Rubriek voor onze Jeugd.
hem rustte, veinedte druk aan het
werk te xijn en deed alsof hij het
hem zooeven gedane vorostef reeds
lang weer vergeten wae...
Het la niet verstandig, mompel
de xij eindelijk, honderd gulden voor
een beaat te weigeren... wanneer men
zelf zee kinderen heeft, ronder echoe
nen...
Laat mij met vrede! barstte Go-
dot eenaklaps uit
Marmotte was altijd een voorwerp
van strijd voor Godot en zijn vrouw
geweest Tot geen enkelen prijs zou
hij van hem willen scheiden. Het
denkbeeld alleen deed hem de tanden
opeen klemmen en rijn prikkelbaar
heid groeide naarmate de jachttijd
naderde.
Want teder Jaar kreeg hij weer
nieuwe, schitterende aanbiedingen
van alle jagers uit den omtrek, in het
bijzonder van de gasten van markies
I)u Chaloy. En geen wonder Mar
motte was een prachtige rashond met
dunne, gespierde Dooten, een fijnen,
spitsen kop en schrandere, scherpe
oogen. Daarbij bezat hij een onge
ëvenaarde snelheid. Godot had hem
Van een boschwachter, die rich veel
met de honden-fokkerij bezig hield,
ten geschenke ontvangen.
Verstandiger of leerzamer dier was
uren in den omtrek niet te vinden.
In res maanden was hij volkomen
voor de jacht afgericht. Dikwijls
kwam hij, klagelijk blaffend, bij zijn
Yieester, alsof hij hem wilde zeggen
Kom dan toch 1 Er schuilt wild in de
boeschen. En dan ging Godot, of
schoon hij rich bij zijn klompen had
moeten houden, nam het geweer van
dien muur en sloop de dichte boschjes
in, terwijl Marmotte blij vooruit-
ftp rong.
Zoo was Godot een strooper gewor
den, een strooper, slim als niet één....
Hoe dikwijls smulde xiin gexin niet
van de malsche, heerlijke hazen en
konijntjes, opgespoord door den fij
nen neus van Marmotte
Neen, Godot z>ou nooit afstand van
zijn hond doen, nooit
Den volgeenden dag kwamen graaf
-jan gravin De Say at terugGodot
ontving ze koeltjes, evenals den vori-
gen dag. Maar deze ontvangst ont
moedigde hen geenszins. Ze waren in
tegendeel nog beminnelijker, en ge
droegen zich veel minder hooghartig
en edelmoediger in hunne herhaalde
aanbiedingen.
Vooral de gravin deed veel moeite,
hem er toe over te halen, Marmotte
af te staan. Het was duidelijk, dat de
graaf slechts aan de zonderlinge, nu
hardnekkig vastgehouden gril van
lijn vrouw zocht te voldoen.
Daarom verhoogde hij lederen keer
zijn aanbod, ofschoon Godot beslist
bleef weigeren, en zich steeds onver
schilliger tegenover de geboden som
toonde.
In het diepst van zijn gemoed waB
hij eigenlijk zoo onverschillig niet. In
rijn huis heerschte ellende.Zijn vrouw
was ziek. Zijn kinderen weenden van
den honger. Zijn stijgende schulden
bezorgden hem slapelooze nachten.
Was bet eigenlijk geen dom egoisme
Marmotte niet af te willen staan
Was het eigenlijk niet het geluk van
een gezin verwoesten, ter wille van
een beest
En de graaf vermeerderde bij ieder
bezoek zijn aanbod, honderdvijftig,
tweehonderd.... driehonderd gulden,
ja, zelfs de .buitengewone som van
driehonderd gulden wilde hij beta
len. Dat was een getal, dat te denken
gaf een som die, in den toestand van
Godot, op z'n minst genomen, onver
standig was te weigeren.
Hij begreep dit zóó goed, dat hij er
Boms behoefte aan voelde zijn hond
aan zijn voeten te zien liggen en hem
te üefkoozen vol (bijna aandoenlijke)
teederheid.
Eens, op een September-avand,
kwam een bediende van het kasteel
hem zeggen, dat de markies een on
derhoud met hem wenschte te heb
ben.
Hij was er dadelijk toe bereid.
Vertel me toch eens, Godot, be
gon de markies, 'k wist niet, dat je
xoo koppig was... Graaf De Sayai is
op het punt te vertrekkenkunt ge
nu nog niet tot den verkoop over
gaan
Onmogelijk, mijnheer de mar
kies
Wat is onmogelijk Hem uw
hond voor een goede som af te staan?
Hij heeft er vijfhonderd gulden voor
over. Als ik je een goeden raad mag
geven, laat de gelegenheid dan niet
voorbijgaan, zooieta komt naet voor de
tweede maal voor.
Dat weet ik....
Welnu dan Dan is de koop
teeloten, riep de markies vroolijk uit.
,n zich tot zijn bediende wendend,
sprak hij betaal hem het geld
UH I
Godot begon opnieuw te weerstre
ven, maakte tegenwerpingen, ver
klaarde, dat hij niet van zijn hond
zou kunnen scheidenMaar het
zien van vijftig goudstukken, blin
kend in het licht der lamp, op rijtjes
geteld, voor ach op tafel, vernietigde
xiju laatste wilskracht.
Teeken het ontvangbewijs, aLs ge
wilt?
Nogmaals overviel hem een aarze
ling.... de tranen kwamen hem in de
oogenEn, hoewel hij een oogen
blik ntets dan diepe droefheid voelde,
kiemde plotseling in zijn brein een
vreemd denkbeeld......
Zijn wenkbrauwen fronsend, reide
hij ineens snel en scherp
Als Marmotte misschien bij mij
mocht terugkomen, behoef ik hem
niet terug te sturen, nietwaar Ik wil
dat deze voorwaarde In bet koopcon
tract wordt opgenomen.
De graaf lachteHij woonde in
de hoofdstad, twaalf uren gaans daar
vandaanMarmotte zou per spoor
vervoerd worden. Er was dus niets
tegen deze zonderlinge voorwaarde
van Godot in te willigen.
Goed....
Hij ging zitton en schreef de ge-
Vraagde toevoeging....
Ziehier, vriend Ik vertrek
morgenochtend.... Gij moet mij uw
hond vroeg thuis bezorgen.
Dat kan ik niet I....
Godot snikte het bijna met diep-ont-
roerde stem
Daar heb ik de kracht niet toe f...
Laat hem haten miin vrouw zal er
voor zorgen.
Zes maanden verMepeSJ.
De vijftig goudstukken hadden wel
vaart in het hutje gebracht. De schul
den waren voor het grootste deel be
taald. Moeder Godot bekeek nu haar
kinderen met trots xe waren beter
gekleed en gevoed en zagen er blo
zend en opgewekt u^t,...
Slechts Godot bleef somber. Droef
geestig wandelde hij door de verlaten
bosschen en de diepe rimpels in zijn
voorhoofd getuigden van een inner
lijke ontevredenhedd met zich zelf.
Altijd en altijd weer dwaalden zijne
gedachten naar zijn hond, Marmotte.
Én deze herinnering versomberde al
zijn tegenwoordig geluk.
Soms kon hij uren lang in t vlam
mende vuur zitten kijken, dan weer
stoof hij vloekend tegen zijne vrouw
op, wiie hij den schandelijken ver
koop verweet
Het was eigenlijk belachelijk, zoo
veel, bijna ziekeJijke, toewijding voor
een dier. Een enkele maai begreep hij
dit zelf en trachtte Marmotte te ver
geten, maar nooit slaagde hij er in.
Een hevigen wrok koesterend tegen
markies Du Chaloy, groette hij hem
noodt als hij hem toevallig zag in het
woud, en keerde hem den rug toe,
als hij hem een enkele maai ont
moette.
Op zekeren dag, nog eens het koop
contract en zijn zonderlinge bepaling
beziende, flitste hem als een bliksem
straal een geniale, wonderbaarlijke
ingeving door de hersens. Hij ging
naar zijn schuurtje en zocht een oude
schamslooper. die minstens dertig jaar
oud was en ae kleur van doode blade
ren had aangenomen.
Vroeger had Godot hem, als mars
kramer, door alle weer en wind ge
dragen. Versleten en bijna geheel aan
flarden had hij hem aan Marmotte
overgelaten, die hem sedert dien tijd
als bed gebruikt had.
Deze schanslooper nu, werd door
Godot met zijn snoeimes in kleine
stukjes gehakt, bijna tot pluksel,
daarna deed hij alles in een grooten
zak en begaf zich naar de hoofd
plaats
Heel vroeg 'e morgens kwam hij
aan. Voor een prachtige villa bleef
hij staan, keek voorzichtig rond en
strooide wat vezels van den schans
looper op den grond.
Toen keerde hij zich weer om, maar
liet telkens op geregelde afstanden
een weinig verkleurd groen pluksel
vallen. Hoe moe hij avonds ook
was, zijn oogen schitterden van
koortsige opgewondenheid....
Als het eens gelukte, zeide hij
tot zijn vrouw, ik geloof, dat ik het
overschot van mijn dagen in rust en
vrede zou kunnen doorbrengen.
Twee dagen later stak Marmotte z'n
fijne snuit over de onderdeur van het
hutje
Onder de tafel.
De volgende episode uit de loop
baan van de gevierde zangeres, me
vrouw Vertria, had plaats in den win
ter van 1847, toen de eter van haar
genie nog steeds klom, niettegen
staande hare vijftig jaren. Zij had
den bekenden tooneelspeler Charles
Mathews den jongere gehuwd en be
zocht nu Parijs in zijn gezelschap.
Het hoofddoel van hun reis was een
ballettroep voor een voorstelling te
krijgen, waarvoor toen voorbereidse
len gemaakt werden in een van de
groote theaters van Londen, onder
hun vereen igde leiding. Maar het
kwam xoo uit, dat het uitkiezen van
een ballet hoofdzakelijk neerkwam
op den heer Mathews daar zijn vrouw
tijdelijk was verhinderd door een on
gelukkige verstuiking van den enkel.
Zij moest zich in haar hotel in de rue
Saint Honoré ophouden, waar zij na
tuurlijk zich zelve kon troosten door
receptie te geven aan hare bewonde
raars, die even talrijk waren in
Frankrijk als in Engeland.
Eens op een avond was zij alleen
in den kleinen maar eleganten sa
lon, die aan haar vertrek grensde.
Haar kameniers waren binnen het
bereik van haar stem en konden nu
en dan uit een van de andere kamers
het speelsch blaffen hooren van beide
honden, Floek en Florf, welke haar
altijd op haar reizen vergezelden.
Een der ochtendbladen opnemend, gaf
zij haar aandacht aan het eerste ar
tikel het beste, waar haar oog op viel,
want het was een artikel over een
onderwerp, dat geheel Parijs In op
gewondenheid had gebracht.
Een aantal rooverijen hadden plaats
gehad in eene snelle opvolging en de
dader er van had men niet kunnen
ontdekken. Het was duidelijk door ze
kere karaktertrekken eigen aan al
de misdaden, dat ze het werk waren
van een en loei man. Zijne geliefkoos
de en eigenlijk zijn eenige manier
van werken was, zich In de onmid
dellijke nabijheid van die slaapkamer
van de eene of andere rijke dame op
te laten sluiten en zich dan meester
te maken van hare juweelen en an
dere kostbaarheden, nadat zij In
slaap was gevallen. Als zijn slachtof
fer soms wakker werd, dan schrikte
hij er niet voor terug geweld te ge
bruiken, om haar te beletten alarm
te maken.
Het eenige, wat men tot nu toe van
den schavuit wist, was, dat hij maar
twee vingers aan zijne linkerhand
had, eene omstandigheid, die was op
gemerkt geworden door eene dame,
die de tegenwoordigheid van geest
gehad had, om bewusteloosheid voor
te wenden, terwijl zij heimelijk de be
wegingen van den schurk naging in
hiet schemerdonker van haar vertrek.
Eene paniek heerschte naar men zei-
de onder die dames, die bekend ston
den voor 't aantal en de waarde van
hare juweelen; en sarcastische op
merkingen werden ten beste gegeven
over de onmacht van da politie.
Madame Vertris was eene vrouw
van bijzonder krachtig zenuwgestel,
maar ze kon zich niet weerhouden
even vol vrees te rillen, toen xij, na
hat artikel gelezen te hebben, den sa
lon doorliep, om hare kamenier* te
roepen en zich voor den nacht terug
te trekken.
Alvorens nu haar vertrek binnen tie
treden, keerde xij zich om, om de
waslichten van een kandelaar uit te
dooven, welke man had laten bran
den, benevens een kleine lamp, waar
bij zij had zitten lezen.
De kandelaar stond op een arm en
wierp een sterk recht licht op dan
vloer, de schaduwen van de meubel
stukken, die er tusschen 6tonden,
doende uitkomen, bijzonderlijk van
de groote tafel, waarbij ze gezeten
had.
Terwijl zij nog eens een laatsten
blik over de kamer liet gaan., werd zij
plotseling door een geweldige vrees
bevangen, als zij bemerkte, hoe zich
op de vloer, onmiddellijk tegenover
haar stoeltje, waarop zij gezeten had,
de onmiskenbare schaduw vertoonde
van een man, die onder de tafel lag,
waaraan zij had zitten lezen. Zij
hield zich zoo stil mogelijk, maar
haar schrik vermeerderde honderd
maal, toen zij zag, of meende, dat zij
zag het beeld van een hand, die
slechts twee vingers had.
Zij was er van overtuigd, dat de
geheimzinnige misdadiger, wiens da
den de geheele stad zoodanig veront
rusten, daar verborgen lag en dus ge
legen had waarschijnlijk in aanra
king met den zoom van haar kleed,
dien geheelen avond.
Toen zij tot deze ontdekking geko
men was, langs een spoedige en pijn
lijke reeks van reden eer ingen, die
elke vrouw kan begrijpen, bleef ma
dame Viertris voor een oogenblik als
versteend staan. Haar juweelen wa
ren vermaard voor haar schoonheid
en pracht en zij stond er voor bekend
ze altijd in een doosje te hebben bi]
haar bed, als zij zich ter ruste begaf,
e nsinds hare aankomst te Parijs
was het vrijwel ruchtbaar geworden,
dat zij de gewoonte had vrij vroeg
naar bed te gaan, terwijl haar echt
genoot tot laat in den avond zijne
ambtsbezigheden te vervullen had.
Hare kameniers sliepen op een uit
einde van een der buitengangen, en
aldus was zij voor een goed» wijle
tïjds zoo goed als alleen op deze ver
dieping van het hotel.
Natuurlijk had de dief zich met de
ze omstandigheid vertrouwd gemaakt
en hij wachtte zijn kans af, om zijn
rooverlj en gewelddadigheden te be
ginnen, die allicht in moord zouden
eindigen. De gedachten en conclu-
siën schoten door het hoofd van ma
dame Vertris met schrikwekkende
snelheid. Dan door middel van een
verschrikkelijke inspanning van ha
re wilskracht, herkreeg ze niet enkel
hare stoutmoedigheid en koelheid,
maar zij vormden ook het plan, om
zichzelve uit de moeilijkheid te red
den en den schavuit te bedotten.
Zonder de lichten uit te dooven, be
gon zij een licht operadeuntje te neu
riën, terwijl zij haar stoel weer In
nam en zij raakte de zilveren bel aan,
die op tafel stond en waarmede zij
gewoon was eene of ander» harer ka
meniers te ontbieden. Deze daad al
leen kostte haar een oogenblik van
groote vrees, want, indien de bonden
de kamenier mochten vergezellen,
zouden zij zonder twijfel onmiddel
lijk de tegenwoordigheid van den
verborgen dief ontdekken, die haar
dan zonder verwijl zou aanvallen.
Gelukkig echteer was de kamenier,
die aan haar oproeping voldeed, niet
door de honden vergezeld, die in een
der meer verwijderde vertrekken in
slaap waren gevallen.
Adèle, zeide madame Vertris, is
de winkel van monsieur Vernae, den
juwelier, nog open, denkt u?
O zeker, mevrouw, antwoordde
de kamenier; het is Zaterdagavond
en alle winkels blijven open tot 12
uur, en het Is nu een beetje over tie
nen.
Ik zal u een boodschap aan hem
moeten toevertrouwen, oogenblikke-
lijkl zeide de actrice. Hij heeft mijne
kostbaarste juweelen onderhanden
voor reparatie, en mijne collier van
saphlren en brillanten, die hij mij
beloofd had hedenavond terug te zen
den. Ik zal niet kunnen slapen zon
der ze aan de zijd» van mijn bed te
hebben hedennacht. Hersteld of niet
hersteld, hij zal ze door middel van
een zijner knechts nog hedenavond
aan mij terug moeten zenden. Breng
mij de schrijfbenoodigdheden van uit
mijn boudoir. Adèle deed zooals
haar bevolen was, en haar liedje door
neuriënd schreef madame Vertris
met een vaste hand de volgende re
gels neer, die zij zegelde en aan mon
sieur Vernae, den deftlgsten juwelier
in de Rue des Italians, richtte;
Mijnheer: De schavuit met xljn
twee vingers is verborgen onder de
tafel zelf, waaraan Ik zit te schrij
ven, zonder dat hij het weet, dat ik
mij bewust ben van ztyne tegenwoor
digheid. Roep de hulp der politie ln,
en verlies geen enk»I oogenblik met
te rhulp te snellen aan mevrouw Ver
tris.
Daarna zeide de heldhaftige actri
ce, har» missive aan hare bediende
overhandigend. Dit, zoude ik denken,
zal mij mijne goede juweelen wel bin
nen een uur terugbrengen en aan
mijnheer Vernae terzelfdertijd een
lesje leeren. Hier hebt ge wat klein
geld, Adèle. Neem 't eerste rijtuig 't
beste, dat niet ln gebruik Is, en kom
zoo snel mogelijk terug."
Adèle was op het punt de kamer te
verlaten, toen hare meesteres plotse
ling werd aangegrepen door een he
vigen angst, om alleen te blijven, en
zij riep haar terug.
Voor gij gaat, zeide ze, meteen
geveinsde achteloosheid, xeg aan Ma
rie, dat xij mij hier wat gezelschap
komt houden, opdat ik eens kan na
gaan, hoe ver zij in het borduren ge
vorderd is, waarin ik haar onlangs te
Londen les gegeven heb.
Helaas, mevrouw, hernam AdA-
le, Marie was zoo vrij een uur gele-
Oen zich naar bed te begeven.
Wat is zij toch lui, nep de da
me uit, lachend. Maar enfin, ik zal
inij zeive in uwe afwezigheid amu
seeren, door nil] lie partij m het nieu
we stuk Ln te studeexen.
Adeie vertrok en mevrouw Vertris
was alleen gelaten, alleen behalve-
wat aanging de verschrikkelijke te-
genwooiuigiieki van dien man, die
miascnien een onvoorzichtige bewe
ging van haren voet onder de tafel of
een verraderlijke trilling in haar
stem elk oogenblik zouden kunnen
opwekken tot een daad van boosaar
digheid en moorddadige plannen,
waaraan de gedachte het bloed in
haar aderen deed stollen.
Maar zij had zich zelve er toe ge
zet om een spel te spelen, zooals zij
er nog nimmer te vuren een gespeeld
had, en zij speelde dat spel goed ten
einde. Zij las de regels van hare rol
over en nog eens o\erzij zong, zij
deed de noten trillen door de lucht,
en dat alles op eene wijze, die de
ooren van duizenden zouden gestreeld
hebben en dat "alles voor dien eenen,
doodelijken grqnzenden toenooxoer,
wiens uuderurukte ademhaling zij
zich verbeeldde te kunnen hooren
luascheu de pauzen van hare ^texn,
en dien zij op een handbreedte van
zich af voelde.
Gedurende deze opgeschroefde
vrooiijkheid, was zij ten prooi aan
zulk een geheimen angst, ais alleen
de vrouwelijke natuur kan ge
voelen. Do seconden kropen voorbij
gelijk minuten, de minuten schenen
aren en ten laatste, toen zij haar
stem nagenoeg had uitgeput, zonk zij
terug met een zucht, en 6teide zich
tevreden met zachtjes en met een
tage stem te neuriën.
Eindelijk na een uur tijda, dat
haar wel een eeuwigheid toescheen,
sprong haar hart op in hare borst,
toen zij het geratel van wielen ver
nam voor het hotel. Een oogenblik la-
ter trad Adèle de kamer binnen,
maar met zulk een ti-eurige uitdruk
king op haar gelaat, dat haar mees
teres Ln het begin vreesde, dat haar
boodschap niet was bezorgd gewor
den. Maar Adèle was zelve een wei
nig actrice, en zij, die haar zachtjes
op den voet volgden, brachten de ver
zekering van veiligheid en ontzet.
Zij werd bijna onmiddellijk gevolgd
in den salon door drie officieren der
politie, die op hunne beurt weder ge
volgd werden niet enkel door M. Ver
nae, maar ook door Mr. Mathews,
den echtgenoot van madame Vertris,
die uit een der schouwburgen, die
men voorbijkwam, gehaald was. Niet
zoodra zag de wakkere vrouw haren
echtgenoot, of zij uitte een gil en
vloog in zijne armen, terwijl zij be
grijpelijk genoeg, geheel haar ver
stuikten enkel vergat.
In hetzelfde oogenblik wierpen de
officieren de tafel omver en spron
gen op den dief, die zich er onder
verborgen had. Hij verweerde zich
uit alle macht, daar hij een krachtige
kerel en tot de tanden gewapend was,
maar na een korten strijd was hij
overwonnen en werd naar de gevan
genis gebracht, nadat de wakkere da
me korteiijk de ontdekking van zijn
aanwezigheid en de taktiek, waar
mede zij hem ln hare netten gevan
gen had, had verhaald.
De dief bleek te zijn een zekere
Janson, een galeislaaf van Toulon,
die zich in het Zuiden van Frankrijk
had bekend gemaakt, alvorens hij ge
vangen werd gezet; hij was nu uit de
gevangenis losgebroken en had een
nieuwe serie misdaden op touw ge
zet. Hij was een verharde en een ori-
gineele schurk en men zegt. dat hij
na deze zijne laatste gevangenneming
met veel nonchalance opmerkte
Ik mag de hinderlaag, die mij
ten val bracht, niet te kwalijk ne
men. Gedurende een geheel uux
was ik de eenige toehoorder van de
grootste zangeres en actrice in Euro
pa, die zich alle mogelijke moeite gaf,
mij te onderhouden."
(Centr.)
HOMOEOPATHIB.
Het is Maandag zes uur. Een hond
blaft een uur.
Het is Dinsdag zes uur. Een hoend
blaft een uur.
Het is Woensdag zes uur. Idem.
Het Is Donderdag idem idem.
Vrijdag idem
Buurman B., 's honds eigenaar,
weigert er iets aan te doen.
Buurman A. radeloos.
Ten slotte een idee. IJvierlge cor
respondentie met phonographen fa
briek. Een groote kist wordt bij
buurman A. bezorgd, inhoudend niet
„de stem dee nneesters" doch „de
stem des honds."
Het is Maandag xes uur. Een hond
blaft een uur.
Het is Maandag teven uur. De hand
houdt op.
Een phonografiscbe hond bij buur
man A vangt aan.
Het is Maandag acht uur. Idem.
Het is Maandag negen uur. Idem.
Het ia Maandag tien uur. Idem.
Het is Maandag e'f uur. Idem.
Het is Maandag twaalf uur. Idem.
Het is Maandag een uur.
De buurman B. Is verteederd. Hij
zal zorgen, dat zijn hond iedteren mor
gen van 7 tot 8 voortaan niet blaft.
Se non i yêxo...
DAMRUBRIEK.
HAARLEMSCHE DAMCLUB*
Alle Correspondentie, deze rubriek
betreffend», gelieve1 men te richten
aan den Heer J. MEYER, Kruisstraat
84, Telephoon 1543.
Probleem No. 27 van den heer
W. J. A. Matla.
Kwart
1 9 8 4 i
Wit
Zwart schijven op 5, 10, 12, 13, 14, 15, 19, 21, 23, 24 en 36.
Wit schijven op16, 27, 32, 33, 34, 37, 40, 42, 43, 17 en 48.
Probleem No. 28 van de beeren
J. F. Spanjaard en F. M. v. d. Werff.
Wit
Zwart schijven op 1, 6, 8, 9, 10, 27,
Wit schijven op11, 25, 29, 35, 45 en 47
en 39 en dam op 32
Oplossingen worden ingewacht
uiterlijk W oensdag 3 Maart a. s. aan
bovengenoemd adres.
Oplossingen van Probleem No. 24r
van den auteur
Wit32 - 28, 33 - 28. 43 38, 27
36, 31 11 1
Goed opgelost door mevrouw Wieg
man en de heexen H. A. van Al», W.
j. Balkenende, P. Balkenende, R.
Bouw, P. J. Eype, P. Geldorp, J. Ja^
cobson Azn., D. G. Koning, N. J. Kos
ter Jr., Paixizio Ottolini, G. Sexodi-
ni, P. M. v. d. Sluijs, J. F. Span
jaard F. Th. Timmer, F. M. v. d.
Werff P. van ToL
Van probleem No. 23 ontvingen w«
ook nog goede oplossingen van do
heexen F. Th. Timmer en Patrizio
Ottolini.
De damclub „Le daAïer du Nord"
te Rijssel houdt heden en morgen een
bijeenkomst, waarop verschillende
Damclubs uit Frankrijk en het bui
tenland zijn uitgenoodigd. Ook de
wereldkampioen Weiss uit Parijs, zal
daar tegenwoordig zijn.
CORRESf ONDENTIE.
N. J. K. Jr., Uwe oplossingen van
problemen 25 en 26 zijn niet - goed.
Ziet u ze nog maar eens natot
Woensdag kunt u de oplossingen
nog inleveren.
Raadsels
Deze raadsels zijn alle ingezonden
door jongens en meisjes, die „Voor
Onze Jeugd" lezen. De namen der
kinderen, die mij vóór Donderdag
morgen goede oplossingen zenden,
worden in het volgend nummar be
kend genin.fl.kt.
IEDERE MAAND WORDT ONDER
DE BESTE OPLOSSERS EEN
BOEK IN PRACHTBAND
VERLOOT.
Hierbij wordt gelet op den leeftijd
in verband met het aantal oplossin
gen en op de netheid van het werk.
L (Ingezonden door Wiih. M. Heijl).
Het geheel bestaat uit 20 letters en
duidt den naam aan van iemand dien
we alien goed kennen.
13 14 7 2 20 is een plant
14 7 1 is een lichaamsdeel
19 17 4 10 ïs een sombere kleeder-
dracht
20 8 15 is iemand uit een klooster
3 14 15 is een jongensnaam
9 4 19 is een gedeelte van den dog
3 9 6 zegt men wel tegen een gou
vernante
11 18 5 woxdt 's winters gedragen
12 14 16 2 14 4 krijgt leder graag
16 2 9 19 zit aan ieder huis
2. (Ingezonden door Marie Dolke-
madej.
Wat leest gij hieruit
8. (Ingezonden door Johan C. Bos
man).
Mijn geheel Ia een plaats op een
der eilanden in de Middel] andsche
Zee. Zet onder elkaar
Een plaat* ln Duitse hl and
Een plaats in Duitschland
Een provincie in Nederland
Een provincie Ln België
Een eiland ln de MlddeL Zee
Een rivier in Azië
Een stad ln China
Een land in Afrika
Een in de oudheid belangrijk land
Een stad op Java
Ben kaap in Azië
Een groote zee
Een plaats in Amerika
4. (Ingezonden door Beppie Meijer).
Het eerste deel schenkt ons de zon.
Vanwaar ze in 't Oost haar loop
begon,
Totdat ze in 't Westen 's avonds
daalt,
En d'aarde nog slechts flauw be
straalt.
In een aan God gewijd gesticht
Wordt steeds het tweede deel ver
richt.
En iemand, los van aard,
Wordt door 't geheel verklaard.
5 (Ingezonden door Dirk Boeré).
Ik ben een roofdier Verander mijn
hoofd en ik ben een knaagdier.
S. (Ingezonden door Nanne Nauta).
Ik weet bloemen,
Dk> 's winters komen,
Die 'a zomers vergaan
Raadt eens, waar die bloemen
staan I
7. (Ingezonden door Cato Bonke).
Mijn eerste verdient een werkman*
Mijn tweede is niet neer.
Mijn derde vindt men in boech, en
strand.
Mijn geheel is de naam van een
plaatsje in Nederland.
8. (Ingezonden door Johan van Eg-
mond).
Ik besta uit 12 Letters.
8 9 10 hoort in de keuken.
5 6 7 is van de kippen.
3 4 5 6 7 gebruikt de naaister.
1 2 3 4 4 12 smaakt sommigen goed,
9. (Ingezonden door Ruurtje Aarts),
Zet onder eikaar
Een plaats in Zuid-Holland.
Een stad in Frankrijk.
Een stad in Schotland-
Een plaats in Gelderland.
Een stad ln Engeland.
Een stad in Noord-Brabant.
Een provincie in Nederland»
Een plaat» in Zeeland.
Een plaats in Noord-Holland,
De beginletters vormen den naatrt
van een plaats, waar kinderen Inden
zomer graag .heengaan.