TER BLIJDE GEBOORT' EEN PRINSES. mede die heuglijke gebeurtenis in het Oranjehuis te vieren. Een menigte whennies en andere bootjes hadden zich vereemigii om een wateroptocht te bonden. De roeiers waren allen in 't wit, waartegen de oranje-sjerpen helder en vroolijk afstaken. De be langstelling in den stoet was enorm. De menschen verdrongen zich Letter lijk op de bruggen; zelfs op de gemeer de kolenschuiten stonden de belang stellende kijkers dicht opeen gepakt. Om half vüer ongeveer gingen de ran ke vaartuigjes onder luide hoera's if, schoten als meeuwen door 't zom- kaatsende water. Alle bootjes waren met oranje-vlaggen versierd, diie vroolijk in den wind klapperden. De rood-witte sterremutsjes van de pa- gaaiers en roeiers stonden vlug en kleurden uitmuntend bij 't wit-oran- je costuum. Onder vroolijk gezang 6choot bootje na bootje de Nieuwe Gracht-bruggen onder door. Eerst kwam 't vlugge stoomertje van den havenmeester, met 't geliefde rood- wit-blauw vóórop; daarop twee stoom bootjes Carry en Adagio en daarach ter de wherries en gieken, ongeveer twaalf in getal. Overal langs grach- - ten en singels joelden geestdriftige hoera's, die even jubelend door de roeiers beantwoord werden. Van het pas geopende clubhuis aan 't Noor- der-Spaarne ging 't door Nieuwe Gracht en Leidsche Vaart naar de singels. Daarop voer de wherrievloot door 't Zuidetr-Buitenspaarne tot aan de Bakkerstraat en keerde door het Spaarne naar het clubhuis terug. Het was een welgeslaagde kleurige feest- tocht en „Het Spaarne" kan zich ge lukkig achten zooveel kranige roedeirs onder haar leden te tellen. Toen door de drukke Kruisstraat, die wel met één rood-wit-blauw dun doek behangen schijnt te zijn, naar 't Kriensconcert op de Groote Markt. 't Overbekende Haarlemsche Mu ziekkorps zette in met 't aloude Wil helmus van Nassauan. Dat was een plechtig oogenblik op 't uitgestrekte plein. De tonen zongen hoog de blau we zonnelucht in, die ze terugkaat ste in de harten der luisteraars, waar iets warms en teeders in begon te kloppen. Dat Wilhelmus is toch nog altijd maar ons echte vaderlandsche lied en waar 't gehoord wordt, roept het dadelijk patriottische gevoelens wak ker. Plechtig en ernstig van klank en toonzetting, ligt er niettemin een jubelende warmte en geestdrift in. Het roept oude herinneringen in ons wakker en bindt ons hechter aan het Oranjehuis, 't Is ons volkslied bij uit nemendheid! Daarop werden eenige nummers uitstekend ten gehoore gebracht. 't Was den ganschen middag ont zettend druk op de Markt en ieder oogenblik groeide de massa meer en meer aan. 't Concert dat met een „Wien Neerlandsch Bloed" eindigde, had vooral veel sucoes, bij een groep militairen in „de Kroon". Geestdriftig hieven zij bij de slot- accoarden van ieder nummer hunne glazen op, en dronken op de gezond heid van ons Vorstenhuis, onder een dr emaal herhaald hoera. Toen de muziek, die zeer te roemen viel, afgeloopen was stroomde de groote massa de Groote Houtstraat in, waar nog enkele kinderen, die niet vlug genoeg mee konden komen, onder de voet raakte. Hierbij kwa men evenwel geen ongelukken voor. HULDE-BETOOGING BIJ DEN COMMISSARIS DER KONINGIN. Te half zeven kwam een feestelijke sloet van kinderen van het Haar- lemsch kinoerkoor de Nieuwe Gracht op, om daar voor de woning van den Commissaris der Koningin', mr. G. van Tienhoven, eenige liederen te zingen, als een huldebetooging aan <ieo vertegenwoordiger der Rijksre- goering. Aan beide zijden van het woonhuis van den Commissaris, en aan de overzijde van de Nieuwe Gracht, stond een dichte menigte ge schaard. De van vlaggetjes voorziene kinderen, die de vaderlandsche kleu- ïen vroolijk wapperen deden, ston den onder leiding van den heer P. van Uo>, terwijl ue lieer De Nobel de niuzieksiuf zwaaide. Voor de woiuug cp de Nieuwe Gracht geschaam, kiunKen nu uit 4u0 kindermonden eenige vaderlandsche liederen, die mr. Van nenhoven met zijn echtge- noote en familie op liet bordes aan hoorde. 't Kionk heel mooi en geest driftig, wat de kinderen zongen, 'i Yv aren dan ook echt-pretuge en warm-aandoende liedereu. Zij zon gen ,,'k Heb u lief „Mijn Neder land" en 't Wilhelmus. Daarna besteeg de heer P. van Ooy met een jeugdige vertegenwoor digster en een even jongen vertegen woordiger van 't kinderkoor de trap pen, om den Commissaris der Ko ningin toe te spreken. De heer Van Ooy sprak als volgt „Excellentie Haarl. Kinderkoor, ter veredeling van den volkszang, voldoet aan een innige behoefte des harten, 0111 aan L, als vertegenwoordiger van de Iuuku in onze scuoune provincie op i«.-zen, zoo hoogst geüenKwaartugeü eag onze hulde u- mogen brengen voor onze geüefde Koningin, die tuaus, naar wij hopen, van haar smarten ontdaan, de algeheele moe derweelde deelt. Wij bidden God, dat zij spoedig ge heel hersteld aan het Koninklijke kind en Geniaal wordt gegeven tot heil van ons dierbaar Vaderland en dat de Algoede zijn onmisbare zegen tot in lengte van dagen over Haar en I Haar Huis moge schenken.' En tei-wijl liet meisje een bloemen tuil rnet Oranjelint aan mevr. van Tienhoven aanbood, vervolgde de spreker„Neem, Excellentie, deze kinderen, uit den korf van Flo- j ra evenals wii natuurkinderen. I die U meer zullen zeggen, dan one dankbaar gemoed kan uiten. Leve de Koningin, Leve de jonge Prinses, Leve de Prins-Gemaal, Leve de Koningin-Moeder, Leve de Com missaris der Koningin I" Een blij gejuich ging er bij deze woorden uit de kindermenigte op, die daarbij den Commissaris en zijn gezin met haar honderden vlaggen toewuifde, 't Was een aardig oogen blik. Nadat de heeren van de Commissie eenige oogenblikken ten huize van mr. Van Tienhoven hadden vertoefd, zongen de kinderen een vroolijk Piet Hein, en daarop trokken ze door de volle straten, naar de Groote Markt, waar zij de daar samengestroomde menigte nog eens onthaalden op fris- schen kinderzang. HET CONCERT IN DE GROOTE KERK. De duizende bezoekers, die gister avond te halfacht in de Groote Kerk het concert bijwoonden, zullen al licht over het programma wel een weinig verwonderd zijn geweest. Me vrouw de Witt HubertsFigee, die het eerst optrad en met haar aan trekkelijk sopraan-geluid een groot, zij het dan ook stil, succes behaalde, werd op dat programma niet ver meld, gevoLg van een misverstand, dat in de oranje feestboekjes evenwel was vermeden. Mevrouw Craandijk Schuil, wier naam wel op 't program ma voorkwam, trad niet op, verhin derd door ongesteldheidin hare plaats zong Me] Marts Bles mooi en zeer muzikaal een lied van Philip Loots en een Wiegelied van Willem Andriessen, waarvan de pears nauwelijks koud isde heer Careil Phlippeau, als derde solist, deed zijn aangename tenorstem in een voor de gelegenheid gewijzigd lied van Zweers en in Schuberts d i e Allmacht hooren. Aan het orged zat de beer Ezerman en had de zwa re taak, met alleen de solisten te be geleiden, maar ook solonummers ten beste te geven. Ook hier heeft de man die achter de schermen blijft, niet het minste werk te doen. De kerkconcerten van de Vereeni- ging Koninginnedag worden in de zen vorm allengs klassiek. Dezen keer was er een nieuwigheid aan toege voegd de heer F. de Witt Huberts droeg een gedicht van Dr. J. B. Sche pers voor, dat voor deze gelegenheid expresselij k was geschreven. De spreekplaats was een katheder met een klankbord, die onder het orgel was geplaatst en hoewel de spreker een stem heeft, die ver draagt en daarbij zeer scherp articuleert, kon het geluid een belangrijk gedeelte der toehoorders niet bereiken de ruimte is daarvoor te groot. Wat niet wegneemt, dat zij die hem konden verstaan, de voordracht met veel ge. noegen zullen hebben aangehoord. De laatste regels werden op de wij ze van het Wilhelmus door de aanwe zigen staande meegezongen, wat een plechtigen indruk maakte. Wij laten het gedicht van Dr. Sche pers hier volgen VAN Zij liep door lanen van het Loo, De zomerzon vloeide om Haar heen, Daar klonk 't Haar als een Hemelbö Een trilling ging haar door de leên Zij werd het luisteren niet moe Het lied der blijde hoop klonk Haar uit alles toe. Het ruischte er neer uit hoog geboomt, Het ritselde er in dicht struweel, Door zon werd Zij er mee overstroomd, De vogel zong 't met zacht gekweel En vol schoot haar het week gemoed Wat klinkt dat lied der blijde hope zoet. Zij schreed maar voort, Zij dacht aan hem. Aan wien Ze 'r hoop vertellen zou, Zij prevelde met blijde stem, Wat Zij hem aanstonds zeggen zou. Hij kwam Zij zweeg, Haar oog sprak luid. Met 'n traan het lied der blijde hope uit. Hij sloot in de armen Haar en zweeg Zij liepen in een droom daarheen, Die vormen van een kindje kreeg Voorzichtig leidde hij Haar schreên, Zij hoedden beiden een kostbre schilt" Hun mond zei niets, Hun zorgend harte bad. Veroudrend ging de tijd zijn gang, Het blad verkleurde en viel op 't pad. Daar klonk maar zwakjes vogelzang, Vaak scheen geen zonne waar Zij trad Maar door hun beider zielen zong Het lied der blijde hoopZij bleven jong Daar klonk door de landen een ritslend gerucht, Die zei het, die fluisterde 't, lachte, Daar werd het verstaan met een dankbare zucht. Vermoed wat de vrouwe verwachtte. En 't stille gerucht vloeide voort door het land, Het vulde t als een beekje den vijver, Het vloeide maar aldoor en over den kant. De wereld vertelde 't vol ijver. Ontkend, nauw geloofd, zelts, verstooten ging 't voort, Het vloeide naar Oost, West en Zuiden, De Nederlanders doorvoelden er 't woord, Zij zagen 't wat dat hun beduidde. „Een prins of prinses van Oranje, hoezee Klonk 't blij door Groot Nederland henen, Maar als het geen waarheid eens is o wee, Als al onze illuzies verdwenen Daar werd een kalm en zaakrijk woord vernomen. En door gesprekken ging 't, door denken, droomen, Tot door het engste brein dat woordje kroop En allen wisten van die blijde hoop. Nu was 't, of 't Kerstfeest meer dan ooit bekoorde, En allen die ter kerke gingen, hoorden „O Hemel, geef die Koninklijke Vrouwe, Geef ons 'n Oranje, geef ons een Nassauwe 1" En als Ze in t vorstelijk Den Haag, In eenvoud door de straten ging, Voelde zij wel de stille vraag Van onderdaan en vreemdeling. Maar hoe ook ieder naar Haar zag, Zij wist niets dan Haar hope, heel den dag. En als de wijde zee met springtij opwaarts dringt. En met zijn volle schoonheid treft wie staat aan 't strand, Zoo stroomde 't heftiger in 't denken door, zoo ging 't Als een geweldige bekoring door heel 't land. Wij hoopten, smeekten, baden „Machtig God, bewaar Deez' Vrouwe en schenk dat Kindje, schenk het Ons en Haarl' En vrouwen wilden 't jonge leven Een kleinigheid tot welkomst geven En brief op brief met vraag op vraag Kreeg dankbaar antwoord uit den Haag: Zoo voelden zij met Haar zich één, Hun liefde hadden zij gemeen, En kindjes klein leven, Van liefde omgeven, Werd rijklijk bedacht. Volksliefde ging denken Aan vorstengeschenken, Men dacht het omgeven met vorstlijke pracht. Maar met een vriendelijke klem Wees zij op wie daar honger leden, Vergeefs de felle kou bestreden En bedelden met bibberstem „Mij is de vriendlijkheid in 't klein geschenk Een schat, waaraan ik dankbaar denk Vergeet om mij niet allen die daar lijden, Zij mogen me om-mijn-blijde-hoop-alléén benijden." En nijvere handen Borduurden en spanden Met liefde 't stramien, En kunstenaarsdenken Wist kunstvorm te schenken. Het kleine geschenk werd een lust om te zien. En met het voorjaar kwam de lang gehoopte dag, Daar klonk het luid„hoezee, 'n prinses is ons geboren 1" Juich nu o volk, brandt los kanonnen, hijsch de vlagl in jaren was ons met zoo 'n groote vreugd beschoren! Gelukkige ouders, te gelukkiger nu wij Door dit prinsesje de angst ons eindelijk zien ontnomen, Dat aan de dynastie, waarmee we ons maakten vrij, Een volksbeklemmend, strijdverwekkend eind zou komen. Gelukkige ouders, hoedt ons aller kosbre schat, En voedt haar op tot 'n vorstin, met wie we in vol vertrouwen, De voeten zetten op der toekomst duister pad, Eendrachtig zingend ons Wilhelmus van Nassouwen. O Godheid die verhooren woudt deez' beé, Wij danken U! Hoe zullen we Uw genade danken, Spaar Gij dit kindje, spaar Gij de ouders mee Verhoor ook dit gebed in onze aloude klanken (Wijze, WILHELMUS"). Een rots ,an ons ve- trouwen Zijt Cij God, jnz. Heer Die op Uw vastheid „ouwen. Zij wanklen nimmermeer. Weg zweven veel bezwaren, Als wolken 'oor den wind. Blijft Gij vjor ons bev ren, Deez' uders en dit kind. Haarlem, Voorjaar 1909. de fakkelloop. Op het bord-es voor het gebouw, had je een mooi gez.cht op 't Doelenveld, gisteravond. Je stond er wel een beet je den lampions- en fakkelverkooper m den weg, die achter ons zijn fan tastische verlichtingsbenoodigdheden verkocht; maar dat schikte z.ch wel, met een klein beetje toegevendheid. Op de binnenplaats was men dan om een uur of half negen bezig om u;t duizenden mensclion een geregel de optocht samen te stellen. Van heel dichtbij tot zeer ver af, waar je on der de voeten der optochtenaars het grasveld vermoedde, zag je 't gewir war van menschen; maar zag je bo venal lichtgewemel. Dat kleur-Lchtfeestl In den donke ren avond, die rondom huifde, flak kerde op het laaiende toortseniicht met lange tongen, het luchtzwart in- iekkende met vreemdrossige schijnen en uitwalmende zware gerekte-taaie smook. Daartusschen, daar rondom de hon derden bij honderden oranje-vuur cy- lindertjes en roodwit-blauw-Lchtbol- len der lampions, festijnend im het duister. Daarbij vóór elk ondea-deel van den stoet de bleek-witte transpa ranten... Eu toen dat alles opürok met gang ein tegengang..., en toen die vuurlijn slangeide over de breede ruimte, toen was 't een orgie van 1-ichft; een genot van kleurige vuur- vve meling. Maar veel aandacht om te peinzen over al dat moois had je niet, want er joolde ai zoo'n feeststemming onder de feestgangers, dat je telkens uit je gemijmer weg geschrikt werd door de liederen, die er spontaan aangehe ven werden. Want de feestvreugde v.el er niet te breidelen, 't Waren dan ook juist de elementen, om de stem ming er Ln te brengen; zangvereeni- gingen, die probeerden een vroolijk vers aan te heffen; maar dadelijk weer overstemd werden door een im de buurt staand muziekkorps, dat met tromgeroffel en koper-getater een bres hakte im de vocale geluidenmas- sa. Intusschen Liepen de leden van de commissie af en aan, om orde te brengen in dem chaos van binnen- stiroomende deelnemers. Heel inooi op tijd klomk 't sein van vertrek. Jh,r. Van Coehoomn vam Smi- nia, die den stoet zou openen, deed z'n vurig paard er eens wat steigeren en dan ging 't de poort uit, waar het hoofd van den optocht met gejuich J. B. SCHEPERS. door de daar samengepakte menigte werd begroet. En langzaam aan, maar heel orde lijk en geleidelijk, wikkelde zich de reuzenkluwen van menschen uiteen, 't Was als een dikke Lchtkabel, zoo van boven af gezien, die zich afhas pelde. Buitn voegde zich een groot getal rijtuigen in den stoet. Ruim 50 korpsen stonden nu bui ten geschaard. Voorop g.ng natuurlijk de Vereend- ging Koninginnedag; dan volgden im een bonte rij: Roei- en Zeilvereenig. Het Spaarne, Haarl. Football Club, Frysk. Selskip Gysbert Japix, Schiet- ver. Generaal van Marlen, Bond van Oud-Onderofficieren, Scherpsch. ver- eeniging Haarlem, Onder-Offic. ver- eenigiag Mare, Schietver. Claudius Civiüs, Vaderland Getrouw, Seherm- vereen. Pro Patrïa, Technische Vrien denkring, Ger. Zangv. Hosanna, Gymn. en Schermvor. Concordia, Vleeschhouwers, R C. gemengde Zangvereen. Arti et Relïgioni, Haarl. Waterpoloclub H.V.G.B., Ned. Herv. Weezen Gym. en Schermclub T.A.V. O., Enet Vriendenkring, Sparta, Jong Nederland, Doopsgezind Zangkoor, Gem. Koor Onder Ons, Kon. Lied. Zang en Vriendschap, Chr. Werkl.- ver. Maarten Luther, De Jonge Bata vieren, Chr. Nat. Werkmansbond, Haarlemsche Voetbalbond, Ned. R. K. Volksbond afd. Haarlem, Mannenkoor Onder Ons, Sempre Crescendo, Gym nastiekvereniging Bato, Haarl. Zang gemot, Kinderkoor Hosanna, Kon. Letterl. ver. J. J. Cremer, Soli Deo Gloria, Haarl. Pol. Vereniging, Cres cendo, Haarlem, O. O., R. K. Tooneel- ver. Liefde v. d. Kunst, Kon. Ned. Weerb. Vereniging, Haarl. a Capel- lakoor, Westerkwartier, De Phenix, Ned. Herv. Zangk. Harpe Davids, Patrimonium afdeeling Haarlem, Va derland en Koning. Daartusschen gingen zes muziek korpsen: Het 10de, 't muziekgezel schap Caeciiia, de muziekvereniging Lourems Coster, de Kapel van Herr Fuchs, de Geheelonthoudersbazuin en niet te vergeten de Harmonie. Bovendien liepen hier en daar in den stoet honderdeal verlichte enke lingen im groepen. Zimgemd en muziekmakend, trok mem welgemoed en opgeruimd van harte de stad im te midden vam de dichte menschenrijen, die overal als vaste muren den feestgangersstroom van den optocht im zijn bedding af damden. 1 Allerwegen werd de stoet met geest driftig gejuich begroet. En de deelne mers werden niet moede terug te juichen, niet moede muziek te ma ken, niet moede te zingen... Langs de Botermarkt, Gierstraat, Groote Houtstraat, naar de Groote Markt, marcheerde de stoet, slangel- den zich de vuurkolommen. Op de Gr. Markt, waar het Stedelijk Muziek korps, onder aanvoering van den lieer Kriens, te half negen een fraai program was gaan uitvoeren, was 't één mer.sc'. >nzee, zoover 't oog reikte. Maar de Fakkeloptocht toog verder de Jansstrac^ door naar de woning van dem Commissaris der Koningin op de Nieuwe Gracht. Daar had zich reeds lang van te voren een talrijke menigte geschaard aan weerszijde van de woning en aan de overzijde der gracht. Voorshands had men, in afwach ting van de dingen, die komen zou den, zich vermeid in het zien aanrij den van rijtuigen en automobielen, die hun deftigen last van ter recept :e aande heeren in 't zwart en in ambtskleeding en dames in fraaie avondtoiletten voor de woning van Mr. Van Tienhoven afzetten. De receptie was buitengewoon druk bezocht. Verschillende militaire en burger lijke autoriteiten, de burgemeesters u t de omliggende gemeenten, de hooge Justitie-ambtenaren maakten den Vertegenwoordiger der Rijksre gering in het gewest hun opwach ting. Te tien minuten voor half tien kwam de stoet in 't zicht. De heer en mevrouw Van Tienho ven begaven zich nu op het trappen- bordes, om vandaar den optocht te zien voorbijtrekken. Voor de vensiers der schitterend verlichte ontvangza len groepten zich de bezoekers om eveneens den Fakkelloop te beschou wen. In goede orde gingen de lange menschenre-eksen voorbij. De muz:ck- korpsen speelden onderwijl de vader landsche liederen, de zangvereen 'gi-n- jen zongen ze en de anderen juichten mee. Menigmaal werd de Commissaris en zijn echtgenoote het voorwerp \an .eesuir.ftige ovaties. Van de overzijde ontstak men her baalde malen paars en oranje Leu- gaalsch vuur, dat optocht en tue- schouwers in fantastische en geheim zinnige lichtgloed en zette. De heer en mevrouw Van Tien ho ven wuifden telkens en telkens weer de voorbij trekkers toe. Het duurde wel een kwartier eer de heele stoet voorbij getrokkeu was. Toen ging 't de Nieuwe Gracht af, de brug over en langs de overzijde, deze Gracht weer terug, waarna de gan- sche reuzensimger over de Jansbrug weer voorbij de woning van den Com missaris toog. Deze, die inmiddels te zijnen huize door het Dagelijksch Bestuur van Ko ninginnedag, bij monde van den voor zitter, den heer G. B. Crommeliu, ge complimenteerd was met de heuglijke gebeurtenis, bezag thans andermaal het voorbijtrekken. Herhaaldelijk ga ven de Commissaris en mevr. Van Tienhoven huil ingenomenheid te kennen met deze uitnemend geslaag de, spontaan gebrachte volkshulde. De politie, die hier onder leiding stond van den inspecteur van recher che, den heer Kempers, en den adj.- inspecteur Van Woerkom, slaagden er in de orde op een uitstekende ma nier te bewaren, wat te moeilijkor was, daar late receptiegangers ble ven aanrijden, toen de fakkeloptocht reeds optrok. Een goede veiligheidsniaatiregel was het leggen van schuiten der ge meente-reinig ng met menschen er op, om te voorkomen, dat er perso nen te water werden gedrongen. 't Ging nu van de Nieuwe Gracht naar het Kenaupark, dat geheel rondgetrokken werd, voorbij de wo ning van den Burgemeester, Jhr. mr. J. W. G. Boreel van Hogelandeoi on verder langs de Park laan en den Kruisweg en door de Kruisstraat on Barteljorisstraat naar de Gr Markt. Hier werd de stoet ontbonden. Maar aan naar huis gaan dacht men niet. De huldigende stoeten bleven uit en ter na rond trekken. Er kwam geen einde aan 't gejoel en gehos. Zelden zagen we zulk eeu ontzettend-groote menigte in onze stad bijeen. De geheele Markt was één zwarte door elkaar krioelende massa met dikke uitloopers naar al le op ons hoofd plein uitmondende straten, 't Geleek uit de hoogte een reusachtige spin met beurtelings uit strekkende en intrekkende poolen, naar gelang de woelige menschentno- nigte de straten in de omgeving in- hoste, of weer terug naar de Markt drong. T SLOT. Thans trokken heele menschen le gers door de Groote Houtstraat naar het Brongebouw, voorbij de groote café's, waar eeu vroolijke menigte aan haar geestdrift op luidruchtige wijze uiting gaf. Onderweg bewon derde men de zeer fraaie en fijn ver lichte winke's in de Groote Hout straat. Ook elders in de si-ad waren keurige uitstallingen aangebracht, die 's avonds in een zee van öcht prijkten. Op de Nieuwe Gracht praal de een voornaam-mooie kaarsoniilu- minat'e, terwijl voor liet huis van den Commissaris der Koningin een gekroonde YV flonkerde. In het Bron gebouw had men den geheelen avond, dank zij het mooie weer, genoten van een muziekuitvoe ring.. Om elf uur flitste de vuurpijl

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 10