NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 26e Jaargang. No. 7820 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon* en Feestdagen. ZATERDAG 19 DECEMBER 1908 A HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN PBfS DRIE MAANDEN, i Voor Haarlem 1.29 Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der gemeente)130 Franco per post door Nederland1.65 Afzonderlijke nummers 0.02K Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37 H „de omstreken en banco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Laurens Coster. Directeur J. C. PEERBB00M. ADVERTENTïÊNi Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts, Buiten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels 1 l—elke regel meer ƒ0.88 Reclames 30 Cent per regel Bij Abonnement aanzienlijk rabat Advertentïën van Vraag en Aanbod» hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing j 50 Cts» voor 3 plaatsingen contant Redactie eo Administraties Groote Houtstraat 55. litercommunaaS Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. DrukkerijZuider Boitenspaarae 6. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon Interc. 6229. DIT NUMMER BESTAAT UIT VEERTIEN BLADZIJDEN. EERSTE BLAD. AGENDA ZONDAG 20 DECEMBER. Schouwburg: Nieuwe Ned. Tooneel- vereen.: Mijn Leopold, 8 uur. De Kroon: Ned. Oper. Ensemble: De Mascotta, 8 uur. De Kroon: Matinée Antonietti en Schnitzler, 2 uur. Seks. Vereeniging: Volksconcert Doopsgez. Zangkoor, 8 uur. Brongebouw: Rott. Tooneelgez.: De Voddenraper van Parijs, 7 uur. KI. Vereeniging: Bioscope-voorstel- ling, 8 uur. De Kroon: Tentoonstelling Van kunstvoorwerpen, van 12 uur af. MAANDAG 21 DECEMBER. De Kroon: Tentoonstelling van kunstvoorwerpen. OM ONS HEEN No. 857. Scbooniieid in onze nabijheid Er is uiets droefgeestiger dan mast. Benauwd, be naad, benepen voelt zich de mensch in de kille damp, die een gordijn schuift voor zijn naar ruimte verlangend oog. Vang en schemerig zijn lijnen en omtrekken. Zacht siepe len groote druppels uit de kale hoo rnen, als tranen over voorbijgeganen zomer. Nu zijn die dagen weer voorbij. Af en toe betrekt wel de lucht en suist de regen neer, wanneer we, vertrou wende op het blauwe uitspansel, juist zonder parapluio waren uitgegaan, maar zoo nu en dan worden we dan toch verheugd met een zonnestraal en zien onze omgeving weer terug, zcoals we die in het mooiste van de dagen gekend hebben. Niet pi-cies zóo want de zon is bleeker en het groen, dat zelis een stadsgezicht zoo opfleuren kan, is er niet meer. Toch is ze mooi, de stad, ook in den winter. Ik ben het niet eens met wie zeggen, dat er alleen buiten, in de vrije natuur, wat moois te zien is en dat de huizenblokken van de stad geen andere, dan een benauwende, druk kende uitwerking kunnen hebben. Ze. ker, om ons heen, in den Hout en in de duinen zijn gezichten, die alles overtreffen wat de stad ons opleve ren kan, maar in den winter, wan neer de wegen vuil zijn en niet tot een wandeling naar buiten uitlokken, kunnen we schoonheid vinden ook in de stad, tusschen diezelfde steenblok ken van huizen, in de straten, op de bruggen en aan den waterkant. Menigeen, die zorg heeft, zich on rustig voelt en bezwaard, zal in een wandeling door de stad rust vinden, wanneer hij maar acht wil geven op de schoonheid om hem heen. Hij be gint zijn ommegang maar in 't Flora park. Daar is alles rust. Om hem de groote villa'smet hun stille gevels. Aan den anderen kant de Wagenweg met zijn huizen uit vroegeren tijd, rustig en gemoedelijk. De groote gras. vlakte zelf, nog wondergroen voor den tijd van 't jaar, stemt als vanzelf tot kalmte. En mag er soms ook een haastige automobiel den straatweg langs rennen, een oogenblik daarna ia 't weer stil. Langzaam wondelt hij van het Flo rapark, de Dreef langs, om het hek van 't Brongebouw heen. Een ander mooi plekje midden in onze stad. Geen sterveling in den tuin, de veran da leeg, maar toch is het mooi. die af wisseling van groen mot het rood van 't groote gebouw op den achtergrond. En het tinkelen van de tram, die als een schichtig hitje voorbij komt dra ven hindert niet. Ons sladsoor hoort die geluiden wel, maar wordt er niet meer door getroffen. Drie minuten verderde Kleine Houtbrug. Ik zou willen, dat alle men- schen wanneer ze daarover gingen en geen tijd hadden even te blijven staan toch onder het loopen keken naar rechts en links. Ze zullen daar altijd, en vooral bi] zonneschijn, een schilde, rij zien, mooier, dan in menig mu seum is opgehangen. Prachtig is het kijkje op de Groote Houtbrug en in den winter, zoodra de boomen kaa' zijn geworden, rijst op den achter grond de ronde vorm op van Haar lems majestueuss kathedraal. Aan den anderen kant, naar het oosten, rust het oog met genot op de sierlij ke bocht in den Kampersingel. Verder, op de Groote Houtbrug, is het kijkje niet minder mooi. Er is iets bijzonder aantrekkelijks in de manier waarop de Raamsingel afbuigt van de hooge brug en zich verder met be vallige kromming uitstrekt naar de Wilsonsbrug, tegenover de Raam- vest. Hoeveel heeft dit stadsgedeelte niet door den nieuwen aanleg gewon nen 1 De helling van de Vest, vroeger zwart en kaal als een platgebrande wei, ligt daar nu als een heuvel van zacht groen. En 't is juist dit verschil tusschen hoog en laag, dat zoo aan trekkelijk is, onverschillig of we op de Raamvest naar beneden op den Singel of omgekeerd van den Singel naar boven zien op de Vest. jVIaar verreweg het mooiste stadsge zicht treffen we aan op de Turfmarkt. Wie op de kleine brug over den Kaan- persingel staat en den blik wendt naar het noorden, geniet wanneer hij maar eenig gevoel voor lijn en kleur heeft, van stadsschoon. Sierlijk buigt het Spaarne af. Prachtig komen in 't oog de ouderwelsche huizen op de Turfmarkt en het Spaarne, tea1 wijl het schilderij (want dat is het) afgesloten wordt door de Groote Kerk. Het is geen wonder, dat menige schilder hiel den ezel heeft neergezet en dat prach tige punt op doek heeft vastgehouden. Maar wij Haarlemmers zien het nau welijks, letten er althans niet meer op. Moeilijk is het de naastbij lig gende schounheid te leeren bli]ven zien. Vlak in de nabijheid ligt de Ge dempte Oude Gracht. Van de Kleine Houtstraat af tot aan de Groote Hout straat toe is die vernieuwd. Namelijk in haar bestrating, maar wat een wijdheid, wat een ruimte heeft dat haar gegeven. Ik zal niet zeggen, dat de straat zelf mooi is, daarvoor is ze to nuchter en zijn de gevels van de huizen te weinig belangwekkend. Op een enkele woning na zijn de huizen alle afkomstig uit een tijdperk, toen men dacht, dat bouwen steenen stape len en ramen inzetten was en dat een huis alleen voor nut van binnen, niet voor schoonheid van buiten dienen moest. Maar hoe aardig loopt In den zomer deze gracht uit op het Ver- wuift, het kLeine pleintje, dat denken doet aan Zoo menige Brink in lan delijke gemeenten: Baarn, den Burg op Texel. Wat een aardig kijkje heb ben we in den winter ook op het siga renmagazijn op den hoek 1 Er zijn meer van die punten in de stad, waar één enkel huis zoo'n mooi effect kan maken. Wanneer er één straat banaal modern mag heeten, dan is 't wel de Tempelierstraat, vol rails als ze is en rangeerende tram wagens. En toch, hoe aangenaam blijft het oog niet rusten op het ge bouw van de rijtuigmaatschappij, wanneer we van het westen komen de door de Tempedierstraat gaan. Daar is iats karakteristieks in dat, massieve huis, dat verheuging geeft van schoonheid boven ijzeren spoor staven en hooge wagens uit. En zoo zijn er nog tal van mooie plekjes midden in onze stad, wanneer wij ons maar de moeite willen geven om die te zien. Om en bij de Nieuwe Gracht vinden we er vele. Of we staan op de brug bij de Kinderhuis- vest en het oog laten rusten noord waarts op den half verscholen ingang van het Kenaupark, of we op de Nassaubrug dezelfde richting uitzien in dit mooiste van onze parken, of we op Kruis- en Jansbrug genieten van het gezicht over het water, overal is het mooi. En het Kenaupark zelf eiken dag van het jaar, ook zonder groen of bloemen, uitgezonderd dan misschien een enkelen mistdag, een ware lust der oogen. Maar nogeens, we zien het mooie niet. Ontevreden menschen als we zijn vergelijken we wat in onze nabij heid dagelijks voor ons beschikbaar ligt, met wat ver weg en onbereikbaar is. Voor het raam van 't reisbureau van de Hollandsche Spoor droomen we van de blauwe golven van de Mid del landsche Zee en de Oostersche schoonheid van Frankrijke Zuiden. Daarbij vergeleken schijnt de Neder- landsche winterhemel grauw en de vochtige straat van groote somber heid. Als we eens wisten te blijven buiten die pijnigende vergelijkingen, die altijd op teieua'stelling moeten uit- loopen, als we eens onzen blik wisten te beperken tot den kleinen kring, om ons heen, wat zouden we dan tevre- dener en gelukkiger wezen I In elk opzicht, ook in schoonheid van lijn en kleur. Want ik deed al leen een en ander opmerken over het mooie omlaag, op den grond waarop we gaan I Er is ook zooveel moois om hoog. Het is geen toeval, dat Neder land een land van schilders is en van schilderkunst. Wij leven onder een uitspansel van kleur, als onder een dak van schoonheid. Niet alleen en zelfs niet het meest in den stralenden zomer. Wanneer de herfst tusschen den liemel en ons spant als een door zichtig gordijn van ragfijnen nevel, dan zijn de kleuren op hun mooist, dan wisselen ze in eindelooze opvol ging, in tafree 1 en, waarvan niet een op het voorgaande gelijkt. Ja, onze omgeving is mooi, ook in de stad. Konden wij die maar beter leeren zien. Ik herinner me, dat iemand die toch een goed oog voor kunst had, verrukt was toen hij met den bekenden Victor de Stusrs een tocht door Haarlem had gemaakt. Alles wat hij mij voor moois aan wees had ik vroeger al zoo vaak ge zien, maar zonder er op te letten, hoe mooi het is." Zoo zei hij en ditzelfde geldt voor ons stadsschoon en voor het kleuren spel aan het uitspansel. Als ieder van ons zóo het nabij- zijnde schoon leerde zien, wat zou ons de winter dan minder donker en min der somber toeschijnen 1 J. C. P. buitenlandsch Overzicht Oorlog met Venezuela» De laatste dagen werden we veront rust door de tijding„Venezuela heeft ons den oorlog verklaard". Dit bericht was langs een grooten omweg tot ons gekomen, zoodat al dadelijk aan de geloofwaardigheid getwijfeld werd. Niet zonder reden, want, hoe wel er nog geen besliste tegenspraak gekomen is, bleef elke bevestiging van deze „Jobstijding" uit. Daarom kun nen we veilig aannemen, dat er nog géén oorlogsvei'klaring is afgekon digd. Maar't feit b 1 ij ft, dat Vene zuela ons elk uur van den dag eene oorlogsverklaring kan sturen. Wij zijn begonnen met represaille-maat regelen, waaraan de republiek het recht ontleenen kan, om den oorlog te verklaren. Onder deze omstandighe den is de vraag gewettigd „hoe zal een eventueel en oorlog gevoerd moe ten worden Het stellen der vraag is gemakkelijker, dan haar te beant woorden. We vevkeeren tegenover Venezuela in zeer eigenaardige omstandigheden, omdat van een werkelijken oorlog ai heel weinig sprake kan zijn. Er zijn wel vele mogelijkheden, maar deze zijn aJle te onaannemelijk, om waar schijnlijk geacht te worden. Aller eerst een zee-oorlog. Nederland heeft in de Venezolaan- sche wateren op dit oogenbl'k drie moderne oorlogsschepen, terwijl no. 4 onderweg is en no. 5 zich voor de rei® gereed maakt. Hiertegen kan Vene zuela in der eeuwigheid niet concur- roeren, want wat beduiden die zes kustvaartuigjes, die niet veel anders zijn, dan „oud-roest" Wanneer Ve nezuela ons daarmede te lijf wil, dan behoeven we ons heusch niet onge rust te maken I Venezuela is dus niet in de gelegen heid om een zee-oorlog te begin nen. Maar.... Nederland is niet bereid om landgevechten te gaan voeren Het „waarom" zal duidelijk zijn. Wij kunnen daar nooit eene voldoende legermacht samentrekken Holland sche miliciens zijn er niet toe te ver plichten, Indië van soldaten ontbloo- ten is gevaarlijk, zoodat alles op vrij wiLligera moet aankomen, en om daarvan een groot leger op de been te brengen.... maar, ook al konden we daar een flinke macht landen. wat dan nog De Venezolaansche „armee" is vrij sterk in oorlogstijd een kleine 125.000 man, waarvan er weliswaar maar 45.000 geweren heb ben en hoe zuilen wij daar min stens een 50.000 vrijwilligers tegen over zetten Dan zijn wij nóg in het nadeel Bovendien ós er nog een ander ge vaar aan eene landing verbonden. Amerika is een belangstellend toe schouwer en heeft het duidelijk uit gesproken, .dat een landing van Ne derland niet gunstig beoordeeld zal worden. Een en ander maakt zeker, dat Ne derland aan geen landing zal denken. Maar wat dan Sommigen zijn bevreesd, dat Vene zuela zijn troepenmacht naar Curasao of een ander eiland onzer West-Indi- sche bezitting zal overbrengen, om daar een „expeditie" te houden, 't Is zeker, dat zoo iets vreeselijke gevol gen zou hebben, want wrekende Ve- nezolanen van het Castro-soort zijn te vreezen. Er Is echter eene groote geruststelling I Hoe moet Venezuela die troepen verplaatsen Die zes klei ne bootjes worden door onze oorlogs schepen voldoende in bedwang ge houden, terwijl Curasao ook zelf neg beschermd wordt door de forten aan den ingang van de haven van Willem stad. De antieke kanonnen, die daar staan, zijn alt'-'d nog wel geschikt om de neg antieker scheepjes van Castro in den grond te boren. Dan heeft men ook gedacht aan de mogelijkheid, dat Venezuela kwaad gaat stoken in Oost-lndië of met een leger naar Nederland komt, doch laten we daar slechts hartelijk om lachen I Nog eens maar wat dan 't Eenige zal zijn. dat Nederland, de Venezolaansche havens gaat blok- keerera, zoodat de handel onmogelijk gemaakt wordit. Dit wordt door velen eon prachtig en ongevaarlijk middel geacht. Laten we echter wel de ge volgen overzien. Met zoo'n blokkade zullen we in de allereerste plaats de buitenlandsche mogendheden treffen, die in hun handelsbetrekkingen met Venezuela geschaad worden. Of we dit kunnen doen, zonder hun sym pathie t© verliezen De blokkade moet langen tijd duren, wil ze Venezuela dwingen om tegenover ons voor komend f.e zijn. 't Zal ons wel nooit gelukken, dat de Venezolaneoi zóó uit gehongerd worden, dat ze, als onze voorouders in 1572, zich met honden en katten gaan verzadigen Men moet bedenken, Venezuela is zoo groot als Frankrijk en Duitsch- land te zamen. en zoo'n gebied totaal afsluiten behoort tot de onmogelijk heden. Van een blokkade hebben we dus ook al geen buitengewoon heil te ver wachten. Maar wat dan Onze hoop Ls nog altijd gevestigd op een revolutie in Venezuela. We hebben er reeds een voorproefje van gehad, maar de groote gebeurtenis moet nog komen als ze komt.... Ingewijden zeggen beslisthet Castro-bewind zal nog slechts enkele dagen, hoogstens enkele weken be staan. De revolutie komt.... Revolutie is voor ons een groot woord, maar voor Venezuela iets heel gewoons, 't Is daar regel, dat er al tijd een serie mannen meest gene raals aan het stoken zijn, om den heerschenden president van den troon te stooten en dezen zelf te beklim men. Zoo is m'nheer Castro ook van koeiendrijver president geworden.... De revoluties zijn zoo alledaagsch, dat de vice-president Gomez die nu in naam van Casti'o regeert voor korten tijd getracht heeft, Castro te laten vallen, om zelf zijn plaats in te nemen. Niettegenstaande dit, werd Gomez door Castro gehandhaafd Ook nu zijn er vele generaals, die naar de presidentsplaats hunkeren. Een volksbewegingeen uitroeping van den nieuwen presidenten 't Castro-bewind is overleden Nu maken eenige Curagaosche bla den ons zeer nieuwsgierig. Ze schrij ven wij weten, dat de revolutionaire beweging goed georganiseerd is wij weten dat de bom over enkele dagen zal springen weten wie de nieu we leider is wij weten dat deze Holland goed gezind is maai'.... wij zeggen nog niet w 1 e 't is I We moeten dus hoopvol afwachten. Zal het Castro-bewind dein storm doorstaan Gomez heeft den staat van beleg afgekondigd, wat ongetwij feld gedaan is, om tegenover de revo lutionaire macht sterker te kunnen optreden. Misschien verklaart hij ook aan Ne derland wel den oorlog alleen om den schijn te wekken nu belaagt een buitenlandsche vijand ons, en moeten we in 't binnenland niet langer twis ten, maar eensgezind tegenover den vijand staan. Of zoo'n vliegertje echter zal op gaan Castro is nog in Berlijn.... Hoe hij daar leeft, kan men lezen onder de rubriek „Gemengd Nieuws" in dit blad. Aan dat aardige schetsje had nog toegevoegd kunnen worden. dat Castro het voornemen heeft in Berlijn twee mUlioen op te maken, om daardoor de openbare meening voor zich te winnen.... (wie lacht Tenslotte nog een verrassende me- dedeeling, ontleend aan de „Tele graaf", die verzekert, dat het wel tot geen oorlog zal komen, daar er eene zwenking in de zaak tusschen Neder land en Venezuela te wachten is. Welke zwenking meldt het blad ech ter niet 1 Binnen eenige dagen verschijnt we derom een „Oranje-boek", vergezeld van een lange nota, welke ditmaal openbaar zal worden gemaakt, zoo dat het Nederiandsche volk thans ge heel met het conflict op de hoogte zal worden gebracht. Ee Crisis in den Balkan. De onderhandelingen tusschen Turkije en Oostenrijk-Hongarije moe ten heel slecht vorderen Geen wonder, want de basis voor een overeenstemming ontbreekt. Had men die bos's, dan Rngelsche redacteurs hebben deze gelukkig gevonden. Zij opperen het denkbeeld, dat Oostenrijk-Hongarije liet (pas ontruimde) sandzjak Novi- bazar maar van Turkije moest koo- pen en aan Servië afslaan. Dan zou den alle partijen tevreden zijn en de Donau-monorghie zou door zulk een daad toonen, dat zij niet verder vvenscht op te dringen. De Engelsche regeering zou zulk een schikking steu nen, zegt men. Hef denkbeeld is op zich zelf nog zoo dwaas niet. Van Bosnië of Her- zegowina wil de Donau-monarchie niets afstaan, tenminste dat is tot dusver met Idem verzekerd. En Servië en Montenegro, gesteund als zij wor den door Rusland en Italië, staan klaar om naar het zwaard te grijpen, als ze geen territoriale schadeloos stelling krijgen. Als men een conflict wil vermijden, dan zal er toch iets op gevonden moeten worden. En als het voor de Donau-monar ^-.ie slechts een geldquaestle zou worden, dan zou zulk een schikking toch ook niet haar eer te na komen. Het is alleen maar vraag, of Turkije er ooren naar zou hebben, Novibazar te verkoopen. De geldnood is wel dringend, vooral nu er zooveel hervormingen op uit- voering wachten, maar Turkije is nu Bosnië en Herzegowina ook a! voor goed kwijt het lijkt daarom twijfel achtig, of het zich het verlies van no? meer grondgebied zal willen ge troosten DE OPENING VAN HET TURK- SCHE PARLEMENT. Hierover deelden we gisteren reeds een en ander mede. Daaraan is aJ heel wednig toe te voc-gen. Een oogenblik dreigde een Incident, toen de afgevaardigden verlangden, dat de Sultan opnieuw op de Koran zweren zou. de grondwet te zullen eerbiedigen. De sultan weigerde dit en achtte zich reeds voldoende ver bonden door den eed, dieai hij in te genwoordigheid der Sjeiks had afge legd. I-Iiermee werd genoegen genomen, maar loet gebeurde bewijst, dat de roerende eenstemmigheid in het par lement reeds spoedig haperde. Dit belooft wat ACHTURIGE ARBEIDSDAG. Het wetsontwerp op den achturigen arbeidsdag voor mijnwerkers is door het Engelsche Hoogerhuis met eenige wijzigingen aangenomen. Het afda len en opstijgen valt nu buiten de acht uur, zoodat het van 8 nu wel weer 9 urn- is geworden 1 Er zullen daardoor echter vermoe delijk geen moeilijkheden tusschen het Lagerhuis en Hoogerhuis ont staan. DUITSCHLAND EN PORTUGAL. De „Norddeutsche Allgemeine Zei- tung" verklaart de door de buiten landsche pers verspreide geruchten betreffende een aanstaande verloving van prinses Victoria Louise met ko- niric Manuel van Portugal voor ver dichtsels. DE ERKENNING VAN MOULAY HAFID. De vertegenwoordigers van Frank rijk en Spanje overhandigden aan de onderteekenaars der Akte van Algeci- ras een gelijkluidende nota bevatten de de voorwaarden voor de erkenning van Moulay Hafid. ROOSEVELT EN HET CONGRES. Roosevelt heeft 't verbruid 1 Dit komt door de uitlating in zijn boodschap betreffende den gehe»ruen politiedienst, waarvan Roosevelt zei- de. dat hij goed zou doen, indien deze ook eens zijn aandacht schonk aan.... de leden \aii het congree. Bij de be handeling van deze kwestie bleek, dat |de verontwaardiging over Roosevelt's woorden bij alle partijen even groot was. Senator Bacon zei de, in den loop der debatten „Indien de koning van Engeland iets dergelijks tot de leden van het Lagerhuis had gezegd, zou hij misschien wel niet de kroon verloren hebben, maar toch m elk geval onder contróle van een regent gezet zijn." Ook andere democratische senato ren waren even scherp. Het resultaat der debatten was, dat de republikei nen meegingen met de minderheid en stemden voor het instellen van eene commissie, om te onderzoeken, waar voor het geld voor den geheimen dienst bestemd werd en over het ge wraakte gedeelte uit de presidentiëele boodschap te beraadslagen. Stadsnieuws HET TOONEEL „GROOTE STADSLUCHT" bij „CREMER". De vereeniging „Cremer" is nu op den goeden weg. Bij de bespreking van haar uitvoer ringen hebben we haar herhaaldelijk gewezen op de wenschelijkheid om zich onder de leiding van een beroeps regisseur te plaatsen. Zij heeft dien raad opgevolgd. En de heer Van Dom melen is thans haar regisseur. Wij hadden haar gewezen op het vooi'beeld van sommige muziekveree- nigingen, wier leden, dilettanten, meermalen beroepsartisten uitnoodi- gen, om met hen samen te werken, want voo rliefhebbers is van vakmen- schen zooveel te leeren. En ook dien wenk heeft zij thans opgevolgd. Maar dit is haar alleen mogelijk ge weest door de welwillendheid van Louis Bouwmeester, die eereiid der vereeniging is en zich met echte artis- ten-royaiiteit belangeloos beschikbaar had gesteld om met de Cremer ie den de „Groote Stadslucht" te komen ge ven. En zoo is gisteren dan bij „Cremer" cl-it. bekende en populaire blijspel van Blumenthal en Kadelburg gegaan tot luid en blij vermaak der volle zaal. Dat Louis Bouwmeester veel tot het succes heeft bijgedragen, ligt voor de hand. Louis gooide zijn rol, die hij van den souffleur opving, er glad en met komische verve uit, en hij maak te er zelf nog allerlei grapjes en woordjes bij, die niet in deu tekst ston den, maar die hij er zoo spelenderwijs uitgooide en 't aardig deden. Maar van de dingen, die we op 't oog hebben, welke de Cremerleden van een beroepsacteur leeren kunnen, bedoelen we nu juist niet 't niet ken nen vaii hun rol en 't debiteeren van eigen bijmaaksels; dat moeten zij maar aan een ouden tooneelist over laten. En wat zeggen de Cremerleden nu wel van dat spelen met BouwmeesterI Hebben zij nu niet veel kunnen leeren door opletten en afkijken, en hebben zij niet veel gezien en gehoord, dat zij naderhand ook eens met succes kunnen toepassen? Hebben zij ook niet opgemerkt, dat veel wat zoo een voudig en gemakkelijk lijkt als een beroepsacteur 't doet voelde het Cremerlid, dat voor Flemming speel de 't niet, toen hij met een kopje thee in een wipstoel zat imoeilijk óm dat er behoorlijk' af te brengen) heel erg moeilijk voor een dilettant kan wezen? En hebben ze nu ook niet op gemerkt, hoe zóo iemand leven kan' brengen in de dorre woorden van het papier door een Intonatie, een ge laatsvertrekking, een gebaar, een klemtoon allemaal dingen, die men den vakman moet afzien? Maar zijn zij nu ook niet tot de overtuiging ge^ komen, dat er nog veel is, wat anders moet in hun spel: Flemming het harkachtige bewegen met zijn waaier- vorrnig uitgestrekte armen en handen,) dokter Crusius zijn houterigheid en 't stijve zich niet „geven" op het too- neel; en meer van dien aard en daf studeeren, studeeren en nóg eens 6tu- deeren het geheim is? „Cremer" is nu op den goeden wegj laat ze zoo blijven voortgaan. Werkeri moet zij. Nog een paar avonden ah gisteren en ze zal zien hoe ze voor uit gaat. Na het derde bedrijf kreeg Bouw meester een reuzenkrans en eenig« hartelijke, dankbare woorden vooi zijn vriendelijke royaliteit tegenovei „Cremer", en Louis dankte met d* verzekering, dat wat hij gedaan ha4 6lechts te beschouwen was als eeJ kleine afrekening op zijn gevoelens te genover de vereeniging: een galan/ compliment, dat bovendien aardig ge vonden was. En nu nog iets. De regisseur vai „Cremer" mag wel eens letten op di

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 1