HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDB BLAD.
In stormachtige Tijden.
OM ONS HEEN
FEUILLETON
DIV8DAG 20 APBIL 1909
No. 917.
Twee Haarlemsche Musici.
Morgen, Woensdag, wordt in de
Kroon een Andriessen-Loots concert
gegeven. De dames Broms, Scholten
en Bles zullen van deze twee compo
nisten Liederen zingen en Andriessen
zal een Sonate van zijn ouderen
kunstbroeder uitvoeren. Ik meende,
dat mijn lezers wel eens wat zullen
willen Lezen over deze twee stadge-
nooten, op wie we trotsch mogen we
zen en zoo ben ik er op uitgegaan en
heb een en ander verzameld, dat hier
volgen gaat
„Op zijn achtste jaar", zoo vertelde
mij een lid van de familie Loots,
„kwam Philip op de muziekschool bij
van Loenen te Amsterdam. Hij bleef
er een jaar, toen had hij alle acht
klassen doorloopen en zei de direc
teur „ventje, ga jij maar weg, ik
kan jou hier niets meer Leeren."
Maar hijzelf Liet het er niet bij. Nu
haalde hij het eene, dan het andere
Instrument in huisden eenen keer
een trombone, straks een cornet, om
er achter te komen wat hij voor die
verschillende Instrumenten compo-
neeren en hoever hij gaan kon. Zoo
leerde hij ook viool, kreeg er een
poosje les in, maar was toen ook al
weer zoo ver, dat hij zichzelf er ver
der in bekwamen kon, nam een half
jaar les bij Verheyen in orgelspel en
was toen al zoover, dat hij een orgel
concert gaf in 't Paleis voor Volks
vlijt. Er was toen een of ander Aan
de hand met Transvaal, althans Am-
stols Mannenkoor gaf een uitvoering
en Philip zou de tweede sonate van
Mendelssohn spelen. Hij was toen
veertien jaar, droeg een hesje met eeu
platte boord en een kort broekje en
leek zoo klein tueschen al die man
nen van de liedertafel in, dat ze sa
men drongen om tt zien, hoe dat ke
reltje de pedalen zou behandelen. Hij
kon er dan ook in die dagen juist met
zijn voeten bij.
In datzelfde jaar ging hij naar den
Haag naar de muziekschool. Daar
was toen Nicol&i directeur. Toen
die hem wat geëxamineerd had. zei
hij „voor examen doen ben je nog
veel te jong, dat mag niet vóór je
zeventiende. Schrijf je maar £n als
leerling en kom dan af en toe hier,
zulien we eens wat praten." En
toen dan de wachttijd voorbij en hij
zeventien jaar geworden was, deed
hij examen voor vijf vakken tegelijk
piano, viool, orgel, compositie en
theorie, wat nog nooit gebeurd was.
Want componeeren deed hij toen al
lang, van zijn achtste jaar af. In die
dagen, op een leeftijd dus, waarop
een ander kind nauwelijks de noten
kent, had hij al eigen inspiratie en
schreef enkele kinderliederen, die
eerst veel later zijn uitgegeven, 't
Was omstreeks dezen tijd, dat de wo
ning van den ouden heer in Amster
dam afbrandde, zoodat de familie
hier op de Baan kwam wonen. Voor
Philip was 't een groote pret, wan
neer de huzaren, die destijds te Haar
lem in garnizoen lagen, uittrokken
met hun muziek. Dan liep hij ze ach
terna en nam de marschen zóó goed
in zich op, dat hij die thuis onberis
pelijk naspeelde.
Negen jaar was hij oud, toen hij
zijn eerste Latijnsche kerkgezangen
componeerde, de groote Plus-cantate,
die ook hier een paar keer met suc
ces ig uitgevoerd, dateert van vijf en
twintig jaar geleden, toen hij dus
nauwelijks achttien was. In vier
maanden tijd is dat heele werk ge
componeerd en uitgevoerd."
Dat hoorde ik van Loots' jeugd.
Een zonnige jeugd, want wat hij
wenschte werd hem toegestaan en
ledeir liep hoog met „FLippie". Dat
heeft hem niet hoogmoedig gemaakt,
want nog altijd is hij de eenvoud zelf.
Hoeveel composition van be tee ken is
zijn naam dragen, kerkelijke mu
ziek, liederen, mannenkoren, hij laat
er zich niet op voorstaan en wat zijn
lossen aangaat, niemand kan minder
hebzuchtig zijn, dan hij. Een philo-
eoof is hij, gelukkig in zijn muziek,
wijisgeerig genoog om daarmee te
vreden te zijn.
Waarschijnlijk is het dat, wat aan
zijn composities juist den eenvoud
geeft, die er zoo in bekoortde rust,
die in onze samenleving en veel, dat
van haar uitgaat, zoo vaak ont
breekt.
Willem Andrlessen is een geslacht
jonger. Een en twintig Jaar pas en in
't gelukkig bezit van al de onbezorg
de vroolijkheid van de jeugd. „Och",
zei hij, toen ik tegenover hem zat en
keek me lachend aan, „ik heb nooit
zooals anderen met moeilijkheden te
kampen gehad, maar altijd den tijd
gehad om te 8tudeeren. Ergens ineen
tijdschrift heeft gestaan, dat Fr au
Musi ca mij bij mijn geboorte ge
kust heeft, maar ik heb daar mijn
baker naar gevraagd en die kon zich
van 't bezoek van.-zoo'n juffrouw niets
meer berinneren I
Wel weet ik, dat ik op mijn vierde
jaar al wou worden als mijn vader.
Hij gaf me les, maar wel een beetje
ongeregeld, want als Je 't druk hebt
buitenshuis, schiet er voor je eigen
kinderen niet veel tijd over. Nader
hand ben ik van 1903 tot 1906 op het
Conservatoire te Amsterdam geweest
en heb daar mijn diploma gehaald.
Wie dal gedaan hebben, gaan dan
meestal naar bet buitenland zooals
dat heet „om hun studiën te vol
tooien". Maar mijn leermeester de
Pauw zei: „depri x d'e x cel len c e
moet hier ook gehaald kunnen wor
den. Waar die prijs uit bestaat? Uit
een diploma, meer niets en je hebt er
voor noodig techiaek, volleoig mees
terschap over het instrument. Twee
jaar later, in 1908, heb ik den prix
d'excellence gekregen, den eer
sten voor piano.
Natuurlijk moet Ik nu nog rijper
worden iemand van 21 speelt niet als
iemand van 50 en omgekeerd zou ook
niet goed wezen. Ja", zei hij met ken
merkenden eenvoud, „een natuur-
techniek bezit ik niet, ik heb veel
meer moeite gehad om pianospelen,
dan om componeeren Ie leeren."
En daarop raakten we aan den praat
over de moeilijkheden, waarop dilet
tanten gewoonlijk struikelen het te
veel doen uitkomen van de linker
hand o. a. en het verkeerd gebruik
van het pedaal. Telkens, met echt
jeugdig vuur, sprong hij op en liet op
de Perzina piano het verschilhoo
ren. „Kijk' zoo is de linkerhand te
sterk, zoo moet ze wezen, maar heel
moeilijk is dat niet, als je 't eenmaal
gewoon bent, gaat dat vanzelf. En nu
het pedaalais je zóó doet, klinkt de
toon beter, is meer zingend."
Dan bracht ik hem op het compo
neeren. „Pianospelen kun je altijd,
maar componeeren niet. Soms heb ik
een heel en tijd geen inspiratie. Mijn
Guldene Sporenslag schreef ik ais
koek, later de liederen en de orkest-
ouverture zoo gemakkelijk niet, den
kelijk ben ik zelf veeleischender ge
worden."
„Waarom speelt een pianist zonder
muziek? Toch niet alleen uit mode?"
„Ja, voor een gedeelte wel, maar
toch ook om onafhankeLijk te wezen
van het notenblad. Zoolang dat vóór
je staat, ia het toch altijd of je een
les Sjpeelt. Bovendien kun je sommi
ge werken niet anders dan uit 't
hoofd spelen, als de grepen groot zijn
en moeilijk te overzien." En om het
te toonen, speelde hij me prachtig de
Campanella van Liszt voor, een
genot om te hooren.
„Neen, mijn muziek neem ik nooit
naar het concert mee. Waarvoor
Mocht ik er ultraken, dan helpt wat
eigen compositie je er wel door en
je bent er gauw genoeg weer in. In
Duitschiand is 't me eenmaal ge
beurd, maar niemand heeft het ge
merkt."
't Was al wat laat geworden en ik
vrees, dat ik wel een beetje onbeschei
den ben geweest, toen ik hem vroeg,
eens iets uit Loots' sonate te laten
hooren. Bereidwillig speelde hij het
eerste en het laatste gedeelte, een
waar muzikaal festijn van compositie
en uitvoering.
Vijf minuten later zat. hij aan de
tafel in de huiskamer en tee kende re
bussen, die we moesten roden I
Onbedorven ziel en eenvoudig ge
moed zijn naast de-ze groote muzika
le begaafdheid zijn deel. Mogen ze
hem bijblijven I
J. C. P.
tJuitenlandscb Uverziciu
DE WOELINGEN IN TURKIJE.
,,'t Kan verkeeren I" Deze lijfspreuk
van onzen voorvader is ook ou de
woelingen in hel Turkenland ten
voile van toepassing. De bultan en de
20.000 muitende soldaten in de oude
keizersstad Stamboel, droomden in
den eersten nacht der contra-revolu
tie, dat ze de overwinning behaald
hadden. Geen wonder 1 De landsver
dedigers vormden in Konstajitiiiopel
een schrikbewind eerste klasse. Alles
wat één woord sympathie voor de
Jong-Turksche beweging durfde uiten
werd zonder vorm van proces dood
geschoten. Kamerleden en officieren
werden bij groepjes van 20 en 30 man
vermoord. En op de wreedste manier!
De Sul tan-ver eerdere bonden de
Jong-Turken met Louwen aan eikaar,
plaatsten de slachtoffers voor de ka
nonnen en gaven vuurEen cijfer
is meer dan voldoende om liet karak
ter van den contra-revolulienacht en
-dag te schetsen er werden door de
muitende soldaten niet minder dan
twee miliioen patronen verschoten.
Natuurlijk werden door deze vreug-
de('?)schoten eenige honderden on-
schuldigen gedood of gewond
In Konstantinopel waren de contra
revolutionairen of Oud-Tnrken vol
komen de baas Ze dachten nu, dat
het zoo in geheel Turkije zou
zijn, maar.... 't valt hen tegen Over
al is een storm van verontwaardi
ging opgegaan en scharen de Jong-
Turken zich aaneen, om tegen deze
contra-revolutie te protesteeren. Kon
stantinopel blijkt in zijn Oud-Turk-
sohe sympathieën vrijwel alleen te
staan. Althans wat het leger belieft l
En bet leger is bij de iuiKsclie woe
lingen t voornaamste 1 liet iurksche
volk maakt zich niet bijzonder druk
en wil (of kan) niets beginnen zonder
den steun van bet leger. De Juli-revo-
lutie werd voor 90 pcL door de mili
tairen newerktoen val van Kiainü,
den ouden grootvizieridem, de
contra-revolutie idem en nu de te-
gen-contra-revolutie weer idem.
De Jong-Turken kunnen op eene
groote legermacht rekenen. Uit alle
plaatsen komen telegrammen, dat de
soldaten naar Konstantinopel op-
trekken, om daar het Joug-i urksche
i bewind te herstellen. In 't plaatsje
j Trepazoente zijn deze soldaten verza-
i meld.
j Hoeveei het er zijn, is niet met ze-
kerheid te zeggen. Wel worden er
j cijfers genoemd, 30.000 50.000
I zelfs wordt het getal 200.000 gemeld.
iwHet is volstrekt niet onmogelijk, dat
bet aantal nóg grooter is, want er
hebben zich vele vrijwilligers bij de
soldaten aangesloten.
't Is precies een oorlog geworden I
De Jong-Turken hebben een bood
schapper naai' Konstantinopel gezon
den om te zeggen wij eischen dit en
dat en wanneer jelui uit mei inwilli
gen, dan zuilen we de stad binnen
trekken en onzen wil met geweld
doorvoeren.
Over de eischen der Jong-luiken
bestaan weer verschillende lezingen.
Uit de serie noemen we le. het af
treden van den buitan2e. volmaak
te handhaving der constitutie3e.
herstolling van het kabinet van den
grootvizier Hiimi-pasja; 4e. bestraf
fing van de Üud-Xurosche muiters
5e. verandering van garnizoen in
Konstantinopel.
Het stellen van don eersten eisch,
het aftreden van den Sultan, lijkt ons
niet waarschijnlijk. Bij deze woelin
gen toch is hot duidelijk gebleken,
dat de oude Abdoel Ham id nog veel
vereerders heeft onder de volbloed-
Muzelmannen. Zijn aftreden zal door
dezen niet gedoogd worden, ook al
willen de Jong-Turken dan een zijner
zoons op den troon plaatsen.
Hoe de Oud-Turken over de andere
eischen denken Eigenaardig is het,
dat de wind in eens gedraaid is, nu 't
duidelijk is geworden, dat de contra
revolutionaire beweging geen alge
meen sympathie gevonden beeft.
't Was o ver-duidelijk, dat de tegen
omwenteling een eerste stap op don
weg was, om de constitutie te ver
moorden. En nu zweert de Sultan
weer bij de mooiheid en zijn liefde
voor de Grondwet....
De Turksche Kamerleden na
tuurlek allemaal oud-Turken, want
de Jong-Turksche afgevaardigden
zijn óf vermoord óf gevlucht 1 zijn
ook in eens weer echte constitutie
vrienden geworden. Ze hebben eene
deputatie leden naar de Jong-Turk-
sche legere gezonden, om te verzeke
ren, dat de Grondwet en de Constitu
tie hoegenaamd geen gevaar liepen.
Alles was niets anders dan een kabi-
nets-crisis.
't Is te begrijpen, dat de Jong-Tur
ken genoegen namen met deze ver
klaring. 't Klonk uit hunnen mond
al onze eischen inwiliigeu. of we trek
ken Konstantinopel binnen.
Gelukkig voegden de Jong-Turken
daaraan toe we zullen geduldig
wachten op het antwoord van den
Sultan <*n het ministerie, voor we tot
gewelddadigheden overgaan.
Wat staat ons te wachten Zullen
de Oud-Turken den Sultan en het
ministerie opofferen Er wordt al
thans gemeld, dat de Sjeik ul Islam
bezig is een f e t w a op te stellen,
waarbij de Sultan onttroond wordt
en zelfs heet het, dat Abdoel reeds op
de vlucht is gegaan. Deze geruchten
i mogen nu overdreven zijn, dat zij m
omloop komen en geloof vinden, tee
kent wel den toestand.
Blijft de Sultan evenwel op den
troon en wijkt hij niet 't zij vrij-
willig,- 't zij gedwongen dan >s een
soort burgeroorlog niet onmogelijk.
We hebben gelukkig hoop, dat het
niet zoover zal komen, en er althans
geen ernstige botsingen zullen ont-
i 6taan.
I Mocht hot namelijk werkelijk ernst
worden, dan staan Muzelmannen te-
genover Muzelmannen, en hef zal de
vraag zijn. of het nationaliteit»- en
het geloofsbewustzijn dan niet gaan
spreken en waarschuwen tegen het
vergieten van broederbloed. De ge-
schiedenis der Ottomanen meldt
woliswaar op iedere bladzijde van
slachtingen, en een nienschenleven
had in Turkije nooit buitengewoon
hooge waarde, maar wanneer d'e
J slachtingen plaats hadden, dan wa
ren de slachtoffers beurtelings Bul-
garen, Grieken, Armeniërs en Sy-
riërs, ongeloovigen dus. Thans echter
zouden Mohammedanen tegenover
hun geloofsbroeders staan. Want
men bedenke, dat ondanks ai de libe
rale bepalingen, die gemaakt en afge-
I kondrgd zijn, nadat de nieuwe koers
is ingeslagen, de toestand in zoo
verre ongewijzigd is gebleven, dat
het nog uitsluitend Muzelmannen
i zijn, die de wapens dragen en deze
I zouden zij dan tegen elkander moeten
I keeren
i Maar toch kan de opgezweepte poli-
t'eke hartstocht tol vreemde dingen
leiden
i Ook is er een ander gevaar, 't Zou
niet onmogelijk zijn, dat de Christe
nen moeten boeten. We hebben het
vaker gezien, dal de twistende Tur
ken zich tezamen gingen wreken
op de Christenen. In Armenië heb
ben we er al een voorproefje van ge
had 1
Gelukkig zullen de mogendheden
niet gelaten toezien. Bijna alie rijken
i hebben oorlogsschepen naar de Turk
sche zeeën gezonden, om de vreemde
lingen te beschermen.
Maar ook voor Turkije is er gevaar.
Een burgeroorlog, met welken uit
slag ook gevoerd, zou voor Turkije
hoogst noodlottig zijn, want er zijn
1 staten, die steeds gereed zijn om den
„zieken man" een deel van hetgeen
h:: nog bez't, te ontrukken, wanneer
hij maar zoo ziek werd, dat hij zich
zulks ongestraft moest laten welge
vallen. En ernstige binnenlandsche
onlusten zouden hem werkelijk ge
vaarlijk ziek maken e® dan zoude de
met moeite ingehouden hebzucht van
zijn buren vrij spel hebben.
j'T BALKAN-PROBLEEM
OPGELOST
j Alle mogendheden hebben thans
verklaard, toe te steramen in de op
heffing van artikel 25 van het Ver
drag van Berlijn. De quaestie betref
fende Bosnië en Herzegowina is dus
definitief geregeld, ook uit een diplo
matiek oogpunt.
1 De Turksch-Bulgaarsche overeen
komst werd gisteren geteekend in
tegenwoordigheid der gezanten van
Engeland, Frankrijk en Rusland.
Nu behoort de Balkan-ci*isis vrijwel
tot het verleden.
Haar de rust in den Balkan is
nog niet gekomen
DE P NUS EN DE FRANSCHE
KATHOLIEKEN.
In antwoord op de toespraak van
den bisschop van Orleans bij de
audiëntie der Fransche pelgrims,
zoidc de Paus dat hij, tijdens de
jongste droevige gebeurtenissen, door
Frankrijk doorleefd, een bewonde
renswaardig bewijs had ontvangen
van gehoorzaamheid aan de Stem des
Pausen, zelfs ten koste van alle op
offeringen.
De Paus drong er bij de Fransche
Katholieken op aan, te volharden, en
dien lagen laster te weerleggen, die
de kinderen der kerk den beleedigen-
den naam geven wil van vijanden des
vaderlands.
Een regeering, welke ook, die
strijd voert tegen de waarheid, belee-
digt het heiligste wat in den mensch
leeft. Zij kan geen aanspraak maken
op de vereering en de liefde van het
vaderland, dat altoos zijn beste ver
dedigers vindt in de rijen van de kin
deren der kerk.
In zijn toespraak verklaarde de
bisschop van Orléans Wij zijn paus
gezinder) en Romeinen, wat echter
niet wil zeggen, dat wij oproerlingen
of slechte patriotten zijn, want de
Fransche katholieken koesteren groo
te lielde voor hun vaderland. De
Frunscneu zullen onwrikbaar ge
trouw blijven.
Daarna weidde de bisschop uit
over tiet wera van Jeanne d'Axc.
loen de Paus na oe ontvangst der
pelgrims voorbij de Franscne vlag
kwam, kuste hij die tweemaal.
De pelgtuns bracbien hem daarop
een geestdriftige betooging.
DE FIN ANCIëN VAN M'NHEER
CASTRO.
Van Lenden uit wordt het bericht,
dat Gastro op het oogenblik zoo goed
als zonder middelen zou zijn, gelo
genstraft. Bij Londensche banken
liggen aandeelen in YVnezolaansche
industrieeie ondernemingen van hem,
die wel meer dan 3 1/2 miliioen gul
den waard zijn. Eeu Engelsche maat-
jschan nj heeft die, toen hij nog in
Duitsciiiand was, reeds van hem wil
len overnemen. Ook zou hij te Cara
cas nog middelen tot zijne beschik
king hebben, die hij ten allen tijde
kun ontbieden, liet eenige wat waar
zou kunnen zijn, is, dat bij niet ruim
Ln zijn contanten ziL
5'ladsuieuws
ActeexamensL. O.
Haarlem, 19 April. Geëxamineerd 8
vrouwelijke candidate®. Geslaagd de
dames J. Th. Erkelens, Haarlem, J.
Snieder, Haarlem, A. Klaver, Hoofd
dorp, M. R. Hoesen, Haarlem.
Kubriek voor Vragen
Geabonneerde» hebben bel voorrecht
vragen op verschillend gebied, mita voor
beauiwoording vatbaar, iii te zenden bij de
Redactie van Uaarlem'a Dagblad, Groote
Houtstraat 69
Alle antwoorden worden geheel kosteloos
gegeven en, voor zooveel wogelyk ia, den
dag ut de inzending
Aan vragen, die niet volledig naam en
woonplaats van den inzender vermeiden
wordt geen aaudacht geschonken.
VRAAG: Bestaat er ook een nacht-
bootdienst AmsterdamKampen en
hoe laat vertrekt de hoot ait Amster
dam?
ANTWOORD: De nachtboot Amster
damKampen vertrekt 's avonds 9
uur van de De Ruyterkade le Amster
dam.
VRAAG: Als iemand duizend gul
den verdient, hoeveel plaatselijke in
komstenbelasting is men dan ver
schuldigd?
ANTWOORD: 22.50.
VRAAG: Kunt u mij 't adres zeggen
van 't plaatsingbureau voor vacante
betrekkingen in de Ned. Koloniën?
ANTWOORD: Een plaatsingbureau
voor Indië is ons niet bekend. Schrijf
eens aan de vereeniging Het Buiten
land te Amsterdam.
VRAAG: Kunt u mij ook zeggen wel
ke schietvereeniging des Zondags kos
teloos op de schietbanen te Overveen
hare oefeningen houdt?
ANTWOORD: Informeer eens bij de
vereeniging Bloemendaal's Comman
do, waarvan de heer A. Koolhoven te
Bloemendaal voorzitter is.
VRAAG: Van het dagblad „de Echo'
komt een ochtend- en avondeditie uit.
Die avondeditie wordt evenwel alleen
aan de abonné's te Amsterdam toe ge
zonden en niet aan die buiten de
hoofdstad. Is zulks geoorloofd?
ANTWOORD. De abonné heeft al
leen recht op wat hem beloofd is voot
zijn geld. Ongetwijfeld is u alleen de
ochtendeditie beloofd.
VRAAG: In mijn bezit is een schil
derij, Lourens Coster voorstellend,
met de letter A voor zijn voeten, Aan
den onderkant bevindt zich 't jaartal
1427. Waar zou ik dit schilderstuk
kunnen verkoopen? Is 1427 misschien
't jaartal van de uitvinding?
ANTWOORD: Het beste is, er eens
over te spreken met een expert in
schilderijen, b.v. de firma Roos en
Co. te Amsterdam, die af en toe vei
lingen houdt. Coster vond in 1427 de
boekdrukkunst uit.
VRAAG: Ik heb mijn bediende te
gen 1 Mei zijn betrekking opgezegd.
Nu veroorzaakt hij mij allerlei on
aangenaamheden. Ban ik nu verplich*
hem tot 1 Mei te houden of mag ik
hem direct ontslaan?
ANTWOORD: Zeker; wanneer üw
bediende uw zaak benadeelt, heeft
wel degelijk het recht hem op staan
den voet te ontslaan. Alleen moet u
later behoorlijk kunneu aantoonen.
dat hij aldus handelde.
binueiilaod
HOFBERICHTEN.
Hare Majesteit maakte Zondag vóóA
e® na den middag een wandeling in
den tuin van het Paleis.
Toen H. M. de Koningin Maan
dag tegen 12 uur in den koninklijken
tuin kwam, werd zij verrast met toe
juichingen van de zijde van de Mo
lenstraat, waar bewoners op ia ben
en in tuinen vlagden.
Prins Hendrik maakte Zondag eer
auto-tocht, Ln gezelschap van dei
kanselier von Bülow, uit Dobbin, ei
adjudant Van Asbeck, naar de bloetn-
bollenvelden rondom Lisse.
VERJAARDAG VAN PRINS
HENDRIK.
De verjaardag van Z. K. H. Prins
Hendrik is in verschillende steden
gevierd met eenige plechtigheid, ver
siering, parades, enz.
De Koningin-Moeder begaf zich
's ochtends reeds te half tien naar
het Paleis in het Noordeinde, ten
einde Prins Hendrik geluk te wen-
schen met zijn geboortedag.
Ten hove zelf werd uiteraard dt>
geboortedag in stille en gepaste
vreugde herdacht, zoodat een vie
ring met receptie en feestmaal, gelijk
deze op vorstelijke verjaardagen ge
bruikelijk is, dit jaar achterwege
bleef.
H. M. de Kon login-Moeder zat des
avonds met Haar kinderen aan den
famüiediscb.
De Prins ontving op dezen dag
legio telegrammen van gelukwen-
schtng en andere bewijzen van ge
hechtheid, alle welke namens den
Prins met een telegram van dankbe
tuiging werden beantwoord. Zelden
werd aan de inschrijving van namen
in de felicitatieboeken voor liet Ko-
nlnkl' k Echtpaar zoo druk deelgeno
men als heden. Op sommige oogen-
blikken van den dag zag men de be
langstellenden in de vestibule file
maken.
INBRAKEN.
Van Zaterdag- op Zondagnacht le
te Ermelo ingebroken Ln het kantoor
van den stationschef. De deur was ge
forceerd, en de lade van het bureau'
opengebroken. Gelukkig wordt het
geld 's avonds door den chef medege
nomen, zoodat slechts eenige wan
orde In de papieren gemaakt werd.
Vermist wordt een leeren tasch, die
gebruikte spoorkaartjes bevatte; deze
werd in de omgeving later openge
sneden teruggevonden.
ZWARTE POKKEN.
Te Maastricht hebben zich twee ge
vallen van zwarte pokken voorgedaan
en wel bij twee vrouwen, iompensor-
teersters in de Koninkl. Papierfabriek
aldaar. De lijd wesson zijn naar het
gesticht Calvariënberg overgebracht*
Door de politie zijn de noodige maat
regelen genomen, om de uitbreiding
dar ziekte tegen te gaan.
Naar het EngeJach, door
Barones Orczy,
66)
Do stem met den vreemden, niet
thuis te brengen tongval, klonk bo
ven het groote rumoer uit; zij drong
door zelfs tot in de met brandewijn
begoten hersenen der menigte, want
het vermoeden werd met vernieuwde
kreten van woede ontvangen.
Als een groote, levende, kokende
massa drong de menigte letterlijk te
gen de reusachtige, sombere gevange
nis aan. De vrouwen schreeuwend, de
mannen vloekend, zoo maakte het
den indruk alsof die dag der ver
schrikking, de 14de Juli met
tijn nacht van bloedvergieten terug
gekomen was, alsof de Temple het
zelfde lot zou ten deei vallen als de
Bastille.
Overeenkomstig de bevelen van hun
leider bleven de drie jonge Engel-
fchen in het dichtst van de menigte
met Déroulède vormden zij als 't
wore een stevig bolwerk om Juliette,
om haar voor ruwe aanraking te be
hoeden.
Aan hun rechterkant in de rich
ting van Menilmontant, liet het
schreeuwen van de zeemeeuw zich
bij tusschenpoozen hooren en gaf
hun moed en kracht.
De voorste rij van het gepeupel had
do portiek van het gebouw bereikt en
eischte al vloekend en tierend den ci
pier van de gevangenis te spreken.
Niemand verscheende groote
poort met haar massieve sloten en
grendels bleef 8til en onbewogen.
De stemming werd gevaarlijk;
men fluisterde over de overwinning
van de Bastille vijf jaar geleden, ge
dachten aan moord en doodslag wer
den sterker.
Toen liet de doordringende stem
zich weer hooren
Par bleu I de gevangenen zijn
niet in de TempleDe ezels hebben
ben Laten ontsnappen en zijn nu
bang voor de woedo van het volk I
Vreemd was het zoo gemakkelijk
als deze menschen zich dat nieuwe
idéé lieten bijbrengen. Misschien had
het donkere, sombere blok massieve
gebouwen hen in zijn kalme kracht
ontzag ingeboezemd, misschien ook
had de motregen en kleverige modder
hun verlangen om den somberen ci
tadel te bestormen bekoeldmis
schien was het niets dan de gewoon
menschelijke karaktertrek van een
verlangen naar iets nieuws, iéts on
verwachts.
Hoe het zij, de gedachte scheen ver
wonderlijk snel ingang te vinden.
De gevangenen zijn ontsnapt
De gevangenen zijn ontsnapt!
Sommigen bleven bij hun plan om
de Temple te bestormen, maar zij wa
ren Ln de minderheid. Plotseling was
de menigte meer geneigd tot wraak
op twee enkele menschen dan tot
meer omvangrijke strijdlustige da
den de Bastille was bij dag geno
men die poging zou waarschijnlijk
niet zoo goed gelukt zijn op een stik-
doukeren avond ais deze, nu men
geen hand voor de oogen kon zien en
<ie motregen tot op merg en boen
doordrong.
Zij kunnen wel een van de poor
ten doorgegaan zijn I opperde do-
zelfde stem van vut de duisternis.
De barrières de barrières 1 zoo
klonk de echo uit de menigte.
Het kleine gezelschap vluchtelin
gen en hun vrienden hielden eikaar
vasL
Eindelijk begrepen zij do bedoeling
van hun leider. Aan ons de taak om
te zorgen, dat de menigte doet, wat
wij wen sche®, had de Roode Pimper
nel gezegd.
Hij wenschte zichzelf en zijn vrien
den buiten Parijs te brengen, en het
had alle kans, dat het hem zou ge
lukken.
Juliette voelde haar hart van opge
wondenheid heftig kloppenhaar
sterk handje klemde zich met wilde
kracht om de vingers van Déroulède.
Naast den man, dien zij haar hart
en ziel gegeven had, bewonderde rij
en keek zij op naar den edelen avon
turier, den fijnbeschaafden gentle
man van hooge geboorte, die met vuil
gelaat en vodden van kleenen aan de
schitterendste rol speelde, die ooit op
het tooneel vertoond was.
Naar de barrières naar de bar
rières I
Als een kudde wilde paarden voort
gedreven door de zweep van den
norder, begon het gepeupel zich naar
alle kanten te verspreiden. Niet we
tende wat het wilde, niet wetende wat
het zou vinden, half de oorzaak en
het voorwerp van hun woede verge
tend, snelden allen naar de poorten
van de groote stad, waardoor de ge
vangenen ontvlucht heetten te zijn.
De drie Engelschen en Déroulède
met Juliette goed beschermd in hun
midden, hadden rich nog met bij de
voortsnellenden gevoegd. De menigte
op het open plein was nog heel dik,
de straten die er op uitkwamen heel
nauw en daardoor baanden zij zich
duwend, stampend, vloekend, een
wee naar de barrières.
Door do Rue Turbigo naar de Bel
leville Poort, door de Rue de Filies
en de Rue du Chemin Vert naar Po-
pincourt, holden zij, elkaar op den
grond gooiend en de zwaksten onaer
den voet vertrappend. Het waren al
len ruwe, wilde wezens, gewoon aan
dergelijke behandelingen, telkens
weer stonden zij op, terwijl de mod
der hen om de ooren spatte.
Van het donkere, open plein holden,
deze wezens van dén nacht straten in,
die nog donkerder waren.
Voort holden zij voortvoort
nu weer in groote massa's, dan bij
kleine groepen tegelijk sommigen
naar het Noorden, anderen naar het
Zuiden, Oosten of Westen.
Van den Oostkant kwam de kreet
van de zeemeeuw.
Het kieiue gezelschap snelde moe
dig naar het Oosten. Langs de Rue de
la Republique volgden rij de roep
stem van hun leider. De menigte was
iiier heel dik de Barrière Ménilmou-
tant was vlak bij, en aan den ande
ren kant was bet kerkhof van Père
Lachaise. Het was de poort, die het
dichtst bij de Temple was, en de me
nigte wilde iets uitrichten, niet te
veel tijd verliezen door langs de
modderige straten te snellen en nat
en koud te worden, maar de roem
ruchtige daden van den 14de® Juli
herhalen, en de barrières van Parijs
overmeesteren meer door de kracht
van hun wil dan door kracht van*
wapenen.
Onder deze voorthollende men
schen massa bleven do vier mannen'
met Juliette in hun middon volkomeT
onopgemerkt.
Na een kwartier was Ménilmontant
bereikt
De groote poorten von stad wer
den goed bewaakt door détac> emen-
ten van do Nationale Garde, ieder on.
dear bevel van een officier. Twintig
man op rijn meest wat was dat
tegenover zoo'n bende?
Wie had er ooit van gedroomd, dat
Parijs van binnen uit bestormd zou
worden
Bij iedere poort in het Noorden en
Oosten van de stad stond nu een me
nigte van vier of vijf duizend men
schen sterk, een nenschenmassa, die
zelf niet wist. wat rij wilde. Iedereen
was vergeten wat de oorzaak was
van dat blindelings krankzinnig
voorthollen naar de eerste, de beste
barrière.
Maar iedereen wist, dat hij of rij
door die barrière wilde, de soldaten
aanvallen en den kapitein van de
Garde neervellen.
En met een wilde kreet werden al
le stadspoorten bestormd.
fWordt vervolgd).