HAARLEM'S DAGBLAD. TWEESS»^.
In stormachtige Tijden.
Stadsnieuws
FEUILLETON
B. en W. en de Eermie.
Gelijk men weet 2ijn er bij
Raad adressen ingediend ter afschaf
fing van de kermis. Daartoe strekten
do adreseen van de Vereeniging ter
behiartilglng der belangen van jonge
[meisjes, de afdeeling Haarlem Van de
Nationale Christen- Geheel-onthon-
doravereenigingde kei-kermden vian
de Geraf or mee rde kerk A. B. en G.,
<le Vereeniglmg Christelijk Tehuis
Voor militairen, de Vereeniging ter
verbreiding der waarheid, denkerke-
raad der Evang. Lutih. gemeente, den
bij zonderen kerkeraad der Herv.
gomeeaute, de afd. Haarlem Vah den
Ned. Christ. Gdheel-onthoudersbond,
de Stads Evangelisatie „Jeru&l", de
Haarl, Jongeüngsvereeniging Pxed.
12, vers la, de St Martha, vereent
gtrvg lot bescherming van meisjes, en
82 neringdoenden.
De Vereeniging van kermisreizigers
i(Ons Belang" zond een adres om
voor het benoud der kermis te plei
ten.
B. en W. brengen in herinnering
dat door den Raad laatstelijk op 6
Februari 1901 een beslissing genomen
Is. Toen is door B. en W. breedvoerig
t voor en tegen der kermis aangege
ven, zoodat zij üoo'n uiteenzetting
thans overbodig achten. Opdat de
Raad evenwel over alle gegevens zal
kunnen» beschikken, leggen B. eai W.
de rapporten van den commissaris
van politie en de schriftelijk kenbaar
gemaakte meeningen van den hoofd
inspecteur, den adjunct-hoofdinspec.
leur en de inspecteurs van politie
over.
Omtrent het uit te brengen advies
bestond in het college van B. en W.
geen eenstemmigheid. De meerder
heid was van meening, dat een deel
Van de adressanten nl. de Raden
van de Gereformeerde Kerken Haar
lem A B en C, die van de Evang. Ge
meente, en de Bijzondere Kerkeraod
der Ned. Hervormde Gemeente in
hun verzoek niet-ontvaukelijk moes
ten worden verklaard met het oog op
art. 8, 4e lid, der Grondwet; het èl-
of niet-voorbbestaan van de kermis
werd door de meerderheid geacht
niet een onderwerp te zijn dat tot
den bepaalden werkkring dier
Kerken behoorde.
Die meerderheid was voorts van
oordeel, dat het nemen van een be-
êluiit tot afschaffing van de kermis
niet noodig en ook niet wenschelijk
was, waarom zij wilde adviseetren op
verzoeken van de overige adres
santen afwijzend te beschikken en
daarvan mededeeling te doen aan
den adressant Joh. Coppejans
Bijlagen F en Z, als houdende
slechts betuiging van instemming,
kunnen voor kennisgeving worden
aangenomen.
De minderheid in het College van
B. en W. daarentegen zou gaarne
zien, dat door den Raad tol afschaf
fing'van de kermig werd besloten, met
bepaling evenwel (in verband met de
samenstelling van de begrooting voor
1909), dat het besluit eerst in werking
zou treden op 1 Augustus 1910.
HET ADVIES VAN B. EN W.
Derhalve stellen B. en W. voor
De Raden der Gereformeerde Ker
ken Haarlem A, B en C, dien van de
Evangelisch-Luthersche Gemeente en
den Bijzonderen Kerkeraad der Ne-
derduitech-Hervormde Gemeente, in
gevolge art. 8, 4e lid der Grondwet
niet-ontvankelijk te verklaren in hun
verzoek om afschaffing van de kermis
of jaarmarkt in deze gemeente;
Het adres van bet Bestuur van de
Evangelisatie „Jeruël" en dat van
de Afdeeling Haarlem van het Neder-
landsch Werkliedenverbond Patri
monium", aig houdende eene adhae-
sie-betuiging, voor kennisgeving aan
te nemen
Afwijzend te beschikken op de ove
rige verzoekschriften, aan het hoofd
dezes genoemd, voorzoover zij de af
schaffing van de kermis of jaarmarkt
beoogen en
Aan den adressant Joh. Coppejans
te Ddam, hiervorangenoemd, van dit
besluit mededeeling te doen.
DE ADRESSEN TOT AF
SCHAFFING.
Uit de bovenbedoelde adressen otni-
leenen wij:
De Vrouwenbond ter verhoogling
van het zedelijk bewustzijn, afd.
Haarlem en Omstreken protesteeren
Dogniaals met kracht en ernst tegen
de instandhouding der kerm ia ZIJ
vestigen de aandacht op het hooget
verderfelijke van deze verouderde in
stelling. Dronkenschap en zedeloos
heid warden ex in hooge mate, door
in de hand gewerkt, en speciaal het
feit, dat zeer jonge lieden, meisjes en
jongens tusschen 16 en 18 Jaar avond
op avond de kermis opgaan om daar
na den nacht op onbeschrijfelijke wij
ze door te brengen, dient ernstig on
der de oogen te worden gezien. Moe
ders klagen er over dat lij haar doch
ters niet thuis kunnen houden en,
dat de gevolgen van deze bandeloos
heid niet meer zoo als weleer, mat cij
fer» zijn aam te toornen, vindt zijn
oorzaak lm de vele middelen dia het
nieuw malthusianisme biedt: dit
roede zoude op zich zelf een sterk
argument zijn om een einde te ma
ken aan dien tijd van onredelijke ver
leiding en ellende: en dam kunnen er
nog honderden voorbeelden aange
voerd worden van de diepe armoede
en achteruitgang In gezinnen, de na
sleep van die week waarin roekeloos
heid en verkwisting zelfs het nooddg-
sta doet verdwijnen.
In gelijken geest schrijven be stuur
de re se en der Vereeniging ter beharti
ging der belangen van jonge Meisjes,
afd. Haarlem.
De Nationale Christen Geheelont
houders Vereeniging afdeeling Haar
lem, schrijft, dat zij met dankbaar
heid heeft kennis genomen ven het
feit dat het onlangs in den Raad is
uitgesproken dat „de drankduivel is
het ding dat het meest bijdraagt tot
de onzedelijkheid en losbandigheid,
waartegen de gemeente behoort te
strijden;"
dat de waarheid van deze uitspraak
nooit beter gestaafd wordt dam tem
tijde van de Haarlemsche kermis, om
dat er een zeer nauw verband bestaat
tusschen kermis en drank, em een
kermis met verbod van drankverkoop,
spoedig zijm natuurlijken dood zou
.terven;
dat het duidelijk is, dat, waar de
meeste, zoo inlet alle nerimgdoemdjen
meer schade dan voordeel vam de ker
mis hebben en alleen de vergunning
houders de kermisweek hun beste
week van hot jaar noemen, ar dan
ook geen tijd is die zoozeer tot onze
delijkheid en losbandigheid aanlei
ding geeft, ale juist de tijd van de
kermis;
dat dam ook de arbeid der drankbe
strijders een machtigen steun zou
ondervinden, wanneer zij niet tel
kens, wat vaak met gxoote moeite en
geduld bij dranklijders - schijnt ge-
annem te zijn, totaal zagen vernie
tigd soms In één enkelen karmismacht;
dat do Raad toch niet in de mee
ning kan vorkeeren, dat de kermis
eon middel is om in do gemeente
volksopvoeding of volksbeschaving,
volkswelvaart of volksgezondheid aan
to kweeken of om pauperisme en
werkloosheid to bestrijden.
Het Bestuur van do Vereemdging
Christelijk Tehuis voor Militairen te
Haarlem heeft al veel jaren de onder
vinding opgedaan dat do kermistijd
vrijbrief schijnt te geven voor an
zedelijkheid van allerlei aard. En het
is niet omdat ons Bestuur den jon
gen menschen geen genot gunt, maar
juist omdat het een hooger genot
gunt, dat het dit verzoek doek De
mensch staat naar zijn oordeel te
hoog dan dat hem genietingen bereid
mogen worden als iedere kermistijd
schenkt.
Het bestuur van de afd. Haarlem
van den Ned. Christ. Geheel önthou-
dersbond verheugt zich over de indie
ning van verzoekschriften om af
schaffing van de kermis. Zij acht het
overbodig, bij de in de bedoelde re
quester aangegeven gronden en be
weegredenen andere te voegen.
Het bestuur van de Stads Evange
lisatie Jéruël te Haarlem volstaat met
een adhaesiebetuiging, evenals de
voorzitter en secretaris der Haarlem
sche Jon gedingsvereeniging Pred. 12
la.
Het bestuur der St. Martha Veree
niging afdeeling Haarlem der R. K
Centrale vereeniging tot bescherming
van meisjes, oordeelt de kermis een
ontaarding en verbastering van een
volksvermaak, dat op zichzelf on
schuldig zijn kon; maar la werkelijk
heid verlaagd la tot eene opeisbare
aanmoediging en vergoelijking van
drankmisbruik en zedeloosheid.
Dat daar meer en meer het aanko
mend geslacht zich Yen alle banden
van welvoeglijkheid en zedigheid
ontslagen acht; en dat daardoor dan
ook, talloos» Jongelieden zedelijk
ten grond© gaan.
Dot zij van meening is, dat het te
gengaan van zedelijke verwildering
toch ook een voorwerp van nauwlet
tende zorg 1» voor de gestelde, over
heid.
Dat zij van meaning is; dat geheele
afschaffing der jaarlljksche kermis
het ©enig afdoend middel zal zijn te
gen het aangeduide euvel.
P. Hees, Frankenstraat8, en 81 an
deren, alle neringdoenden binnen de
gemeente, geven in hun adres de ver
zekering, dat voor hen de kermis
niets dan schade oplevert door den
veel gerdugeren omzet hunner artike
len, en door veler nalatigheid in het
betalen tijdens en na de kermis
dat zij daarom verzoeken, fai bet be
lang van vele handeldrijvende bur
gers van Haarlem, over te willen
gaan. tot de afschaffing der kermis.
De Kerkeraad der Gereformeerde
Kerk (A) Ged. Oude Gracht, acht zich
geroepen, behalve tot hetgeen meer
onmiddellijk tot zijn taak behoort,
ook naar zijn vermogen te waken
voor de zedelijke belangen van onze
stad en hare inwoners en te getuigen
tegen alles wat die belangen zou kun
nen schaden;
dat dit laatste naar zijn overtuiging
i hooge mate geschiedt door de
kermis, die hier nog elk jaar gehou
den wordt;
dat het toch vaststaat dat deze tot
allerlei uitspattingen aanleiding geeft
en dientengevolge ellende brengt over
vele personen en gezinnen, zoowel in
zedelijk als in stoffelijk opzicht;
dat hij van meaning is, dat de over
heid door dergelijke gelegenheden toe
te laten en te bevorderen mede-ver
antwoordelijk is voor het kwaad dat
daaruit voortvloeit.
In gelijken zin adresseert de ker
keraad der gereformeerds kerk van
Haarlem C.
De Vereeniging ter Verbreiding der
Waarheid te Haarlem grondt haar
verzoek o.m. in de steeds toenemende
bandeloosheid van het opkomend ge
slacht, wier optreden in onze stad
steeds ruwer en ergelijker wordt an
die zich in het geheim, zoowel ook
openbaar door en ten tijde der Ker
mis het heftigst openbaart.
De Kerkeraad der Evangelisch-Lu
thersche gemeente te Haarlem oor
deelt, dat de financieel© voordeeien
van enkelen niet opwegen tegen de
moreel© nradeelen, in de kermistijd
aan vele gezinnen berokkend. Gele
genheden tot ontspanning zijn er het
;ansche jaar door voor oud en jong:
ook van 't ontnemen van gepaste
vreugde is dus geen sprake.
Ais Bestuurder van een Kerkge
nootschap laat de Kerkeraad alle an
dere dan redelijk-godsdienstige mo-
.ieven buiten beschouwing.
De Bijzondere kerkeraad der Ned.
Herv. Gemeente te Haarlem, meent,
dat door afschaffing der kermis veleai
.uilen worden verblijd en dat daar
door mede de openbare en heimelijke
tuchteloosheid zal warden beperkt
Ook de kerkeraad der Gereformeer
de kerk te Haarlem, B., afdeeling
Klein Heiligland wijst o.m. op de
toenemende bandeloosheid der aanko
mende jongelinschap, wier optreden
in onze stad bij toeneming ruw en er
gerlijk is.
EEN ADRES TOT BEHOUD.
Joh an Coppejans te Edam schrijft
in zijn kwaliteit van Secret, van den
Nederl. Bond van Kermisvakgenooten
„Ons Belang", dat hij met leedwezen
heeft kennis genomen, dat adressen
zijn ingekomen met verzoek de jaar-
lijksche kermis te willen afschaffen.
Omtrent de aanleiding tot losbandig
heid en onzedelijkheid merkt hij op,
dat in de 51 weken buiten die der ker-
Naar het Engelsch, door
Barones Orczy.
20)
Waarom Wat ter wereld hadt
je hem te vertellen
Het meisje, dat zoo weinig gewoon
was aan leugens, had bijna onwille
keurig de waarheid laten hooren.
Ik dacht, dat hij mij kon hel
peen daar ik heel ongerust en ter
neergeslagen was.
Ging je dan eerder naar hem,
dan naar mij zei Déroulède op
een toon van zacht verwijt, en nog
voibaasd over deze eigenaardige op
welling van den kant van dit meisje,
dat gewoonlijk zoo verlegen en te
ruggetrokken was.
Ik maakte mij ongerust over u,
en u zou er mij om bespot hebben.
Ik spot toch immers nooit met
!e, Anne-Mie Maar waarom zou jij
e ongerust maken over mij
Omdat ik u blindelings zie loo-
pen op den rand van een groot ge
vaar, en omdat ik zie, dat u vertrou
wen stelt in menschen, die u liever
moest wantrouwen.
Hij fronste even de wenkbrauwen,
en beet zich op de lippen om een ruw
woord te onderdrukken, dat hem op
de tong kwam.
Is Sir Percy Blakeney een van
de menschen, die ik liever moest
wantrouwen zeti hij luchtig.
Neen, antwoordde zij kortaf.
Dan is er geen reden om je on
gerust te maken, lieve. Hij is de eené-
ge van mijn vrienden, dien je nooit
intiem gekend hebt. Alle anderen die
om mij heen zijn, weet je, dat je
kunt vertrouwen en liefhebben, voeg
de hij er ernstig en veel beteeken end
aan toe
Hij nam haar hand zij beefde
duidelijk van onderdrukte aandoe
ning. Zij wist, dat hij had geraden,
wat er in haar geest had plaats ge
had, en nu schaamde zij zich diep
over hetgeen zij gedaan had.
Zij was de laatste drie weken he
vig door jaloezie gekweld, maar zij
had tea minste geheel alleen gele
den niemand was het vergund ge
weest haar wond aan te raken, die
vaker spot dan medelijden opwekt.
En nu kenden door haar eigen
schuld twee mannen haar geheim.
Allebei waren vriendelijk en sym
pathiek, maar Déroulède maakte
haar verwijten an Blakeney was niet
in staat haar te helpen.
Zoo kwam zij er toe haar eigen
doden te ontleden. In een oogenblik
was zij z'ch bewust hoe kleingeestig
en laag haar gedachten, hoe doel
loos haar daden waren geweest. Op
dit oogenblik zou zij haar leven ge
geven hebben om Déroulède de over
tuiging van haar eigen jaloezie te
ontnemenzij hoopte, da/t hij ten
minste haar liefde niet geraden had.
Zij trachtte zijn gedachten te door
gronden, maar even verlicht, door de
kaarsen in de kamer van Déroulède
aan den anderen kant, kon zij de
uitdrukking van zijn gelaat niet zien,
maar de hand, die hij haar toestak,
was warm en hartelijk.
Zij voelde, dat zij medelijden had
opgewekt en bloosde bij die gedachte
alleen. Met c ?n haastig ..goeden
noch* 9n«lde zij de gang langs en
slool zichzelf eindelijk alleen met
haar eigen gedachten in haar ka
mer op
HOOFDSTUK X.
Aanklacht.
En Juliette
Hoe hield zich deze wflde, harts
tochtelijke, romantische natuur, die
zoo heftig In tweestrijd met zichzelf
was gebracht Zij werd door de tegen
strijd! gste gevoelens her- en der
waarts gesleurd. Aan den eenen kant
plicht, traditie, haar overleden broe
der. haar vader, en boven allee den
eed dien zij had afgelegd aan den
andenen kont rechtvaardigheid en
mie voor genoemde men schon teer en-
de neigingen immer» nog gelegenheid
te overblijft „en moet dan nu een boo
overoud gebruik, een feest voor kinde
ren en hunne ouders, welke zich door
hun maatschappelijke positie
hooger genot kunnen veroorloven, en
daarom al reikhalzend uitzien naar
die week, zoo maar in eens worden
afgeschaft?" vraagt schrijver. En gaat
dan vorder: „Dat zou hard zijn voor
genoemden, hard voor vele op zware
lasten zittende neringdoenden, niet
minder hard voor adressant en zijn
vakgenooten, die jaarlijks voor meer
dan, 40.000 monden moéten trachten
liet dagelij ksch brood te vredienen".
Adressant meent dat van hun kant
allee wordt gedaan om de kermis te
©redelen, de politierapporten om
trent de verioopen der kermissen,
lulden gunstiger dan voorheen wel
een be wij» van vooruitgang in zeden.
Naar aanleiding van bet aange
voerde verzoekt adressant afwijzend
op de adressen te willen beschikken.
B. en W. hebben bij de Politie-au-
toriteiten tallohtagen ingewonnen.
HET ADVIES VAN DEN COMMIS
SARIS VAN POLITIE.
De Commissaris, de heer Van Goor,
schrijft naar aanleiding van het adres
an den Vrouwenbond ter verhoog iug
van het zedelijk bewustzijn afdeeling
Haarlem en omstreken, dat aangezien
van voldoende bekendheid kan wor
den geacht de wijze, waarop de ker
mis alhier gevierd wordt, liet hem
niet noodzakelijk is voorgekomen
daarover in den breede uit te weiden
dat hij echter, ten einde het weer
zinwekkende wat een kermis te aan
schouwen geeft, nog duidelijker te
doen uitkomen door den hoofd- en
adjunct-hoofdinspecteur en de Imspec
teurs van politie ieder voor zich eene
nota heeft doen opmaken betreffende
te Haarlemsche kermis.
,De kermis is verouderd en in on
bruik geraakt, schrijft de heer Van
Goor, van hetgeen zij oorspronkelijk
s geweest, Is niets meer overgebleven;
de kennis van thans leidt tot bande
loosheid en onzedelijkheid, de men
schen, die van de kermis genieten
odien van genot sprake kan zijn
zijn in. die dagen schaamteloos los en
ongebonden, velen hunner worden
tijdens de kei-mis ten verderve geleid
en ook verreweg de meeste ingezete
nen, wi«n de kermis geen financieel
oordeel aanbrengt, zijn tegen het lan
ger voortbestaan der kermis gekant
De kermis geeft voorts storing en
onrust in gezinnen van nering doem
den en niét-neringdoenden, in fabrie
ken, werkplaatsen, bedrijven enz.
Vandaar dat dan ook itn onder
scheidene plaatsen, waaronder enkele
groote steden, laatstelijk te Rotter
dam, men het noodig heeft geacht tot
afschaffing van de kermis over te
gaan.
De kermis eischt bijzondere politie-
surveillance, zeer ten nadeele van
andere stadsgedeelten.
Wel is waar zou bij een eventueele
afschaffing der kermis de gemeente
kas do pachtsommen voor standplaat
sen op het kermisterrein moeten der
ven en zou dat bedrag op de belas-
ingbetalenden moeten worden ver
haald, doch het voordeel, dat de ker
mis in dit opzicht oplevert, weegt in
eenen deele op tegen de groote na-
deelen, die zij op zoo velerlei gebied
ten gevolge heeft en mag daarom m.L
zeker ndet gelden als een bezwaar om
tot afschaffing der kermis te geraken.
De motieven, die aan het adres ten
;rondslag liggen, zijn inderdaad
geenszins overdreven en waar een
erouderd gebruik als de kermis de
onzedelijkheid bevordert, een bron is
an allerlei ongerechtigheden en el
lende en armoede veroorzaakt in tal
van gezinnen zonder dat daartegen
over naar mijne bescheiden meeaimg
eemig grondig argument kaïn worden
aangevoerd, hetwelk haar bestaan
wettigt, daar ligt het z. i. op den weg
der Overheid de kermis niet langer
te doen voortbestaan.
Vandaar dat de Commissaris advi
seert om tot afschaffing van de ker
mis te besluiten.
In nadere brieven omtrent de ande
re adressen verwijst de heer Van
Goor naar zijn eerste rapport.
De overgelegd» nota's zijn de voL
gende
DE HOOFDINSPECTEUR VAN Pa
LITIE, de heer J. A. J. NoMheniue,
schrijft
„De kermis ontstaan uit kerkmis
de mis, welke gelezen werd ter inwij.
ding eener kerk en waarvan jaarlijks
op feestelijke wijze gedachtenis werd
gevierd, later ontaard of liever ver
basterd in jaarlljksche volksfeesten
heeft m. i. geen red» van bestaan
meer.
Vroeger had het volk behoeft» om
ten minste eens in het jaar feest te
vieren, daar men gedurende de ove
rige dagen van het jaar bijna geen
openbare feesten of vermakelijkheden
id.
Tegenwoordig is dat anders. Eiken
Zondug, ja bijna eiken dag, zijn er
vermakelijkheden en feesten. Schouw
burg1- en specialiteitenvoorstellingeu,
concerten, vuurwerk, bioscopo-voor-
6 tellingen', luchtbaJopstijgingen, al
lerlei soorten van wedstrijden, de een
nog dolior dan d» ander, uitstapjes
met ti-ein, tram en boot, optochten,
&arc-nade$ enz., enz., te veel om op te
noemen, terwijl het personeel van bij
na elke 'fabriek of werkpiaats, ja zelfs
„de Post", zich de weelde van een
eigen muziekcorps veroorlooft, alle
maal maar om zich te vermaken.
De tegenstanders der kermis hame
ren sleed» op het aambeeld „dron
kenschap" en „onzedelijkheid".
Ontegenzeggelijk wordt er met de
kennis veel sterke drank gebruikt,
komen er mishandelingen en andere
misdrijven voor en wordt er ook on
tucht gepleegd, maar dat heeft b u i-
ten de kermis evengoed plaat», ziet
het getal dronkaard», dat vooral des
Zondags aan het politiebureau wordt
gebracht, het aautal aangiften van
mishandelingen, vernielingen, enz.
en het aantal misdrijven tegen de ze
den terwijl even goed ontucht wordt
gepleegd, alles buiten de kermis om
De Leveranciers van Nieuw Malthu-
siaansche en zoogenaamde geheime"
middelen leven werkelijk niet alleen
van de kermis, evenmin de raadgeef
sters in „geheime" zaken, werksters
met een ei en koffiedik en wat dies
meer zij.
De vóórstanders der kermis beroe
pen er zich op, dat de kermis zoo
minder ruw en slecht is dan vroeger
en een ander er niet roede temaken
heeft, hoe zij feestvieren en het toen
niet aangaat dat een ander de te
genstander van de kermis hun het
ke-r misga not onthoudt.
Die rédeneerlttg gaat m. i. ook
mank. Al saets minder ruwenslechi
dan is het nog niet beschaafd en
goed, inaar blijft ruw en slecht. Het
allerlaatste argument van de- vóór-
standers der kermis is juist mijn ar
gument tegen, de kermis. Duizen
den ingezetenen moeten goedvinden,
niettegenstaande artikel 431 W. v. S.
dat zij tien dagen lang in hun-
nenachtrust worden gestoord
menschen die des morgens vroeg
weer bij de hand moeten zijn. voor
hunne betrekking, beroep of bedrijf,
met de uitoefening waarvan zij in hun
levensonderhoud en dat van hun ge
zinnon moeten voorzien. Niet alleen
die ingezetenen, die bij de kermister
reinen wonen, maar allen in de ge
meente, want overal zijn tapperijen
met een zeer luidruchtig publiek en
uijna overal een joelende, schreeu
wende en tierende menigte op straat
eu nu moeten die ingezetenen maar
goed vinden in hunne nachtrusi ge
stoord te worden, omdat anderen
goedvinden kermis te vieren en dat is
naar mijn meeding niet billijk en bo
vendien als geweiu nieL no onzakelijk,
omdat er buiten de kermis vermake
lijkheden te over zijn, <Le met rust-
veistorend zijm
M. i. behoort de Overheid er voor
te waken, dat door het genot(?) van
den een de rust van den ander niet
wordt gestoord, althans niet onnoo-
dig."
DE ADJUNCT-HOOFDINSPECTEUR,
de heer P. van Dam, schrijft o. m
„Indien men de kermis waarneemt,
op een wijze zooals de politie dat
doet, die van begin tot einde dag en
nacht op haar terreinen aanwezig is
en die de kermis in alle bijzonderhe
den, gadeslaat, zal men overtuigd
zijn, dat de beschrijving van „ker
mis", ziooals die in een onzer woor
denboeken voorkomt, en voorzeker
de kermis daar als van laag gehalte
wordt aangemerkt, zeer juist is.
Want wat is de kermis en wel de
Haarlemsche kermis in den tegen-
woordigen tijd
Jaarlijks op gazetten tijd verzamel
ten zich in de gemeente eon menigte
lieden, die op het daarvoor aangewe
zen terrein hun kramen, teuten, spet?
ten, enz., opslaan om gedurende 8
dagen hun waren te koop aan te bief
den, of hun kunsten of voorwerpotf
aan liet publiek tegen betaling v/"
toon te stellen.
De z.g. kermisreizigers behooreojN
voor een zeer groot gedeelte tot dé"'
laagste klasse der maatschappij, hum'
ne inrichtingen uitgezonderd ew
kelo zijn onooglijk, armoedig en'
vuil, en hetgeen zij vertoonen is
bijna zonder uitzondering zóo nie
tig", dat, indien het publiek te voren'
wist wat er te zien was, nagenoeg
niemand er een cent voor zou uitge
ven. De vertooners doen het echter',
door hun geschreeuw en door hu<
reclame voorkomen alsof hetgeen zij-
te zien geven tot de grootste zeld
zaamheden der wereld behoort en
weten op die wijze het publiek té be
wegen zijne penningen te offeren. Ia"
vele gevallen is hat. bedrog en niet»
anders, al valt dit ook niet onder
de Strafwet.
Des daags wordt de kermis in hoofd--
zaak bezocht door kinderen en bege
leiders, doch tegen 7 uur dee namid
dags begint het publiek op te komen,
in den regel in grooten getaleenspoer
dig daarop ziet men zingend^
schreeuwende en joelende menigten
over het kermisterren hossen" en
springen, opgewonden Hoor drankge
bruik, do akeligste en flauwste liede-
ien(?) zingende of eigenlijk gal
mende.
De lieden, die zich op die wijze op
het kermisterrein bewegen zijn hoofd
zakelijk meiden en jongens van som
tijds 13 en 14, doch meestal van 15 tot
en met 20 h 21 jaren. Zij zijn het,
vooral de mekten, die bijna altijd
oorzaak zijn van ongeregeldheden,
van twisten en vechtpartijen, en zij
zijn het ook, die der politie overlast
veroorzaken.
Onbegrijpelijk is het, hoe oudera
hunne kinderen, maar vooral hun
dochters, avond aan avond tot laat in
den nacht op liet kermisterrein kun
nen doen verblijven in gezelschap
van de ongunstigst bekend staande
individuen .Wat hiervan dan ook de
gevolgen zullen zijn, laat zich gemak
kelijk begrijpen en hetgeen hierom
trent In het onderwerpelijk request is
aangevoerd wil mij toeschijnen in
geenen deele overdreven te zijn.
Voorts treft men des avonds op het
kermisterrein aan menschen behoo-
rende tot den middenstand (burger
stand) en behoorende tot de arbei
dende klasse.
Voor laatstbedoelde categorie is de
kermisweek mede een verderfelijke
tijd. De arbeider» toch geven tijdens
de kermis uitzonderingen daargv
laten veel meer geld uit dan hun
verdiensten hun veruorlooven. In den
egel hebben zij groote gezinnen te
onderhouden en ziet eens in de klei
ne tapperijen op en nabij het kermis,
terrein, en in zoovele tenten, pano
rama's enz., men vindt daar altijd ar
beiders in grooten getale. Zeker zou
den die menschen, indien het geen
kermis was, gelegenheid hebben o*
kunnen vinden hun verdiend loon te
verteren in plaats van aan te wenden
tot instandhouding van hun gezin,
maai' de kermis biedt de verleiding
en is een aanlrekkingspunt, en velen
van hen, die gewoon zijn een gere
geld leven te leiden, zijn dan tegen
de verleiding niet bestand. En de el
lende door de kermis ,'n vete gezin
nen veroorzaakt, wordt weken daarna
nog gevoeld .Ook hetgeen met betrek
king hiertoe in het request wordt ge
zegd komt mij voor niets meer te zijn
dan de waarheid.
En vraagt men mij welke verma
ken het kermisterrein biedt, dan ant
woord ik daarop ,geen enkele".
Omdat het kermis is wil het pu
bliek zich vermaken, altnan» doen
alsof het zich vermaakt, drinkt daar
om meer alcohriische drunken dan
gewoonlijk, wordt opgewonden, zingt,
schreeuwt en joelt, maar is dit ver.
maak? De kermis, zooale die thans
is, heeft geeu reden van bestaan en
kan daarom in. i. ook geen bron van
vermaalt zijn. De ©enige zaken in «ten
kermistijd, die vermaak geven, zijn
de voort telingen in den Schouwburg,
de Kroon, het 2 rouge bouw. Kortom
de voorstellingen in de gebouwen en
de bioscoopvoorstellingen, doch al
dat soort voortellingen wordt bui
ten de kermis het geheele jaar door
gegeven, zoodat men ruimschoots ge-
Irgenneid hoert daarvan, zoo men wil,
te genieten.
En dan de walgelijke tooneelen,
die men tijdens een kermis ziet af
spelen. Wannee t nieu het kerm teler
eer, een geval van goed en kwaad,
van eerlijkheid en medelijden.
Welk een strijd in haar binnenste I
Op haar knieën voch/t zij er tegen.
Zij trachtte haar herinnering het
zwegen op te leggen, trachtte dat af
schuwelijke middernachtelijk tooneel
tien jaar geleden te vergeten, het lijk
van haar broeder, de wraakzuchtige
hand van haar vader, die de hare
omklemde, terwijl hij haar smeekte,
dat te doen, waartoe hij te zwak, te
ouwas.
Ziin woorden klonken haar nog in
de o oren.
En zij had die woorden hardop en
mei haar eigen vrijen wil herhaald,
terw ijl haar band rustte op hei hart
van haar hroeder
„Ik zweer, dat ik Paul Déroulède
„zal weten te vinden en op een of an-
„dere manier zijn dood zal bewerken
„of hem ruineeren."
In veel opzichten was zij nog niet
meer dan een kind. Haar geheele
teven had zij in afzondering doorge
bracht, eerst bij haar stervenden va
der en later binnen de vier muren
van bet Ursubnenklooster.
Het was waar, het was onvermijde
lijk, omdat het zoo hard was. Hoe
harder de taak haar voorkwam, des
te meer was zij overtuigd, dat lij
haar moest volvoeren.
Zij deed niet haar beet Déroulède
te haten. Zij wilde hem koel em on
partijdig beoordeelen, hij
loon gestraft worden voor de mis
daad, d>e hij tien jaar geleden be
dreven had. Haar persoonlijk gevoel
kwam hierbij n'et in aanmerking.
Had Charlotte Corday rekening
gehouden met haar persoonlijke ge
voelens, toen zij met eigen hand Ma-
rat vermoordde
Juliette bleef langen tijd op haar
knieën lliggen. Zij hoorde Anne Mie
thuis komen, en de stem van Dérou
léde, die haar op de gang welkom
heette. Dat was misschien nog het
bitterste oogenblik van haar ia wen-
digen 9trijd, want daardoor werd zij
er aan herinnerd, dal ook anderen
om hem zouden lijden, die volkomen
onschuldig waren mevrouw Dé
routede en de arme, gebrekkige Anne
Mie. Zij hadden niets verkeerds ge
daan, en toch zouden zij zoo zwaar
gestraft worden.
En toen kreeg het gezond verstand,
de menschelijke, materieete zijde der
ethiek even de overhand. Juliette
zou ntot meer op tiaar knieën blijven
liggen, haar tranen drogen, zich
klaar maken om naar bed te gaan en
dan trachten alle» te vergeten, om
een half uurtje later weer overtuigd
te zijn, dat zij haar eed getrouw
moest blijven, wat er ook gebeuren
mocht.
D» ziel was jong en vurig en zij
vocht voor zelfverloochening, marte
laarschap en ernstfgen plicMhet
lichaam was kinderlijk en vocht voor
rust, tevredenheid o% gezond ver-
staud.
Het verstandige lichaam werd over
wonnen door üa Lui tstochtel ijke,
machtige ziel.
Verwijt liet kind niets, want zij
was onschuld'.g. Zij was mets anders
dan een van de vele slachu.fters uit
dezen wreeden, kranjfzlnntgen, ze
nuwachtige» lijd, van dien geest van
meedoogenlooze t: ruunte, die 'n alle
kringen was d<>orved»-o: grn.
Toen d< morgen twgon te dagen,
stond Juliette eindelijk uit i-ear knie
lende houding op, maakte haar
brandende oogen eu heet hoofd uat,
bracht beur haar en japon In orde
en ging toen voor de tefel ziuan
schrijven.
Zij had nu als 't ware een gedaan
teverwisseling ondergaan, een Char
lotte Corday met een vooruitzicht van
mortelaarschap, een nienschelijke,
lijdende dwalende ziel, die ter wille
van een idéé fixe een groote mlsd&Ad
zou begaan.
Zorgvuldig en met vaste hand
schreef zij die aanklacht van burger-
afgevaardigde Déroulède, die een
historisch document Is geworden en
in de kronieken van Frankrijk
wordt bewaard.
fWordt vervolgd).