HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. In stormachtige Tijden. Onze Lachhoek Rubriek voor Vragen FEUILLETON VRIJDAG 26 MAART 1909 De voorgestelde wijziging der gemeentewet. Met onze gemeentewet, een der eer ste vruchten van de Grondwet van 1848, is al vrij wait gesold. De wetten uit dien tijd zijn lang niet onze slechtste wettendoch wij leven snel, onze toestonden veranderen telkens, onze omstandigheden wijzigen zich en de wetten, die onze instellingen re gelen en beheerschen, behooren zich daarbij aan te sluiten. Maar wij zijn van huis uit alechte weigevers; ra dicale hervormingen zijn ons te mach tig en dan, waar liet bestaande niet altijd onveranderd kan blijven, is het einde oplappen; men komt er nooit af en dit is een leelijk gebrek. De wijzigingen der gemeentewet, waar 't thans om gaat, is een herzie ning van financieelen aard. Onder scheidene gemeenten, met Amster dam bovenaan, hebben financieel» moeilijkheden van belang; kunnen zich niet bedruipen. De oorzaken zijn verschillend. Men zoeke ze vooreerst in de mind ear gunstige tijdsomstan digheden, de mindere draagkracht van het volk. Daarbij komt de sterke uitbreiding van sommige plaatsen, tengevolge waarvan de gemeentebe sturen zich voor openbare werken aanzienlijke offers moesten getroos ten, zonder dat evenredige inkomsten daar tegenover stonden. Ten slotte kwam, vooral in de laatste jaren, de rijkswetgever met tal van nieuwe web ten aandragen, alle bijzondere ver plichtingen leggende op de schouders der gemeentebesturen, ook al zonder geheel daaraan geëvenredigde vergoe ding. Toen de klachten over den finan cieelen nood steeds toenamen, kwam men op den inval, eens een Staats commissie van onderzoek te benoe men, al zoo ook in deze volgende den meer en meer gebruikeiijken weg. Met zoo'n Commissie wil men er nog wel eens af wezenmaar in dit geval ging bet toch niet. Er moet verandering komen, en zóó is dan nu een wetsontwerp ingediend, het ge meentelijk belastingwezen rakende, een weinig op Pruisische leest ge schoeid en dat tamelijk overeenstemt met de voorstellen, door de bedoelde Staatscommissie gedaan. De hoofdtrekken der gemeentelijke huishouding, wat de middelen en in komsten betreft, zijn vrij algemeen bekend. Sedert, nu lang geleden, de plaatselijke accijnzen in nagenoeg alle gemeenten zijn afgeschaft, komt de opbrengst der personeele belasting voor het grootste gedeelte aan de ge meenten. Het rijk keert, een zeer een voudige wij2» van doen, dat deel aan de gemeenten uit, evenals de opcen ten, die de meeste gemeenten, krach tens de wet, op de hoofdsom van grondbelasting en personeele belas ting heffen. Verder is ook nog, dooi de wet van 1897, aan de gemeenten eene uitkeering verzekerd, met het oog op de kosten, ten laste der ge meentelijke huishouding komende in gevolge de Rijkswetten. Verder moet de gemeente door eigen belastingheffing in eigen derhoud voorzien. Tot dusver was zij echter in de keuze der middelen vrij beperkt; vandaar dat de Staatscom missie voorstelde om aan de gemeen tebesturen de bevoegdheid te geven, andere en meerdere belastingen te heffen dan volgens de tegenwoordige wet mogelijk is. Of dit een afdoend middel zal blijken schijnt de Re< ring, naar de memorie van toelich ting te oordeelen, zelf te betwijfelen maar de toestand der geldmiddelen van het Rijk is thans ook niet zoo hijzonder gunstig. Vandaar dat men zich in hoofdzaak bij de voorstellen der Commissie beeft aangesloten. Het voorstel zal ongetwijfeld worden aangenomen, want de nood dringt en wij kunnen dus alleen hopen, dat de wijziging menige gemeente verlich ting van druk zal brengen. Den be lastingschuldige zal zij het vermoede, lijk niet, hetgeen trouwens geen be zwaar is, mits de op te brengen gelden zooveel mogelijk naar ieders draagkracht worden verdeeld. Tegenwoordig mag de gemeente geene andere belastingen heffen, dan die met name in de wet zijn aange duid. Van de ongebouwde eigendom men kunnen slechts tien opcenten op de hoofdsom der grondbelasting wor den geheven. Van de gebouwde veer tig. Dat was reeds in 1851 zoo en het is nooit veranderd. Van hetgeen door de gemeente door hare openbare wer ken enz. in bet belang dier eigendom men wordt gedaan, komt echter niets in den eenen of anderen vorm als bij drage terug. Het gebeurt, dat voor heen waardelooze gronden door de uitbreiding der gemeente een waar devol bezit worden en de eigenaar plukt dan, bij verkoop, de vruchten van iets, waarvoor hij niets heeft ge daan dan vasthouden. De ge meente kan daarvan echter in geen enkel opzicht eenig voordeel genie ten, ai heeft zij als een gevolg van die uitbreiding zich menig offer moeten getroosten. Men wenscht dus in de eerste plaats de mogelijkheid te openen, om van het vaste goed eenige vergoeding te vorderen voor de diensten, waardoor het wordt gebaat of voor de lasten, die het voor de gemeente mede brengt, doch de Regeering acht het billijk, zich daartoe niet te bepalen. Zij wenscht hetzelfde beginsel toe te passen op de bedrijven. Voor een groot deel ziet dit op plaatsen, waar fabrieken en groote werkplaatsen ge vestigd zijn. De kosten der onder scheidene gemeente-instellingen zul len daar allicht hooger wezen dan in andere plaatsen. Men denke b.v. aan die der armenzorg, de politie, het ambachtsonderwijs, wellicht ook de brandweer, enz. Het getal opcenten, dat de gemeen te op de personeele belasting mag heffen, is onbepaald; maar er zijn natuurlijke grenzen, die men niet straffeloos overschrijden kan. Voert men die opcenten al te hoog op, dan drukt men vooral den middenstand, en een gevolg van een en ander is, dat de zoogenaamde plaatselijke di recte belasting veelal hei. zwaarte punt der gemeentebelasting gewor den Is. Den piaatselijken wetgever zijn daarbij echter ook alweer de handen gebonden. Slechts natuurlijke personen kunnen worden aangesla gen, geene maainiooze vennootschap pen of andere rechtspersonen, welker winsten toch vaak banen de gemeente genoten worden. Dan hebben wij verder nog onze zoogenaamde forensen-quaestie. Deze heeft betrekking op personen, welke htm beroep of bedrijf in de gemeente hebben, doch elders verblijven. Deze kunnen slechts naar een derde van hun inkomen worden aangeslagen. Toch komt liet vaak voor, dat zij in de gemeente, waar het bedrijf geves tigd is, hun geheele inkomen ver werven, soms door de exploitatie eoner fabriek, met een groote arbei dersbevolking, die de kosten der ge meentelijke huishouding verhoogt. Ook hierin moet worden voorzien. Het ontwerp, aan al die bezwaren trachtende te gemoet te komen, geeft aan de gemeentebesturen de be voegdheid om ook andere belastin gen te heffen dan de met name in de wet genoemdewaarbij de Regee ring vooral schijnt gedacht te hebben aan rechten op den verkoop in het klein, van artikelen van verbruik, zooalsbier, wijn, limonade, wild, en dergelijke zakenwaarvan som mige reeds door accijnzen getroffen zijn. Natuurlijk zal dit middel ba- Moge dit verhinderd worden! Gelukkig is er in de£e misère weer eeu groot lichtpunt. Stel, dat het moedelijk vooraj toepassing vinden lu6schen Servië en het O.-H. rijk tot waar veel vreemdelingenverkeer is. een wapengeweld komt, zal het dan Misschien is dit juist een reden om tusschen deze twee (of drie, want wat voorzichtig to weren, daar hot I zeer zeker niet op onzen weg ligt, om e6ll Europeesche oorlog gevreesd, het vreemdelingenverkeer tegen te maar dat gevaar <s nu gelukkig veel gaan. Veeleer behooren wij het door verminderd. Rusland heeft den eerst aan Servië toegezegden gewapenden steun weer opgezegd, maar na dien zwaarlijk door alle gemeenten, kun nen worden aangegrepen, maar ver- alle geoorloofde middelen aan te moe-1 ■dagen en te bevorderen. W. bleef het een tweeslachtige houding aannemen. Europa wist niet, wat 't aan Rusland had Aan dezen gevaarlijken toestand is nu een einde gekomen. De Duitsche IS DE OORLOG NABIJ? keizer heeft rechtstreeks een brief T. aai» den Tsaar gericht/ waarin Z. M. pit ^.erves hoofdstad wordt ge- ei. op aantjringt, dat Rusland den seind de oorlog is nabij.....laatsten twijfel over zijn bedoelingen duitenlandsch Overzicht Een weinig bemoedigende tijding 1 Toch vleien we ons met de hoop, dat men in Belgrado den toestand al te duister inziet. Horatius leerde al „nil despéraJidum" „men moet aan niets wanhopen", dus óók niet aan hit Balkanprobleem! 't Oorlogsge vaar heeft al zóó dikwijls gespookt, en 't toen bij dreigen gelaten, dat we ons niet meer gauw laten bang maken. He. kan evenwel «tiet ontkend wor den, dat de verhoudingen in de laatste dagen spannend zijn gewor den. Daarbij komt, dat het probleem nu in een stadium gekomen is, dat de oplossing moet komen. De be slissing OORLOG OF VREDE moet vallen 1 Oostenrijk-Hongarije is eindelijk het dreigen van Servië moe. In diplo matieke taal wordt gezegd „Servië, zeg nu maar of je vechten wil of nietlanger wachten verveelt ons". Enkele dagen geleden zei de minister president van Oostenrijk nog „wij hebben Servië een laatste gelegen heid gegeven, om zijn vlag voor de onze te strijken." Maarzal Servië dit doen Zooals de zaken nu staan is daarop weinig kans. De dubbel-monarchie eischt van Servië meer dan het wil gever.. Allereerst afzien van alle aan spraken op Bosnië en Herzegowina, ten tweede alle oorlogstoebereidselen afbreken en de legers naar huis zen den, en ten derde een verklar'ng af leggen, dat het 'n de eerste jaren geen nieuwe oorlogstoebereidselen zal nemen Deze drie eischen zijn inderdaad vecleisehehd De eerste eisch is zwaar, de tweede zwaarder en de dei de 't zwaarst, want daardoor zou Servië een soort voogdschap van het O.-H. rijk toelaten, daar het door d'it zonderlinge verdrag aan handen en voeten gebonden zou zijn. De Serviërs denken er dan ook niet over om deze eischen van de mo narchie in te willigen. Wanneer daar- vtn dan ook alleen de beslissing over de vraag oorlog of vrede zou afhan gen, dan was een oorlog zeker. Ge lukkig is er nog een weg, die uit komst kan geven 1 Dat is de tusschenkomst der mo gendheden, die hun bemiddeling heb ben aangeboden. Engeland is de ge machtigde der andere naties, om een vergelijk te bewerken. Deze bemidde- la.r r heeft evenwel geen gemakkelijke taak, want Oostenrijk-Hongarije is geenszins van plan iets van zijne eischen te laten vallen, en Servië weigert deze eischen aan te nemen. Vooral de monarchie wil van geen terugwijken meer weten. De minister van buiten landsche zaken, baron Von Aehrenthal, de leider van de Balkan- politiek, zei „wij zijn te ver gegaan, hebben te veel maatregelen genomen en kosten gemaakt, dan dat we ons nu met eeu schikking tevreden kun nen stellen. Neen, nu moeten we van Servië een zeer beslist antwoord heb ben, waardoor de rust in den Balkan voor jaren kan weerkeeren." De Engelsche diplomaten zoeken nog naax de tooverformule, die èn Servië èn Oostenrijk-Hongarije zal n.oeten bevredigen. We wenschen hen succès. maar Merkwaardig is, dat overal in Europa zoo hoog wordt opgeheven over den lieven vrede. Elke minister of volksvertegenwoordiger heeft ver zekerd, dat hij niets liever zou willen dan den vrede bevorderen. We geioo- ven 't graag, doch een feit is, dat geen van allen iets voor de bevordering van den vrede wil opofferen. Als door al zulke vredes-gezindheid maar niet juist een oorlog bewerkt wordt Wanneer Europa er niet in slaagt, om de twistende landen weer tot el kaar te brengen, ziet 't er treurig uit D m vreezen we inderdaad een oor log 1 Vermoedelijk zal de loop der gebeurtenissen dan zijn, dat Oosten rijk-Hongarije Serviè alleen en voor din laatsten keer voor de keus zet onze eischen inwilligen of niet. Is 't bescheid neen, dan zullen de kanonnen aan 't woord komen. bet Balkan-probleem zal wegne men. 't Antwoord van den Tsaar was: Rusland stemt toe 'a de definitieve erkenning van de annexatie van Bos nië en Herzegowina door Oostenrijk- Hongarije en zal 2ich aansluiten bij de stappen der mogendheden te Bel grado." Europa is dus niet langer ver deeld. Wanneer Servië en Oostenrijk- Hongarije nu maar beiden bereid wa ren iets toe te geven, zou er ongetwij feld een overeenkomst te treffen zijn. In afwachting daarvan duren de oorlogstoebereidselen onverminderd voort. Ziehier eenige oorlogsberich ten Het Servische en Montenegrijnsche leger is geheel gemobiliseerd en uit gerust. Te Belgrado wordt een extra trein onder stoom gehouden, om de ko ninklijke familie bij het eerste fee- ken van gevaar naar N'sch te bren gen. De schatkist en andere staatsgel den ziin van Belgrado naar Alexinatz overgebracht. Vijftien duizend Russische vrijwil ligers hebben hun diensten aan Ser vië aangeboden. Roemenie neemt maatregelen om zijn neutraliteit te handhaven en vei zamelt troepen aan de Servische grens. Te N'isch en Gragujewatz hebben gisteren oorlogsmeetings plaats ge had, waarbij een aantal bisschoppen •n talrijke officieren tegenwoordig varen. Verschillende priesters hiel- Len vlammende toespraken en pre dikten den heiligen oorlog. EEN VREEMDE HOUDING VAN DKN SERVISCH EN KROONPRINS. Het is al lang bekend, dat de 21-ja- rige jongeling een lawaaimaker is, die belust is op zonderlinge avontu ren. Nu doen evenwei heel vreemde geiuchten de ronde. - Het staat vast, dat verleden week een bediende van den kroonprins werd opgenomen in het hospitaal, lijdende aan ernstige inwendige kwetsuren, en dat hij na de operatie stierf. In de pers werden sedert be richten opgenomen, waarin de ver denking werd uitgesproken, dat de kroonprins de dood van den bediende veroorzaakt heeft. De prins ontkende alle schuld. Hij zond aan den minister-president een brief, waarin hij mededeelde liever afstand te willen doen van zijn rech- u op den troon, dan te worden ver dacht van moord. Ook gaf hij het voornemen te kennen een jaar bui tenslands te willen reizen. De minister-president deelde dit on middellijk aan het kabinet mede, dat de zaak behandelde, onder leiding vin den koning. Heden zal de quaestie voor de Skoepsjtina worden gebracht. Een nader bericht zegt Bij de lijk schouwing is gebleken, dat de ge storven bediende leed aan nierziekte, eu dat zijoi dood veroorzaakt is door een vul van de trappen in het pa leis. Iu elk geval wordt bevestigd het laatste bericht uit Servië, dat de kroonprins niet van zijn rechten be roofd z.A worden. Di ENGELSCHE EN DUITSCHE VLOOT POLITIEK. In antwoord op hem gestelde vra gen omtrent de door Du'tschland ge geven verzekering ten opzichte der snellere afwerking van zijn vloot-pro- gram, zeide de Engelsche minister president Asquith in het Lagerhuis, dat op 10 Maart de vertrouwelijke me- dedeeling was gedaan, dat Duitsch- lai'.d niet van plan was zich te haas ten met dit program en dat dit land eerst op het einde van 1912 dertien Dreadnoughts zou bezitten. „Toen wij het laatste gedeelte van deze verklaring vergeleken met de inlichtingen, ingewonnen door de admiraliteit, kwamen wij tot de con clusie, dat deze verklaring niet doel de op kruisers en slagschepen beide, me ar de rede van minister Terpitz op 16 dezer bewees, dat de verklaring ook op de kruisers had gedoeld. Men gaf ons te verstaan, dat het feit, dat de contracten voor twee schepen, komende op het financieels jaar 1909-1910, reeds van te voren aan sommige firma's waren beloofd, geen afbreuk deed aan de vroeger afge legde verklaring omtrent deu tijd van aanbouw." De heer Asquith behield zich na dere verklaringen voor tot na afloop van het debat en de stemming op 29 Maart. ONLUSTEN IN YEMEN. Volgens een telegram, verzonden op 23 dezer, werden de Turksche troe pen, die onder bevel van generaal Zu- gvif Beztulfkel in Yemen bezet hiel den, aangevallen door den stam der Ziuariks, die met groote verliezen werd teruggeslagen. Er had een zeer hevig gevecht plaats, waarin 21 Tur ken "werden gedood en 9 gewond. DE STAKING TE PARIJS. In de wandelgangen der Fransche Kamer gaat het gerucht, dat, indien de gehate posi- en telegraaf-chef S'myan heden geen ontslag neemt, de postambtenaren de staking weer zullen hervatten. Waarschijnlijk lijkt ons dit bericht met REGEERINGSPARTIJEN IN DUITSCHLAND. 't Wil maar niet vlotten, om In den i Rijksdag ©en meerderheid te vinden voor een serie bclastingontvverpen. Voor de zoo veels te maal dreigt het regcerings-blok te scheuren. Von Bulow loopt met den lijmpot De bondsregeeringen houden vol, dat de noodige nieuwe inkomsten niet slechts door belasting der genotmid delen, welke aan massa-verbruik zijn onderworpen, zullen worden opge bracht Zij zien zoowel voor als na in een uitbreiding der belasting op de nalatenschappen den doelmaticr- sten vorm van belasting op het bezit. ARBEIDSDUUR IN DE BEL GISCHE MIJNEN. Gisterenmiddag begon de Kamer met de stemmingen in zake de debat ten over den arbeidsduur in de mij nen Zij verwierp met 70 tegen 39 stem men het voorstel der socialisten, waarin een werktijd van acht uren verlangd wordt (7 leden onthielden zich van stemming; Daarna werd bet regeeringsont- werp, dat eeu maximum arbeidsduur van 9 uren vaststelt, zonder oppositie aangenomen. CASTRO NAAR VENEZUELA. Castro is met zijn familie per snel trein uit Parijs te Bordeaux aangeko men. Aan den trein werd hij opge wacht door speciale politie. Per auto mobiel begaf hij zich naar het hotel. Dus toch naar Venezuela Of zal Castro onderweg nog van gedachten veranderen en de boot bij Trinidad verlaten Want in de gevangenis ge stopt te worden A Peperman ziet er zoo verge noegd uit. B. Ja, hij heeft ruzie gehad met zim vrouw. A En daarom ts hij in zijn schik B. Ja, zij spreekt dan niet te gen hem. Beer. Je hebt me beetgenomen. Het paard zou geen enkel gebrek heb ben Paardenhandelaar. Nu, dat heeft het ook niet. Boer En 't heeft maar één oog. Paardenhandelaar. Dat is geen gebrek maar een ongeluk. Mevrouw. Nu zijn we pas 6 maan den getrouwd en nu hou je al niet meer van me. Meneer. M'n beveling Ik ben Mevrouw. O, je behoeft hei niet te ontkennen. Je hadt, als je dat wil- fde doen gelooven, een stommer vi ouw moeten trouwen. Meneer. Nu, dat is mijn schuld niet Ik kon er geen vinden. Diof (op heeterdaad betrapt en ge arresteerd). Mooi. weer hel oude deuntje l Daar waar je de politie niet r.oodlg hebt, daar is ze altijd 1 Man (tot zijn zwaar geblankette wederhelft). Rosalie, je moet op je wangen niet zooveel vervlogen jeugd terugtooveren. Bakker, het brood dat je me gis teren gegeven hebt, was zoo hard, dat hei niet te eten was. Kind, wat praat je toch, ik bakte al brood voordat je geboren was. Juist, dan zal je me zeker g>s- teren wat van dat brood gegeven heb ben. Dokter. Hier heb je droppels, Piete's je doet het best die op bran dewijn in te nemen Pieters. Hoeveel glazen droppel, dokter Gehoord in een dorp. waar de op richting van een gasfabriek aan de orde »a Beer. Juffrouw, geeft mien twee gloeikousjes veur m'en vrouw iu de s'.ove, ik heure dat die zoo best bint. Stadsnieuws ORGELBESPELING in de Groote of St. Bavokerk te Haar lem, op Dinsdag 1 April 1909, des namiddags van 1 tot 2 uur, door den heer W Ezerman. Programma No. 1. Fantasie, J. Worp. No. 2. Andante (1ste Symphonie), Beethoven. No. 3. Sonate No. 2, A. Guilmant. a. Allegro moderato. b. Larghetto. c. Finale. No. 4. Recordare, Mozart. No. 5. Tr&umerei, R. Schumann. Kegelen. In den korps wedstrijd van het ke gelconcours te Alkmaar werden door Ilaarlemsche vereenigingen de volgen de prijzen behaald: lste prijs: Damïaten, met 300 pun ten; 2e prijs: De Tien met 299 punten. Achtenprijs, Waterpas I (11 achten). Verder behaalde „De Wijman" van Santpoort den 7en prijs met 286 pun ten en „Hout of Fout" te Overveen den 13en prijs met 276 punten. Lezing Geerling. Er wanen maar heel weinig men- schen gisteravond in 't Kroonzaaltje om te luisteren naar de voordracht van den heer T. G. Geerling. Toch was het onderwerp ook nu weer belangwekkend, n.l. Een uit stapje in de Wereldruimte. Daar de heer Geerling reeds meermalen hier ter stede een voordracht heeft gehou den over dit onderwerp, volstaan we nu met dit bericht. per Geabouneerdeu hebben het voorrecht vragen op verschillend gebied, mits voor beantwoording vatbaar, in te zenden bij de Redactie van Haarlem's Hugblad, üroote Boutstruat 55. Alle antwoorden worden geheel kosteloos gegeven en, voor zooveel mogelijk is, den dag ua de inzending Aan vragen, die niet volledig naam en woonplaat» van deu inzender vermelden, wordt geen aandacht geschonken. VRAAG. Behoort men de vrouw van een platlelands-gemeenie-sccre- taris van burgerlijke afkomst aan te spreken met „mevrouw" of kan men volstaan met „juffrouw"? ANTWOORD. Dit is een moeilijke quaestie. 't Hangt grootend eels af van de gewoonte in de omgeving. Wanneer de betrokkene daarop ge steld isJ waarom zou u haar dan den titel van mevrouw niet geven VRAAG. Tot wien moet men zich wenden, wanneer men geld heeft to vorderen van een werkman der II. IJ. S. M., die onwillig is te betalen ANTWOORD. Schrijf eens aan den chef van Jiet station, hij zai u wel kunnen inlichiea. VRAAG. Weet u ook of er in Haar< leni een inrichting bestaat waar gra tis onderwijs gegeven wordt in ue Frausche ot Duitsche taal 'l ANTWOORD. Wend u tot de Toya- bee vereeuigmg, Donkere Spaarne. VRAAG. Tot welken ouderdom trekt men uit de Ongevallenverzekering ANTWOORD. Levenslang. VRAAG. Kunt u mij meedeelen wie de eigenaars der badhotels te Scheve, hingen zij n ANTWOORD. Er zijn tal van ho tels, meest naamiooze vennootschap pen. VRAAG. Kunt u mij zeggen waar ik vetpotjes kan koopen Hoeveel kosten ze per 50 stuks Hoe moet men deze ïJIuminatieglaasjes vullen en waarmee ANTWOORD. Wend u tot den heer Van Koningsbruggen, Anegang. VRAAG. Ik heb een zoon, die voor kok opgeleid wil worden. Is er in Am- Naar het Engelsch, door Barones Orczy, 36) Toen Marie Antoinette het schavot besteeg, was zij alle vernederingen van de laatste zes weken vergeten. Terwijl Juliette tusschen twee man nen van do Nationale Garde en ge - volgd door Merlin dooi de straten ging, werd zij uitgescholden, belee- digd en mei modder gegooid. Een vrouw probeerde de soldaten weg te duwen en haar een slag in het ge laat te geven een vrouw 1 geen dertig jaar oud 1 die een bleek, vuil jongetje aan de hand meetrok. Spuw dan op die aristocraat, toe dan 1 zei de vrouw tot dit armzalig, ellendig stukje mensch, toen de sol daten haar ruw op zij duwden. Spuw dan op haar En het kind zette zijn vuile mond in de plooi om gehoor zaam aan het bevel van zijn moeder een mooi, onschuldig meisje te be vuilen. De soldaten lachten en toonden hun instemming met een beleedigenden vloek. Zelfs Merlin vergat zijn woede om van dit incident te genieten. Maar Juliette had van dit alles niets gezien. Zij liep als in een droom. De me nigte bestond niet voor haarzij hoorde noch zag iets van hetgeen om haar heen gebeurde. Zij zag de kwaadaardige, vuile gezichten niet, waarmee zij zoo nu en dan bijna in aanraking kwam zij voelde de ruwe handen van de soldaten niet, die haar door de menigte heenduwdenzij was teruggegaan naar haar eigen wereld van romantiek, waar zij al leen woonde met den man, dien zij lief had. In plaats van de vuile hui zen van Parijs, met hun eeuwig de vies van Broederschap en Gelijkheid, zag zij mooie boo men, laurier- en ro zenstruiken om haar heen, die de lucht met hun heerlijke geuren ver vulden, welluidende stemmen uit het droomenland lieten een zacht, teeder gefluister hooren, terwijl daarboven een wolklooze hemel dit aaidsch pa radijs verlichtte. Zij was gelukkig onuitspreke lijk, volmaakt gelukkig :zij had hem geréd voor de gevolgen van haar eigen snoode misdaad, en zij stond op het punt haar leven voor hem te ge ven, opdat zijn veiligheid des temeer verzekerd zou zijn. Haar liefde voor hem zou hij nooit kennennu kende hij alleen haar misdaad, maar weldra als zij ver hoord en veroordeeld werd met eenige stukjes verbrand papier en een opengeknipte brieventasch als bewij zen Tegen haar, dan zou hij weten, dat zij het op zelfbeschuldiging had toegelegd om voor hem te kunnen sterven. Daarom waren die laatste oogen- blikken nu heelemaal voor haar. Zij had het recht te denken aan die en- kale gelukkige seconden, toen zij luisterde naar de bekentenis von zijn liefde. Het was etherisch en niet ge heel en al menschelijk, maar het be stond voor haar. Zij was zijn ver eer mg geweesthij had in naar lief gehad, wat haar oprecht, haai' beter ik was. Wat laag was in haar wezen, be hoorde in werkelijkheid niet tot haar. Die afschuwelijke eed, zoo plechtig gezworen, was haar mee- uoogenLooze tyran geweest, die haar verblind had en tot de misdaad ge voerd. En zoo liet zij zich door het sanscu lotte gepeupel van Parijs sleuren en duwen, dat haar in stukken gereten zouden hebben, als zij zich daarmee niet het gemot hadden moeten ont zeggen van kaar onder de guillotine te zien sterven. Zij sleurden haar naar het Luxem burg ,eens het paleis der Medicis, het tehuis van den Grooten Monarch, nu een vervloekte, overvolle gevangenis. Het was loen zes uur in den namid dag, dus liep de gedenkwaardige dag bijna ten einde. Zij werd aan den gouverneur van de gevangenis over gegeven, een korte, gedrongen man ui een zwarten paattalon en zwart wollen shirt, met een vuile, roode muts op het hoofd, waarop aan één kant van zijn slecht onderhouden hoofd een driekleurige rozet. Hij nam haar van het hoofd tot de voeten op, loen zij door de nauwe deuropening ging eu fluisterde daar op snel Merlin toe Gevaarlijk Ja, antwoordde Merlin lakoniek. U begrijpt, voegde de gouver neur er aan toeliet is hier zoo prop vol. Wij moeten weten of er bijzonder op haar gelet moet, worden. Zeker, zei Merlin, je bent tegen over het Comité van Algemeen Wei zijn persoonlijk aansprakelijk voor haar. Mag zij bezoekers ontvangen Zeker niet, zonder speciale toe stemming van den Publieken Ver volger. Juliette hoorde dit kort ondeifroud over haar toekomstig lot. Geen bezoeker zou bij haar worden toegelaten. Dat zou misschien ook maar het beste zijn. Zij zou bang ge weest zijn om Dérouiède weer te ont moeten, bang om m zijn oogen het verhaal van zijn gestorven liefde te lezen, dat alleen haar geluk van dit moment zou kunnen verwoesten. En zij wenschte niemand te zien. Zij had maar éen herinnering om van te genieten een korte, heerlij ke herinnering. Zij bestond uit enke le woorden, een kus de laatste op haar hand, en dat hartstochtelijk gefluisterde woord, dat aan zijn lip pen ontsnapte, toen hij aan haar voe ten neerknielde Juliette I HOOFDSTUK XIX. Verwikkelingen. B ur g er-af g e v aard i gde Dérouiède was door het Comité van Algemeen Welzijn zelf ondervraagd eu vooiToo- pig weer vrij gelaten. Het korte verhoor was geheel in besloten vergadering geschied, het Parijsche volk behoefde nog niet te weten, dat zijn gunsteling onder ver denking lag. Toen hij alle vragen, die hem gesteld waren, beantwoord had, en Merlin pas teruggekeerd van ziin zendina aan de eevancenis Zijn verhaal gedaan had over de huis. zoeking in het huis van den burger afgevaardigde, werd den laatsten kortaf verteld, dat de republiek voor bet oogenblik geen grieven tegen hem had. Maar hij wist heel goed, wat dat bcteekende. Hij zou voor 't vervolg on der verdenking sta^n, onophoudelijk bewaakt worden zooals een muis door de kat, en wel overwogen zou men het oogenblik afwachten, dat ge schikt geoordeeld zou worden voor zijn val. Het onvermijdelijk verminderen van zijn populariteit zou door scher pe, jaloersche oogen gevolgd worden, en Dérouiède met zijn gvoote mou se heukeun is. wist iieel goed, dal zijn populariteit bestemd was om vroeg of laat te veruiiu<j«oeuevenals alle overdreven dingt-.u. In den korten tijd, dat zijn vijan den heui uiet rust zouden luien, zou zijn eenige gedachte eu plicht zijn, oui zijn imn-der eu \nne Mie veilig buitenslands te krijgen. En ook Hij dacht aan haar en vroeg zich af, wat er gebeurd zou zijn. Terwijl hij vlug de smalle voetbrug overging, en den anderen kant van de rivier be reikte, werkten alio gebeurtenissen van de laatste paar uren met over weldigende kracht op hem in ÏWardt vervo

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5