uit de behandeling van
overste Romerde minister nam
laakbare handelingen van chefs in
bescherming, terwijl die chefs had
den behooren te zijn gestraft.
Spreker opperde nog eenige bezwa
ren tegen de opvatting des ministers
inzake de rechten der officieren, daar
bij speciaal uitgaande van het geval-
Römer. Men onderwierp een officier
aan een smadelijk onderzoek, maar
onthield hem de kennisneming van
een voor hem gunstig rapport. Da
lie de spuigaten uit en was in strijd
met alle begrippen van recht en fat
soen.
Spreker kon den minister niet con
aniore steunen.
De heer Van Veen besprak een be
paald geval van z. i. onjuiste toepas
sing van liet artikel der militiewet
betreffende broederdiensL
In de avondvergadering betoogde
de heer Eland, dat vele van zijn wen-
zouden tengevolge hebben, dat 2000
andere lotellngen hun plaatsen moes-schen liggen in de lijn van hetgeen de
ten innemen, en dit leidde meer en Minister voorstelt,
meer tot alsremeenen dlenstohcht. Dit
achtte spreker minder democratisch spr* am °P ^gen s Minis-
dan het bohoud der schadeloosstelling ters weigering tot verkorting van den
aan de kostwinners. In het algemeen eersten oefentijd en tegan diens plan
zou spreker geen bezwaar maken te- tot verhooging van het contingent,
Plannen, indien zij wat tot grooter uitgaven zal leiden.
met tengevolge hadden verzwaring
van financieele en persoonlijke las- aanzien van de zaak-Romer,
ten. 's Ministers streven naar verbe- bet<>ogde Spr. dat de Minister in zijn
tering van de soldijen Yan minderen optreden tegenover dezen voor bevor-
en minder kader werd door hern ge- dering herhaaldelijk ongeschikt ver-
vvaardeerd. Maar hij drong op betere klaarden hoofdofficier binnen zijn be-
beroep "aan*111 ondert»fIict°r voegdheid was gebleven.
De heer Passtoors vereenigde sich Nadat da ha,r had l*»pleit
voor een groot deel met het door den
heer Arts 'gezegde. Op 's ministers
plannen zou gelegenheid zijn terug te
komen.
Spreker maakte eemge opmerkin
gen in verhand met de op handen
zijnde herziening der wet op de in
kwartiering en drong aan op bekor
ting of afschaffing van den nachtar
beid der militaire bakkers.
De heer Van Idsinga kon zich niet
geheel vereenigen met het beleid Yan
den minister. Hij vond te loven en
zou voor de begrooting stemmen, doch
niet als blijk van volledige instem
ming. Spreker was teleurgesteld, dat
de minister niet gekomen was met
een voorstel tot opheffing van het
blijvend gedeelte. Hij had gehoopt op
een politiek van grooter middelen en
op een burger-minister van oorlog in
dit- Christelijk Kabinet. De ma.n, die
d it ambt bekleedde', moest geen mili
tair zijn die deelnam aan de Regee
ring, niet iemand die behoorde tot
het beroêpscadrement van het leger.
Nam men een militair, dan diende
deze ontslag te neineu uit het leger.
Spreker uitte andermaal teleurstel
ling. dat deze minister niet toezegde
afschaffing van het blijvend gedeelte.
Die teleur stelling gold ook de rege-
afschaffing van het verstrekken van
versch brood op Zondag aan het Haar
lemsche garnizoen, betoogde de heer
Van Karnebeek, dat door opvoering
van het contingent tot 22000 man met
verkorting van'den diensttijd en af
schaffing van de derde herhalings
oefening bij de militie en van de twee
de bij de landweer, de persoonlijke
lasten zullen worden verminderd. Af
schaffing van de vierrnaanders en
hun vervanging door zesmaanders is
mede goed te keureu. Inlusschen be
pleitte spr. in geval van uitbreiding
van het contingent tot 22000 man, op
komst der lichting in drie ploegen,
opdat de Regeering in het geheele
jaar, voor het geval van mobilisatie
de beschikking krijge over voldoend
geoefende manschappen. Hoe het zij,
spr. meende dat de plannen des Mi
nisters niet vèr genoeg reikten. Hij
achtte noodig een macht van 300.000
weerbare mannen; invoering van ai-
gemeenen dienstplicht ook door
den heer Eland verdedigd met in
lijving van 27000 man :s jaars. De Mi-
hng der hoogea-e bevelvoering en de nister deinst voor verder reikende le-
Naar het Engelsch door
Barones Orczy.
291
Terwijl hij sprak, keek hij Mar
guerite snel en scherp aan, maar zij
Verraadde geen aandoening, en haar
oogen. ontmoetten zonder vrees de
zijne.
Neen, mijnheer, antwoordde de
Prins, mijn lippen zijn verzegeld en
de leden "an den bond bewaren zorg
vuldig hét geheim van hun leiders
daarom moeten zijn schoone bewon
deraarsters zich tevreden stellen met
een schaduw. Hier in Engeland, mijn
heer, voegde hij er mot ongeëvenaar
de hoffelijkheid en waardigheid bij,
behoeven wij slechts den naam van
den Rooden Pimpernel te noemen, of
iedere mooie wang wordt overtogen
met een blos van enthousiasme. Nie
mand hoeft hem gezien behalve zijn
getrouwe volgelingen. Wij weten niet
of hij groot of klein, blond of donker,
knap of mismaakt is. maar wij weten
dat hij de dapperste gentleman''-'ih de
geheels wereld is, en wij zijn er allen
een beetje trotsch op, mijnheer, als
Wil bedenken, dat hij een Engelsch-
man is.
O, Monsieur Chauvelin, voegde
Marguerite er bij, terwijl zij bijna
met wantrouwen keek haar het kal
me, sphinx-achtige gelaat van. den
Pranschman,- Zijn Koninklijke
Hoogheid mócht er nog wel bijvoegen,
dat wij dames aan hem denken als
aan een held uit den ouden tijd.... wij
vereeren hem.,., wij dragen zijn kleu
ren.... wij beven voor hem als hij in
gevaar is en genieten met hem als hij
overwint.
Chauvelin bepaalde zich tot een bui
ging voor den Prins en voor Margue
rite; hij voelde dat deze woorden,
niet zonder bedoeling gezegd waren
ieder op hun manier om minach
ting zoowel als wantrouwen uit te
drukken. Den genotzuchtige*!, ledig
loopenden Prins minachtte hij, de
schoone vrouw, die in haar goud
blond haar een tuiltje kleine roode
bloemen uit robijnen en diamanten
samengesteld, droeg had hij in
zijn macht.hij kon haar dwingen te
zwijgen en alles stil af te wachten.
Een lange, joviale onnoozele lach
verbrak plotseling het stilzwijgen, dat
op die woorden volgde.
En wij arme echtgenooten, klonk
nu langzaam en gemaakt uit den
mond van Sir Percy, wij mogen er
maar bij staan.... terwijl zij een scha
duw vereeren.
Iedereen lachte do Prins luider
dan ieder ander. De gespannen toe
stand was verbroken, en het volgend
oogenblik verspreidde het gezeisehap
zich iacliend en pratend in de aan
grenzends vertrekken.
HOOFDSTUK XIL
Het Stukje Papier.
Marguerite bracht ondraaglijke
uren door. Ofschoon zij lachte en bab.
belde, ofschoon zij meer bewonde
raars om zich heen had dan iedere
andere vrouw, voelde zij zich als
iemand, die ter dood veroordeeld was
en nog maar één dag te leven had.
Haar zenuwen waren tot op liet
uiterste gespannen, wat er niet beter
op geworden was in het uur, dat zij
samen met haar echtgenoot had door.
gebracht tusschen de opera en het
bal. Het vonkje hoop dat zij in de
zen goêdhartigen, kalmen man mis
schien een kostbaren vriend en raad
gever zou blijken te hebben was
even snel verdwenen als het gekomen
was. Een gevoel van goedige minach-
tiug deed haar den rug toedraaien
aan den man, die haar zedelijke steun
had moeten zijn in deze moeilijke cri
sis die haar verstandige raadgever
had moeten zijn, nu vrouwelijke sym
pathie en gevoel haar heen en weer
slingerden tusschen haar liefde voor
haar broeder, die ver weg was lm
doodsgevaar en afschuw voor den
akeligen dienst, die Chauvelin van
haai- vergde in ruil voor de veiligheid
van Armand.
Daar stond hij, de zedelijke steun,
do verstandige raadgever omringd
door een gezelschap hersonlooze, leeg
hoofdige jonge fatten, die op dit
oogenblik vol genot een dwaas cou
pletje van mond tot mond lieten gaan,
dat hij hen juist had voorgezongen.
Overal vervolgde haar dat dwaze,
onbeteekenende versje; men scheen
over weinig anders meer te willen
spreken, zelfs de Prins had haar la
chend gevraagd, of zij de laatste
dichterlijke ontboezemingen van haar
echtgenoot wel op prijs stelde.
Dat heb ik in elkaar gezet, ter
wijl ik mijn das vastknoopte, had Sir
Percy tot zijn rij van bewonderaars
gezegd.
„Men zoekt hem hier, men zoekt
hem daar,
En Frankrijk komt er niet mee
klaar.
Is hij er niet, of is hij er wel.
Die niet te vinden Pimpernel
Dat. onnoozele versje van Six Percy
deed overal door de schitterende ont
vangzalen de ronde. De Prins was
verrukt Hij beweerde, dat het leven
zonder BLakeney niets dan een verla
ten woestijn zou wezen- Daarop nam
hij hem bij den arm en bracht hem
naar de speelzaal, waar hij zich met
hem in eon of ander hazardspel
mengde.
Sir Percy, wiens grootste belang
stelling in avondpartijen zich scheen
te concentreeren om de speeltafel, was
gewoon zijn vrouw toestemming te
geven om te flirten, te dansen en
zich te vermaken zooveel zij dat ver
koos. En dezen avond, nadat hij zijn
grapje te berde had gebracht, liet hij
ook Marguerite weer in een kring van
bewonderaars van alle leeftijden ach
ter, die zonder uitzondering verlan
gend waren haar te helpen vergeten,
dat daar ergens in die groote receptie
zalen, een lang, lui wezen was, dat
zoo dwaas geweest was te veronder
stellen, dat de talentvolste vrouw uit
Europa zich zou kunnen schikken in
een prozaïsch Engelsch huwelijk.
Haar overspannen zenuwen, haar
opgewondenheid en aandoening zet
ten haar bekoorlijkheid nog meer
luister bijen terwijl zij met haar
gevolg bestaande uit mannen van
verschillende nationaliteiten door de
zalen ging wekte zij ieders bewonde
ring op.
Zij wilde zichzelf niet meer toe
stemmen na te denken. Haar vroege
re, ietwat eigenaardige opvoeding
had haar iets fatalistisch gegeven. Zij
voelde, dat alles moest gaan zooals
het ging, dat het niet in haar hand
lag. Zij wist, dat zij van Chauvelin
geen genade kou verwachten. Hij had
•-•en prijs gesteld op het hoofd van Ar
mand, en nu tiet hij het verder aan
haar over, wat te kiezen. -
Later op don avond kreeg zij Six
Andrew Moulkes en Lord Antony
Dewhurst in het oog, die blijkbaar
juist waren aangekomen'. Zij zag hoe
Sir Andrew dadelijk de kleine Suzan
ne do Tournay ging opzoeken, en. hoa
de beide jongelieden spoedig samen
op een der breede versterbuuken van
de talrijke vensters gingen zilien,
waarop zij in een zeer ernstig, maar
zeer aangenaam onderhoud verdiept
schenen Le zijn.
Beide jongelieden zagen er een beet
je mager en zenuwachtig uil, maar
overigens zagen zij er onberispelijk
gekleod uit en aan de hoffelijke wij
ze, waarop zij zich gedroegen was
niets te hespeuren van de ernstige ca
tastrophe, die voor hen eu hun Lei-
dor waarschijnlijk niet zonder ge vol.
gen zou blijven.
Dat do Bond van den Rooden Pim
pernel geen plan had zijn werk op te
geven, had zij wei aan de kleine Su
zanne begrepen, die er openlijk over
sprak, dat zij en haar moedor de ver
zekering gekregen hadden, dat da
Graaf de Tournay binnen eenige da.
gen door den Bond geholpen zouwori
den om naar Engeland te vluchten;
(Wordt vervolgd).