BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD fl.20 PER 3 MAANDEN OF 10 CENT PER WEEK. Het Rijke Natusdeves 21'>.Jaar«sng. ZATERDAG 1 «EI 1909 So, 7998. ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUM ADVERTENT IÊN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES Rubriek voor Vrouwen Veranderlijkheid (kar mode. Empire-japo® of blouse- Mouwen - garneer! ng. Stoffen. Mevrouw mode heeft het ditmaal hiel sLm aangelegd door in hot vroe ge voorjaar reeds in haar kaart te la ten kijken. Haar goede naam van on feilbaar te zijn in het bedenken van nieuwe créaties, heeft een geduchten schok gekregen, nu vele har er getrou we onderdanen die niet aarzelen hare bevelen op te volgen zich be drogen zien. De gracieuse empire- japcannen toe hzullen weldra plaats moeten maken voor die, met verleng de taille-lijn. Zelden zag ik een mode zoo spoe dig inslaan als de empire-mode en aeldeu zag ik zoo 6poedig een niet te verklaren terugslag. Evenzoo la het met de mouwen ge steld. Moeten we de eerste de aanioi- dende oorzaak zoeken in het feit, dat onze vrouwen en meisjes niet geneigd zijn afstand te doen van de gemakke lijk kleedende blouses, wat de mou wen betreft is de snelle verandering ons een bewijs van de vrouwelijke koketterie. De lange nauwe mouwen toonem den vorm der armen meedoogenioos aan en maken liet dragen van arm banden overbodig. Twee factoren, waarmede de mode schijnbaar te wei nig rekening hield. Het is in den tegenwoordigien tijd, een moeielijke taak om over de mode to schrijven, want nauwelijks heeft men gewag gemaakt van de berichten uit de meest betrouwbare bron ont vangen', of men vreest, reeds te veel gezegd te hebben. De oorzaak hier van is gelegen in het feit, dat zoo ve lerlei modellen, van verschillende moderichting, ingang vonden, waar door de vrouwen bij het doen van ha re keuze, nidi tot eenige modellen be perkt werden, doch hare fantasie vrij spel konden laten. Ze kooiden zich uit den chaos datgene kiezen, wat haar om verschillende reden het bes te beviel. Onder de vele nouveauté's zal de plooirok met gladde heuppasse het meest op den voorgrond treden, want welke veranderingen men ook moge aanbrengen, om de heupen wil de te genwoordigs meda-dame geen ruimte zien, zoodat van de baske-kleeding tot de paniers nog een lange weg ligt, al worden ze ook door enkele Fran- sche actrices op de planken gedragen. Wat nu de mouwen betreft, wor den die vooral voor waschbare stof fen met kleine pouffen ingericht, zoo dat de blouses van het vorige jaar onveranderd kunnen blijven, mits ze niet van al te grooten omvang zijn. Voor de gekleede toiletten zal de lan ge nauwe mouw zich dit seizoen nog weten te handhaven. Onder de witte en gekleurde weef sels welke in waschbare stoffen ge bracht worden, treft men eene groote verscheidenheid aan. Men ziet vooral veel piké met tamelijk dikke ribben, bedrukt organdi, mousseline met be drukte randen, die een goedkoop en lief garneersel vormen en verder ge streept en geruit linnen. In de wollen weefsels treffen we in de eerste plaats voile-stoffen aan, met streepjes, ruitjes en randen, verder crêpe-stoffen en uiterst fijn wollen cachemine. In de moderne zijde stoffen doet 't taffetas zich opnieuw gelden, niette genstaande de slechte ondervinding die wij van de soliditeit van dit weef sel opdeden. Verder kunnen we mel ding maken van shantung tussor en bastzijde. Het allernieuwste onder de moder ne garneersels is zeker wel het git Parijs brengt prachtvolle gitgalons, gitfranjes, gitknoopon en gitten bolé- ro's. Verder warden zijden galons in bijpassende kleuren van de stoffen verwerkt, waardoor fijn gouddraad geweven is. Wandeltoiletten worden in hoofdzaak met tree en soutache ge garneerd. Ten opzichte van de handschoenen heeft de mode groote verandering on dergaan, en wel, dat de kleur in overeenstemming moet zijn met die van het toilet. Zoo brengt men zelfs lichte blauwe en 'rosé hand schoenen, die echter zeer kost baar zijn. Mitaines hebben haair tijd gehad. Alken bij avondtoiletten wor den ze nog gedragen door vrouwen, die mooi gevormde handen, hebben, en kostbare v-lngerringen. Als modekleuren gelden voor het a-a. seizoen': mos en olijfgroen, prune en mauve; verder bordeaux-rood* bruin, alle tinten van grijs en blauw De parasols zullen eveneens in de kleur der toiletten gedragen warden. De modellen zijn eenigszins gewij zigd; men ziet parasols a la chinoóse en parasols, die wanneer ze dicht zijn het onderst boven gedragen worden, hetgeen ons zeer anpractiech voor komt. MARIE VAN AMSTEL, CORRESPONDENTIE. Mej. de G. Indien u de voorkeur aan zijden onderrokken geeft, kunt u volstaan met twee stuks. Een zwarte om onder donker gekleurde japonnen te dragen en een witte voor lichte tod- letten. Deze rokken worden glad om de heupen ingericht; ter hoogte van de knieën zet men een breeden volant aan, die met smalle strookjes gegar neerd wordt. MARIE VAN AMSTEL. WAT WIJ OP ONZE WANDELING NAAR DE GRUTTO'S EN SCHOLEKSTERS ZIEN. Toen wij verleden week afspraken de beschrijving van onze wandeling in dit nummer voort te zetten, kon dien wij bijna niet vermoeden, dat er in die zeven dagen weer zooveel zou zijn veranderd. Wat gaat die voor- jaarsontwikkeJing verbazend snel. Heel wat knoppen, die verleden week den teeren inhoud nog maar even lie ten doorschemeren, zijn nu geheel ontplooid, heel wat bloemen hebben zich geopend, hoornen en heesters vertoonen de wonderl ij lm te nuancee ringen van licht tot donkergroen en doordat wij ons hun wintersclie naaktheid nog duidelijk voor den geest kunnen halen en deze bij enke le nakomers als eiken en populieren nog aanwezig is, waardeeren wij dit jonge, frissche groen des te meer. Maar wij waren op den Wagenweg aangekomen, een paar handend me ters voorbij Zuidenhout. Ziet gij daar dien ouden berk ach ter het hek van het buitengoed Bosch en Hoven staaaii? Het is een oudje. De karakteristieke zilverwitteafbladeiren- de bast is bijna donker grijs. De stam vertoont hier en daar oude knoesten en bochtige takvergroeiin- gen maar toch, onze boom bloeit met jeugdig vuur en de oude stam draagt heel wat mooie takken en twijgen, die op hun beurt met mooie katjes prijken. „Al weer teen boom met katjes" zal een nurksche lezer wellicht uitroepen. „Wij weten nu al wel, dat hazelaars, elzen en wilgen zoon bijzondere ma nier van bloeien hebben, wij hooren liever wat anders." Geduld maar, de berk maakt hierop een uitzondering. Terwijl elzen en hazelaars haar groengele bloemenpracht reeds heb- ven verloren, begint onze duntwijgi- ge witrok eerst aan bloeien te den ken en wel op een manier die geheel afwijkt van die der elzen. Gij hebt in de duinen toch zeker ge noeg berken boschjes gezien, om u te kunnen herinneren, dat den geheelen winter door, lange, harde katjes aan de einden der dunnere takjes staan. D;t is, vooral voor hen die de elzen en hazelaars goed hebben bekeken, niets bijzonders, ook daar kunnen wij hetzelfde waarnemen, maar onze berk ven-toont een afwijking, in de plaats der vrouwelijke katjes. Die zoudt gij in den winter ver geefs zoeken, als gij niet uw anato misch talent op de kleine knopjes gingt beproeven, die overal langs de takken zijn geplaatst Dat zijn won dere dingen. Behalve een twee- of drietal kunstig opgevouwen blaadjes, bevatten zij ook nog een klein cylindertje, dat ge vormd is uit heel fijne vrouwelijke bloempjes. Wat moet dat alles nog wonder teer zijn en toch, hoe mooi is voor beschutting tegen de winterkoude ge zorgd. Heel kleinte knopschubben, ondoor dringbaar voor vocht en koude, schik ten zich eendrachtig om de toekom stige lente-juweeltjes en bewaarden ze voor te sterke afkoeling. Maar de lente kwam. De blaadjes werden grooter, de kleine cylinder!jes wilden het zonlicht zien.en met ver eende krachten werden de nu over bodig geworden knopschubben uiteen gedreven. Hun hulp was niet meer noodig, hun bescherming niets dan last. Daar dwaalden zij heen ver weg van de groene lentekinderen, die zij zoo lang hadden verwarmd., Vindt gij niet, dat zoo'n bloedende berk er aardig uitziet? De meeldraad k at jes wuiven lustig, bewogen door den zachtan voorjaars wind. Zij hebben al enkele dagen hun eerst zoo vast aaneengesloten bloem pjes geopend en telkens waaien fijne meel wolk jee omboog. Maa/r ziet gij ook, hoe sierlijk die vrouwelijke katjes daar boven de tee- re jonge blaadjes uitsteken? Ziet, het lijken wel kleine kaarsjes, die gedra gen warden door fijne, groene bla kertjes. Fier staan zij nu rechtop, blijde, het leven te genieten. Later, als de jeugd voorbij Is en de kleine vruchtjes beginnen te 'rijpen laten zij haar kopjes hangen en in het na jaar dwarrelen de gevleugelde dop- vruchten, gedragen door den wind, naar alle zijden heem, om, als zij op een gunstig plaatsje belanden tot jonge berken uit te groeien. Ons exemplaar op Bosch en Hoven vertoont nog een andere bijzonder heid. Ziet gij daar die drie dichte klu wens hangen, te midden dar dunste twijgen? Enkelen uwer zullen ze zeker vaak voor verwaaide nesten hebben gehou den, maar als wij ze opmerkzaam be schouwen, zien wij spoedig, dat het dichte takkenbundels zijn, die een deel van den boom uitmaken. Er was een tijd, dat de menschen met angst in bet hart deze zonder linge vegetaties bekeken. De kennis der planten was nog niet ver door gedrongen en het bijgeloof tierde we lig. Allerlei geheimzinnige wezens bevolkten de lucht en heksen vlogen des avonds op hun bezem door het ruim. Heel gemakkelijk konden deze vreeswekkende vrouwen bij menschen dieren ten planten ziekten veroorza ken en wat was eenvoudiger, dan dat zij hun eigen bezems lieten groeien voor hun nachtelijke tochten! Gij kunt begrijpen, dat niomand graag die vergroeiingen in zijn geboomte zag. Eerst later is men door grondig onderzoek te weten gekomen hoe die heksenbezems ontstaan. De oorzaak moet gezocht warden bij de microscopisch kleine plantjes, zwammen genaamd, die de ziekelijke vergroeiingen doen ontstaan. Zij ko men op heel wat boomen voor. Beu ken, eiken, elzen; pijnboome®, kas tanjes, zij alle hebben vaak teen of mesr dezer heksenbezems tussclien hunne takken en als wij er eenmaal op opmerkzaam zijn gemaakt, zien wij ze bijna op iedere wandeling. Heel ver is de wetenschap op dit terrein nog niet gevorderd, van ver schillende heksenbezems is de zwam nog niet opgespoord, maar zekerheid is ©r toch voldoende verkregen. Graag had ik u nog gesproken over de prachtige, rijkbloeiende bruine beuk op den hoek van de Zant voor ter- laan, maar laten wij dit uitstellen tot de volgende week. H. PEUSENS. VRAGENBUS. Den Heer BI. te Heemstede. Ver leden week beloofde ik u in het op stel enkele bijzonderheden te zullen schrijven. Ik vond op den Wagenweg geen paardestaaxten meer en kon dit dus niet te pas brengen. In 't kort dan nu. Het zijn veel voorkomende sporeplanten, d. w. z. dat zij aan de vruchtbare stengels, zooals u er mij een zond, kleine dek seltjes hebban zitten waarin groene, microscopische fijne celletjes aanwe zig zijn, sporen genaamd. Hieruit ont staat een mannelijke of vrouwelijke voorkiem. De laatste kan uitgroeien tot een plant, waarvan de onderaard- sche stengels ver vooruit kruipen en zich naar alle zijden vertakken- Dat de boeren onze plant Akker- pest noemen zegt u verder genoeg. Den Heer S. v. W. ta H. Van uw bloempje valt niet veel te zeggen.Heel wat adspidietra's bloeien in dezen tijd en dat de vruchtvorming niet vaak tot stand komt, zal wel aan de bestuiving zijn te wijten. Als er bui ten niet veel meer te zien is wi'l ik de Adspidistra wel eens behandelen. Den Heer D. B. te H. Als uw broedbakje diep genoeg Is, zoodat de planten niet tegen het glas op staan is het beter met uitzetten nog wat te wachten. Over een week of twee drie Is er niet zoo'n groot gevaar voor te strenge nachtelijke koude. Eigenlijk hebt u te vroeg gezaaid. Dun de plan ten nu maar wat uit, bemest uw tuin met verdunde koemest en met wat zonneschijn lukt de kweekerij uit muntend. De hol wortel Is lastiger. Die wil niet overal groeien. Probeer het lie ver eens met een flink stuk wortel stok, dat gij gemakkelijk kunt uitgra ven. Hiermede moet u niet te lang meer wachten. H. PEUSENS. Don Juan. sedert verscheidene uren dwarrelt de sneeuw in dichte vlokken van den grijzen winterhemel naar be neden. En de nette jonge man, die daar met nog vijf omlegen ooien voor een smallen lessenaar in het lage, kale, onvriendelijke kantoor zit, schijnt wel bijzonder onaangenaam aange daan te worden door den grijzen, loodzwarten hemel, het witte vlok- kengedwarrei en de onnatuurlijke grafstilte buiten de vensters. Blijk baar gevoelt hij zich lang niet be haaglijk bij het eentonig, geestdoo. dend werk, hetwelk hem is opgedra gen. Meermalen toch rust de pen ver scheidene oogenblikkon en de bruine oogen, waaraan bet zichtbaar is, da-t zij ook recht vroolijk en overmoedig kunnen kijken, staren met droefgees tige uitdrukking naar buiten in het niet opwekkende winterweer. De bureauchef is een gestreng heer, die niet duldt, dat zijne onderge schikten met elkander praten, wan neer zij arbeiden moeten. Daarom hoort men slechts het krassen der pennen over liet witte papier. Nu evenwel schiet de bureauchef zijn overjas aan, om naar het naasfc- bijzijnde koffiehuis te gaan. Een zucht van verlichting gaat er door het ver trek, als de deur zich achter hem sluit. Waarom zie je er zoo in het oog- loopend onvergenoegd uit, Forster? vraagt de schrijver, die zijne plaats aan de andere zijde van den dubbelen lessenaar heeftl aan den jongen man met de mooie, bruine oogen. Heeft je vrouw vanmiddag het eten laten aan branden Met een ongeduldige beweging streek de aangesprokene hot krullen de haar van liet voorhoofd. Laat die flauwe scherts toch ach terwege, Bernhardi 1 Ik ben waar achtig niet gestemd, om je plagerij en aardig te vinden. Nu, bet was zoo kwaad niet ge meend, en onder vrienden moet men tegen een giekheidje kunnen. Wat scheelt er dan toch eigenlijk aan? Heb je door het afschrijven van dat interessante actengtuk zoo'n aanval van levensmoeheid gekregen Zou dat zoo'n wonder zijn Waarachtig, ik zou ieder voor gek hebben verklaard, die mij nog een jaar geleden zou hebben voorspeld, dat ik mijn bestaan voor een hon- denloon als afschrijver zou moeten rekken. Hij laat het hoofd op de hand rus ten en gooit de pen zoo wild op het deksel van den lessenaar, dat ze breekt Glimlachend schudt de ander het hoofd. Men moet het leven van den vroo- lijksten kant opnemen, wanneer men het draaglijk wil vinden. Mijn beste Forster, er ontbr .ekt u niets anders dan een beetje verstrooiing. Is men bij dag hier van verveling bijna om gekomen, dan heeft men 's avonds wel eens een verzetje noodig. Een pretje frischt een mensch wonderwel op, dat weet ik bij ondervinding Weet je wat, je moest vanavond met mij naar het gemaskerd vastenavond bal gaan I De mismoedige bruine oogen begon nen van begeerte even to schitteren. Maar het was ook maar voor een oogenblik. Reeds de volgende secon de trokken de wolken zich op For. sters voorhoofd des te somberder samen. Praat toch niet zoo'n onzin, Bernhardi 1 Met een salaris als het mijne, kan men zich zulke buitenspo righeden niet veroorloven. O, maar het zou een heel goed koop amusement zijnMijn broer, die met mij zou gaan, is ziek gewon den, en het Don-Juan costuum, waar voor hij ai gezorgd had. moet je pre cies passen, dunkt mij. Ook zijne en_ tréekaart voor de balzaal kunt ge ge bruiken en zoover zullen je contan ten toch wel reiken, dat je een en kele flesch Moezelwijn kunt drinken. *t Is nu toch pas de 18e van de maand. Ik ben u dankbaar voor het vriendelijk aanbod, zeide hij na een poosje, maar het is mij onmogelijk het aan te nemen. Voor mij zijn spel en dans voorbij. Een spottende trek kwam er om Berahardi's lippen. Waarachtig, als je zoo volkomen onder de pantoffel staat, dan mag ik er niet verder op aandringen. Forster stoof op. Misschien haa hij een heftig antwoord op de tong. Maar op dit oogenhlik werd de deur ge opend en de bureauchef trad binnen en overzag met scherpen, spiedenden blik rijn machtgebied. Wederom kras ten de pennen der schrijvers haastig over het witte papier en ook Forster buigt zich met brandende oogen stom over zijn arbeid. Maar in zijn mnnen- ste pijnigen en kwellen hem nog al tijd Bernhardi's laatste woorden. Dus daartoe is het met hem geko men In de oogen van anderen is hij dus een jammerlijke pantoffelheld, omdat hij het niet meer wagen mag zich een goedkoop genoegen, een on schuldige kleine verstrooiing te gun nen. En is hij don inderdaad zoozeer de slaaf geworden van zijne plichten tegenover vrouw en kind, dat hij zich elk genoegen, elk onschuldig levens genot moet ontzeggen Omdat hij het ongeluk had gehad, buiten zijn schuld eene goede betrekking te verliezen, omdat hij nu in weerwil van groote inspanning ternauwernood zooveel kon verdienen als noodig was om de allernoodzakelijkste levensbehoeften te bekostigen, moest hij daarom zich alles ontzeggen, wat hem ten minste voor eenige uren kon doen vergeten, in welke sobere omstandigheden hij leefde De klok boven de deur sloeg zeven. Zij slaat zoo langzaam, alsof zij wist, dat de beambten eerst met den iaat- stc-n slag hun dagwerk als geëindigd mochten beschouwen. De pennen wer den schoongemaakt, de Lessenaars dichtgeslagen en de bevrijden grepen naai- hunne overjassen. Zwijgend gingen Forster en Bern hardi naast elkander de trappen af. Ik heb er nog eens over nage dacht, waarde collega, zeide hij, en het ergerde hem, dat hij aan zijne stem geen vaster en vrooiijker klank kon geven. Wanneer je onderwijl geen spijt liebt gekregen over je aan bod, dan wil ik het gaarne aanne men. Nu, dat is nog eens verstandig gesproken I Kom, ik loop nog een stukje met je mee, dau kunnen we nader afspreken. En samen gingen zij verder. Een teedere, blonde vrouwengestal te is het, die den Lhuiskeerenden Forster aan de deur van de woning opwacht. Haar fijn gezichtje is van bijna kinderlijke bekoorlijkheid, hoe wel het niet te ontkennen is, dat zij er ietwat bleek en vermoeid uitziet. Goeden avond, lieve Ernst 1 fluis terde zij hartelijk, terwijl zij haar kopje op zijn schouder vlijt. Wat ben ik blij, dat je komt I Het moge dwaag zijn, maar juist nu had Lk zoo'n naamloos verlangen naar je. Ik heb den heelen tijd een gevoel ge had, alsof je iets «-rgs overkomen moest zijn 1 Eenigszins ongeduldig maakte de jonge man zich uit hare liefdevolle omarming los. Dat is inderdaad heel dwaas, lieve Emmy l ter wereld zou mij kunnen overkomen 7 't gaat ons werkelijk zoo best niet, dat ja je ten overvloede ook nog met treurige ver moedens behoeft af te geven, is het eten klaar DadelijkMaar wil je niet eerst even naar Marietje kijken? Zij was den heelen dag zoo stil en klaag de over hoofdpijn. Misschien is het niet kwaad om vóór de nacht aan breekt, nog even een dokter te laten komen. Ernst Forster moest zich werkelijk in een zeer prikkelbare stemming be vinden, want het klonk zeer onvrien delijk, toen hij antwoordde: Wil je mij nu het maal beder ven, Emmy Én ais we voor iedere kleinigheid een dokter laten komen, dan zou ik mijn heelo salaris wel voor dokter en apotheker kunnen uit geven. Zonder een voet Lu de slaapkamer te zetten, ging hij naar de woonka mer, waar de Lamp vertrouwelijk en huiselijk boven de tafel brandde. De inrichting van het kleine vertrek was nu juist niet elegant te noemen, maar toch is het duidelijk merkbaar, dat het jonge echtpaar eenmaal betere dagen had gekend en niet had ge dacht, hier op de vierde verdieping bijna onder het dak te moeten wo nen. Maar alles was kraakzindelijk en zoo ordelijk geregeld, dot de hand van eene zorgzame en nette huis vrouw uit duizend kleinigheden was to zie®. Maar Ernst Forster had er heden geen oog voor, nu zijne ge dachten voortdurend op één enkel doel waren gericht. Ongeduldig trom melde hij op de tafel, totdat Emmy het eenvoudige avondeten opdroeg en hij zag er niets van, dat haar bleek gezicht veel droeviger stond en zij stiller was, dan toen zij hem verwel komde. Haastig nam hij wat tot zich, maar het viel hem blijkbaar moeilijk en reeds na eenige minuten schoof hij zijn bard van zich af. Het spijt me, dat ik vanavond niet thuis kan blijven, zeide hij, zon der zijne vrouw aan Le zien. Ik moet dadelijk weer weg. Weg Zoo laat nog Verschrikt en smartelijk verrast klonk dat uit haar mond. Nu ja, ik ben toch zeker geen gevangene, stoof Forster bijma heftig op, om dan, als erkende tij, onver standig op te trede®, op «achteren WORDEN OPGEMERKT. toon te vervolgen En bovendien, er wordt heelemaal niet gevraagd, «aar mijn wil. Er is zoo veel werk op het kantoor, dat wij den nacht er bij moeten aanknoopen, om alles af to maken. In geen geval mag je op mijn terugkomst blijven wachten, want het is mogelijk, dat ik eerst lang na aud- dernacht thuiskomen kan. Hij had zijne jonge vrouw ®eg nooit voorgelogen en wanneer zij niet zoo volkomen op hein had ver trouwd, zou het haar niet moeilijk zijn gevallen, de onwaarschijnlijk heid zijner woorden op zijn gezicht to lezen. Zij voelde even wei niets an ders dan liefdevol medelijden met zijn hard lot. Maar dat i8 toch onbillijk 1 klaagde zij. Heeft men dan werkelijk het recht, om bij zoo'n karige bezol diging, je krachten op die wijm te misbruiken Hoe gemakkelijk zou alles beter worden, Ernst, wanneer je maar kon besluiten, om anders tegenover mijn vader te zijn. Gij zijt in twist van el kander gegaan en toch was Ivet in den grond der zaak alleen een mis verstond, dat de verwijdering deed ontstaan. Maai* jij hebt hem toch driftige, oneerbiedige woorden toege voegd en hem daardoor beleedigd, en hij heeft het recht te verlangen, dat jij de eerste poging tot toenadering doet. Wees er zeker van, Ernst, dat hij je gaarne allee zou willen verge ven. Hij zou je de leiding zijner za. ken toevertrouwen, zooals re©ds vroe ger zijn voornemen was, en alle zor gen zouden op eens van ons zijn w«g^ genomen. Terwijl zij spreekt, Is zijn gelaats uitdrukking steeds donkerder gewor den, en nu vait hij haar hard eo be velend in de rede Genoeg I Ik geloof, dat je mijn meening omtrent die geschiedenis voldoende kent, Emmy 1 Je vader ge looft, dat ik ongelijk heb en als ge hoorzame dochter ben jij natuurlijk ook die meening toegedaan, lk houd mij echter voor de beleedigde en ik zou mij zelf verachten, wanneer ik ter wille van mijn voordeel met han gende pootjes bij hem aankwam. Neen, liever zullen we allen met el kander verhongeren, eer ik van Je va ders hand één enkelen penning of een stukje brood aanneem 1 En dat is mijn laatste woord in deze zaak 1 Goeden nacht Misschien vond hij het zelf niet zoo heel onaangenaam, dat deze kleine woordenwisseling hem con kort af scheid mogelijk maakte. Want zijn leugen drukte hem toch zwaar op de ziel en hij was bitter ontevreden op zich zeiven, dat het hem aan moed had ontbroken, om van den begiime af de volle waarheid te zeggen. Het is zoo koud en winderig bul ten, Ernst, klinkt hem Emmy's door tranen half verstikte stem na, wacht nog even, tot ik je halsdoek uit de slaapkamer heb gehaald 1 Maar het stuitte hem tegen de borst, op dit oogenblik een dienst van haar aan te nemen. Ik zal hem zelf wei halen, zeide hij kortaf en trad het kleine kamertje binnen, waar op de tafel met een droevig schijnsel een nachtlichtje stond te branden. Het onzekere licht viel op het lieve kindergezichtje van zijn driejarig dochtertje, en hoe vluch tig hij er ook naar kijkt, toch schrikt hij van den koortsachtigen gloed in de groote, wijdgeopende oogen der kleine en voor de akelige bleekheid harer wangen. Blijf bij mij, papa, stamelde rij zacht, och toe, niet weggaan Ernst Forster was altijd een teeder en Liefdevol vader geweest, maar het schijnt nu wel, dat Bernhardi's spot tende woorden hem in zijn innerlijk wezen geheel hebben veranderd. Hij beschouwde het onschuldige verzoek van liet kind als een nieuwen scha kel in de slavenketen, waarmee hij aan zijn huiselijken haard moest wor den vastgesmeed en zijn hart verhard de zich opnieuw Ln toorn en trots. Slapen gaan, Marietje! beval hij streng bedaard en stil in je bedje liggen, hoor, en zoet zijn t Gehoorzaam vlijt het kind het hce- te gezichtje in het kussen en Ernst gaat heen, zonder den lfelsdoek mee genomen te hebben. Het deed hem bijna genoegen ,dat hij den klank zijner eigen schreden niet kon hoorem. terwijl hij door de donkere straten over de weeke sneeuw naar zijn voorkomenden vriend Bernhardi ging. Een verblindende lichtglans ver breidde zich Ln de smaakvol versier de zaal, op welker parketvloer zich in bont kleurengewemel honderden maskers lachend, babbelend en pla gend uit de uitgelatenste vroolijk- heid door elkander bewogen. Van de hooge estrade af klinkt de opwekken de, vroolijke muziek door de groot* zaal. Aan de tafeltjes hebben in de meesb avontuurlijke mengeLing van cos-» tuums smullende en drinkende paar tjes plaats genomen purper- en goud- kleurig parelt de wijn in de vroolijk! opgeheven en klinkende glazen en door de openingen der moskera

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 13