NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 269 Jaargang. No. 782a Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ZATERDAG 2 JANUARI 1909 JJ HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN PER DRBE MAANDBNl Voo? Haarlem i 1.26 Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der gemeente),1.30 Franco per post door Nederland,1.65 Afzonderlijke nummers0.02M Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37 H de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lonrena Coster, Directeur 5» 0. PEEREBOOM- ADVERTENT IBNi Van 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondlssemen. Haarlem van 1—5 regels i—, elke regel meer ƒ0. BÖ Reclames 30 Cent per regel By Abonnement aanzienlijk rabat Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing f 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant Redactie eo Administratie; Groote Houtstraat 55. iatercommnnaai Teletoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Drukkerij: Zolder Buitenspaarne 6. Teietoonnnmmer 122. Tot de plaatsing van advertentiSn en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem :n dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon Interc. 6229. TWEEDE BLAD. Haarlemsche Handelsvereeniging fc»aitgek. bi) et. Eeal. vtn 12 Nov. IMtt, De Haarlemsclie Handelsvereeni- fing hier ter stede, opgericht 10 Mei 892, heelt in den loop van den tijd wel haar recht van bestaan bewezen. In zeer vele gevallen, zaken van ver schillenden aard betreffende, ia zij opgetreden en dikwijls met groot succès. Jammer echter, dat men alge meen niet meer blijk geeft, dit te waardeeren, door als lid der Vereeni- ging toe te treden. Er zijn wel meer dan 600 leden, maar dat is niet vol doende. Elk handelaar, neringdoen de, ja zelfs particulieren, moesten iid worden, om tenminste te laten gevoe len, dat men het werk op prijs stelt, dat de Haarlemsche Handelsvereni ging steeds opneemt, als doende, wat bare hand vindt ont te doen. De voordeelen, die de Vereeniging buiten hare bemoeiingen van ver schillenden aard, haren leden aan biedt, zijn zeer vele en zeer groote tegenover de geringe jaarlijksche contributie van 3.50, die gevraagd wordt. De Haarlemsche Handelsvereni ging bemoeit zich in de eerste plaats er mede, de belangen van hare leden te bevorderen, door onwillige beta lers voor hen tot betaling aan te manen en informatiën voor hen in te winnen. Bovendien hebben de leden het recht, het hun gratis te verstrek ken advies van den rechtsgeleerden adviseur der Vereeniging te vragen, die ook' in proceduren en faillisse menten gratis voor hen optreedt, na tuurlijk alleen voor zaken betreffende den handel eu het bedrijf der leden. üet blykt in den laatsteu tijd dat men deze belangrijke Toordee leu begint te waardeeren want sedert Jttsi meldden ziek 67 nieuwe leden aan. Als proef kunnen voortaan nieuwe leden voor een half jaar worden aan genomen, doch slechts het 2e halfjaar (van 1 November tot en met 30 April) ad 11.75 de halve contributie. Rechtsgeleerde adviseurs der Ver eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de Haan Hugenholtz en A. H. J. Merens, Spaarne 94, alhier, die voor de leden eiken werkdag van 2—4 uur des na middags zijn te spreken. Het bureau der Vereeniging is ge vestigd Jansweg li. Voor incasso s door bemiddeling der Vereeniging wordt een vast recht van 5 pet. der vordering bere kend. Bovendien moet 10 cent voor port steeds worden bijgevoegd, bij inzen ding van vorderingen door bemidde ling der advocaten te innen. De kosten van Informatiën naar buiten de stad woonachtige personen bedragen 60 cts. per Informatie, plus vijf cents porto-vergoeding. Informa tiën naar binnen de stad wonende personen worden gratis verstrekt. Pretentiën op buiten de stad wo nende personen worden niet behan deld, wanneer niet 10 cts. voor porto vergoeding is toegevoegd. Ruim 1748 tuformatiën en rechts geleerde adviezen werden in het afge- loopen jaar gegeven. In October en November 1908 zijn 49 vorderingen tot een bedrag van 1164.00 1/2 betaald 9 vorderingen worden afbetaald, 17 vorderingen zijn uitgesteld. Men wordt geraden alvorens te le veren aan N. Wiebes, vrachtrijder, Bloemendaalseho Weg 209, Bloemen- daal, W. F. F. van Engelen, Bakenes- sergracht 98, mejuffrouw A. Derni- son, Prinsen Bolwerk 12, die goede ren koopt op naam von eene Van der Reep, C. Tack, sigarenhandel, Spaarnwouderstraat 49, zich om in lichtingen te vervoegen aan het kan toor. Volgens art. 7 dient het geheim der lijsten van wanbetalers ongeschon den te blijven. Alle brieven, aanvragen, reclames of wat ook, moeten worden geadres seerd aan het bureau, dat geopend is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur en 's namiddags van 2 tot 4 uur, waar dan ook verdere Inlichtingen zijn te bekomen. Het Bestuur heeft bemerkt, dat men soms meent, dat men, hoewel geen lid der H. H. V., toch van haar infor matiën kan bekomen, en brengt nu nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis dat alleen aan leden der Vereeniging informatiën door haar worden ver strekt, en dat voor informatiën op hier ter stede woonachtige personen nooit betaling mag worden gevor derd. HET BESTUUR. Amslerdamsche Koot CCXIII. Frissche Nieuwjaarsmorgen! ,,Frisch" zal hij geweest zijn de Nieuwjaarsmorgen, daar is geen twij fel aan. En die frischheid is noodig in figuurlijken zin, want het oude Jaar is meer dan muf geweest voor de hoofdstadmalaise op elk gebied, groote fortuinen verloren, rijken *ot armen gemaakt, maar ai te vaak door eigen schuld. Dal mag wel eens worden gezegd in dezen ziekelijken tijd, nu maar al te veel ondeugd wordt vergoelijkt, wijl het een bestaano.'n toestand betreft. Frissche Nieuwjaarsmorgen Wat is liet koud geworden, 21 graden vorst, we kunnen het ons bijna niet meer herinneren. Dat kan wat wor den voor 't ijsvermaak. Er wordt nu al druk gereden en andere vermaken zijn tijdelijk geschorst. Voor de bui tencafés is dit weer een buitenkansje en ook Yoor de allerarmsten heeft die buitengewono winter nog een licht zijde: er wordt dan meer gegeven. Zelfs de rijkste voelt, al is 't maar éin oogenblik, aan den lijve, wat het beleekent kou te lijden. Voor de klei ne burgermenschen, die alles wat ze hebben moeten verdienen en elk dub beltje wat ze uitgeven moeten omkee- ren, is het 't ergst. Zoo'n paar gulden cokes in de week, dat wordt gevoeld bij het budget. Deze week zijn er al een paar metn- schen dood-gevroren. De „huisbaas", die hen „loozen" wilde, had ramen en deuren uit de armoedige woning laten nemen. De ongeJukkigen had den om welke redenen dan ook alle weerstandsvermogen verloren, maar 't waren toch menschen. De huisbaas heeft nu zijn doel bereikt, maar de gevolgen van het middel zijn nog al kras. Een analoog geval, gelukig nog niet met zulk treurig resultaat Is mij be kend in een volksstraat in buurt IJ IJ. Daar had een z.g. „snorder" met vrouw en vijf kinderen als onder, huurder een onge meubileerde voorka mer met alcoof gehuurd. De oorspron kelijke huurder verhuisde, doch de onderhuurder had nog gieu wonr.ig kunnen krijgen. De eigenaar wilde 't nu natuurlijk graag zonder deur waarder afdoen en liet met een paar ki uiers een der ramen er uit halen. Doch hier baatte het" niethet gezin is gebleven, de open ruimte is zoo goed en zoo kwaad als het gaat dicht gespijkerd met kleedjes en langs den gewonen weg zal tot ontruiming moe ten worden overgegaan. Maar voor die kinderen is het toch verschrikke lijk: slapen bijna in de buitenlucht met 21 graden vorst. In tegenstelling met den vredigen Oudejaarsavond is Nieuwjaarsdag altijd een dag van pretmaten en van uitgaan geweest volgens hoofdstede lijk gebruik. Men zegt zelfs, dat de politie wat door de vingers ziet ten opzichte van overtredingen van open bare dronkenschap. Dat- dit gebruik gaat tanen behoeft niet betreurd te worden. Het gratis schen ken in de cafés is veel en veel ver minderd, in de grootere zaken wordt dit haast niet meer toegepast. Ook het henk?u en Nieuwjaarsvisite houden is hier veel minder inheemsch dan in do provincie. Geen inensch zal u er kwaad om aankijken, als u vergeet hem een Nieuwjaarsvisite te maken. Wij gelooven de goede wenschen wel en vooral die welke one van Za- terdag af worden aangeboden door brievenbesteller, tel-graralooper, bar- biersbediende, vuilnisman, straatve ger, lantaarnopsteker, post, waker, enz., enz. We kunnen nu weer uitdeeling hou den van kleingeld en al gunnen we liet den menschen graag, toch wordt deze en gene wel eens korzelig door dat. verlengstuk van 't fooienstelsel. Als het loon vooral van rijks- of ste delijke beambten niet voldoende is voor den arbeid, waarom het don niet rechtstreeks daarmee in overeenstem ming gebracht? Waarom schaadt het den eenen beambte ('n politieagent bv.) aan zijn prestige op fooien te hunke ren en den andere niet? De brievenbe stellers die ontelbare klachten schij nen te hebben over overmatigen dienst (wat ik afleid uit de gesprekken in de gemeentetram, die soms zoo goed met brievenbestellers zijn gevuld, dat zij daar een afdeelings-vak-vergadering houden) hebben he<t dezer dagen on mogelijk druk. Tegen de visitekaartjes is gewaar schuwd en geprotesteerd, maar de prentbriefkaarten met toepasselijke Nieuwjaarsgroet zijn er voor Ln de plaats gekomen en worden ln over stelpende hoeveelheid verkocht Als 10 der wenschen vervuld wordt, wordt Nederland in 1909 een Eden. Doch ook het publiek heeft klach ten. Bv. ten opzichte van de afdeeling postkwitanties. 12 Dec. gaf Ik een borderel af van 'n kwitantie en heden (30 Dec.) ontving ik nog geen bericht. Stel nu eens voor dat een heele dag voor de verzending noodag was, 7 da gen uitstel, een dag voor terug te ko men en een dag om de kennisgeving in Amsterdam te verzenden. (Toch wel een slakkengang!), dan maakte dit nog maar 11 dagen. En nu weet men er na 18 dagen nog niets van. Moet die ;üs van dienst niet noodzakelijk gereorganiseerd worden? Het oude gebruik wil, dat men met Nieuwjaarsavond naar den schouw burg gaait. Zelfs de Stadsschouwburg, waar het anders vaak zoo -leeg en ongezellig kan zijn, is dan geheel ge vuld, veelal door een publiek, dat er andere zelden of nooit komtaristo craten en ouderwetsche burgermen- sclien. Men komt de verzen van Von- dei's „Gysbrecht" aanhooren on zoekt of vindt onschuldig vermaak in de liedjes en grapjes uit „Kloris en Roosje". Maar de hoofdzaak ia de Nieuwjaarswensch, waarvoor dit jaar si heel wat stof >6. In de pauze hebben de kinderen en ook de grooten zich te goed gedaan aan „slemp", een ouderwetsche melk- drank, die qverigeps door de choco lade zoo goed als verdrongen is. Is Nieuwjaarsavond dus best voor het Nederlandsch, ook de andere theaters krijgen hun portie. Trou wens, het geheele seizoen is alles nog al gelijkmatig verdeeld geweest van „catastrofen' op tooneel- of opera- gebied is nog geen sprake geweest, al was de ontvangst ook overal mondjes maat geweest. Toen het seizoen begon had men zeker verwacht een paar gezelschappen te zien duikelen en al gemeen werd gevreesd, dat de Neder- landsche Tooneel vereeniging een der eersten zou zijn, die er net loodje bij zou leggen. Ceux, que vous tuez se portent bien! Voor het „model-gezelschap" van den Holluudschen Sclioawburg is de zon van Heijermans opgegaan, niet de op gaande zon van ontwikkeling, men- schenmin of het „ontwakend proleta riaat", maar „de opgaande zon" als uithangbord voor een winkel. En nu gaat liet cr weer best, al kan het schaatsenrijden hier en elders nu veel schade doen. Ook „Flora" trekt no$ steeds, na de begrafenis van den directeur gaan de zaken weer haar gewone .gangetje. Op het oogenblik mist de reclame de directie, maar binnenkort zal zijn zoon, die thans nog eigenaar van een film-fabriek in DuitscijJand ie, als directeur der theaters ln Amsterdam en dat in Den Haag, dat zoo spoedig mogelijk wordt geopend, optreden. Rido's revue „Doorloopen" doet het nog steeds. Er Is veel tn gesnoeid, maar nog veel lil gebleven, en nu gaat zij de provincie tn. Het nieuwe special'teiten-theater iu Den Haag zal ze op haai- openingsprogram krij gen. Ook daar zal men de kost wel veel te sterk gepeperd vinden, al is het te veel ook minder groot dan het tekort aan zout ln de revues van ter Hall. H. HENNING Jr. PARIJSCHE BRIEVEN. Lxn. Het is in deze dagen schier een on mogelijkheid om over de verschillen de Parijsche gebeurtenissen tête reposée" een oordeel uit te spreken. De talrijke voorvallen, waarvan de mees te het karakter van troebelen dragen, volgen elkander in zulk een snel tem po op, dat het werk den Parijschen journalisten over de hand loopt en er tallooze nleuwaangekomenen moeten worden gerecruteerd op het hobbelig terrein der moderne publicisterij. Men kan zich voorstellen, hoe de novitli in hun hollend streven om carrière te maken, zich het bloed uit de vingers schrijven, zonder zich veel te bekom meren om de juistheid der inlichtin gen en de waarde van hun oordeel. Het is dan ook schrikbarend, zooals de heeren elkander eu zelfs, van den eenen op den anderen dag, zich zeiven tegenspreken. Dingen als contróle, zelfkritiek en gewetensbezwaren hou den de meeste der journalistieke re kruten ei' niet op na, en een naam hebben zij niet te verliezen; integen deel, er kan naam gemaakt worden door sterk alarmeeren.de en gekruide berichten en artikelen de vergissin* gen en flaters (om niet eens van ver zinsels te spreken) van heden zuilen zoo meenen zij, toch wel onopgemerkt blijven, dank zij de groote belangstel ling van het lezerspubliek voor de ge beurtenissen, en troebelen van morgen- Het is een soort van wisselruiterij op het gebied van den journalistieken roem. „Schrijf", is het wachtwoord, „schrijf, als ge kunt, zaakkundig eu welingelicht., maar schrijf in elk geval op alarmeerende wijze." Dies is het, dat weet ik absoluut zeker, zelfs voor den snuggorsten sameiüezer van het buitenlandsch nieuws op welk redac. tiebureau ook in Holland een heksen toer om wijs te worden uit den war winkel van door verschillende bladen uit Parijs overgewaaide berichten eri meeningen. Ergelijker echter dan de lichtzin nigheid en de luchthartigheid van bo venbedoelde novitii is liet feit, dat de leiders van sommige bladen het om de wille van hun politieke richting en Ln iiet mercantiel belang van him or gaan wenschelijk achten, roet in het eten te gooien en de malste beschul digingen te verzinnen. Te dien opzich te doet liet meest van zich spreken ,L' Action Frangaise", het befaamde op gaan der nationalisten en royalisten. De uiterst heftige artikelen van Léon Daudet en Charles Maurras in dat krantje hebben zoo'n buitengewoon sucoes, dat wie een exemplaar van dit papieren spreekbuisje van het „nati onalisme integral" machtig Wil wor den, het reeds den dag te voren moet bestellen. Een winstgevende -zaakl Voor het oogenblik althans. Waar* de lteeren al niet hun neus in steken en waar zij al zich niet in men gen! Welke perfide leugens zij al niet verzinnen! Niet genoeg was het hun, te Insinueeren, dat ln de moordzaak Steinlieil hooge regeeringspersoneu Clómenceau, Briand enz. enz. de hond hebben gehad; niet genoeg, als volwassen kwajongens 'n demonstra- tie-gebrul aan te heffen bij de tweede opvoering, in de Coroedie Frangaise, van Octave Mir beau's tooneelstuk „Lo Foyer"; niet genoeg, de politie te er geren en met haar handgemeen te ra ken bij gelegenheid van een ostenta tieve huldiging van Syveton's nage dachtenis; niet genoog, de reeds heet hoofdige studenten ln de medicijnen op te ruien in hun -- overigens in be ginsel rechtmatige grieven tegen de wijze van examlneeren; niet ge noeg, den zoon van president Falliè- res openlijk te beschuldigen een paar jaar geleden zijn oollega den advocaat Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Op het oogenblik, dat ik dit schrijf, dooit het twee en een halven graad. Voor vorst is dat te veel en voor dooi en is het te weinig. Het haalt niet bij 3e geduchte smeltprocessen, waarvan wc in de laatste jaren de, getuigen zijn geweest en die, met vochtige ver kleuring van de straatstecnen aange. vangen, overgingen in een formecle stortbui, zoodat de ijslaag in den tijd van enkele uren ver papt was ge raakt. Twee en een halve graad onder nul bevredigt niemand. Die naar dool verlangen, zijn er niet mee geholpen. Zij hebben bever een warmwaterre gentje en zien, waar de temperatuur zoo op de vorstgrens blijft, met angst het oogenblik tegemoet, dat het kwik weer dalen gaat. En do vorst vrienden en vriendinnen zien, in dien hal ven stuivers-dooi do voorbode Van nog grooter achteruitgang. Op het oogenblik, dat doze courant de wereld ingaat, weten we al moer. Hot zal mij verwonderen, wie er ge lijk hebben gekregen, zij die dool of die vorst verwachtten. Nu moet ik zeggen, dat niemand meer zijn. ware gevoelens verborgt, dan zij, die ho pen, dat er ijs blijven zal. „Och'*, zeg gen ze met sombere gezichten, wan neer de thermometer even naar bo- .ven gaat,, ,,'t is natuurlijk met vriezen ifgoloopen. 't Gaat dooien I" Maar ln hun hart zijn ze er zeker van, dat het Wel weer zal gaan vriezen, alleen dur ven ze er niet recht voor uitkomen, wegens een soort van schaatsenrij ders-bijgeloof, dat je op de vorst niet roemen moet, omdat die anders zeker voorbijgaat. En op dezelfde manier hopen de voorstanders van dooi, wan neer ze met geveinsde berusting ver klaren, dat de lucht zoo helder Is en hot dus wel zal gaan vriezen, dat het inderdaad wel ferm aan 't dooien raakt. Ik geloof, hoewel hét gevaarlijk is de menschen in klassen te verdoelen, dat itn de vorst-klasse menschen bene den de dertig en in de dooi klasse de andere boven de dertig behooren. Na tuurlijk behoudens enkele uitzonde ringen aan weerskanten. Daaronder behooren de zuigelingen, die nog in 't geheel geen opinie hebben en de menschen van omstreeks negentig, die toch hun leven achter de ruiten in verwarmde kamers doorbrengen en voor wie het dan ook vrij onverschil lig wezen kan, of het bulten drie gra den vriest of dertien. Wanneer wij eens reisverhalen le zen, kunnen we wel smakelijk lachen om Italianen, die een enkelen kouden dag in hun warm klimaat trachten door te komen met poroeJeinen ka chels te stoken, die geen warmte ge ven. Maar zijn wij, Nederlanders, die dan toch elk jaar een vrijwel gelijke portie vrieskou kunnen verwachten, dan beter daarvoor toegerust? Ik ge loof er niets van. Nauwelijks staat de thermometer twea dagen en nachten lang op tien graden onder het vries punt, wat nog maar een heel matige kou-productie Is, of de gasmeter be gint raar te doen en de waterleiding zegt den dienst op. Ik ken menschen, die ln zulke dagen hun hulskamer en hun slaapkamer verplaatsen. De eene helft van de Nederlanders is ln zulke dagen verkouden en de andere helft bereidt zich voor om het te worden. In onze stijve leeren schoenen kunnen we onze voeten niet warm krijgen. Wij zijn evenmin op winterkou gewa pend als de Eskimo op een tropische hitte En wanneer dus menschen aan den gelukkigen kant van de <Lert!g juichen in felle vrieskou, dan moet dat wel hierdoor komen, dat hun het bloed nog warmer door de aderen stroomt, dan ons ouderen. Want om u de waarheid te zeggen en er niet om te huichelen, lk hoor niet tot de vriezers, maar tot de dooi ers. Hoe graag ik aan de schaatsen rijders hun genoegen ook "gun, toch zou ik wenschen, dat dit bij een hoo- gere temperatuur kon worden geno ten. Zoodra je de voetijzer* op zolder hebt geborgen, heeft do winterkou weinig meer, dan onaangename ver rassingen. Rillerige kou bij 't op staan, bevroren handdoeken bij 't w esse hen, verharde boter bij 't ont bijt, een messcherpe wind zoodra Je het gezicht buiten de deur steekt, een duffe stofwolk ln je keel. wanneer een wagen je passeert, tochtige ramen op je kantoor of werkplaats, warme dranken, die op slag koud worden en ijzige voeten, die maar niet warm willen worden, ziedaar eenlge van de verrukkingen, die de vorst Je gratis thuis stuurt. Daarom hen ik voor den dool, al ben lk ovetiduigd, dat het wel weer zal gaan vriezen. Alle Overveeners hebben het op dé Ijsbaan gezegd. En die zijn weerpro» fotea. Als de wind van 't zuiden naar 't oosten loopt en weerom, dan gaat het weer vriezen. Mocht het soms niet uitkomen, dan ie dat bij uitzonde ring. Blijven we dus in het onzekere aan gaande vorst of dool, zooveel weten we wel, dat de Nieuwjaarsdag alweer voorbij is. Dag van geluk wenschen, dog van fooien ook. De eersten zijn langzamerhand van vorm veranderd. Veel minder dan vroeger gaan de menschen elkaar bezoekon, veel min der ook sturen ze elkander kaartjes. De nieuwjaarsfooien evenwel zijn be waard gebleven en hebben, dunkt me, meer neiging om zich uit te zetten, dan ln te krimpen. Er is ln de laatste jaren van fooien in 't algemeen en van deze Nieuw jaarsfooien in 't bijzonder zooveel kwaad gezegd, dat ik ar nu het goede eens van aantoonein wil. Vooreerst leeren de nieuwjaarsfooien ons de nuttige les van het vluchtige van geld. Wie, die op den morgen van den eersten Januari haar huishoudbeurs van een voorraad kwartjes en dubbel tjes voorzag, heeft niet ondervonden, dat ze binnen enkele uren verdwenen, als sneeuw voor de zon versmolten waren I „lk had vanmorgen toch zóó veel klein gold", zucht des avond* de huismoeder, „en nu is het weg, of 't gesmolten Is 1" Geen beter onder richt in zuinigheid, dan deze ervaring aan den aanvang van het nieuwe ja"ar. De nieuwjaarsfooi werkt dus opvoe dend, de lantaarnopsteker la derhal ve een paedagoog, weliswaar zonder het te weten, wat evenwel tot zijn be- scheuLeuhetd bijdraagt, daar zelfbe wuste paedagogen zich op die hoeda nigheid nogal eens wat laten voor- De nieuwjaarsfooi heeft nog andere nuttige eigenschappen. Ze noodzaakt de menschen tot nadenken Lot schif ten en scheiden, wikken en wegen. Niets is gemakkelijker ln de wereld, dan Ja te zeggen. Ja, als iemand je vraagt ergens aan mee te doen, ja als een ander je vraagt of Je zijn mea ning niet deelt. Maar neen zeggen ver. elscht zekere beslistheid ein eigen overweging. Als de stroom van Nleuw- jaarsweoischers de revue passeert aan de bel, dient het kaf van het koren te worden gescheiden. De kruier van de Hollandsche spoor wel, misschien valt er te avond of morgen wat te „kruien", de brandweerman niet, ook niet al noemt hij het nummer van zijn spuit, de lantaarnopsteker wel, de warklooze niet, en zoo voort, en zoo voort. Waarom die fooien? vraagt de man, die alles 1n de wereld beredeneeren en tn vakjes zetten wil. ALs we den stations-witkiel noodig hebben, rullen we hem wel betalen, als we een pakje per boot verzenden, zal dat niet kos teloos gebeuren, de lantaarnopsteker steekt den lantaren voor onze deux ndet zoo getrouw op om ons te plezie ren, maar omdat hij bij overtreding boete krijgt, de brandweerman helpt ons brandend huls blusschen op last van zijn chefs en de bakker, de slager en de kruidenier brengen ons de waar toch niet, omdat ze ons zoo genegen zijn, maar omdat ze daartoe order hebben van hun i>a troon en een standje, of zelfs ontslag zouden krij gen, wanneer ze daarin te kort scho ten. Maar deze beschouwing, mijns vrienden, moge practisch en juist we zen, ze is tevens zoo dor als een dooie boomtak en zoo koud als ijs. De mee ning, zoo graag geuit, dat de patroon veel liever het loon moeat verhoogen, zoodat niet om fooien behoeft te wor den gevraagd, Ls heel mooi, maar er komt niet vaa De patroons doen dat niet en de Nleuwjaarswenschers zou den het ook liever niet hebben. Juist de opbrengst van de Nieuwjaars fooien ie financieel het onverwachte tn hun leven. Alleen op dien eersten datr van 't jaar is er voor hen iets aantrekkelijk onzekers, iets geheim zinnigs in hunne ontvangsten, afste kende bij het meestal wel vaste, maar even meestal niet hooge weekloon. Laat ons hi^n die illusie laten en er ook geen bezwaar tegen maken, dat allerlei menschen, die toch dingen' voor ons doen, waar we zelf geen lust of geen gelegenheid voor zouden heb ben, tweemaal ln 't jaar met een dub beltje of een kwartje daarvoor extra beloond worden. De geslepen lezer zal hierbij gelle ven op te merken, dat ik deze aan prijzing van de Nieuwjaarsfooi schrijf nadat Nieuwjaar voorbij is. Had ik het eerder gedaan, de bel zou allicht rJet stil zijn geweest van menschen, die meenden, dat ik zelf don wel het goeie voorbeeld zou gegeven hebben. Dat ware mij wellicht toch zelf te kras geworden. En voor 't volgende Nieuwjaar ben lk weer bulten schot. Zóóver strekt zelfs het geheugen van een Nieuw- jaarwenschee niet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5