HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON
De Roede Pimpernel
ZATERDAG 9 JANUARI 1909
Haarlemsche
Handelsvereeniging
deeugefc. tij Leis, £cb1. van IS Kot. 1198,
Da Haarlemsche Handelsvereeni
ging hier ter stede, opgericht 10 Mei
1892, heeft in den loop van den tijd
wel haar recht van bestaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, is zij
opgetreden en dikwijls met groot
succès. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blijk geeft, dit te
waardeeren, door als lid der Vereeni-
ging toe te treden. Er zijn wel meer
dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, ja zelfs particulieren, moesten lid
worden, om tenminste te laten gevoe
len, dat men het werk op prijs stelt,
dat de Haarlemsche Handelsvereeni
ging steeds opneemt, als doende, wat
bare hand vindt om te doen.
Da. voordeelen, die de Vereeniging
buiten hare bemoeiingen van ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groote
tegenover de geringe jaarlijksche
contributie van 3.50, die gevraagd
wordt.
De Haarlemsche Handelsvereeni
ging bemoeit zich in de eerste plaats
tr mede, de belangen Yan hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan te
manen en informatiën voor hen in te
winnen. Bovendien hebben de leden
het recht, hel hun gratis te verstrek
ken advies van deD rechtsgeleerden
adviseur der Vereeniging te vragen,
die ook in proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel en het bedrijf der leden.
Het blijkt in «ten iaaialea tyu
dat uien doze oeisngryke voordoe
ten begint te waardeeren waul
Bedelt Mat meldden zich 07 uien we
lodsu aah.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
leden voor een half jaar worden aan
genomen, doch slechts het 2e halfjaar
(van 1 November tot en met 30 April)
ad 11.75 de halve contributie.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de
Haan Hugenhultz en A. H. J. Merens,
Bpaarue 94, alhier, die voor de leden
eiken werkdag van 24 uur des na
middags zijn te spreken.
Het bureau der Vereeniging is ge
vestigd Jansweg 11.
Voor incasso s door bemiddeling
der Vereeniging wordt een vast
recht van 5 pet. der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten van informatiën naar
buiten de stad woonachtige personen
bedragen 69 ets. per informatie, plus
vijf cents porto-vergoedijig. Informa
tién naar binnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt.
Pretentiën op- builen de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wanneer niet 10 ets. voor porto-
vergoeding is toegevoegd.
Ruim 1748 informatiën en rechts
geleerde adviezen werden in het afge-
loopeti jaar gegeven.
In October en November 1908 zijn
49 vorderingen tot een bedrag van
1164.00 1/2 betaald 9 vorderingen
worden afbetaald, 17 vorderingen zijn
uitgesteld.
Men wordt geraden alvorens te le
veren aan N. Wiebes, vrachtrijder,
Bloemendaalsche* Weg 209, Bloemen-
daal, W. F. F. van Engelen, Bakeries-
sergracht 98, mejuffrouw A. Derni-
•on. Prinsen Bolwerk 12, die goede-
en koopt op naam van eene Van
der Reep, C. Tack, sigarenhandel,
Spaarnwouderstraat 49, zich om in
lichtingen te vervoegen aan het kan
toor.
Volgens art. 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames
of wat ook, moeten worden geadres
seerd aan het bureau, dat geopend
is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur
en 's namiddags van 2 tot 4 uur,
"waar dan ook verdere inlichtingen
zijn te bekomen.
Het Bestuur heeft bemerkt, dat men
soms meent, dat men, hoewel geen
lid der H. H. V., toch van haar infor
matiën kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
informatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor informatiën op
bier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
PARIJSCHE BRIEVEN
LXIH..
Sommige „miséreux" van goeden
huize te Parijs.
Deze eerste is een Hollander... ik
gevoel een zeker zwak voor hem
weet echter niet goed, of het landge
nootschap er de oorzaak van is. Wel
licht ben ik ©enigermate beangst voor
zijn toekomst en doet dat op sommige
oogenblikken eenige verteedering voor
hem in mij opwellen. Want Adolf
zoo herdoop ik hem bij dezen „pour
le besoin de la cause" is een deca
dent, ook naar het gemoed, geweest
en nog niet geheel genezen. Dus nog
«enigszins een zwakkeling.
Omstreeks twee jaar geleden kwam
Adolf te Parijs aan, na zijn vaderlijk
erfdeel voor het grootste gedeelte in
Nederlands hofstad verbrast te heb
ben. Dertig duizend gulden had hij,
braaf geholpen deer -eenige tafel
schuimende „vrienden" in een jaar
tijds schoon opgemaakt. Toen hij, op
twee-en-twintigjarigen leeftijd, voor
het eerst den aantrekkelijken bodem
der Seine-stad betrad, had hij nog
maar ongeveer 2000 en een paar min
waardige aanbevelingsbrieven op zak.
Overigens had hij niets te Parijs, geen
familie, geen kennissen, geen betrek
king zelfs niet in een ver verschiet.
Hij was „op de bonnefooi" gekomen.
Hij was als-het-ware gevlucht uit Hol
land, nadat hij In bui van landerig
heid tot 't heldere besef was gekomen,
dat een verder verblijf ln zijn vader
land hem geheel ten onder zou bren
gen.
Wat hij ln de vermaarde wereld
stad dacht te doen? Hij wist het zelf
niet goed. Hij voelde het meest voor
de „schrijverij" en vormde voor zich
een vage voorstelling van een journa
listieke loopbaan. In Holland was hij
aan een soort van roman begonnen,
d;e „Degeneratie-kliek" moest heeten
en waarin hij voornamelijk zi.in eigen
decadente ziel zou ontleden. Maar nu
do journalistiek te Pariis... Het
Fransch, dat hij kende, was niet veel
zaaks; het had sterk Bataafsche allu
res en was overigens lang nfet vrij
van taal-en stijlfouten. Enfin, hij zou
zich oefenen, met taaie volharding.
En hij zou desnoods beginnen als „du
velstoejager" op een derderangs-re
dactiebureau.
Maanden achtereen solliciteerde hij
op advertenties, naar journalistieke
betrekkingen. Tevergeefs. Hij kreeg
niet eens antwoord op zijn brieven.
is kreeg hij eindelijk bescheid. Het
kwam van een pas opgericht dagblad,
dat zich den weidschen titel van ,,L'-
Univers" had gegeven. De directeur
verzocht hem, ten bureele te verschij
nen. Daar werd Adolf, nadat hij een
paar vragen omtrent zijn verleden en
zijn kundigheden had beantwoord,
door den zeer zoetsappige» beer di
recteur medegedeeld, dat hij, mits hij
25 francs stortte, binnen de week zou
aangesteld worden als redacteur voor
de tooneelrubriek. Dat geld moest be
steed worden voor een uiterst fraaie
perskaart, die hem toegang zou ver
schaffen in eiken schouwburg. Adolf,
goedgeloovig als de meeste slappe de
cadenten zijn, stelde den „Univers"-
directeur dadelijk de 25 francs ter
hand. Behoef ik nog te zeggen, dat
onze vriend er leelijk inliep en nu nog
op zijn aanstelling wacht? De direc
teur zit nu in de gevangenis, veroor
deeld wegens talrijke schurkenstre
ken.
Aangezien hij al die maanden lang
niet aan den slag kon komen en dus
niets verdiende daarentegen be
trekkelijk veel verteerde, gegeven zijn
aanvankelijke onbekendheid met het
Parijsche leven tui de overblijfsels
van zijn decadente weeldezucht
werd zijn beurs boe langer zoo plat
ter. En naar Holland wilde hij per
s e niet terug. Goede raad was duur.
Ten slotte, na zijn journalistieke
aspiraties over boord te hebben ge
gooid em heel lang op ander gebied te
hebben gezocht, kreeg hij een betrek
kling als.... ja, als wat eigenlijk.... als
opteller bij een handelaar in postze
gels. Van 9 uur 's ochtends tot 7 uur
's avonds moet hij optellen, optel
len.... Hij verdient er 150 francs per
maand mee de salarissen in
Frankrijk zijn hooger dan in Hol
land.
In de Rue des Beaux-Arts bewoont
hij een zolderkamertje, voor 100 frs.
per jaar. Men komt er op of, zoo men
wil, er in, na vijf trappen en een lad
der beklommen te hebben. Het is een
hokje van ongeveer vijl vierkante me
ter oppervlakte en uiteraard verre
van hoog. Toch ziet het er niet onge
rieflijk uit, dank zij vooral de wand-
beschildering door den vorigen huur
der, een Deense hen sch'ldea-. Er is ook
een zekere betimmering ln, die uitne
mend dienst kan doen als bergplaats
voor hoek An en k leer en.
Hij dejeuneert >n een volksrestau
rant, dat, bij wijze van Ironie, ,,le
Restaurant des Ambassadeurs" heet.
DLneeren doet hij meestal in een an
der volksrestaurant, waai' men voor
ongeveer 1 francs zelf heb ik het
een paar malen kunnen constateeren
genoeg en smakelijk zijn maag
kan vullen, wijn inbegrepen.
Hoewel zijn kantoorwerk hem niet
erg aanstaat, voelt hij zich geluk
kig. Want om 7 uur '8 avonds is hij
geheel en al vrij en lokt hem 't vrije,
vroolijke, volle leven van Parijs, dat
hij heeft leeren liefhebben. En dan....
On en revient toujours,
A ses premiers amours
Is hij langzamerhand weer aan
het schrijven gegaan, nu met meer
kennis en beter inzicht, ook meer vrij
van den lamiendigen Invloed der
I'ieraire tranenfabriek in zijn geboor
teland.
Schier eiken avond werkte hij, wel
twee maanden achtereen, bij mij op
de kamer. Hij nad aanmoediging
nood-ig, aanmoediging om zich aan
het werk te zetten, aanmoediging om,
bij rijzende moeilijkheden in taal of
stijl, het werken vol te houden. Af en
toe kwam de Hollandsche decadent
weêr in hem op en beklaagde zichzelf
en weeklaagde en vermoeide zich in
het uitjamnieren van denkbeeldige
smartgevoelens. Dan mora l i
ter gesproken natuurlijk ransel
de 'k het er uit
Twee maanden lang werkte hij zoo
als hij nog nooit in zijn leven eear-
beid had. Het bleek, dat hü inderdaad
iournalistieken aanleg had. Zijn ar
tikelen werden dan ook beter en be
ter. enkele werden geplaatst....
Nu heb ik angst voor zijne toe
komst
Kunt ge u voorstellen, dat een
hoogst fatsoenlijke en zeer ontwik
kelde man een noodlottigen invloed
op iemand als Adolf kan uitoefenen
Verset is een chansonnier, die veel
reciteer tal ent heeft. Verset is een
Pai'ijzenaar van ongeveer veertig
jaar. Verset doet aan wijsbegeerte,
vooral aan oratorische philosophic,
ai is zijn geluid meestal heesch. Ver
set heeft een ijzeren gestel. Verset is
te veel van zich zelf en zijn eigen ge-
dachtenleven vervuld om veel 003 te
hebben voor anderen.
Sedert Adolf met dien chansonnier
in kennis is gekomen, loopt hij weer
„ontzaggelijk" naar de decadentie
toe. Hij hangt aan de lippen van de
zen prater, die „pour épater le bour
geois", de zonderlingste levensbe
schouwingen uitkraamt, paradox op
paradox lanceert., het gansche zonne
stelsel ondersteboven wil keeren, enz.
enz. Bij al die oratische „Spielerei"
zet Verset zuik een ernstig gezicht,
dat onze goedgeloovige Adolf er de-
dupe van wordt, Begeerig als onze
jonge Hollander is om, zooals hij zich
uitdrukt, liet Parijsche leven in al
ziju intensiteit mee te maken, volgt
nij Verset o\eral. van restaurant Lol
restaurant, van kroeg tot kroeg. En
tie spraakzame Franschinan, blij nu
eeais iemand gevonden te hebben, die
een willig oor leent aan zijn grooten-
ueels bizarre ideeen, praat honderd
uit. Het spreekt vanzelf, dat men in
café s en kroegen niet op een droogje
Kan blijven zitten. Als Jk daarbij doe
uitkomen, dat Adoif zeer zwak van
gestel is
Ik vrees voor de toekomst van mijn
landgenoot Adoll, een „miséreux", die
goed op weg was om er bovenop te
komen en in „la vilie lumière" een
tijd gekend heeft, waarin hij zich wer
kelijk men kon het hem toen aan
zien zéér gelukkig gevoelde.
En tóch is ,voor den drommel 1 Ver-
set een brave kerel, op wiens handel
en wandel niets te zeggen valt.
Ik waarschuw mijn jonge landge-
nooten, dat er meer Adolfs te Parijs
zijn.
Al wie in de groote Seine-stad niet
sterk is en zich niet onder de verschil
lende omstandigheden sterk weet te
houden, loopt de kans, allengs onder
to gaan. Voor de krachtige naturen
daarentegen is Parijs juist de stad,
waar hun gaven, zoo intellectueel© ais
moreel e, het meest tot ontwikkeling
kunnen worden gebracht.
„Sommige „miséreux" van goeden
huize te Parijs", kondigde ik in den
aanhef van dezen brief aan. I)e wel
willende lezer sta mij toe, dat ik van
mijn geprenuncieerd programma af
wijk en het bij dien oenen „misé
reux" laat. Ik zit op het oogenblik
voor een paar dagen ln Holland en
wensch de droevige stemming van
het nare. akelige weer, de nattige
vochtigheid en de grijze grauwheid
niet te verergeren door mij de nooden
van nog meer „miséreux" te binnen te
brengen. Overigens: Adolf zei imj
eens in vollen ernst„Wilt u wel ge-
looven, dat ik liever hier een betrek
king heb van 150 trancs dan in Hol- j
land een van het vijfdubbele V" Ik
keek hem toen meewarig aan. Nu, uu
ik weèr de Amsterdamse tie inenschen
en dingen voor oogen beb, nu geef ik
Adolf volkomen gelijk.
Dat is de wondere bekoring van
Parijs 1
OTTO KNAAP.
Amsterdamsche Kout
CCX1V.
Doorloopen als 't u blieft 1
Het parool van eiken Amsterdam-
schen politie-agent. Die 't nog niet
wist heeft 't kunnen leeren uit hel
Flora-revuetje, dat nu weer tot het
verleden behoort. Maar politieveror
deningen zijn eigenlijk vreemde za
ken, dae den menschen dieer inee heb
ben te maken, verschaffen veel ver
driet en weinig vermaken. Er bestaat
natuurlijk geen verbod om op straat
te blijven stilstaan en toch kan men
de kans ioopen geverbaliseerd te wor.
den ais men niet doorloopt, wanneer
een agent dit heeft „gelast". Evenmin
bestaat er een verbod om te blijven
stilstaan met een kar, maar veel
kleinen kooplieden, zal van dat niet
bestaan dier verordening weinig be
kend zijn, waar hen zoo vaak door
een gehelmde werd toegesnauwd „Je
weet toen wel, dat je met mag blijven
staan." Zoo iets gebeurde natuurlijk
l meest als koopmannetje aan T ver-
Koopeu was en dat moest hij toch
LiOêii om z n belasting te betalen,
waarvan het zooveelste gedeelte van
i cent toch bestemd wag voor het sa
laris van den mijnheer, die hem met
j e aansprak.
Dat hij dit nu weet, dankt hij aan
een der ambtenaren van het O. M. bij
het kantongerecht. Hoewel algemeen
als regel gegolden heeft, dat het
parket ais natuurlijke beschermer dei
politie optreedt, is hierin voorai bi,
het Amsterdamsche kantongerecht
een wijziging gekomen. Voorgegaan
door den rechter, deelt het O. M. te
genwoordig ook vrij geregeld repri
mandes uit aan verbahseerende poli.
ticbeambten, gevolgd door een eisch
Lot vrijspraak jegens den beklaagde.
De-ze week was het doorloopen
thema aan de orde en als gold het een
groote rechtzaak, bepaalde do ambte
naar er zich niet toe een gulden boete
te prevelen, maar hield een degelijk
requisitoir. Hij wees daarin er uit
drukkelijk op, dat de wet nergens
verbiedt met een kar te blijven staan
de wet zegt alleen, dat men aan eer
bevel van de politie tot doorloopen of
doorrijden gevolg moet geven. Aandt
politie nu de verplichting dit recht
u et zonder noodzaak en niet zonde;
tact toe te passen. Met een „je bent ei
bij, hoor" of „onthoud je dag" (ge
liefde agenten-ter men) worden noode
loos heet wat slachtoffers gemaakt
De wet verbiedt dus 11 iet meteen kat
stil te blijven staan. De agent kan hei
wel verbieden. Ergo staat de agent
dus boven de wet Kan de agent dus
die vraag dnngt zich onwiLLekeu
rig op alles gelasten, wat de wel
n.et gelast en maakt men zich straf
schuldig als men zoo'n bevel niet op
volgt?
De politieverordening lg een vreem
de zaak.
Doorloopen als 't u blieft
Dat „als 't u blieft" vergeten de
waardige opvolgers van „Foezel" wel
eens 1
We krijgen nu toch een tentoonstel
ling. Er werd naar gehunkerd. Ze zal
geopend worden 15 Juni a.s. of wat
later. Een tentoonstelling kan in Am
sterdam tenminste weer wat leven en
verkeer brengen, de hoofdstad wek
ken uit den diepen slaap, waarin ze
al zoo lang verzonken is. De terrei
nen lagen er voor disponibel, uitge
strekte gemeentegronden aan dein
Amsteldijk, dicht bij lijn IV, die dan
natuurlijk met een stukje zou kunnen
worden verlengd.
De vor'ge jaren was het een arm
zalig peuteren. Vooraf werd er de na
druk op gelegd, dat het geen groote
wereldtentoonstelling zou worden,
doch alleen een voor den inlandschen
middenstand. Was men bang, dat de
vreemdeling, die hier wel wat mocht
verteren, hier ook wat zou verdie
nen En gehouden moest de expositie
worden achter "et Rijksmuseum,
waar vader en grootvader het ook
hadden gedaan en waai het altijd
goed gegaan was. Men vergat echter,
dat in '81 de Museum-terreinen veel
verder van het centrum der stad wa
ren, dan nu de Amstel-terreinen, bo
vendien, dat de eerste nu grooten-
deels zijn bebouwd.
Van het plannetje is niets gekomen
gelukkig. Kleine tentoonstellingen
hebben we nu genoeg gehad. Die va»
handwerksnijverheid in het Paleis
bijv. in 1907 was niet onaardig, maar
al die tentoonstellingen in 't klein
lijken als twee druppels water op el
kaar. Overal vindt men den man met
gesponnen suiker, ie cieampoetspora-
made, met den jongen, die „gratis"
uw schoenen ooetst en de Schotsche
juffrouwen, die u dan n»et laten weg
gaan zonder dat gij een doosje
schoensmeer van een kwartje hebt
meegenomen, de aardappelschilma-
chinetjes, de forvografen, de electri-
sche piano's en verdere permanente
clou's, die met het Joel der tentoon
stelling: „handwerksnijverheid", „re
clame", „bakkerij" of „koffiehuiswe
zen" al in heel verwijderd verband
staan.
Dat teveel van Klein grut bederft de
animo voor iets goeds en groots, het
vertrouwen gaat er uit, zoowel expo
santen als bezoekers denken 't zal
wel net zoo iets zijn als den vorigen
keer, toen be'den misschien hun geld
betreurden. Als gevolg daarvan min
der bezoek, minder exposanten en nóg
grooter tegenslag voor hen, die 't er
nog eens op waagden te exposeeren.
Maar dit jaar zal 't beter worden.
Om te beginnen wordt de Amsterdam
sche tentoonstelling gehouden in liet
Paleis v. Volksvlijt, dus in dezelfde
beperkte ruimte, waarin de vak-ten-
touiistellingen gehouden worden.
„Uitzetten" gaat moeilijk, hoogstens
zal men vóór zetten <en ander voor
zetsel kunnen plaatsen als een entrée
gevraagd wordt, .lie niet in overeen
stemming is inet net geboden©. Qua
[uant'teit zal er dus onmogelijk meer
e zien kunnen zijn dan op de kleine
en.toonstelling voor handwerksn ij ver
leid, waar de inzendingen opgepropt
stonden.
Maar de qualiteit, dat zal het hem
doen. De vaktentoonsteliing voor
handwerksnijverhe.d is vooral dank
'.ij de Belgische afdeeling In haar
soort uitmuntend geslaagd. Maar nu
wordt het geheel iets anders: een mid-
lenstandstentoonstelling. Wat daar-
nee bedoeld wordt? 't Begrip is nogal
rekbaar. Het is tegenwoordig
n de mode net als vroeger de werk-
nan, toen je werkmanscostuums,
.verkmanssigaren en werkmanskaar
en voor Artis kon koopen, terwijl
nen tegenwoordig een heerencolbert
voor tien gulden, een Brazielsigaar
net Borneodek voor 2 cent en een
kaart als stadgenoot van een kwartje
oor de Diergaarde neemt.
Middenstandstentoonstelling. Wie
loort eigenlijk niet tot den midden
stand? Allen, uitgezonderd zij die
neer dan 5000 of minder dan 500
>er jaar verdienen. Dat zijn er dus
heel wat. Dat wordt dus ook een
•entoonstelling voor mij: papier, pen-
len, waar nooit een haar aan zit,
-charen, enveloppen, hectografen die
liet vloeien, kachels die niet uitgaan
ils je ze door *t schrijven vergeet...
Maar neen, in de praktijk zijn mid-
lenstand en winkelstand zoo wat sy
noniem geworden. We krijgen dus een
verbeterde editie étalage-wedstrijd,
lie echter niet gratis bekeken kan
.vorden zooals in de Kal verstraal?
Laten wij voor alle zekerheid het
prospectus eens nazien.
Daarin lezen we dan dat „de ten
toonstelling zich ten doel stelt ver
schillende vakken van het klein-be-
drijf, waarin handenarbeid zich
paart aan machinale bewerking, voor
zien van de nieuwste technische hulp
middelen, in vol bedrijf te doen zien
len einde aan de beoefenaars van
zoo'n vak de voordeelen van de toe
passing dezer nieuwe technische hulp
middelen helder voor oogen te stellen
en aan te toonen hoe het bedrijf door
gebruikmaking dezer hulpmiddelen
en door aanwending der meest prac-
tische methoden het best en het voor-
deeligst kan worden uitgeoefend."
We zijn er, maar er is een goede
adem voor noodig, om dezen zin, die
ik zóó overschreef, uit te spreken.
Hebben we die woordenchaos nog
eens overgelezen en begrepen, dan
treft ons do merkwaardige overeen
stemming, niet alleen wat grootte,
maar ook wat liet doel betreft der ten
toonstelling van 1907.
Datzelfde hebben de nijverheidsman
nen óók beloofd en óók gegeven. En
fin op één punt hebben we nu zeker
heid, van een tentoonstelling, die een
attractie wordt voor eiken vreemde
ling, die hier drukte, werk, welvaart
en leven zou brengen, komt voorloopig
niets.
Amsterdam kan wachten.
Doorloopen als 't u blieft.
H. HENNING Jr.
Stadsnieuws
J ubilea.
Den 27en Januari a. s. hoopt de heer
C. A. G. Goedbloed, onder-stations
chef aan het goederenstation aan de
Leidsche Vaart alhier, den dag te
herdenken, waarop hij vóór 25 jaar
in dienst trad bij de Hollandsche
IJzeren Spoorweg Maatschappij.
Rubriek voor Vragen
Ocsbvuueerdeu ii*bt>en hel voorrecht
vragen op veraobiilaud gebied, mits Toor
oeaul wuordiiig vatbaar, ia te leudeu bi; da
Redactie vu.i Raarlem's Dagblad, Groots
Houtstraat 63.
Alle antwoorden wordeu geheel kosteloos
gegeven eu, voor sooreel mogelijk ;s, den
dag na de inzending
VRAAG. Wanneer de kraan van de
waterleiding door het vriezen springt
en daar de leiding afgesloten kan
worden voor bevriezen, voor wiens
rekening zijn de kosten, voor den
huurder of verhuurder?
ANTWOORD. Voor den huurder.
VRAAG. Mijn moeder is onlangs
overleden, mijn vader leeft nog en
treedt op als voogd over de minder
jarige kinderen. Eischt de wet nu ook
de benoeming van een toeziende»
voogd, en zoo ja, kan een der meer
derjarige broeders als zoodanig op
treden, ook ul is hij niet de oudste?
ANTWOORD. Ja, en u kunt zelf
daartoe women benoemd.
VRAAG. Zoudt u mij ook kunnen
zeggen of er ui Schoten (nieuw ge
iteen©) een telefoonverbinding in aan.
sluiting met Haarlem komt, of zal ko
men, zoo ja, wuimeer zai dit dan zijn
en zou u üau den prijs per abonne
ment kunnen zeggen wat die vermoe
delijk zai zijn
ANTWOORD, ln sommige gedeelten
is reeds telefoon en is ook telefoon
aansluiting te verkrijgen. Juiste kos
ten kunnen niet opgegeven worden,
wend u tot de directie van het Tele
foonbureau, üniedestraat, Haarlem.
VRAAG. Kunt u mij ook zeggen,
wat de waarde is van een briefkaart
van Suriname van 0.15 met beeltenis
van Koning Willem III, licht bruin
bedrukt?
AN I'W OORD. Wend u tot een verza
melaar of tot den heer Auf der Heijde,
SpekstraaL
VRAAG. Heden zag ik een wagen
door de straten rijden met 5 6 go
slacht© varkens, welk vleesch aan de
huizen verkocht werd. Een vriend van
mij kocht een half varken van 9 kilo
voor 15 cent per pond. Gaat die ver-
kooping uit van liet Openbaar Slacht
huis, Slagersvereeniging of van par
ticulieren
Is de verkoop langs de huizen ge
oorloofd
ANTW OORD. Het vleesch, dat uw
vriend kocht is afkomstig van dieren,
beboerende tot het vee eener boerde,
rij, waai'van de geheele veestapel
moest worden afgemaakt aan het
Openbaar Slachthuis.
De varkens zijn na onderzoek ge
bleken gezond te zijn, doch daar het
eigenlijk nog biggen waren, was het
vleesch niet veel waard en is opge
kocht door een particulier. Een poli.
tie-verordening, die verkoop langs de
huizen verbiedt is ons niet bekenden
het zou ons onbegrijpelijk zijn waar.
om, als de waar goed is, zulks zou
moeten worden verboden.
VRAAG. Ileoft een patroon het
recht om een meisje, dat reeds 2 jaar
bij hem in dienst is als strijkster, op
ataanden voet t© ontslaan, zoo niet,
wait moet Ik doen, of waar heb ik dan
recht op?
Naar het Engelsch door
Barones Orczy.
48)
Wil u eerst naar mij luisteren
zei ze, de zaken staan zoo. Toen de
vertegenwoordiger van de Fransohe
Regeerlng dien nacht in Dover uwe
papieren stal, vond hij daar eenige
plannen onder, die gij of uw leider
wildet uitvoeren ter redding van den
Graaf de Tournay an anderen.
De Roode Pimpernel Percy, mijn
echtgenoot is vandaag zelf voor die
zending op reis gegaan. Chauvelin
weet, dat de Roode Pimpernel esi Per
cy Blakeney een on dezelfde persoon
zijn. Hij zal hem tot Calais vod gen en
daar de hand op hem leggen.
U weet even goed a's ik, welk lot
hem van de Revolutionaire Regeering
van Frankrijk te wachten staat. Geen
tusschenkomst van Engeland van
Koning George zelf zou hem kun
nen redden. Robespierre en zijn vol
gelingen zouden zorgen, dat de tus
schenkomst te laat kwam. Maar niet
alleen dat, de algemeen vertrouwde
leider zal ook onbewust het middel
ziju, om de schuilplaats te ontdekken
van den Graaf de Toumay, en van ai
'l!e anderen, die hun hoop op hem
gevestig 1 hebben.
Zij had kalm, zonder hartstocht en
met groote beslistheid gesproken
Haar doel was dat die jonge man
haar zou vertrouwen en ÏÏeipen, want
zij kon niets doen zonder hem.
Ik begrijp er 1 'ets van, her
haalde hij trachtende tijd te winnen,
om er over na te ienken wat hein te
doen stond.
Och, Sir Andrew u begrijpt mij
wel. U moet welen, dat ik waarheid
spreek. Zie de feiten goed onder de
oogen. Percy is naar Calais vertrok
ken, ik veronderstel naar eem of an
der eenzaam gedeelte van de kust, en
Chauvelin ic hem op het spoor. Hij
is met een postwagen naar Dover ge
gaan, en zal waarschijnlijk vannacht
bet Kanaal oversteken. Wat denkt u,
dat er zal gebeuren
De jonge man zweeg.
Percy zal op de plaats van zijne
bestemming aankomen; onbewust van
het feit, dat hij gevolgd wordt, zal hij
De Tournay opzoeken en de anderen
onder wie Armand St. Just, mijn
broeder is bij zal hen allen opzoe
ken den een na den ander, zonder te
vermoeden, dat de scherpst© oogen
van de wereld a.l zijn bewegingen vol
gen. Als hij zoo onbewust iedereen,
(iie blind in hem vertrouwt, verraden
heeft, ais men hem daarvoor niet
meer nooci'g heeft, en hij klaar ts om
".aar Engeland terug te gaan met
ben, die hij zoo dapper is gaan red
den, dan zullen de deuren van den
val dichtgetrokken worden en hij zal
zijn edel bestaan onder de guillotine
moeten eindigen.
Nog bleed Sir Andrew zwijgen.
U vertrouwt mij niet, zeide ze
hartstochtelijk. O, ziet u dan niet,
dat ik in doodelijken ernst spreek
Man, man, voegde zij er bij, terwijl zij
niet haar fijngevormde handen den
jongen man plotseling bij de schou
ders greep, hem zoo dwingende haar
recht in het gelaat te zien, zeg mij,
zie 'k er uit als het slechtste ding op
de wereld een vrouw, die haar
eigen echtgenoot zou willen verra
den
De hemel zij mijn getuige, Lady
Blakeney, zei de jonge man eindelijk,
daA ik u nooit zulke leelijke motie
ven zou kunnen toeschrijven, maar...
Maar wat zeg het mij... Vlug,
man I... de seconden zelfs zijn kost
baar.
Wil u mij vertellen, vroeg hij
resoluut, en keek haar onderzoekend
in de blauwe oogen, wie Chauvelin
op het spoor bracht van hetgeen u
zegt, dat hij nu weet
Ik, zei ze talm, het is mijn
schuld ik zal de waarheid niet voor
u verzwijgen, want «k wensch, dat u
mü volkomen vertrouwt. Maar ik
had geen Idéé boe zou ik het koo
tten hebben van de identiteit van
den Rooden Pimpernel.... en de vei
ligheid van mijn broeder werd mij
gewaarborgd als ik slaagde.
Door Chauvelin te helpen den
Rooden Pimpernel op het spoor te ko
men
Zij knikte.
Het dient tot niets u te vertellen,
welke middelen hij gebruikte om mij
te dwingen. Armand 's meer dan een
broeder voor mij, en... en... hoe kon
ik denken Maar wij verliezen tijd,
Sir Andrew, iedere seconde Is kost
baar.... in hemelsnaam I... mijn echt
genoot is in gevaar.... uw vriend 1
uw kameraad I Help mij hem te
redden.
Sir Andrew voelde zich ln eene
uiterst moeilijke positie. De gelofte,
die hij tegenover zijn leider en kame
raad had afgelegd, sprak van gehoor
zaamheid en geheimuouding, en toch,
die schoone vrouw, die hem nu vroeg
op haar te vertrouwen, was ongetwij
feld in ernst; zijn vriend en leider
was stellig Ln groot gevaar, en....
Lady Blakeney, zei hij eindelijk,
u beeft mij overrompeld, zoodat ik
niet weet wat mijn pl'cht mij voor
schrijft. Zeg mij, wat gij van mij
wenscht. Wij zijn met ous negentie
nen bereid ons leven op te offeren
voor dat van den Rooden Pimpernel,
als hij in gevaar is.
Dat is op het oogenblik itfet noo
dig, waarde vriend, zal ze droogjes
mijn hersens en vier vlugge paarden
moeten nu aan 't werk. Maar ik moet
weten, waar hem te kunnen vinden
Hoor eens, voegde zij er bij, terwijl
liaar oogen zich met tranen vulden.
Ik heb mij voor u vernederd, ik heb
mijn fout aan u opgebiechtzal ik nu
ook nog mijn zwakheid bekennen
Mijn echtgenoot en tk zijn van elkaar
vervreemd, omdat nij mij niet ver
trouwde, en omdat ik te blind was,
om te begrijpen. U zal moeten toege
ven, dat de blinddoek, dien hij mij
voor de oogen deed, heel dJcht was.
Is het dan zoo'n groot wonder, dat
ik er niet doorheen bon kijken 7
Maar vanmorgen nadat <k hem onbe
wust in zoo'n groot gevaar had ge
bracht, vlei de doek mij plotseling van
de oogen. Als u mij niet wil helpen,
Sir Andrew, dan zal ik toch nog mijn
best doen mijn echtgenoot te redden
toch zal tk nog alles beproeven, wat
in mijn macht staat .maar tk heb
dan veel kans, dat het mij niet gelukt,
dat Ik te laat kom, en dan zou u uw
leven lang berouw hebben en.... en....
ik bleef achter met een gebroken
hart.
Maar, Lady Blakeney, zeide d©
jonge man, geroerd door den zachten
ernst van déze bijzonder mooie vrouw
weet ge, dat hetgeen ge daar voor
telt mannenwerk is U kan n'et
alleen naar Calais reizen. U zou zelf
het grootst mogelijke gevaar 100pen,
en uw kansen om uw echtgenoot te
v'liden al gaf ik u nog zulke goed©
inlichtingen mee zouden maar heel
gering zijn
O, ik hoop dat het niet zonder
gevaar is I fluisterde zij zachtjes.
Ik hoop, dat ik op dfcze wijze boete
zal kunnen doen voor zooveel, dat
ik misdreven heb. Miar ik vrees, dat
u zich vergist. De oogen van Chauve-
lln zijn op u allen ge\estigd hij zal
mij ternauwernood opmerken. Vlug,
Sir Andrew liet rijtuig is klaar,
e«i er »s geen oogenblik te verliezen...
Ik moet hem opzjeken I Ik moet!
herhaalde zij met bijna wilde geest-
kiacht, om hem te waarschuwen,
dat die man hem op het spoor is
Begrijp u dan niet begrijp u niet,
dat ik naar hem toe m oet?... Zelfs
zelfs al zou het te laat zijn orn
hem te redden... om feil minstetot
op het laatste moment.... aan zijne
zijde te zijn.
Heusch, mevrouw, u moet mij uw
bevelen geven. Met vreugde zou ik of
een van mijn kameraden het leven
voor daA van uw echtgenoot opoffe
ren. Als u zelf wilt gaan....
Maar, vriend, begrijp je dan niet
dat ik krankz'nnig zou worden, als
ik je zonder mij liet gaan
Zij stak haar hand naar hem uit.
Wil u mij vertrouwen
Ik wacht uw orders, zeide hij
eenvoudig.
(Wordt vervolgd).