Onze Lachhoek florissant rijm-. Bovendien meent hij ook, dat het koopem van boomen veel voordeeliger ls, dan dat men «e krijgt van een eigen kweekerij. De heer TJEENK WILLINK vraagt waarom men het oog heeft geslagen op zulk een waardevol terrein, dat nu lijn geld opbrengt en later als bouwterrein kan uitgegeven worden. Daar de heer Springer den grond aan de Kleverlaan geen idealen grond acht, kan spr. zijn stem niet aan het voorstel van B. en W. geven. De heer KRELAGE meent, dat dit voorstel van B. en W. volgt uit vroe ger genomen beslissing. Daarom be vreemdt spr. de principieele bestrij ding. Overigens beoogt het voorstel geon nieuwe zaak, doch slechts een uitbreiding van een bestaande inrich ting. 8 per. zal gaarne voor het voor stel van B. en W. stemmen. De heer VAN LIJNDEN ls het er mee eens, dat de «aak reeds lang uit gemaakt Is. De heer VAN DE KAMP is H daar mee niet eens. Men heeft alleen een voorstel van den heer Rrelage aan genomen om B. en W. uit te noodigen voorstellen te doen voor een boom- kwee ker ij; maar nu komt er een Cen trale Schooltuin bij. Hoeveel «al dde kosten? Spr. is anders huiverig om met gemeentelijke exploitatie mee te gaan. De heer THIEL antwoordt, dat de schooltuin met 100 ruim bekostigd is. Overigens merkt hij op, dat bet feit, dat de gelden niet gevoteerd zijn, den heer v. d. Kamp ndet het recht geeft terug te komen op de taak aedf. De VOORZITTER merkt op, dat èn de heer De Breuk èn de heer Springer sinds 1902 consequent gebleven zijn en hun meening hebben gehandhaafd. De voornaamste reden van het voor stel is, dat de boomen bij 't transport veel te lijden kunnen hebben. Wat de waarde der terreinen be treft, gelooft spr. ook niet, dat de grond daar zooveel waard is. Dat de zaak kosten met «ich zal brengen, ont kent spr. niet. Maar andere plaatsen hebben zich die kosten ook getroost. De heer Modoo pleitte indertijd voor één inrichting. Die heeft men nu. Se dert sprekers komst in de gemeente, heeft hij 't steeds gehoord: Burge meester, de grond voor de kweekerij is te klein. Andere geschikte terreinen voor de kweekerij kent spr. niet. Do heer Rinkema vreesde voor uit breiding van dezen tak van dienst. Daarop kan spr. niets anders zeggen, dan: B. en W. zijn uitgenoodigd met plannen te komen. Dat de zaak reeds uitgemaakt is, als de heer Van Lijn den meent, geeft spr. niet toe. Ten slotte verzekert spr., dat die hoeren Springer en de Directeur van' Openbare Werken van oordeel zijn, dat de zaak geen flnancdeele surprises zal brengen. De heer VAN LIJNDEN weet niet onder welken Burgemeester de zaak der kweekerij is uitgemaakt; mis schien wel onder Burgemeester Ior- dens. De heer THIJSSEN is er tegen, dat de schooltuin, onvoorbereid en on- toegelicht, aan de zaak der kweekerij wordt gekoppeld. Wat bedoelt men daarmee? Spr. vraagt inlichtingen omtrent grootte, kosten, wie er van zullen profiteeren. De VOORZITTER herinmteit er aan, dat deze aangelegenheid reeds uit 1903 dagteekemt. De aanleiding was, dat Dr. Greshoff vroeg om een tuintje op het Prinsenhof. De hearen behoe ven zich niet ongerust te maken over de kosten. De heer LASSCHUIT zou eerst het uitbreidingsplan voor de gronden aan de Kleverlaan willen doen vaststellen. Dan kan men oordeelen over de waar de van den grond en zich beter de zaak voorstellen. Spreker maakt daarvan een voor stel, ook in verband met de mogelijke verbreeding van de Kleverlaan. Spr. wil de zaak niet op de lange baan schuiven. Integendeel wil spr. een mogelijke belemmering wegnemen. De VOORZITTER ie bevreesd, dat dit denkbeeld een kapstok is, waar aan het plan lang zal opgehangen blijven. De heer MODOO zegt, dat de ge- flachtengang van den heer Lasschuit Juist is. Eerst de plaats der kweekerij en dan het uitbreidingsplan vaststel len is liet paard achter den wagen spannen. De heer VAN DE KAMP meent, dat oponthoud niet noodig is. Zal men lu ier volgens het uitbreidingsplan den grond noodig hebben, don haalt men de boompjes er uit en zet ze een eind je verder. Het voorstel-Lasschuit wordt ver worpen. Voor waren de hoeren Welsenaair, Thijssen, Lasschuit, GravesteLn, de Braai, Seignette, Loomeijor, Willink, Visser en Modoo. Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen met 17 tegen 10 stemmen. Tegen waren de hoeren Rinkema, Welsemaar, Kruseman, de Braai, de Breuk, Loomeijer, Willink en Modoo. PUNT 6. Bij den Raad ls door de afd. Haar lem van den Vrouwenbond ter verhoo ging van het zedelijk bewustzijn een adres ingediend om de kermis af te schaffen. Adressen van adhaesie inet dit adres zijn ingediend door de ker keraden van de Herv. Gemeente, de Evang. Luth. Gemeente en de Gere formeerde kerken A, B en C door de Vereenlging ter behartiging der belangen van jonge meisjes, de af- dealing Haarlem van de Nationale Christen- Geheel -onthouders-vereeni- ging, de Vereenlging Christelijk Te- huls voor militairen, de Vereeniging tor verbreiding der waarheid, de afd. Haarlem van don Ned. Christ Geheel onthouder sbond, de Stads Evangeli satie ,,Jeruël", de HaarL Jongelings- vereeniging Pred. 12, vers la, de St. Martha, vereeniging tot bescherming van meisjes de afd. Haarlem van de Nederl. Miodernachtzendingsvereen., de afd. Haarlem van de Nederl. Ver eeniging tot afschaffing van aücohol- houdende dranken, en 82 neringdoen den. De Vereeniging van kermisreizigers ,,Ons Belang" zond een adres om voor het behoud der kermis be plei ten. Mede is ingekomen een adres tot be houd der kermis van G. J. van Gaste ren en 66 anderen, terwijl 1503 hand- teekeningen op ongezegelde vellen waren gesteLd. B. en W. stellen voo.r De Raden dor Gereformeerde Ker ken Haarlem A, B en C, dien van de Evangelisch-Luthorsche GemeeDte en den Bij zonderen Kerkeraad der Ne- derduitsch-IIervormde Gemeente, in gevolge art. 8, te lid der Grondwet niet-ontvankelijk te verklaren in hun verzoek om afschaffing van de kermis of jaarmarkt in deze gemeente; Het adres van het Bestuur van de Evangelisatie „Jeruël" en dat van de Afdeeling Haarlem van het Neder- landsch Werkliedenverbond „Patri monium", als houdende eene adhae- sie-betuiging, voor kennisgeving aan te nemen; Afwijzend te beschikken op de ove rige verzoekschriften, aan het hoofd dezes genoemd, voorzoover zij de af schaffing van de kermis of jaarmarkt beoogen en Aan den adressant Joh. Coppejans te Edam, van dit besluit mededeeling te doen. De heer GRAVESTEIN wil «ijn meening motlveeren. Spr. tou niet zoover willen teruggaan, dat men weer kwam tot den tijd der stedelijke keuren, waardoor de zedelijkheid door dwang bevorderd werd. De mo raliteit ls een »oa'., die bet hart raakt. Deze matei e ligt dug niet op het terrein van de overheid. Spr. gaat na, dat er zich een zedelij kheidsnor- ma heeft gevormd. De kermis nu overschrijdt de grenslijn. Zeker, de kei-mis heeft een breeden buitenrand, die er onschuldig uitziet, bezoek aan bioscoop enz. Maar dat is de kermis in de ware gedaante niet. Spr. heeft daarvan verleden jaar ergerlijke 8taaltjes gezien op de God. Oude Gracht. Spr. noemt eenige gevallen, hoe 10 A 12 dronke Lieden in een zij straat van de Oude Gracht een vies gezicht opleverden, hoe dronke huza ren aan t vechten raakten, wat er ge beurde bij schiettentjes, enz. Dot geschiedt onder het toezicht en als het ware met goedkeuring van de overheid. Daaraan kan spr. niet mee doen. Wegens de gevaren, die de ker mis oplevert, zien vele ouders den kermistijd angstig tegemoet, daar In éen dag liet levensgeluk hunner kinderen kan verwoest worden. De winst uit de staanplaatsen ver kregen weegt niet op tegen den voor uitgang der moraliteit, als de kermis wordt afgeschaft. De financieel» voor- dealen wegen niet op tegen maar één leven, dat verloren gaat. De lieer DE BRAAL heeift vele ja ren met de middernachtzendelingen de kermis bezocht, waardoor hij kon zien, hoeveel er Ln den loop der jaren is verbeterd. Spr. brengt daarvoor een eere-saluut aan het Gemeentebe stuur en de middernachtzendelingen. Overigens zal spr. niet verder argu menteeren. Ieder komt met zijn stem in zijn zak. „Haarlem's Dagblad" heeft zelfs ail aangewezen, hoe de le den van den Raad zouden stemmen. De heer N1EUWENH. KRUSEMAN het voorstel van B. en W. namens dit college verdedigende, zegt, nooit zoo veel afschuwelijks van de kermis ge zien te hebben. Zeker, men heeft luid ruchtige liedenmaar die zal men moeten blijven dulden, zoolang de menschen niet méér beschaafd zijn. De rapporten van de politie acht spr. wat dik opgelegd. De inspec teurs, die nooit anders dan last heb ben van de kennis, hebben wat door een donkeren bril gezien. Zij zijn ove rigens niet op de zaak ingegaan. Zij vertelden, dat de oliekoeken niet lek ker rieken, enz. Verder markt spr. op, dat ook inde Groote Houtstraat des Zondags avonds veel onbeschaafds voorvalt. Maar dat gebeurt toch ook niet met sanctie van de overheid. B. en W. hebben bij de Bank van Leening, de Spaarbank en Stuiversspaarbank in lichtingen ingewonnen. De bestuur ders van deze instellingen meldden, dat zij geen ongunstige verschijnse len hebben opgemerkt, behalve het be stuur van de Stuiversspaarbank, dat berichtte, dat tijdens de kermis veel meer geld wordt teruggenomen dan ingebracht. Overigens meent spr., dat de kermig haar eigen dood zal ster ven, ais het peil van de beschaving en de smaak van liet publiek stijgen. De heer SCHRAM zou wel eens wil len weten, op welke wijze de kermis haar eigen dood zal sterven, 't Is een teringlijderes, die nog tientallen van jaren kan blijven leven. Het is spr. aangenaam het met de heeren De Braai en Gravesteiu eens te zijn, dat op dut terrein mannen van verschil lende richting elkander kunnen ont moeten. Spr. herinnert aan de af schaffing der kermis te Beverwijk. Hieraan kunnen meewerken katho lieken, anti-rev. en liberalen, voor- ui tsurevenden en niet-vooruitstreven- den. Spr. vestigt de aandacht op de drukke bezigheden der politie, welke taak nog verzwaard wordt door de kennis. Spr. zou het een zegen achten voor de gemeente, ais men nu kon beslui ten tot afschaffing. De VOORZITTER staat voor een moeilijk ge\al, omdat men gezegd heeft, dat Leder met de stem in den zak komt. Toch is spreker er voor, dat dit principieel debat uitgemaakt zal worden. En spreker wil zijner zijds er toe medewerken, om de voor stand rs der kermis tot tegenstan ders te maken. Spreker heeft nooit een voorste' gedaan, omdat spreker geen lid van den Raad is. In de eerste jaren heeft spreker de kermis op verschillende tijden van den dag en nacht bezocht De dingen. die spreker daar zag, hebben het voor hem onbegrijpelijk gemaakt, dat er nog iemand, die zulke dingen gezien heeft, voor de kermis kan zijn- Spreker bespreekt de vraag, of de kermis een kindervermaak is. Ala de kinderen naar bed gaan, gaat echter de kermis voort.En tegenwoor dig wordt op andere wijze veel voor kinderen gedaan, als bijv. vacarutie- kolonies. Dat de kernvs haar eigen dood zou sterven, betwijfelt spreker. Immers, óf de Raad moet een beslis sing nemen, óf er moeten geen ker misklanten meer zijn, anders gaat da kermis niet weg. En kermisklanten blijven er. Dat bewijzen de ingeko men adressen. De staangelden mogen hier geen doorslag geven voor het l>ehoud. Dat geeft men nu ook meer toe. Ook het argument, dat de kenni. een aantrekkelijkheid voor de ge meerite zou zijn. gaat niet op. Er zul zich hier niemand komen vestigen, omdat er hier nog kermis is. Dat en kele logementhouders eenlg voordeel zullen missen, ontkent spreker niet. Voorts merkt de Burgemeester op, dat de burgers, die tegen de kermis zijn degenen zijn, op wie men als ingezetenen hoogen prijs stelt. Dat men de kermis niet zou mogen afschaffen, zonder er Iets anders voor te geven, geeft spreker niet toe De tijdsomstandigheden zijn veranderd. Er worden tegenwoordig vele spelen beoefend, ook door de klassen, die minder bedeeld zijn. Uitbreiding der speelplaatsen zou aan de kinderen meer gelegenheid tot vermaak kun nen geven. Spreker dringt nogmaals met aan drang op afschaffing aan. Zonder stemming worden goedge keurd alinea 1 en 2 van het ontwerp besluit van B. en W. Met 17 tegen 14 stemmen wordt daarop het voorstel van B. en W. aangenomen, om afwijzend te be schikken op de verzoekschriften lot afschaffing. DE KERMIS FLIJFT DUS VOORT BESTAAN. Vóór he; voorstal van B. en W. (dus vóór net behoud der kermis) stemden de heeren Rinkema, Wel- senaar, Sneltjes, Nieuwenh. Kruse man, Hulswit, Spoor, Schreuders, Timmer, H. D. Kruseman. Van Sty- rum, Kleijnenberg, Van den Berg, Seignette, De Breuk, Loomeyer, Vis ser en Van de Kamp. Tegen het voorstel van B. en W. (dus voor afschaffing der kermis) stemden de heeren Schram, Thiel, Van Rossum, Thijssen, Lasschuit, Krelase, Gravcstein, Loosjes, De Braai, Tjeenk Willink, Middelkoop, Van Lynden, Modoo en V/inkler. Daarna gaat de Raad te 3 uur 35 min. in zitting met gesloten deuren over. Te 4 uur 35 min. wordt de vergade ring heropend. PUNT 7. B. en W stellen voor, den optie-ter mijn voor de concessie aan de H .IJ S. M. verleend voor electrische tram lijnen door de stad en naar Overveen te verlengen tot 1 Januari 1910. De E. N. E. T. diende een verzoek schrift in, om concessie te mogen hebben voor een electrische lijn HaarlemOverveen, in verband met de haar door Bloemendaal verleende concessie. Dit verzoek wordt gesteund door de Haarlemsche Handelsver een Lging en eenige bewoner» van den Zijlweg. B. en W. zijn van oordeel, dat aan de E. N. E. T. slechts concessie kan worden verleend, wanneer de H. IJ S. M. vóór 1 Januari 1910 nog niet tot overeenstemming met de gemeen te kan komen, of zij geen prijs stelt op de door de E. N. E. T. begeerde lijn. De tramcommissie adviseert den concessie-aanvaardingstermijn te ver lengen tot 1 Juli 1909 voor de lijnen door de stad en aan de E. N. E T. een voorloopige concessie te geven tof 31 December 1950 eleclrisch te exploi- teeren de lijn naar Overveen meteen zijlijn naar het Verwulft of de Ko ningstraat langs de Oude Gracht- Een minderheid is er voor, alle on derhandelingen met de H. LJ. S. M. af te breken. De beer Van Styrum stelt voor, den aanvaardingstermijn te stellen op 1 Juli 1909. De heer Rinkema stelt voor, geen verdere onderhandelingen met de H IJ. S. M. te voeren, voor deze aange legenheid om nader advies aan de tramcommissie is gezonden( mot hei verzoek zoo spoedig mogelijk te wil len aangeven, welke lijnen naar haai' oordeel m concessie behooren te worden gegeven, en onder welke voor waarden. De Kamer van Koophandel alhier, dringt aan op spoedige afhandeling dezer aangelegenheid. De heer HULSWIT dringt er op aan het uitstel te verleenen tot 1 Juli 1909 met het oog op den spoed, die ge- wenscht is en daarbij te bepalen, dat alle onderhandeliugen met de H. IJ. S. M. onherroepelijk afgebroken zul len worden, wanneer op dien datum geen overeenkomst is verkregen tus- schen de H. IJ. S. M. en de gemeente. De heer RINKEMA, zijn amende ment toelichtende, wijst er eveneens op, dat het gewenscht is spoed te be trachten. In Haarlem is een zenuw achtige spanning gekomen. Spr. be hoort tot de minderheid in de tram commissie. Spr. meent, dat het niet aangaat nu de concessie te verlen gen tot 1 Juli. Dat geeft niets. We hebben nu weer plannen, die goedgekeurd zijn door B. en W. en de H. IJ. S. M. De Tramcommissie is te gen een lijn, die de reizigers van Overveen naar het Spoor brengt. Men is vootr een lijn, die de menschen door de stad vervoert. Laat de zaak nu eerst teruggaan naar de Tramcommissie. Binnen een 1 4dagen kan de commissie met haar voorstel gereed zijn. Dan heeft men een plan van lijnen, waarover de H. IJ .S. M. beslissen zal moeten. Wan neer men zegt, nu wordt daaraan niets meer veranderd, dan zal de Hall Spoor eieren voor zijn geld klazen en de concessie aannemen. Men moet nu zaken doen. De heer MODOO zou de plannen van den heer Rinkema willen aan grijpen met beide handen, Indien het zóó gemakkelijk ging. Maar zoo staat de zaak niet. De onderhandelingen elschen veel tijd met een lichaam als de Holl. Spoor. Spr. bepleit, dat aan de E. N. E. T. zal gegeven worden de lijn naar Overveen. Spreker zou het dus niet wenschelijk vinden, dat do geheele concessie van de Holl. Spoor verlengd zou worden. Men heeft nu reeds verlengd; en kn dien tijd zijn de omstandigheden ge wijzigd. Waarom nu zulk een buiten gewone consideratie gebruikt tegen de H. IJ. S. M. Men zal veel tijd la ten verloopen en zal ten slotte hiertoe toch moeten komen, ln het belang van de omliggende gemeenten en in ,lat van Haarlem is, nu de onderhan delingen met de Holl. Spoor af te bre ken, wat betreft het lijntje naar Overveen. De heer VAN STYRUM zijn amen dement toelichtende, herinnert aan de bezwaren, wat betreft het feit, dat het gemeentebestuur geen zeggings- schap zou hebben over de stadslijn. Deze bezwaren zijn nu uit den weg geruimd. Men is nu moreel aan de Holl. Spoor gebonden. Kunnen B. en W. nu uitzicht openen, dat er vóór 1 Januari overeenstemming te verkrij gen Is? Zoo ja, dan meent spr., dat men den concessie-termijn moet ver lengen, als B. en W. voorstellen. De heer GRAVESTEIN merkt op, vroeger reeds geïnformeerd te hebben naar de verbreeding van den Zijl- weg. Die moest wachten op de tram. Nu is spr. er voor, ook ln het belang van de huiseigenaars aan den Zijl- weg de concessie te verleenen aan de E. N. E. T. voor de lijn naar Over veen. Daar is n:ots immoreels lai, nu de H. IJ. S. M. blijft talmen. De heer v. d. KAMP merkt op, dat geen concessie kan worden verleend aan een maatschappij, die daarom nog niet gevraagd heeft. De E. N. E. T. heeft enkel het voornemen te ken ner: gegeven, die concessie-aanvraag te zullen indienen. Dat is echter nog niet geschied. De heer DE BREUK meent, dat men B. en W. en den directeur van O. W. niet kan voorbijgaan. Daarom verdient 't voorstel van den heer Rin kema geen aanbeveling. De Comm. achtte het niet gewenscht, betoogt spr. verder, dat de Holl. Spoor een lijntje legde, om de Overveners da delijk naar haar station te brengen. In antwoord op den heer Van Sty rum, zegt spr., dat het aan de Holl. Spoor zaJ Liggen of de kwestie voor 1 Jan. zal afgehandeld worden. De ge meente zal zoo spoedig mogelijk wer ken. De heer RINKEMA betreurt het, dat de plannen door de Holl. Spoor in November ingediend eerst 4 1/2 maand later in de Tram comm. zijn ge bracht. Laat men dan niet zeggen, dat de schuld der vertraging ligt aan de Holl. Spoor. Laat men don eenvou dig schuld bekennen. De brug over de Raaks wil spr. gaarne. Die ontlast het verkeer van de Zijlbrug. De directeur van Open bare Werken vindt die brug niet mooi. Spr. gelooft, dat de hrug heele- maal niet leelijk zal zijn. Vroeger heeft de directeur die brug gewenscht Die krijgt men nu voor niets. Overi gens vestigt spr. er de aandacht op, dat de in er Tramcommissie geen overeenstemming bestaat over de lijn noord-zuid, daar twee leden, naar spr. meent, er voor zijn niet de enke le Lijn door de Houtstraat, doch de krakeling te maken. De heer THIEL merkt op, dat de fout gemaakt ls, niet door de H. TJ S. M., maar hoofdzakelijk door het Gemeentebestuur, ook doer den Raad, daar die wenschte, dat men een Jijn kreeg, die ook in Schoten en Heem stede kwam. Om deze fout te herstel len en de lijn te beperken van grens tot grens is veel tijd noodig geweest maar dat was niet de schuld dei Hoil. Spoor. Daarom ls het niet ge wenscht, den termijn aan de HolJ. Spoor te krap toe te meten. De heer LOOSJES verwondert zich over een onjuistheid van den heer Thiel, daar men dat niet van hem ge wend is. Maar een feit is, dat toen de concessie aan den heer Grippeling .werd gegeven, de Ham naar Leiden niet in handen der Holl. Spoor was. Overigens is spr. het eens met den lieer Modoo, wanneer hij den termijn wil veranderen in 1 Januari. Op het oogenblik voldoet het paardentram- metje heel aardig aan de behoefte. De verschuiving van den termijn zal niet veel schade berokkenen, daar de di rectie van de E. N. E. T. binnen den tijd klaar meent te kunnen komen. De heer DE BRAAL is het in 't al gemeen wel met het standpunt van B. en W. eensmaar merkt op, dat de heer Thiel de bestaande bezwaren niet heeft wee kunnen redeneeren. De heer TJËENK WILLINK meent, dat er van een moreele verplichting geen sprake is, waar de concessie, waarover het nu gaat, iets geheel an ders is, dan die aan den heer Grip peling gegeven is. Aan de E. N. E. T. kan dus wel degelijk de lijn naar Overveen gegeven worden. De heer KLEYNENBERG begrijpt van deze laatste redeneering niet veel. Wanneer nuen eerlijk handelt, moet men eigen fouten erkennen en de con cessie verlengen. De heer MODOO wijzigt, ingevolge 't verzoek van den heer Loosjes, den termijn in zijn voorstel in 1 Januari 1910. De heer HULSWIT wijzigt even eens den termijn irn dien van 1 Jan. 1910 met de bijvoeging dat als op dien termijn geen overeenstemming ver kregen is, alle anderhandelingen wor den afgebroken. De hoer THIEL *ou voor geen geld de redeneering van den heer Tjeenk Willink overnemen. Het gaat niet aan de Holl. Spoor af te nemen de lijn naar Overveen, omdat de lijn NoordZuid is Ingetrokken. Want dit laatste is geschied op... verzoek der gemeente. De VOORZ. sluit zich aan bij het moreele standpunt van de heeren Thiel en Kleijnenberg en bestrijdt, 1 dat in het laatste stadium de zaken door het Gemeentebestuur vertraagd zijn. De heer VAN STYRUM trekt *ljn amendement in. De heer RINKEMA trekt «ijn voor stel Ln, na de verzekering van den heer DE BREUK, dat dezelfde wijze van handelen zal gevolgd worden, als spr. wenscht ook zonder aanneming van zijn voorstel. Het ameudement-M O DOO wordt verworpen. Voor de heeren WeLsenaar, Las schuit, Gravesteim, Loosjes, de Braai Seignette, de Breuk, Willink, van de Kamp en Modoo. Het amendement-Hulswit wordt zonder stemming goedgekeurd en daarna het geamendeerde voorstel van B. en W. PUNT 8. B. en W. achten hot wenschelijk, dat door don Raad bepalingen wor den gemaakt tot hot verleenen van eervol ontslag aan ambtenaren en be dienden in vusion dienst der gemeen te, wanneer zij een zekeren leeftijd be reikt hebben. Het voorstel van B. en W. luidt Omslag wordt verleend aan amb tenaren en bedienden met het einde van het kalenderjaar, waarin zij hun 65e levensjaar hebben volbracht. Met afwijking daarvan kan, tel kens voor ten hoogste één jaar, ten aanzien van door den Raad benoem den door den Raad, ten aanzien van do overigen door B. en W., wor den besloten een ambtenaar of be diende nog na het gestelde tijdstip in functie te laten, doch niet langer dan tot het einde van het kalenderjaar, waarin het 70ste levensjaar is vol bracht. De verordening ls niet van toepas sing op ambtenaren en bedienden ten aanzien van wie de wet het ont slag aan anderen dan den Raad op draagt en ten aanzien van wie de wet het ontslag aan den Raad, doch de voordracht tot ontslag aan ande ren opdraagt. De verordening is niet van toepas sing op gemeente-werklieden, wijl voor hen reeds bepalingen zijn getrof fen in hel werklieden-reglement. Voor ambtenaren wier benoeming en ont slag aan B. en W. of aan den Burge meester Is opgedragen, zal een ge lijke regeling worden getroffen B en W. stellen zich voor bij ambtena ren door den Rand op voordracht van M. en W. te ontslaan hetzelfde be ginsel toe te passen, tenzij bijzonde- e omstandigheden zulks ongewenscht maken. De ambtenaren of bedienden, die bïi Het in werking treden van deze ver ordening reeds den 70-jarigen leeftijd hebben volbracht, worden ontslagen met het einde van het looj^ende kalen derjaar. Wordt aangehouden. PUNT 9. Door samenvoeging van klassen aan school no. 11, kunnen daar twee ouderwijzere gemist worden. B. en W. stellen derhalve voor de heeren A. Beernink en W. J. de Koe eervol ontslag te verleenen. Wordt aangehouden. PUNT 10. B. en W. stellen voor, het school gebouw aan de Jacobijnestraat te \erbouwen, om daarin te kunnen huisvesten de H. B. S. met 3-jarigen cursus en daaraan verbonden Han delsschool met 2-jarigen cursus. Verder stellen B. en W. voor, tot verplaatsing van de Burgeravond school naar het gebouw in de Jacobij nestraat le besluiten met ingang van 1 September, of zooveel later ais 't ge bouw gereed is. De kosten van den verbouw worden geraamd op 68000, waaronder ech ter niet begrepen zijn, die, voor het aanschaffen of aanvullen van meube len, leermiddelen, kachels en lam pen. Dit punt wordt aangehouden. PUNT 11. B. en W. stellen op advies der Ge zondheidscommissie voor de percee- len Rozenstraat 51 S, T, U, V en W onbewoonbaar te verklaren en de ont ruiming binnen drie maanden te ge lasten. Aldus wordt besloten.. PUNT 12. B. en W. stellen voor, de aan de Regenten van het Gereformeerde weeshuis verleende vergunning tot't gebruik van twee schoollokalen der houten hulpschool aan de Van Zom- pelstraat, ten dienste van de wees- li uissc hooi, te verlengen tot weder- opzeggens, doch uiterlijk tot 30 April 1910. Wordt goedgekeurd. PUNT 13. Ter voorziening ln de vacature in do commissie van toezicht op 't Lager Onderwijs, ontstaan door 't ontslag nemen van Dr. VV. G. Huet, is'de vol gende voordracht opgemaakt1. Joost Sipkes, 2. Dr. A. A. G. Land. Benoemd wordt de heer Sipkes. PUNT 14. Ter voorziening in een plaats in de Commissie C tot wering van school verzuim, opengevallen door het be danken van den heer W. P. J. Over- meei, met 1 Maart, is door B. en W. de volgende voordracht opgemaakt lo J. H. Visser, Groote Houtstraat 24, 2o. F. H. Smit, Groote Houtstraat 69. Benoemd wordt de heer Visser. PUNT 15. In de plaats van den onderwijzer aan de school No. 7, F. J. A. van Ghert. benoemd aan de derde Burger school, etellen B. en W. voor te be noemen een der volgende onderwij zeressen 1. Mej. T. Heuvel, te Haarlem 2. Mej. Th. M. Kemna, te Heem» stede 3 Mej M L. Konijn, te Haarlem. Benoemd wordt mej. Heuvel. Te 6 .iur 10 minuten wordt daarop de vergadering gesloten. Stoomvaartberichten Het st. Wilis, van Java naar Rot terdam, vertrok 13 April van Tanger. Het st. Kawi, van Rotterdam naar Java, vertrok 14 April von Suez. Het st. Ambon vertrok 14 April v. Amsterdam naar Hamburg. Het st. Rhipous, van Amsterdam ea Liverpool naar Java, passeerde 12 April Gibraltar. Het st. Lutzow, van Rotterdam naar Japan, vertrok 13 April van Sout hampton. Het st. Amsteldijk, van Rotterdam naar Newport News en Baltimore, passeerde 14 April, des v.in. 1 uur Dover. Hei st. Süxloro, van Rotterdam n. Java, vertrok 13 April van Sout hampton. Hei si. Pyrrhus arriveerde 10 April van Amsterdam te Batavia. Het st. DerHlinger, van Rotterdam naar Japan, arriveerde 10 Maart te Colombo. FAILLISSEMENTEN. Uitgesproken: Maastricht, 8 ApriL G. Quaedvlieg, meubelmaker en winkelier, te V ai keu burg (L.j, Recbtar-commissans: jhr. mr. G. Testa. Curator: nir. H. Pou- lussen. J. Lurmans Hermans, te Vaal». Rechter-commissaris: mr. Eug. Du- mouiiu. Curator: mr. M. L. G. Schous. 's-Graveuhuge, 13 April. A. Bobbe, handelaar m oude gummi en meta len. Rechter-Conuuissaris: mr. H. A. van Rees. Curator: mr. L. V. van Rossom. G. Boon Bzn., koopman en han delaar in brandstoffen, aldaar. 1L- üoimuissaris: uir. J. G. Gratoma. Cu rator: mr. J. C. van der Burcht van Lichtenbergh. B. Krnegje, handelaar in oude gummi en metalen, aldaar. Rechter commissaris mr. H. A. van Rees. Cu rator nir. L. V. van Rossem. J. J. Mesker, aldaar. Rechter commissaris: mr. A. E. Croockewit, Curator: mr. J. J. Bergsma. 1. A. Salomons, koopman, te Lel den. Reeüter-Coinmissaris mr. P. Pol- vliet. Curator: mr. J. Draaijer. Amsterdam, 13 April. D. Ricardo, handelsagent, aldaar. Rechter-Cora- tnissaris mr. I. H. Hij mans, Curator: mr. J. A. van Thiel. P. K. A. M. Wap, «onder be roep, te Hilversum. Rechter-commis saris: mr. I. H. Hij mans, Curator: mr. H. J. Bieder lack. Geëindigd: C. Mus Pzn., kippenhouder, te Apeldoorn. A. Verbeek, te 's-Gravenhage. T. Hoving, te Valthermond. H. Vercoutoren, koopman, tb Oost burg. NOG BETER. Patroon't Is toch eigenaardig met julliezoo gauw de klok tien slaat, leggen jullie de pen neer, al was het midden in een woord. Klerk Neem me niet kwalijk, mijn. heer, maar als we zoo dicht bij tie nen zijn, beginnen we geen nieuw woord meer. DE GEEST DES TIJDS. BezoeksterMaar waarom is je keukenmeid toch zoo op stel en sprong vertrokken, liefste? Vrouw des huizes Er was voor haar rijwiel geen andere plaats dan in ons kolenhok, en ze meende, dal het daar veel te vochtig stond AANMOEDIGING. Bedelaar (tot een heer, die hem een cent geeft) Geef me als 't u blieft een kleinigheid er bij. U moet denken, dat ik uog maar een beginner ben en wel een beetje aanmoediging noo dig heb. GOEDKOOP PAKPAPIER. Slagersvrouw Man, ons pakpapiea raakt op. Slager Ja, dan moeten we onze ad vertentie nog maar eens plaatsen „Met het doel een gelukkig huwe lijk Le sluiien, wenscht een vermogen de dame kennismaking met een let terkundige. Talentproevein gewenscht." Dan krijgon we weer voor een jaar voorraad. BETAALD GEZET. Dilettant Willen wij samen een blijspel schrijven Beroemde blij spel schrij ver Het is niet goed een paard met een ezel ln te spannen. DUlettant: Hoe durft u het wagen, mij met een paard te vergelijken I EEN EERLIJKE DIENSTBODE. Een dienstmeisje vond eens in de kamer van m* vrouw een geldstuk van 5 francs. Zij geeft het terug aan me vrouw, die tot haar zegtHet is goed, gij moogt het houden voor uwe eer lijkheid. Een tijdje later had mevrouw weer een geldstuk verloren. Dezen keer van 20 Lr. Zij vraagt daarom aan Ma. rie of zij geen gekistuk van 20 fr. heeft gevonden. Jawel, antwoordde Marie, maar ik heb het gehouden... voor mijn eer lij kheid. UIT EEN BRIEF. Ik voel me genoodzaakt, waarde vriend, mijn brief te eindigen, want ik heb zulke koude voeten, dat ik mijn pen niet meer kan vasthouden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 7