HAARLEM'S DAGBLAD. WEfc.SS,.B^„
stormachtige Tijden.
OM ONS HEEN
Iduitenlandsch Overzicht
Stadsnieuws
Rubriek voor Vragen
Uit de Omstreken
FEUILLETON
.No. 903.
Verscheidenheid en
Toen. B. en W. van Haarlem voor
stelden, Leerlingen van buiten 250
schoolgeld te Laten betalen, Ls dat
door sommigen beschouwd als een
soort van vijandelijke daad. Een en
kele was zells zóo boos, dat hij van
represaille-maatregelen sprak.
P/vn oogenblik dacht ik aan mijn
jeugd terug, gesleten in een dorp,
waarvan de bewoners door die van
het nabijgelegen dorp gladoor en
werden genoemd. Waarom wist ik
toen niet en weet ik nog niet: onze
ooren, dacht me, waren niet gladder,
4nn die van anderen. Uit weerwraak
scholden we de ingezetenen van 't
naaste dorp voor koeketers uit,
hoewel ik er nooit van gehoord heb,
«lat hun koekgehruik boven het non
male kwam.
Welnu, op vaste tijden, die daar
voor door een geheimzinnige traditie
waren aangewezen, gingen wij, jon
gens van de gladooren, vechten met
«ie jongens van «Ie koeketers. De rest
yan *t jaar was alles pais en vree.
Dergelijke vijandelijke stemming
kan evenwel tusschen Haarlem en «ie
omliggende gemeenten onmogelijk
bestaan. Wel bestaat er op dit
oogenblik tusschen Haarlem en zijn
omgeving verschil van belangen, in
meer dan éen opzicht. Wanneer de
Raad verleden week aangenomen
heeft om voortaan door nieuwe leer
lingen van buiten op de H. B. S.
f 250 schoolgeld te laten betalen, dan
is «lit alleen omdat Haarlem in zijn
financieel moeilijken toestand onmo
gelijk meer alléén de hooge kosten
van het middelbaar onderwijs beta
len kan. Gaat het zoo door als in de
laatste jaren, dan zou weldra een
tweede nieuwe H. B. S. moeten wor
den gebouwd. Onze gemeentekas kan
dat niet lijden. Dus heeft men aldus
geredeneerdwe moeten minder leer.
lingen of meer geld hebben.
En ziedaar de aanleiding tot de
schoolgeldverhooging, die de ouders
in «Je buitengemeenten terecht heeft
doen ontstellen.
Strijd van belangen. Haarlems be
lang ig duidelijk, dat van de omlig
gende gemeenten even helder name
lijk het tot dusver gevorderde lage
schoolgeld blijven betalen. Hoe de
zen strijd opgelost De burge
meesters van de omliggende gemeen
ten hebben zeer juist ingezien, waar
het middel te vinden is en, zonder tijd
te verliezen met vruchteloos klagen
of pruttelen gezamenlijk besloten een
request te richten aan H. M. de Ko
ningin, om het Rijks-subsidie aan de
gemeente Haarlem te verhoogen.
Dat argument is maar niet zoo uit
de lucht gegrepen. Toen de school nog
geen honderd leerlingen telde, had ze
7000 subsidie, en op dit oogenblik,
nu er tusschen de 400 en 500 zijn, is
het subsidie nog altijd even groot. Of
lievereven klein.
Pogingen van de gemeente Haar
lem zelf hebben bij de regeering niets
Uitgewerkt. Een verzoek om hier een
Rijks Hoogere Burgerschool te stich-
4en is afgewezen, een verzoek om
verhooging van subsidie niet inge
willigd. Het woord is nu aan de be
langhebbende gemeentebesturen zelf.
Terecht zien de burgemeesters in,
dat het hier een levensbelang geldt
voor de streek. Juist op het oogen
blik, dat het middelbaar onderwijs in
Haarlem is gereorganiseerd, zouden
«3e kinderen in de aangrenzende ge
meenten daarvan groobendeels wor
den uitgesloten Dat moet worden
voorkomen. Daarom wordt er in het
ontworpen request gewezen op de be
langen van handel en nijverheid in
de streek bij goed on«ierwijs, op de
onmogelijkheid om «lat te ontvangen,
wanneer Haarlem zulk hoog school
geld blijft eischen blijft eischen
niet voor zijn genoegen, maar daar
toe door den nood gedrongen.
Als de Regeering in den Haag ook
dit verzoek afwijst, dan zullen de
ouders hun stem moeten doen hooren
en wanneer ook dit niet helpen
mocht, dan zal mem in de omliggen
de gemeenten weten, wie aan hunne
belangen in den weg staan, maar dat
het niet Haarlems gemeentebestuur
is.
Evenwel, zoo ver is het nog niet en
zal het, naar ik hoop, ook niet ko
men. Verhooging van het subsidie
aan Haarlem is zóo goed op gronden
van «Ie meest eenvoudige billijkheid
te verdedigen, «lat ik mij haast niet
voorstellen kan, dat de Minister die
op den duur niet op de begrooting
zou willen brengen.
En is het eenmaal zoover, dan zal
Haarlems gemeenteraad niets liever
doen, dan zijn besluit tot invoering
van het verhoogde schoolgeld in te
trekken. Wel verre van als gladooren
met «Ie koeketers te willen bakkeleien,
stelt «ie burgerij van Haarlem hoogen
prijs op bloeiende buitengemeenten,
wetende, «iat die bloei ook haar ten
goede komt
Niet in Haarlem ligt dus «ie oplos
sing van dezen belangenstrijd, maar
in den Haag.
En juist sedert een paar «lagen is
gebleken, dat er een tweede conflict
van belangen bestaat tusschen eeni-
ge aangrenzende gemeenten en Haar
lem.
Dat gaat over 't tramverkeer.
Van Heemstede af tot Sassenheim
toe wachten al de dorpen ten zuiden
van Haarlem op een electrische ver
binding, die de gebrekkige met de
stoomtram vervangen zal.
Noordelijk hunkeren ook Sant
poort en Velsen naar hetzelfde voor
deel.
Het struikelblok lag middenin.
Niet dat men in Haarlem niet ge
steld zou zijn op de electrische lijnen,
die daar de Haarlemsche paarden
tram zuilen vervangen, maar B. en
W. duchtten (en zeer terecht) gevaar
van het feit, dat het gezag over de
stadstrams hun ontgaan zou en over
gebracht zou worden bij de Regee
ring, wanneer aldus een intercom
munale lijn ontstond, «iie vallen zou
•onder vigueur van de wet op de
spoorwegen met beperkte snelheid.
Meermalen heb ik daarover geschre
ven, voor 't overige verwijs ik naar
de mededeelingen van Jhr. Van «Ier
Wijck, gedelegeerd iid van den Raad
vau beheer der HolL Spoor, in ons
vorig nummer.
Haarlem kan en mag niet toelaten,
dat het beheer over zijn tramlijnen
door de Regeering in den Haag wordt
gevoerd. Die macht behoort het ge
meentebestuur zelf in handen te hou
den. Wil men dus in den Haag daar
aan te gemoet komen door voor dit
geval een uitzondering te maken, dan
is het grootste bezwaar verdwenen en
zal de definitieve concessie zich niet
lang meer laten wachten.
Een tweede moeilijkheid moet niet
al te breed worden uitgemeten. Het
is deze, dat het verkeer wordt be
moeilijkt door eeu electrische tram in
sommige nauwe straten. Ik zeg niet,
dat het niet bestaat, want de Bar
tel jorisstraat is smal en de Koning
straat bij de Groote Markt en de
Gierstraat bij de Doelstraat zijn nau
we ingangen, waar men liefst geen
train zou laten passeeren, wanneer
het anders kon. Maar voor het mo
derne vervoermiddel moet men een
maal iets over hebben.
Daarbij is liet plan, een strikvor-
mige lijn te leggen, bijvoorbeeld al
dus, dat de tram van Noord naar
Zuid door de Groote Houtstraat, van
Zuid naar Noord door Gierstraat en
Koningstraat gaat, waardoor al
thans het lastigste punt, de ingang
van de Gierstraat bij het Proveniers
huis, zoo ongevaarlijk mogelijk ge
maakt wordt en In leder geval dit
voordeel verkregen, «iat ln «Ie Groote
Houtstraat kruising en dribbel spoor
ndet meer noodig zijn.
Dat de HoRandsohe Spoor groot
afnemer van elec^rlschen stroom
gaat worden, kan een groot voordeel
zijn indien «ie Maatschappij
een goeden prijs betalen wil, die een
behoorlijke winst overlaat, nadat
rente eai aflossing zullen zijn be
taald van de belangrijke uitbreiding,
die onze electrische centrale zal moe
ten ondergaan.
In «ie beide gevallen ligt du$ de be
slissing ln den Haag. Zoowel voor
ons middelbaar onderwijs, ais voor
onze tram.
Mocht iemand daaruit de wijze lee
willen trekken, «lat al te groote cen
tralisatie niet wenschelijk is, dan zal
ik hem niet tegenspreken.
Maar het zal nu meteen voor
wie van andere meening moch
ten zijn geweest, duidelijk zijn ge
worden, «lat het alleen de zeer bijzon
dere omstandigheden zijn, «iie dezen
dubbelen strijd van belangen tus
schen Haarlem en de omliggende ge
meenten in 't leven hebben geroepen.
Zoodra die omstandigheden zijn weg
genomen, gaat Haarlem met zijn bu
ren in dezelfde richting. Van ver
scheidenheid naar overeenstemming.
J. C.P.
DE STAKING GEëINDIGD.
't Is zonderling geloopen Gister
morgen kwamen er uit Parijs nog
telegrammen, waarin met stellige ze
kerheid verklaard werd „de stakers
zullen den strijd tot 't uiterste voort
zetten". En gisterenmiddag werden
we plotseling verrast met een tele
gram, „dat de staking was opgege-
in."
't Gebeurde doet denken aan het
lied, dat als een nachtkaars uit
gaat
Er was evenwel al sinds Zondag
een kentering in de stakingsbeweging
op te merken. Het dreigement der
regeering dat alle stakers die niet
Dinsdag aan den arbeid zouden gaan
ontslagen werden, miste zijne uit
werking niet. Al vonden de stakers
hun baantje geen luilekkerlands-
't missen wilden ze liever
nietIets wat heel begrijpelijk is
Tot Dinsdag hadden de stakers dus
gelegenheid, om een hoogen toon aan
te slaan, wat ze trouwens ook heb- j
ben gedaan (denk aan het bovenbe-
doelde telegram cle staking doorzet
ten tot 't uiterste), zeker in de hoop
de regeering beangst te maken, waar
door de ministers meer handelbaar
zouden worden.
Dit vliegertje is niet opgegaan 1
Zondag stond de zaak der stakers
er mooi voor. De minister-president j
Clemenceau ontving hen heel voorko-
mënd, en gaf zijdelings te verstaan,
dat de dagen van den door de stakers
gehaten onder-minister Simyan ge-
teld waren alsook, dat geen der sta
kers ontslagen zou worden, omdat hij
gestaakt had.
Alles heel mooi voor de stakers
Toen kwam Maandag de Kamer
zitting en werd alle hoep weer weg
genomen, want nu verklaarde Cle-
menceau, dat Simyan geen ontslag
zal krijgen, en de regeering hem dit
niet eens zal geven, wanneer hij er
nu om mocht vragen.
Dat was voor de stakers een koud-
waierbad
Dinsdagmorgen hebben ze daarom
lang vergaderd en de zaak breedvoe
rig besproken. De woordvoerders
drongen vooral op voortzetting van
den strijd aan, maar de luisteraars
motsten daarvan niet veel hebben.
Het ontslag hing hun als een Damo-
cJes-zwaard boven het hoofd
I Na veel gepraat kwam 't op stem-
men aan en verklaarden VAN DE
ZES DUIZEND STAKERS ZICH
SLECHTS 300 VOOR DE VOORT
ZETTING VAN DEN STRIJD.
Al zullen velen de houding der sta
kers eenigszins zonderling vinden, 't
kan niet ontkend worden, dat ze
mei het nemen van dit laatste besluit
verstandig gehandeld hebben. Stel,
dat de stakers „tot 't uiterste" hadden
volgehouden, zouden ze van de re
geering gedaan gekregen hebben, dat
Simyan werd afgezet en dat ziin ge
hate bevorderings-circuiaire-bij-keuze
werd ingetrokken Deze mogelijkheid
achten we gering, omdat het minis
terie hoog ophief van „de waardig
heid van den staat", die niet gekrenkt
mocht worden. In elk geval zou dan
de moeilijke ontslag-quaeatie geko
men zijn.
Nu hebben de stakers hun werk ge
houden entoch hun doel be red kt
Om. verbetering van hun positie en
opheffing hunner grieven te verkrij
gen. was 't voldoende om op krachti
ge wijze te betoogen. Dit hébben de
stake ra gedaan Wanneer het werk
overal hervat zal zijn, zullen ook ze
ker hun grieven wel besproken wor
den, te meer daar de Kamer en het
geheel© volk nu in hun zaak ge
moeid is De publieke opinie zal nu
over de goede en slechte daden van
den heer Simyan richten.
Hoe dit vonnis zal zijn
Ook al is m'nheer Simyan nu offi
cieel door de regeering gered, wij
en zeker velen met ons gelooven
niet, dat hij in den dienst als chef
der posterijen en telegraphie grijs zal
worden. Wanneer de gelegenheid
schoon is, zal hij zeker ongemerkt
van betrekking veranderen
't Is immers ook in het belang van
het land, dat de wrijving tusschen
den chef en het personeel verdwijnt.
Stol eens, dat Simyan zijn affaire op
derzelfden voet voortzette, dan
hadden we misschien de volgende
maand weer een staking
En dit moet vermeden worden. Pa
rijs, heel Frankrijk, heeft onder deze
staking geleden. De schatkist mist
een paar millioan, maar nog veel
grooter is het nadeel, aan den handel
en de industrie berokkend. Het was
zoo erg dat de kooplieden zelf zoo
lang een eigen postkantoor inge
richt hadden voor de verzending van
hun handelsbrieven.
Ne is 't lijden gelukkig geleden en
zal alles wel weer sooedig in he<t ge
wone doen zijn
'T BALKAN-PROBLEEM.
Een probleem De wijze diploma
ten uit heel Europa peinzen dag en
nacht, om dit raadsel aller raadselen
op te lossen hoe den vrede te hand
haven en tevens èn Servië èn Oosten-
rij k-Hongarije tevreu.n te stellen.
De oorlogsquaestie is gisteren in
de Oostenrijksche Kamer besproken.
Een afgevaardigde drong er op aan,
vredelievende wenschen aan den Kei
zer over te brengen. De Minister
president zoi toen, dat zonder eenig
voorbehoud slechts op de liefde voor
den vrede den nadruk leggen, wan
neer gevaar dreigt, de positie van
den staat in gevaar brengen is.
De minister-president eindigde
„De beslissing over oorlog of vrede
zal door den keizer in koel overleg
genomen worden."
Ons vriendelijk verzoek is laat dat
overleg niet al te koel zijn 1
Reeds is men in den Balkan een
OORLOGJE aan 't voeren. Turksche
troepen zijn bij Salonika in botsing
gekomen niet Albaneezen. Een offi
cier en elf man werden gewand en
vier man gedood. Er zijn nog meer
Albaneezen, die als rebellen zijn op
gestaan De „veldtocht" duurt dan
ook voort
HERVORMING DER FRANSCHE
MARINE.
De minister van marine heeft in
een door hem gegeven schets van zijn
plannen het volgende overzicht gege
ven van hetgeen bij de marine te
doen valt
le moet op de oorlogsschepen het
ontbrekende aangevuld worden wat
betref; de bewapening met kanonnen,
projectielen, kruit en overigens wat
da victualiën betreft.
2e. Moet de outillage in de oorlogs
havens worden verbeterd, zoodat
schepen kunnen geborgen en hersteld
kunnen worden en eeue snelle mobi
lisatie van de vloot mogelijk wordt.
3e. Moet er haast worden gemaakt
met het afwerken van in aanbouw
zijnde schepen.
Het program van minister Picard
beperkt zich tot het noodigste en be-
heln geen voorziening voor de uit
breiding der vloot, noch voor het op
stapel zetten van eenheden ter ver
vanging
De minister doet een beroep op de
vaderlandslievende gevoelens en het
doorzicht van iie Kamer, om de ma
rine op te voeren tot die hoogte, wel
ke noodzakelijk gemaakt wordt door
de ontwikkeling der kusten en de
uitbreiding van het koloniale rijk.
DE ZUIDPOOL BEREIKT.
De „Pall Mall Gazette" deelt een
bericht mede, te Londen ontvangen,
dat de Dritsche Zuidpool-expeditie,
onder luitenant Shackieton, de Zuid
pool beeft bereikt.
Een ander bericht meldt, dat
Shackieton evenwel nog 100 mijl van
de Poot verwijderd is.
ROOSEVELT OP REIS.
Roosevelt en zijn zoon liebben zich
ingescheept voor hun Afrikaanse he
reis
Een talrijke menigte juichte hen
toe.
Geabonn«erden hebben het voorrecht
vragen op versohilleud gebied, mits voor
beantwoording vatbaar, in te teaden by de
Redactie van Haarlem's Dagblad, Groote
Houtstraat 63.
Alle antwoorden worden geheel kosteloos
gegeven en, voor zooveel mogelijk is, den
dag na de inzending.
VRAAG. Is hier ter stede ook een
agentschap gevestigd van de Am-
sterd. Hulpbank, zoo niet, hoe kan ik
mij dan met deze bank in verbinding
stellen
ANTWOORD. Een agentschap be
staat hier nog niet, schrijf dus aan
de Directie.
De bank is gevestigd. Keizersgracht
355, Amsterdam.
VRAAG. Kunt u mij ook
wat de kosten zijn naar Harderwijk
en hoe laat en wanneer men «laar
terecht kan voor de keuring
ANTWOORD. De reiskosten zijn
f2.76 retour 3e klasse, u kunt dage
lijks gekeurd worden (Zondagen en
feestdagen uitgezonderd) des morgens
10 uur.
VRAAG. Kunt u mij ook zeggen of
er gelegenheid bestaat kosteloos naar
Indië te emigreeren en bestaat er ook
een vereeniging die jongelieden daar
aan eeu betrekking helpt?
ANTWOORD. VS end u tot de veree
niging „Het Buitenland" te Amster
dam.
VRAAG. Ik heb vooroefeningen ge
maakt en moet in 't Laatst van Mei
opkomen. Bestaat er voor mij nu ook
gelegenheid wielrijder te worden i
ANTWOORD. Ja; geef u hiervoor
na uw indeeling bi] uw compagnie
op.
VRAAG. De Parklaan tusschen
Jansweg en Ripperdas tra at is heel
vuiltot wien moet ik mij wenden,
om verbetering daarin Le verkrijgen
ANTWOORD. Tot don directeur der
gemeentereiniging, den lieer Boer-
koel, die daarin wel zal laten voor
zien.
BLOEMENDAAL.
Vergadering van den Raad dei- ge
meente Bloeniendaal, te houden op
a. s. Vrijdag 26 Maart, des n.m. om
2 uur.
Agenda
1. Ingekomen stukken.
2. Benoeming van de leden voorde
stembureaux.
3. Verzoek van den heer J. André
de la Porie, om zijn tuin in verbin-
ding te mogen brengen met het Ko- j
ninginneduin.
4. Verzoek van de erven G. F. G.
Houtgraaf, om mededeeling van de
voorwaarde, waaronder hunne ter
reinen aan de Kleverlaan bebouwd
mogen worden.
5. Verzoek van de erven Houtgraaf
voornoemd om aanleg van een straat
over hunne bovenvermelde terreinen.
6. Verioenen van ontheffing van <ie
voor den Bloemendualschen Weg
vastgestelde rooilijn ten behoeve varf*
eenige bouwgronden, behoorende aan
cle erven Mej. M. E. Erkelens.
7. Adres te richten aan H. M. de
Koningin inzake het Middelbaar On-
uerwijs.
UIT DEN RAAD VAN VELSEN.
't Stond geschreven, dat 't komend
O ranjefeest
in den Veiser raad veel stof tot ge
sprek zou opleveren. De aanleiding
was 't oomité te IJmuiden, van welks
oprichting in „Haarlem's Dagblad"
bereids mededeeling is gedaan. Dit
comité vroeg gemeentesteun.
Neen, zeide de heer BROK, daar
mee kan 'k niet instemmen. Dezelfde
menschen die nu in den raad zoo'n
ophef maken over de geboorte van den
jongen prins of prinses weigerden
verleden jaar een bijdrage van J S0
goed te keuren, die door het Schaal-
armbestuur kon verleend worden,
aan de Commissie tot steun der werk-
loozen.
Toen gold 't motief, dat die Com
missie niet Koninklijk was goedge
keurd. Nu, deze Oranjefeest-commis
sie is ook niet Koninklijk goedge
keurd. Doch thans stappen de lie-eran
over de beginsel-kwestie heen.
De heer VERMEULEN dacht er
anders over. Hij wilde thans ook zon
der praeadvles van B. en W., deze
aanvraag afhandelen, omdat het an
ders wel eens te laat zou kunnen
zijn. Spreker meende een maximum-
crediet van f 500 te moeten voorstel
len.
B. en W. kooiden daarvan dan af
nemen wat ze wilden en ook verdoe
len als het hun goed dacht. Het be
zwaar van den heer Brok kon de heer
Vermeulen niet ernstig opnemen,
daar het toch niet aanging voor een
Oranjefeest-commissie Koninklijke
goedkeuring noodzakelijk te achten.
De heer SCHUITENMAKER, de
VOORZITTER en de heer NETSCHER
waren er voor de zaak nu af te han
delen.
Wethouder NETSCHER meende,
dat de llaad zich het recht moest
voorbehouden in plotselinge gevallen
ook zonder praeadvies van B. en W.
e«m zaak af te handelen. Ee»n natuur
ramp of een scheepsongeluk konden
dat ook gewenscht maken. Met de
stem van den heer Brok tegen werd
nu besloten dadelijk in behandeling
te nemen een voorstel-Vermeulen om
een maximum-crediet van f 1000 toe te
staan.
De verhooging tot f 1000 geschied
de, nadat de heer ZEGEL had bere
kend, dat er 1545 kinderen op de open
bare school gaan, en de heer VER
MEULEN zelf daarbij had gevoegd,
dat er 900 kinderen de bijzondere
scholen bezoeken, wat ongeveer een
totaal maakt van 2500 kinderen, die
zullen feestvieren.
Bij de beraadslagingen over het
voorstel-Vermeulen nood gde Wethou
der NETSCHER den voorsteller uit de
gronden aan te geven, waarop hij
zulk een belangrijke uitgaaf kon
rechtvaardigen.
De heer VERMEULEN achtte de ge
boorte van een prins of prinses zulk
een belangrijke nationale gebeurtenis
dat een uitgaaf van een groot bedrag
wel gewettigd is.
De heer BROK kon z:ch nog altijd
niet met het voorstel Vermeulen ver
eenigen. Hij is tegen alle subsidie.
Overigens oordeelde hij de denkwijze
der soc.-democraten over het Oranje--
huis genoeg hekend. Wie er meer van
weien wilde, verwees spr. naar Troel
stra's art kelen over „Het Kindje" in
het „Volk."
Tn antwoord op een opmerking van
Burgemeester WEERTS, dat spreker
afweek van het behandelde onder
werp, meende de heer BROK,
dat hem het recht toekwam zijn stem
te motiveeren. Van bepaalde 'zijde
ging deze spreker voort, wordt er ori-
tiek geoefend op „de roekelooze wijze,
waarop de vriizinnigen het geld laten
rollen." Spreker heeft zich daarvan
niets aan te trekken, want zijn naam
wordt daarbij niet genoemd, maar hij
doet toch opmerken, dat rechts nu
klaar staat om met gret:ge handen in
den gemeente-buidel te tasten. Een
deel, zij 't ook een klein deel, is van
oordeel, dat etr belangrijker zaken te
steunen zijn, dan de feesten bij de ge
boorte van een prins of prinses. Spr.,
denkt hierbij aan de ondersteuning
van werkloozen. Wil men feestvieren,
nu goed, laat men dat dan ook uit ei
gen beurs betalen; men doe dat niet
ten koste van anderen, die er niet
aan meedoen. Wilt ge feestvieren,
herhaalt de lieer Brok, gaat uw gang;
maar laat ons met rust.
De heeren BOEKEL en NETSCHEP
verklaaxden zich mede tegen het ge
ven van geld uit de gemeentekas.
Wethouder NETSCHER meende,
dat dit Oranjefeest zal zijn een poli
tiek feest. Het de Ruyter-feest achtte
spr. een neutraal feest. Daar nu ve
len dien dag niet zullen meevieren,
vond spr. zulk «jen royaal voorstel als
Naar het Engelsch, door
Barones Orczy.
34)
De driften van een menigte keeren
zich onveranderlijk altijd tot degenen
die ze hebben opgewekt. Marat was
niet blij ven leven ora zijn ster te zien
ondergaan, Dan ton weid naar de
guillotine gesleept door hen, dien hij
geleerd had, dat moorddadig werk
tuig ais het eenig mogelijke en on
verantwoordelijke politieke argument
te beechouwen, Robespierre ging ten
onder bij het bloedvergieten, waai-
toe - hij zelf den stoot gegeven had.
Maar Dérouiede bleef meester van
het Parijsche volk zoo lang hij zelf
verkoos dat te blijven. Als zij naar
hem luister-den voelden zij zich beter,
edeler, minder hopeloos onwaardig.
Hij hield in hun arme, misleide har
ten «iat laatste flikkerende vlamme
tje van menschelijkheid in leven, dat
hun bloeddorstige tyrannen onder
den dekmantel van Broederschap en
Gelijkheid hun best deden uit te
dooven.
Zelfs nu, nu hij de drift van de
kleine menigte voor zijn deur tot
eigen voordeel had kunnen aanwen
den, verkoos hij liever niets te zeggen
en maande hen zelfs door een gebaar
tot kalmte.
Hij wist heel goed, dat zij, die hij
nu tegenover Merlin tot kalmte maan
de, waarschijnlijk over minder dan
ren half uur zich tegen hem zouden
keeren.
Merlin, die voortdurend van plan
was geweest weer in huis terug te
keeren, nam nu zijn gelegenheid
waar. Hij gaf Déroulède en de twee
mannen hevel door ie loopen en trok
zich haastig in huis terug gevolgd
door de scneldkreten der vrouwen.
Naar de lantaren, oude schavuit 1
schreeuwden zij zoodra de buitendeur
voor hun neus weid. dichtgegooid.
Enkelen begonnen met hun vuisten
togen de deur te hamei-en, leen zij
tot do outdekking kwamen, «iat hun
speciale gunsteling, burger-afgevaar.
digde Dérouleue tusschen twee solda
ten in moest loopen, alsof hij een ge
vangene was. Men schreeuwde elkaar
toe, dat hij gearresteerd was en 11 baa
llot Paleis van Justitie gebracht werd
als gevangene.
Dat mocht niet gebeuren. Men had
het gepeupel van Parijs geleerd, dat
het meester was in de stad, en «iie
les had het goed onthouden. Voor 't
oogenblik had het Paul Déroulède on
der zijn speciale bescherming geno
men, en als een eerewacht voor hem
werd hij gevolgd door vrouwen in
lompen, mannen zonder kousen en
schoenen aan, schreeuwende en tie
rende kinderen, om te zorgen, dat
niemand hein eenig kwaad deed.
HOOFDSTUK XVII.
B oete.
Merlin bleef even in de hal wach
ten, totdat hij het lawaai van de joe
lende menigte langzamerhand hoor
de wegsterven, toen ging hij meteen
tevreden gegrom de trap weer op.
Dit alles had. maar een paar minu
ten geduurd en mevrouw Déroulède
en Anne Mie waren te ongerust ge
weest over hetgeen daar beneden m
de straat gebeurde, om eenige notitie
van Juliette te nemen.
Zij hadden niet naar buiten op het
balcon durven gaan om te zien wat
ex gebeurde, daarom begrepen zij
niet, wat het weer openen en sluiten
van de voordeur te be teekenen had.
Het volgend oogenblik echter maak
ten zware voetstappen op de trap
Anne Mie hevig aan 't schrikken.
Het zijn alleen de soldaten
maar, die terugkomen voor mij, zei
Juliette kaJm.
Voor u
Ja; zij komen mij halen. Ik denk
dat zij het Liever niet wilden doen in
tegen woord igbeid van mijnheer Dé
roulède, uit vrees dat....
Zij had geen tijd meer te zeggen.
Anne Mie keek haar nog steeds in
hevig verschrikte, stomme verbazing
aan, toen Merlin de kamer weer
binnenkwam. In zijn hand hield hij
ren lederen portefeuille aan één kant
opengeknipt, en eenige kleine stuk
jes half verkoold Dapier. Hij liep
recht op Juliette toe en wierp haar
ruw den brieventasch en papieren ln
het gelaat.
Is dat van u zei hij lomp.
Ja,
U weet zeker wel, waar zij ge
vonden zijn?
Zij knikte kalm toestemmend.
Wat waren dat voor brieven,
die u verbrand heeft?
Minnebrieven.
U liegt.
Zij haaide <le schouders op.
Zooals u wilt, zei ze kortaf.
Wat waren dat voor papieren
herhaalde hij, luid en ruw vloekend,
wat echter niet in staat was de doo-
delijko kalmte van het jonge meisje
te verstoren.
Ik heb hot u al gezegd, zei ze
minnebrieven, die ik wenschte te ver
branden.
Wie was uw minnaar vroeg
hij.
Toen zij daarop geen antwoord gaf
wees hij den kant van dé straat uit,
waar de kreten „Déroulède l Lang
leve Déroulède 1" nog uit de verte
waar klonken.
Waren de brieven van hem
Neen.
Had u dan meer dan éen min
naar
Hij lachte en een afschuwelijke
grijns scheen zijn leelijk gelaat nog
meer te misvormen.
Hij kwam met zijn gezicht bij het
hare en zij sloeg haar oogen neer vol
walging over de nabijheid van dit
weerzinwekkend wezen. Zelfs Anne
Mie had een kreet van sympathie ge
uit, toen zij zag, hoe dit kwalijk rie
kend, vuile wezen, het mooie, fijn
beschaafde meisje aanraakte.
Met een ruw gebaar legde hij zijn
klauwachtige baud onder haar fijn
gevormde kin, en dwong haar zoo
zich om te keeren en hem aan te kij
ken. Zij huiverde bij die hatelijke
aanraking, maar haar kalmte vexliet
haar geen oogenblik.
In de macht van zulke afschuwe
lijke wezens had zij opzettelijk den
man, dien zij liefhad, willen overle
veren. De gemeenzaamheid van dit
verdierlijkt wezen legde de laatste
hand aan haar eigen onwaardigheid,
maar het gaf haar den moed haar
plan tot het einde toe uit te voeren.
U had dus meer dan een min
naar zei Merlin met een lach, die
van den duivel zelf scheen te komen.
En u wilde er een naar de guillotine
brengen om plaats te maken voor
den ander Was het zoo
Was het zoo herhaalde hij
plotseling een van haar polzen grij
pen, en deze woest knijpend, zoo
dat zij het bijna uitschreeuwde van
pijn.
Ja, antwoordde zij flink.
Wist u dat u mij voor den gek
hield, toen u mij hier Liet komen
vroeg hij kwaadaardig dat burger-
afgevaardigde Déroulède niet op lou-
vter verdenking naar de guillotine ge
bracht kan worden, hè? Wist u dat,
toen u «iie aanklacht sclireef
Neen «lat wist ik niet
Dacht u dat wij hem op verden
king alleen konden arresteeren?
Ja.
W ist u, dat hij onschuldig was
Ik wist het.
Waarom verbrandde u uw min
nebrieven
Ik was bang, dat zij gevonden
zouden worden, en den burger-afge
vaardigde onder de oogen zouden
komen.
(Wordt vervolgd).