Rubriek voor onze Jeugd. hem rustte, veinedte druk aan het werk te xijn en deed alsof hij het hem zooeven gedane vorostef reeds lang weer vergeten wae... Het la niet verstandig, mompel de xij eindelijk, honderd gulden voor een beaat te weigeren... wanneer men zelf zee kinderen heeft, ronder echoe nen... Laat mij met vrede! barstte Go- dot eenaklaps uit Marmotte was altijd een voorwerp van strijd voor Godot en zijn vrouw geweest Tot geen enkelen prijs zou hij van hem willen scheiden. Het denkbeeld alleen deed hem de tanden opeen klemmen en rijn prikkelbaar heid groeide naarmate de jachttijd naderde. Want teder Jaar kreeg hij weer nieuwe, schitterende aanbiedingen van alle jagers uit den omtrek, in het bijzonder van de gasten van markies I)u Chaloy. En geen wonder Mar motte was een prachtige rashond met dunne, gespierde Dooten, een fijnen, spitsen kop en schrandere, scherpe oogen. Daarbij bezat hij een onge ëvenaarde snelheid. Godot had hem Van een boschwachter, die rich veel met de honden-fokkerij bezig hield, ten geschenke ontvangen. Verstandiger of leerzamer dier was uren in den omtrek niet te vinden. In res maanden was hij volkomen voor de jacht afgericht. Dikwijls kwam hij, klagelijk blaffend, bij zijn Yieester, alsof hij hem wilde zeggen Kom dan toch 1 Er schuilt wild in de boeschen. En dan ging Godot, of schoon hij rich bij zijn klompen had moeten houden, nam het geweer van dien muur en sloop de dichte boschjes in, terwijl Marmotte blij vooruit- ftp rong. Zoo was Godot een strooper gewor den, een strooper, slim als niet één.... Hoe dikwijls smulde xiin gexin niet van de malsche, heerlijke hazen en konijntjes, opgespoord door den fij nen neus van Marmotte Neen, Godot z>ou nooit afstand van zijn hond doen, nooit Den volgeenden dag kwamen graaf -jan gravin De Say at terugGodot ontving ze koeltjes, evenals den vori- gen dag. Maar deze ontvangst ont moedigde hen geenszins. Ze waren in tegendeel nog beminnelijker, en ge droegen zich veel minder hooghartig en edelmoediger in hunne herhaalde aanbiedingen. Vooral de gravin deed veel moeite, hem er toe over te halen, Marmotte af te staan. Het was duidelijk, dat de graaf slechts aan de zonderlinge, nu hardnekkig vastgehouden gril van lijn vrouw zocht te voldoen. Daarom verhoogde hij lederen keer zijn aanbod, ofschoon Godot beslist bleef weigeren, en zich steeds onver schilliger tegenover de geboden som toonde. In het diepst van zijn gemoed waB hij eigenlijk zoo onverschillig niet. In rijn huis heerschte ellende.Zijn vrouw was ziek. Zijn kinderen weenden van den honger. Zijn stijgende schulden bezorgden hem slapelooze nachten. Was bet eigenlijk geen dom egoisme Marmotte niet af te willen staan Was het eigenlijk niet het geluk van een gezin verwoesten, ter wille van een beest En de graaf vermeerderde bij ieder bezoek zijn aanbod, honderdvijftig, tweehonderd.... driehonderd gulden, ja, zelfs de .buitengewone som van driehonderd gulden wilde hij beta len. Dat was een getal, dat te denken gaf een som die, in den toestand van Godot, op z'n minst genomen, onver standig was te weigeren. Hij begreep dit zóó goed, dat hij er Boms behoefte aan voelde zijn hond aan zijn voeten te zien liggen en hem te üefkoozen vol (bijna aandoenlijke) teederheid. Eens, op een September-avand, kwam een bediende van het kasteel hem zeggen, dat de markies een on derhoud met hem wenschte te heb ben. Hij was er dadelijk toe bereid. Vertel me toch eens, Godot, be gon de markies, 'k wist niet, dat je xoo koppig was... Graaf De Sayai is op het punt te vertrekkenkunt ge nu nog niet tot den verkoop over gaan Onmogelijk, mijnheer de mar kies Wat is onmogelijk Hem uw hond voor een goede som af te staan? Hij heeft er vijfhonderd gulden voor over. Als ik je een goeden raad mag geven, laat de gelegenheid dan niet voorbijgaan, zooieta komt naet voor de tweede maal voor. Dat weet ik.... Welnu dan Dan is de koop teeloten, riep de markies vroolijk uit. ,n zich tot zijn bediende wendend, sprak hij betaal hem het geld UH I Godot begon opnieuw te weerstre ven, maakte tegenwerpingen, ver klaarde, dat hij niet van zijn hond zou kunnen scheidenMaar het zien van vijftig goudstukken, blin kend in het licht der lamp, op rijtjes geteld, voor ach op tafel, vernietigde xiju laatste wilskracht. Teeken het ontvangbewijs, aLs ge wilt? Nogmaals overviel hem een aarze ling.... de tranen kwamen hem in de oogenEn, hoewel hij een oogen blik ntets dan diepe droefheid voelde, kiemde plotseling in zijn brein een vreemd denkbeeld...... Zijn wenkbrauwen fronsend, reide hij ineens snel en scherp Als Marmotte misschien bij mij mocht terugkomen, behoef ik hem niet terug te sturen, nietwaar Ik wil dat deze voorwaarde In bet koopcon tract wordt opgenomen. De graaf lachteHij woonde in de hoofdstad, twaalf uren gaans daar vandaanMarmotte zou per spoor vervoerd worden. Er was dus niets tegen deze zonderlinge voorwaarde van Godot in te willigen. Goed.... Hij ging zitton en schreef de ge- Vraagde toevoeging.... Ziehier, vriend Ik vertrek morgenochtend.... Gij moet mij uw hond vroeg thuis bezorgen. Dat kan ik niet I.... Godot snikte het bijna met diep-ont- roerde stem Daar heb ik de kracht niet toe f... Laat hem haten miin vrouw zal er voor zorgen. Zes maanden verMepeSJ. De vijftig goudstukken hadden wel vaart in het hutje gebracht. De schul den waren voor het grootste deel be taald. Moeder Godot bekeek nu haar kinderen met trots xe waren beter gekleed en gevoed en zagen er blo zend en opgewekt u^t,... Slechts Godot bleef somber. Droef geestig wandelde hij door de verlaten bosschen en de diepe rimpels in zijn voorhoofd getuigden van een inner lijke ontevredenhedd met zich zelf. Altijd en altijd weer dwaalden zijne gedachten naar zijn hond, Marmotte. Én deze herinnering versomberde al zijn tegenwoordig geluk. Soms kon hij uren lang in t vlam mende vuur zitten kijken, dan weer stoof hij vloekend tegen zijne vrouw op, wiie hij den schandelijken ver koop verweet Het was eigenlijk belachelijk, zoo veel, bijna ziekeJijke, toewijding voor een dier. Een enkele maai begreep hij dit zelf en trachtte Marmotte te ver geten, maar nooit slaagde hij er in. Een hevigen wrok koesterend tegen markies Du Chaloy, groette hij hem noodt als hij hem toevallig zag in het woud, en keerde hem den rug toe, als hij hem een enkele maai ont moette. Op zekeren dag, nog eens het koop contract en zijn zonderlinge bepaling beziende, flitste hem als een bliksem straal een geniale, wonderbaarlijke ingeving door de hersens. Hij ging naar zijn schuurtje en zocht een oude schamslooper. die minstens dertig jaar oud was en ae kleur van doode blade ren had aangenomen. Vroeger had Godot hem, als mars kramer, door alle weer en wind ge dragen. Versleten en bijna geheel aan flarden had hij hem aan Marmotte overgelaten, die hem sedert dien tijd als bed gebruikt had. Deze schanslooper nu, werd door Godot met zijn snoeimes in kleine stukjes gehakt, bijna tot pluksel, daarna deed hij alles in een grooten zak en begaf zich naar de hoofd plaats Heel vroeg 'e morgens kwam hij aan. Voor een prachtige villa bleef hij staan, keek voorzichtig rond en strooide wat vezels van den schans looper op den grond. Toen keerde hij zich weer om, maar liet telkens op geregelde afstanden een weinig verkleurd groen pluksel vallen. Hoe moe hij avonds ook was, zijn oogen schitterden van koortsige opgewondenheid.... Als het eens gelukte, zeide hij tot zijn vrouw, ik geloof, dat ik het overschot van mijn dagen in rust en vrede zou kunnen doorbrengen. Twee dagen later stak Marmotte z'n fijne snuit over de onderdeur van het hutje Onder de tafel. De volgende episode uit de loop baan van de gevierde zangeres, me vrouw Vertria, had plaats in den win ter van 1847, toen de eter van haar genie nog steeds klom, niettegen staande hare vijftig jaren. Zij had den bekenden tooneelspeler Charles Mathews den jongere gehuwd en be zocht nu Parijs in zijn gezelschap. Het hoofddoel van hun reis was een ballettroep voor een voorstelling te krijgen, waarvoor toen voorbereidse len gemaakt werden in een van de groote theaters van Londen, onder hun vereen igde leiding. Maar het kwam xoo uit, dat het uitkiezen van een ballet hoofdzakelijk neerkwam op den heer Mathews daar zijn vrouw tijdelijk was verhinderd door een on gelukkige verstuiking van den enkel. Zij moest zich in haar hotel in de rue Saint Honoré ophouden, waar zij na tuurlijk zich zelve kon troosten door receptie te geven aan hare bewonde raars, die even talrijk waren in Frankrijk als in Engeland. Eens op een avond was zij alleen in den kleinen maar eleganten sa lon, die aan haar vertrek grensde. Haar kameniers waren binnen het bereik van haar stem en konden nu en dan uit een van de andere kamers het speelsch blaffen hooren van beide honden, Floek en Florf, welke haar altijd op haar reizen vergezelden. Een der ochtendbladen opnemend, gaf zij haar aandacht aan het eerste ar tikel het beste, waar haar oog op viel, want het was een artikel over een onderwerp, dat geheel Parijs In op gewondenheid had gebracht. Een aantal rooverijen hadden plaats gehad in eene snelle opvolging en de dader er van had men niet kunnen ontdekken. Het was duidelijk door ze kere karaktertrekken eigen aan al de misdaden, dat ze het werk waren van een en loei man. Zijne geliefkoos de en eigenlijk zijn eenige manier van werken was, zich In de onmid dellijke nabijheid van die slaapkamer van de eene of andere rijke dame op te laten sluiten en zich dan meester te maken van hare juweelen en an dere kostbaarheden, nadat zij In slaap was gevallen. Als zijn slachtof fer soms wakker werd, dan schrikte hij er niet voor terug geweld te ge bruiken, om haar te beletten alarm te maken. Het eenige, wat men tot nu toe van den schavuit wist, was, dat hij maar twee vingers aan zijne linkerhand had, eene omstandigheid, die was op gemerkt geworden door eene dame, die de tegenwoordigheid van geest gehad had, om bewusteloosheid voor te wenden, terwijl zij heimelijk de be wegingen van den schurk naging in hiet schemerdonker van haar vertrek. Eene paniek heerschte naar men zei- de onder die dames, die bekend ston den voor 't aantal en de waarde van hare juweelen; en sarcastische op merkingen werden ten beste gegeven over de onmacht van da politie. Madame Vertris was eene vrouw van bijzonder krachtig zenuwgestel, maar ze kon zich niet weerhouden even vol vrees te rillen, toen xij, na hat artikel gelezen te hebben, den sa lon doorliep, om hare kamenier* te roepen en zich voor den nacht terug te trekken. Alvorens nu haar vertrek binnen tie treden, keerde xij zich om, om de waslichten van een kandelaar uit te dooven, welke man had laten bran den, benevens een kleine lamp, waar bij zij had zitten lezen. De kandelaar stond op een arm en wierp een sterk recht licht op dan vloer, de schaduwen van de meubel stukken, die er tusschen 6tonden, doende uitkomen, bijzonderlijk van de groote tafel, waarbij ze gezeten had. Terwijl zij nog eens een laatsten blik over de kamer liet gaan., werd zij plotseling door een geweldige vrees bevangen, als zij bemerkte, hoe zich op de vloer, onmiddellijk tegenover haar stoeltje, waarop zij gezeten had, de onmiskenbare schaduw vertoonde van een man, die onder de tafel lag, waaraan zij had zitten lezen. Zij hield zich zoo stil mogelijk, maar haar schrik vermeerderde honderd maal, toen zij zag, of meende, dat zij zag het beeld van een hand, die slechts twee vingers had. Zij was er van overtuigd, dat de geheimzinnige misdadiger, wiens da den de geheele stad zoodanig veront rusten, daar verborgen lag en dus ge legen had waarschijnlijk in aanra king met den zoom van haar kleed, dien geheelen avond. Toen zij tot deze ontdekking geko men was, langs een spoedige en pijn lijke reeks van reden eer ingen, die elke vrouw kan begrijpen, bleef ma dame Viertris voor een oogenblik als versteend staan. Haar juweelen wa ren vermaard voor haar schoonheid en pracht en zij stond er voor bekend ze altijd in een doosje te hebben bi] haar bed, als zij zich ter ruste begaf, e nsinds hare aankomst te Parijs was het vrijwel ruchtbaar geworden, dat zij de gewoonte had vrij vroeg naar bed te gaan, terwijl haar echt genoot tot laat in den avond zijne ambtsbezigheden te vervullen had. Hare kameniers sliepen op een uit einde van een der buitengangen, en aldus was zij voor een goed» wijle tïjds zoo goed als alleen op deze ver dieping van het hotel. Natuurlijk had de dief zich met de ze omstandigheid vertrouwd gemaakt en hij wachtte zijn kans af, om zijn rooverlj en gewelddadigheden te be ginnen, die allicht in moord zouden eindigen. De gedachten en conclu- siën schoten door het hoofd van ma dame Vertris met schrikwekkende snelheid. Dan door middel van een verschrikkelijke inspanning van ha re wilskracht, herkreeg ze niet enkel hare stoutmoedigheid en koelheid, maar zij vormden ook het plan, om zichzelve uit de moeilijkheid te red den en den schavuit te bedotten. Zonder de lichten uit te dooven, be gon zij een licht operadeuntje te neu riën, terwijl zij haar stoel weer In nam en zij raakte de zilveren bel aan, die op tafel stond en waarmede zij gewoon was eene of ander» harer ka meniers te ontbieden. Deze daad al leen kostte haar een oogenblik van groote vrees, want, indien de bonden de kamenier mochten vergezellen, zouden zij zonder twijfel onmiddel lijk de tegenwoordigheid van den verborgen dief ontdekken, die haar dan zonder verwijl zou aanvallen. Gelukkig echteer was de kamenier, die aan haar oproeping voldeed, niet door de honden vergezeld, die in een der meer verwijderde vertrekken in slaap waren gevallen. Adèle, zeide madame Vertris, is de winkel van monsieur Vernae, den juwelier, nog open, denkt u? O zeker, mevrouw, antwoordde de kamenier; het is Zaterdagavond en alle winkels blijven open tot 12 uur, en het Is nu een beetje over tie nen. Ik zal u een boodschap aan hem moeten toevertrouwen, oogenblikke- lijkl zeide de actrice. Hij heeft mijne kostbaarste juweelen onderhanden voor reparatie, en mijne collier van saphlren en brillanten, die hij mij beloofd had hedenavond terug te zen den. Ik zal niet kunnen slapen zon der ze aan de zijd» van mijn bed te hebben hedennacht. Hersteld of niet hersteld, hij zal ze door middel van een zijner knechts nog hedenavond aan mij terug moeten zenden. Breng mij de schrijfbenoodigdheden van uit mijn boudoir. Adèle deed zooals haar bevolen was, en haar liedje door neuriënd schreef madame Vertris met een vaste hand de volgende re gels neer, die zij zegelde en aan mon sieur Vernae, den deftlgsten juwelier in de Rue des Italians, richtte; Mijnheer: De schavuit met xljn twee vingers is verborgen onder de tafel zelf, waaraan Ik zit te schrij ven, zonder dat hij het weet, dat ik mij bewust ben van ztyne tegenwoor digheid. Roep de hulp der politie ln, en verlies geen enk»I oogenblik met te rhulp te snellen aan mevrouw Ver tris. Daarna zeide de heldhaftige actri ce, har» missive aan hare bediende overhandigend. Dit, zoude ik denken, zal mij mijne goede juweelen wel bin nen een uur terugbrengen en aan mijnheer Vernae terzelfdertijd een lesje leeren. Hier hebt ge wat klein geld, Adèle. Neem 't eerste rijtuig 't beste, dat niet ln gebruik Is, en kom zoo snel mogelijk terug." Adèle was op het punt de kamer te verlaten, toen hare meesteres plotse ling werd aangegrepen door een he vigen angst, om alleen te blijven, en zij riep haar terug. Voor gij gaat, zeide ze, meteen geveinsde achteloosheid, xeg aan Ma rie, dat xij mij hier wat gezelschap komt houden, opdat ik eens kan na gaan, hoe ver zij in het borduren ge vorderd is, waarin ik haar onlangs te Londen les gegeven heb. Helaas, mevrouw, hernam AdA- le, Marie was zoo vrij een uur gele- Oen zich naar bed te begeven. Wat is zij toch lui, nep de da me uit, lachend. Maar enfin, ik zal inij zeive in uwe afwezigheid amu seeren, door nil] lie partij m het nieu we stuk Ln te studeexen. Adeie vertrok en mevrouw Vertris was alleen gelaten, alleen behalve- wat aanging de verschrikkelijke te- genwooiuigiieki van dien man, die miascnien een onvoorzichtige bewe ging van haren voet onder de tafel of een verraderlijke trilling in haar stem elk oogenblik zouden kunnen opwekken tot een daad van boosaar digheid en moorddadige plannen, waaraan de gedachte het bloed in haar aderen deed stollen. Maar zij had zich zelve er toe ge zet om een spel te spelen, zooals zij er nog nimmer te vuren een gespeeld had, en zij speelde dat spel goed ten einde. Zij las de regels van hare rol over en nog eens o\erzij zong, zij deed de noten trillen door de lucht, en dat alles op eene wijze, die de ooren van duizenden zouden gestreeld hebben en dat "alles voor dien eenen, doodelijken grqnzenden toenooxoer, wiens uuderurukte ademhaling zij zich verbeeldde te kunnen hooren luascheu de pauzen van hare ^texn, en dien zij op een handbreedte van zich af voelde. Gedurende deze opgeschroefde vrooiijkheid, was zij ten prooi aan zulk een geheimen angst, ais alleen de vrouwelijke natuur kan ge voelen. Do seconden kropen voorbij gelijk minuten, de minuten schenen aren en ten laatste, toen zij haar stem nagenoeg had uitgeput, zonk zij terug met een zucht, en 6teide zich tevreden met zachtjes en met een tage stem te neuriën. Eindelijk na een uur tijda, dat haar wel een eeuwigheid toescheen, sprong haar hart op in hare borst, toen zij het geratel van wielen ver nam voor het hotel. Een oogenblik la- ter trad Adèle de kamer binnen, maar met zulk een ti-eurige uitdruk king op haar gelaat, dat haar mees teres Ln het begin vreesde, dat haar boodschap niet was bezorgd gewor den. Maar Adèle was zelve een wei nig actrice, en zij, die haar zachtjes op den voet volgden, brachten de ver zekering van veiligheid en ontzet. Zij werd bijna onmiddellijk gevolgd in den salon door drie officieren der politie, die op hunne beurt weder ge volgd werden niet enkel door M. Ver nae, maar ook door Mr. Mathews, den echtgenoot van madame Vertris, die uit een der schouwburgen, die men voorbijkwam, gehaald was. Niet zoodra zag de wakkere vrouw haren echtgenoot, of zij uitte een gil en vloog in zijne armen, terwijl zij be grijpelijk genoeg, geheel haar ver stuikten enkel vergat. In hetzelfde oogenblik wierpen de officieren de tafel omver en spron gen op den dief, die zich er onder verborgen had. Hij verweerde zich uit alle macht, daar hij een krachtige kerel en tot de tanden gewapend was, maar na een korten strijd was hij overwonnen en werd naar de gevan genis gebracht, nadat de wakkere da me korteiijk de ontdekking van zijn aanwezigheid en de taktiek, waar mede zij hem ln hare netten gevan gen had, had verhaald. De dief bleek te zijn een zekere Janson, een galeislaaf van Toulon, die zich in het Zuiden van Frankrijk had bekend gemaakt, alvorens hij ge vangen werd gezet; hij was nu uit de gevangenis losgebroken en had een nieuwe serie misdaden op touw ge zet. Hij was een verharde en een ori- gineele schurk en men zegt. dat hij na deze zijne laatste gevangenneming met veel nonchalance opmerkte Ik mag de hinderlaag, die mij ten val bracht, niet te kwalijk ne men. Gedurende een geheel uux was ik de eenige toehoorder van de grootste zangeres en actrice in Euro pa, die zich alle mogelijke moeite gaf, mij te onderhouden." (Centr.) HOMOEOPATHIB. Het is Maandag zes uur. Een hond blaft een uur. Het is Dinsdag zes uur. Een hoend blaft een uur. Het is Woensdag zes uur. Idem. Het Is Donderdag idem idem. Vrijdag idem Buurman B., 's honds eigenaar, weigert er iets aan te doen. Buurman A. radeloos. Ten slotte een idee. IJvierlge cor respondentie met phonographen fa briek. Een groote kist wordt bij buurman A. bezorgd, inhoudend niet „de stem dee nneesters" doch „de stem des honds." Het is Maandag xes uur. Een hond blaft een uur. Het is Maandag teven uur. De hand houdt op. Een phonografiscbe hond bij buur man A vangt aan. Het is Maandag acht uur. Idem. Het is Maandag negen uur. Idem. Het ia Maandag tien uur. Idem. Het is Maandag e'f uur. Idem. Het is Maandag twaalf uur. Idem. Het is Maandag een uur. De buurman B. Is verteederd. Hij zal zorgen, dat zijn hond iedteren mor gen van 7 tot 8 voortaan niet blaft. Se non i yêxo... DAMRUBRIEK. HAARLEMSCHE DAMCLUB* Alle Correspondentie, deze rubriek betreffend», gelieve1 men te richten aan den Heer J. MEYER, Kruisstraat 84, Telephoon 1543. Probleem No. 27 van den heer W. J. A. Matla. Kwart 1 9 8 4 i Wit Zwart schijven op 5, 10, 12, 13, 14, 15, 19, 21, 23, 24 en 36. Wit schijven op16, 27, 32, 33, 34, 37, 40, 42, 43, 17 en 48. Probleem No. 28 van de beeren J. F. Spanjaard en F. M. v. d. Werff. Wit Zwart schijven op 1, 6, 8, 9, 10, 27, Wit schijven op11, 25, 29, 35, 45 en 47 en 39 en dam op 32 Oplossingen worden ingewacht uiterlijk W oensdag 3 Maart a. s. aan bovengenoemd adres. Oplossingen van Probleem No. 24r van den auteur Wit32 - 28, 33 - 28. 43 38, 27 36, 31 11 1 Goed opgelost door mevrouw Wieg man en de heexen H. A. van Al», W. j. Balkenende, P. Balkenende, R. Bouw, P. J. Eype, P. Geldorp, J. Ja^ cobson Azn., D. G. Koning, N. J. Kos ter Jr., Paixizio Ottolini, G. Sexodi- ni, P. M. v. d. Sluijs, J. F. Span jaard F. Th. Timmer, F. M. v. d. Werff P. van ToL Van probleem No. 23 ontvingen w« ook nog goede oplossingen van do heexen F. Th. Timmer en Patrizio Ottolini. De damclub „Le daAïer du Nord" te Rijssel houdt heden en morgen een bijeenkomst, waarop verschillende Damclubs uit Frankrijk en het bui tenland zijn uitgenoodigd. Ook de wereldkampioen Weiss uit Parijs, zal daar tegenwoordig zijn. CORRESf ONDENTIE. N. J. K. Jr., Uwe oplossingen van problemen 25 en 26 zijn niet - goed. Ziet u ze nog maar eens natot Woensdag kunt u de oplossingen nog inleveren. Raadsels Deze raadsels zijn alle ingezonden door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen der kinderen, die mij vóór Donderdag morgen goede oplossingen zenden, worden in het volgend nummar be kend genin.fl.kt. IEDERE MAAND WORDT ONDER DE BESTE OPLOSSERS EEN BOEK IN PRACHTBAND VERLOOT. Hierbij wordt gelet op den leeftijd in verband met het aantal oplossin gen en op de netheid van het werk. L (Ingezonden door Wiih. M. Heijl). Het geheel bestaat uit 20 letters en duidt den naam aan van iemand dien we alien goed kennen. 13 14 7 2 20 is een plant 14 7 1 is een lichaamsdeel 19 17 4 10 ïs een sombere kleeder- dracht 20 8 15 is iemand uit een klooster 3 14 15 is een jongensnaam 9 4 19 is een gedeelte van den dog 3 9 6 zegt men wel tegen een gou vernante 11 18 5 woxdt 's winters gedragen 12 14 16 2 14 4 krijgt leder graag 16 2 9 19 zit aan ieder huis 2. (Ingezonden door Marie Dolke- madej. Wat leest gij hieruit 8. (Ingezonden door Johan C. Bos man). Mijn geheel Ia een plaats op een der eilanden in de Middel] andsche Zee. Zet onder elkaar Een plaat* ln Duitse hl and Een plaats in Duitschland Een provincie in Nederland Een provincie Ln België Een eiland ln de MlddeL Zee Een rivier in Azië Een stad ln China Een land in Afrika Een in de oudheid belangrijk land Een stad op Java Ben kaap in Azië Een groote zee Een plaats in Amerika 4. (Ingezonden door Beppie Meijer). Het eerste deel schenkt ons de zon. Vanwaar ze in 't Oost haar loop begon, Totdat ze in 't Westen 's avonds daalt, En d'aarde nog slechts flauw be straalt. In een aan God gewijd gesticht Wordt steeds het tweede deel ver richt. En iemand, los van aard, Wordt door 't geheel verklaard. 5 (Ingezonden door Dirk Boeré). Ik ben een roofdier Verander mijn hoofd en ik ben een knaagdier. S. (Ingezonden door Nanne Nauta). Ik weet bloemen, Dk> 's winters komen, Die 'a zomers vergaan Raadt eens, waar die bloemen staan I 7. (Ingezonden door Cato Bonke). Mijn eerste verdient een werkman* Mijn tweede is niet neer. Mijn derde vindt men in boech, en strand. Mijn geheel is de naam van een plaatsje in Nederland. 8. (Ingezonden door Johan van Eg- mond). Ik besta uit 12 Letters. 8 9 10 hoort in de keuken. 5 6 7 is van de kippen. 3 4 5 6 7 gebruikt de naaister. 1 2 3 4 4 12 smaakt sommigen goed, 9. (Ingezonden door Ruurtje Aarts), Zet onder eikaar Een plaats in Zuid-Holland. Een stad in Frankrijk. Een stad in Schotland- Een plaats in Gelderland. Een stad ln Engeland. Een stad in Noord-Brabant. Een provincie in Nederland» Een plaat» in Zeeland. Een plaats in Noord-Holland, De beginletters vormen den naatrt van een plaats, waar kinderen Inden zomer graag .heengaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 12