In stormachtigs Tijden. NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. PARIJSCHE BRIEVEN. Stadsnieuws Uit de Omstreken Binnenland Onze Lachhoek. FEUILLETON 26e Jaargang. So. 7870 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ZATERDAG 20 FEBRUABI 1909 Q ABONNEMENTEN PER DRIB MAANDBNl Voor Haarlem l li1.20 Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der gemeente)130 Franco per post door Nederland 1.65 Afzonderlijke nummers0.02 H Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem037 H de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lonrens Coster. Dlrectenr J. C. PEEREBOOE ADVERTENTIÊNi Van 1—5 regels 50 Cts.; Iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels 1*—elke regel meer ƒ0. IC Reclames 30 Cent per regel Bq Abonnement aanzienlijk rabat. AdvertentiCn van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing! 50 Cts. voor 3 plaatsingen contant Redactie en Administratie! Groot. Bontstraat 55. latarcommnnaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Drukkerij i Znlder Bnltenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentlSn en reclames van (Miten het Arrondissement Haarlem In dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. DERDE BLAD. LXIX. Gewaagd© ik ln mijn vorigen brief tan d© waarschijnlijkheid, dat Ca» tulle Mendès zelfmoord heeft begaan, elarmeerende geesten hebben, na tuurlijk door middel van anonieme brieven, justitie en politie de gedach te aan moord trachten op te dringen. Dat denkbeeld is toch al te dwaasl Moord in een trein, op eenige tien tallen meters afstand van een station. Sedert de guillotine weder in eere is hersteld, schijnen de hersens van niet weinig menschen zich uit te put» •en in het verzinnen van de meest fantastische moordberichten. Het lijkt wel, of de menschen niets beters te doen hebben. Wat is dat toch voor 'n malligheid van dien meneer Delahaye, afgevaar digde van Marne-et-Loire, om het volgende schrijven te richten aan den heer AJbanel, deken der rechters van instructie aan de rechtbank van de Seine?: „Ondergeteekende heeft de eer u in herinnering te brengen, dat den 16en Februari 1899 de' heer Felix Faure, president van de Fransche Republiek, plotseling gestorven is onder omstan digheden, die van den beginne af ge heimzinnig leken en die sedert nooit zijn opgehelderd. Dat, zonder dat er tot nog toe reden bestaat om te onderzoeken, of nauw keurige overwegingen eenig verband zouden kunnen doen veronderstellen tusschen die gebeurtenis en zekere politieke, tevens particuliere belan gen, aan welke die dood bijzonder ge legen schijnt te zijn gekomen, het in elk geval voegzaam is, u eenige voor name feiten te herinnieren, waaruit bijkans de klaarblijkelijkheid voort vloeit, dat de dood van den heer Fe lix Faure geen natuurlijke kan zijn geweest. Dat volgens de officieel© verklarin gen de heer Felix Fatire den 16den Februari 1899, tegen zes uur des avonds zou zijn gestorven, en dat, aannemende dat het overlijden eeni ge oogenblikken vroeger heeft kunnen voorvallen, zekerlijk kan worden uit gemaakt, dat het niet vóór half vijf heeft kunnen plaats hebben. Dat het niettemin een erkend feit is, zooals ondergeteekende er u het bewijs van kan leveren, dat, op twee verre plaatsen, te Antwerpen Philippoli, de dood van den president der Fransche Republiek als een zeker en vaststaand feit is aangekondigd geworden, op de eerste plaats om half vier en op de tweede om vier uur 's middags, dat is dus een goed stuk vóór het uur, waarop de heer Felix Faure merkbaar was aangetast door het ziektegeval, dat hem eenige oo genblikken later den geest deed ge ven. Dat, zonder dat er voor het oogen en berektend was door een syndicaat van belangen, dat machtige en verre vertakkingen had, aangezien, zelfs voordat eenig symptoom dien dood had kunnen doen voorzies», onbeschei denheden zich, tot op aanmerkelijken afstand van de plaats, waar de ge beurtenis zou plaats vinden, een weg konden banen. Dat derhalve uit die feiten blijkt, dat het niet aanneembaar is, dat de dood van den president niet vooraf beraamd en voorbereid is geworden, en dat er bijgevolg een misdaad heeft plaats gehad; Dat het van belang is, u buiten dien in herinnering te brengen, dat binnen vijf dagen, den 16den dezer, deze miedaad ie verjaard; dat er dus het grootste belang bij is, en de grootste dringendheid, een instruc tie te openen, desnoods tegen onbe kenden, opdat de verjaring worde voorkomen; Dat ondergeteekende, zich plaat sende op het standpunt van het pu bliek belang, dat hij voor zijn deel heeft te behartigen als volksafge vaardigde, het, bij een beschuldiging van dezen aard, een nationaal ge vaar acht, de verjaring niet tegen te gaan." Zie daar de aanklacht, tenminste de hoofdpunten daaruit, van mijn heer Delahaye tegen een onbekenden moordenaar of liever tegen een vrouw, die, volgens de praatjes, ver dacht wordt, Felix Faure te hebben vergiftigd, tien jaar geleden. In een mijner vorige hrieveL maakte ik ge wag van de veroenkmg, die ten deze op madame Steinheil rust. Geens zins kon ik toen echter vermoeden, dat het losse gerucht binnen korten tijd gesanctionneerd zou worden door een aanklacht van een volksaf gevaardigde, wiens naieve donqui chotterie te Parijs bijkans spreek woordelijk is en üie zich langzamer hand gaat scharen onder de vanen van de geruchtmakende lieden, die achter alle onheilen in Frankrijk het booze werk der Dreyfusards zien. Als één schaap -over de brug is... Op de aanklacht van Delahaye volgde die van Louis Grégori, den nu hefaamden nationalist en militairist, den heetgebakerden journalist, den fanatieken schieter op Dreyfus. Gré gori is verder gegaan dan zijn voor ganger; zonder eenigen omslag heeft hij madame Steinheil als de moorde nares te deze op instigatie der Dreyfusards genoemd en aangewe zen. Natuurlijk hebben de heeren nul op hun rekesten gekregen, ware het slechts om het feit, dat zij geen on middellijk nadeel van Felix Faure's dood hebben ondervonden en zich dus geen civiele partij konden stel len. In tusschen zijn er wéér poppetjes aan het dansen gebracht. De royalis tische partij heeft zich gretig op deze schoone gelegenheid geworpen om tegen de republiek te propageeren, ge dagen uitermate chic gekleed© heeren, waaronder adellijke persona» gee. „L'Action Francais©" op straten, markten en pleinen. En de heeren ontvanger waarachtig grof geld voor hun krantenvrachtje. Een goudmijn tje, die kleine, kleine krant... Om deze opéra-bouffe te voltooien, heeft madame Steinheil van haar ge vangenis uit een aanklacht wegens laster ingediend tegen Louis Grégori Het is een vermakelijk rommelzootje. Rare! V zei eens: „Frankrijk moet een bijzonder geliefd land -ijn want het houdt niet op, groot© teuten te be gaan, zich aan de ernstigste mietas- tingen schuldig te maken, zijn ver derf tegemoet te snellen en altijd herrijst het, uit al zijn beproevingen, grooier, schooner en machtiger." Ik hoop het van ganscher harte Doch er gebeuren tegenwoordig toch al heel rare dingen in dit gezegend land. Even chic en even van-zich-spre- ken-doende ais de amateurs-kranten- verkoopers ven „L'Action Frangai- se" welk genootschap van denzelf den naam zelfs den cynischen acadé- micien en liefhebberenden politicus Jules Lemaitre onder zijn leden telt is een andere académicien, met na me Edmond Rostand. Reeds toen ik hier pas in 't land was, zestien maanden geleden, ston den er in de verschillende bladen be richten over de aanstaande opvoering in liet Théatre de la Porte-Saint-Mar- tin, van „Chantecler", het nieuwe tooneelstuk van den talentvolien, we. reldbéroemden en schatrijken auteur van „Romanesques", „Cyrano de Bergerac" en „L'Aiglon". Twee be drijven waren er af de rest te zij ner tijd. Toen kwam het oericht, dat er maar 11/8 bedrijf gereed was Daarop ineens weer 3 3/8 bedrijf. Ver volgens 2 actes. Zoo kregen wij ach tereenvolgens stijgingen en dalingen van cijfers, die aan béuirs-opera<ties deden denken en, tusschen twee haak jes, per slot van rekening beschouwd kunnen worden als te zijn berekend op de nieuwsgierigheid, dus op de lïeurzen van liet schouwburgbezoe- kende publiek. Doch het ding kwam nooit geheel af. En de meester, die nu eens te Parijs, dan weer op zijn weidsch buitenverblijf te Cainbo was, behield, geïnterviewd, steeds zijn hoogst geheimzinnig en chic glim lachje. Een slimmerd, die Edmond Rostand 1 Eindelijk dan, de vorige maand, kwam het zekere bericht, dat „Chan tecler" voltooid was. GelukkigNieu we, wisselende berichtjes omtrent vertolkers en vertolksters. Edmond Rostand toog in een luxe-trein naar Parijs, om de instudeering der rol len te leiden. De gansche Parijsche theaterwereld in spanning. Eilacie er schijnt een noodlot op „Chante cler" te rusten. Plotseling stierf Con stant Coquelin, die de hoofdrol die van den haan, ln het stuk zou vervul len. Toen bood de schrijver de hoofdrol aan Le Bargy van de Comédie Fran cais© aan. Doch Jules Claretie en de mede-sociétaires van genoemden too- neel speler verzetten zich tegen dit leentjebuur spelen. Lt» Bargy kreeg geen toestemming om de Porte-Saint- Martin met zijn medewerking op te luisteren. „Wel", zoo schreef onge veer de diplomatische Jules Claretie aan Rostand, „breng „Chantecler' blik aanleiding bestaat om voor uw _r oogen eenige andere overweging te de heeren Delahaye en Grégori met doen gelden, ontegenzeggelijk de ge- j allerlei lofreden^ overstelpt en at-Comédie Frangaiee, tegelijk met volgtrekkmg uit dat verband kan lerlel middelen beraamd om 't groo- Jean Coquelin. die dan de oorspron- worden gemaakt, dat de dood vante publiek met haar bestaan in ken- keiijk voor wijlen zijn vader bestem den president Felix Faure voorzien - nis te stelten. Zoo venten sinda eeni-1 de rol zou kunnen spelen. Dan is de zaak netjes geregeld." De administra teur général ving echter hot. „Mijn waarde", antwoordde ongeveer de even diplomatische Edmond Ros tand, „hartelijk dank voor je ais een uleister op de wond bedoeld, vrien» >elijk voorstei, waarvan je de zeker heid had, dat het onaannemelijk was. Bonjour I" En Jean Coquelin voegde er aan toe: „Zou ik mijn mede-direc teur van de Porte-SainteMartin. den braven Hertz, die met mijn vader en mij al zooveel heeft uitgegeven voor ■ie dé co: s en repetities van het stuk, \v den fcteek laten en terugkeeren maar de Comédie Frajigai.se, die vroe gen* mijn vader een proces heeft aan gedaan Morgén brengén. Is Jules Claretiebeteeken isvol vin- gergebaar naar het voorhoofd Het gerucht gaat nu, dat Le Bargy voornemot is is, zijn ontslag van de Comlie Franca ise te nemen en naar ae Porte-Saint-Martin over te loo- pen. Voor de vervulling van de titel rol in „Chantecler" zou hij eventjes 1Ó0.000 francs per jaar krijgen. Dat is j© doen, dat is te doen, nietwaar, lioilandsche plankenmenschen Middel erwi;i loeren ook andere ar tiesten op de rol van den haan, en dezen voedén de geheime hoop, dat Le Bargy, die tot berstens toe ver vuld is van zijn grootwaard-igheid en derhalve zeer veeleischend is, niet tot overeenstemming met Edmond Ros tand, Jean Coquelin en Hertz zal ge raken. Een der stille sollicitanten is niemand minder dan Sarah Bern hardt, die, na „l'alglon" te hebben gespeeld, nu dolgraag deze rol zou willen vervullen Uiteraard wordt er van alle kanten sterk geïntrigeerd Zoo is ten deze de stand van zaken. Men is hoogst nieuwsgierig, wiens of wier haan ter. slotte victorie zal kraaien. In de tooneelwereld is aLies mogelijk. Niets is vooraf met zeker heid te zeggen- En deze onzekerheid heeft het dagblad „Comoedia" zelfs aanleiding gegeven om prijzen uit te loven aan degenen, die het naast aan de waarheid zuilen zijn bij de beant woording dor volgende vragen lo. Wie zal Chantecler spelen 2o. Waar zal „Chantecler" wórden gespeeld 3o. Wanneer zal de première van „Chantecler" gaan? 4o. Welk bedrag zal die première opbrengen 5o. Hoeveel malen, zonder opont» houd, zal „Chantecier-*' worden ge speeld Het te, zooals men ziet, een pu bliek gezelschapsspelletje geworden. Een heerlijk onderwerp om door Charles Lecocq, den nog levenden componist van „La fill© de madame Angot"^ op muziek gezet te worden I Een slimmerd, die Edmond Ros tand 1 Het zal stormloopen bij de voorstellingen van „Chantecler". Rostand heeft met „Cyrano de Ber gerac" ruim l.OOO.ÜUO francs ver diend. De recettes van „Chantecler" zullen er wel boven gaan.... OTTO KNAAP. Ziekenfonds. In de Donderdagavond gehouden jaarvergadering van het ziekenfonds „Onder Ons", bestaande uit perso neel van de Centrale Werkplaats der H. IJ, S. M., werd doo a-secretaris en penningmeester verslag uitgebracht over het afgeloopen jaar. Tot secretaris en commissaris, wel ke aan de beurt van aftreding waren, werden herkozen de heeren A. H Hulshof en G. Ubacha. Voor het na zien dier boeken van den penning meester werden gekozen de heeren Brakel en Hopman. BENNEBROEK. De tooneelvereeniging Nut en Ge noegen, ondérafd. van den R. K Volksbond, afd. .Bennebroek e. o hield Woensdag en Donderdag in ha* vereen igingsgebouw aan de School - laan ©ene uitvoering. Beide avonden werd opgevoerd hel drama in drie bedrijven „Aan God en Koning trouw" en het blijspel „Een kwartier the oh ie in de krijgskunst". Dé zaal was beide keeren goed be zet. De leden der vereen!ging gaan met him spel vooruit, vooral de heer P. Castlen, speelde- als hoofdpersoon in het drama goed. Het blijspel wekte ook zeer den lachlust der aanwezigen op. Het ta bleau vivant, dat in het tweede be drijf van Aan God tón Koning trouw werd voorgesteld, miste zijn effect niet. De uitvoeringen kunnen dus welge slaagd worden genoemd. Zondag avond worden de stukken voor de tterde maal opgevoerd. GESCHENK VAN DE KONINGIN. DaA H. M. met haar onderdanen medegevoelt, blijkt weder uit het feit dat het H. M. behaagd heeft aan den burgemeester van Elburg te doen toe komen een bedrag van tweehonderd gulden, als bijdrage in do kosten van aanschaffing van een ijsvlet en voor die aanschaffing van nieuwe netten, voor die, welke op 27 Januari 1.1. bij loet bekende ongeval in het ijs verlo ren zijn gegaan. DE JOHANNITER ORDE. De Prins zal als lid der Johanniter Orde a Maandag de leden dier al oude orde, in Nederland gevestigd, ten Koninklijken Paleize te 's-Gra- venhage een feestmaal aanbieden. Bij deze gelegenheid bestaat liet. plan een Nederlandsch© afdeeling dier Or de te stichten, welke hier te lande 26 ridders moet tellen. TWEEDE KAMER. De afdeelingen der Tweede Kamer zijn gereed met het onderzoek der de ze week naar de sectiën gezonden wetsontwerpen. KAMERVERKIEZINGEN. Ook de liberale kiesvereeniging te Noordwelle heeft mr R. J. H. Patijn met algemeene stemmen candidaat gesteld voor de Tweede Kamer. De liberale kiesvereeniging te An- dijk (N.-li.), district Enkhuizen, heeft candidaat voor de Tweede Kamer steld, mr. H. Goeman Borgesius. De Sociaal-Democratische Arbei derspartij t© Zierikzee heeft voor de aanstaand© Kamerverkiezing den heer Wibaut candidaat gesteld. NOOIT VERLEGEN. Antiquiteitenhandelaar. Deze stoel is uit den tijd van LodtewijW* XIV; hij heeft hem zelf gebruikt. Kooper. Naar den stijl te oordee- len, moet hij veel ouder zijn. Antiquair. U heeft groot gelijk. Zijne Majesteit heeft hem ook reeds, voor oud gekocht. PRACTISCH GENEESMIDDEL. Kantoorjoggie. Ik maakt© den directeur attent op de donkere krin gen onder m'n oogen en vroeg hem, of het niet beter zou zijn, dat ik eens oen half daggie vrij nam, voor ik weer ziek werd. Ander kantoor joggie. En wal zei die? Eerste kantoorjoggie. Hij zei, dat ik me maar eens goed moest was» schenl VERSTROOID. Schoonmaakster. Heeft u die pa pieren nog nood:g, mijnheer, of kt ik ze verbranden? Professor. Ja, misschien heb i\ ze nog wel eens noodig, maar voor- loopig kan jie ze wel verbranden. DRUKKE EENZAAMHEID. Uit het prospectus van een hotel ir Zwitserland. Weissbach is een ge liefkoosde verblijfplaats van hen, die van eenzaamheid houden. Voortdu rend komen er hier van de vier hoe ken der wereld groote gezelschappen van menschen, die de eenzaamheid zoeken. GOED GELIJKEND. De heer V. bezocht eergister het atelier van den bekenden schilder D., vooral bekend, berucht is misschien beter, om zijn vergedreven realism©. De heer V. bleef staan turen op een schilderstuk, dat, hoewel het nog al hoog hing, toch in het oog viel. Ik merk zei de schilder, dat u een bewonderaar van Littré bent. Littré, wat Littré? Littré, de groote Fransche ge leerde, dat is zijn portret. Is dat rare ding een portret? Ik dacht, dat het een studie van wrat ten wasl MISHANDELD. Rechter (tot getuig©). De aan klaagster beweert doe** haar man te zijn mishandeld. Hebt «t dat gezien? Getuige. Ja. Rechter. Heeft de aanklaagster geschreeuwd? Getuige. Ja. Rechter. En wat schreeuwde ze Getuige. Schei uitl schei uit! m'" nieuwe hoed! VAN KWAAD TOT ERGER. Dame. Ik kan geen acteurs uit staan; ze zijn zoo verwaand! Heer. Ik ben zelf acteur. Vindt u mij ook verwaand? Dame. O, natuurlijk niet. Ik be doel enkel groote acteurs. Pessimist. Hoe komt het. Jan, dat jij er zoo prettig en gezond uit ziet? Optimist. Ja, telkens, als ik me over het een of ander zit te ergeren- val ik in slaap. Naar het Engelsch, door Barones Orczy. 7) Aristocraten werden zeldzaam, en daarom was liet nu de beurt van af gevaardigden van de Nationale Con ventie, van letterkundigen, mannen van wetenschap of kunst, die twaalf maanden geleden anderen naar de guillotine gezonden hadden, en die Het luidst geschreeuwd hadden om de anarchie en haar Schrikbewind te verdedigen. Zij hadden ook een omwenteling jebracht in de tijdrekeningde Bur ger-Afgevaardigden en ieder goed Hurger van Frankrijk noemde dezen 19<Len Augustus 1793, den 2den Fruct.idor van het jaar I van de'Nieu- we Tijdrekening, 's Middags om zes uur van dien dag sloeg een jong meisje plotseling den hoek van de Rue Ec-ole de Médecine om en na vlug rechts en links geke ken te hebben, ging zij met iets be slists in haar houding de nauwe straat in. Het was od dat oogenHik luist heel druk. Groepen opgewonden vrouwen stonden in iedere deurope ning te babbelen. Het was het uur van terugkeer van de gewone vertoo ning op de Place de la Révolution. Terwijl de vrouwen buiten bijéen- schoolden hadden de mannen zich in de kroegen te goed gedaan. Straks kwamen de vrouwen ook aan d© beurt voor de brandewij ntoon- ba.nlten, voor het oogenblik stelden zij zich nog tevreden met babbelarij en het uitschelden van den voorbij ganger. Eerst scheen het jonge meisje niet eens op hen te letten. Zij wandelde wantrouwend voor zich uit kijkend vlug door, zorgvuldig het vuil op de straatsteenen vermijdend, dat haar elegant© schoentjes zou bedorven hebben. Het jonge meisje droeg een een voudige, grijze japon, met een fijn kanten fichu kruiselings over haar borst, een groote hoed met fladderen de linten overschaduwde het mooiste gezichtje, dat ooit door menschen- oogen was aanschouwd Nog mooier zou het geweest zijn als het niet ontsierd was geweest door een zeer besliste uitdrukking, die iets hards aan het gelaat gaf en haar ouder deed schijnen dan zij was. Zij droeg de driekleurige sjerp om haar middel, anders zou haar al veel eerder het voortgaan belet zijn. Maar de republikeiasche kleuren wa ren haar vrij geleideterwijl zij kalm voortwandelde, niemand kon haar nu lastig vallen. Toen scheen zij plotseling te wor den aangegrepen door een eigenaar dige opwelling. Het was vlak tegen over het groote stoenen huis, dat aan den burger-afgevaardigde Dérou- lède toebehoorde. Zij had tot nu toe geen notitie genomen van de groep jes vrouwen, die zij voorbijging. Ais zij haar in den weg liepen, was zij kalm naar het midden van d© straat gestapt. Dat was verstandig en voorzichtig, want zij kon haar ooren sluiten voor ruwe taal en geen aandacht schenken aan beleedigingen. Plotseling wierp zij haar hoofd trotsch in den nek. Wil u mij laten passeeren, alstu blieft? zei ze luid. toen een haveloo- ze vrouw met de armen in de zij voor haar bleef staan, met een sarcasti- schen blik kijkend naar de fijne kant van de rok, die van onder de japon- rok te voorschijn kwam. Haar laten voorbij gaan Haar laten passeeren Haha I ha I lach te de oude heks, terwijl zij zich met een vloek tot de anderen van haar soort wendde. Wist Je aL, burgeres, dat deze straat expres gemaakt is om aristocraten tie laten passeeren? Ik heb haast, wil je mij dadelijk laten passeeren? beval het jonge meisje, terwijl zij ongeduldig met haar voet op den grond stampte. Aan haar rechterhand was de ge- heele breedte van de straat, ruimte genoeg voor haar om te wandelen. Het scheen niet veel minder dan krankzinnigheid, om daar te midden van die rumoerige groep opgewonden vrouwen, die pas van het opwindend schouwspel van de guillotine terug gekomen waren, geheel alleen een staindje uit t© lokken. En toch scheen zij het opzettelijk te doen, alsof haar geduld ten einde was en al haar trotsch, aristocratisch bloed in opstand kwam tegen de vuile menigte, waardoor zij omringd was. Half dronken mannen en rumoeri ge, half naakte .kinderen, schenen uit alle hooken te voorschijn te zijn gekomen. Kijk daar, een aristocraat 1 schreeuwden zij met ironische verba zing, terwijl zij bet jonge meisje on der den hoed aanstaarden, en haar aan de japon trokken. Onwillekeurig ging zij achteruit, steeds meer naar het huls aan haar linkerkant. Het was versierd meteen, portiek van stevige eikenhouten bal ken, waarboven een dak met pannen, een Ijzeren lantaarn hing van dit dak af. terwijl een gteenen parket vloer betreden moest worden voor men aan de eenige treden hooge stoep kwam, die naar de massieve deur leidde. Op deze stoep had het jonge meisje ©en schuilplaats gevonden. Trotsch en zelfbewust keek zij naar de schei dende menigte, die zij zoo opzettelijk had uitgelokt. Die grijze Japon zou jou heel goed passen, burgeres Mar gotzei een jonge man, wiens rood© muts in flarden over een ongunstig en ver dierlijkt geiaat hing. En al die mooie kant zou een prachtige jabot kunnen maken, om de hals van de aristocraat, a^s burger Samson haar hoofd ophief, om het ons te laten zien, voegde een ander er bij, terwijl zij zich met spottende él ég once bukte om naar de kant te wijzen. Ja zulke kant draag Jij en zou je wel willen gelooven, fijne madam, dat mijn handen bloot zijn? zei een oude vrouw. En vuil ook, wil ik wedden, lach. te een ander. De zeep is op 't oogen blik duur in Parijs. De kant van dien zakdoek zoude bakkersrekening van een geheele fa» mille voor een maand kunnen beta len 1 schreeuwde een opgewonden stem. Hitte en brandewijn wonden de hoofden van deze groep van Fran sche burgers steeds meer ophaat gloeide uit ieders oog. De beleedigïn- gen werden steeds grooter. Het jonge meisje scheen het te weten, maar zij bleef vol vertrouwen en zelfbewust, telkens meer achteruit de stoep op klimmend, steeds door haar aanval lers gevolgd. Naar den koopman met die prul len, schreeuwde een mager vrouwe lijk wezen kwaadaardig, terwijl zij het. jonge meisje met een spottende lach van triomf de fichu van het li chaam trok. Deze beleeddging scheen het sein te wezen voor .steeds grooter wordende onbeschaamdheden en de taal, die - daarbij werd uitgegooid, ging alle perken te buiten. De onbewuste bevalligheid van dit meisje, haar aristocratisch gezichtje en trotsche houding schenen de doo- delijke haat in deze rampzalig© schepselen nog aan te wakkeren. Men scheen met elkaar te wilton wedijveren in het-zoeken van woor den, die deze kleine aristocratisch© ooren het meest zouden beleedïgen. Het jonge meisje stond nu tegen de voordeur aangedrukt, haar handen tegen de ooren houdend om dat af schuwelijke schelden niet meer te hooren. Zij scheen niet bang t© zijn, alleen verontwaardigd over zooveel beestachtigheid. (Wordt olgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 9