HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
In stormachtige Tijden.
Stadsnieuws
Rubriek voor Vragen
Uit de Omstreken
Binnenland
FEUILLETON
Onze Lachhoek
DINSDAG 23 ÏKBHÜARI 1909
DE BEYERWIJKSCHE KERMIS.
i.
't Is eigenlijk wel wat vreemd, te
echrijven over iets, dat niet bertaat,
want voor wie 't niet weten mocht
de Beverwij ksche kermis is in
1907 afgeschaft. Toch is dat niet-meer-
bestaan juist de reden, dat dit artikel
geschreven wordt. Immers, er is te
Beverwijk een beweging op touw ge
zet, om de kermis weer ingevoerd te
krijgen, gelijk een bericht in dit blad
reeds meedeelde.
Evenwel, de pogingen om de kermis
weder te doen herleven, zijn niet v«n
Beverwijkschen oorsprong, ofschoon
men wel getracht heeft er dien schijn
aan te geven.
Onlangs werd er namelijk aan de
ingezetenen een strooibiljet van don
volgenden inhoud thuisgezonden
„Medeburgers.
Dat de afschaffing der kermis te
Beverwijk voor de neringdoende© een
groote schadepost is geworden, be
hoeft waarlijk geen ellenlange beto
gen
Waarom werd onze kermis afge-
«chaft 1
Om moraliteltsredenen, omdat de
tegenstanders overtuigd waren, dat
de kermis de directe oorzaak was
van dronkenschap en de daaruit
voortvloeiende buitensporigheden, als
of met de afschaffing der kermis
bok onmiddellijk Iedere gelegenheid
pm zich te bedrinken zou verdwijnen.
Volgens hen moest noodzakelijk het
financieeie voordeel voor velen wor
den opgeofferd, tot herstelling van
het moreele evenwicht voor alle©.
Zeer terecht 1 tenminste wanneer hun
redeneeringen steekhoudend waren.
Vraagt men evenwel aan een ker-
mtstegenstander zijt ge overtuigd,
dat afschaffing het zedelijk peil ver
hoogt dan krijgt men een ontwij
kend of in 't geheel geen antwoord.
Waarom omdat r.ij geen afdoend
antwoord kunnen geven, omdat hun
motieven zoo weinig beteekenen.
Wanneer het dan niet overtuigend
bewezen kan worden, dat afschaf
fing onzer kermis een slap In de
goede richting is geweest, ter ver
hooging van net zedelijk bewustzijn,
en terwijl het een voldongen feit is,
wat door ons werd voorop gezet, na
melijk onberekenbare schade voor
rele, zoo niet voor alle neringdoen
den, en men voegt hier nog bij, dat
door wederinvoering der kermis de
gemeentekas merkbaar zal gebaat
worden, uit welke baten tal van din
gen kunnen gedaan worden, die nu
met het oog op de financiën achter
wege moeten blijven. Dan voelt men
immers dadelijk, dat het op den weg
ligt van ieder, die iets gevoelt voor
de welvaart van Beverwijk, er bij
ons gemeentebestuur op aan te drin
gen ons onze kermis weer te geven.
Hoe krachtiger die aandrang zijn
zal, hoe eerder zij, aan wien ons aller
belangen zijn opgeiragen, tot de
overtuiging zullen komen, dat de
afschaffing der kermis een noodlotti
ge dwaling was.
Medeburgers, denkt eens ernstig
over het bovenstaande na. Doet ge
dat, dan twijfelen we niiet, of ge zult,
wanneer eenigen onzer u verzoeken
door het geven uwer handteekenlng
een adres aan onzen achtbaren ge
meenteraad te bekrachtigen, geen
oogehblik aarzelen.
Hoogachtend,
Het Comité tot wederinvoering
der kermis."
Dit „manifest aan de burgerij" doet
al dadelijk onsympathiek aan, door
den vorm, waarin het gesteld is. Dit
zal men aldra beamen, omdat er
geen „Comité tót wederinvoering van
de kermis" bestaat, of men zou als
zoodanig moeten aanmerken een
groep afgevaardigden uit het bestuur
van den Nederlandschen Bond voor
Kermis- en Vakgenooten „Ons
lang", die in zijn statuten onder doel
omschrijving ook heeft opgenomen
wederinvoering van de kermis op de
plaatsen waai' zij is afgeschaft.
Inderdaad zijn het deze personen,
die ook te Beverwijk de beweging op
touw hebben gezet.
Zij zijn daartoe ten vorigen jare
reeds bij verschillende raadsleden ge
weest, om dezen over .Ie kwestie te
polsen. Terwijl, tot de afschaffing, de
staangelden omstreeks f 1200 opbrach
ten, waaruit echter zeer belangrijke
onkosten moesten worden bestreden,
wilden zij thans van liet gemeente
bestuur het kermisterrein huren te
gen betaling van een som van f2000.
Het gemeentebestuur zou dan verder
van alles af zijn. De heeren wilden
zelfs instaan voor de handhaving van
de openbare orde.
Laten we al dadelijk vaststellen,
dat de raadsleden op de zaak niet
rijn ingegaan en er ook niet de min
ste kans bestaat, dat de Nederland-
sche Bond van Kermis- en Vakgenoo
ten zijn zin zal krijgen. Een of twee
van de raadsleden zouden misschien
voor de wederinvoering zijnmaar
de tien of negen anderen denken er
niet aan daartoe op ddit oogenblik
mee te werken, zooals mij verzekerd
werd.
Om een volledig overzicht van de
zaak te krijgen, heb ik mi] allereerst
gewend tot den burgemeester, den
heer J. L. W. Strick van Linschoten,
die zoo welwillend was, mij een on
derhoud toe te staan.
De heer Strick herinnerde, onder
verwijzing naar de stenografische
verslagen van den gemeenteraad, er
aan, dat hij zelf ruim een jaar gele
den het voorstel tot afschaffing had
gedaan, 't Was bij de rondvraag in
de gemeenteraadsvergadering van 3
September 1907, dat de burgemeester
de mededeeling deed, dat hij in de
daaropvolgende vergadering aan de
orde zou stellen „een voorstel van
den voorzitter tot afschaffing van de
kennis". Reeds jaren lang had de
heer Strick daarover gedacht, maar
zijn voornemen niet uitgevoerd, om
dat hij in de meening verkeerde, dat
raadsleden, wier denkwijze in deze©
op maatschappelijk of kerkelijk ge
bied daartoe aanleiding gaven het
geen mij, zei de voorzitter, hiertoe
niet brengt voorsteilen in die©
geest zouden doen.
Thans achtte de burgemeester lan
ger uitstel niet verantwoord.
Hij vestigde er voorts de aandacht
op, dat hij, als hoofd der politie, in
t bijzonder, wijl geen der veldwach
ters als chef kon optreden, jaarlijks
van den gang der geheele kermis vol
maakt op de hoogte was.
Onder den indruk van de kermis,
die toen veertien dagen geleden ge
ëindigd was, kenschetste de heer
Strick de Beverwijksche kermis in de
volgende bewoordingen
„Ze ontsiert die gemeente, i© 't bij
zonder de hoofdstraat, in hooge ma
te; ze vervuilt de gemeente op al die
plaatsen, waar ze gehouden wordt; ze
brengt mede, dat genoegen genomen
wordt met wonen, zooals i© den tegen-
woordigen tijd hoogst bedenkelijk
moet worden genoemd tegenover tal
va© ingezetenen, waarop de Woning
wet en Bouwverordening, zoo niet in
al haar gestrengheid, dan toch wordt
toegepast; ze geeft hoofdzakelijk kra
men met eetwaren (niet gekeurd wor
dende), waarvan domineeren die met
oliebollen, waarbij meestal een li
keurtje gereed staat, om va© te grie
zelen; en wanneer me© in oogen-
schouw neemt de overige zaken, voor
komende op de kermis, dan moet
worden erkend, zonder thans in dé
tails te treden, dat het een nog man
der is dan liet ander, terwijl ontegen-
zeggelijk daartegenover staat en dat
ook moet worden gezegd, dat ieder
jaar, van de laatst gepasseerde
sermis in 't bijzonder Zaterdagavond
en -nacht sterk uitkomt, voor hen,
die het willen zien, dat het volk, dat
tij diens de kermis bijna uitsluitend
zijn heil zoekt i© den drank, daarvan
Liederlijk misbruik maakt. Ik durf dit
met nadruk t» verklaren, en tevens,
dat dit misbruik maken van eter ken
drank van zelf medebrengt, dat het
volk zich dan ook (passez moi ie mot)
beestachtig aanstelt."
Hiermee is op vrij scherpe wijze het
standpunt van den heer Strick die
:n dezelfde raadsvergadering op ei
genaardige wijze van zichzelf getuig
de; „iemand nog wel, die hei moge
hem niet tot eer strekken, veel houdt
van „uitgaan" geteekencL Men mo
ge de in den aanhef van de rede des
burgemeesters aangevoerde beweeg
gronden niet zwaarwichtig noemen,
het argument der losbandigheid pleit
het sterkst tegen de kermis, zooals
die toen gehouden werd.
Van de liederlijke tooneelen, die er
zich in de buurt van het kermisterrein
afspeelden, deelde de heer Strick ee-
nige staaltjes mee, die hier uiteraard
niet kunnen worden oververteld;
maar die wel den indruk gaven, dat
de wederinvoering der kermis een
ernstig moreel nadeel zou zijn.
De uitgestrektheid der gemeente
toch is oorzaak, dat van een voldoend
politietoezicht bij dergelijke gellegen-
heden geen sprake kan zijn.
Wegens de belangrijke leering, die
de geschiedenis der afschaffing ople
vert, vervolg 'k hier nog even de his-
torie van het voorstel des Raadsvoor-
I zitters. Was de rede van den burge
meester het praeludium geweest, het
interludium gaf de zitting van 11 Oc
tober 1907, toen het voorstel in be
handeling kwam, en 22 November van
dat jaar het postludium.
Ter zitting van 11 October waren
ingekomen ee© aantal adressen vóór
en tegen het ingediende voorstel.
Vóór het behoud der kermis reques-
treerden de reeds genoemde vereeni-
ging „Ons Belang' en 103 ingezete
nen; er tegen de kerkbesturen der
Hervormden, Doopsgezinden, Luther-
schm, Gereformeerden en de Israë
lieten; voorts Patrimonium, de geheel-
onthoudersvereeniging; Immanuiel, de
Vrije Socialisten-vereen,, en 42 Inge
zetenen, wier voorbeeld in de volgen
de vergadering nog werd gevolgd
door 594 B e ver w ijkers. In deze ver
gadering werd niet veel over de zaak
gepraat, daar er een groote meerder
heid was, om dit punt tot de volgen
de vergadering aan te houden. In de
ze bijeenkomst werd evenmin veel te
berde gebracht. De oorzaak hiervan
was, dat de leden het niet wensche-
lijk vonden, in 't openbaar een strijd
aan te gaan, en daarom onderlinge
besprekingen hielden.
Het resultaat was dan ook, dat het
voorstel tot afschaffing met alge-
meene stemmen werd aangeno
men. Evenwel, de heeren Mocns en
Va© Waterschoot waren afwezig; de
eerste met schriftelijke kennisgeving,
dat hij vóór het behoud der kermis
was.
Tot zoover de geschiedenis dezter
aangelegenheid.
De heer Strick had daaraan, behal
ve t straks reeds vermelde, niet veel
toe te voegen, wijl in den toestand
geen belangrijke verandering was ge
nomen.
Alleen legde hij er nog eens den
nadruk op, dat hij niet uit beginsel
tegen de kermis was; maar enkel en
alleen had gehandeld, als hij deed,
omdat 't een kermis gold, zooals liïi
.n zijn redevoering in den raad had
geschetst.
Of hij zich niet kon voorstellen, dat
de neringdoenden schade hadden van
de afschaffing, vroeg ik.
Neen, meende de burgemeester,
want m. 1. kan een winkelier niet
dan blijde zijn, dat door de afschaf
fing van de kermis, concur roerende
kramers worden geweerd.
in gesprekken met belanghebbende
ingezetene© bleek, dat deze juist het
tegengestelde van oordeel zijn.
Daarover *en over 't geen 'k nog
verder te hoorton kreeg, in een vol
gend artikel.
JAC. C. M. Jr.
Oplichting.
Omtrent het oplichtingsgevol te
Utrecht, waarvan wij Vrijdag uitvoe
rig melding maakten, deelt liet „U.
D." nader mede, dat de vrouw, die
een bekend Utrechtsch ingezetene,
wonende aan het Wilhelminapark,
zoo handiglijk oplichte, reeds vroeger
met de justitie kennis maakte. Zij
gaat op zeldzaam brutale wijze te
werk; zoo had zij zich zéér nauwkeu
rig op de hoogde gesteld van de om
standigheden der familie aan het
Wilhelminapark, en converseerde
met deze over allerlei aangelegenhe
den, alsof ze zeer intiem met verschil
lende Utrechtsche families bekiend
was, en dit alles, terwijl zij niemand
kende. Zij had, vóór zij bij de bewo
ners van het Wilhelminapark aan
klopte blijkbaar een heel plan de cam
pagne vastgesteld, met Instudeering
van allerlei bijkomende finesses. Zelfs
wendde zij flauwtes en toevallen voor,
om toch maar flink het medelijden op
te wekken, bij welke gevallen nog
een geneesheer te pas is gekomen. Bij
nader onderzoek is alles louter fan
tasie en teugen gebleken. Te laat
wendde de liefdadige familie, bij wie
de oplichtster onderdak had gev
den, zich tot de politie. Had men die
eerder even om inlichtingen gevraagd
dan zou men. voor veel ellende
spaard zijn gebleven. Haar reputatie
toch bij de politie was niet bepaald
vlekkeloos.
MODERN SCHILDERWERK.
Op een landweg tusschen Aerden-
hout en de Leidsche Vaart kunnen
we, bij een overweg van de spoor
baan op een off'cieel bord der H. IJ.
S M. het volgend staaltje van schil
derachtige taalkennis bewonderen
SPOORWEGHEKKEN
SLUITEN.
TEGEN HEM (bijgeschrevenof
haar) die de Hekken Laat openstaan
ZaL PROCES-VerbaaL worden op
gemaakt en kan Hij Volgens de WET
'op den SPOORWEG-DIENSTEN voor
alle gevolgen AANsprakelijk Worden
gertfuD.
De man schijnt bepaald een groote
voorliefde voor hoofdletters te heb
ben. Reeds meerderen schijnen z'n
schitterend-literairen stijl té hebben
opgemerkt, want op den paal prijkt
de lieflijke beeltenis van een grauw
tje, dat u met oogen als tafelbordjes
aanstaart, waaronder Asinus Asi-
norum I (Ezel der ezeLen en elders
„Die vent mot naar school toe 1"
Het letterschildere© is blijkbaar
nog geen algemeene kunst geworden.
Maar de Hollandsche Spoor moest
zoo'n ding niet laten staan 1
Geubonneerden hebben het voorrecbi
rragen op verschillend gebied, mits voor
beantwoording vatbaar, in te zeadon b(j de
üedactie van Haarlem'» Dagblad, Groote
Houtstraat 53.
Alle antwoorden worden geheel kosteloos
gegeven en, voor zooveel mogelijk is, den
dag na de inzendiDg
VRAAG. Moet men voor den be
heerder van een filiaal, welke deelt
de ontvangsten, in de rijksverze-
kering betalen.
ANTWOORD. Wanneer uw be
drijf niet tot de verzekert ngsplichtige
behoort, niet.
HAARLEMMERMEER.
Vergadering \an Hoofd Ingelanden
van den Haarlemmermeeipolder op
Woensdag 24 Februari 1909, des
morgens te 10.15 uur, in het lokaal
van Staats, te Haarlem.
Punten ter behandeling
Mededeelingen.
Kohier van omslag 1903.
Machtiging om kleine werken on
dershands te mogen aanbesteden.
Staat van uit te koeren schadever
goeding wegens ingenomen dijks-
grond aan pachters van grasgewas.
Verkiezing van een Heemraad we
gwis de period'eke aftreding van den
heer Mr. M. G. P. del Count van
Krimpen.
DE NIEUWE HAAGSCHE
CONFERENTIE.
Uit mededeelingen uit Washington
blijk', dat reeds in het begin van Ja
nuari verschillende mogendheden
door de Amerikaansche regeering ge
polst zijn, of zij bereid zouden zijn
deel te nemen aan een conferentie ter
bespreking van maatregelen tot be
houd en bescherming van de na
tuurlijke hulpbronnen bosschen,
mijnen, rivieren, meren zooals
voor de Vereenigde Staten zelf en la
ter voor Noord-Amerika reeds te
Washington waren bijeengekomen.
Alle gepolste regeeringen verklaar
den zich tot deelneming bereid. De
Washingtonsche correspondent van
het „B T." seint, dat de verschillen
de natiën waarschijnlijk elk drie tot
vijf gedelegeerden naar Den Haag
zullen zenden, en dat men te Wash
ington hoopt, dat de regeeringen
geen bureaucraten zullen uitzenden,
maar deskundigen van den eersten
rang, die werkelijk iets nuttigs tot
stand zullen kunnen brengen. Het
eerste werk van de conferentie zal
waarschijnlijk zijn het opmaken van
een algemeenan inventaris van de
natuurlijke rijkdommen der wereld.
KAASCONTROLESTATION.
Maandag werd te Hoorn de alge
meene vergadering gehouden van het
Kaascontrolestation Noord-Holland.
De vergadering werd geopend door
den voorzitter, den heer K. de Boer,
lid van de Tweede Kamer, die met
genoegen constateerde de aanwezig
heid van de heeren dr. Swaving, Bie
leman en Silievolt, Regeerings-afge-
vaardigden.
De secretaris, de heer dr. Schey,
zuiveiconsuient, bracht het jaarver
slag u't, waaraan wij het volgende
ontleenon
Op 1 Januari 1908 telde de vereeni-
gÜTig 29 veehouders, zul vel bereide©»
en 4 kaasfabrieken als leden, en op
1 Januari 1909 waren er 26 veehou-
ders, zuivelhereiders en 15 kaasfa-"
brieken. Deze 15 fabrieken producee-
ren in een jaar 1.208.640 K.G. kaas.
De produotie van de 26 veehouders,
zuivelbereiders, bedraagt 133.900 k.g.
kaas, zoodat in 1909 1.342.400 k.g.
kaas staat, tegen 437.523 k.g. in het
afgeloopen jaar, dus ru'm drie maal
zooveel.
Aan bet slot van zijn verslag
spreekt dr. Schev als zijn meening
uit, dat, zal de kaascontrole slagen,
deze instelling niet alleen financiee
ie© steun van het Rijk moet genieten,
doch een kaascontrole moet worden
onder rijkstoezicht met een door het
rijk gesanctioneerd garantiemerk. Al
leen op die wijze zaJ er vaste voet in
het buitenland worden verkregen. En
toch is er groot gevaar, dat de
Noord-Hollandsche, Edammer kaas
industrie va© 16 m'llioen k.g., welke
thans bijna geheel uLt zoogenaamde
dagkaas" bestaat, voor haar pro
duct geen rijksmerk zal kunnen
krijgen, omdat het geen kaas is uit
geheel volle melk.
Het bestuur heeft In een uitvoerig
schrijven aan den directeur-generaai
van den landbouw den toestand in
Noord-Holland blootgelegd en als
zijn meening te kennen gegeven, dat
voor Noord-Holland naast een garan
tiemerk voor velvette Edammer kaas
een garantiemerk voor kaas met min
stens 40 pet. vet in de droge stof
noodzakelijk is.
De heer J. Koster Pz., te Berkhout,
die 1 Januari 1910 moet aftreden,
werd herkozen ais bestuurslid.
Als afzonderlijk punt was nog het
olgende op de agenda geplaatst
„Bespreking van de wenschelijkheid.
naast de rubriek dagkaas, met
minstens 40 pet vet in de droge slof,
onder het gewone merk „onder een
afzonderlijk merk een nieuwere ru
briek In te stellen kaas. welke uiil
voLle melk is bereid, en die tevens
minstens 45 pet vet in de droge stof
bevat."
Over dit punt ontspon zich een
langdurig debat Tot een resultaat
kwam men niet en het bestuur achtte
het wensehelijk, deze zaak tot eene
volgende vergadering aan te houden.
Alsnu nam de heer dr. Swaving het
woord, die, namens de Regeering,
zijn ingenomenheid uitsprak met het
streven der vereeniging en hoopte,
dat in afzienbaren tijd dit streven
tinet resultaat zal worden bekroond,
opdat de oude naam der Hollandsche
zuivelproducten overal in de wereld
weer den ouden klank zal hebben.
Tevens was Z.Ed. voor hot invoeren
van twee Rijksstempels.
EEN RIJWIELBRIGADE DER
POLITIE
Bij de politie te Rotterdam is op
gericht teen rijwielbrigade, voorloo-
pig ter sterkte van 15 man, ondier be
vel van den inspecteur van politie,
den heer H. W. C. van Ingen. De
agenten dezer brigade zijn met revol
ver en gummistok gewapend. Zij zijn
speciaal met de surveillance in de
buitenwijken belast.
BLOEMBOLLENBEURS.
Zaterdag werd te Hoorn eene ver
gadering gehouden om te komen tol
de oprichting van een bloembollen-
beurs aldaar. De vergadering was
zeer druk bezocht en bestond uit af
gevaardigden van den Kweekers-
bond, Haarlemsche Bloemboiienkwee-
kersgenootschap en Cultuur, alsmode
kweekers uit verschillende plaatsen.
Uit de besprekingen bleek, dat men
algemeen Hoorn meer dan Enkhuizen
als centrum vond aangewezen voor
de bloenxbollenkweekers in West-
Friesland en dat Hoorn beter en ge
makkelijker door de exporteurs is te
bezoeken.
Men besloot dan ook tot opricht'ng
van de Beurs te Hoorn, daarbij reeds
dadelijk verzekerd van de medewer
king van 200 kweekers. Ook was me»
zoo goed als zeker, dat ook kweekers
van de afdeel ingen te Enkhuize©,
Boven karspel en And ijk, die thans
nog zijn aangesloten bij de beurs te
Enkhulzen, naar Hoorn zullen ko
men.
Een voorloopig comité weid ge
vormd en tot leden daarvan gekozen
de heeren C. van Kleeff en F. Koster
te Grootebroek, J. Jonker te Hoorn,
K. F. Nobel, te Benningbroek, P.
Roos, te Bovenkarspel, A. van der
Lee, te Gros th ui zen en D. Steltenpool
te Wervershoof.
WILBUR WRIGHT TE ROTTERDAM
Naar vernomen wordt, zal op uit-
noodiging van de directie van het
„Rotterdamsch Nieuwsblad" de be
kende groote luchtreiziger Wilbur
Wright binnenkort te Rotterdam
proeven kome© nemen met zijn vlieg-
"machine.
Naar het Engeisch, door
Barones Orczy.
9}
Door de trouwe Petronella ver
zorgd, was zij gedwongen te leven
van de inkomsten dier brave, oude
ziel, daar al haar vermogen, de
eigendommen der familie De Marny,
en de som, die zij met zich in het
klooster genomen had alles door
de Revolutionaire Regeering was in
gepalmd, onder hot motto, dat het
geld zoowel als de menschen gelijk
gemaakt moesten worden.
Van dat zoldervenster uit had zij
gezien, hoe Parijs leed onder de
meedoogenlooze aanraking van den
duivel der verschrikking, dien zij had
uitgelokt, had zij het rollen der wa
gens gehoord, die dag aan dag hun
menigte slachtoffers naar de onver-
zadelijke vriendin van deze Revolu
tie van Broederschap de guillotine
bracht.
Zij had gezien,'hoe deze vroolijke,
luchthartige menschen van de „ville
lumière" veranderden m naar prooi
huilende beestenhoe de vrouwen
havelooze schepsels geworden wa
ren met moorddadige plannen voor
alles, wat edel, voornaam en schoon
was.
Zij was nog geen twintig jaar toen
de zwakke, weifelende vorst en zijn
gemalin van den troon gesteurd wer
den en gevangen genomen in de
hoofdstad, die zij hadden willen ont
vluchte©.
Twee jaar later had zij een geheel
volk juichkreten hooren slaken over
den moord op hun koning.
Daama volgde de moord op Ma-
rat, door een jong meisje evenals zij
zelf, de bleeke Charlotte met de groote
oogen, die een misdaad had bedre
ven ter wille van haar overtuiging.
„Grooter dan Brutu3l" haden som
mige nhaar genoemd.
„Grooter dan Brutus T
Juliette volgde het verhoor van
Charlotte Cord ay met allen harts
tochtelijke© ijver va© haar opgewon
den temperament.
Men kan begrijpen welk ee© indruk
dat moest maken op het gemoed
van dit Jonge meisje, die nu ai ne
gen jaar lang de beste jaren va©
haar leven geleefd had met de
overtuiging, dat ook haar een verhe
ven werk was opgedragen.
Zij woonde de terechtzitting va©
Charlotte Corday bij. Haar natuurlij
ke tegenzin in zulke tooneelen en In
de menschen, die ze gewoonlijk bij
woonden overwinnend, had zij zich
een weg gebaand naar de eerste rij
van de nauwe galerij, waardoor zij
de zaal van de Revolutionaire Volks
vertegenwoordiging geheel kon over
zien.
Zij hoorde den eisch, hoorde de
speech van Finville en de woorden
der getuigen.
Dit alles ls onnoodig. Ik heb Ma/-
rat gedood 1
Juliette hoorde de jonge, frissche
stem luid uitklinken boven het ge
fluister en de kreten va© afschuw om
zich heenzij zag het mooie, jonge
gelaat met een heldere, kalme onbe
wogen uitdrukking.
Ik heb Marat gedood
En daar in de gereserveerde ruim
te voor de burgers-afgevaardigden
bestemd tusschen hen, die de partij
va© de gematigde Gironde vertegen
woordigde©, zat Paul Déroulède, de
man dien zij gezworen had te zullen
vervolgen met een wraak even groot,
even beslist als die de hand va© Char
lotte Corday leidde.
Zij koek naar hem tijdens de te
rechtzitting en vroeg zich af of hij
eenig voorgevoel zou hebben va© de
haat, die men tege© hem evenzeer
voedde als tegen Marat.
Hij was donkerbruin van gelaats
kleur, een zoon van het Zuiden, met
bruin ongepoederd haar. dat achter
over gekamd was, waardoor hij veel
eer op een student dan op een wetge
ver leek. Hij beschouwde Charlotte
Corday ernstig, en Juliette die voort
durend naar hem moest kijken, zag
den blik van nameloos medelijden, die
de anders harde trekken va© zijn ge
laat verzachtten.
Hij hield een hartstochtelijke rede
om haar te verdedigeneen rede die
historisch is geworden. Dat zou ieder
ander man het hoofd gekost hebben.
Juliette wae verbaasd over zij©
moedCharlotte Corday te verdedi
gen 6tond gelijk met den dood van
Marat goed te keuren. Marat, de
vriend van het volkMarat, die in
speeches bij zij© begrafenis boven
ieder ander verheerlijkt werd 1
Maar de speech van Déroulède
diende niet om de moordenares te
verdedigen, zij was een smeekbede.
De meest welsprekende man van die
eeuw van welsprekendheid, zijn woor
den schenen juist dat kleine restje
gevoel te vinden, dat nog sluimerde
in deze door haat verteerde men
schen.
Iedereen om Juliette heen luisterde,
terwijl hij sprak.
Het is burger Déroulède! fluis
terden de bloeddorstige tricoteuses.
Verder behoefde men niets te zeg
gen. Er was dienzelfden morge© een
reusachtig groot, prachtig ingericht
ziekenhuis voor kinderen in Parijs
geopend, een gift aan het volk van
burger Déroulède. Daarom mocht hij
wel wat praten, als hij er lust in had.
Zijn hospitaal zou veel va© hetgeen
hij zeide, weer goed maken.
Zelfs de wilde Bergpartij, Danton,
MerLin en Santerre trokken hun
schouders op.
Het is Déroulède, laat hem pra
ten, als hij er lust in heeft. De ver
moorde Marat zei van hem, dat hij
ongevaarlijk was.
Juliette hoorde dit alles. De markt
vrouwen om haar heen praatten luid.
Zelfs Charlotte was bijna vergeten,
terwijl Déroulède sprak. Hij had een
mooie, sterke stem, die machtig door
de zaai weerklonk. Hij was tamelijk
klein van gestalte, breed geschouderd
niet een welbesneden gelaat en een
fijngevornxte hand. die uit de mooie
kamen lubben stekend een aristocra
tische© indruk maakten.
Charlotte Corday werd veroordeeld.
Alle welsprekendheid va© Déroulède
kou haar niet redden.
Juliette verliet liet gerechtshof in
ee© toestand va© half razende ver
ontwaardiging. Zij was heel jong
de tooneelen waarvan zij de laatste
twee jaar getuige was geweest, had
den onwillekeurig grooten invloed
uitgeoefend op een jong meisje, dat
geheel aan h3or eigen inteRortuoote
BRUIKBAAR.
Gast (in een bierhuis)Ik ben ééng
zeeziek geweest, en ik verzeker u, dat
ik voor gee© miilioea me weer op zee
wil wagen.
VreemdelingMag ik u dan vra
gen, of het u past, in mijne zaak kas.
sier te werden
EEN PROFEET.
Kastelein In mijn restaurant ko
men alleen dichters en toonkunste
naars.
HeerZoo, en wanneer geeft gij u
failliet
UIT DE AANTEEKENINGEN
EENER DAME.
Een brief ia de inleiding tot een
postscriptum.
TOEKOMST.
Heer(tot politiebeambte)Wat
hebt gij daar, brigadier?
Brigadier: Een politie-arendhij
volgt het spoor van misdadigers, die
per vliegmachine ontsnappen.
OP EEN CONCERT.
Bezoeker (die geen plaats meer kan
krijgen)Zeg, Jan, zijn er geen stoe
len meer?
Kellner Stoelen genoeg, meneer,
maar er zitten allemaal menschen op.
HET VERSCHRIKKELIJKSTE.
Student (tot medestudent)Neen,
zoo'n akeligen nacht als dezen heb
ik nog nooit van m'n leven gehad.
Verbeeld je, dat ik droomde va© een
maand, die honderd dagen duurde I
DAT IIELPT.
HoerZijn de wonden van dien
man doodelijk
DokterTwee van de wonden zijn
doodelijk, de derde zal wel genezen.
VOORUITGANG.
BerthaDus, 't is weer uit met je
verloving, Lize
LizeJa, maar dezen keer ben ik
veel Langer verloofd geweest don de
eerste maal.
HOE MIAUWT EEN FRANSCHE
KAT
JohanJuf, is het waar, dat de
Fransche taal geen au-klank heeft?
GouvernanteZeker, jongeheer, de
Franschman spreekt de au als o uit.
Johan He, dus schreeuwen de kat
ten in Frankrijk geen miauw, maar
wel mio-o-o.
EIGENAARDIGE OMSCHRIJVING.
De Matabelen waren natuurlijk
zeer verbaasd, toen zij voor het eerst
een locomotief zagen. Ziehier wat
iemand, d»e bij de feesten te Boeloe
wayo tegenwoordig is geweest, va©
de opmerkingen der zwarten vertelt.
Het is een groot beest, dat van
de witmenschen is. Hij eet vuur en
haat het werken. Als de witmensch
aan het porren gaat, om het aan het
werk te krijgen, dan schreeuwt hot.
Het komt eigens vandaan, maar nie
mand weet van waar.
Van een locomotief, die door den
machinist gesmeerd was, heette het
Het was een groot beest, dat erg'
de koorts had. De witmensch goot*
hem op veel plaatsen van zijn lijf
medicijn in
Zij. Zeg vent, dit meelBchotoltje
heb »k zelf bedacht. Hoe zullen we
dat nu eens noemen
Hij. „Zoet geheim" lijkt mij wel
geschikt»
PATRIMONIUM.
Het Nederlandsch Werkliedenver-,
bond „Patrimonium" hield Maandag-
te Amsterdam zijn 28e j aai-vier gade-
ring, onder ei ding van den voorzitter,
den heer P. van Vliet Jr.
In zijn openingswoord deed de
voorzitter uitkomen, dat een belang
rijk deel der te behandelen afdeelings-
voorstellen groote volksbelangen be
treft, die vooral in een jaar, waarin
do algemeene verkiezing voor de Sta-
ten-Generaal plaats vindt, aan de
ze jaarvergadering eene bijzondere
beteekenis geven.
De komende verkiezing zal ook
thans zeer zeker staan in het teeken
van de sociale wetgeving. Patrimo
nium, als werklieden-organisatie, is
daarbij te nauw betrokken, da© dat
zij zich niet evenals in 1897, in '19U0
e© in 1905 zou uitspreken, over zoo
belangrijke punten van sociaal-poii-
en zedelijke hulpbronnen was over
gelaten.
Welke tooneelen 1 En nu moest zij
de gelegenheid afwachten 1 Charlotte
Corday, het half ontwikkelde meisje
van het platteland, zou Mademoiselle
ae Marny, de dochter van een ge
slacht van hertogen, die in Frank
rijk een voorname rol gespeeld had
den, niet beschaamd maken.
Maar zij kwam er maar niet toe
een bepaald plan op te maken. Pe-
tronella, de arme, oude ziel, haar
eenige vertrouweling, was niet ge
maakt uit de stof, waaruit heldinnen
geboren worden.
Haar avontuur vlak voor het huls
van Déroulede was niet vooruit be
dacht» Opwelling en eea sameuloop
%au omstandigheden hadden er het
hunne toe bijgebracht. De laatste
maand was zij gewoon dagelijks de
Rue Ecoie de Medecme door te wan
delen, vol aandacht te kijken naar
liet huis van Marat zooals veel leeg-
Joopera ia deze dagen gewoon waren
te doen, maar eigenlijk om naar het
huis va© Déroulède te kijken. Eens of
tweemaal zag zij hem thuiskomen of
uitgas»
(Wordt vervolgd).