ft
DO UW1 TT DOCIOT KCÜ* USST ■1JII TW*
CA daar zag hij een kort stukje ket
ting aan heit knoopsgat hangen.
De duivel hole dien vent, riep hij
spijtig uit, hij moet het hebben geno
men, toen hij mij aangeraakt heeft én
mü \Vtelde, dot wij hem jong moes-
,ton vangen. Kom binnen, lieveling.
Ik moet Je een buitengewoon vreemde
goschiedenis vertellen en onder de ge
geven omstandigheden gun ik het den
vent, die het gestolen heeft.
SP. cj
De gestoorde uitvoering
Hot was er recht gezellig In de kof
fiekamer van de boerenherberg „Het
vette varken" te Achterburg. De groo-
te petroleumlamp, net snorrende ka
cheltje, de ronde tafel met ouderwet-
schen pijpenstandaard, die zelfvolda
ne gezichten van ile boerenzoon* en
boerenknechts, dat alles gaf aan het
geheel een beeld van gezelligheid, dal
in schril contrast was met den guren
wind en de koude regenvlagen, die
bulten hoogtij vierden en duidelijk
bewezen, dat November in aantocht
was. De kastelein had druk werk met
zijn klanten van bier, „grenadden" of
„klaore" te voorzien en hoe langer
hoe meer geraakte het gezelschap in
een feestelijke stemming.
Er was dan ook wel reden om ver
blijd te zijn. Reeds lang hadden de
dorpsbewoners geklaagd, dat er in
het dorp nooit iets te doen was ter
wijl In andere dorpen in de buurt
nog eens variaosi© is. In Polderburg
hebben ze een „mesuekvereeniging",
in Kamperoord heeft meester een
zangclub opgericht, in Vetkamp
„speulen ze af en toe kemedi"maar
hier in Achterberg is niets van dien
aard „nooit gewèst".
Vooral „de deerns" vonden „'t bar
vervelend", en hoog tijd werd het, dat
in dien toestand eens verandering
werd gebracht. Die verandering zou
nu komen. De schoolmeestert edn
man, die niet alleen liefde voor zijn
kinderen had, doch ook de oudere be
woners van het dorp graag ter wille
was, had het plan opgevat, een too-
neelclub op te richten, waardoor hij
ook In Achterburg meer gezelligheid
hoopte te brengen.
In „Het vette varken" had hij heden
een twintigtal jongelingen bijeen la
ten komen, om tot oprichting over te
gaan en nu wachtten zij de komst
van „meester" af, den tijd doodend
met een of ander „spulletje".
Daar laat de oude Friesche klok
zeven slagen hooren en op hetzelfde
oogenblik gaat de buitendeur opei en
treedt de dorpsgeleerde de gelagkamer
binnen. De jongelingen, die op zijn
komst gewacht hebben, werpen een
laatsten blik op de kaarters, die, na
meester gegroet te hebben, rustig
doorspelen, terwijl eerstgenoemden
den onderwijzer volgen naar een zoo
genaamd opkamertje. Hier is zaakje
gauw beslist. Allen zijn het mei den
meester eens, dat het tot stand bren-
Èen van een tooneelclub voor Achter-
urg wenschelijk zou zijn, en ieder is
gaarne bereid zijne medewerking te
verleenen.
De club wordt dus opgericht, en op
voorstel van den meester gedoopt met
den deftigen naam van „Concordia
Inter Nos". Eerst voelde men niet
veel voor zoo'n vreemden naam, maar
toen meester de betsekenis verklaard
had en op de noodzakelijkheid had
gewezen, dat er „Eensgezindheid on
der ons" moest zijn, wilde men tot
goede resultaten komen, had nie-
"nand meer eenig bezwaar, te meer,
daar men in het dagelijksch leven al-
een maar de beginletters behoefde te
noemen, om te weten wat bedoeld
werd.
De vereeniglng „Concordia inter
nos" of kortweg „Cin" of „Kin", was
dus opgericht. Aanvankelijk telde zij
20 leden, doch de nfcester had zich al
spoedig genoodzaakt gezien, een vijf
tal hun congé te geven, daar uit hen
met den besten wil van de wereld geen
fatsoenlijke corned!anten te maken
waren. Enkele blijspelen waren ln
studie genomen. In den Vasten
avond-tijd zou „Kin" voor de eerste
maal een uitvoering geven en Achter
burg zou niet langer bij Polderburg,
Kampoord en Vetkamp behoeven ach
ter te staan. Hoe deze tooneei vereeni-
ging bij de Achterburgers ontvangen
werd Gedeeltelijk goed, gedeeltelijk
met wantrouwen en gedeeltelijk met
le ede oogen.
De eersten waren vooral de familie
leden en de comedian ten en zij, die
wel van een lolletje hielden, de twee
den waren de meer bejaarden, d'ie
alles wat nieuwerwetsch is, met wan
trouwen gadeslaan, dus ook deze uit
vinding van den onderwijzer uit „den
booze" achtten, en de derde categorie
bestond uit jongelieden, die meenden,
dat meester ook hen zou vragen, doch
niet gevraagd werden. Dat de veree-
riiging bij haar plannen voor de toe
komst met de beide laatste soorten
van menschen moest rekening houden
behoeft geen betoog. Alles wat moge
lijk was om de jonge verceniging te
dwarsboomen, werd natuurlijk ge
daan, doch moedig doorstond „K:n"
die tegenkanting en het scheen of zij
geen vait op haar had.
De ergste vijanden waren de jonge
lieden, die vast gehoopt hadden, dat
meester ook hen op de planken zou
voeren, doch tn die meening bedrogen
waren.
Onder aanvoering van den zoon van
een welgestelden boer, Dirk Harmsen
genaamd, hadden zij zich vereenigd.
en besloten, de eerste uitvoering var>
„Concordia" te doen mislukken, het
mocht kosten wat het wilde. Vooral
Ilarmsen was over de bestaande ver
eeniging vrceselijk gebelgd, hij toch
had gehoopt, dat meester hem zeker
er bij nemen zou, hij, de zoon van
don eersten boer van Achterburg.
Hij had voorzitter er van moeten
zijn in plaats van weggejaagd te wor
den. „Neen, Harmsen, jou kan ik niet
gebruiken, 't Spijt mij wel, jongen,
maar van jou is niets te maken", had
meester gezegd, toen hij zich aan
meldde. Hoe durfde meester zoo iets
te zeggen tegen hom!
't Was schande.
Jongens, we zullen dat dien
schoolvos betaald zetten. Hij zal er
van lusten. Geen steek mag er van de
nitvoering terecht komen, of mijn
naam Is geen Dirk Harmsen meer,
Beide hij op zekeren lag, toen hij zijn
geheel complotje bijeen had.
je new goea praten, Dlrfc, maar
hoe dat aan te leggen antwoordde
er een uit het groepje, een noon van
een d agio oner, die niet bij de club kan
komen, omdat hij niet lezen kon.
Ja, daar moet ik eerst nog eens
over nadenken. Zoo iets sghudt men
maar niet in eens uit zijn mouw.
Mij dunkt,meende een ander,
als wij eens bij* de uitvoering kabaal
gingen maken, dal w niet dooi kon
den spelen
Om don door den veldwachter er
uitgezet te worden en een proces-ver
baal op te loepen. Ik dank je, ant
woordde een vierde.
Als wij dan eens....
Neen, jongen, onderbrak Dirk
den spreker, dat moetan wij niet doen
Ik geloof, dal ii een beter plan heb
Ho* hot in elkaar zit, zal je later wel
zien. Ik moet er eerst zelf nog eens
goed over nadenken of het wel gaat,
zonder de politie er in te betrekken
want die moeien, wij er buiten houden
natuurlijk. W$ hebben ook nog tijd
genoeg. Over twee maanden is het pas
vastenavond en dan zal „Kin" van
den aardbodem verdwijnen.
Na deze met groote beweging, ge-
spi oken woorden van hun Leider, gin
gen de „samenzweerders" uiteen, el
kaar belovende, dat zij na acht dagen
in Hei velt© Varken" wederom zouden
saroenkonien, om verder meer vaste
re, pianme© Vs beramen.
Het Is acht dagen later. Wederom
staan in „Het vette Varken"' eeaiige
toeschouwers bij de tafeltjes der
kaartspelende boeren te kijken. Het
zijn nu niet de ledeD van „Concordia'
doch hare heftigste vijanden, die de
komst van hun aanvoerder afwach
ten, om straks haar doodvonnis te
teekenen Precies 7 uur treedt Dirk de
herberg binnen en. ©en zestal perse
nen scheiden zich van de overigs be
zoekers af en volgen hun voorman
naar het opkamertje, waar Concor
dia twee maanden geleden was op
gericht.
Nauwelijks waren zij gezeten, of
Dirk Harmsen neemt het woord en
zegt ongeveer het volgende:
„Mannen, ik heb er ernstig over na
gedacht, hoe wij ons kunnen wreken
op de tooneelvereeniging, waarvan
we geen lid kunnen worden. Dat wre
ken moet zóó geschieden, dat de eer
ste uitvoering geheel in duigen valt.
De Achterburgers moeten nog lang
na die uitvoering er niet aan kunnen
danken, zonder in een lach te schie
ten over de mislukking er van. We
moeten echter zorgen, dat wij niet in
aanraking komen met de politie. Ik
heb daarom een plan gevormd, dat
ons zeker de zegepraal bezorgen zal,
doch dat ik u op het oogenblik nog
niet kan mee doelen, daar de minste
ruchtbaarheid het plan in duigen kan
doen vallen. Maai" een en ander kost
geld. Na ingewonnen inlichtingen is
mij gebleken, dat het geheele zaakje
vijftien gulden kosten zal. Zelf zal ik
daarvan tien gulden betalen. Geven
jelui samen de rest."
Deze reae, die met horten en stooter
werd uitgesproKon, werd mei groote
belangstelling gevolgd, doch bij liet
slot klonk een ontevreden gemompel
door het vertrek. Na een poosje vatte
een hunner het woord:
Ja, maar Dirk, da's toch al te
gek, geld geven en niet eens weten
wal er gebeurt.
Her moet toch, Hendrik. Als ik
hier zeg, wat ik van plan ben, dan
komt misschien „Kin" er achter en
dan neemt zij L_,ar maatregelen.
ijetpmaansche, noowet vrfamSeo eft
vijanden heeft. De vrienden dankte
hij voor den steun en de medewer
king en de vijanden hoopte hij heden
avond tot vrienden te maken. Na en
kele korte mededeelingen verliet
meester het tooneei en een opgewekt
stukje shwieoMiaek opende dt bijeen
komst.
Harmsen, die mei zijn kornuiten
achter tn de zaal zat, merkte wel, dat
meester, toen hij over vijanden sprak,
hem aankeek een toen meester uitge
sproken was, wendde hij zich tot een
hunner en zeide:
Hij zal toch leelijk op zijn neus
kijken, straks met zijn vrienden en
vijanden.
Ja, maar wat moet er straks ei
genlijk gebeuren?
Nou, ja, dat zal je zoo wel zien.
't- Zal je best meevallen. Dat zaakje
marcheert...
Een herhaald bellen onderbrak hun
gesprek en voor de tweede maal ging
het scherm op. Het blijspel begon met
een monoloog van een student, die
een echt studentenleven geleid had,
en nu Inziet dat dit op den duur niet
is vol te houden. Hij maakt het vaste
voornemen, ernstig aan de studie te
gaan. Terwijl hij zijn half dramati
sche alleenspraak voordraagt, wor
den plotseling ln de zaal verwarde
klanken gehoord en ieder doet zijn
best al luisterend de herkomst er van
op te jporen. Het schijnt een root'
muziek te zijn. dai. .-ri nadar en na
der komt.
De toeschouwers word er. ©enigszins
onrustig, doch met vastheid blijft de
student in zijn rol on voltooit zijn scè
ne tot het ©inde toe. De vreemde to
nen hebben opgehouden <m het pu
bliek begint te m?cnen dat dit bij het
spel hoorde. Daar verschijnt zijn huis
knecht, die hem zijn ontbijt brengt,
doch op hetzelfde oogenblik word'
ook de muziek weer gehoord, nu ech
ter niet van verre, doch in de onmid
dellijke nabijheid en met volle kracht
geaccompagneerd door groote en klei
ne trom en pauken. Maat rit er ech
ter geheel niet ln, ook schijnen het
geen speciale „stukjes te zijn.
Het lijkt veel op draai orgelmuziek,
doch niet van één, maar minsten?
van drie orgels, die elk verschalend*
melodieën speelden, 't Was een lever
,dat hoorer en zien verging" en door
spelen onder deze om stand 'gheder
was onmogelijk. Hei scherm viel da?'
ook en ieder spoedde zich naar buiten
om te zien, waar die vreemd soartigif
muziek vandaan kwam. Het spel had
opgehouden en overal heerschte eer
doodsche stilts als bij een diepe du:s
ternis. Voor de deur op den weg, ner
gens zag men :ets, waf op een draai
orgel geleek. Brommend over deze
stoornis Inspecteerde de onderwijzer
nogmaals den weg en den berm maar
niets bijzonders bemerkend, verzocht
hij het publiek wear binnen te komen,
opdat de uitvoering kon voortgezet
worden. Niet lang behoefde men te
wachten of -daar ging het belletje
weer, het scherm werd opgetrokken
en het onderbroken spel werd voort
gezet.
Nauwelijks echter had de bediende
het ontbijt klaargezet én wilde hij
een gezellig samenspraakje met zijn
meester beginnen, of hetzelfde orkest
van den eersten keer viel met helsch
- Je tót ons toch „tot 'voor klap- laWaal ia' Eot,dat w0?rd. Tf
pers aan? verstaanbaar was. Daar vliegt plot-
Neen. Maar toch Is voorzichtig
heid hier de aangewezen weg. Hier
zijn de tien gulden, een van jelui mag
ze gerust bewaren, als je mij niet ver
trouwt, maar de rest betalen jelui.
Hoewel met tegenzin, werden de
ontbrekende vijf gulden voor de wraak
geofferd. Harmsen deelde nog mede,
dat hij gehoord had., dat de uitvoering
zou plaats hebben op Vastenavond-
Zondag en hij verzocht alle aanwezi
gen naar die uitvoering te gaan,
waarna de bondgenooten elkander
verlieten.
Onder het heengaan wipt© Harm
sen nog even naar een daggelder en
fluisterde hem in het oor:
't Blijft dus afgesproken, Kool
man, voor vastenavond-Zondag huur
;k je schuurtje voor vijf gulden.
Langzaam, zooals dat alleen op het
platteland geschiedt, kroop de i&nge
winter voorbij en eindelijk brak het
vroege voorjaar en daarmede de vas-
ten-avondtijd aan. Concordia inter
•ios had Ln de wintermaanden flink
bestudeerd en gerust kon de avond
van de uitvoering verwacht worden.
Mie spelers kenden hun rollen op een
reeling de meester, rood van kwaad
heid, van achter de schermen het
toocneel op en schreeuwt boven het
lawaai uit, dat ieder rustig op zijn
plaats moet blijven; hij zelf zal alleen
naar buiten gaan en zien, waar dit
speotake! vandaan komt. Met een
paar sprongen is hij van het tooneei
af en buiten en nu is 't geheim opge
helderd. Uit een klein schuurtje, toe-
behoorend aan een daggelder klinken
lustig de tonen van een wals, een
marsch en een ouverture door elkaar.
Do meester vliegt er heen en voor
de deur staan Harmsen met zijn vrien
den, die na de eerste onderbreking
niet teruggekeerd waren, op post. Nu
begrijpt de leider van Concordia al
les. Bulderend roept hij Dirk toe:
Wat beteekent dat, zeg, wat is
dat?
Muziek, antwoordde deze droog-
les.
Dat merk ik voor den drommel
ook. 't Is het muziekje wel. Heb jij
dat hier besteld?
Ja
Dan wil je dat zeker wel even
stop zetten, nietwaar?
prikje, «n van zenmven Mluwn mm I 01 ln, 'et ««N61 °let
iet vee! last te hebben. De verkoop GOOdI d? ï®rder Iien'
van kaarten Ring onk uitstekend. Het No« b') tg"**
scheen dus, alsof niets de uitvoering i paat h,) weeI de harberg om
storen zou.
Zoo brak eindelijk de langverwach
te Zondag aan. Ieder was er vol over
wat men des avonds zou te zien krij-
ren. De koffiekamer van „Het vette
Varken" was tot concertzaal inge
richt, terwijl in den hoek een klein
'ooneeltje was opgeslagen, 't Liep al
aardig naar zes uur en langzaam aan
vulde de zaal zich met bezoekers.
Vooral het jonge volkje was flink
opgekomen en menige deem was ln
even later met den veldwachter terug
te keeren.
Harmsen, zegt deze, hebt jij or
der gegeven tot die mooie muziek?
Dat zal de meester wel reed6
voor mij gezegd hebben. Ja, ik heb
die drie orgels hier besteld.
En weet de eigenaar van het
schuurtje dat?
Ik heb het hem niet gezegd. Maar
dat behoeft ook niet. Ik ben de huur
der. Alsjeblief.
Harmsen liet den verwonderden
ifwachting, hoe „haor joeng" die veldwachter een huurcontract zien,
„kemediespeelderij" er zou afbron- waaruit bleek, dat hij dat schuurtje
'«mi. voor een dag gehuurd had.
Juist had de Friesche klok aan ge-j Nu men langs wettelijken weg de
kondigd, dat het zes uur was of een 1 muziek niet kon doen ophouden, pro-
mzichtbaar belletje rinkelde, het beerde men tot een vergelijk te ko-
tooneelscherm werd opgetrokken en men, doch de eenige voorwaarde,
meester zelf verscheen op de planken, waarop Harmsen de orgelmuziek wil-
Tn een keurige rede schetste hij, 1 de doen ophouden was, aanneming
waarom Concordia inter nos was op-van hem en zijn vrienden bij de too-
gericht en toonde tevens aan, hoe neelvereeniging. Wilt u dit toestaan?
deze vereeniglng, evenals al bet an-'vroeg Harmsen.
De* nooit! En nu Je *00 begint,
JüS geen geval I
Ook goed, dan laat Ik nog eens
opnieuw draalen. Vooruit Jongens,
wie het 't langste volhoudU
Met vernieuwd© kracht begonnen
de orgelmannen te draalen en dezelf
de verwarde muziek van eerst ver
brak weer de stilte, die een oogenblik
was Ingetreden.
Van doorgaan der tooneei uitvoe
ring kon natuurlijk geen sprake zijn;
deze werd tot nader orde uitgesteld.
„Concordia inter nos" le door dit
incident niet „over den kop" gegaan,
doch een bloeiende vereeniglng ge
worden. Alleen Harmsen en de zij
nen zijn veel in de algemeene achting
gedaald.
^Centr.)
DE BEIDE GROOTSTE
LEUGENAARS.
Gedurende den in het jaar 1898 tus-
schen Spanje en Amerika gevoerden
oorlog diende ook de Ier Michaels in
het Amerikaansche leger Het beviel
hem daar volstrekt niet en hij koester
de daarom den innigen wensch vrij
van dienst te worden en naar huis te
kunnen gaan. Eindelijk viel hem eep
reddende gedachte in en hij nam de
vrijheid met zijn overste te spreken.
Nu, wat heb je op Je hart, Mi
chaels vroeg de overste.
Ja, overste, de kwestie is deze.
Ik heb er thans bitter berouw over,
Jat ik mij heb laten aanwerven, be
gon Michaels. Ik had een glas te veel
■/©dronken en liet mij overhalen, zon
der aan de mijnen thuis te denken,
foon ik wegtrok, moest ik vrouw en
kinderen, bijna zonder een dak boven
liet hoofd, achterlaten. Vandaag kreeg
ik een brief van mijn vrouw, waarin
/.ij klaagt, dat het haar slecht gaat.
Zij, zoowél als de kinderen, moeten
longer lijden. En daar zij niets ver
liet 11 kan en ook niet geleerd heeft,
schrijft zij, dat het mijn plicht is te
rug te komen.
Maar mijn goede Michaels, dat
'ladt je eerder moeten bedenken. Ik
kan je echter misschien wel eenigen
:ijd verlof geven.
Neen, overste, dat is niet vol
doende, ik nioet mijn ontslag hebben,
erzekerde Michaels.
De overste dacht eeaige oogenblik-
ken na en zei toen
Je zegtt dus dat je vrouw wenscht
lat je naar huis terugkeert
Ja, overste, zoo is het, en boven
dien is zij ernstig ziek en als ze nu
sterft voor ik terugkeer, dan zal ik
iet nooit te boven komen
Toen nam de overste een brief uit
rijn zak, opende hem en zei
Het spijt mij, Michaels, dat je
nij om den tuin tracht te leiden. Ik
had nooit kunnen denken, dat je me
7,00 zoudt bedriegen. Hier heb ik na-
nelijk een brief van je vrouw ze
schrijft mij, dat je haar verzocht hebt
nij te willen schrijven om je vrij te
sten. Zij schrijft, dat je haar, toen je
thuis waart, slecht behandeld hebt, en
lat ze blij was, dat ze je kwijt was.
Het gaat haar zeer goed en ze meent,
lat het voor haar en de kinderen het
beste is, als ik je hier in de compagnie
houdt en een ordelievend mensch van
ie maak
Schrijft mijne vrouw dat werke-
ijk vroeg Michaels.
Ja, dat schrijft ze, antwoordde
de overste streng.
In gedachten zijn muts tusschen de
handen draaiend, stond daar de sol
daat. Eindelijk zeide hij
Overste, zou u mij veroorloven,
eens iets te zeggen, alsof u mijns ge
lijke waart en niet mijn meerdere
Nu, vooruit, schiet op 1 Wat heb
je op het hart
Toen haalde Michael diep adem en
antwoordde, terwijl er een lachje over
zijn gezicht trok
Overste, ik wilde alleen zeggen,
dat de beide grootste leugenaars ter
wereld hier in deze tent staan. Ik heb
in 't geheel geen vrouw.
ONGELOOFLIJK PLICHTSBESEF.
Een bijna ongelooflijk staaltje van
starre opvatting van het nakomen
van schildwacht-consignes leest men
in het „Berl. Tgbl." Den 23en Decem
ber van liet vorig jaar was de land
eigenaar Bromkowen gaan schaatsen
rijden op het meer hij Sensburg. Op
een gegeven oogenblik brak het ijs en
viel hij er door. In de onmiddellijke
nabijheid daarvan siond een schild
wacht, die te hulp geroepen werd
De schildwacht, die van de gedachte
uitging, dat hij zijn post onder geen
voorwaarde mocht verlaten, bleef
waar hij was en liet hem maar roe
pen.
De ongelukkige bood hem toen 300
later 1000 M. aan. Vergeefs, de schild
wacht bleef waar hij stond.
.Te man verdronk
Natuurlijk dat het blad hetwelk dit
verhaal van geloofwaardige zijde
heeft, den handschoen opneemt voor
een minder star, menschelijker opvat
ting van het naiomen der consignes.
IS HET PAARD AANGEWEZEN
OM TB VERDWIJNEN
We lezen in de „N. S."
Dikwijls Leest men nog allerlei vrij
dwaze verhalen over het paard, dat
als aangewezen schijnt, om van onze
aarde te verdwijnen. Juist die al ar
mee ren de berichten zijn aanleiding
geweest, dat men het standpunt van
het paard wat nader is gaan beschou
wen.
Professor Nelson, in Amerika,
een specialiteit op landbouwgebied,
schrijft, dat van 1887 tot 1903 een pe
riode op onzen wereldbol Intrad,
waarbij het vervaardigen van omni
bussen en tramwagens, door mecha
nische kracht in beweging gebracht,
zich zeer ontwikkelde en het aantal
rijwielen, motorrijwielen en automo
bielen stérk vermeerderde, terwijl het
aantal paarden voor dit tijdvak over
een gelijk aantal jaren van 12,-496,744
op 16,081,130 is gekomen, waaruit
valt af te leiden, dat, hoewel het ge
bruik van paarden verminderde, het
aantal niettemin vrii sterk is vooruit
gegaan. Gedurende bovenbedoeld tijd.
vak is do waarde van paarden echter
wel verminderdde gemiddelde ver-
koopswaarde werd teruggebracht tot
240 a 360 francs per stuk. Toch bracht
deze waardevermindering niet minder
paarden op de jaarmarkten, hoewel
door eleotxiciteit voor tramwagens, 't
gebruik van rijwielen, motorrijwielen
en automobielen minder paarden be-
noodigd waren. De waardeverminde
ring is eigenlijk een gevolg van alge
meene omstandigheden, daar toch
ook ander© dieren, als muilezels, muil
dieren en koeien bijvoorbeeld, 30 tot
40 in prijs verm Lu ierden. Het is
oen onomstootelijk feit, dat de vraag
in België naar goede raspaarden niet
afneemt, doch vermeerdert. Bij de
laatst gehouden publieke verlioopin-
gen van paarden constateerde men
een goeden afzet. De automobiel
schijnt dus geen tegenstander van het
paard te worden, al volt er minder
gebruik van paarden te constateeren
dan vóór de spoorwegen en het rij
wiel er waren. Hoewel dus verscheide
ne automobilisten als het ware den
dood van het paard voorspelden, ge
looft professor Nelson, dat de auto's
integendeel het aantal paarden eer
der zullen doen toenemen. Het auto
mobilisme gewent ons aam veelvuldi
ge en snelle verplaatsing en dit leidt
tot aankoop van ©ok zeer vlug
ge paarden. De statistiek toont aan,
dat het aantal in België geboren en
opgevoede paarden gedurende de
laatste jaren aanmerkelijk is toegeno
men, terwijl de prijs op de Brussel»
sche paardenmarkten eerder hoogey
is geworden, en dat in een land, waar
ook de automobielen een zeer belang
rijke rol spelen. Goede raspaarden
worden er thans 15 A 25 hooger ver
kocht dan 10 jaar geleden.
Londen is een van de eerste steden,
die zich op mechanische vervoermid
delen hebban geworpen, door het aan
schaffen van automobielen en motor-
omnibussen voor personen- en goede,
renvervoer, en hot 'aantal paarden,
voor enkele jaren 10,000 A 12,000 is nu
meer dan 15,000. In Parijs was het
aantal paarden 10 jaar vóór do op
richting van den bekenden Métropoii-
tain (ondergrondschen electrischen
spoorweg) van de gezamenlijke ornni-
bus-maatschappijon 100,000 thans cir»
ca 14,000.
DAMRUBRIEK-
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
PROBLEEM No. 23 VAN MlèGE.
§1
Jl -f
m
m.
m
if
m
--
m
W.t.
§1
JË
s
ifl
HP
§gg
S-
f
ÉS
//rnt
h-x
iSlf
m 1
J
47
43
4»
ÓU
"Wit
xwart schijven op 2, 7, 8, 9, 11, 13,
14, 19, 23, 24, 28. 29, 33 en 34.
Wit schijven op: 21, 25, 27, 31, 32,
35, 37, 38, 41, 42, 43, 44, 45 en 4y.
Oplossingen worden ingewacht
uiterlijk Woensdag 10 Februari 1909
aan het adres van den heer J. Meyer,
Kruisstraat 34, alhier.
Oplossing van Probleem No. 20 van
den auteur A. D. Querido
Wit 44 - 39, 27 - 32, 47 - 42, 39 - 34,
25 23, 46 - 41, 16 - 11, 11 4
Wij maken den auteur ons compli
ment voor dit in ieder opzicht zeer
schoon probleem.
Goede oplossingen ontvangen van
de heeren *R. Bouw. J. Jacobson Azn.,
W. j. A. Matla, W. J. Boli/inendo
46 47
Wit
Stand uit een gespeelde partij tus- schem de heeren B. en K.
Zwart schijven op6, 9, 10, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 20, 23, 24 en 25.
Wit schijven op 26, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 38, 39, 40, 43, 44 en 45.
ln dezen stand speelt wit 32 - 27, waarop zwart ondoordacht 17 - 22
laat volgen en wit de partij a. v. beslistewit 23 - 29, 43 - 38, 39 8,
27 - 21, 31 131
HET RECHT VAN SLAAN.
Bij het slaan heeft de dam meer
recht dan de schijf, de laatste mag
slechts éen open ruit passeeren, ter
wijl de eerste er zoovele tegelijk mag
overslaan, ais zijn ingenomen lijn dit
toelaat. Hierdoor krijgt de dam steeds
gelegenheid om nieuwe slaglijnen in
te nemen en stukken te slaan, welke
met een slagschijf niet kunnen bereikt
worden. Wij zulien dit met een prac-
tisch voorbeeld nader uiteenzetten.
Plaats op het bord
Zwairt schijven op11, 12, 18, 38, en
'i3
Wit schijven op 9, 14, 21, 24, 28 en
31.
Wij nemen aan, dat zwart moet
spelen en ais len zet 43 - 48 laat, daar
hiermede de witte schijven terstond
in gevaar gebracht worden. Immers,
indien wit zijn schijf 31 tracht te be
waren, door haar op 26 te brengen,
zou zwart zijn twee onderste schijven
ook spoedig op de damlijri brengen en
weldra in staat zijn een enorme
kracht op het tegensjoel te ontwikke
len.
Laten wij nu het damhalen op 48
eens aandachtig beschouwen, om te
zien, wat daaruit voortvloeit.
Na zwart 43 - 48 komt de beurt aan
wit. Echter, voor dat deze speelt on
derzoekt hij nauwkeurig den stand
van het spel, en hij bemerkt dan, dat
zijn schijf 31 juist voordeel kan aan
brengen, indien hij deze laat staan.
Ook komt hij tot de ontdekking, dat
op de ruit 3 een best veld wordt inge
nomen; hij speelt dus den zet 9 - 3.
Zwart moet hierna slaan en is ver
plicht, elk los staand vijandelijk stuk,
dat door zijn dam kan bestreken wor
den, weg te slaan; hij slaat dus
48 26, daarna 26 17 en 17 33.
I-lierna bevindt zich nog een slaan-
baar stuk op de thans ingenomen
slaglijn, hetwelk eveneens moet ge
slagen worden, terwijl de dam zich
daarna zou kunnen plaatsen op de
ruit 15, Indien het damreglement hem
niet verplichtte, de meeste stukken te
slaan. Hij moet dus met denzelfden
slagzet ook over de schijf 24 op de ruit
20 en van daar nogmaals over de
schijf 14 slaan, en zich daarna plaatr
sen op de ruit 9, waarna de geslagen
schijven worden weggenomen.
Indien zwart zich nu eens had ver
gist en b.v, zijn dom op 15 had neerge
zet en losgelaten, wat zou er dan moe
ten gebeuren Wel, d.e tegenspeler
zou liem spoedig wijzen op het dam
reglement, dat zegt: „de meeste stuk
ken moeten geslagen worden".
Maar, indien deze vergissing nu
eens in het voordeel van wit ware ge
weest, wat moest dan geschieden?
Wit zou hem dan gewoonweg dwin
gen, zijn dam op 15 te laten staan,
want art. 6 van datzelfde damroyle-
rnent zegt ook„siaat de speler bij
Vergissing minder stukken, dan kan
de tegenspeler vorderen, dat dit zoo
blijve".
Hij kan dus vorderen, maar is er
niet toe verplicht, terwijl de speler
v er p 1 i c h t is de meeste stukken te
slaan. De tegenspeler heeft alzoo het
recht om in dergelijke gevallen zijn
eigen belang op den voorgrond testel
len. En dit is billijk, want war© hij
verplicht het eenmaal losgelaten
stuk te moeten laten staan, en kon hij
de fout niet doen herstellen, er zou
den-helaas maar al te veel vergissin
gen plaats vinden.
Na herplaatsing van den zwarten
dam op ruit 9, komt de beurt weder
aan wit, en deze is nu in de gelegen
heid om op twee manieren een ge
lijk aantal stukken te slaan. Hij kan
zoowel over de lijn 3 - 25 als over die
van 3-26 vier stukken slaan, en is
hierom verplicht vooraf goed te onder
zoeken welke siagzet hem het beste
resultaat oplevert.
Om op de snelste manier te kun
nen winnen, moet de lijn 3 - 25 inge
slagen worden, daar na den slag
3 13, het tegenspel vrijwel krachte
loos is gemaakt, en bijna niets meer
kan uitrichten. Toch is de winst ook
te bekomen langs de lijn 3 - 26, maar
dan blijft er nog een min of meer las
tig naspel over, waarbij menig pas-
beginnende van den goeden weg zou
kunnen geraken.
Wij zullen dit naspel niet veraer
ontleden, maar ter beoefening aanbie
den. Zij, die met een weinig studied©
winststelling langs dien moeilijken
weg tot stand brengen, zullen daar
van ook een zeker genot hebben.
Het vervolg op onze gewone Cause
rie kan wegens plaatsgebrek deze
week niet opgenomen worden-