HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
Uit de Omstreken
Onze Lachhoek.
OM ONS HEEN
Ih'bUlLLblüiN
De Roode Pimpernel
WOENSDAG 8 FEBKÜARI 1909
Is de bietsuiker zoowat tiet troetel
kind van alle wetgevers geworden
alle landen zijn ze gaan beschermen
om die industrie aan te moedigen, zijn
sommige landen zelfs premies op den
uitvoer gaan uitloven
„Die zijn nu toch Immers afge
schaft
„Ja 't werd ook te malde landen
loken wel tegen elkander op ie bie
den met die premies, totdat ze er ein
delijk in 1903 zijn afgenomen, dat wil
zeggen, dat de landen er toe over zijn
gegaan, een einde te maken aan het
uitloven van premies op suiker, die
werd uitgevoerd."
Een andere bijzonderheid betreft de
qualiteit van de bietsuiker. Over 't al
gemeen wordt verondersteld, dat deze
Iets anders is, iets minder namelijk,
dan rietsuiker. Wel een broer van de
rietsuiker, maar dan toch een jon
gere, die nog met een sportblouse
loopt, terwijl zijn oudere broêr met
een dubbele boord en een gekleurde
das den beer uithangt.
Maar de heer Van Rossum brengt
ons tot andere gedachten.
„Laat ik u nog op een misverstand,
dal tot allerlei begripsverwarring aan
leiding geeft, wijzen. De menschen
denken altijd nog, dat r i e tsuiker
en b i e tsuiker verschillen, dat het
verschillende suikers zijn en zoo meer.
Men boort ook wel eens zeggen, dat
bietsuiker minder zoet dan rietsuiker
zou zijn en dat de kristallen van biet
suiker grooter en grover dan die der
rietsuiker zijn..... Allemaal wanbegrip
en misverstandLaat ik u maar
dadelijk zeggen, dat die kristallen
niets met bet riet of de biet te maken
hebben die kristalvorming geschiedt
in de raffinaderijen..... zooals de sud-
ken hier de fabriek verlaat, komt ze
niet in den handelvan hier gaat ze
naar de raffinaderijen, waar ze eerst
weer opgesmolten en verder behan
deld wordtdatzelfde gebeurt ook
met de rietsuiker uit Indië of waar
vandaan ook.... die komt daar óók te
recht en wordt daar op dezelfde wijze
behandeldJe kunt dus net zoo
goed bij de rietsuiker gr bote en kleine
kristallen hebben als bij de bietsuiker;
dat ligt aan de raffinaderijen... Daar
aan kan je het verschil tusscben biet
en rietsuiker dus niet zien.... Maar
bovendien, er is geen verschilr i e t-
suiker is precies hetzelfde als b i e t-
suiker, en omgekeerd; het is hetze'f-
de produktEn dat is duidelijk
ook.... Men was gaan zoeken naar
r i e tsuiker en. beeft getracht ze in een
andere plant dan het suikerriet te vin
den. Maar men zoekt naar r i e tsui
ker, dóór komt 't op aan. En die
heeft men toen gevonden in de biet.
Als men dat maar wistZoo zit 't
in de bladen van de biet ontstaat of
zet zich dextrose af en die dextrose
gaat door de bladstelen naar den
eigenlijken wortel en ondergaat daar
een omzetting, die haar tot riet
suiker maakt. Het is dus voor bet
suikergehalte van de biet van veel
belang, dat ze van veel en groot loof
is voorzien...."
Daarmee gaat dus het standsver
schil tusscben riet- en bietsuiker ten
grande.
En ten slotte nog een woord over de
persoon van den heer Van Rossum
„Een ieder echter, die met den heer
Van Rossum in aanraking komt, ge
tuigt dat 't aangenaam is om met hem
samen te werken, omdat hij, behalve
prettige omgangsvormen, ook de gave
bezit om in de opinies van anderen te
kunnen komen. Daarbij beeft hij een
opgewekt humeur, dat zelfs door de
grootste drukte niet in de war wordt
gebrachtwanneer men hem in den
hurrietijd .der campagne, als de fa
briek nooiit stilstaat, maar dag en
nacht doorwerkt, wanneer hij steeds
op zijn post en onafgebroken bij het
werk aanwezig is, 's ochtends vroeg
of 's avonds laat ontmoet, dan zal
men hem nimmer aantreffen als de
man, die kortaf of kregelig is van
vermoeidheid, maar steeds als de man
van gelijk humeur, die zich nooit
schijnt te haasten, maar study-aan
doorwerkt, stapels werk verzettend.
Zakenmenschen, die liem goed ken
nen, waardeeren in hem ook een bree-
den blik en een optimistisch en aard.
En die aard is 't, welke hem nooit
ontmoedigd voor moeilijkheden doet
staan, maar hom veerkrachtig en
werklustig doet blijven hij behoort
tot die gelukkige en benijdenswaardi
ge karakters, die, wanneer zij een
obstacle op hun weg ontmoeten, er
onmiddellijk schik in hebben zich af
te vragen, hoe ze er weer zullen uit
komen.
Voegt men daar nog bij, dat hij
gauw bereid is anderen te lie!pen en
zijn hand vlug in en uit zijn zak is,
zoo kan 't haast niet anders, of de
heer Van Rossum moet naast veel
waardeering als zakenmensch, ook
veel vrienden als mensch tellen.
En dat IS zoo."
Tot zoover het antikei van Net-
scher.
Daar bet wezen kan, dat somma ge
menschen zeggen „maar wie ls dan
die Van Rossum ik ken hem niet
hebben we in het Eerste Blad van dit
nummer zijn portret afgedrukt, zoo
goed en zoo kwaad als dat met een
krontenportret gaan wil.
J. C. P.
Stadsnieuws
Standbeelden.
Maandagavond klaagde prof. Knap
pert bij zijn Nuts-voordracht (over
plechtigheden in vroeger dagen) over
het ontbreken van standbeelden van
twee der uitnemends te onzer Neder-
landsche staatslieden, Jan de Witt en
Johan van Oldenbarneveldt.
Na de pauze deelde de hoogleeraar
mee, dat men hem er op gewezen had,
dat te Haarlem wel een beeld van
Van Oldenbarneveldt was. Tot straf
voor de aanwezigen, aan wier gezicht
hij had gezien, dat vele Haarlemmers
dït evenmin wisten, als spreker, wil
de hij niiet zeggen, waar het beeld te
zien is.
Natuurlijk doelde professor hij
vergeve 't ons, dat we de straf voor de
Haarlemmers wat helpen verlichten
op het gevelbeeld in het pand Zijl
straat, hoek Witte Heerensteeg wel
eigenaardig, schuin over de zaal van
het Nutsgebouw, waar de lezing ge
houden werd.
Zooals men weet bevindt zich op 't
Rokin te Amsterdam een gevelsteen
in 't gebouw van de verzekeringsmaat
schappij „de Nederlanden". Echter
niet om des grooten Nederlanders be
kwaamheden als staatsman te huldi
gen maar als erkentenis van zijne
verdiensten als1 grondlegger van de
levensverzekeriingswetenschap.
BAKKERSPATROONS.
De Haarlemsche Broodbakkers-pa.
troonsvereeniging zal haar jaarverga
dering houden op Donderdag a. s.
De agenda vermeldt o. a.
Jaarverslag van den secretaris.
Jaarverslag van den penningmees
ter.
Verkiezing van drie bestuursleden
in de plaats der aftredende heereu
Felder, Brakenhoff eu Pieters.
D 3 heer Felder heeft bedankt De
heeren Brakenhoff en Pieters zijn
herkiesbaar, met hen worden door het
bestuur als candidaat voor de vaca
ture gesteldde heeren G. de Vries
uzn. en j. van Vesseni.
Verkiezing van een voorzitter inde
plaats van den heer E. Felder Jr.
Het bestuur stelt de heeren N. Ber.
kemeiar en J. Brakenhoff als candi-
daaL
Verkiezing van een hoofdbestuurslid
Ln de plaats van den beer Japikse en
van een piaatsvervangend lid.
Het bestuur stelt de boeren Braken
hoff, v. Leeuwen en S. Th. Giasz als
candidaat.
Vaststelling van de contributie over
1909.
KON. FABRIEK VAN RIJTUIGEN
EN SPOORWAGENS, Fa.
J. J. BEIJNES.
Voornamelijk door de ijverige be
moeiingen van den beer F. J. van
Ham, voorzitter van het werklieden-
fonds, afd. Ziekenzorg, en andere
werkzame propagandisten voor de
goede zaak is verreweg het grootste
gedeelte van het personeel der farma
J. J. Beijnes als begunstiger toege
treden van het lighaifonds tot steun
der vereeniging tot bestrijding der
Tuberculose tie Haarlem en Omstre
ken.
Rnbriek voor Vragen
Qeabunneerden hebben hot voorrecht
vragen op verscjiilloud gebied, mits voor
beantwoording vatbaar, in ie zenden bij de
Redactie van Haarlem's Dagblad, Groote
Houtstraat 63.
AUe antwoorden worden geheel kosteloos
gegeven eu, voor zooveel mogelijk is, den
dag na de inzending.
VRAAG. Bestaat er bier ter stade
een organisatie der vrij-liberalen en
wie is daarvan secretaris
ANTWOORD. Zoodanige organisa
tie bestaat niet; wel hebben wij ver
nomen, dat meermalen over de op
richting gesproken is, maar tot dus
ver is. daar van niet gekomen.
VRAAG. Mag een electrische bel
dwars over de straat van winkel naar
werkplaats warden aangelegd
ANTWOORD. Dat is zeer zeker
niet verboden, maar over de voor
waarden waaronder, en de wijze
waarop zult u zich moeten verstaan
met het Bureau van openbare werken
aan 't Prinsenhof. Ga da maar eens
praten.
IJMUIDEN.
Miededeelirtg omtrent lichten.
Volgens mededeel ing van den In
specteur van het Loodswezen zal het
nieuw aangebrachte electrische blik
semlicht in den 0.-lijken lichttoren te
IJmuiden voorloopig nu en dan ter
beproevingontstoken worden gelijk
tijdig rnet het huiplicht in dien licht
toren.
In den loop van dit jaar zal het
witte vaste licht in den W.lijken
lichttoren worden gewijzigd in een
wit vast electrisch licht, en het bo
venste gedeelte van den lichttoren
worden afgebroken, zoodanig dat het
nieuwe licht ongeveer 10 M. lager zal
worden getoond dan het tegenwoor
dige.
Tijdens deze verandering zal, ver
moedelijk in de 2e helft van de maand
Maart een wit vast huiplicht, 30.8 M.
boven water, worden ontstoken op
eene stelling, welke nabij den W.lij-
ken lichttoren in de lijn der lichten
wordt opgericht.
Het ligt in het voornemen dit hulp-
licht, hetwelk eene lichtsterkte zal
hebben van 2300 normaal kaar sen, te
ontsteken op denzelfden datum waar
op het. sub 1 genoemde groepbiiksem-
licht in den O.lijken lichttoren defi
nitief in dienst wordt gesteld, als
wanneer ook het hulplicht in den O.-
lijlten, en het witte vaste licht in den
W.lijken lichttoren zuilen worden
gebluscht. Ligging O.-lijke licht onge
veer: 52 gr. 27.7 sec. Nb. en 0 gr. 18.1
sec. W.L è.4 gr. 34.9 sec. Ö.l. van
Greenwich.)
Binnenland
GESCHENK AAN DE KONINGIN.
Het geschenk der echtgeuooten der
officieren van het Nederiandsche le
ger zal bestaan uit een zilveren pre
senteerblad met inscriptie. Het comi
té heeft zich vergewist dat dit ge
schenk Hare Majesteit welgevallig
zal zijn.
Het provinciaal huldeblijk in Lim
burg zal bestaan uit een klok voor de.
kinderkamer. De overblijvende gelden
zullen bestemd worden voor de kweek
school voor vroedvrouwen, te Maas
tricht op te richten.
EERSTE KAMER.
Na de heeren Loan en Stork, van
wier redevoeringen reeds melding
werd gemaakt, kwamen bij de alge-
meene beschouwingen over de Staais-
begrooting gisteren nog ettelijke spre
kers aan het woord. De heer van Yel-
zen, d.e het Kabinet met sympathie
begroette, achtte liet noodig aan te
dringen op spoed met het tot stand
brengen der oudardonisverzekering.
De heer Woltjier hield een professo
rale redevoering over de verhoud.ng
van het individu tot de gemeen
schap, ten betooge, dat het zwaarte
punt ligt niet bij den Staat, doch hij
Gods ordinantiën en om te doen u.t-
koiiien, dat dit op liet geb.ed van on
derwijs, stemrecht, zedelijkheid, be
hoort uit te komen in de wetgeving.
Nadat de heer Scholten geweien had
op de wvaischelijkheid eener behoor
lijke regeling van den werktijd der
ambtenaren en een wetenschappelijke
balans van hun weduwen- en weezen-
pans loonfonds (zij betaalden te veel
of kregen te laag pensioen) hielden de
heeren Von Leeuwen, Godin de Beau
fort en Van Nierop financiefele be
schouwingen.
Tegenover de meening van eerstge
noemde die den financ.eelen toestand
donker schetste, stelde de tweede dat
onze staatsschuld was gedaald, zoo
dat grooter aflossing niet noodig was.
Maar beiden waren het er over eens,
dat de middelen versterking behoef
den, dat bezuiniging noodig was (de
heer Van Leeuwen wilde de opbrengst
der successiebelasting, vermogen
zijnde, kapitaliseenen) en evenzoo re
geling der verhouding van staat ien
gemeenten. Doch de heer Godin de
Beaufort zag Ln hooger bijdragen
aan de gemeenten, door den heer
Van Leeuwen bepleit niet zoo veel
heil. Ook achtte hij het verkeerd de
stijgende suikeraccijns te verlagen
door verhooging van de dalende ac
cijns op gedistilleerd. De heer Van
Nierop, die den toestand niet zorg
wekkend, doch zorgeischend oordeel
de, is nog slechts begonnen.
Heden 11 uur voortzetting.
MINISTER SABRON.
Men meldt uit den Haag aan de N.
R. Ct
Naar men verneemt, heeft de mi
nister van Oorlog, generaal Sabron,
wegens gezondheidsredenen verlof
moeten aanvragen en dit verkregen.
Gedurende zijne afwezigheid zal de
minister van Marine, vice-admiraa!
Wentholt, tijdelijk mot de waarne
ming van de portefeuille van oorlog
worden belast.
DE LIBERALE UNIE EN DE
VERKIEZINGEN.
Door het hoofdbestuur van de „Li
berale Unie" is aan de afdeel nsen
het volgende schrijven gezonden:
Uit meerdere afdeelingen is tót mis
de vraag gekomen, hoe hef Hoofdbe
stuur denkt over de houding met het
oog op de a.s .verkiezingen, meer bij
zonder met, betreklnng tot de Vrij
zinnig-democraten aan te nemen.
Het spreekt vanzelf dat bij de beant
woording van deze vraag op den voor
grond moet staan dat onzerzijds alles
moet worden vermeden, wat strijd
kan uitlokken tusschen fracties die
zoo dicht bij elkander staan. Deze
strijd, die op den u tslag der verkie
zingen in vrijzinnigen geest zeer na-
rleelig zou werken, zal o.i. alleen
worden voorkomen, door wederzijds
elkanders districten te eerbiedigen.
Wij geven daarom aan onze afdee-
lihgen het advies al het mogelijke te
doen om de districten, waar thans
Unie-liberalen zitting hebben, voor
detelfde richtmg te behouden en tot
j bereiking van dat doel voor strijd
niet terug te deinzen, maar aan den
andexen kant in de districten, thans
rloor Vrijzinnig-democraten ingeno
men, geen Unieliberaal candidaat te
stellen.
EERSTE-KAMERVERKIEZING.
De „Limb. Koerier", de wijze van
CandidaatstelLing voor de Eerste Ka
mer in Limburg, die thans bij de va-
cature-Regout gevolgd wordt, bespre,
kend, merkt o. m. op
„Met groote ingenomenheid begroe
ten wij onzerzijds de wijze van candL
uu ats telling.
In strijd met het in ons gewest be
staande gebruik, dat de candidaten
zichzelf aanbieden een gebruik, dat
in geen andere provincie bestaat
is het dezen keer een groep politieke
vrienden, die de voordracht voor de
vej-Kiezing doen.
liet is zeer te wenschen, dat deze
nieuwe wijze van candideering in het
vervolg een traditie wordt."
VAN DER ZWAAG'S ZIEKTE.
Aan hen, die Van der Zwaag uit-
noodigden voor een spreekbeurt, zij
hier medegedeeld, dat zijn ongesteld
heid zich heeft herhaald en hij dus
net aiieen onmogelijk aan hun ver
zoek kan voldoen, maar ook in het
vervolg geen spreekbeurt meer mag
vervullen. (Volk.)
DE LENGTE.
Wat rook jij daar een onzinnig
lange sigaar
Ja, zie je, dat doe ik, omdat mijn
dokter mij verbood meer dan een si
gaar per dag te rooken.
POLITIEK.
Vader Waarom heb je zoo slor
dig geschreven, Jantje, je kunt het
toch beter
Jantje Ik wil op school nog drie
plaatsen lager komen, dan zit ik vlak
bij de kacheL
GOED GERADEN.
Pomper (nonchalant). Je hebt ze
ker geen riks voor mij te leen
Vriend. Kerel, wat kan jij goed
raden 1
ZOO'N ISEGRIM.
Hot blonde kopje van de nieuwe ty
piste sch'tierde in het zonlicht, dat
door het venster van het kantoor viel.
Maar de oude Stuit, de boekhouder,
had geen oogen voor de schoonheid
van 't metisje. Hij stak een sigaar op
en giing aan zijn werk.
M'nlieer Stuit, zei de tikster.
Wat is er? gromde de oude
man.
Hoor eens, zei ze gebiedend, liet
spijt me wel, maar het rooken maakt
me altijd ziek.
Dan, zei Stuit, zonder op te zien,
dan mot je maar nooit rooken.
EEN GOED GEHEUGEN.
- Ik heb gisteren een schok van
een electrische machine gekregen, zei
een vagebond, 't Is zoo'n kemiek ge
voel, net of je 'n bad neemt.
Zeg, merkte z'n vriend op, wat
moet jij een goed geheugen hebben.
EEN PANTOFFELHELD.
Mevrouw A Uw man heeft zich
dus het rooken afgewend Nu, daar is
een sterke wil toe noodig
Mevrouw B. Dien heb ik
EEN VRIENDELIJKE PAPA.
Jan ttreurigj. Alles is verloren.
Ik heb je vaaer gezegü, dat ik zonder
/bu niet leven kau.
iMarie. En wat antwoordde hij
Jan. Hij bood me aan, mijn be
grafeniskosten te betalen.
EEN SMOKKELAAR AANGEHOU
DEN.
De douanebeambten te Zundert heb
ben zekeren 11. V. li. uit het Belgisch
plaatsje Meerie aangehouden, die 2U0
kilogram suiker m ons land wilde
binnensmokkelen. Het karretje, het
paard en de suiker werden m beslag
genomen en de smokkelaar werti ter
beschikking gesteld van de justitie
te Breda.
AANVARING.
Dinsdagmorgen ongeveer 10 uur
heeft bij iNessersluis op den Amstel
een aanvaring piaats gehad. De gcie-
derenboot „Stad Geut II", komende
van Amsterdam, is met volle kracht
in het ledige Rijnschip „Maria",
schipper Van Duuren, geloopen, tot
middenscheeps toe. Het Rijnschip
werd gesleept door de sleepboot
„Handelskade" (van de reeder ij van
den heer W. de Zwart;, die twee uur
werk heeft gehad om de „Stad Gent
II" uit het Rijnschip te trekken.'Ook
de sleepboot bekwam averij. De „Ma
ria" is nog drijvende gebleven en op
gesleept
AANGEHOUDEN.
De verpleegden, die Zaterdagmid
dag te Venray uit het krankzinnigen
gesticht vluchtten, zijn door de mare.
chaus9ee te Venlo aangehouden, en
weder naar het gesticht terugge
voerd. (Tel.)
BRANDEN.
Dinsdagmorgen is afgebrand hot
huis van den lieer A. Geugjes te lip.
Niets is verzekerd. Oorzaak was het
omvallen van een petroleumlamp.
Te Zaandijk is Dinsdagmorgen
brand Uitgebroken in de drukkerij
van den boer S. Bakker. Het bovenge.
deeite, waar de photograpiiie-inrich-
ting en de etserij waren gevestigd,
werd geheel vernield. De materieeie
schade is zeer groot. Oorzaak onbe
kend, vermoedelijk gevolg van bot
aanmaken van de kachel. De heer
Bakker is op beurspohs verzekerd.
ONTPLOFFING.
Dinsdag had in de smederij van don
hoer Bouwman, in de Korenstraat, te
Groningen, een gasontploffing plaats.
De ruiten en dakpannen werden
daarbij vernield. De lieer Bouinan
werd vrij ernstig verwond.
No. 875.
A. YAN ROSSUM.
Zoo of en toe gaat de journalist
leonftje buur spelen en dat hoeft zijn
goeden kant, omdat zoodoende de een
helpt verspreiden, wat de amder goeds
gezegd heeft en omgekeerd. Onder één
voorwaarde evenwel dat hij niet zelf
pronkt met de geleende veeren. Een
zoo moet ik dan dadelijk beginnen
met te zeggen, dat het portret van
dén heer Van Rossum en het artikel,
waaraan dk een en ander ontleen,
beide afkomstig zijn uit de „Holland-
scha Revue" van Februari.
Een artikel over de suikerfabriek en
haar directeur dus. Met in den be
ginne een novellistisch kijkje op het
dorp Halfweg, waarvan ik het vol
getnde geknipt heb y
„Als door een gat in een wand keek
het oog plotseling langs de suikerfa
briek op een schoonheid van waiter en
polderperspektfief. Op den voorgrond
was een ruime waterkom met een
stoomgemaal en dijkbeschermingen,
en op dien blinkenden plas, waarin
de witte najaarszon blikkerde en ket
ste, lag rustig voor anker een dichte
vloot van tjalken en binnenscheepjes,
met de fijne sprieten hunner masten
een bladerloos geblazen bosch van
stil rechtopstaande hoornen teeke
nend. Wimpeltjes plapperden op het
zoete windje, het water kabbelde te
gen hun buikjes, kleurtjes van te dro
gen gehangen ondergoed v rooi ijkten
mee met hun roodbaaie en krijtwitte
nootjes een schippersvrouw zat op
een dichtbije tjalk aardappelen te
schillen, die ln een blauw emmertje
ploeften een keeshond liep op een
ander schip in nerveus waakzaam
heen-en-weer geren in het gangbord
te schilderen hier klonk een gezang,
daar galmden aanroepingen van
boord naar den oever, en daar tjonk-
ten van een anderen tjalk de klop-
slagen van een schipper, die zijn
wachttijd gebruikte om een klusje te
doen of iets te repareeren.
Want deze gansche vloot van met
suikerbieten geladen schepen was in
lossing aan de zij- en achterterreinen
van de fabriek, of wachtte op een
beurt om haar peeën aan wal te kun
nen brengen."
Dan gaat de schrijver van het arti
kel, de heer Netecher, met den direc
teur op zijn kantoor praten. Niet rus
tig evenwel.
„Eerst, bij dit bezoek bleek ons, hoe
hij de alles stuwing-gevende motor
was, die het imteLlektueele deel dezer
reuzenfabriek in werking brengt en
die geen sekonde kan stilstaan, of het
geheele bedrijf ondervindt er stagna
tie door aLles komt tot liem en gaat
van hém uitbij alles heeft men hem
noodignu eens kwam een bediende
van het voorkantoor kloppen, dan
werd er een brief of een boodschap
gebracht, telkens rinkelde de telefoon,
nu wilde men hem uit Groningen uit
de spreekhoorn hebben, dan belde
Amsterdam hem op en een oogenbl'k
later sprong hij op, om Haarlem te
woord te staan."
Voor de lezers is niet alles nieuw
ln dit arb'kel. Ik herinner aan eene
beschrijving, die indertijd in Haar
lem's Dagblad is gegeven van de fabri
cage en nog niet zoo lang geleden,
toen hij zijn 25-jarig jubileum vierde,
van den fabrikant. Maar er zijn een
paar punten, die wij indertijd niet
aanroerden.
„Maar«mag 'k u eens vragen", zegt
de interviewer, „van wanneer dateert
nu eigenlijk de groote uitbreiding der
beetworteisuikerindustrie
„Dat kan ik u gemakkelijk zeggein
die danken we aan NapoleonJa,
dat klinkt mogelijk vreemd, maar 't is
toch zooZiet u maar 's toen Na
poleon in 1806 met zijn Continentale
steisel, dat tegen den Engelschen han
del gericht was, er op het Vasteland
van Europa bijna niets meer kon bin
nenkomen, was men.... Na dien tijd
Naur het Engelseh uoor
Barones Orczy.
69)
Ontsteld, half razend door liet bit
tere van de teleurstelling, keek zij
hulpeloos rond, en dicht over haar
heen gebogen, zag zij door den nust,
die om haar scheen op te komen, een
paar scherpe, kwaadaardige oogen,
waarin voor haar opgewonden ver
beelding een spookachtig, bovenna
tuurlijk licht scheen te schitteren.
Zij lag in de schaduw van een groo
te rotspunt Chauveiin kon haar trek
ken niet zien, maar hij streek met zijn
niagere vingers over haar gelaat.
Een vrouw fluisterde hij. Wie
kan dat zijn Wij kunnen haar hier
,niet laten liggen, dat is zeker, mom
pelde hij in zichzelf. Het zal mij
verwonderen
Plotseling zweeg hij en na een paar
eeconden doodelijke stilte begon hij
op eigenaardigen toon te grinniken,
v-eer voelde Marguerite met een hui
vering van afschuw, dat zijn magere
Vingers over haar ^elaat streken.
Wat een verrassing fluisterde
flij met gemaakte galanterie, dat had
ik niet durven hopen, en Marguerite
voelde, hoe haar weerlooze hand naar
de dunne, spottende lippen van Chau-
velin gebracht werden.
De toestand zou werkelijk iets grap
pigs gehad hebben, als hij niet tege
lijkertijd zoo onuitsprekelijk tragisch
was geweestde arme, uitgeputte
vrouw, naar lictiaam en geest gebro
ken en half razend van teleurstelling,
ontving daar op haar knieën de bana
le beleefdheid van haar doodelijken
vijand.
Haar zinnen begaven haarhalf
gesmoord door den stijven doek om
haar mond, had zij de kracht nieit,
zich te bewegen of ook maar een
zwakken kreet te laten hooren. De
opgewondenheid, die haar lichaam
nog steeds had opgehouden, scheen
plotseling plaats te hebben gemaakt
voor een gevoel van wanhoop, waar
door hersenen en zenuwen als ver
lamd waren.
Chauveiin moest eenige orders ge
geven hebben, die /ij niet verstaan
had, want zij voelde zich van den
grond opgetild de doek om haar
mond werd steviger vastgemaakt, en
een paar sterke armen droegen haax
naar die smalle, roode lichtstreep, die
zij beschouwd had als een sein, als
een laatste zwakke schemering van
hoop.
HOOFDSTUK XXIX.
Zij wist niet, hoe lang zij zpo werd
weggedragenzij nad alle begrip van
tijd en ruimte verloren, en eenige se
conden lang was zij geheel bewuste
loos.
Toen zij haar bewustzijn weer terug
kreeg, voelde zij, dat zij in eenigszins
gemakkelijke houding op de jas van
een man was neergezet, met haar rug
rustend tegen een uitstekend stuk
rots. De maan was achter eenige wol
ken verborgen eoi de duisternis scheen
nu nog veel intenser.
De zee loeide een paar honderd voet
beneden haar, en toen zij rondkeek,
kon zij geen spoor meer ontdekken
van de smalle streep rood licht.
Dat het einde van de reis bereikt
was, maakte zij op uit het feit, dat zij
vlak bij zich snel en fluisterend hoor
de vragen en antwoorden.
Er zijn daar vier man, burger
zij zitten bij het vuur en schijnen
rustig af te wachten.
Hoe laat is het
Bijna twee uur.
Het getij
De vloed komt snel op.
De schoener
Blijkbaar een Engelsche, ligt on
geveer drie kilometers van de kust.
Maar een boot zien wij nergens.
Liggen de mannen in hinder
laag
Ia, burger.
Zullen zij geen stommiteiten uit
halen
Zij zullen zich niet bewegen tot
dat de lange Engelse hm an komt, dan
zuilen zij hem omsingelen en zich van
de vijf man meester maken.
Goed. Eu de dame
Nog bewusteloos, geloof ik. Zij
is daar vlak bij u, burger.
En die oude vent
Hij heeft een doek voor den
mond en zijn beenen zijn vastgebon
den. Hij kan zich met bewegen of
schreeuwen.
Goed. Is je geweer in orde, in
geval je het noodig hebt Ga vlak bij
de hut staan en laat mij alleen met
de dame
Desgas gehoorzaamde blijkbaar,
want Marguerite hoorde hem weg
kruipen over de steenachtige rots,
toen voelde zij, dat twee warme, ma
gere, klauwachtige handen de hare
grepen en haar als in een greep van
ijzer omklemden.
Vóór dat die zakdoek van uw
bekoorlijken mond wordt genomen,
schoons dame, fluisterde Chauveiin
dicht bij haar oor, komt het mij ver
standig voor u een kleine waarschu
wing toe te voegen. Wat mij de eer
heeft verschaft tot over het Kanaal
gevolgd te worden door loon bekoor
lijke gezellin, kan ik natuurlijk niet
weten, maar als ik mij niet vergis,
dan is het doel van die vleiende atten
tie niet zoo, dat het mijn ijdeLheid
zou streeleu en ik denk, dat ik gelijk
heb, dooi bovendien te veronderstel
len, dat het eerste geluid, dat uw be
koorlijke lippen zouden laten hooren,
zoo gauw ais die wreede doek afge
nomen was, er een zou zijn, dat als
waarschuwing moest dienen voor den
geslepen vos, wiens spoor ik met zoo
veel moeite gevolgd heb.
Hij zweeg even, terwijl de ijzeren
greep om haar pols nog' stijver were
toen vervolgde hij op dexizelfdea fluis
terenden toon
Als ik mij niet vergis, dan is
daar in die hut uw broeder, Arinand
SL Just, met dien verrader de Tour-
nay en twee andere mannen, die u
niet kent. Zij wachten op de komst
van hun geheimzinnigen redder,
wiens 'identiteit lang een raadsel is
gebleven voor hot Comité van Alge
meen Welzijn den onbeschaamden
Pimpernel. Als gij schreeuwt of ander
alarm maakt, als er geweren worden
afgevuurd dan zullen heel waarschijn
lijk diezelfde lange beenen, die het
vuurroode devies hier brachten, niet
minder snel een veilige schuilplaats
zoeken. Dan zal het doel waarvoor ik
zooveel moeite gedaan heb, niet ver
wezenlijkt worden. Aan den anderen
kant ligt het alleen aan u, te zorgen,
dat uw broeder Armand van
nacht vrij met u mee zal kunnen gaan
om in Engeland of ren andere veilige
plaats aan te komen.
Marguerite kon geen geluid geven.
omdat de zakdoek te stijf om baar
mond was gebonden, maar Chauveiin
keek haar Ln weerwil van de duister
nis heel doordringend aan ongetwij-
geld gaf ook haar hand antwoord op
zijn laatste schildering, want nu ging
hij voort
Wat ik van u vraag, om de vei
ligheid van Armand te verzekeren is
al heel eenvoudig, waarde dame.
Wat dan scheen Marguerite
met haar oogen te willen vragen.
Op deze plek te blijven, zonder
een enkel geiuid te laten hooren, tot
dat ik u vrijheid geef te spreken.
Maar ik denk, dat u mij wel zal ge
hoorzamen, voegde hij er op droog-
grinnikenden toon bij, terwijl de ge
heele gestalte van Marguerite scheen
te verstijven van afschuw over dit be
vel, want ik moet u zeggen, dat als u
schreeuwt, ja, zelfs als u maar het
minste geluid laat hooren, of als u
tracht van hier weg te komen, dat dan
mijn mannen er zijn er hier dertig
in den omtrek SL Just, de Tournay
en hun twee vrienden zullen grijpen
en op mijn bevel voor uw oogen zul
len doodschieten.
Marguerite liad met steeds toene
mende afschuw naar de woordeo van
haar meedoogeiüoozen vijand geluis
terd.
(Wordt vervolgd).