TER BLIJDE GEBOORT'
EEN PRINSES.
mede die heuglijke gebeurtenis in het
Oranjehuis te vieren. Een menigte
whennies en andere bootjes hadden
zich vereemigii om een wateroptocht
te bonden. De roeiers waren allen in
't wit, waartegen de oranje-sjerpen
helder en vroolijk afstaken. De be
langstelling in den stoet was enorm.
De menschen verdrongen zich Letter
lijk op de bruggen; zelfs op de gemeer
de kolenschuiten stonden de belang
stellende kijkers dicht opeen gepakt.
Om half vüer ongeveer gingen de ran
ke vaartuigjes onder luide hoera's
if, schoten als meeuwen door 't zom-
kaatsende water. Alle bootjes waren
met oranje-vlaggen versierd, diie
vroolijk in den wind klapperden. De
rood-witte sterremutsjes van de pa-
gaaiers en roeiers stonden vlug en
kleurden uitmuntend bij 't wit-oran-
je costuum. Onder vroolijk gezang
6choot bootje na bootje de Nieuwe
Gracht-bruggen onder door. Eerst
kwam 't vlugge stoomertje van den
havenmeester, met 't geliefde rood-
wit-blauw vóórop; daarop twee stoom
bootjes Carry en Adagio en daarach
ter de wherries en gieken, ongeveer
twaalf in getal. Overal langs grach-
- ten en singels joelden geestdriftige
hoera's, die even jubelend door de
roeiers beantwoord werden. Van het
pas geopende clubhuis aan 't Noor-
der-Spaarne ging 't door Nieuwe
Gracht en Leidsche Vaart naar de
singels. Daarop voer de wherrievloot
door 't Zuidetr-Buitenspaarne tot aan
de Bakkerstraat en keerde door het
Spaarne naar het clubhuis terug. Het
was een welgeslaagde kleurige feest-
tocht en „Het Spaarne" kan zich ge
lukkig achten zooveel kranige roedeirs
onder haar leden te tellen.
Toen door de drukke Kruisstraat,
die wel met één rood-wit-blauw dun
doek behangen schijnt te zijn, naar 't
Kriensconcert op de Groote Markt.
't Overbekende Haarlemsche Mu
ziekkorps zette in met 't aloude Wil
helmus van Nassauan. Dat was een
plechtig oogenblik op 't uitgestrekte
plein. De tonen zongen hoog de blau
we zonnelucht in, die ze terugkaat
ste in de harten der luisteraars,
waar iets warms en teeders in begon
te kloppen.
Dat Wilhelmus is toch nog altijd
maar ons echte vaderlandsche lied
en waar 't gehoord wordt, roept het
dadelijk patriottische gevoelens wak
ker. Plechtig en ernstig van klank
en toonzetting, ligt er niettemin een
jubelende warmte en geestdrift in.
Het roept oude herinneringen in ons
wakker en bindt ons hechter aan het
Oranjehuis, 't Is ons volkslied bij uit
nemendheid!
Daarop werden eenige nummers
uitstekend ten gehoore gebracht.
't Was den ganschen middag ont
zettend druk op de Markt en ieder
oogenblik groeide de massa meer en
meer aan. 't Concert dat met een
„Wien Neerlandsch Bloed" eindigde,
had vooral veel sucoes, bij een groep
militairen in „de Kroon".
Geestdriftig hieven zij bij de slot-
accoarden van ieder nummer hunne
glazen op, en dronken op de gezond
heid van ons Vorstenhuis, onder een
dr emaal herhaald hoera.
Toen de muziek, die zeer te roemen
viel, afgeloopen was stroomde de
groote massa de Groote Houtstraat
in, waar nog enkele kinderen, die
niet vlug genoeg mee konden komen,
onder de voet raakte. Hierbij kwa
men evenwel geen ongelukken voor.
HULDE-BETOOGING BIJ DEN
COMMISSARIS DER KONINGIN.
Te half zeven kwam een feestelijke
sloet van kinderen van het Haar-
lemsch kinoerkoor de Nieuwe Gracht
op, om daar voor de woning van den
Commissaris der Koningin', mr. G.
van Tienhoven, eenige liederen te
zingen, als een huldebetooging aan
<ieo vertegenwoordiger der Rijksre-
goering. Aan beide zijden van het
woonhuis van den Commissaris, en
aan de overzijde van de Nieuwe
Gracht, stond een dichte menigte ge
schaard. De van vlaggetjes voorziene
kinderen, die de vaderlandsche kleu-
ïen vroolijk wapperen deden, ston
den onder leiding van den heer P.
van Uo>, terwijl ue lieer De Nobel de
niuzieksiuf zwaaide. Voor de woiuug
cp de Nieuwe Gracht geschaam,
kiunKen nu uit 4u0 kindermonden
eenige vaderlandsche liederen, die
mr. Van nenhoven met zijn echtge-
noote en familie op liet bordes aan
hoorde. 't Kionk heel mooi en geest
driftig, wat de kinderen zongen, 'i
Yv aren dan ook echt-pretuge en
warm-aandoende liedereu. Zij zon
gen ,,'k Heb u lief „Mijn Neder
land" en 't Wilhelmus.
Daarna besteeg de heer P. van
Ooy met een jeugdige vertegenwoor
digster en een even jongen vertegen
woordiger van 't kinderkoor de trap
pen, om den Commissaris der Ko
ningin toe te spreken. De heer Van
Ooy sprak als volgt
„Excellentie
Haarl. Kinderkoor, ter veredeling
van den volkszang, voldoet aan een
innige behoefte des harten, 0111 aan
L, als vertegenwoordiger van de
Iuuku in onze scuoune provincie op
i«.-zen, zoo hoogst geüenKwaartugeü
eag onze hulde u- mogen brengen
voor onze geüefde Koningin, die
tuaus, naar wij hopen, van haar
smarten ontdaan, de algeheele moe
derweelde deelt.
Wij bidden God, dat zij spoedig ge
heel hersteld aan het Koninklijke
kind en Geniaal wordt gegeven tot
heil van ons dierbaar Vaderland en
dat de Algoede zijn onmisbare zegen
tot in lengte van dagen over Haar en I
Haar Huis moge schenken.'
En tei-wijl liet meisje een bloemen
tuil rnet Oranjelint aan mevr. van
Tienhoven aanbood, vervolgde de
spreker„Neem, Excellentie, deze
kinderen, uit den korf van Flo- j
ra evenals wii natuurkinderen. I
die U meer zullen zeggen, dan
one dankbaar gemoed kan uiten.
Leve de Koningin, Leve de jonge
Prinses, Leve de Prins-Gemaal, Leve
de Koningin-Moeder, Leve de Com
missaris der Koningin I"
Een blij gejuich ging er bij deze
woorden uit de kindermenigte op,
die daarbij den Commissaris en zijn
gezin met haar honderden vlaggen
toewuifde, 't Was een aardig oogen
blik.
Nadat de heeren van de Commissie
eenige oogenblikken ten huize van
mr. Van Tienhoven hadden vertoefd,
zongen de kinderen een vroolijk Piet
Hein, en daarop trokken ze door de
volle straten, naar de Groote Markt,
waar zij de daar samengestroomde
menigte nog eens onthaalden op fris-
schen kinderzang.
HET CONCERT IN
DE GROOTE KERK.
De duizende bezoekers, die gister
avond te halfacht in de Groote Kerk
het concert bijwoonden, zullen al
licht over het programma wel een
weinig verwonderd zijn geweest. Me
vrouw de Witt HubertsFigee, die
het eerst optrad en met haar aan
trekkelijk sopraan-geluid een groot,
zij het dan ook stil, succes behaalde,
werd op dat programma niet ver
meld, gevoLg van een misverstand,
dat in de oranje feestboekjes evenwel
was vermeden. Mevrouw Craandijk
Schuil, wier naam wel op 't program
ma voorkwam, trad niet op, verhin
derd door ongesteldheidin hare
plaats zong Me] Marts Bles mooi
en zeer muzikaal een lied van
Philip Loots en een Wiegelied
van Willem Andriessen, waarvan de
pears nauwelijks koud isde heer
Careil Phlippeau, als derde solist, deed
zijn aangename tenorstem in een
voor de gelegenheid gewijzigd lied
van Zweers en in Schuberts d i e
Allmacht hooren. Aan het orged
zat de beer Ezerman en had de zwa
re taak, met alleen de solisten te be
geleiden, maar ook solonummers ten
beste te geven. Ook hier heeft de man
die achter de schermen blijft, niet het
minste werk te doen.
De kerkconcerten van de Vereeni-
ging Koninginnedag worden in de
zen vorm allengs klassiek. Dezen keer
was er een nieuwigheid aan toege
voegd de heer F. de Witt Huberts
droeg een gedicht van Dr. J. B. Sche
pers voor, dat voor deze gelegenheid
expresselij k was geschreven. De
spreekplaats was een katheder met
een klankbord, die onder het orgel
was geplaatst en hoewel de spreker
een stem heeft, die ver draagt en
daarbij zeer scherp articuleert, kon
het geluid een belangrijk gedeelte
der toehoorders niet bereiken de
ruimte is daarvoor te groot. Wat niet
wegneemt, dat zij die hem konden
verstaan, de voordracht met veel ge.
noegen zullen hebben aangehoord.
De laatste regels werden op de wij
ze van het Wilhelmus door de aanwe
zigen staande meegezongen, wat een
plechtigen indruk maakte.
Wij laten het gedicht van Dr. Sche
pers hier volgen
VAN
Zij liep door lanen van het Loo,
De zomerzon vloeide om Haar heen,
Daar klonk 't Haar als een Hemelbö
Een trilling ging haar door de leên
Zij werd het luisteren niet moe
Het lied der blijde hoop klonk Haar uit alles toe.
Het ruischte er neer uit hoog geboomt,
Het ritselde er in dicht struweel,
Door zon werd Zij er mee overstroomd,
De vogel zong 't met zacht gekweel
En vol schoot haar het week gemoed
Wat klinkt dat lied der blijde hope zoet.
Zij schreed maar voort, Zij dacht aan hem.
Aan wien Ze 'r hoop vertellen zou,
Zij prevelde met blijde stem,
Wat Zij hem aanstonds zeggen zou.
Hij kwam Zij zweeg, Haar oog sprak luid.
Met 'n traan het lied der blijde hope uit.
Hij sloot in de armen Haar en zweeg
Zij liepen in een droom daarheen,
Die vormen van een kindje kreeg
Voorzichtig leidde hij Haar schreên,
Zij hoedden beiden een kostbre schilt"
Hun mond zei niets, Hun zorgend harte bad.
Veroudrend ging de tijd zijn gang,
Het blad verkleurde en viel op 't pad.
Daar klonk maar zwakjes vogelzang,
Vaak scheen geen zonne waar Zij trad
Maar door hun beider zielen zong
Het lied der blijde hoopZij bleven jong
Daar klonk door de landen een ritslend gerucht,
Die zei het, die fluisterde 't, lachte,
Daar werd het verstaan met een dankbare zucht.
Vermoed wat de vrouwe verwachtte.
En 't stille gerucht vloeide voort door het land,
Het vulde t als een beekje den vijver,
Het vloeide maar aldoor en over den kant.
De wereld vertelde 't vol ijver.
Ontkend, nauw geloofd, zelts, verstooten ging 't voort,
Het vloeide naar Oost, West en Zuiden,
De Nederlanders doorvoelden er 't woord,
Zij zagen 't wat dat hun beduidde.
„Een prins of prinses van Oranje, hoezee
Klonk 't blij door Groot Nederland henen,
Maar als het geen waarheid eens is o wee,
Als al onze illuzies verdwenen
Daar werd een kalm en zaakrijk woord vernomen.
En door gesprekken ging 't, door denken, droomen,
Tot door het engste brein dat woordje kroop
En allen wisten van die blijde hoop.
Nu was 't, of 't Kerstfeest meer dan ooit bekoorde,
En allen die ter kerke gingen, hoorden
„O Hemel, geef die Koninklijke Vrouwe,
Geef ons 'n Oranje, geef ons een Nassauwe 1"
En als Ze in t vorstelijk Den Haag,
In eenvoud door de straten ging,
Voelde zij wel de stille vraag
Van onderdaan en vreemdeling.
Maar hoe ook ieder naar Haar zag,
Zij wist niets dan Haar hope, heel den dag.
En als de wijde zee met springtij opwaarts dringt.
En met zijn volle schoonheid treft wie staat aan 't strand,
Zoo stroomde 't heftiger in 't denken door, zoo ging 't
Als een geweldige bekoring door heel 't land.
Wij hoopten, smeekten, baden „Machtig God, bewaar
Deez' Vrouwe en schenk dat Kindje, schenk het Ons en Haarl'
En vrouwen wilden 't jonge leven
Een kleinigheid tot welkomst geven
En brief op brief met vraag op vraag
Kreeg dankbaar antwoord uit den Haag:
Zoo voelden zij met Haar zich één,
Hun liefde hadden zij gemeen,
En kindjes klein leven,
Van liefde omgeven,
Werd rijklijk bedacht.
Volksliefde ging denken
Aan vorstengeschenken,
Men dacht het omgeven met vorstlijke pracht.
Maar met een vriendelijke klem
Wees zij op wie daar honger leden,
Vergeefs de felle kou bestreden
En bedelden met bibberstem
„Mij is de vriendlijkheid in 't klein geschenk
Een schat, waaraan ik dankbaar denk
Vergeet om mij niet allen die daar lijden,
Zij mogen me om-mijn-blijde-hoop-alléén benijden."
En nijvere handen
Borduurden en spanden
Met liefde 't stramien,
En kunstenaarsdenken
Wist kunstvorm te schenken.
Het kleine geschenk werd een lust om te zien.
En met het voorjaar kwam de lang gehoopte dag,
Daar klonk het luid„hoezee, 'n prinses is ons geboren 1"
Juich nu o volk, brandt los kanonnen, hijsch de vlagl
in jaren was ons met zoo 'n groote vreugd beschoren!
Gelukkige ouders, te gelukkiger nu wij
Door dit prinsesje de angst ons eindelijk zien ontnomen,
Dat aan de dynastie, waarmee we ons maakten vrij,
Een volksbeklemmend, strijdverwekkend eind zou komen.
Gelukkige ouders, hoedt ons aller kosbre schat,
En voedt haar op tot 'n vorstin, met wie we in vol vertrouwen,
De voeten zetten op der toekomst duister pad,
Eendrachtig zingend ons Wilhelmus van Nassouwen.
O Godheid die verhooren woudt deez' beé,
Wij danken U! Hoe zullen we Uw genade danken,
Spaar Gij dit kindje, spaar Gij de ouders mee
Verhoor ook dit gebed in onze aloude klanken
(Wijze, WILHELMUS").
Een rots ,an ons ve- trouwen
Zijt Cij God, jnz. Heer
Die op Uw vastheid „ouwen.
Zij wanklen nimmermeer.
Weg zweven veel bezwaren,
Als wolken 'oor den wind.
Blijft Gij vjor ons bev ren,
Deez' uders en dit kind.
Haarlem, Voorjaar 1909.
de fakkelloop.
Op het bord-es voor het gebouw, had
je een mooi gez.cht op 't Doelenveld,
gisteravond. Je stond er wel een beet
je den lampions- en fakkelverkooper
m den weg, die achter ons zijn fan
tastische verlichtingsbenoodigdheden
verkocht; maar dat schikte z.ch wel,
met een klein beetje toegevendheid.
Op de binnenplaats was men dan
om een uur of half negen bezig om
u;t duizenden mensclion een geregel
de optocht samen te stellen. Van heel
dichtbij tot zeer ver af, waar je on
der de voeten der optochtenaars het
grasveld vermoedde, zag je 't gewir
war van menschen; maar zag je bo
venal lichtgewemel.
Dat kleur-Lchtfeestl In den donke
ren avond, die rondom huifde, flak
kerde op het laaiende toortseniicht
met lange tongen, het luchtzwart in-
iekkende met vreemdrossige schijnen
en uitwalmende zware gerekte-taaie
smook.
Daartusschen, daar rondom de hon
derden bij honderden oranje-vuur cy-
lindertjes en roodwit-blauw-Lchtbol-
len der lampions, festijnend im het
duister. Daarbij vóór elk ondea-deel
van den stoet de bleek-witte transpa
ranten... Eu toen dat alles opürok met
gang ein tegengang..., en toen die
vuurlijn slangeide over de breede
ruimte, toen was 't een orgie van
1-ichft; een genot van kleurige vuur-
vve meling.
Maar veel aandacht om te peinzen
over al dat moois had je niet, want er
joolde ai zoo'n feeststemming onder
de feestgangers, dat je telkens uit je
gemijmer weg geschrikt werd door
de liederen, die er spontaan aangehe
ven werden. Want de feestvreugde
v.el er niet te breidelen, 't Waren dan
ook juist de elementen, om de stem
ming er Ln te brengen; zangvereeni-
gingen, die probeerden een vroolijk
vers aan te heffen; maar dadelijk
weer overstemd werden door een im
de buurt staand muziekkorps, dat
met tromgeroffel en koper-getater een
bres hakte im de vocale geluidenmas-
sa.
Intusschen Liepen de leden van de
commissie af en aan, om orde te
brengen in dem chaos van binnen-
stiroomende deelnemers.
Heel inooi op tijd klomk 't sein van
vertrek. Jh,r. Van Coehoomn vam Smi-
nia, die den stoet zou openen, deed
z'n vurig paard er eens wat steigeren
en dan ging 't de poort uit, waar het
hoofd van den optocht met gejuich
J. B. SCHEPERS.
door de daar samengepakte menigte
werd begroet.
En langzaam aan, maar heel orde
lijk en geleidelijk, wikkelde zich de
reuzenkluwen van menschen uiteen,
't Was als een dikke Lchtkabel, zoo
van boven af gezien, die zich afhas
pelde. Buitn voegde zich een groot
getal rijtuigen in den stoet.
Ruim 50 korpsen stonden nu bui
ten geschaard.
Voorop g.ng natuurlijk de Vereend-
ging Koninginnedag; dan volgden im
een bonte rij: Roei- en Zeilvereenig.
Het Spaarne, Haarl. Football Club,
Frysk. Selskip Gysbert Japix, Schiet-
ver. Generaal van Marlen, Bond van
Oud-Onderofficieren, Scherpsch. ver-
eeniging Haarlem, Onder-Offic. ver-
eenigiag Mare, Schietver. Claudius
Civiüs, Vaderland Getrouw, Seherm-
vereen. Pro Patrïa, Technische Vrien
denkring, Ger. Zangv. Hosanna,
Gymn. en Schermvor. Concordia,
Vleeschhouwers, R C. gemengde
Zangvereen. Arti et Relïgioni, Haarl.
Waterpoloclub H.V.G.B., Ned. Herv.
Weezen Gym. en Schermclub T.A.V.
O., Enet Vriendenkring, Sparta, Jong
Nederland, Doopsgezind Zangkoor,
Gem. Koor Onder Ons, Kon. Lied.
Zang en Vriendschap, Chr. Werkl.-
ver. Maarten Luther, De Jonge Bata
vieren, Chr. Nat. Werkmansbond,
Haarlemsche Voetbalbond, Ned. R. K.
Volksbond afd. Haarlem, Mannenkoor
Onder Ons, Sempre Crescendo, Gym
nastiekvereniging Bato, Haarl. Zang
gemot, Kinderkoor Hosanna, Kon.
Letterl. ver. J. J. Cremer, Soli Deo
Gloria, Haarl. Pol. Vereniging, Cres
cendo, Haarlem, O. O., R. K. Tooneel-
ver. Liefde v. d. Kunst, Kon. Ned.
Weerb. Vereniging, Haarl. a Capel-
lakoor, Westerkwartier, De Phenix,
Ned. Herv. Zangk. Harpe Davids,
Patrimonium afdeeling Haarlem, Va
derland en Koning.
Daartusschen gingen zes muziek
korpsen: Het 10de, 't muziekgezel
schap Caeciiia, de muziekvereniging
Lourems Coster, de Kapel van Herr
Fuchs, de Geheelonthoudersbazuin en
niet te vergeten de Harmonie.
Bovendien liepen hier en daar in
den stoet honderdeal verlichte enke
lingen im groepen.
Zimgemd en muziekmakend, trok
mem welgemoed en opgeruimd van
harte de stad im te midden vam de
dichte menschenrijen, die overal als
vaste muren den feestgangersstroom
van den optocht im zijn bedding af
damden.
1 Allerwegen werd de stoet met geest
driftig gejuich begroet. En de deelne
mers werden niet moede terug te
juichen, niet moede muziek te ma
ken, niet moede te zingen...
Langs de Botermarkt, Gierstraat,
Groote Houtstraat, naar de Groote
Markt, marcheerde de stoet, slangel-
den zich de vuurkolommen. Op de Gr.
Markt, waar het Stedelijk Muziek
korps, onder aanvoering van den
lieer Kriens, te half negen een fraai
program was gaan uitvoeren, was 't
één mer.sc'. >nzee, zoover 't oog reikte.
Maar de Fakkeloptocht toog verder
de Jansstrac^ door naar de woning
van dem Commissaris der Koningin
op de Nieuwe Gracht.
Daar had zich reeds lang van te
voren een talrijke menigte geschaard
aan weerszijde van de woning en aan
de overzijde der gracht.
Voorshands had men, in afwach
ting van de dingen, die komen zou
den, zich vermeid in het zien aanrij
den van rijtuigen en automobielen,
die hun deftigen last van ter recept :e
aande heeren in 't zwart en in
ambtskleeding en dames in fraaie
avondtoiletten voor de woning van
Mr. Van Tienhoven afzetten.
De receptie was buitengewoon druk
bezocht.
Verschillende militaire en burger
lijke autoriteiten, de burgemeesters
u t de omliggende gemeenten, de
hooge Justitie-ambtenaren maakten
den Vertegenwoordiger der Rijksre
gering in het gewest hun opwach
ting.
Te tien minuten voor half tien
kwam de stoet in 't zicht.
De heer en mevrouw Van Tienho
ven begaven zich nu op het trappen-
bordes, om vandaar den optocht te
zien voorbijtrekken. Voor de vensiers
der schitterend verlichte ontvangza
len groepten zich de bezoekers om
eveneens den Fakkelloop te beschou
wen.
In goede orde gingen de lange
menschenre-eksen voorbij. De muz:ck-
korpsen speelden onderwijl de vader
landsche liederen, de zangvereen 'gi-n-
jen zongen ze en de anderen juichten
mee.
Menigmaal werd de Commissaris
en zijn echtgenoote het voorwerp \an
.eesuir.ftige ovaties.
Van de overzijde ontstak men her
baalde malen paars en oranje Leu-
gaalsch vuur, dat optocht en tue-
schouwers in fantastische en geheim
zinnige lichtgloed en zette.
De heer en mevrouw Van Tien ho
ven wuifden telkens en telkens weer
de voorbij trekkers toe.
Het duurde wel een kwartier eer
de heele stoet voorbij getrokkeu was.
Toen ging 't de Nieuwe Gracht af, de
brug over en langs de overzijde, deze
Gracht weer terug, waarna de gan-
sche reuzensimger over de Jansbrug
weer voorbij de woning van den Com
missaris toog.
Deze, die inmiddels te zijnen huize
door het Dagelijksch Bestuur van Ko
ninginnedag, bij monde van den voor
zitter, den heer G. B. Crommeliu, ge
complimenteerd was met de heuglijke
gebeurtenis, bezag thans andermaal
het voorbijtrekken. Herhaaldelijk ga
ven de Commissaris en mevr. Van
Tienhoven huil ingenomenheid te
kennen met deze uitnemend geslaag
de, spontaan gebrachte volkshulde.
De politie, die hier onder leiding
stond van den inspecteur van recher
che, den heer Kempers, en den adj.-
inspecteur Van Woerkom, slaagden
er in de orde op een uitstekende ma
nier te bewaren, wat te moeilijkor
was, daar late receptiegangers ble
ven aanrijden, toen de fakkeloptocht
reeds optrok.
Een goede veiligheidsniaatiregel
was het leggen van schuiten der ge
meente-reinig ng met menschen er
op, om te voorkomen, dat er perso
nen te water werden gedrongen.
't Ging nu van de Nieuwe Gracht
naar het Kenaupark, dat geheel
rondgetrokken werd, voorbij de wo
ning van den Burgemeester, Jhr. mr.
J. W. G. Boreel van Hogelandeoi on
verder langs de Park laan en den
Kruisweg en door de Kruisstraat on
Barteljorisstraat naar de Gr Markt.
Hier werd de stoet ontbonden.
Maar aan naar huis gaan dacht men
niet. De huldigende stoeten bleven uit
en ter na rond trekken.
Er kwam geen einde aan 't gejoel
en gehos. Zelden zagen we zulk eeu
ontzettend-groote menigte in onze
stad bijeen. De geheele Markt was
één zwarte door elkaar krioelende
massa met dikke uitloopers naar al
le op ons hoofd plein uitmondende
straten, 't Geleek uit de hoogte een
reusachtige spin met beurtelings uit
strekkende en intrekkende poolen,
naar gelang de woelige menschentno-
nigte de straten in de omgeving in-
hoste, of weer terug naar de Markt
drong.
T SLOT.
Thans trokken heele menschen le
gers door de Groote Houtstraat naar
het Brongebouw, voorbij de groote
café's, waar eeu vroolijke menigte
aan haar geestdrift op luidruchtige
wijze uiting gaf. Onderweg bewon
derde men de zeer fraaie en fijn ver
lichte winke's in de Groote Hout
straat. Ook elders in de si-ad waren
keurige uitstallingen aangebracht,
die 's avonds in een zee van öcht
prijkten. Op de Nieuwe Gracht praal
de een voornaam-mooie kaarsoniilu-
minat'e, terwijl voor liet huis van
den Commissaris der Koningin een
gekroonde YV flonkerde.
In het Bron gebouw had men den
geheelen avond, dank zij het mooie
weer, genoten van een muziekuitvoe
ring..
Om elf uur flitste de vuurpijl