NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. -Ja Jaargang. No. 787S Verschijnt dagelijks, behalve-op Zon- en Feestdagen. DINSDAG 2 MAART 1909 ABONNEMENTEN PER DRIB MAANDBNl Voor Haariera129 Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kern* der gemeente)1.30 Franco per post door Nederland1.65 Afzonderlijke nummers0.02 H Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.3734 «de omstreken en franco per post 0.45 Pltgave der Vennootschap Loeren» Coster. Dlrecteor J. C. PEEREB00SL ADVERTENTIÉNi Van 1—5 regel» 50 Cts.: iedere regei meer 10 Cts. Euüen hei Arrondissement Haarlem van 1—5 regeis 1-elke regel meer ƒ0. ef Reclames 30 Cent per regel. By Abonnement aanzienlijk rabat. AdvertcntiSn van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. Der plaatstaal 60 Cts. voor 3 plaatsingen k contant Redactie en Administraties Groote Houtstraat 55. Istercomnsniiaa! Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724 Drukkerij i Zolder Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiSn en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem Jn dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitënlandsch Advertentie-Bureau D. y7 aLTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. DIT NUMMER BESTAAT UIT ZES BLADZIJDEN. EERSTE BLAD. AGENDA WOENSDAG 3 MAART. Soc. Vereeniging: Sempre Crescen- 'do: Concert, 8 uur. Soc. Vereeniging: Theosofische ver- •en-iging: Lezing van Mevr. W. A. L. RosVrijman, 8 uur. OM ONS HEEN No. 890. De Lichamelijke Opvoeding van ons Volk. Het is moeilijk, zoo niet onmoge lijk, om iets te schrijven zonder mis verstand op te wekken. Uit mijn arti keltjes „De waan van den oorlog" heeft een van de lezers afgeleid, dat ik geen gevoel zou hebben ->-ior de voordeeleu, die er gelegen zijn in het ven uilen van den militairen dienst plicht „Menigeen", zoo schrijft hij, „die als milicien onder de wapenen is geweest, heeft daar lessen in orde, regelmaat en discipline meegekregen, die hem ten goede zullen komen in geheel zijn volgend leven." Met die woorden kan ik volkomen Instemmen. Inderdaad acht ik voor Jonge mannen, die op het punt staan de wereld in te gaan, niets van groo- ter nut, dan zich eenige maanden te ai O*.ten onderwerpen aan gezag en discipline. Alleen heb ik er tegen, dat die exercities, marschen, oefeningen van allerlei aard den oorlog ten doel hebben, die naar mijn overtuiging een waan is, waaraan wij ons kunnen ontworstelen zoodra wij willen. Lichaamsoefeningen zou ik er van w»llei. maken, die alleen de ontwik keling van het lichaam ten doel heb ben en waarbij het geweer door een stok, de patroontasch door den knap sak zou worden vervangen en de tijd, nu aan militaire theorie en ge- vechtsoefeniiigen besteed, zou worden- gebruikt voor zwemmen, worstelen, gymnastiek. Ik kom hierop des te liever terug, omdat een van onze lezers, die een ■bijzonder belang stelt in de lichame lijke ontwikkeling van ons volk, mij daarover een stuk gezonden heeft, waarin hij zeer belangrijke dingen zegt. Ik ontleen daaraan het vol gende „De lichamelijke ontwikkeling zij her burgers verhoogt zeker de span en weerstandskracht van een volk. Op die lichamelijke ontwikkeling moet dan ook, naast de geestelijke, het streven van staats- en gemeente bestuur gericht zijn. Niettegenstaande de regeling van het gymnastiek-onderricht ten on zent bij de wet en in weerwil van de zorg, in vele gemeenten daaraan be steed, wordt toch nog in verreweg de meeste scholen van ons vaderland de lichaamsoefening als een bijzaak Desehouwd en veel gedaan om de be- teekenis er van te verkleinen, om zoodoende aan den plicht der invoe ring te ontkomen. Toch is de gymnastiek als volks- Dpvoedingsmiddel van de grootste be- teokenis. Hij, die dit miskent, staat op een achterlijk standpunt Men bedenke slechts, welk nauw verhand er bestaat tusschen geestes hoedanigheden (tegenwoordigheid ,vm geest, vastberadenheid, zelfver trouwen en moed) en lichamelijke .vaardigheid. Eenige cijfers mogen in verband met het bovenstaande vermeld wor den, om een overzicht te geven van den toestand zooals die ten opzichte van de lichamelijke opvoeding in ons Vaderland ongeveer is. De te geven cijfers betreffen alleen km geus. Eeu kleine 60.000 jongens bereikt ten onzent jaarlijks den achoolplich- tigan leeftijd. Van 18 tot 19 jaar kan jjerekend worden op een jaarlijks kan tal van pl.m. 54.000 jongens. Hoeveel jongens nu op de lagere echoo! gymnastiekonderwijs genieten la moeilijk na te gaan. In 't begin "yah 1906 genoten 512.000 lgngens la ger- en herhalingsonderwijs, maar hoeveel van hen deden iets aan lichaamsontwikkeling De lagere school verlatende wordt de toestand bepaald zeer slecht. Dan ontvangen vermoedelijk gym- nastiek-onderricht bij de burgerscholen 7500 bij de gymnasia 600 bij de kweekscholen 600 door bemiddeling van het Nedcrlandsch Gymnastiek ver bond S800 jeugdige militairen 1200 particuliere scholen 1000 14700 Van 13 tot en met 18 jaar ontvangen dus van de ongeveer 380.000 jongens ongeveer 15.000 gymnastiek-onder richt, dus NOG GEEN VIER PRO CENT. Men late zich in dit opzicht ook niet op een dwaalspoor leiden door het geen men zoo Zondagsmiddags op een voetbalveld ziet. De meeste voet ballers behooren tot hen, die toch reeds gymnastiek-onderricht ontvan gen, maar al was zulks niet het ge val, welk miniem deel van de Neder- landsche jeugd vertegenwoordigen dan nog bijv. een honderdtal spelen de vereenigingen Ik maak hier even een aanteeke- ning tot afbreking van het betoog. Honderd vereenigingen te te laag ge raamd. Duizend zou beter lijken, wanneer we alleen maar nagaan, dat in Haar lem op Zondag gemiddeld wel twintig vereenigingen spelen, al of niet aan gesloten bij een Bond. Intusschem is natuurlijk gymnas tiek niet hetzelfde als voetbal. Maar ik geef het woord weer aan den schrijver. .Denken wij ons eens een toestand, waarbij de gewone leeraren en on derwijzers tevens het gymnastiek- onderricht konden leiden. Welk een kracht zou van een dergelijke orga nisatie ten bate der lichamelijke ont wikkeling des volks kunnen uitgaan. Immers er waren in 1906 werkzaam Bij de gymnasia 446 leeraren. Bij de Hoogere Bur gerscholen 1040 B-j 't Lager Onderw.: hoofden van scholen 4256 onderwijzers 10851 kweekelingen 1199 Totaal 17792 hoofden. Van de 4438 lagere scholen (open bare en. bijzondere) beschikken 833 over een gymnastiek-loknal en 2480 over een kleine speelplaats de ove rige 1125 scholen hebben gymnas- tiek-lokaal noch speelplaats I Omtrent de onderwijskrachten het volgende In art. 2 van de Wet op het Lager Onderwijs wordt o. a. voor het on derricht in de vrije- en orde-oefenin gen der gymnastiek (vak) eene be paalde akte geëischt. Ofschoon nu verreweg het grootste aantal van de onderwijzers die akte bezit, laat het gehalte dezer leerkrachten over het geheel zeer veel te wenschen over, deels omdat de ge wone onderwijzers thans weinig be lang in het gymnastiek-onderricht stellen, deels omdat de hoofden van scholen de gymnastiek niet aanmoe digen, deels omdat de onderwijzers meestal geen verhooging van salaris genieten, indien zij het gymnastiek- onderricht leiden. Het recht om meer uitgebreid gym nastiek-onderricht te geven, o.a. aan toestellen, wordt verkregen door het bezit van de akte S. De hooge eischen die echter ten opzichte van anatomie en physiologle voor het behalen dier akte gesteld worden, hebben velen er van afgeschrikt om zich voor het examen te bekwamen. Zoodat in cms land thana nog geen 675 leeraren ge vonden worden, die tn het bezit van de akte 8. zijn. Als leerkracht voor de lichamelijke ontwikkeling van ons volk valt dit geringe aantal dan ook bijna in het niet. Door de Commissie, in 1906 door ken en van Oorlog benoemd in zake „de bevordering van de lichamelijke „geoefendheid der Nederlandsche „jongelingschap", werd dan ook in haar uitgebracht en zoo uiterst le zenswaardig rapport voorgesteld, de akte S. te doen vervallen en de akte j te splitsen in een akte j A en een akte j B. Eerstgenoemde akte zou de bevoegdheid geven voor het gymnas tiek-onderricht aan leerlingen bene den de 15 jaar, terwijl de bezitters van de akte j B hun onderricht zou den kunnen uitstrekken ook tot leer lingen boven de 15 jaar. Ten einde zich voor het behalen der genoemde akten te kunnen be- kwamen, dacht de Commissie zich een Centrale gymnastiekschool met maandelijksche cursussen van eene maand en ongeveer honderd leerlin gen. Natuurlijk kunnen wij in dit kort bestek niet verder op deze aan gelegenheid ingaan, maar wel mee- nen wij er de aandacht op te mogen vestigen, dat dit groote beginsel der Commissie levendig voor oogen stond, namelijk dat het onderricht in do gymnastiek in de toekomst aan den gewonen klasse-o nd er- wijzer zou moeten worden opgedragen. Eu indien dan op de lagere school de lust voor degelijke lichaamsoefe ningen bij het kind ontwikkeld is, bestaat er hoop, dat die lust bij het verlaten van de school niet zal zijn uitgebluscht. Dan zouden alom gym- nastick-vereenigingen verrijzen, die, geholpen door Rijk en gemeente, de licbaams-onitwikkeling van ons volk in geheel nieuwe banen zouden lei den. Want het bedroevende is, dat na het verlaten van de lagere school (12 of 13 jaar) -tot den militieplichtlgen leeftijd geen prikkel bestaat en geen dwang kan worden opgelegd om zich lichamelijk verder te ontwikkelen. Daarom loopt ons volk slecht, zijn zijne lichaamsvormen in 't algemeen niet mooi of sierlijk, en maken zij niet .den indruk van vaardigheid en kracht. Uit het voorgaande blijkt, dat de lichamelijke ontwikkeling des volks nog zeer veel te wenschen overlaat. Op dat gebied kunnen wij dan ook de vergelijking met hetgeen in het bui tenland geschiedt, slecht doorstaan, en gewenscht mag worden, dat de Rogcering de wenken der Commissie waarvan hierboven sprake was, ern stig ter harte neemt en tracht zoo spoedig mogelijk de leemte aan te vullen, die wij allen erkennen." Tot zoover onze inzender. Welke leemten er in het gymnas tiekonderwijs bestaan, hebben wij, Haarlemmers, onlangs kunnen ge waar worden, toen de Raad besloten heefi, dat onderwijs door daarvoor bijzonderlijk bevoegden te laten ge ven in eenige openbare lagere schol-en. Waarom niet in alle? Omdat daar geen gelegenheid bestond. Tal van scholen missen een gymnastiek lokaal. Evenwel bestaat natuurlijk de li chamelijke ontwikkeling van de jeugd niet in gymnastiek alleen. Daarover Yolgen in een tweede ar tikel nadere bijzonderheden. J. C. P. iSuitenlandsch Overzicht Enkele dagen geleden stond de po litieke barometer op storm (oorlogs gevaar), nu is ze gerezen tot veran derlijk en we moeten nog afwachten wat 't zal wordenrijzen of dalen vrede of oorlog. 'T WOORD IS THANS AAN SERVIë. De mogendheden hebben in Belgra do hun waarschuwende stem doen hooren en nu is 't maar de vraag of de onderdanen van koning Peter zul len luisteren. Heel veel hoop hebben we daarop niet 1 Alle berichten ver zekeren, dat er in Servië groote ont stemming heerscht en vooral de hou ding van Rusland zeer teleurstellend heeft gewerkt. De Serviërs hadden al le hoop op hun grooten en machtigen vriend gesteld en ziet nu.... H Doet er niet toe, zeggen en den ken de Serviërs, al verlaten -al w de Min'«ter* van Binnen!andsche Za- vrienden ons, wij blijven onverander. lijk en wijken geen duimbreed. De pers is buitengewoon oorlogszuchtig, Lees eens de „Politika", die o. a. schrijft „Servië heeft tegenover Europa zijn woord gehouden en den vrede niet verbroken, hoewel het dadelijk na de annexatie gemakkelijker ware geweest, de ongeveer 20,000 man ster ke Oostenrijksche bezetting uit Bos nië te verjagen. „Doch Servië is bedrogenEuropa gaat nu zijn woord breken, door te pogen het conflict bij te leggen door een interventie te Belgrado. Doch tegen alle raadgeving in, zal Servië den oorlog beginnen .De economische con cessies mag Europa behouden. De groote mogendheden kunnen tien maal sterkei- zijn dan zij zijn zij hebben uiet het recht Servië te be- leedigen. „Servië daarentegen heeft het recht te eischen, dat de annexatie van Bos. nië en Herzegowina, die slechts een roof is, ongedaan worde gemaakt. „Servië heeft slechts de keus tus schen de inwilliging van zijn eischen en zijn ondergang." 't ls als krijgstrompet-geschat I Gelukkig is de Servische regeering officieel wat meer ingebonden en minder luidruchtig. Toch is nog een antwoord op de waarschuwing der mogendheden juister gezegd een waarschuwing van Rusland alleen, die evenwel verzonden is, op aan drang der andere mogendheden steeds uitgebleven, 't Eenigste ant woord is, dat Servië in 't geheim doorgaat, om zijn leger te verster ken. 't Lijkt er dus op, dat Servië het toch met alle geweld op een wapen geweld wil laten aankomen. Waar om 't Is buiten elke tegenspraak, dat Servië in een oorlog met de Do- na u-monarchie verpletterd zal wor den een strijd tusschen een reus en een dwergMaar.... Servië zal redeneeren wanneer de lont eerst in 't kruit gestoken is, dan zal het wel een algemeene oorlog worden en is er voor Servië wellicht een. politiek muntje te slaan. Ook verwaenten ze dan den steun der Russen. Zullen de zen hun Slaveunbroeders kunnen zien lijden Men ziet, 't oorlogsgevaar ia nog niet geweken. Vooreerst hangt alles af Yan de houding van Servië. Toch mag men ook wel een oogje op het niet minder OORLOGSZUCHTIGE MONTENEGRO houden. Vorst Nikolaas steeds pochend, eenmaal door den Russi- schen Tsaar „Rusland's eenige vriend" genoemd te zijn, is besigzijn leger te mobiliseeren, en de laatste roebels uit te geven voor een mili taire demonstratie. Hij heeft zijn le ger, dat nog niet zoo groot is als één Oostenrijksche divisie, te Prestan ge mobiliseerd, en houdt daar iederen dag toespraken, oim zijn „soldaten op te wekken tot den strijd voor de Sla vische zaak, die door Rusland zal worden gesteund". Ook zijn minis ters doen aan deze opwekking mede, door anti-Oostenrijkse he redevoerin gen. Nog eens WAT ZAL RUSLAND DOEN, wan neer 't onverhoopt tot een oorlog komt. Frankrijk is ongetwijfeld te gen de Balkan-politiek van Rusland, zoodat Rusland zul moeten kiezen tusschen Frankrijk en Servië. Zooals de zaken nu staan, zal Frankrijk er nooit voor te vinden zijn, om voor Servië mee te doen aan een Euro pees chen. oorlog. De Eclair 't orgaan der Fr ari sche generale staf schrijft o. m. „Na den ongelukkigen Mandejoerij- sc-hen veldtocüt en de slagen die Rus land ontving door de koenheid der revolutionnairen heeft het bevriende en verbonden land slechts één recht te zeggen „ik heb geleefd". Rusland mag zich gelukwenschen, onder de herhaalde slagen van binnen en van buiten in et gestorven te zijn. Zulke ziekten, die een staat tot in zijn tee- derete deelen aantasten, laten slechte een zeer langzaam herstel toe, te meer daar de voor een buitenlandsche actie noodige krachten nog heel ver van bruikbaar zijn. „In plaats dat Rusland zich onbe zonnen met ontijdige betoogingen be zig houdit, waarin het gevaar loopt alles te verliezen wat het nog heeft, kunnen redden, zou het waardiger en met meer bezonnenheid handelen, te overleggen of de tijd er wel gunstig voor ls, om het door den arbeid der Japanners en der brandstichters en moordenaars begonnen werk door een onzinnige onderneming te voleindi gen". De Russen kunnen dit „in de ooren knoopen"v EEN TOESPRAAK VAN KEIZER WILHELM. Weer eenJa, maar 't is nu weer oon officieele, waarvan de tekst eerst door de verantwoordelijke personen gelezen is althans dit veronder stellen we. Wilhelm hield deze rede hij de herdenking van het 100-jarig bestaan van het departement van oor log. Hij zei o. a. „Zwaarder dan ooit heeft in 1808 het juk van den verove raar gedrukt op den verbrokkelden 9t.aat. In dien tijd van diepe verne dering heeft Friédrich Wilhelm III het departement van oorlog in liet leven geroepen. Tot dien tijd had aan het leger een krachtige, eensgezinde leiding, een bestuur ontbroken. He den kan Ik met blijden trots zeggen, dat 't Mijn vertrouwen en dat Mijner verheven voorgangers op den troon, steeds en volkomen gerechtvaardigd heeft. Daarvoor betuig Ik diepbewo gen Mijn Koninklijken dank. Mijn ïilik richt zich hierbij in het bijzon der op Scharnliorst en Von Roon, de eerste de wapensmid der bevrijding van Pruisen, de andere die van Duitschlands eenheiid. Moge de nood lottige tijd, waarin het ministerie van oorlog werd opgericht steeds en ton allen tijde een vermaning blijven om nooit te rusten van den arbeid voor liet vaderland. Dan zal de zegen van den Almachtige ook op den ar beid van het departement van oorlog rusten, dan zal Duitschland uit alle stormen, die de raadsbesluiten van de Voorzienigheid over Duitschland mogen doen losbreken, zegerijk te voorschijn treden. Dat geve God De keizer verleende eeii groot aan tal onderscheidingen; Von Einem, minister van oorlog, kreeg de orde van den Zwarten Adelaar. KONING EDWARD OP REIS. Donderdagmorgen gaat Z. M. naar Biarritz, om daar natuurlijk 't Spaan- sehe koningspaar te ontmoeten. De Fransche vriend, wordt niet verge ten. Edward zal één of twee nachten te Parijs doorbrengen en een samen komst hebben met president Falliè- res, alvorens zijn reis te vervolgen. Dit is de tweede serie beleefdheids bezoeken. Edward reist zoo dit jaar de geheele wereld rond NIEUW TURKIJE. Menigeen heefi zich vermoedelijk wel eens afgevraagd, hoe de houding, die de Turksclie officieren in den jongsten tijd dikwijls tegenover de re geering aannemen, overeen te bren gen is met de militaire discipline. Dat het zoo niet langer kon gaan, vond ook de minister van oorlog. Hij heeft daarom een schrijven gericht aan alle coramandeerende officieren en daarin gewezen op het onbetame lijke van de houding, die vele officie ren aannemen en die strijdig is met de goede orde en de discipline. Hij verbiedt nu den officieren lid te zijn van niet-er kende vereenigingen, uit gezonderd militaire clubs en wijders mogen de heeren niet aan politiek doen, geen vergaderingen bijwonen, geen artikelen in bladen schrijven over dienstzaken, enz. UI dit bericht door de officieren vriendelijk ontvangen zal worden We betwijfelen 't wel. Pas is deze minister van oorlog door de hulp der officieren op zijn zetel gezet (denk aan de betooging der officieren in de Kamer) en nu vaardigt hij dit verbod uit. Zeker zuilen de landsverdedigers denken: „Ondank is 'swereldsloonl" Volgens een telegram uit Rome is DE PAUS ONGESiELD en zijn alle audiënties, die in de laatste dagen zouden plaats hebben. REVOLUTIE IN PERZIë. Te Teller an rijn zeer verontrusten de berichten ontvangen uit Reejt. De revolutionnairen aldaar leggen n.l. op den Russisclien straatweg versterkin gen en mijnen aan om den opmarsch der troepen te verhinderen. Ook iai de hoofdstad laat de toe stand alles to wenschen over. Een groot gedeelte der bevolking heeft zich wederom genoodzaakt gezien be scherming te zoeken bij de buiten landsche gezantscliappen. En de eerst komende dagen zullen mogelijk nieu we ellende brengen, want in procla maties wordt verkondigd, dat binnen eenige dagen bommen in. de stad zul len wonden geworpen. ROOSEVELT'S AFSCHEID. Nadat Taft Donderdag zijn ambt als president der Vereenigde Staten zal hebben aanvaard, zal Roosevelt niet weder naar het Witte Huis terug, koeren, maar zich naar Oysterhay be geven. waar de daar wonende repu blikeinen hem een grootsche ai- echeiidsovatie zullen brengen. Roose velt beeft vroeger verklaard dat hij omstreeks half Maart van New-York naar Napels zou vertrekken, van waar hij zich met een stoomschip van de Duitsche Oost-Afrikalijn naar Mombasa zou begeven. Nu wordt al gezegd, dat de bood schap, waarmee Taft het president schap op het kapitool zal aanvaarden meer dan 50,000 woorden zal tellen, maar geen nieuwe staatkunde zal aankondigen of verrassingen bevat ten. Taft. zal er een zoo spoedig mo gelijke herziening van het tarief in aanbevelen. Stadsnieuws Verbetering. In ons vorig nummer is een zin storende schrijffout geslopen. Er staat namelijk, dat de actie dei vrijzinnig-Hervormden tot het ver krijgen van een predikant der mo derne richting niet zal worden voort gezet. De bedoeling is integendeel, dat met die actie weldegelijk zal worden voortgegaan. Het woordje niet was te veel. Philip Loots. Onze medewerker voor muziek, de heer Philip Loots, is ongesteld ea moet voorloopig thuis blijven, zoodat hij verhinderd is in de eerstvolgende dagen verslag te geven van gehouden concerten. HUISHOUD- EN INDUSTRIE SCHOOL. Alle leerlingen van bovengenoemde school, die gisteren deelnamen aan tiet examen voor de nuttige handwer ken slaagden, t.w.: de dames S. Can tor, A. de Jong, H. Kriege en A. Krijgsman. Jubilé Simon 8. Heden herdacht de heer B. E. Si mons den dag, waarop hij vóór 25 jaar in dienst trad bij de firma S.- Colien, electrische broodbakkerij. De huldiging zal waarschijnlijk eerst la ter plaats hebben. Een huldiging. Naar de „O. H. Ct." meldt is aan den heer rar, Joh. Enschedé, aan wien op zijn aanvraag met 1 Maart eervol ontslag was verleend als voor zitter van de Raden van Beroep voor de Vermogens- en de Personeele Be lasting te Haarlem, welke betrekkin gen door hem van de oprichting dezer Colleges af waren bekleed geworden, een fraai bronzen beeld, voorstellen de „le Devoir" aangeboden door de leden, en plaatsvervangende leden, die de rittingen onder zijn leiding hadden bijgewoond. REDE VAN Jhr. Mr. F. W. VAN STYRUM. Wij vernemen, dat het aftredeaid Kamerlid Jhr. mr. F. W. van Styrum zich bereid verklaard heeft te vol doen aan een later tot hem door de .Vereeniging tot bevordering zijner herkiezing" te richten uitnoodiging om op te treden voor de kiezers in het district Haarlem. „Jacob Kwaet". De beroemde-benijde Wognummera hebben on6 gisterenavond weer eens voor de zooveeleie maal doen genie ten van hun heerlijken zang. Veel ia er over hen geschreven, zoo voor als tegen, doch wij blijven bij onze opinie dat zij onovertroffen in samenzang, zuiverheid en nuanceering zijn. Daar komt bij dat iedere partij met recht genoemd kan worden. B.v. de alten; dat zijn nog eens alten, die ook wer kelijk een altgeluid hebben. Hoeveel vereenigingen zijn er niet, die z.g. alten hebben, maar wat meerendeeLa mezzo-sopranen zijn of zangeressen met zeer kleinen omvang van stem. Bij de Wognummers is dat niet het gevai .Vandaar dat men bij hun pia nissimo's steeds den indruk krijgt, een zeer beschaafd strijkkwartet te hooren of het zachte geluid van een orgel. Wat was b.v. in het voor ge mengd koor bewerkte Panis Angell- cus van César Franck, de begelei ding zacht en zuiver; dacht men soms niet aan een. instrumentale be geleiding met rein gestemde snaren? Hoewel wij niet veel voor dergelij ke arrangementen voelen, moeten wij toch melden, dat èn sopraan-soliste èn liet koor glansrijk de kritieke moei lijkhedeu overwonnen, die In dit werk ruimschoots aanwezig zijn. i Een der schoonste momenten van»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 1