HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDB BLAD. In stormachtige Tijden. OM ONS HEEN FEUILLETON DIV8DAG 20 APBIL 1909 No. 917. Twee Haarlemsche Musici. Morgen, Woensdag, wordt in de Kroon een Andriessen-Loots concert gegeven. De dames Broms, Scholten en Bles zullen van deze twee compo nisten Liederen zingen en Andriessen zal een Sonate van zijn ouderen kunstbroeder uitvoeren. Ik meende, dat mijn lezers wel eens wat zullen willen Lezen over deze twee stadge- nooten, op wie we trotsch mogen we zen en zoo ben ik er op uitgegaan en heb een en ander verzameld, dat hier volgen gaat „Op zijn achtste jaar", zoo vertelde mij een lid van de familie Loots, „kwam Philip op de muziekschool bij van Loenen te Amsterdam. Hij bleef er een jaar, toen had hij alle acht klassen doorloopen en zei de direc teur „ventje, ga jij maar weg, ik kan jou hier niets meer Leeren." Maar hijzelf Liet het er niet bij. Nu haalde hij het eene, dan het andere Instrument in huisden eenen keer een trombone, straks een cornet, om er achter te komen wat hij voor die verschillende Instrumenten compo- neeren en hoever hij gaan kon. Zoo leerde hij ook viool, kreeg er een poosje les in, maar was toen ook al weer zoo ver, dat hij zichzelf er ver der in bekwamen kon, nam een half jaar les bij Verheyen in orgelspel en was toen al zoover, dat hij een orgel concert gaf in 't Paleis voor Volks vlijt. Er was toen een of ander Aan de hand met Transvaal, althans Am- stols Mannenkoor gaf een uitvoering en Philip zou de tweede sonate van Mendelssohn spelen. Hij was toen veertien jaar, droeg een hesje met eeu platte boord en een kort broekje en leek zoo klein tueschen al die man nen van de liedertafel in, dat ze sa men drongen om tt zien, hoe dat ke reltje de pedalen zou behandelen. Hij kon er dan ook in die dagen juist met zijn voeten bij. In datzelfde jaar ging hij naar den Haag naar de muziekschool. Daar was toen Nicol&i directeur. Toen die hem wat geëxamineerd had. zei hij „voor examen doen ben je nog veel te jong, dat mag niet vóór je zeventiende. Schrijf je maar £n als leerling en kom dan af en toe hier, zulien we eens wat praten." En toen dan de wachttijd voorbij en hij zeventien jaar geworden was, deed hij examen voor vijf vakken tegelijk piano, viool, orgel, compositie en theorie, wat nog nooit gebeurd was. Want componeeren deed hij toen al lang, van zijn achtste jaar af. In die dagen, op een leeftijd dus, waarop een ander kind nauwelijks de noten kent, had hij al eigen inspiratie en schreef enkele kinderliederen, die eerst veel later zijn uitgegeven, 't Was omstreeks dezen tijd, dat de wo ning van den ouden heer in Amster dam afbrandde, zoodat de familie hier op de Baan kwam wonen. Voor Philip was 't een groote pret, wan neer de huzaren, die destijds te Haar lem in garnizoen lagen, uittrokken met hun muziek. Dan liep hij ze ach terna en nam de marschen zóó goed in zich op, dat hij die thuis onberis pelijk naspeelde. Negen jaar was hij oud, toen hij zijn eerste Latijnsche kerkgezangen componeerde, de groote Plus-cantate, die ook hier een paar keer met suc ces ig uitgevoerd, dateert van vijf en twintig jaar geleden, toen hij dus nauwelijks achttien was. In vier maanden tijd is dat heele werk ge componeerd en uitgevoerd." Dat hoorde ik van Loots' jeugd. Een zonnige jeugd, want wat hij wenschte werd hem toegestaan en ledeir liep hoog met „FLippie". Dat heeft hem niet hoogmoedig gemaakt, want nog altijd is hij de eenvoud zelf. Hoeveel composition van be tee ken is zijn naam dragen, kerkelijke mu ziek, liederen, mannenkoren, hij laat er zich niet op voorstaan en wat zijn lossen aangaat, niemand kan minder hebzuchtig zijn, dan hij. Een philo- eoof is hij, gelukkig in zijn muziek, wijisgeerig genoog om daarmee te vreden te zijn. Waarschijnlijk is het dat, wat aan zijn composities juist den eenvoud geeft, die er zoo in bekoortde rust, die in onze samenleving en veel, dat van haar uitgaat, zoo vaak ont breekt. Willem Andrlessen is een geslacht jonger. Een en twintig Jaar pas en in 't gelukkig bezit van al de onbezorg de vroolijkheid van de jeugd. „Och", zei hij, toen ik tegenover hem zat en keek me lachend aan, „ik heb nooit zooals anderen met moeilijkheden te kampen gehad, maar altijd den tijd gehad om te 8tudeeren. Ergens ineen tijdschrift heeft gestaan, dat Fr au Musi ca mij bij mijn geboorte ge kust heeft, maar ik heb daar mijn baker naar gevraagd en die kon zich van 't bezoek van.-zoo'n juffrouw niets meer berinneren I Wel weet ik, dat ik op mijn vierde jaar al wou worden als mijn vader. Hij gaf me les, maar wel een beetje ongeregeld, want als Je 't druk hebt buitenshuis, schiet er voor je eigen kinderen niet veel tijd over. Nader hand ben ik van 1903 tot 1906 op het Conservatoire te Amsterdam geweest en heb daar mijn diploma gehaald. Wie dal gedaan hebben, gaan dan meestal naar bet buitenland zooals dat heet „om hun studiën te vol tooien". Maar mijn leermeester de Pauw zei: „depri x d'e x cel len c e moet hier ook gehaald kunnen wor den. Waar die prijs uit bestaat? Uit een diploma, meer niets en je hebt er voor noodig techiaek, volleoig mees terschap over het instrument. Twee jaar later, in 1908, heb ik den prix d'excellence gekregen, den eer sten voor piano. Natuurlijk moet Ik nu nog rijper worden iemand van 21 speelt niet als iemand van 50 en omgekeerd zou ook niet goed wezen. Ja", zei hij met ken merkenden eenvoud, „een natuur- techniek bezit ik niet, ik heb veel meer moeite gehad om pianospelen, dan om componeeren Ie leeren." En daarop raakten we aan den praat over de moeilijkheden, waarop dilet tanten gewoonlijk struikelen het te veel doen uitkomen van de linker hand o. a. en het verkeerd gebruik van het pedaal. Telkens, met echt jeugdig vuur, sprong hij op en liet op de Perzina piano het verschilhoo ren. „Kijk' zoo is de linkerhand te sterk, zoo moet ze wezen, maar heel moeilijk is dat niet, als je 't eenmaal gewoon bent, gaat dat vanzelf. En nu het pedaalais je zóó doet, klinkt de toon beter, is meer zingend." Dan bracht ik hem op het compo neeren. „Pianospelen kun je altijd, maar componeeren niet. Soms heb ik een heel en tijd geen inspiratie. Mijn Guldene Sporenslag schreef ik ais koek, later de liederen en de orkest- ouverture zoo gemakkelijk niet, den kelijk ben ik zelf veeleischender ge worden." „Waarom speelt een pianist zonder muziek? Toch niet alleen uit mode?" „Ja, voor een gedeelte wel, maar toch ook om onafhankeLijk te wezen van het notenblad. Zoolang dat vóór je staat, ia het toch altijd of je een les Sjpeelt. Bovendien kun je sommi ge werken niet anders dan uit 't hoofd spelen, als de grepen groot zijn en moeilijk te overzien." En om het te toonen, speelde hij me prachtig de Campanella van Liszt voor, een genot om te hooren. „Neen, mijn muziek neem ik nooit naar het concert mee. Waarvoor Mocht ik er ultraken, dan helpt wat eigen compositie je er wel door en je bent er gauw genoeg weer in. In Duitschiand is 't me eenmaal ge beurd, maar niemand heeft het ge merkt." 't Was al wat laat geworden en ik vrees, dat ik wel een beetje onbeschei den ben geweest, toen ik hem vroeg, eens iets uit Loots' sonate te laten hooren. Bereidwillig speelde hij het eerste en het laatste gedeelte, een waar muzikaal festijn van compositie en uitvoering. Vijf minuten later zat. hij aan de tafel in de huiskamer en tee kende re bussen, die we moesten roden I Onbedorven ziel en eenvoudig ge moed zijn naast de-ze groote muzika le begaafdheid zijn deel. Mogen ze hem bijblijven I J. C. P. tJuitenlandscb Uverziciu DE WOELINGEN IN TURKIJE. ,,'t Kan verkeeren I" Deze lijfspreuk van onzen voorvader is ook ou de woelingen in hel Turkenland ten voile van toepassing. De bultan en de 20.000 muitende soldaten in de oude keizersstad Stamboel, droomden in den eersten nacht der contra-revolu tie, dat ze de overwinning behaald hadden. Geen wonder 1 De landsver dedigers vormden in Konstajitiiiopel een schrikbewind eerste klasse. Alles wat één woord sympathie voor de Jong-Turksche beweging durfde uiten werd zonder vorm van proces dood geschoten. Kamerleden en officieren werden bij groepjes van 20 en 30 man vermoord. En op de wreedste manier! De Sul tan-ver eerdere bonden de Jong-Turken met Louwen aan eikaar, plaatsten de slachtoffers voor de ka nonnen en gaven vuurEen cijfer is meer dan voldoende om liet karak ter van den contra-revolulienacht en -dag te schetsen er werden door de muitende soldaten niet minder dan twee miliioen patronen verschoten. Natuurlijk werden door deze vreug- de('?)schoten eenige honderden on- schuldigen gedood of gewond In Konstantinopel waren de contra revolutionairen of Oud-Tnrken vol komen de baas Ze dachten nu, dat het zoo in geheel Turkije zou zijn, maar.... 't valt hen tegen Over al is een storm van verontwaardi ging opgegaan en scharen de Jong- Turken zich aaneen, om tegen deze contra-revolutie te protesteeren. Kon stantinopel blijkt in zijn Oud-Turk- sohe sympathieën vrijwel alleen te staan. Althans wat het leger belieft l En bet leger is bij de iuiKsclie woe lingen t voornaamste 1 liet iurksche volk maakt zich niet bijzonder druk en wil (of kan) niets beginnen zonder den steun van bet leger. De Juli-revo- lutie werd voor 90 pcL door de mili tairen newerktoen val van Kiainü, den ouden grootvizieridem, de contra-revolutie idem en nu de te- gen-contra-revolutie weer idem. De Jong-Turken kunnen op eene groote legermacht rekenen. Uit alle plaatsen komen telegrammen, dat de soldaten naar Konstantinopel op- trekken, om daar het Joug-i urksche i bewind te herstellen. In 't plaatsje j Trepazoente zijn deze soldaten verza- i meld. j Hoeveei het er zijn, is niet met ze- kerheid te zeggen. Wel worden er j cijfers genoemd, 30.000 50.000 I zelfs wordt het getal 200.000 gemeld. iwHet is volstrekt niet onmogelijk, dat bet aantal nóg grooter is, want er hebben zich vele vrijwilligers bij de soldaten aangesloten. 't Is precies een oorlog geworden I De Jong-Turken hebben een bood schapper naai' Konstantinopel gezon den om te zeggen wij eischen dit en dat en wanneer jelui uit mei inwilli gen, dan zuilen we de stad binnen trekken en onzen wil met geweld doorvoeren. Over de eischen der Jong-luiken bestaan weer verschillende lezingen. Uit de serie noemen we le. het af treden van den buitan2e. volmaak te handhaving der constitutie3e. herstolling van het kabinet van den grootvizier Hiimi-pasja; 4e. bestraf fing van de Üud-Xurosche muiters 5e. verandering van garnizoen in Konstantinopel. Het stellen van don eersten eisch, het aftreden van den Sultan, lijkt ons niet waarschijnlijk. Bij deze woelin gen toch is hot duidelijk gebleken, dat de oude Abdoel Ham id nog veel vereerders heeft onder de volbloed- Muzelmannen. Zijn aftreden zal door dezen niet gedoogd worden, ook al willen de Jong-Turken dan een zijner zoons op den troon plaatsen. Hoe de Oud-Turken over de andere eischen denken Eigenaardig is het, dat de wind in eens gedraaid is, nu 't duidelijk is geworden, dat de contra revolutionaire beweging geen alge meen sympathie gevonden beeft. 't Was o ver-duidelijk, dat de tegen omwenteling een eerste stap op don weg was, om de constitutie te ver moorden. En nu zweert de Sultan weer bij de mooiheid en zijn liefde voor de Grondwet.... De Turksche Kamerleden na tuurlek allemaal oud-Turken, want de Jong-Turksche afgevaardigden zijn óf vermoord óf gevlucht 1 zijn ook in eens weer echte constitutie vrienden geworden. Ze hebben eene deputatie leden naar de Jong-Turk- sche legere gezonden, om te verzeke ren, dat de Grondwet en de Constitu tie hoegenaamd geen gevaar liepen. Alles was niets anders dan een kabi- nets-crisis. 't Is te begrijpen, dat de Jong-Tur ken genoegen namen met deze ver klaring. 't Klonk uit hunnen mond al onze eischen inwiliigeu. of we trek ken Konstantinopel binnen. Gelukkig voegden de Jong-Turken daaraan toe we zullen geduldig wachten op het antwoord van den Sultan <*n het ministerie, voor we tot gewelddadigheden overgaan. Wat staat ons te wachten Zullen de Oud-Turken den Sultan en het ministerie opofferen Er wordt al thans gemeld, dat de Sjeik ul Islam bezig is een f e t w a op te stellen, waarbij de Sultan onttroond wordt en zelfs heet het, dat Abdoel reeds op de vlucht is gegaan. Deze geruchten i mogen nu overdreven zijn, dat zij m omloop komen en geloof vinden, tee kent wel den toestand. Blijft de Sultan evenwel op den troon en wijkt hij niet 't zij vrij- willig,- 't zij gedwongen dan >s een soort burgeroorlog niet onmogelijk. We hebben gelukkig hoop, dat het niet zoover zal komen, en er althans geen ernstige botsingen zullen ont- i 6taan. I Mocht hot namelijk werkelijk ernst worden, dan staan Muzelmannen te- genover Muzelmannen, en hef zal de vraag zijn. of het nationaliteit»- en het geloofsbewustzijn dan niet gaan spreken en waarschuwen tegen het vergieten van broederbloed. De ge- schiedenis der Ottomanen meldt woliswaar op iedere bladzijde van slachtingen, en een nienschenleven had in Turkije nooit buitengewoon hooge waarde, maar wanneer d'e J slachtingen plaats hadden, dan wa ren de slachtoffers beurtelings Bul- garen, Grieken, Armeniërs en Sy- riërs, ongeloovigen dus. Thans echter zouden Mohammedanen tegenover hun geloofsbroeders staan. Want men bedenke, dat ondanks ai de libe rale bepalingen, die gemaakt en afge- I kondrgd zijn, nadat de nieuwe koers is ingeslagen, de toestand in zoo verre ongewijzigd is gebleven, dat het nog uitsluitend Muzelmannen i zijn, die de wapens dragen en deze I zouden zij dan tegen elkander moeten I keeren i Maar toch kan de opgezweepte poli- t'eke hartstocht tol vreemde dingen leiden i Ook is er een ander gevaar, 't Zou niet onmogelijk zijn, dat de Christe nen moeten boeten. We hebben het vaker gezien, dal de twistende Tur ken zich tezamen gingen wreken op de Christenen. In Armenië heb ben we er al een voorproefje van ge had 1 Gelukkig zullen de mogendheden niet gelaten toezien. Bijna alie rijken i hebben oorlogsschepen naar de Turk sche zeeën gezonden, om de vreemde lingen te beschermen. Maar ook voor Turkije is er gevaar. Een burgeroorlog, met welken uit slag ook gevoerd, zou voor Turkije hoogst noodlottig zijn, want er zijn 1 staten, die steeds gereed zijn om den „zieken man" een deel van hetgeen h:: nog bez't, te ontrukken, wanneer hij maar zoo ziek werd, dat hij zich zulks ongestraft moest laten welge vallen. En ernstige binnenlandsche onlusten zouden hem werkelijk ge vaarlijk ziek maken e® dan zoude de met moeite ingehouden hebzucht van zijn buren vrij spel hebben. j'T BALKAN-PROBLEEM OPGELOST j Alle mogendheden hebben thans verklaard, toe te steramen in de op heffing van artikel 25 van het Ver drag van Berlijn. De quaestie betref fende Bosnië en Herzegowina is dus definitief geregeld, ook uit een diplo matiek oogpunt. 1 De Turksch-Bulgaarsche overeen komst werd gisteren geteekend in tegenwoordigheid der gezanten van Engeland, Frankrijk en Rusland. Nu behoort de Balkan-ci*isis vrijwel tot het verleden. Haar de rust in den Balkan is nog niet gekomen DE P NUS EN DE FRANSCHE KATHOLIEKEN. In antwoord op de toespraak van den bisschop van Orleans bij de audiëntie der Fransche pelgrims, zoidc de Paus dat hij, tijdens de jongste droevige gebeurtenissen, door Frankrijk doorleefd, een bewonde renswaardig bewijs had ontvangen van gehoorzaamheid aan de Stem des Pausen, zelfs ten koste van alle op offeringen. De Paus drong er bij de Fransche Katholieken op aan, te volharden, en dien lagen laster te weerleggen, die de kinderen der kerk den beleedigen- den naam geven wil van vijanden des vaderlands. Een regeering, welke ook, die strijd voert tegen de waarheid, belee- digt het heiligste wat in den mensch leeft. Zij kan geen aanspraak maken op de vereering en de liefde van het vaderland, dat altoos zijn beste ver dedigers vindt in de rijen van de kin deren der kerk. In zijn toespraak verklaarde de bisschop van Orléans Wij zijn paus gezinder) en Romeinen, wat echter niet wil zeggen, dat wij oproerlingen of slechte patriotten zijn, want de Fransche katholieken koesteren groo te lielde voor hun vaderland. De Frunscneu zullen onwrikbaar ge trouw blijven. Daarna weidde de bisschop uit over tiet wera van Jeanne d'Axc. loen de Paus na oe ontvangst der pelgrims voorbij de Franscne vlag kwam, kuste hij die tweemaal. De pelgtuns bracbien hem daarop een geestdriftige betooging. DE FIN ANCIëN VAN M'NHEER CASTRO. Van Lenden uit wordt het bericht, dat Gastro op het oogenblik zoo goed als zonder middelen zou zijn, gelo genstraft. Bij Londensche banken liggen aandeelen in YVnezolaansche industrieeie ondernemingen van hem, die wel meer dan 3 1/2 miliioen gul den waard zijn. Eeu Engelsche maat- jschan nj heeft die, toen hij nog in Duitsciiiand was, reeds van hem wil len overnemen. Ook zou hij te Cara cas nog middelen tot zijne beschik king hebben, die hij ten allen tijde kun ontbieden, liet eenige wat waar zou kunnen zijn, is, dat bij niet ruim Ln zijn contanten ziL 5'ladsuieuws ActeexamensL. O. Haarlem, 19 April. Geëxamineerd 8 vrouwelijke candidate®. Geslaagd de dames J. Th. Erkelens, Haarlem, J. Snieder, Haarlem, A. Klaver, Hoofd dorp, M. R. Hoesen, Haarlem. Kubriek voor Vragen Geabonneerde» hebben bel voorrecht vragen op verschillend gebied, mita voor beauiwoording vatbaar, iii te zenden bij de Redactie van Uaarlem'a Dagblad, Groote Houtstraat 69 Alle antwoorden worden geheel kosteloos gegeven en, voor zooveel wogelyk ia, den dag ut de inzending Aan vragen, die niet volledig naam en woonplaats van den inzender vermeiden wordt geen aaudacht geschonken. VRAAG: Bestaat er ook een nacht- bootdienst AmsterdamKampen en hoe laat vertrekt de hoot ait Amster dam? ANTWOORD: De nachtboot Amster damKampen vertrekt 's avonds 9 uur van de De Ruyterkade le Amster dam. VRAAG: Als iemand duizend gul den verdient, hoeveel plaatselijke in komstenbelasting is men dan ver schuldigd? ANTWOORD: 22.50. VRAAG: Kunt u mij 't adres zeggen van 't plaatsingbureau voor vacante betrekkingen in de Ned. Koloniën? ANTWOORD: Een plaatsingbureau voor Indië is ons niet bekend. Schrijf eens aan de vereeniging Het Buiten land te Amsterdam. VRAAG: Kunt u mij ook zeggen wel ke schietvereeniging des Zondags kos teloos op de schietbanen te Overveen hare oefeningen houdt? ANTWOORD: Informeer eens bij de vereeniging Bloemendaal's Comman do, waarvan de heer A. Koolhoven te Bloemendaal voorzitter is. VRAAG: Van het dagblad „de Echo' komt een ochtend- en avondeditie uit. Die avondeditie wordt evenwel alleen aan de abonné's te Amsterdam toe ge zonden en niet aan die buiten de hoofdstad. Is zulks geoorloofd? ANTWOORD. De abonné heeft al leen recht op wat hem beloofd is voot zijn geld. Ongetwijfeld is u alleen de ochtendeditie beloofd. VRAAG: In mijn bezit is een schil derij, Lourens Coster voorstellend, met de letter A voor zijn voeten, Aan den onderkant bevindt zich 't jaartal 1427. Waar zou ik dit schilderstuk kunnen verkoopen? Is 1427 misschien 't jaartal van de uitvinding? ANTWOORD: Het beste is, er eens over te spreken met een expert in schilderijen, b.v. de firma Roos en Co. te Amsterdam, die af en toe vei lingen houdt. Coster vond in 1427 de boekdrukkunst uit. VRAAG: Ik heb mijn bediende te gen 1 Mei zijn betrekking opgezegd. Nu veroorzaakt hij mij allerlei on aangenaamheden. Ban ik nu verplich* hem tot 1 Mei te houden of mag ik hem direct ontslaan? ANTWOORD: Zeker; wanneer üw bediende uw zaak benadeelt, heeft wel degelijk het recht hem op staan den voet te ontslaan. Alleen moet u later behoorlijk kunneu aantoonen. dat hij aldus handelde. binueiilaod HOFBERICHTEN. Hare Majesteit maakte Zondag vóóA e® na den middag een wandeling in den tuin van het Paleis. Toen H. M. de Koningin Maan dag tegen 12 uur in den koninklijken tuin kwam, werd zij verrast met toe juichingen van de zijde van de Mo lenstraat, waar bewoners op ia ben en in tuinen vlagden. Prins Hendrik maakte Zondag eer auto-tocht, Ln gezelschap van dei kanselier von Bülow, uit Dobbin, ei adjudant Van Asbeck, naar de bloetn- bollenvelden rondom Lisse. VERJAARDAG VAN PRINS HENDRIK. De verjaardag van Z. K. H. Prins Hendrik is in verschillende steden gevierd met eenige plechtigheid, ver siering, parades, enz. De Koningin-Moeder begaf zich 's ochtends reeds te half tien naar het Paleis in het Noordeinde, ten einde Prins Hendrik geluk te wen- schen met zijn geboortedag. Ten hove zelf werd uiteraard dt> geboortedag in stille en gepaste vreugde herdacht, zoodat een vie ring met receptie en feestmaal, gelijk deze op vorstelijke verjaardagen ge bruikelijk is, dit jaar achterwege bleef. H. M. de Kon login-Moeder zat des avonds met Haar kinderen aan den famüiediscb. De Prins ontving op dezen dag legio telegrammen van gelukwen- schtng en andere bewijzen van ge hechtheid, alle welke namens den Prins met een telegram van dankbe tuiging werden beantwoord. Zelden werd aan de inschrijving van namen in de felicitatieboeken voor liet Ko- nlnkl' k Echtpaar zoo druk deelgeno men als heden. Op sommige oogen- blikken van den dag zag men de be langstellenden in de vestibule file maken. INBRAKEN. Van Zaterdag- op Zondagnacht le te Ermelo ingebroken Ln het kantoor van den stationschef. De deur was ge forceerd, en de lade van het bureau' opengebroken. Gelukkig wordt het geld 's avonds door den chef medege nomen, zoodat slechts eenige wan orde In de papieren gemaakt werd. Vermist wordt een leeren tasch, die gebruikte spoorkaartjes bevatte; deze werd in de omgeving later openge sneden teruggevonden. ZWARTE POKKEN. Te Maastricht hebben zich twee ge vallen van zwarte pokken voorgedaan en wel bij twee vrouwen, iompensor- teersters in de Koninkl. Papierfabriek aldaar. De lijd wesson zijn naar het gesticht Calvariënberg overgebracht* Door de politie zijn de noodige maat regelen genomen, om de uitbreiding dar ziekte tegen te gaan. Naar het EngeJach, door Barones Orczy, 66) Do stem met den vreemden, niet thuis te brengen tongval, klonk bo ven het groote rumoer uit; zij drong door zelfs tot in de met brandewijn begoten hersenen der menigte, want het vermoeden werd met vernieuwde kreten van woede ontvangen. Als een groote, levende, kokende massa drong de menigte letterlijk te gen de reusachtige, sombere gevange nis aan. De vrouwen schreeuwend, de mannen vloekend, zoo maakte het den indruk alsof die dag der ver schrikking, de 14de Juli met tijn nacht van bloedvergieten terug gekomen was, alsof de Temple het zelfde lot zou ten deei vallen als de Bastille. Overeenkomstig de bevelen van hun leider bleven de drie jonge Engel- fchen in het dichtst van de menigte met Déroulède vormden zij als 't wore een stevig bolwerk om Juliette, om haar voor ruwe aanraking te be hoeden. Aan hun rechterkant in de rich ting van Menilmontant, liet het schreeuwen van de zeemeeuw zich bij tusschenpoozen hooren en gaf hun moed en kracht. De voorste rij van het gepeupel had do portiek van het gebouw bereikt en eischte al vloekend en tierend den ci pier van de gevangenis te spreken. Niemand verscheende groote poort met haar massieve sloten en grendels bleef 8til en onbewogen. De stemming werd gevaarlijk; men fluisterde over de overwinning van de Bastille vijf jaar geleden, ge dachten aan moord en doodslag wer den sterker. Toen liet de doordringende stem zich weer hooren Par bleu I de gevangenen zijn niet in de TempleDe ezels hebben ben Laten ontsnappen en zijn nu bang voor de woedo van het volk I Vreemd was het zoo gemakkelijk als deze menschen zich dat nieuwe idéé lieten bijbrengen. Misschien had het donkere, sombere blok massieve gebouwen hen in zijn kalme kracht ontzag ingeboezemd, misschien ook had de motregen en kleverige modder hun verlangen om den somberen ci tadel te bestormen bekoeldmis schien was het niets dan de gewoon menschelijke karaktertrek van een verlangen naar iets nieuws, iéts on verwachts. Hoe het zij, de gedachte scheen ver wonderlijk snel ingang te vinden. De gevangenen zijn ontsnapt De gevangenen zijn ontsnapt! Sommigen bleven bij hun plan om de Temple te bestormen, maar zij wa ren Ln de minderheid. Plotseling was de menigte meer geneigd tot wraak op twee enkele menschen dan tot meer omvangrijke strijdlustige da den de Bastille was bij dag geno men die poging zou waarschijnlijk niet zoo goed gelukt zijn op een stik- doukeren avond ais deze, nu men geen hand voor de oogen kon zien en <ie motregen tot op merg en boen doordrong. Zij kunnen wel een van de poor ten doorgegaan zijn I opperde do- zelfde stem van vut de duisternis. De barrières de barrières 1 zoo klonk de echo uit de menigte. Het kleine gezelschap vluchtelin gen en hun vrienden hielden eikaar vasL Eindelijk begrepen zij do bedoeling van hun leider. Aan ons de taak om te zorgen, dat de menigte doet, wat wij wen sche®, had de Roode Pimper nel gezegd. Hij wenschte zichzelf en zijn vrien den buiten Parijs te brengen, en het had alle kans, dat het hem zou ge lukken. Juliette voelde haar hart van opge wondenheid heftig kloppenhaar sterk handje klemde zich met wilde kracht om de vingers van Déroulède. Naast den man, dien zij haar hart en ziel gegeven had, bewonderde rij en keek zij op naar den edelen avon turier, den fijnbeschaafden gentle man van hooge geboorte, die met vuil gelaat en vodden van kleenen aan de schitterendste rol speelde, die ooit op het tooneel vertoond was. Naar de barrières naar de bar rières I Als een kudde wilde paarden voort gedreven door de zweep van den norder, begon het gepeupel zich naar alle kanten te verspreiden. Niet we tende wat het wilde, niet wetende wat het zou vinden, half de oorzaak en het voorwerp van hun woede verge tend, snelden allen naar de poorten van de groote stad, waardoor de ge vangenen ontvlucht heetten te zijn. De drie Engelschen en Déroulède met Juliette goed beschermd in hun midden, hadden rich nog met bij de voortsnellenden gevoegd. De menigte op het open plein was nog heel dik, de straten die er op uitkwamen heel nauw en daardoor baanden zij zich duwend, stampend, vloekend, een wee naar de barrières. Door do Rue Turbigo naar de Bel leville Poort, door de Rue de Filies en de Rue du Chemin Vert naar Po- pincourt, holden zij, elkaar op den grond gooiend en de zwaksten onaer den voet vertrappend. Het waren al len ruwe, wilde wezens, gewoon aan dergelijke behandelingen, telkens weer stonden zij op, terwijl de mod der hen om de ooren spatte. Van het donkere, open plein holden, deze wezens van dén nacht straten in, die nog donkerder waren. Voort holden zij voortvoort nu weer in groote massa's, dan bij kleine groepen tegelijk sommigen naar het Noorden, anderen naar het Zuiden, Oosten of Westen. Van den Oostkant kwam de kreet van de zeemeeuw. Het kieiue gezelschap snelde moe dig naar het Oosten. Langs de Rue de la Republique volgden rij de roep stem van hun leider. De menigte was iiier heel dik de Barrière Ménilmou- tant was vlak bij, en aan den ande ren kant was bet kerkhof van Père Lachaise. Het was de poort, die het dichtst bij de Temple was, en de me nigte wilde iets uitrichten, niet te veel tijd verliezen door langs de modderige straten te snellen en nat en koud te worden, maar de roem ruchtige daden van den 14de® Juli herhalen, en de barrières van Parijs overmeesteren meer door de kracht van hun wil dan door kracht van* wapenen. Onder deze voorthollende men schen massa bleven do vier mannen' met Juliette in hun middon volkomeT onopgemerkt. Na een kwartier was Ménilmontant bereikt De groote poorten von stad wer den goed bewaakt door détac> emen- ten van do Nationale Garde, ieder on. dear bevel van een officier. Twintig man op rijn meest wat was dat tegenover zoo'n bende? Wie had er ooit van gedroomd, dat Parijs van binnen uit bestormd zou worden Bij iedere poort in het Noorden en Oosten van de stad stond nu een me nigte van vier of vijf duizend men schen sterk, een nenschenmassa, die zelf niet wist. wat rij wilde. Iedereen was vergeten wat de oorzaak was van dat blindelings krankzinnig voorthollen naar de eerste, de beste barrière. Maar iedereen wist, dat hij of rij door die barrière wilde, de soldaten aanvallen en den kapitein van de Garde neervellen. En met een wilde kreet werden al le stadspoorten bestormd. fWordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5