Rubriek voor onza Jeugd.
Kaa oseis
daarop moest blijven meten cm aas
dam gekroond worden.
Aangezien dit idee de goedkeuring
niet kon wegdragen, omdat hierdoor
het spel min of meer uit zijn verband
wordt gebracht, terwijl daartegenover
de „damruet" geen belangrijk voor
deed aanbiedt, ging het weder te loor
en o. L terecht.
De Heariemeche Damclub houdt ha
re bijeen kometen lederen Maandag
avond van 8 tot 12 uur. in de boven
zaal van Café Suiaa®, Smadestraat 19
(ingang naast Café). Damliefhebber»
zijn steeds welkom.
(Doze raadsel® zijn alle ingezonden
door jongen® en meisje®, die „Voor
Onze Jeugd" Lezen. De namen der
kinderen, die mij vóór Doneer dag
morgen goede oplossingen zenden,
worden in het volgend, nummer be
kend gemaakt;.
IEDERE MAAND WORDT ONDER
DE BESTE OPLOSSERS EEN
BOKK IN PRACHTBAND
VERLOOT.
Hierbij wordt gelet op den leeftijd
In vern&nd met het aam-ai oplossin
gen «n op de netheid van bet werk.
Voor de raadsels In de maand Fe
bruari is het boek bij loting ten deel
gevallen aan
LAMBERD1NA VAN DER MBIJ
DE B1E,
die haar prijs Vt oensdagmiddag tua-
schea 12 en 1 uur mag komen halen.
1. (Ingeaonden door Dina van den
Berg-.
Mijn geheel bestaat uit 13 Lettere:
9 8 4 13 6 6 ia een nuttig menscb.
2 10 13 Is een eiland in de Zuider-
•ee.
3 13 is een persoonlijk voornaam
woord.
6 10 7 behoort bij een boerenplaats.
9 10 3 5 1 is een zachte wind.
9 10 11 12 7 ontvangt, ieder graag.
2. (Ingezonden door Gretha Kuyper).
Een houten hut
Een steen-en put.
Een gloeiend hart,
Ra, ra, wat is d-at f
ft (Ingezonden door Wilh. Heijl).
Men vindt mij in schatten, en toch,
als ge goed kijkt zult ge merken, dat
Ik niet bij de rijken, doch bij de ar
men behoor.
4. (Ingezonden door Betsy Bouw
meester).
Ik ben een plant. Onthoofd mij en
Ik ben een bekend persoon uit den
tachtigjarigen oorlog.
5 (Ingezonden door Gil jam Lokerse)
Ik besta uit 10 letters en ben een
land in Europa,
1 2 3 ia een boom
5 6 7 8 i® een Duitach geldstuk
5 6 7 8 9 10 is een eiland in de Zui
derzee.
6 7 is een voertuig
8 6 7 Ls een voertuig
1 6 8 is een deel van het huis
6. (Ingezonden door Jan Souverein).
Zet onder elkaar
een jongensnaam
een jongensnaam
een kleedingstuk
een jongensnaam
een metaalhoudende aard®
een soort berg
De beginletters vormen den naam
van een plaats in Drente.
7. (Ingezonden door Johannes Ei
zinga).
Maak hieruit twee spreekwoorden.
8. (Ingezonden door Beppie Meijer).
Het is geen huis, toch bouwt men
Men eet het niet, toch kauwt men
het;
Als men 't niet kauwt, verbrandt
men bet,
Gij kent het, zeg, hoe noemt men
bet 1
9 (Ingezonden door Dirk Boert).
Mijn eerste en tweede ziet men in
het hui® en op het huls.
Mijn derde en vierde i® een klee
dingstuk.
Wat is mijn geheel
10. (Ingezonden door Johanna Aarts)
Mijn geheel bestaat uit 14 letter®
1 2 3 8 8 9 gebruikt men bij 't eten
5 6 7 is een eiland in de Zuiderzee
4 10 11 12 is een zwemvogel
10 13 14 heeft ieder graag
12 8 9 vindt men Bij de bergen
11. (Ingezonden door Lamberdina
van der Meij de Bie).
Wat leest gij hieruit?
12. (Ingezonden door Johan C. Boa
man).
Zei achter elkaar iets, wat nuttig
is, een klinker, en wat bij een dea
ling overblijft en ge krijgt een stad
in den Balkan.
Kaadseloplossingea
De oplossingen der raadsels van de
vorige week zijn
1. Broek boek
2. Theeservies. Riet het «-» veer
servet.
3. Boeda-Pest
4. Willem
Ida
N aard en
Texel
Eds
Roeunenié
Stavoren
W leringen
Llseistei-u
Keulen
V\ JUS TKRB'WIJK.
6. Prenten
Krenten
Centen
6. oeei u uideabearg
7. Matroos
8. Kanon
9. Leesgezelschap schaap Ga
zelle egel aap haa® aal
10. De kruik gaat zoolang be water
tot zij breekt.
11. Pap. Koek.
12. Llsei.
Goede oplossingen ooCwangeo Tan
Mane Kor® 8.
Annie Sevens 11.
Willem Rozenheek 12.
Nelly eu W iliem W ïüetnsan 9.
Jo en Frans van fcginood 12.
Beppue Meijer 8.
Johannes Eizinga 12
Gezin®. Brandt 10.
G. P. en J. An uk 8
Pieter WalLaarl 12.
N-anne Nauu. 11.
Jan en M. J. Hart 3.
A. Bruijn 10.
Cato Bouke 12.
Tin us Bonke 12.
Dina van uer Meij de Bie 12.
Theo Zandbergen 5.
Nico en Herman Twisteriing 3.
H. Zwart 7.
Pieter Adriaan Zwart 9.
Anitonia Senft 12.
Hendrik van 't Wout 12.
Guurtje Buitere 11.
Johanna Aarts 22.
Ruurtje Aarts 12.
Johannes Veen inga 6.
Liantje Boon 9.
Lucia Voetelink 12.
Dirkje MoLlema 7.
Anna Ploeg 6.
Marie Dolkeniade 10.
Zus Duurema 12.
Ernst Mooie naars 4.
Jan en l&aak Bo« 12.
Grietje Kwantes 12.
Betsy Nieuwenhoven 8*
J. J. van Daalen 8.
Piel en Marie Smit 9.
Aaltje Hüizinga 10 (van d® vorige
week).
Sieuwke Hijner 11.
Nelly Er kelens 12..
Jan Klooe 10.
Nelly en Dina Hoenson 6 (van de
vorige week).
Do-ra van Steen 10.
H. Zwart 5 (van de vorige week).
Pieter A. Zwart 5 (van de vorige
week).
Do-ra van Dam 10.
Annie en Marie v. Zutphen 1L
Maartje Verdel 12.
Wilhelm M. Heijl 12.
Gil jam Lokerse 1L
Willem Hooft 9.
Jo Zuijdiand 9.
Pier Head wei lier 12.
Bels ie Frolich 12.
Trijntje Frolich 12.
Carrie v. Biklerbeek 18.
Anna Sprokkreeff 12.
C. Hartgerink 8.
Lucia Voetelink 12 (van de vorige
week;.
Frans en Jan Ge ij lvoet 8.
Betsy Ploeg 12.
Alida en Cornelia Dillewijn 8.
Aaltje Huizmga 10.
Dina van den Berg 12.
Cato Bonk® 14
Tinu® Bonke 14
Dina van der Meij 4® BI® 14
Nico en Herman TwLsoariing 18
H. Zwart 11
Pieter Adriaan Zwart 18
Antoni® Senft 14
Hendrik van 'i Wout 14
Guurtje Buitere 14
Johanna Aart® 14
Ruurtje Aart® 14
Johannes Veeninga f
Lientje Boon 14
Dirkje MoiLema 13
Fokke MoLlema 12
Anna Ploeg 13
Marie Dolkemade IJ
Zus Duurema 8
Ernst. MooLenaare 6
Jan en Izaak Bos 14
Betsy Nieuwenhoven 8
Piet en Marie Smit 8
Sieuwke Hijner 14
Hendrik van Beerden 14
Nelly en Dina Hoensoti 10 (van de
vorige week)
Dora van Steen 6
H. Zwart 9 tv an de vorigs week)
Pieter A. Zwart 9 (van de vorige
week).
Dora van Dam 14
Annie er- Marle v. Zutphen 18
Maartje Verdei 14
Wilhelm H Heijl 14
GUjam Lokerse 14
Willem Hooft 14
Jo Zuijdiand 13
Pier Hei-dweiller 1®
Betsy Frolich 14
Trijntje Fröllch 14
Ann® Sprokkreeff 14
C Hartgerink 14
Frans en Jan Gei jl voet 8
Alida en Cornelia Ditlewijn 8
Aaltje Huizinga 12
Dina van den Berg 14
WedstrijdinzendJnfen.
Wedstrij di n zend ingeo
van
Francisca Bocag®
Wedstrijd.
Strikvragen.
(Ingezonden door Cato Bakker).
1. Wat wordt juffrouw Punt, als
ze naax Engeland gaat?
2. Wat ia het verschil tusschen
2 maai 2 is 4 en zuurkool
3. Waarom is rivier vrouwelijk?
4. Hoe lang is een aal
5. Waarom stapt een haan over
het wagenspoor heen
6. WaA ia liet verschil tusschen een
rijtuig en een bos brandnetels?
7. Welk dier is liet sterkst?
8. Hoeveel haringen gaan er in een
ton
9. Iemand heeft 1 en 1/2 dozijn kin
deren Hoeveel heeft hij er dan
10. De helft van 12 is 7. Hoe kan
dat
11. Wat ia een bakker, die al xijn
brood verkocht heeft?
12. Als men liet A B C ten eten
vraagt, komen de 6 laatste let
ters altijd te Laat. Waarom?
Begraven rivieren
(Oplossingen).
1. Isar, Arno
2. Eibro
3. Oder
4. Tweed, Roer
5 VV olga
6. Main, Roer
Begraven plaatsen.
1. Assen, Aken
2. Den Helder
3. lloenderloo
4. Glimmen
5. Soest
6. Luik
7. Namen
8. Mainz
Goede antwoorden ontvangen van
Willem Rozenheek 14
Jo en Frank van Eg-mond 14
Beppie Meijer 13
Johannos Eizinga 14
Gesina Brandt 13
G., P. en J. Arink 13
Pieter Wallaart 14
Nanne Nauta 14
Jan en H. J. Hart 14
A. Bruijn 8
Nu krijgen Jullie d-ez-en keer eens
een wedstrijd, zooals je er geloof ik,
nog nooit een gehad hebt. Het i® een
WOORDENWEDSTRIJD.
Maar nu geef ik jullie geen
woord op, om andere woorden van te
maken, maar je moet self woorden
bedenken, waarvan je de lettere kunt
verwisselen of omdraaien, zoó dat je
weer een nieuw woord krijgt, met
precies dezelfde en evenveel lettere.
Ik zal je maar eens een paar voor
beelden geven
le. Woorden, die geheel omgekeerd
kunnen worden, en dan hetzelfde
blijven, bijv. pap, lepei.
2e. Woorden, die omgekeerd kun
nen worden en dan iel® andera be-
teekenen, bijv.: tak kat; krab bark.
3a. Woorden, waarvan de volgorde
der lettere veranderd, of eemge let
ters verwisseld wordeu, bijv. soep
poes; beelden bedelen; boer Ehro.
Nu krijg ik dus drie rijen woor
den van jullie. Maar denk er aan:
het moeten goede Nederlandse he
woorden zijn. Achternamen mogen
niet gebruikt worden, maar wel jon
gens- en meisjesnamen en aardrijks
kundige namen.
Het werk wordt verdeeld in twee
afdeelingen, éên voor Jongens en
meisjes van elf jaar en Jonger en één
voor jongens en meisjes van 12 jaar
en ouder.
In de 1ste afdeeling is de 1ste prijs:
EEN TOOVERLANTAARN
of
EEN PAAR SCHAATSEN.
En de 2de prijs:
EEN STOOMMACHINE,
of
EEN DRUKPERSJE.
Terwijl nog twee premie®, n.l:
BOEKEN IN PRACHTBAND,
gegeven worden.
In de 2de afdeeling is de eerste
prijs:
EEN KLOKJE,
of
EEN PAAR SCHAATSEN,
en de 2de prijs,
EEN VOETBAL
of
EEN SCHRIJFPORTEFEUILLE.
Ook hier worden twee BOEKEN in
PRACHTBAND als premie gegeven.
Let nu nog goed op de volgende vier
dingen:
I. Alle inzendingen moeten duide
lijk voorzien zijn van naam, leeftijd
en adres van den inzender.
II. Bij iedere inzending moet ver
meld zijn, of het werk m«t ol ton
der hulp gemaakt is.
III Slordigofonduidelijk
werk wordt onmiddellijk ter zijde
gelegd.
IV. Alle inzendingen moeten aan
mijn adres: Wagenweg 88. bezorgd
zijn vóór of op 17 Maart 1909.
Prins Rollo.
Een sprookje door Johan C. Bosman.
(Vervolg).
Boven zijn hoofd dreef het on weder
af. De lucht werd helder en het maan
tje en de sterretjes sprankelden
haar zilverlicht over de loofdaken der
wering in boomen, waaronder prins
Rollo sliep. En weer droomde hij,
maar het was een droom, die op het
vrundelijke nachtlicht v&n maan en
sterren geleek. Het was een heerlijke
dag-, een dag vol zonnegoud, zooal®
het prachtige Oosten er zooveel heeft
ais de regentijd voorbij ie.
Daar was het voor hem ai® kwam
uit het gouden zonlicht An ami k®, de
hoofdstad van zijn grootvader*® rijï,
bij kleine de el en tegelijk geheel te
voorschijn. Ja, ja, daar waren de
groots koperen daken der hooge koe
peltempels. Wat schitterde dat ko
per I
Uit den voorkant der stralen zag
hij nu de rivier, die voorbii de stad
stioomde, langzaam, heel langzaam
ln het volle daglicht komen. Daar
was ook de „Brug der Overwinning",
waarop het standbeeld van den
stamvader van zijn geslacht prijkte.
Hoe mooi, hoe vredig lag die stad
daar
Een zoet gefluister kwam uit den
kindermond, die door eein zacht glim
lachje zoo vriendelijk geplooid wa®,
en het klonk
„Wat zijt ,glj schoon, Anamika
stad mijner vaderen, wat zijt gij
schoon 1 Wat ls hij gelukkig, die ln
vrede over u regeeren kan
Stil uit de lichtstralen der zon komt
op de Brug der Overwinning een op
tocht te voorschijn. Soldaten met
blinkende wapenen en ontplooide
vaandels treden statig voort tusschen
de menigte, die vroolijk met doeken
en handen wuift naar een kloek en
prachtig- gekleed ridder. Maar hoor,
wat roept, wat jubelt men
„Lane leve prins Rollo, lang leve
orln? Ivo
Er komt een traan uit het oog van
het slapende kind De zoete glim
lach drijft van ziin aangezicht wee,
als het licht der zon langs het veld
a's eene wolk vonrhii het zonlicht
driift en droevig klinkt het
„Arh, neen. dm niet Rollo, de
zwakke dwerg Dat fc, andere....
oei- gelukkige B<»llo 1"
De traan rolt weg. Weer komt de
glimlach.
„Leve prins Rolin en prins Ivo 1"
hoort hii en de vreugde doet hem
ontwaken.
Het was alweer niet meer geweest
dan een droom En intusschen wn«
het datr geworden Door den sJaap
versterkt staat kleine Rollo op en
wil den heuve' afdalen. Maar zie. de
irrorui ligrt bezaaid met riipe vijgen
en heerlijke bananen, des nachts
door den wind afgeworpen.
Hfl raapt er eeniee op en gaat ze
in zilne slaapplaats zitten opeten.
Ziin honeer I« voorbij. In de heek
tasrht hii zün dorst met het kristal
heldere water dat over blanke berg-
stp-nen huppelt
Nu heeft ïuj kracht om verder te
gaan. En ja, moed ook. Nog nooit
heeft hij zich zoo sterk gevoeld, ais
dezen morgen. Wie weet, misschien
was hij wel wat gegroeid ook
Daar hoort hij iemand naderen.
Hei i» ©en hinkend soldaat, die groot
en sterk is, als een van de lijfwacht
zijns grootvaders.
„Hebt gij u bezeerd, dat gij zoo
hinkt vroeg hij vriendelijk.
„Het mocht wat", pruttelde de sol
daat „Terwijl ik in taen gras lag,
hoeft eeue roode mier mij Ln don
giooten teen van deu rechtervoet ge
stoken. Die teen Ls vreeselijk ge
zwollen en ik kan van de pijn haast
niet voort."
„Ga dan zitten", zegt Rollo. „Geef
mij uw zakdoek, dan zal ik dien met
koud water uit de beek bevochtigen
en om den voet winden 1"
De soldaat gaat zitten en Rollo
doet, wat hij gezegd heeft. Hij geeft
bent ook een paar bananen en vijgen.
„Gij zijt zeker een Hernelkind",
zegt de soldaat, „en als gij dait niet
zijt, dat de goede God u dan zegene
voor zooveel vriendelijkheid I"
Rollo gaat verder en heeft een ge
voel, alsof er daar binnen in zijn
hart een vogeltje het lied zingt van
een gelukkig Hernelkind.
Weer nadert hem een kreupele. Ook
aeze is een groot, sterk man. Hij
doet hem dezelfde vraag als aan den
soldaat, en krijgt ten antwoord
„Om kousen en schoenen te sparen
liep ik hiootsvoets eii kreeg een klein
doorntje in deu voetzool. Ongelukkig
kau ik bet niet vmden en nu moet
ik naax- de stad om hei er door een
heelmeester te laten uithalen. Maar
ach. de voet zwelt op. Hoe kom ik in
de staa
„Wei, arme man, ga zitten Laat
mtj uw voet zien. Misschien vind ik
hst doorntje en kan ik het er uit
halen."
De man doet dat en Rollo is zoo
gelukkig het doorntje te vinden, en
het met de punt van zijn stopnaaid
uit te haien. Ook om dezen voet doet
hij een doek, doornat van ijskoud
beekwater.
„C/, gij zijt zekei een levend ge
worden engeltje van ons kerkorgel",
zegt de man, „en als gij geen engelen-
kind zijt, dat de goede God u dan
zegene I"
Beiden gaan weer hun wég en wel
dra komt Rollo een reus van een
man tegen, die akelig kermend op
handen en voeten voortkruipt. De
zelfde vraag wordt door Rollo ge
daan als de beide vorige keeren.
„Ach'zeide nu de man, „ik ging
op den weg wat rusten, maar zette
mij op een wezeltje. Het kleine dier
wist mij te ontkomen maar beet uit
wraak mijne hieLspier door, en nu
heeft het lichaam zijn steun verloren,
er is bloedvergiftiging bijgekomen en
k kan niet verder loopen."
„0 hoe graag zou ik u genezen",
antwoordde Hollo, „maar dat kan
ik niet 1"
„Er is geen genezen aan, lief kind
Maar een dienst bewijzen kunt gij
mij toch
„Gaarne I"
„Ik moet sterven. Binnen een uur
misschien leef ik niet meer. Kunt gij
binden
„Ja, ik leerde dat f"
„Blij'f dnn bij me, en bid voor mij,
als ik sterf
Rollo deed dat en zijn zacht stem
metje klonk als de zachtste toon van
het orgel.
De ruwe man werd er week van.
en de hand van het kind grijpend,
zei hij
„lk wil u vertellen, wat ik onlangs
te weten kwam. Hier wel twintig
wetkreizen vandaan ligt in het ge
bergte een groot kasteel, dat be
woond is door ruwe dienaars van
prins Erno, die daar zijn broeder,
den kroonprins Ivo in een onder-
aardscben kerker gevangen houdt,
om zoodoende zelf eenmaal koning
te worden. Ik was nu op weg naar
Anamika, om het koning Ottomar
mede te deel en, die mij zeker rijk be
loond zou hebben. Maar nu sterf ik
hier en de arme kroonprins komt
misschien nooit vrij. Gij weet bet nu.
Doe i uw voordeel msd® 1 De goede
God zegen® u I V-v-aai^w-w-el r
De man was dood tra diep Terela»
gen stond prins Rollo bij den dood®
•q bij vroeg zich af
„Wat moet ik doen F*
Hij besloot eerst het bergkasteel op
te zoeken, en als hij het gevonden
had, zou hij naar Anamika weder-
keeren wie weet of grootvader dan
niet vriendelijk voor hem werd. Hij
ging voort en kwam tegen den
avond bij eene blokhut, waarvan de
deur open stond en Rollo zag een
man. Hij was forech en scheen sterk
en had een breedgeranden hoed op
het hoofd en groote laarzen aan de
beenen. Hij stond met de rechterhand
aan den zwaren baard en was blijk
baar in gedachten.
Rollo keek bijna weenend van ver
driet dien sterken man aan en toen
deze hem zag, klonk bet ruw, maar
niet onvriendelijk
„Waarom kijk je mij zoo aan,
ventje
„ik ben jaloersch op u, dat gij zoo
gi oot en sterk zijt en, ach, lk ben
zoo klein en zwak.'1
„Dat ben je, maar toen ik veertien
jaar oud was, was ik net zoo'n pop
petje als jij du bent. Mijne oudere
waren dood en grootmoeder vertroe
telde mij met warme kleertjes en
vuurtjes en lekkere, flauwe kostjes.
Toer grootmoeder stierf, wilde ik
een oom opzoeken, die aan de andere
zijde van dit wilde woud woont. Ik
verdwaalde en dacht, dat een wurmp
je als ik was. nu wel gauw dood zou
zijn. want ik moest buiten slapen en
had niets te drinken dan helder wa
ter en niets te eten dan wild, vijgen
en bananen. Maar ik stierf niet en
werd integendeel gezond en krachtig.
Ik groeide op en moest van dieren-
huider telkens nieuwe kleeren ma
ken. omdat de oude te klein waren.
Ik bouwde mij nu deze hut en be
waarde voor een aardigheid al mijn
kleeren Kom binnen en trek een van
mijn oude Dakken aan er is er vast
eon bij dat u past en dat beter is
dan de verscheurde kleeren, die gij
aan hebt. Maar ls er in het land,
waaruit gij komt, geen water Je
bent erg vuil."
(Slot volgt).
Brievenbus
Brieven, aan de Redactie van de
KuuleraJdeeling moeten gezonden
wordeu aan Mevr. V ENEMAVAN
LKJUit.N. Vv ageuweg 88, Haarlem.
ANNIE S. lk herinner me wel,
de naam vu.n je zusje vroeger ook wel
gez«u us liebben. Waar is ze op kuet-
schooi? Doe je nu voortaan geregeld
mee?
JU «n FRANS v. E. Neen, zelf
gemaaid wu® net niet; maar neb je
het woord nooit als scheldwoord hoo-
rou gebru.ken? Hoeft Frans die brief
zoo prachtig zonder fouten geschre
ven on van wie e die schrijfmachine?
Hel was keurig, hoorl
BEPPIE M W at aardig, dat de
kLe.utjes ai zoo flink worden, hé!
Maar zitum doen ze toch zeaer nog
lang uietl jid je liet nieuwe buis nog
altijd prettig?
NANNE N. Heb je al weer een
mooi raadsel bedacht? Stuur het dan
maar, hoorl Vind je dit boek ook weer
moot?
JAN en M. J. H. Feliciteer je zus-
Je maar voor me! Ik hoop dat jullie
een heel plezierige dag zult hebben.
Wat moet je daar den geheelen dag
doen. Jan/ En hoe laat ben je des-
nnddags vrij?
TIN US B. Ik zal je boodschap
overbrengen, Tinus! Wat jammer van
de muis, hè? Zou hij wei lucht ge
noeg gehad hebben? Leeft je hagedis
altijd nog? Je nieuwe raadsel is best
en dat van Cato ook. Ja, voetbal spe
len doe je natuurlijk graag. Daar
houden geloof ik alle jongens van en
je kunt daar bij jou in de buurt ook
dikwijl® wedstrijden zien. Ga je dan
altijd kijken?
DINA v. d. M. d. B. De begraven
speelgoederen wil ik wel plaatsen,
maar de rebus kan niet gemakkelijk
goed gedrukt worden. Als je er een
met lettere, cijfers, punten of streep
jes maakt, kan het wel.
NICO eu HERMAN T. Wel, Her
man, ben jij jarig geweest Ln dien
tijdl Nu, dat zal een heel feest ge
weest zijn, hoorl Voel je je met oud,
nu al zeven jaarl Waaneer schrijf je
me nu eens een brief, of schrijf je nog
met met potlood? Nico begint ai zul
ke keurige brieven te schrijvenl Ik ge
loof, dat jij goed vooruit gaat, is het
met?
HENDRIK v. 't W. Zoo. ben Jij
ook al in een voetbalclub? En waar
;-pelen jullie meestal en wat ben jij
dan? Kan je nog al hard loopen eu
goed m kken? Het nieuwe raadsel is
wel goed, maar van dat soort houden
de meeste kinderen met erg.
RUURTJE A. Ja, je hebt nu nog
wel even den tijd, maar wacht toch
maar niet tol het nippertje, want dan
kan er zoo licht nog iets in den weg
komen. Ja, ze waren dezen keer wel
iet® gemakkelijker.
JOHANNES V. Kom dan maar
eens op een Woensdagmiddag tus
schen 1 en 2 uur.
LIENTJE B. Het eerste raadsel
dat je inzendt i® er al eemge malen
geweest en plaat® ik dus maar niet
weer. De strikvragen zijn best. Ja, lk
verlang «r ook naar, dat het weer
mooi wordt, maar met de sneeuw zal
h®t nu ook w®i gauw afgeioopen zijp.
ANNA P. Ik ben bang, dat >e hst
boek dan aan een ander hul® ge-*
bracht hebt. Kan je Je niet vergissen?
Zoek met de schoonmaak nog maaf,
eausl Kom Je nu weer geregeld met
on® mee doen? Hel nieuwe raadsel li
goed.
ZUS D. Had Je de begraven rt-%
vieren vergeten op te schrijven, of
vond Je ze zoo moeilijk dezen keer? Ik
ben van jou niet gewend, dat er zoo
veel ontbreekt. Dat stukje van die
tandarts lijkt me ook erg aardig. I®
het duidelijk te verstaan?
ERNST M. Alt je een nieuw
raadsel inzendt, moet je altijd het
antwoord er bij zetten. Stuur het nu
nog maar.
MARIE A. Ik plaats zoo'n versje al
leen maar als je het zelf gemaakt
hebt. Dit dus niet, maar ik vind het
anders wel heel aardig. Kom maar
een® op een Woensdagmiddag tus
schen 1 en 2 uur. Heb je al veel boe
ken gelezen? De nieuwe raadsels zijn
goed.
DINA v. d. B. Je nieuwe raadsel*
zijn goed. Je hebt het verhaaltje
flink na verteld. Kun je Je ook herin
neren uit welk boek, of van welken
schrijver het oorspronkelijk is? Zend
je mij het andere verhaaltje nu ook
nog? En heb je dat uit je zelf bedacht?
BETSY en TRIJNTJE F. De n eu-
we raadsels zijn goed. Naar welke
kookschool ga je en hoe dikwijls in
de week moet je er heen? Je vind het
zeker erg prettig!
BETSY P. Ga Je voortaan gere
geld meedoen, Betsy? Ik heb jullie
namen ook al zoo dikwijls in de ru
briek gezien, dat ik het geen wonder
vm nu ook de raadsels van jou te
krijgen. Waarmee heeft Jo het zoo
druk?
AALTJE H Ja. het vorige bref-
jo s nog wel terecht gekomen, maar
te laat. Je hebt nu beter opgepast.
JAN en IZAAK B. Jullie raad
sels zijn goed. en het srtukje, dat je
I inzendt, zal ik ook plaatsen. Heb je
I dat alleen gemaakt, of ergens gevon-
j den? Ik merk wel, dat jullie een paar
j trouwe vriendjes van „De Zaterdag-
avond" zijn. Ik vind het altijd prettig,
j als ik weer eens iets nieuws inge
stuurd krijg.
JAN J. v. D. 't Is wel aardig, als
Je zoo op eens een vrije dag hebt. hè?
Z:t jij het volgend Jaar aJ in de hoog
ste klasse en zou Anna er door ko
men, denk Je? Welke vakken vind je
het prettigst?
NELLY v. d M. Ja, *t is best als
je mee doet. Je vraag begrijp ik met
heel goed, maar de woorden, die je
opnoemt zijn goed en hooren in de 3e
rij, want de oe bestaat uit twee Let
ters.
DORA v D. De nieuwe raadsels
zijn goed. Wat voor examen moet je
doen en vind Je Fransch noga! pret
tig? Hoe lang heb je er al les in?
ANNIE en MARIE v. Z. Nu. ik
ben wel blij, dat die sneeuw maar
weer weg is. Hebben jullie sneeuwge-
vechten gehouden?
WILHELM M. H. Gelukkig, dat
je weer beter bent, hè? Hoofdpijn is
niet prettig. Ik zal Je boodschap over
brengen.
GILJAM L. 't Nieuwe raadsel is
goed. Ik vind, dat jij 't al erg druk
hebt. hoor! En vader is zeker heel
blij. dat hij al zoo'n flinke jongen
heeft!
JO Z. Ja, dat zou haast niet meer
uit te zoeken zijn. Laat ze in 't ver
volg maar goed om haar naam den
ken Hoe lang ben Je nu al op de in
dustrieschool?
Marie K., Willem R., Nelly en Wil
lem W., H. 7\v., Antonia S., Guurtje
J. B., Fokke M., Frnnc'soa B„ Marie
D., Betsie N„ Lieuwke Hijner, Maar
tje V., Willem H.t Anna S., C. H., Lu
cia V.: De nieuwe raadsels zijn goed.
Marie K„ Johannes V., Nelly E.,
Corry v. B., Wilhelmina B., Petro-
nella A. v. H Het is best, als jullie
ook mee doen.
Mevr VENEMA—v. DOORN.
6 Maart 1909.
EEN BRIEF AAN DEN KEIZER.
Een jongen in het dorpje Hechingen
in Hohenzollern heeft aan den keizer
een brief geschreven van den volgen
den inhoud
„Hooggeachte Heer Keizer t Reeds
dil wtjls heb ik op school gehoord van
i uw goedheid en vriendelijkheid, en
dit geeft mij den moed, om mij tot u
te wenden. Ik zou namelijk graag
onderwijzer worden. Maar mijn moe
der is weduwe en heeft nog negen
andere kinderen deu kost te ge\en.
Drie daarvan dienen als keukenmeid
en die willen mij van haar loon laten
j leeren. Maar dat is bij lange na niet
genoeg. Daarom verzoek ik u, hoog
geachte heer Keizer, mij te helpen,
dat lk onderwijzer kan w orden. ees
met de andere Hohenzollerns harte
lijk gegroet van uw toegenegen
N. N."
Acht dagen, nadat d« brief op d«
post gedaan was, kreeg de Jongen 150
mark als bijdrage ln zijn studiekos
ten.
i