NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 26e Jaargang. No. 7833 Verschijnt dagelijks, behalve op Zoti- en Feestdagen. DONDERDAG 7 JANUARI 1809 A HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN PER DRIB MAANDBNl Voof Haarlem 1.29 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente)1-30 Franco per post door Nederland1.65 Afzonderlijke nummers0.02 H Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem037 M de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lonrens Coster. Directeur J> G. PEEREBOORt ADVERTENTIËNi Van 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels L— elke regel meer ƒ0.2C Reclames 30 Cent per regeL Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Advertentlën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing| 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant Redactie tn Administraties Groote Houtstraat 55. IdtercommunaaB Telefoonnummer der Redactie 600 eo der Administratie 724. Drukkerij: Zolder Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem 2n dit blad is uitsluitend gemachtigd het Alge.neen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. DIT NUMMER BESTAAT UIT ACHT BLADZIJDEN. EERSTE BLAD. AGENDA VRIJDAG 8 JANUARL Sociëteit Vereeniging: Bioscoopvoor stelling, 8 uur. fiuitenlandsch Overzicht 't Nieuws uit de ZWAAR GETEISTERDE STREKEN VAN ITALIë bepaalt zich thans tot verhalen van personen, die de ramp meemaakten en tot het opsommen van eenige ge lukkige reddingen. Alle verhalen van ooggetuigen zijn even droevig. Zoo b.v. de lotgevallen van een vrouw, een moeder.... Ze ont waakte 's morgens, toen de eerste aardschok 't huis deed daveren. De woning leek een schip, dat door de golven op en neer geslingerd werd. Buiten was het een gekraak en een geraas alsof de aarde zou vergaan. De muren kraakten angstwekkend. De vrouw werd uit haar bed geslingerd ze voelde een doffe, stekende pijn in bet hoofd. Goed tot bezinning kwam ze pas, toen ze haar kinderen hoorde jammeren, terwijl buiten aller we ge angstkreten weerklonken. Ze wilde opspringen, maar voelde, dat ze als 't ware geketend was. „Moeder, een aarbeving, een aardbeving", jammer de haar oudste jongen, een knaap van 12 jaren. Hij had lucifers gevonden en licht gemaakt en was vervolgens naar «de kamer zijner moeder geloopen. Doch hij vond die versperd door de ingestorte verdieping er boven. Met zijn kleine handen, die nog de sporen er van dragen, wist lüj zijn moeder te bevrijden. Alle kinderen waren on gedeerd slechts van den vader was er geen spoor. In koortsachtige haast met zijn moeder naar zijn vader zoe kende, duwde hij balken en steen en op zij, tot een nieuwe schok het huis deed sidderen. Toen ontwaakte inde vrouw het instinct der moedei-, die haar kinderen boven alles wilde red denTwee harer kleine kinderen in -de armen nemend en twee aan den knaap toevertrouwend, baande ze zich een pad over het puin naai- bui ten in den stikdonkéren nacht. Met hun zessen strompelden ze voort. Geen woord werd gewisseld, de vrees dreef hen voort... De vrouw dacht, dat zij wel eenige uren werk had om een afstand van nog geen duizend schreden af te leggen. Bij de via le Principe Amadeo kon ze niet verder, haar krachten begaven haar. Plotse ling zag ze zich en hare kinderen be dreigd door de vlammen, terwijl daar achter de zee brulde. De regen viel bij stroomen. Het leek of het einde der wereld gekomen was. Eindelijk begon 't dag te worden, zagen de vluchtelin gen om zich heen en ontwaarden tal van lotgenooten.... Eensklaps dacht ze aan haar man, dien ze achter hadden gelaten.... De oudste jongen wilde hem weer gaan zoeken. De moeder sidder de voor het leven van haar jongen, maar liet hem gaan. liet gelukte den knaap werkelijk zijn vader te vinden. Hij was zwaar gewond en gesteund op zijn kind, kon hij zich bij de zijnen voegen. De kleine iield was er ten tweeden male op uit gegaan, om brood en wijn uit het verlaten huis te halen, maar men had hem het on derweg afgenomen. 't Zevental werd met een stoomboot naar Napels vervoerd. Onderweg is do man evenwel aan z'n wonden be zweken We schreven gisteren al iets over de redding door bemiddeling van een papagaai. De juiste toedracht hier van is Ben troep matrozen loopt over de puinhoopeu, over omgevallen muren, over wankelende steenmassa's. Op een plek klaagt een zwakke stem „Ma ria, Maria 1" Dadelijk worden de hou- weeien in het puin gezet en na een half uur arbeldens opent zich een diepe kuil. Men zag een groene pape gaai uit de kuil opvliegen, uogmaaJs „Maria, Maria!" roepende. Maria las naast het goede dier, bewusteloos, maar nog levend. Een jong meisje met doodsbleek gelaat. Men heeft haar op een schip gebracht en mogelijk zal ze in het leven behouden blijven. De reddende papegaai ig aan boord van de Regina Elena en de officieren willen het dier aan boord houden. Niet altijd worden de pogingen met evenveel succes beloond. Een regiment, dat uitgeput van Vermoeienis te Ganzirri aankwam, ."Vergat zijn vermoeidheid en begon on middellijk met pogingen tot redding. Toen den soldaten door boeren een plek werd aangewezen, waar men 'duidelijk gekerm hoorde begonnen zij dadelijk te graven. Den geheelen nacht werkten zij door en tegen den ochtend haalden zij... een hond on der het puin te voorschijn. Het beest werd onmiddellijk tot regimentshond gepromoveerd. De pogingen tot redding worden nog steeds voortgezet Dit zal duren, totdat men zeker is, dat geen levend wezen meer onder de puinhoopen ligt. Nog zeven dagen na de ontploffing van liet buskruitdepót, onlangs te Palermo, vond men een meisje levend onder het puin, en bij vroegere aard bevingen is 't wel voorgekomen, dat men zelfs op den 20sten dag na het onlieil nog iemand kon redden. En al mogen de meesten der bedolvenen nu wel óf gered óf omgekomen zijn, zoo lang nog de kans bestaat, dat zelfs maar één persoon misschien te red den is, gebiedt de plicht van mensche- lijkheid alles te doen wat in men- schenmacht is om hem te bevrijden. Ook nu worden nog van deze zeld zame en wonderbare reddingen ge meld. Nog acht dagen na de aardbeving heeft men tientallen gewonden uit de puinhoopen te Messina bevrijd. De meesten hunner zijn er ellendag aan loe. In een soort roes stamelen zij ver warde woorden, lachen en weenen.... Velen sterven eenige oogenblikkeri nadat men ze bevrijd heeft. Bijna al len hebben gezwollen, met bloed be- ïoopen oogen en den mond vol bloe dig speeksel. En allen zuchten met heesche stem: „ik heb dorst 1" De ■dorst is de grootste marteling voor de levend begravenen. Een, wien men den arm moest afzetten., riep maar niets andere dan„water, water 1" 't Lot der overlevenden wordt nu wat dragelijker. De gewonden zijn zooveel mogelijk in de ziekenhuizen gebracht en worden daar door de vriendelijke verpleegsters (verschil lende dames uit den gegoeden stand hebben zich voor deze hulp aange meld) liefderijk verpleegd. De gezonden hulp uit bijna alle lan den heeft gemaakt, dat ook de gezon den een dragelijk lot krijgen. De mees ten worden naar Rome en Napels ver voerd, en voor de anderen worden ten ten gebouwd, waar ze kampeeren. Er is nu voedsel en drinken, al is de weelde nog niet groot. Nog steeds is 't een vraag, hoeveel inenschen bij de ramp zijn omgeko men. 't Cijfer 200,000 wordt algemeen als minimum aangenomen, maar zal zeker wel aanmerkelijk stijgen. Te Messina worden de omgekome nen op 60.000 tot 110.000 geschat, wat. zeker een onzekere raming is. Ook de plunderingen duren nog voort, ook al treedt de overheid hier zeer streng legen op. Volgens een bericht was er een Ita- liaausch onderofficier doodgeschoten, omdat men hem had gesnapt, terwijl hij tusschcai de puinhoopen geld stal. Het is nu gebleken, zegt een telegram in de Matin, dat het geen onderoffi cier was. maar een ontsnapte misda diger, die de uniform van een onder officier was machtig geworden. De aardbevingen houden neg steeds aan. Dinsdag zijn te Messina weer twee geweldige schokken gevoeld, die de nog staande muren deden ineenstor ten en onder de raenschen een paniek deden ontstaan. In een officieus© nota wordt mede gedeeld, dat het de wensch van den koning en de koningin is, dat van alle plannen tot beto o gin gen voor het Quirinaal ter gelegenheid van den verjaardag van de koningin zal wor den afgezien, daar alle krachten uit sluitend dienstbaar gemaakt behoo- ren te worden aan verzachting van 't lot der slachtoffers. Na een rustkuur van eenige maan den doet DE DülTSCHE KEIZER weer van zich hooren. Op Nieuwsjaarsdag heeft hij de gene raals bij zich ontvangen en met hen do manoeuvres in Elzas Lotharingen besproken. De Keizer bleek een gron dige studie van zijn onderwerp ge maakt te hebben, waartoe zijne af zondering van de laatste weken hem vermoedelijk de gelegenheid verschaft had. Toen hij klaar was met zijne zuiver academische en objectieve uit eenzetting, zeide de Keizer nog, dat hij het niet noodig vond, zich over den militairen toestand van Duitsch- land aan het begin van het nieuwe jaar uit te laten, daar een ongetee- kend opstel, dat in het Januari-num- mer van de Deutsche Revue versche nen Is, zijne opvattingen op dit stuk volkomen weergaf (een soort inter view De voorstelling, die de Revue van den toestand geeft, klopt trouwens wel mot die van den Keizer in zijne bekend» rede in het kaniD van Döbe- ritz. („Het ziet er naar udt, of men ons wil insluiten.... Laat hen maar opkomen 't Bewuste artikel wordt toege schreven aan den vroegeren chef van den generalen staf, generaal Schlief- fen. Het handelt over den oorlog in onzen tijd en bevat een beschrijving van do inrichting en bewapening der voornaamste legers en van de tacti sche voorschriften, die bij een oorlog in Europa zouden moeten worden in acht genomen. Aan het slot van zijn artikel gaat de schrijver do politieke toes tain deal na en zegt daarin „Frankrijk heeft de revanche-idée nog steeds niet opgegeven. Do gewel dige uitbreiding van zijn handel en industrie heeft Duitschland bovendien nog een on verzoen! ijken vijand be zorgd. Do haat tegen den vroeger ver achten concurrent, wordt niet ver minderd door verzekeringen van op rechte vriendschap en hartelijke sym pathieën evenmin verscherpt door op ruiende woorden, want niet het ge voel, maar het debet en credit zijn van invloed bij de bepaling van dien haat. „Rusland wordt door de overgeërf de antipathie der Slaven tegen de Germanen en door de overgeërfde sympathie voor de Romanen, zoowel aJs door zijn behoefte aan leeningen vastgeketend aan zijn Franschen bondgenoot, en werpt zich thans ook Ln de armen van de mogendheid, die het het meest kan benadeelen. „Italië, belet zich naar het Westen uit te breiden, acht de verdrijving der vreemdelingen, die eens over de Al pen in de vruchtbare landstreken van Lombard!je vielen, nog niet volbracht. Het wil hen noch aan de zuidelijke hei- tingen van het gebergte, noch aan de kusten der Adriatische Zee dulden". De schrijver acht het mogelijk, dat al die mogendheden zich vereeuigen tot een aanval op het midden van Euro-pa, maar dat gevaar wordt klei ner als mee het van dichterbij be schouwt. Want feitelijk is elkeen be vreesd, den talrijken goedgewapen- den tegenstander aan te vallen, en deze is niet voornemens zelf zijn verderfbrengende kracht aan te wen den. De generaal twijfelt, of de coali tie tot gewapende daden zal over gaan maar hij acht dat ook voorloo- pig niet noodig. Want de positie der verbonden mogendheden is zoo voor- deelig, Gat reeds het aanwezig zijn van die coalitie een voortdurende be dreiging is. Eu die positie is nog voordeel'ger geworden, sedert helden tegenstanders gelukt is door de jong ste gebeurtenissen op het Balkan- schiereiland Oostenrijk voor gerui- men tijd bezig te houden. Thans moet Oostenrijk front naar het zuiden, Duitschland naar het westen maken. Het artikel besluit met deze woor den „Ondanks de zooveel gunstiger ge worden positie schijnen de vijanden rondom ons nog niet naar de wapens te willen grijpen. De talliooze bezwa ren zijn nog niet overwonnen. Ook na do scheiding zijn Oostenrijk e« Duitschland nog te sterk. Zij moeten nu nog eerst door binnenlundschen tweespalt worden verzwakt. In Oos tenrijk wordt de national!teitenstrijd door do diplomatie en door de pers ijverig aangewakkerd. In Duitsch land wordt hetzelfde beproefd door dagbladartikelen, met listig saamge- steide verjaarde klachten hoe men dit doet ls nog onlangs gebleken (het keizer-in tor view En toch is voor den strijd, hij moge don gevoerd wor den met de wapenen in de hand of met andere middelen, ten minste naar buiten, een eeoiig volk van broeders noodig, en teveus een groot, sterk, machtig leger, dat aangevoerd wordt door een krachtige hand en dat ver vuld is door onbeperkt vertrouwen." De Keizer eindigde met den wensch, dat het leger de Oud-Prulslsche eigen schappen van eenvoud en zuinigheid, ook ln de levenswijze van den enke ling, ln eere zou houden. De generaal-veldmaarscfialk v. Hohnke bedankte den Keizer met een voudige en toch grooten indruk ma kende woorden en verzekerde hem van de onwankelbare trouw en aan hankelijkheid van het leger. De wijze, waarop de Keizer de be velvoerende generaals deze maal ont ving, maakte dus vertelde een der gasten op allen een diepen indruk. De Keizer was Iets anders dan ge woonlijk, maar volstrekt niet In dien zin, dat er lets van neerslachtigheid, waarover mon verzinsels heeft rond gestrooid, bij hem te bespeuren viel. Zijn optreden was majestueus, zelfbe wust, maar eenvoudig en kenmerkte zich door een zeer voomamel kalme zekerheid. Wat zal er over deze rede eü dit artikel ln de bultenlandsche pers vgqx veel geschreven wordenl Eigenaardig Is, wat 't Engelsche blad Daily Graphic schrijft over de reis die koning Edward en zijn ge malin over enkele maanden naar Ber lijn zullen ondernemen. Deze aanstaande reis geeft aanlei ding tot de volgende ontboezeming: „De reis wijst er beslist op, dat de of- ficieele betrekkingen tusschen DUITSCHLAND EN ENGELAND van hartelijken aard zijn en dat de staatslieden van beide rijken door be vordering dier hartelijkheid de mis verstanden uit den weg hopen te rui men, die hen Ln de laatste jaren van elkander gescheiden hielden. Een soortgelijke reis leidde tot het aan- knoopen van aangename betrekkingen tusschen het Engelsche en het Fran- sche volk en er is geen enkele reden, waarom ook deze niet eenzelfde gevolg zoude hebben. In de entente cor diale van Engeland met Rusland steekt voor verstandige en politiek denkende Engelschen niets, waardoor vriendschap met andere landen zou worden buitengesloten. Integendeel! De oude staatkunde, nl. de bondge noot te zijn van elk land, dat den vre de wil, is nog heden ten dage de po litiek van Engeland en wij zijn bereid, zulks ieder oogenblik te toonen door een Engelsch-Duitsch© entente, die even hartelijk kan zijn als die, welke ons met Frankrijk en Rusland ver bindt." Wie gelooft nu nog aan zoo Iets? De ongunstige en angstige verhou ding tusschen Servië en Oostenrijk- Hongarije duurt voort. Ook Montene gro doet weer flink mee. Gemeld wordt, dat wanneer er Ser vische benden in Bosnië en Herzego- wina binnendringen, de Oostenrijk- sche troepen ze niet alleen met allo kracht terugwerpen, maar ze tot op Servisch gebied vervolgen zullen. Dat zou dus een casus belli wezen. Volgens een telegram, hebben de Oostearijksche wachtposten aan de Montenegrijnsche grens vreeslijk van de felle koude te lijden. Eiken nacht komen er gevallen van bevriezen voor. Men beweert, dat er zeventien solda ten en een officier krankzinnig zijn geworden van wat zij te lijden had den. MOULAY IIA FID ERKEND. Uit Tanger wordt geseind: De ge zant van Portugal alhier stelde gis teren aan den vertegenwoordiger van den Sultan de nota der mogendheden ter hand, waarbij Moulay Hafid offi cieel als Sultan wordt erkend. ONLUSTEN IN CHINA. De onlusten duren voort. Ook in eigenlijk Chiaia is een revo lutionair comité opgestaun, dat met vlugschriften werkt en oproept tot da den. Bijzonderheden ontbreken evenwel nog. SCHEEPSRAMP. De te Feodosia verwachte Russische vrachtboot Swjateslaw is bij Odessa in aanvaring gekomen met het Griek- sche stoomschip „Poseidon" en ge zonken. Vier personen werden gered en 34 vonden den dood in de golven. Stadsnieuws Om Ons Heen. In het Tweede Blad van dit num mer vinden onze lezers een artikel „Nabetrachting van deu Gemeente raad", in de rubriek Om Ons Heen. Men schrijft ons: Op veler verlangen zal bij genoeg zame deelneming Vrijdag, 15 Januari a. s., eene 2de opvoering gegeven worden van „De Dochter van Me vrouw Angot". De woorden van den heer Philip Loots In uw blad, werkten mede tot het nemen van dit besluit. Zijne zeer gewaardeerde beoordeeling vangt hij aan met de volgende woorden „De opvoering van De Dochter van „Madame Angot door leden van den „Amsterdamsehen Kunstkring moei „voor allen, die ze bijwoonden, een „waar feest zijn geweest. Deze ope rette van Charles Lecocq la zoo- „ala de ouderen onder ons wel weten overrijk aan aardige, pakkende „melodieën en zij bleek ook voor de „jongeren groote aantrekkelijkheid te TEEKEN-COLLEGE „KUNST ZIJ ONS DOEL'. Op 6 Januari j.l. hield het College zijn tweede kunstbeschouwingzij was gewijd aan de ..Portefeuille" der Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotter dam. De Maasstad telt vele beoefenaren der picturale kunst en daarbij schil ders en teekenaars van erkend talent en bekwaamheid. Helaas, de meesten dier bekende kunstenaars ontbraken, in de Porte feuille voormeld, op het appèl. De verzameling, in het Brongebouw ge- etaleerd, was zeer middelmatig, en geen enkele inzending kwam in het bijzonder naar voren. Opmerkens waard was de groote voorliefde voor „het landschap" aan den dag gelegd, immers, met uitzondering van een 5-tal figuurstukken en een enkel stil leven, was al hot overige ongeveer bosch of wei, plas of hei. liet aantrekkelijkst landschap dach ten wij „het wegje te Overschie" door Altman, een aquarel met mooie en blonde partijen. Verdienstelijk ook wared de beide zonnige inzendingen d-oor Van Ree- kum. (Het „Deninenboscli" werd aan gekocht voor de verloting). De landelijke tafreelen door Weins vertoonden terdege aquarel- en schil- ders-qualiteiten. Doeleman was te prewterig, al leek ons de lucht lm zijn „Noord-Hol- landsch Kanaal" mooi geslaagd. Vereerders van de groote en roman tisch geconstrueerde Bosch- en Veld gezichten van Schipperus zijn wc niet; intusschen hebben we toch ont zag voor de groote vakkennis, die uit vele zijner composities spreekt. In zijn groote aquarel „De grintscliep- per" zat veel ruimte en vooral dos avonds deed het werk 't hoogst voor deel» g. Knap werk waren de kleinere land schappen, meer teekeningen in water verf, door Pouderoyen, vooral ver melden we zijn „Achter de boerderij" en „Grijs weer". De kleine aquareilistische wei- en lucht-impressies door onzen stadge noot Boot dachten ons wat te schots- matig. Veel hooger stelden we zijn ver doorgevoerde en mooie krijttee- kening „Lezende jude man". En waar wij thans bij het figurale werk zijn beland, jnemoreeren we nog even de teekening „Bootwerkers door Hardenberg, >>in te eindigen niet het stilleven door J. Gidding, in grij zen toon goed en flink gedaan, en daarnevens diens beide artistieke hüutskoolscheisen. Het teekencollege neme een \olgend maal revanche met eea meer kern achtige expositie. Ditmaal was de collectie wel wat suf. G. KERKHOFF. Gevaarlijke knaapjes. Woensdagavond kwamen bij een winkelier in de Barteljorisstraat twee jongens, van tien A twaalf jaar en vroegen om een stukje gummi van een cent. Daar zij ditzelfde al eens meer Itadden gehaaid, was de eigenaar daarover oenigszins verwonderd en zijn zoon lette scherp op en zag, dat een van de jongens Iets weggreep en in den zak stak. Op de vraag, wat hij daar wegnam, ontkende de knaap en haalde ten be wijze daarvan zijn zakken uit, waar uit dan ook werkelijk niets te voor schijn kwam, dat uit den winkel ont vreemd kon zijn. Toch vertrouwde men de zaak niet en riep de hulp der politie in, waarbij bleek, dat de jon gen een opening had in de voering en daarin een zoogenaamd „wedren-hor loge" had laten glijden, dat uit den winkel afkomstig was. Maar bij deze fouilleering werden tevens nog tal van andere dingen ge vonden, sigaren, cigoretten, stukken goed en dergelijke meer, waarvan de afkomst niet twijfelachtig wezen kan. Blijkbaar heeft men hier dus meteen paar gevaarlijke knaapjes te doen. Looddieven. Woensdagavond omstreeks tien uur bemerkte de Heemsteedsche pol'tie be weging op het dak van een onbewoon de villa aan de Wilhelminalaan, in den Haarlemmerhout, vroeger be woond door den heer Van Dobben. Bij onderzoek bleek, dat er vijf personen trachtten, liet lood van 't dak te ka pen, waaraan de komst der politie weldra een einde maakte. Het vroren de rijksveldwachter Van Zeelt, de meenteveldwachter Bouman en de beide piantsoenwachters Mol en Vis ser te Haarlem, die het vijftal ten slotte ln bewaring namen. Militaire Zaken. De kapitein A. S. de Jongh, van het 10e regiment infanterie, te den Hel der, wordt met ingang van 1 Februa ri e. k. overgeplaatst naar het korps alhier loi garn'zoen, terwijl de luite nant-kolonel Jhr. Van Spengler met ingang van 1 Februari a. s. eervol wordt ontheven van zijn functie als hoofd-officier voor speciale diensten en belast met het bevel over het 3e bataljon van het korps alhier. De luit.-kolonel P. Giel wordt eervol ont heven van het bevel over laatstge noemd bataljon en belast met de func tie van hoofd-officier voor speciale diensten. Uit de Rechtszaal EEN' BRUTALE SCHULD EISCHER. Schulden hebben is onaangenaam maar schuldeischer ti- zijn, heeft ook z'n onaangenaamheden. Dit bleek nu 1 Een Amsterdammer moest al thans volgens zijn bewering geld hebben van een inwoner van Scho ten. Gok na lang wachten bleef de beta ling uit. Op 20 Juli is de schuldeischer naar Schoten gespoord, om den schulde naar op z'n werk <e manen. De schuldenaar ontkende zijne ver plichting tot betalen, waarop de Am sterdammer zei „als je me niet be taalt, ben je een afzetter en een op lichter". De schuldenaar diende een klacht in wegens beleediging, en niettegen staande de Amsterdammer niet ver schenen was om zich te verdedigen, werd hij onlangs door de rechtbank veroordeeld tot 3 gulden boete of drie da,gen hechtenis. 'legen dit vonnis had de veroor deelde verzet aangeteekend en heden werd zijn zaak opnieuw behandeld. Het Ojienbaar Ministerie vorderde bevestiging van het vonnis. De beklaagde vond dit niet recht. Geen geld van z'n schuldenaar ont vangen en dan nog moeten offeren voor 's rijks schatkist, is wel wat erg bar. ONDANKBAAR. Een zwerver is s avonds in eene schuur van den landbouwer A. Groe- nenberg te Haarlemmermeer geslo pen, om daar lekker te slapen. Wie zal hem dit Kwalijk nemen Wel is het niet mooi, dat hij eea deken uit zijn nachtverblijf meenam. Het Openbaar Ministerie nam het hem zoo kwalijk, Jat het 4 maanden gevangenisstraf onder aftrek der pre ventieve hechtenis eischte. De verdediger, Mr. Slothouwer, drong aan op een lichtere straf, om dat het de eerste keer is, dat de be klaagde tegen de wet van „mijn eu dijn" zondigde. NOG EEN DIEFACHTIGE LANDLOOPER. Die wet heeft een collegazwerver op 25 November onder Haarlemmerliede vergeten, want toen kaapte hij een hemd, dat vrouw Hoenderdos op een haag te drogen had gehangen. Tegen dezen zwerver deed het O. M. denzelfden eisch hooren. Mr. Thöne, als verdediger optre dende, achtte het bewijs niet gele verd, daar de verdediging van den beklaagde, dat hij het hemd gevondeji heeft, niet voldoende Is tegengespro ken. Subsidiair pleitte Mr. Thöne cle mentie. HA VERDIEFSTAL. Een Purmeronder arbeider bezon digde zich aan den diefstal van een vijftal zokken haver, die door een boot gelost waren. Hij bekende en hoorde zeven maan den gevangenisstraf tegen zich eischen. BEDELAARS. Tegen een tweetal zwervers, die te Edojn gebedeld hadden, werd gevor derd respectievelijk 5 dagen hechte nis en 2 jaar en 6 maanden opzending naar Veenhuizen. Ze w'lden liever niei naar Veen- huizen. Een was er al geweest en toen was het hem zoo slecht bevallen, dat hij wegliep. BELEEDIGING. Een man had de brutaliteit om den veldwachter Knipper van Beverwijk uit te schelden. Tegen den loslipplgen man werd 3 gulden boete of 3 dagen hechtenis ge vorderd. ONEERLIJKE BEDIENDE. De colporteur A. W. alhier had een knecht in dvenst, die ook bij hem in den kost was. Op 26 November moest de knecht een postwissel van 15 gulden naar het postkantoor zenden, maar verdween met de noorderzon naar Apeldoorn, om daar een nieuwen hoed te koopen en z'n meisje te bezoeken. Toen de knecht aangehouden werd, was hij nog 6.55 rijk. Tegen hem werd 5 maanden gevan genisstraf onder aftrek der preventie ve hechtenis, geëischt Mr. Stheeman, de verdediger, drong aan op een geringer straf. EEN ZAKKENROLLER. 't Was kermis ln Pui-merend. Een boerenarbeider ging feesthou- den en stak een Dortefeullle met 15Ö

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 1