HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
In stormachtige Tijden.
Onze Lachhoek
Rubriek voor Vragen
FEUILLETON
VRIJDAG 26 MAART 1909
De voorgestelde wijziging der
gemeentewet.
Met onze gemeentewet, een der eer
ste vruchten van de Grondwet van
1848, is al vrij wait gesold. De wetten
uit dien tijd zijn lang niet onze
slechtste wettendoch wij leven snel,
onze toestonden veranderen telkens,
onze omstandigheden wijzigen zich
en de wetten, die onze instellingen re
gelen en beheerschen, behooren zich
daarbij aan te sluiten. Maar wij zijn
van huis uit alechte weigevers; ra
dicale hervormingen zijn ons te mach
tig en dan, waar liet bestaande niet
altijd onveranderd kan blijven, is
het einde oplappen; men komt er
nooit af en dit is een leelijk gebrek.
De wijzigingen der gemeentewet,
waar 't thans om gaat, is een herzie
ning van financieelen aard. Onder
scheidene gemeenten, met Amster
dam bovenaan, hebben financieel»
moeilijkheden van belang; kunnen
zich niet bedruipen. De oorzaken zijn
verschillend. Men zoeke ze vooreerst
in de mind ear gunstige tijdsomstan
digheden, de mindere draagkracht
van het volk. Daarbij komt de sterke
uitbreiding van sommige plaatsen,
tengevolge waarvan de gemeentebe
sturen zich voor openbare werken
aanzienlijke offers moesten getroos
ten, zonder dat evenredige inkomsten
daar tegenover stonden. Ten slotte
kwam, vooral in de laatste jaren, de
rijkswetgever met tal van nieuwe web
ten aandragen, alle bijzondere ver
plichtingen leggende op de schouders
der gemeentebesturen, ook al zonder
geheel daaraan geëvenredigde vergoe
ding.
Toen de klachten over den finan
cieelen nood steeds toenamen, kwam
men op den inval, eens een Staats
commissie van onderzoek te benoe
men, al zoo ook in deze volgende den
meer en meer gebruikeiijken weg.
Met zoo'n Commissie wil men er
nog wel eens af wezenmaar in dit
geval ging bet toch niet. Er moet
verandering komen, en zóó is dan nu
een wetsontwerp ingediend, het ge
meentelijk belastingwezen rakende,
een weinig op Pruisische leest ge
schoeid en dat tamelijk overeenstemt
met de voorstellen, door de bedoelde
Staatscommissie gedaan.
De hoofdtrekken der gemeentelijke
huishouding, wat de middelen en in
komsten betreft, zijn vrij algemeen
bekend. Sedert, nu lang geleden, de
plaatselijke accijnzen in nagenoeg
alle gemeenten zijn afgeschaft, komt
de opbrengst der personeele belasting
voor het grootste gedeelte aan de ge
meenten. Het rijk keert, een zeer een
voudige wij2» van doen, dat deel aan
de gemeenten uit, evenals de opcen
ten, die de meeste gemeenten, krach
tens de wet, op de hoofdsom van
grondbelasting en personeele belas
ting heffen. Verder is ook nog, dooi
de wet van 1897, aan de gemeenten
eene uitkeering verzekerd, met het
oog op de kosten, ten laste der ge
meentelijke huishouding komende in
gevolge de Rijkswetten.
Verder moet de gemeente door
eigen belastingheffing in eigen
derhoud voorzien. Tot dusver was zij
echter in de keuze der middelen vrij
beperkt; vandaar dat de Staatscom
missie voorstelde om aan de gemeen
tebesturen de bevoegdheid te geven,
andere en meerdere belastingen te
heffen dan volgens de tegenwoordige
wet mogelijk is. Of dit een afdoend
middel zal blijken schijnt de Re<
ring, naar de memorie van toelich
ting te oordeelen, zelf te betwijfelen
maar de toestand der geldmiddelen
van het Rijk is thans ook niet zoo
hijzonder gunstig. Vandaar dat men
zich in hoofdzaak bij de voorstellen
der Commissie beeft aangesloten. Het
voorstel zal ongetwijfeld worden
aangenomen, want de nood dringt en
wij kunnen dus alleen hopen, dat de
wijziging menige gemeente verlich
ting van druk zal brengen. Den be
lastingschuldige zal zij het vermoede,
lijk niet, hetgeen trouwens geen be
zwaar is, mits de op te brengen
gelden zooveel mogelijk naar ieders
draagkracht worden verdeeld.
Tegenwoordig mag de gemeente
geene andere belastingen heffen, dan
die met name in de wet zijn aange
duid. Van de ongebouwde eigendom
men kunnen slechts tien opcenten op
de hoofdsom der grondbelasting wor
den geheven. Van de gebouwde veer
tig. Dat was reeds in 1851 zoo en het
is nooit veranderd. Van hetgeen door
de gemeente door hare openbare wer
ken enz. in bet belang dier eigendom
men wordt gedaan, komt echter niets
in den eenen of anderen vorm als bij
drage terug. Het gebeurt, dat voor
heen waardelooze gronden door de
uitbreiding der gemeente een waar
devol bezit worden en de eigenaar
plukt dan, bij verkoop, de vruchten
van iets, waarvoor hij niets heeft ge
daan dan vasthouden. De ge
meente kan daarvan echter in geen
enkel opzicht eenig voordeel genie
ten, ai heeft zij als een gevolg van die
uitbreiding zich menig offer moeten
getroosten.
Men wenscht dus in de eerste plaats
de mogelijkheid te openen, om van
het vaste goed eenige vergoeding te
vorderen voor de diensten, waardoor
het wordt gebaat of voor de lasten,
die het voor de gemeente mede
brengt, doch de Regeering acht het
billijk, zich daartoe niet te bepalen.
Zij wenscht hetzelfde beginsel toe te
passen op de bedrijven. Voor een
groot deel ziet dit op plaatsen, waar
fabrieken en groote werkplaatsen ge
vestigd zijn. De kosten der onder
scheidene gemeente-instellingen zul
len daar allicht hooger wezen dan in
andere plaatsen. Men denke b.v. aan
die der armenzorg, de politie, het
ambachtsonderwijs, wellicht ook de
brandweer, enz.
Het getal opcenten, dat de gemeen
te op de personeele belasting mag
heffen, is onbepaald; maar er zijn
natuurlijke grenzen, die men niet
straffeloos overschrijden kan. Voert
men die opcenten al te hoog op, dan
drukt men vooral den middenstand,
en een gevolg van een en ander is,
dat de zoogenaamde plaatselijke di
recte belasting veelal hei. zwaarte
punt der gemeentebelasting gewor
den Is. Den piaatselijken wetgever zijn
daarbij echter ook alweer de handen
gebonden. Slechts natuurlijke
personen kunnen worden aangesla
gen, geene maainiooze vennootschap
pen of andere rechtspersonen,
welker winsten toch vaak banen de
gemeente genoten worden.
Dan hebben wij verder nog onze
zoogenaamde forensen-quaestie. Deze
heeft betrekking op personen, welke
htm beroep of bedrijf in de gemeente
hebben, doch elders verblijven. Deze
kunnen slechts naar een derde van
hun inkomen worden aangeslagen.
Toch komt liet vaak voor, dat zij in
de gemeente, waar het bedrijf geves
tigd is, hun geheele inkomen ver
werven, soms door de exploitatie
eoner fabriek, met een groote arbei
dersbevolking, die de kosten der ge
meentelijke huishouding verhoogt.
Ook hierin moet worden voorzien.
Het ontwerp, aan al die bezwaren
trachtende te gemoet te komen,
geeft aan de gemeentebesturen de be
voegdheid om ook andere belastin
gen te heffen dan de met name in de
wet genoemdewaarbij de Regee
ring vooral schijnt gedacht te hebben
aan rechten op den verkoop in het
klein, van artikelen van verbruik,
zooalsbier, wijn, limonade, wild,
en dergelijke zakenwaarvan som
mige reeds door accijnzen getroffen
zijn. Natuurlijk zal dit middel ba-
Moge dit verhinderd worden!
Gelukkig is er in de£e misère weer
eeu groot lichtpunt. Stel, dat het
moedelijk vooraj toepassing vinden lu6schen Servië en het O.-H. rijk tot
waar veel vreemdelingenverkeer is. een wapengeweld komt, zal het dan
Misschien is dit juist een reden om tusschen deze twee (of drie, want
wat voorzichtig to weren, daar hot I
zeer zeker niet op onzen weg ligt, om e6ll Europeesche oorlog gevreesd,
het vreemdelingenverkeer tegen te maar dat gevaar <s nu gelukkig veel
gaan. Veeleer behooren wij het door verminderd. Rusland heeft den eerst
aan Servië toegezegden gewapenden
steun weer opgezegd, maar na dien
zwaarlijk door alle gemeenten, kun
nen worden aangegrepen, maar ver-
alle geoorloofde middelen aan te moe-1
■dagen en te bevorderen.
W.
bleef het een tweeslachtige houding
aannemen. Europa wist niet, wat 't
aan Rusland had
Aan dezen gevaarlijken toestand is
nu een einde gekomen. De Duitsche
IS DE OORLOG NABIJ? keizer heeft rechtstreeks een brief
T. aai» den Tsaar gericht/ waarin Z. M.
pit ^.erves hoofdstad wordt ge- ei. op aantjringt, dat Rusland den
seind de oorlog is nabij.....laatsten twijfel over zijn bedoelingen
duitenlandsch Overzicht
Een weinig bemoedigende tijding 1
Toch vleien we ons met de hoop, dat
men in Belgrado den toestand al te
duister inziet. Horatius leerde al „nil
despéraJidum" „men moet aan
niets wanhopen", dus óók niet aan
hit Balkanprobleem! 't Oorlogsge
vaar heeft al zóó dikwijls gespookt,
en 't toen bij dreigen gelaten, dat
we ons niet meer gauw laten bang
maken.
He. kan evenwel «tiet ontkend wor
den, dat de verhoudingen in de
laatste dagen spannend zijn gewor
den. Daarbij komt, dat het probleem
nu in een stadium gekomen is, dat
de oplossing moet komen. De be
slissing OORLOG OF VREDE moet
vallen 1
Oostenrijk-Hongarije is eindelijk
het dreigen van Servië moe. In diplo
matieke taal wordt gezegd „Servië,
zeg nu maar of je vechten wil of
nietlanger wachten verveelt ons".
Enkele dagen geleden zei de minister
president van Oostenrijk nog „wij
hebben Servië een laatste gelegen
heid gegeven, om zijn vlag voor de
onze te strijken."
Maarzal Servië dit doen
Zooals de zaken nu staan is daarop
weinig kans. De dubbel-monarchie
eischt van Servië meer dan het wil
gever.. Allereerst afzien van alle aan
spraken op Bosnië en Herzegowina,
ten tweede alle oorlogstoebereidselen
afbreken en de legers naar huis zen
den, en ten derde een verklar'ng af
leggen, dat het 'n de eerste jaren
geen nieuwe oorlogstoebereidselen zal
nemen
Deze drie eischen zijn inderdaad
vecleisehehd De eerste eisch is
zwaar, de tweede zwaarder en de
dei de 't zwaarst, want daardoor zou
Servië een soort voogdschap van het
O.-H. rijk toelaten, daar het door d'it
zonderlinge verdrag aan handen en
voeten gebonden zou zijn.
De Serviërs denken er dan ook niet
over om deze eischen van de mo
narchie in te willigen. Wanneer daar-
vtn dan ook alleen de beslissing over
de vraag oorlog of vrede zou afhan
gen, dan was een oorlog zeker. Ge
lukkig is er nog een weg, die uit
komst kan geven 1
Dat is de tusschenkomst der mo
gendheden, die hun bemiddeling heb
ben aangeboden. Engeland is de ge
machtigde der andere naties, om een
vergelijk te bewerken. Deze bemidde-
la.r r heeft evenwel geen gemakkelijke
taak, want Oostenrijk-Hongarije is
geenszins van plan iets van zijne
eischen te laten vallen, en Servië
weigert deze eischen aan te nemen.
Vooral de monarchie wil van geen
terugwijken meer weten. De minister
van buiten landsche zaken, baron Von
Aehrenthal, de leider van de Balkan-
politiek, zei „wij zijn te ver gegaan,
hebben te veel maatregelen genomen
en kosten gemaakt, dan dat we ons
nu met eeu schikking tevreden kun
nen stellen. Neen, nu moeten we van
Servië een zeer beslist antwoord heb
ben, waardoor de rust in den Balkan
voor jaren kan weerkeeren."
De Engelsche diplomaten zoeken
nog naax de tooverformule, die èn
Servië èn Oostenrijk-Hongarije zal
n.oeten bevredigen. We wenschen
hen succès. maar
Merkwaardig is, dat overal in
Europa zoo hoog wordt opgeheven
over den lieven vrede. Elke minister
of volksvertegenwoordiger heeft ver
zekerd, dat hij niets liever zou willen
dan den vrede bevorderen. We geioo-
ven 't graag, doch een feit is, dat geen
van allen iets voor de bevordering
van den vrede wil opofferen. Als door
al zulke vredes-gezindheid maar niet
juist een oorlog bewerkt wordt
Wanneer Europa er niet in slaagt,
om de twistende landen weer tot el
kaar te brengen, ziet 't er treurig uit
D m vreezen we inderdaad een oor
log 1 Vermoedelijk zal de loop der
gebeurtenissen dan zijn, dat Oosten
rijk-Hongarije Serviè alleen en voor
din laatsten keer voor de keus zet
onze eischen inwilligen of niet.
Is 't bescheid neen, dan zullen de
kanonnen aan 't woord komen.
bet Balkan-probleem zal wegne
men. 't Antwoord van den Tsaar was:
Rusland stemt toe 'a de definitieve
erkenning van de annexatie van Bos
nië en Herzegowina door Oostenrijk-
Hongarije en zal 2ich aansluiten bij
de stappen der mogendheden te Bel
grado."
Europa is dus niet langer ver
deeld. Wanneer Servië en Oostenrijk-
Hongarije nu maar beiden bereid wa
ren iets toe te geven, zou er ongetwij
feld een overeenkomst te treffen zijn.
In afwachting daarvan duren de
oorlogstoebereidselen onverminderd
voort. Ziehier eenige oorlogsberich
ten
Het Servische en Montenegrijnsche
leger is geheel gemobiliseerd en uit
gerust.
Te Belgrado wordt een extra trein
onder stoom gehouden, om de ko
ninklijke familie bij het eerste fee-
ken van gevaar naar N'sch te bren
gen.
De schatkist en andere staatsgel
den ziin van Belgrado naar Alexinatz
overgebracht.
Vijftien duizend Russische vrijwil
ligers hebben hun diensten aan Ser
vië aangeboden.
Roemenie neemt maatregelen om
zijn neutraliteit te handhaven en
vei zamelt troepen aan de Servische
grens.
Te N'isch en Gragujewatz hebben
gisteren oorlogsmeetings plaats ge
had, waarbij een aantal bisschoppen
•n talrijke officieren tegenwoordig
varen. Verschillende priesters hiel-
Len vlammende toespraken en pre
dikten den heiligen oorlog.
EEN VREEMDE HOUDING VAN
DKN SERVISCH EN KROONPRINS.
Het is al lang bekend, dat de 21-ja-
rige jongeling een lawaaimaker is,
die belust is op zonderlinge avontu
ren. Nu doen evenwei heel vreemde
geiuchten de ronde. -
Het staat vast, dat verleden week
een bediende van den kroonprins
werd opgenomen in het hospitaal,
lijdende aan ernstige inwendige
kwetsuren, en dat hij na de operatie
stierf. In de pers werden sedert be
richten opgenomen, waarin de ver
denking werd uitgesproken, dat de
kroonprins de dood van den bediende
veroorzaakt heeft.
De prins ontkende alle schuld. Hij
zond aan den minister-president een
brief, waarin hij mededeelde liever
afstand te willen doen van zijn rech-
u op den troon, dan te worden ver
dacht van moord. Ook gaf hij het
voornemen te kennen een jaar bui
tenslands te willen reizen.
De minister-president deelde dit on
middellijk aan het kabinet mede, dat
de zaak behandelde, onder leiding
vin den koning.
Heden zal de quaestie voor de
Skoepsjtina worden gebracht.
Een nader bericht zegt Bij de lijk
schouwing is gebleken, dat de ge
storven bediende leed aan nierziekte,
eu dat zijoi dood veroorzaakt is door
een vul van de trappen in het pa
leis.
Iu elk geval wordt bevestigd het
laatste bericht uit Servië, dat de
kroonprins niet van zijn rechten be
roofd z.A worden.
Di ENGELSCHE EN DUITSCHE
VLOOT POLITIEK.
In antwoord op hem gestelde vra
gen omtrent de door Du'tschland ge
geven verzekering ten opzichte der
snellere afwerking van zijn vloot-pro-
gram, zeide de Engelsche minister
president Asquith in het Lagerhuis,
dat op 10 Maart de vertrouwelijke me-
dedeeling was gedaan, dat Duitsch-
lai'.d niet van plan was zich te haas
ten met dit program en dat dit land
eerst op het einde van 1912 dertien
Dreadnoughts zou bezitten.
„Toen wij het laatste gedeelte van
deze verklaring vergeleken met de
inlichtingen, ingewonnen door de
admiraliteit, kwamen wij tot de con
clusie, dat deze verklaring niet doel
de op kruisers en slagschepen beide,
me ar de rede van minister Terpitz
op 16 dezer bewees, dat de verklaring
ook op de kruisers had gedoeld.
Men gaf ons te verstaan, dat het
feit, dat de contracten voor twee
schepen, komende op het financieels
jaar 1909-1910, reeds van te voren aan
sommige firma's waren beloofd, geen
afbreuk deed aan de vroeger afge
legde verklaring omtrent deu tijd van
aanbouw."
De heer Asquith behield zich na
dere verklaringen voor tot na afloop
van het debat en de stemming op 29
Maart.
ONLUSTEN IN YEMEN.
Volgens een telegram, verzonden op
23 dezer, werden de Turksche troe
pen, die onder bevel van generaal Zu-
gvif Beztulfkel in Yemen bezet hiel
den, aangevallen door den stam der
Ziuariks, die met groote verliezen
werd teruggeslagen. Er had een zeer
hevig gevecht plaats, waarin 21 Tur
ken "werden gedood en 9 gewond.
DE STAKING TE PARIJS.
In de wandelgangen der Fransche
Kamer gaat het gerucht, dat, indien
de gehate posi- en telegraaf-chef
S'myan heden geen ontslag neemt,
de postambtenaren de staking weer
zullen hervatten.
Waarschijnlijk lijkt ons dit bericht
met
REGEERINGSPARTIJEN IN
DUITSCHLAND.
't Wil maar niet vlotten, om In den
i Rijksdag ©en meerderheid te vinden
voor een serie bclastingontvverpen.
Voor de zoo veels te maal dreigt het
regcerings-blok te scheuren. Von
Bulow loopt met den lijmpot
De bondsregeeringen houden vol,
dat de noodige nieuwe inkomsten niet
slechts door belasting der genotmid
delen, welke aan massa-verbruik zijn
onderworpen, zullen worden opge
bracht Zij zien zoowel voor als na
in een uitbreiding der belasting op
de nalatenschappen den doelmaticr-
sten vorm van belasting op het bezit.
ARBEIDSDUUR IN DE BEL
GISCHE MIJNEN.
Gisterenmiddag begon de Kamer
met de stemmingen in zake de debat
ten over den arbeidsduur in de mij
nen
Zij verwierp met 70 tegen 39 stem
men het voorstel der socialisten,
waarin een werktijd van acht uren
verlangd wordt (7 leden onthielden
zich van stemming;
Daarna werd bet regeeringsont-
werp, dat eeu maximum arbeidsduur
van 9 uren vaststelt, zonder oppositie
aangenomen.
CASTRO NAAR VENEZUELA.
Castro is met zijn familie per snel
trein uit Parijs te Bordeaux aangeko
men. Aan den trein werd hij opge
wacht door speciale politie. Per auto
mobiel begaf hij zich naar het hotel.
Dus toch naar Venezuela Of zal
Castro onderweg nog van gedachten
veranderen en de boot bij Trinidad
verlaten Want in de gevangenis ge
stopt te worden
A Peperman ziet er zoo verge
noegd uit.
B. Ja, hij heeft ruzie gehad met
zim vrouw.
A En daarom ts hij in zijn
schik
B. Ja, zij spreekt dan niet te
gen hem.
Beer. Je hebt me beetgenomen.
Het paard zou geen enkel gebrek heb
ben
Paardenhandelaar. Nu, dat heeft
het ook niet.
Boer En 't heeft maar één oog.
Paardenhandelaar. Dat is geen
gebrek maar een ongeluk.
Mevrouw. Nu zijn we pas 6 maan
den getrouwd en nu hou je al niet
meer van me.
Meneer. M'n beveling Ik ben
Mevrouw. O, je behoeft hei niet
te ontkennen. Je hadt, als je dat wil-
fde doen gelooven, een stommer
vi ouw moeten trouwen.
Meneer. Nu, dat is mijn schuld
niet Ik kon er geen vinden.
Diof (op heeterdaad betrapt en ge
arresteerd). Mooi. weer hel oude
deuntje l Daar waar je de politie niet
r.oodlg hebt, daar is ze altijd 1
Man (tot zijn zwaar geblankette
wederhelft). Rosalie, je moet op je
wangen niet zooveel vervlogen jeugd
terugtooveren.
Bakker, het brood dat je me gis
teren gegeven hebt, was zoo hard, dat
hei niet te eten was.
Kind, wat praat je toch, ik
bakte al brood voordat je geboren
was.
Juist, dan zal je me zeker g>s-
teren wat van dat brood gegeven heb
ben.
Dokter. Hier heb je droppels,
Piete's je doet het best die op bran
dewijn in te nemen
Pieters. Hoeveel glazen
droppel, dokter
Gehoord in een dorp. waar de op
richting van een gasfabriek aan de
orde »a
Beer. Juffrouw, geeft mien twee
gloeikousjes veur m'en vrouw iu de
s'.ove, ik heure dat die zoo best bint.
Stadsnieuws
ORGELBESPELING
in de Groote of St. Bavokerk te Haar
lem, op Dinsdag 1 April 1909, des
namiddags van 1 tot 2 uur, door den
heer W Ezerman.
Programma
No. 1. Fantasie, J. Worp.
No. 2. Andante (1ste Symphonie),
Beethoven.
No. 3. Sonate No. 2, A. Guilmant.
a. Allegro moderato.
b. Larghetto.
c. Finale.
No. 4. Recordare, Mozart.
No. 5. Tr&umerei, R. Schumann.
Kegelen.
In den korps wedstrijd van het ke
gelconcours te Alkmaar werden door
Ilaarlemsche vereenigingen de volgen
de prijzen behaald:
lste prijs: Damïaten, met 300 pun
ten; 2e prijs: De Tien met 299 punten.
Achtenprijs, Waterpas I (11 achten).
Verder behaalde „De Wijman" van
Santpoort den 7en prijs met 286 pun
ten en „Hout of Fout" te Overveen
den 13en prijs met 276 punten.
Lezing Geerling.
Er wanen maar heel weinig men-
schen gisteravond in 't Kroonzaaltje
om te luisteren naar de voordracht
van den heer T. G. Geerling.
Toch was het onderwerp ook nu
weer belangwekkend, n.l. Een uit
stapje in de Wereldruimte. Daar de
heer Geerling reeds meermalen hier
ter stede een voordracht heeft gehou
den over dit onderwerp, volstaan we
nu met dit bericht.
per
Geabouneerdeu hebben het voorrecht
vragen op verschillend gebied, mits voor
beantwoording vatbaar, in te zenden bij de
Redactie van Haarlem's Hugblad, üroote
Boutstruat 55.
Alle antwoorden worden geheel kosteloos
gegeven en, voor zooveel mogelijk is, den
dag ua de inzending
Aan vragen, die niet volledig naam en
woonplaat» van deu inzender vermelden,
wordt geen aandacht geschonken.
VRAAG. Behoort men de vrouw
van een platlelands-gemeenie-sccre-
taris van burgerlijke afkomst aan te
spreken met „mevrouw" of kan men
volstaan met „juffrouw"?
ANTWOORD. Dit is een moeilijke
quaestie. 't Hangt grootend eels af
van de gewoonte in de omgeving.
Wanneer de betrokkene daarop ge
steld isJ waarom zou u haar dan den
titel van mevrouw niet geven
VRAAG. Tot wien moet men zich
wenden, wanneer men geld heeft to
vorderen van een werkman der II. IJ.
S. M., die onwillig is te betalen
ANTWOORD. Schrijf eens aan den
chef van Jiet station, hij zai u wel
kunnen inlichiea.
VRAAG. Weet u ook of er in Haar<
leni een inrichting bestaat waar gra
tis onderwijs gegeven wordt in ue
Frausche ot Duitsche taal 'l
ANTWOORD. Wend u tot de Toya-
bee vereeuigmg, Donkere Spaarne.
VRAAG. Tot welken ouderdom trekt
men uit de Ongevallenverzekering
ANTWOORD. Levenslang.
VRAAG. Kunt u mij meedeelen wie
de eigenaars der badhotels te Scheve,
hingen zij n
ANTWOORD. Er zijn tal van ho
tels, meest naamiooze vennootschap
pen.
VRAAG. Kunt u mij zeggen waar
ik vetpotjes kan koopen Hoeveel
kosten ze per 50 stuks Hoe moet men
deze ïJIuminatieglaasjes vullen en
waarmee
ANTWOORD. Wend u tot den heer
Van Koningsbruggen, Anegang.
VRAAG. Ik heb een zoon, die voor
kok opgeleid wil worden. Is er in Am-
Naar het Engelsch, door
Barones Orczy,
36)
Toen Marie Antoinette het schavot
besteeg, was zij alle vernederingen
van de laatste zes weken vergeten.
Terwijl Juliette tusschen twee man
nen van do Nationale Garde en ge -
volgd door Merlin dooi de straten
ging, werd zij uitgescholden, belee-
digd en mei modder gegooid. Een
vrouw probeerde de soldaten weg te
duwen en haar een slag in het ge
laat te geven een vrouw 1 geen
dertig jaar oud 1 die een bleek,
vuil jongetje aan de hand meetrok.
Spuw dan op die aristocraat, toe
dan 1 zei de vrouw tot dit armzalig,
ellendig stukje mensch, toen de sol
daten haar ruw op zij duwden. Spuw
dan op haar En het kind zette zijn
vuile mond in de plooi om gehoor
zaam aan het bevel van zijn moeder
een mooi, onschuldig meisje te be
vuilen.
De soldaten lachten en toonden hun
instemming met een beleedigenden
vloek. Zelfs Merlin vergat zijn woede
om van dit incident te genieten.
Maar Juliette had van dit alles
niets gezien.
Zij liep als in een droom. De me
nigte bestond niet voor haarzij
hoorde noch zag iets van hetgeen om
haar heen gebeurde. Zij zag de
kwaadaardige, vuile gezichten niet,
waarmee zij zoo nu en dan bijna in
aanraking kwam zij voelde de ruwe
handen van de soldaten niet, die haar
door de menigte heenduwdenzij
was teruggegaan naar haar eigen
wereld van romantiek, waar zij al
leen woonde met den man, dien zij
lief had. In plaats van de vuile hui
zen van Parijs, met hun eeuwig de
vies van Broederschap en Gelijkheid,
zag zij mooie boo men, laurier- en ro
zenstruiken om haar heen, die de
lucht met hun heerlijke geuren ver
vulden, welluidende stemmen uit het
droomenland lieten een zacht, teeder
gefluister hooren, terwijl daarboven
een wolklooze hemel dit aaidsch pa
radijs verlichtte.
Zij was gelukkig onuitspreke
lijk, volmaakt gelukkig :zij had hem
geréd voor de gevolgen van haar
eigen snoode misdaad, en zij stond op
het punt haar leven voor hem te ge
ven, opdat zijn veiligheid des temeer
verzekerd zou zijn.
Haar liefde voor hem zou hij nooit
kennennu kende hij alleen haar
misdaad, maar weldra als zij ver
hoord en veroordeeld werd met eenige
stukjes verbrand papier en een
opengeknipte brieventasch als bewij
zen Tegen haar, dan zou hij weten,
dat zij het op zelfbeschuldiging had
toegelegd om voor hem te kunnen
sterven.
Daarom waren die laatste oogen-
blikken nu heelemaal voor haar. Zij
had het recht te denken aan die en-
kale gelukkige seconden, toen zij
luisterde naar de bekentenis von zijn
liefde. Het was etherisch en niet ge
heel en al menschelijk, maar het be
stond voor haar. Zij was zijn ver
eer mg geweesthij had in naar lief
gehad, wat haar oprecht, haai' beter
ik was.
Wat laag was in haar wezen, be
hoorde in werkelijkheid niet tot
haar. Die afschuwelijke eed, zoo
plechtig gezworen, was haar mee-
uoogenLooze tyran geweest, die haar
verblind had en tot de misdaad ge
voerd.
En zoo liet zij zich door het sanscu
lotte gepeupel van Parijs sleuren en
duwen, dat haar in stukken gereten
zouden hebben, als zij zich daarmee
niet het gemot hadden moeten ont
zeggen van kaar onder de guillotine
te zien sterven.
Zij sleurden haar naar het Luxem
burg ,eens het paleis der Medicis, het
tehuis van den Grooten Monarch, nu
een vervloekte, overvolle gevangenis.
Het was loen zes uur in den namid
dag, dus liep de gedenkwaardige dag
bijna ten einde. Zij werd aan den
gouverneur van de gevangenis over
gegeven, een korte, gedrongen man
ui een zwarten paattalon en zwart
wollen shirt, met een vuile, roode
muts op het hoofd, waarop aan één
kant van zijn slecht onderhouden
hoofd een driekleurige rozet.
Hij nam haar van het hoofd tot de
voeten op, loen zij door de nauwe
deuropening ging eu fluisterde daar
op snel Merlin toe
Gevaarlijk
Ja, antwoordde Merlin lakoniek.
U begrijpt, voegde de gouver
neur er aan toeliet is hier zoo prop
vol. Wij moeten weten of er bijzonder
op haar gelet moet, worden.
Zeker, zei Merlin, je bent tegen
over het Comité van Algemeen Wei
zijn persoonlijk aansprakelijk voor
haar.
Mag zij bezoekers ontvangen
Zeker niet, zonder speciale toe
stemming van den Publieken Ver
volger.
Juliette hoorde dit kort ondeifroud
over haar toekomstig lot.
Geen bezoeker zou bij haar worden
toegelaten. Dat zou misschien ook
maar het beste zijn. Zij zou bang ge
weest zijn om Dérouiède weer te ont
moeten, bang om m zijn oogen het
verhaal van zijn gestorven liefde te
lezen, dat alleen haar geluk van dit
moment zou kunnen verwoesten.
En zij wenschte niemand te zien.
Zij had maar éen herinnering om
van te genieten een korte, heerlij
ke herinnering. Zij bestond uit enke
le woorden, een kus de laatste
op haar hand, en dat hartstochtelijk
gefluisterde woord, dat aan zijn lip
pen ontsnapte, toen hij aan haar voe
ten neerknielde
Juliette I
HOOFDSTUK XIX.
Verwikkelingen.
B ur g er-af g e v aard i gde Dérouiède
was door het Comité van Algemeen
Welzijn zelf ondervraagd eu vooiToo-
pig weer vrij gelaten.
Het korte verhoor was geheel in
besloten vergadering geschied, het
Parijsche volk behoefde nog niet te
weten, dat zijn gunsteling onder ver
denking lag. Toen hij alle vragen, die
hem gesteld waren, beantwoord had,
en Merlin pas teruggekeerd van
ziin zendina aan de eevancenis
Zijn verhaal gedaan had over de huis.
zoeking in het huis van den burger
afgevaardigde, werd den laatsten
kortaf verteld, dat de republiek voor
bet oogenblik geen grieven tegen hem
had. Maar hij wist heel goed, wat dat
bcteekende. Hij zou voor 't vervolg on
der verdenking sta^n, onophoudelijk
bewaakt worden zooals een muis
door de kat, en wel overwogen zou
men het oogenblik afwachten, dat ge
schikt geoordeeld zou worden voor
zijn val.
Het onvermijdelijk verminderen
van zijn populariteit zou door scher
pe, jaloersche oogen gevolgd worden,
en Dérouiède met zijn gvoote mou
se heukeun is. wist iieel goed, dal zijn
populariteit bestemd was om vroeg of
laat te veruiiu<j«oeuevenals alle
overdreven dingt-.u.
In den korten tijd, dat zijn vijan
den heui uiet rust zouden luien, zou
zijn eenige gedachte eu plicht zijn,
oui zijn imn-der eu \nne Mie veilig
buitenslands te krijgen.
En ook
Hij dacht aan haar en vroeg zich
af, wat er gebeurd zou zijn. Terwijl
hij vlug de smalle voetbrug overging,
en den anderen kant van de rivier be
reikte, werkten alio gebeurtenissen
van de laatste paar uren met over
weldigende kracht op hem in
ÏWardt vervo