HAARLEM'S DAGBLAD. !o stormachtige Tijden. FEUILLETON PARIJSCHE BRIEVEN. LX. De Fransche Vereen iging voor Die renbescherming (Société Protectrice des Animauxj, afdeeliug Parijs, be raadslaagt nu over het uitzetten van de hertogin d'Uzès. Komt het zoover, komt het tot een daadwerkelijke uit zetting van voornoemde adeLlijke da me, dan zal het bestuur van gemelde vereeniging een moedige daad heb ben verricht. Want ge kunt u niet vooratellen, welk een grooten invloed onze Parijschie hertogin heeft. C'est épatant, pal Ik wilde in een der Parijsche bla den over koloniale aangelegenheden schrijven. „Ga naar de duchesse d' Uzès", ried een mijner kennissen mij aan, „die draait je er zeker wed in." ik bedankte voor de indraaiing Een mijner vrienden wilde gaarne de receptie van Jean Richepin in de Académie Frangaise bijwonen. „Ga naar de duchesse d'Uzès", beval hem een bekende schrijver aan, ,die zal wel een plaatsje voor je machtig kun nen worden." Mijn vriend volgde den raad niet op. En heeft dan ook de entvangst van Jean Richepin gemist Een mijner vrouwelijke kennissen gaf aan een barones te kennen, dat ■'.ij zin had om „essay ease" in een der groote modezaken te worden. „Ik zal v een aanbevelingsbrief je voor de du chesse d'Uzès meegeven," sprak de barones, „en die zal u zeker verder op weg helpen.' E tutti quanti. De duchesse d'Uzès schijnt overal in te zitten en een soort van algemee- ne beschermengel te zijn. In deze ou de, adellijke dame schijnt een groot gedeelte van „la vie Paris" zich te centraliseeren. Er zijn zoo van die raensche®, die een zeker otxrd in een zeker tijdvak met hun alomtegen woordigheid vervullen. En zelfs een tombola, een fancy-fair of een liefda digheidsvoorstelling zonder deze her togin, nog meer bekend dan la gran- de-duchesse de Gérolstein, wordt ge acht een der elementen van „comme I! faut"-heid en welgeslaagdheid te missen. Kortom, de hertogin d'Uzès is een uithangbord. En ais haar naam in de mondaine bladen niet minstens tweemaal per week genoemd wordt, heeft men het recht, zich daarover verwonderd te toonen. En nu, waarachtig, nu gaat een vereeniging voor dierenbescherming beraadslagingen houden, of ze de be roemde beschermster al dan niet uit haar midden zal zetten. O, welk een zwarte ondankbaarheid! Want wat heeft onze hertogin ei genlijk misdaan? Niets dan iets heei gewoons, dat niet de moeite waard is om opgera keld te worden. Zij, ik bedoel Hare Hoogheid, heeft, ik meen In Septem ber van het vorige Jaar, jacht ge maakt op wild, op, als ik me niet ver gis, fazanten en patrijzen, bij gehrek aan leeuwen, tijgers en rhinocerossen. Nu, is dat zoo erg? Kan men dan niet een die rem bescherm ster zijn en toch wild dooden? Terecht heeft (te hertogin dan ook te harer verdediging beweerd, dat wild... wild is en dat reeds uit het woord blijkt, dat er op geschoten mag worden. En men kan toch geen fazant of geen patrijs van gen door zout op den staart te strooi en? Nu, wat wil men dan toch? „Maar mevrouw de hertogin", merkte ie mand schxichter op, „het wild behoort ook tot het dierenrijk, en aangezien onze vereeniging zich ten doel stelt, de dieren te beschermen, in den uit» gestrekten zin des woords..." „Lak!" antwoordde de adellijke zeer snedig, doch in het Fransch, „be schermt u de koeden en de varkens, die u eerst laat vetmesten en dan lekkertjes opeet?" „Pardon", hernam de aanvaller angstig, „u jaagt toch niet op wild om uw honger te stillen?" De hertog in zette een paar groote oogen op en sprak op vorsteiijken toon: „Wat weet u daarvan?' „Kijk eons", zei een derde gemoe» lijk, „ik ben in die mate dierenbe schermer, dat ik vegetariër ben. Nu neem ik graag aan, dat de teedere en fijn gevoelige maag van Uwe Hoogheid zich niet kan encanailiee- ren met uitsluitend plantaardig voed sel; doch kan die maag zich dan niet tevreden stellen met het vleesch van die beesten, welke, door de maat schappelijke conventie groot gebracht om eenmaal te dienen voor voedsel der mensohec, zonder nood el oo ze wreedheden ter dood worden ge bracht? l>e jacht daarentegen is een wreed vermaak, een gruwel..." „Ge- rjoegl" siste Hare Hoogheid, „wat weet een boer van saffraan? En wat een democraat van de nobele, aristo cratische jacht, miet mooie, dure jachthonden, voor welker „coursing" ik óók heel veel geld uitgeef?" En waardiglijk, Ln de volle overtuiging van heur goed recht, verliet Hare Hoogheid de zaal. Ik vind, dat men zich tegenwoordig ln Frankrijk wat al te sterk demo cratiseert Wai doet zoo'n plebeïsche vereeniging aanmerkingen te maken op de nobele vermaken van de du chesse d'Uzès Als deze haar snoezi ge, dure hondjes en katjes goed ver zorgt en vertroetelt doet zij al mee»* dan genoeg voor de bescherming der dieren, en mag zij, om het mondaine evenwicht te bewaren, zooveel fazan ten en patrijzen doodschieten en ia- ten doodschieten als haar goeddunkt Sapristi men houdt er geen kasteel op na, om er kool te planten, wat En een adellijk personage, dat wars is van jachtvermaak, waar geen ge vaar bij is, is een „déclassé". Overiesns heeft deze hooge dame mijn verdediging niet noodig. Een van haar machtigste edelknapen is de heer Arthur Meyer, de schatrijke directeur-hoofdredacteur van „Le Gaulois" de, zooaie Edouard Dru- rronit hem eens noemde, „vrai maftre du monde parisien, l'arbitre de tou- tes les élégances, l'organisateur de toutes les fêtes", voorts de man, die, in weerwil van zijn afkomst, zichzelf en anderen tracht wijs te maken, dat hij de gevoelens van den ouden Franschea adel vertegenwoordigt. Doch zijn onwrikbare meening, dat hij de uitverkoren spreekhuis is van ,.la vieille chevalerie frangaise" weki terecht veler lachlust op, ook al is hij getrouwd met mademoiselle de furenne, die tot den aanzienlijksten adel van Frankrijk behoort. En zijn paladijaschaD voor la duchesse d'Uzès is te burlesker, nademaal deze afstamt vanLezer, kent ge de heerlijke champagne, merk „Veuve Cliquot" Nu, van die zeer rijk ge worden familie Cliquot stamt onze hertogin ln rechte lijn af. Hoe het champagne-schuim je al niet de hoog te vermag te doen krijgen... Toen in April 1903 de Comédie Fran^aise een gala-voorstelling ter eere van den Koning van Engeland gaf, ontving la duchesse eene uit- noodiging tot bijwoning van de voor stelling, in baar kwaliteit van presi dente der „Femmes peintres et sculp- teurs". Ja, zij beeldhouwt zelf ook, en het groote standbeeld van Emile Augier, dat in de geboortestad Valence van dezen dramaturg staat, is van haar hand. Onze herto gin, die verwacht had, dat men haar als „chatelaine" zou uitnoodigen, kreeg hot schuim niet van cham pagne, maar van woede op haar lippen en zond de uitnoodigingskaart terug. Welk een nobel gebaar 1 Waaruit misschien valt op te ma ken, dat hoe jonger de adeldom is, hoe meer pretenties hij heeft. Wie ooit deze chfttelaine zich heeft zien bewegen, is het trouwens volkomen met mij eens, dat haarhm, een mondaine term, asjeblieft.... de „su prème élégance" ontbreekt. Integen deel, de burgerlijkheid Is haar bij gebleven. Doch wat kan het haar schelen Mits zij maar van zich doet spreken en een bonne presse" krijgt, laat de rest haar volslagen koud. En voor iemand met haargeldmiddelen is een „borme presse" Licht te verkrij gen. Met haar geld, dat moet te ha rer.... hm.... eere gezegd worden, springt zij zeer kwistig om. Gaf zij, om maar wat te noemen, indertijd niet millioenen voor het Bouiangis- me uit Het is een komiek tweespan de hertogin d'Uzès en haar page Arthur Meyer. Beiden gesproten uit burger families beiden schatrijkbeiden feesten en andere weidsche dingen organiseerende beiden in de stellige meening verkeerenüe, dat het hunne roeping is, voor den Franschen adel „acte de présence" te geven beiden machtig en invloedrijk uit hoofde van hun geldmiddelenbeiden dikwijls belachelijk beiden, om nuttigheids redenen, geduld, doch innerlijk ge minacht, althans geringgeschat door den echten ouden adel. Haarlemsche Handelsvereeniging «MO|U. bii fcca. Bul. via IS M*v. 18*. De Haarlemsche Handelsvereeni ging hier ter slede, opgericht 10 Mei 1692, heeft in den loop van den tijd wel haar recht van bestaan bewezen. In zeer vele gevallen, zaken van ver- ■cbillenden aard belreliende, is zij opgetreden en dikwijls met groot succes. Jammer echter, dal men alge meen met meer blijk geeft, dit ie waardeeren, door ais lid der Vereem ging toe te treden. Lr zijn wei meer dan bUU leden, maar dat ls niet vul doende. Elk handelaar, neringdoen de, ja zelfs particulieren, moesten lui worden,, om tenminste le laten gevoe len, dat men het werk op prys stelt, dat de Haarlemsche Handelsvereeni ging steeds opneemt, als doende, wat hare haud vindt om te doen. De voordeelen, die de Vereeniging builen hare bemoeiingen van ver schillenden aard, haren leden aan biedt, zijn zeer vele en zeer groote tegenover de geringe jaarlijksche contributie van 3.50, die gevraagd wordt. De Haarlemsche Handelsvereeni ging bemoeit zich in de eerste plaats er mede, de belangen van hare leden te bevoideren, door onwillige beta- iers voor hen tot betaling aan le manen en iuformaliéu voor hen in te winnen. Bovendien hebben de leden het recht, het hun gratis te verstrek ken advies van den rechtsgeleerden adviseur der Vereeniging te vragen, die ook ln prucedureu en faillisse menten gratis voor hen optreedt, na tuurlijk alleen voor zaken betreffende den üandel en het bedrijf der leden. Hel uiijkt iii tteu laatateu tyu dal rneu deze oeiangryae voordee len begint ie waardeeren wam Soiieii JÜei meldden zich 07 nieuwe lbdc-u »an. Als proef kunnen voortaan nieuwe leden voor een half jaar worden aan genomen, doch slechts het 2e halfjaar (van 1 November tot en met 30 April) ad 1.75 de halve contributie. Rechtsgeleerde adviseurs der Ver eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de Haan Hugeniioltz en A. H. J. Mereus, bpaarue 94, alhier, die voor de leden eiken werkdag van 34 uur des na middags zijn te spreken. Het bureau der Vereeniging is ge vestigd Jausweg 11. Voor incasso s door bemiddeling der Vereeniging wordt een vast recht van 5 pet. der vordering bere kend. Bovendien moet 10 cent voor port iteeds worden bijgevoegd, bij inzen ding van vorderiugeu door bemidde ling der advocaten te innen. De kosten van iuformutiën naar builen de stad woonachtige personen bedragen ÜU ets. per informatie, plus vijf cents purto-vergoediug. luforiua- tien naar binnen de stad wonende personen worden gratis verstrekL Pretention op buiten de stad wo nende personen worden niet behan deld, wanneer niet 10 cis. voor porto- .vergoeding is toegevoegd. Ruim 1743 informatiën en rechts geleerde adviezen werden in het afge- ioopeu jaar gegeven. In December 1908 en Januari 1909 lijn 55 vorderingen tot een bedrag van f 1099.96 1/2 betaald 13 vorderingen worden afbetaald, 17 vorderingen zijn uitgesteld. Men wordt geraden alvorens te le veren aan W. F. F. van Er.-reien, Ba- kenessergracht 98, zich om inlichtin gen te vervoegen aan het kantoor. Volgens art. 7 dient het geheim der lijsten van wanbetalers ongeschon den te blijven. Alle brieven, aanvragen, reclames of vvat ook, moeten worden geadres seerd aan het bureau, dat geopend ls dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur bu '8 namiddags van 2 tot 4 uur, Waar dan ook verdere inlichtingen zijn te bekomen. Nieuwe leden voor 1909/10 kunnen nu reeds tot de vereeniging toetreden en genieten alsdan tot 1 Mei e.k. alle voorrechten als een gewoon lid. Het Bestuur heeft bemerkt, dat men soms meent, dat men, hoewel geen lid der H. H. V., toch vaD haar Infor- cnatién kan bekomen, en brengt nu nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis dat alleen aan leden der Vereeniging informatiën door haar worden ver strekt, en dat voor Informatiën op hier ter stede woonachtige personen nooit betaling mag worden gevor derd. HET BESTUUR. Naar het Engelsch, door B arones Or czy. 13) Dat u mij kwam zoeken om haar tot kalmte te brengen antwoordde tij vroolijk lachend, de lach van een Jong meisje no.g maar ternauwernood een wouw, die voelt dat zij er goed uitziet, dat het aangenaam ia met haar te praten, die voor 't eerst de vleugels voelt, de vleugels waarmee zij dat dwaze, vroolijke geheimzinni ge land der romantiek kan binnen vliegen maar ook haar macht 1 die zachte, fijne macht der vrouwhet Juk dat de mannen zoo Liefhebben, dat zij beschimpen en toch ook weer liefhebben, het juk, dat hen tot slar ven maakt en toch ook het geluk van koningen brengt Hoe gelukkig was deze dag ge weest 1 Toch had er nog iets aan ont broken I PetroneJla was wat dom en Juliet te was nog te jong om lang in haar eigen gedachten Le kunnen opgaan. Nu scheen de dag plotseling vol maakt. Nu was er iemand, die het mooie in het bosch, het gluren van den blauwen hemel door bet fijne bladerdak van de met kamperfoelie omrankte booraen kon waardeeren. Er was iemand, met wien zij kon praten, iemand om haar mooie, witte japon, die zij dien morgen had aan getrokken, te bewonderen. Maar hoe wist u, waar mij te vinden? vroeg zij met een tikje co- quetterie. Ik wist het niet, antwoordde hij kalm. Zij vertelden mij, dat u naar S u res nes was gegaan en het plan had door de bosschen terug te wan delen. Dat maakte mij angstig, want nu zaJ u door de Noordwestelijke bar rière moeten gaan, en... Nu? Hij glimlachte en keek «ven ern stig naar de bekoorlijke verschijning tegenover hem. U weet toch wel l zei hij vroo lijk, dat die driekleurige sjerp en de roode muts geen voldoende vermom ming zijnu lijkt allerminst op een standgenoote van het volk. Ik dacht wel, dat de mousseline japon te mooi en de kant te fijn zou zijn. Zij lachte weer en tilde met haar fijne vingers het elegante japonnetje eveu op. Wat is u nog zorgloos en kin derlijk zei hij, bijna ruw. Zou u mij liever vuil en onbe schaafd willen zien als een waardige mededingster van uw partij ge nooten antwoordde zij. Zijn meesterachtige toon hinderde haar, zijn houding had iets pedants en heerschzuchtigs en evenals de zon plotseling achter een wolk verdwijnt, zoo maakte haar kinderlijke vroolijk- heid vlug plaats voor een gevoel van onverklaarbare teleurstelling. Ik vraag u nederig vergiffenis, zei hij kalm. En moet uw vriendelijke toegevendheid inroepen voor mijn gemoedsstemmingmaar ik ben zoo ongerust geweest.... Waarom zou u ongerust zijn over mij Haar bedoeling was, om dit op on verschilligen toon te zeggen, alsof zij er weinig om gaf wat het antwoord zou zijnmaar bij haar poging om haar stem onverschillig te doen schij nen, klonk zij uit de hoogte, een her. innering uit de dagen, toen zij de dochter van den hertog de Marny, de rijkste en voornaamste erfgename van Frankrijk nog was. W as dat aanmatigend vroeg hij met een tikje ironie in antwoord op haar beogen toon. Hot was alleen maar onnoodig, antwoordde zij. Ik heb al zooveel last op uw 8chouders gelegd, dat ik er niet op gesteld ben die van ongerust heid er nog bij te voegen. U heeft mij Keen last QDcelecd. Toen de comité de Chambord stierf, rouwde Arthur Meyer, als ware hij een bloedverwant, en kondigde hij plechtiglijk en ernstiglijk aan, dat hij wegens dien rouw geen feeste lijkheden kon bijwonen Ondertusschen begin ik, gegeven haar rijkdom en heur kwistigheid, te twijfelen, of de hertogin d'Uzès ge royeerd zal worden als lid van de Vereeniging voor Dierenbescherming. Groote honden bijten elkander niet, zegt een oud spreekwoord. Nog veel minder oijten kleine honden groote. OTTO KNAAP. Brnsselsche Koot. CCXXI. Daar wordt een feest gevierd. Een feest, dat niet meer van dezen tijd is, een feest dat geen reden van be staan heeft, niet het jubelen is van vreugdevol gemoed, dat zocht naar een uiting om z'n stemming te too nen. Een feest, dat niet als kroon dient voor een blijde gebeurtenis of aJs prettige herinnering van een da tum uit de geschiedenis van land of familie of der menschheid, waarvan de zegenrijke gevolgen zich nu nog doen gevoelen Daar wordt een feest gevierd, waaromtrent geen verschil van gevoelen kan zijn of er eigenlijk wel aanleiding is voor feestvreugde.... de noodzakelijkheid van Cameval wordt nipt bepleit, de „roes" niet op geblazen, gelanceerd door patrioti- sche artikel tjee, ieder is 't er roe rend over eens, dat 't zot is ln 't kwadiraat de zotheid te huldigen, wijl ze zonder dat toch al meer plaats oischt in onze samenleving dan ons Lief is. Maar desniettegenstaande blijft het jong en frisch, ziet de ran gen weer door nieuwe krachten inge nomen, wijl het. het feest is van de penige zorglooze, dwaze jeugd, van de liefde, die onder 't maskeradepak je moed krijgt, waarvoor ze anders te verlegen was. O zeker, voor het. ware Carneval moeten we hebbenden blauwen hemel van Nizza, van 't zon nige Italië, waar de geest bruischt als champagne, de dorst naar schoon heid Ln Lijn en kleur onleschbaar is. De warmte, de fijnheid der CarnevaJ- cade neemt af hoe noordelijker hij trekt, terwijl zijn rijk eindigt aan de oevers van Holland's stroomen „Waar Maas en Waal te zamen vloeit Dn Gorkuna rijst van ver." Wat de Belgen missen aan fijnheid (al zijn ze van ons altijd nog verrede meanderen) winnen ze weer aan vroo- lijkheid, goedronde jolyt. Een Carne val in België is een feest van pret, te crue wel eens in Antwerpen door den aard der bevolking, die zich bij zulke gelegenheden in haar ware ge daante vertoont, maar op z'n aange naamst vroolijkst in de hoofdstad luxe en kunst van 't kleine land. Lang en lang van te voren had het al in de lucht gehangen. De winkels hadden hun inkoopen gedaan van glinsterende maskerade-pakken, de zon, de maan. liefst met veel goud en zilver. Ze schreeuwden vaak die éta lages. Eu uit andere winkels, uit ba zars, die er E»ele rayons aan hadden gewijd, loerden je afschuwelijke kop pen tegen, met krokodillen-oogen, wanstaltige neuzen, brillen, mat. gro- ven grijnslach, die sterk contrasteer den tegen het doodsch-fijne der witte maskers. Dat was de eemge reclame voor 't carneval. De overheid deed wat der overheid was, zij lijnde de grenzen af, woartusachen de pret zich moest bakenen serpentines, con fetti en pauwen vee ren zouden op hy giënische gronden verboden worden. Met het pauwenveeren-verbod gaat men acejord. Doch ten opzichte van 't andere och, wat worden we ge zond, roejpen we A la de Dollarprinses uit, als alles wat ons bij mogelijk heid ziek zou kunnen maken, verbo den wordt was het toch wel jam mer. Want die gekleurde papiertjes geven zoo'n vroolijk aanzien aan de straten, de serpentines vooral, als zij als slangen over da hoofden schieten en zich vastklemmen aan de balcons. Dat verbod was een aanslag op het leven van vorst Carneval, maar sterk is Zijner Majesteits constitutie. De kogel is afgestuit op zijn pantser; een oogenblikje heeft hij misschien wat bleek gezien, maar toen was hij weer de oude. Een intermezzo. In het ordelijke Amsterdam, waar op Hartjesdag na tuurlijk geen enkel doosje vuurwerk wordt afgestoken, omdat het verbo den is, worden de Belgen vaak voor gesteld als een ordelooze troep. 'k Heb op de twee Carnevaidagen die we nu achter den rug hebben, zoo goed als geen der verboden artikelen gezien. En toch werd het gebod hier zei hij kalm, behalve een van dank baarheid. Van dankbaarheid Wat heb ik gedaan U is voor mijn deur dwaas en onnadenkend opgetreden, en dat gaf mij de kans mijn geweten ten opzich te van een zwaren last was te onthef fen. Hoe dan Ik had nooit durven hopen, dat het Lot mij zoo gunstig gezind zou zijn mij de gelegenheid aan te bie den een lid van uw familie een klei nen dienst te bewijzen. Ik weet dat u mij onlangs het leven heeft gered, mijnheer Déroulè- de. Ik weet, dat ik nog in gevaar ben eu dat ik aan u mijn veiligheid te danken heb.... Weet u ook, dat uw broeder rijn dood aan mij te danken heeft? Zij klemde baar lippen opéén, niet in staat om te antwoorden, boos op hem, omdat hij plotseling, zonder vooraf te waarschuwen zijn vinger op de verborgen wond had gelegd. Ik ben telkens van plan geweest het u te vertellen, ging hij eenigszins haastig voortwant ik had deze laat ste dagen een gevoel of ik u bedroog. Ik denk niet, dat u zich goed voor kan stollen hoeveel het mij kost u dat juist nu te vertellen maar ik ben dat aan u verschuldigd, geloof ik. Later mocht u het te weten komen en gemoedelijk gegeven, met „veront schuldiging" en „verklaring" en met den pleister op de wonde, dut alle café's den geheelen nacht zonder aanvrage mochten geopend blijven. 'k Had gedacht 't was niet de eerste maal, dat ik Mardi-Gras in Brussel meemaakte. een indruk te krijgen als den vongen zomer op de Haarlemsche kermis een treurig overschot, toen de kermis, nu Carne val in zijn nadagen. Maar ik had mij vergist, mijn verwachting werd verre overtroffen 't was nog wel de oude Vlaamsche Uilenspiegel, die pret wou mal.cn, lachen wou en wou laten lachen en wien 't als een meester in zijn vak en van erkende reputatie volkomen is gelukt. Zondagavond klein, Dinsdagavond groot Carneval, maar beide avonden was 't overdruk Welk een eenig gezicht was 't niet, als men een wandeling maakte van de Hallepoort, door de Hoogstraat, (do z.g. marollenstraat zooiets ais Brusselsche Apachen, doch waarvan de faam, wat de straat betreft, erger is dan de daad. over de Vioiettéstraat naar de Groote Markt. Stapvoets kwam je vooruit. Algemeen is de ver kleeding, er was niets bij wat aan stoot gaf, alles was grappig, leuk. Daar passeerden heele muziekkorp sen, natuurlijk de leden der „maat schappijen" zouden geen eer bewijzen aan Larnevat, omnibussen afgehuurd door Larnevaisciubs, vaak met een liefdadig doei gelijk de vereeniging saus nora (waarbij nog komt mate pas sans coeurj Op de Groote Markt hielden dio groote clubs altijd halt. Op die eigen aardige sympathieke plek, met zijn prachtige Vlaamsche bouwwerken, op welker gouden gevels de hooge eiec- trische Lallen nu zoo'n zilveren zijden glans werj?en wordt een rondedansje gemaakt. Sire Carnaval krijgt moderne allu res, de muziek speelt de Braban- gonne, wat iedereen mee kan zingen, omdat toch niemand de woorden kent of nog liever het nieuwe straatlied, waarvan ondergeteekende d«en tekst nog niet te pakken heeft kunnen krij gen, doch dat dezelfde melodie heeft als 'n nummer waarmee een Fran sche komiek eenige maanden geleden in Flora reuzeasucoes had. Op den boulevard Anspach, op de Place de Brouckere, die er 's avonds toch al zoo feeériek uitziet als de ovale kring van hei-stralende lantaarns is ontsto ken en uit de rijke cafés, met Métro- pole aan 't hoofd het rijke groote stadsleven naar buiten kijkt, is 't één stroomen en wiegelen van een golven de menigte. Ik mag niet schrijven zwarte" menigte, want daarvoor te ze uit gedost als velen ziju nu tc kleurrijk. Van tijd tot tijd wat rij ke costuums, dames of heeren, die even een luchtje kwamen scheppen van een der duizend-en-een bal-mas- qués m de „Monnaie" en elders, •maar op straat domineerde toch het lachwekkende costuum. Lachen en lachen laten, dat ls liet Brusselsch devies onder het Carnaval. Daar wandelde in zijn eentje een lange jongen, als een oude juffrouw ge kleed met een parasol boven 't hoofd, daar achter jonge dames als zuige lingen metdie fopspeen in den mond en de rammelaar in de hand. Want was het ook zeer frisch de beide avonden, d* BrusseJsche „masken" lieten zich door de koude niet uit het veld slaan, in dunne witte costuumpjes, met korte rokken en bloote armen wan delden ze rond, wat nog frisseher is als voor de heeren, die over hun mas keradepakje ook geen overjas konden dragen of de duizenden vermoeide kijkers, die zich neervlijden op de café-terrassen, als ware het al in Juli. Daar ware grove grappenmakers die zich dik-aangekleed hadden als een Russische koetsier, artistieke Fransche typen: Apachen, die won- dierlijk goed mimeeren als dilettan ten... 'k Heb een mooie Apachen-dans ge zien in de Revue in de Scala. Hij komt er heelemaal niet in te pas, is ten minste vier gezocht, want hij heeft plaats op den bodem der zee, terwijl de visschen haar vreugde uiten over het zooveel jarig bestaan der Brussel sche vischmarkt. Maar een knap stuk dans- en mime-werk was 't zeker, dat scherp uitkwam tusschen die weelde- rig-schitterende „Sardines" ien „zalm forellen." Zelfs hij die geen Fransch verstaat kan zoo'n revue gaan zien, want meer nog dan de tekst is de mon teering. Wat niet wegneemt, dat som mige inlagen toch verbazend aardig zijn en decent, zoodat ik niet bang ben of ze zullen voor „iets Amster dams" ook wel spoedig verwerkt wor den. Bijv. de censuur-politiemspec- teur, die alle Bioscoopvoorstellingen moet bijwonen en door het trillen der films nu lijdende aan ciinéatografie (bioscopismeü) en 't staan, 't loopen, alles trillende doet! H. HENNING Jr. Stadsnieuws Theosofie. Men meldt ons: Mevrouw W. A. L. Ros—Vrijman, uit 's-Gravenhage, gevolg geiende san eene uitnoodiging van de Haar- •emsche Loge van de-Nederlandsche afdeeling der Theosofische Vereeni ging, zaJ dezer dagen eene lezing houden over „Theosofie en Opvoe ring". Deze sympathieke spreekster, die deze hoogst belangrijke lezing reeds in verschillende plaatsen van ons land heeft gehouden, is voor be langstellenden in de Theosofie alhier geen onbekende; in October van het vorige jaar hield zij alhier voor een talrijk gehoor eene voordracht, waar mede de werkzaamheden der Haar lemsche Loge voor het loopende win terseizoen werden aangevangen. Ook niet-leden kunnen voor de te houden lezing introductie bekomen, men zie hiervoor de in dit blad voorkomen de advertentie. UL' SI. UITING STUCADOORS. De Nederlandsche Stucadoors-Pa- •roousbond hield te Arnhem een ver- l adering van liet hoofdbestuur, afge vaardigden der afdeelingen en de commissie van Redactie. Deze vergadering, welke van één tct zeven uur duurde was in hoofd- zjak belegd ter bespreking der con- fii.-'.er in verschillende afdeelingen t or Moeiende uit de aanbieding van het a'Leidscontract en voorstellen te de>->r zak*. 'Joze gaven aanleiding tot uitge breid» discussie's. Gewezen werd op conflicten te Almelo, den Haag, Haar- •em, Leeuwarden en Rotterdam, véér dat de feitelijke onderhand el.ngen met den N. S. B. geëindigd waren. Ten slotte werd met algemeen* stemmen een motie aangenomen, waarin werd besloten de onderhan- fiel'ngen betreffende het arbeidscon tract met den Ned. Stucadoorsbond al te breken. Rubriek voor Vragen Geabonneerden Lebben het voorrecht vragen op verschillend gebied, mits voor Beantwoording vatbaar,- in te zsudou by de Kedactie van liaarlein'a Dagblad, Groote Houtstraat 68. Alle antwoorden worden geheel kosteloos gegeven en, voor zooveel ïuogelyk ia, den dag na de inzending. VRAAG: lk heb in April 1908 een winkel overgedaan voor 45. Uiercp s mij 30 afbetaald met de belofte, dat liet restant in wekelijksche ter mijnen van 1 afgedaan zou worde*. Dit nu gebeurt niet; wat is hieraan te doen? ANTWOORD: U moet hem dag- aarden tot betaling; wend u tot een procureur. VRAAG: Waar kaïn ik in Haarlem een exemplaar der St.-Ct bekomen? ANTWOORD: In Den Haag bij de Landsdrukkerij of door middel van een boekhandelaar, alhier. VRAAG: Kunt u mij 't adree vafi den consul van Brazilië opgeven? ANTWOORD: N. R. de Zeeuw, Ara- sterdam, Wend u voor uw vraag aangaande 't drukkexsbedrijf tot dien weer. VRAAG: Naar men zegt is een schuldenaar van zijn verplichtingen ontheven, wanneer deze openlijk het zij per briefkaart of in bijzijn van derden of op Zondag wordt gemaand, b.v. op straat. Wat is hiervan waar? ANTWOORD: Geen letter. dan de dagen betreuren, die u onder mijn dak hebt doorgebracht. Ik noem de u zooeveo kinderlijk, u moet mij dat vergeven pk weet dat u een vrouw is en daarom hoop ik, dat u mij zal begrijpen. Ik doodde uw broe der in een eerlijk gevecht. Hij daag de mij ui< zooals nog nooit een man uitgedaagd is Is het noodig, M. Déroulède, dat u mij dit alles vertelt viel zij hem eenigszins ongeduldig in de rede. Ik dacht, dat u het moest weten. Aan den anderen kant weet u ook, dat ik nooit meer het verhaal van de twist van bet standpunt van mijn broer zal kunnen hooren. Op 't oogenblik dat deze woorden over haar iipj^en waren, bedacht zij, hoe wreed zij gesproken had. Hij gaf geen antwoord, omdat hij te ridder lijk, be vriendelijk was om haar ver wijten te doen. Misschien begreep hij voor 't eerst, hoe bitter de dood van haar broer haar getroffen had, en hoeveel smart liet haar moest bezor gen nu van aangezicht tot aange zicht tegenover zijn moordenaar te staan. Door haar tranen heen wierp zij hem snel een blik toe. Het kwam haar bijna voor of haar tweede ik daarbinnen Ln opstand was. Het noemen van den naam van haar broeder, de herinnering aan dien afschuwelijken nacht naast zijn lijk. aan die vier ia&r. waarin zij het verstand van haar vader langzamer hand had zien verminderen, scheen een geest van opstand en van slechte gedachten in haar wakker te roepen, die zij voelde, dat niet geheel van haarzelf was. In de bossclien was he| stil gewor den. Het was laat op den middagen zij waren langzamerhand verder van het lieflijke Suresnes en dichter bij het groote, anarchistische, moordda dige Parijs gekomen. In dit deel van het bosch waren geen vogels meer, de boomen van hun onderste takken beroofd zagen er uit ais reusachtige spoken, die smeekend hun melancho lieke hoofden naar den hemel op hieven. ln de verte van achter de barrières een paar mijlen verder weg, kon men duidelijk het afschieten van een ge weer hooren. Zij sluiten de barrières, zei hij kalm na een lange pauze. Ik ben blij, dat ik zoo gelukkig geweest ben u te ontmoeten. Het was zoo vriendelijk van u mij te gaan opzoeken, zei ze week. Ik meende niet, wat ik zooeven zei.... Ik verzoek u er niet meer over te spreken. Ik begrijp u voikomeix- Aiieen wenscht* ik...* /Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5