BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
fl.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
Het Rijke Natusdeves
21'>.Jaar«sng.
ZATERDAG 1 «EI 1909
So, 7998.
ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUM
ADVERTENT IÊN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
Rubriek voor Vrouwen
Veranderlijkheid (kar mode.
Empire-japo® of blouse-
Mouwen - garneer! ng.
Stoffen.
Mevrouw mode heeft het ditmaal
hiel sLm aangelegd door in hot vroe
ge voorjaar reeds in haar kaart te la
ten kijken. Haar goede naam van on
feilbaar te zijn in het bedenken van
nieuwe créaties, heeft een geduchten
schok gekregen, nu vele har er getrou
we onderdanen die niet aarzelen
hare bevelen op te volgen zich be
drogen zien. De gracieuse empire-
japcannen toe hzullen weldra plaats
moeten maken voor die, met verleng
de taille-lijn.
Zelden zag ik een mode zoo spoe
dig inslaan als de empire-mode en
aeldeu zag ik zoo 6poedig een niet te
verklaren terugslag.
Evenzoo la het met de mouwen ge
steld. Moeten we de eerste de aanioi-
dende oorzaak zoeken in het feit, dat
onze vrouwen en meisjes niet geneigd
zijn afstand te doen van de gemakke
lijk kleedende blouses, wat de mou
wen betreft is de snelle verandering
ons een bewijs van de vrouwelijke
koketterie.
De lange nauwe mouwen toonem
den vorm der armen meedoogenioos
aan en maken liet dragen van arm
banden overbodig. Twee factoren,
waarmede de mode schijnbaar te wei
nig rekening hield.
Het is in den tegenwoordigien tijd,
een moeielijke taak om over de mode
to schrijven, want nauwelijks heeft
men gewag gemaakt van de berichten
uit de meest betrouwbare bron ont
vangen', of men vreest, reeds te veel
gezegd te hebben. De oorzaak hier
van is gelegen in het feit, dat zoo ve
lerlei modellen, van verschillende
moderichting, ingang vonden, waar
door de vrouwen bij het doen van ha
re keuze, nidi tot eenige modellen be
perkt werden, doch hare fantasie vrij
spel konden laten. Ze kooiden zich
uit den chaos datgene kiezen, wat
haar om verschillende reden het bes
te beviel.
Onder de vele nouveauté's zal de
plooirok met gladde heuppasse het
meest op den voorgrond treden, want
welke veranderingen men ook moge
aanbrengen, om de heupen wil de te
genwoordigs meda-dame geen ruimte
zien, zoodat van de baske-kleeding
tot de paniers nog een lange weg ligt,
al worden ze ook door enkele Fran-
sche actrices op de planken gedragen.
Wat nu de mouwen betreft, wor
den die vooral voor waschbare stof
fen met kleine pouffen ingericht, zoo
dat de blouses van het vorige jaar
onveranderd kunnen blijven, mits ze
niet van al te grooten omvang zijn.
Voor de gekleede toiletten zal de lan
ge nauwe mouw zich dit seizoen nog
weten te handhaven.
Onder de witte en gekleurde weef
sels welke in waschbare stoffen ge
bracht worden, treft men eene groote
verscheidenheid aan. Men ziet vooral
veel piké met tamelijk dikke ribben,
bedrukt organdi, mousseline met be
drukte randen, die een goedkoop en
lief garneersel vormen en verder ge
streept en geruit linnen.
In de wollen weefsels treffen we in
de eerste plaats voile-stoffen aan, met
streepjes, ruitjes en randen, verder
crêpe-stoffen en uiterst fijn wollen
cachemine.
In de moderne zijde stoffen doet 't
taffetas zich opnieuw gelden, niette
genstaande de slechte ondervinding
die wij van de soliditeit van dit weef
sel opdeden. Verder kunnen we mel
ding maken van shantung tussor en
bastzijde.
Het allernieuwste onder de moder
ne garneersels is zeker wel het git
Parijs brengt prachtvolle gitgalons,
gitfranjes, gitknoopon en gitten bolé-
ro's. Verder warden zijden galons in
bijpassende kleuren van de stoffen
verwerkt, waardoor fijn gouddraad
geweven is. Wandeltoiletten worden
in hoofdzaak met tree en soutache ge
garneerd.
Ten opzichte van de handschoenen
heeft de mode groote verandering on
dergaan, en wel, dat de kleur in
overeenstemming moet zijn met die
van het toilet. Zoo brengt men zelfs
lichte blauwe en 'rosé hand
schoenen, die echter zeer kost
baar zijn. Mitaines hebben haair tijd
gehad. Alken bij avondtoiletten wor
den ze nog gedragen door vrouwen,
die mooi gevormde handen, hebben,
en kostbare v-lngerringen.
Als modekleuren gelden voor het
a-a. seizoen': mos en olijfgroen, prune
en mauve; verder bordeaux-rood*
bruin, alle tinten van grijs en blauw
De parasols zullen eveneens in de
kleur der toiletten gedragen warden.
De modellen zijn eenigszins gewij
zigd; men ziet parasols a la chinoóse
en parasols, die wanneer ze dicht zijn
het onderst boven gedragen worden,
hetgeen ons zeer anpractiech voor
komt.
MARIE VAN AMSTEL,
CORRESPONDENTIE.
Mej. de G. Indien u de voorkeur
aan zijden onderrokken geeft, kunt u
volstaan met twee stuks. Een zwarte
om onder donker gekleurde japonnen
te dragen en een witte voor lichte tod-
letten. Deze rokken worden glad om
de heupen ingericht; ter hoogte van
de knieën zet men een breeden volant
aan, die met smalle strookjes gegar
neerd wordt.
MARIE VAN AMSTEL.
WAT WIJ OP ONZE WANDELING
NAAR DE GRUTTO'S EN
SCHOLEKSTERS ZIEN.
Toen wij verleden week afspraken
de beschrijving van onze wandeling
in dit nummer voort te zetten, kon
dien wij bijna niet vermoeden, dat er
in die zeven dagen weer zooveel zou
zijn veranderd. Wat gaat die voor-
jaarsontwikkeJing verbazend snel.
Heel wat knoppen, die verleden week
den teeren inhoud nog maar even lie
ten doorschemeren, zijn nu geheel
ontplooid, heel wat bloemen hebben
zich geopend, hoornen en heesters
vertoonen de wonderl ij lm te nuancee
ringen van licht tot donkergroen en
doordat wij ons hun wintersclie
naaktheid nog duidelijk voor den
geest kunnen halen en deze bij enke
le nakomers als eiken en populieren
nog aanwezig is, waardeeren wij dit
jonge, frissche groen des te meer.
Maar wij waren op den Wagenweg
aangekomen, een paar handend me
ters voorbij Zuidenhout.
Ziet gij daar dien ouden berk ach
ter het hek van het buitengoed Bosch
en Hoven staaaii? Het is een oudje. De
karakteristieke zilverwitteafbladeiren-
de bast is bijna donker grijs. De
stam vertoont hier en daar oude
knoesten en bochtige takvergroeiin-
gen maar toch, onze boom bloeit met
jeugdig vuur en de oude stam draagt
heel wat mooie takken en twijgen,
die op hun beurt met mooie katjes
prijken.
„Al weer teen boom met katjes" zal
een nurksche lezer wellicht uitroepen.
„Wij weten nu al wel, dat hazelaars,
elzen en wilgen zoon bijzondere ma
nier van bloeien hebben, wij hooren
liever wat anders." Geduld maar, de
berk maakt hierop een uitzondering.
Terwijl elzen en hazelaars haar
groengele bloemenpracht reeds heb-
ven verloren, begint onze duntwijgi-
ge witrok eerst aan bloeien te den
ken en wel op een manier die geheel
afwijkt van die der elzen.
Gij hebt in de duinen toch zeker ge
noeg berken boschjes gezien, om u te
kunnen herinneren, dat den geheelen
winter door, lange, harde katjes aan
de einden der dunnere takjes staan.
D;t is, vooral voor hen die de elzen
en hazelaars goed hebben bekeken,
niets bijzonders, ook daar kunnen
wij hetzelfde waarnemen, maar onze
berk ven-toont een afwijking, in de
plaats der vrouwelijke katjes.
Die zoudt gij in den winter ver
geefs zoeken, als gij niet uw anato
misch talent op de kleine knopjes
gingt beproeven, die overal langs de
takken zijn geplaatst Dat zijn won
dere dingen.
Behalve een twee- of drietal kunstig
opgevouwen blaadjes, bevatten zij ook
nog een klein cylindertje, dat ge
vormd is uit heel fijne vrouwelijke
bloempjes.
Wat moet dat alles nog wonder
teer zijn en toch, hoe mooi is voor
beschutting tegen de winterkoude ge
zorgd.
Heel kleinte knopschubben, ondoor
dringbaar voor vocht en koude, schik
ten zich eendrachtig om de toekom
stige lente-juweeltjes en bewaarden
ze voor te sterke afkoeling.
Maar de lente kwam. De blaadjes
werden grooter, de kleine cylinder!jes
wilden het zonlicht zien.en met ver
eende krachten werden de nu over
bodig geworden knopschubben uiteen
gedreven. Hun hulp was niet meer
noodig, hun bescherming niets dan
last. Daar dwaalden zij heen ver weg
van de groene lentekinderen, die zij
zoo lang hadden verwarmd.,
Vindt gij niet, dat zoo'n bloedende
berk er aardig uitziet?
De meeldraad k at jes wuiven lustig,
bewogen door den zachtan voorjaars
wind. Zij hebben al enkele dagen hun
eerst zoo vast aaneengesloten bloem
pjes geopend en telkens waaien fijne
meel wolk jee omboog.
Maa/r ziet gij ook, hoe sierlijk die
vrouwelijke katjes daar boven de tee-
re jonge blaadjes uitsteken? Ziet, het
lijken wel kleine kaarsjes, die gedra
gen warden door fijne, groene bla
kertjes. Fier staan zij nu rechtop,
blijde, het leven te genieten. Later,
als de jeugd voorbij Is en de kleine
vruchtjes beginnen te 'rijpen laten zij
haar kopjes hangen en in het na
jaar dwarrelen de gevleugelde dop-
vruchten, gedragen door den wind,
naar alle zijden heem, om, als zij op
een gunstig plaatsje belanden tot
jonge berken uit te groeien.
Ons exemplaar op Bosch en Hoven
vertoont nog een andere bijzonder
heid. Ziet gij daar die drie dichte klu
wens hangen, te midden dar dunste
twijgen?
Enkelen uwer zullen ze zeker vaak
voor verwaaide nesten hebben gehou
den, maar als wij ze opmerkzaam be
schouwen, zien wij spoedig, dat het
dichte takkenbundels zijn, die een
deel van den boom uitmaken.
Er was een tijd, dat de menschen
met angst in bet hart deze zonder
linge vegetaties bekeken. De kennis
der planten was nog niet ver door
gedrongen en het bijgeloof tierde we
lig. Allerlei geheimzinnige wezens
bevolkten de lucht en heksen vlogen
des avonds op hun bezem door het
ruim.
Heel gemakkelijk konden deze
vreeswekkende vrouwen bij menschen
dieren ten planten ziekten veroorza
ken en wat was eenvoudiger, dan dat
zij hun eigen bezems lieten groeien
voor hun nachtelijke tochten! Gij
kunt begrijpen, dat niomand graag
die vergroeiingen in zijn geboomte
zag. Eerst later is men door grondig
onderzoek te weten gekomen hoe die
heksenbezems ontstaan.
De oorzaak moet gezocht warden
bij de microscopisch kleine plantjes,
zwammen genaamd, die de ziekelijke
vergroeiingen doen ontstaan. Zij ko
men op heel wat boomen voor. Beu
ken, eiken, elzen; pijnboome®, kas
tanjes, zij alle hebben vaak teen of
mesr dezer heksenbezems tussclien
hunne takken en als wij er eenmaal
op opmerkzaam zijn gemaakt, zien
wij ze bijna op iedere wandeling.
Heel ver is de wetenschap op dit
terrein nog niet gevorderd, van ver
schillende heksenbezems is de zwam
nog niet opgespoord, maar zekerheid
is ©r toch voldoende verkregen.
Graag had ik u nog gesproken over
de prachtige, rijkbloeiende bruine
beuk op den hoek van de Zant voor ter-
laan, maar laten wij dit uitstellen tot
de volgende week.
H. PEUSENS.
VRAGENBUS.
Den Heer BI. te Heemstede. Ver
leden week beloofde ik u in het op
stel enkele bijzonderheden te zullen
schrijven. Ik vond op den Wagenweg
geen paardestaaxten meer en kon dit
dus niet te pas brengen.
In 't kort dan nu. Het zijn veel
voorkomende sporeplanten, d. w. z.
dat zij aan de vruchtbare stengels,
zooals u er mij een zond, kleine dek
seltjes hebban zitten waarin groene,
microscopische fijne celletjes aanwe
zig zijn, sporen genaamd. Hieruit ont
staat een mannelijke of vrouwelijke
voorkiem. De laatste kan uitgroeien
tot een plant, waarvan de onderaard-
sche stengels ver vooruit kruipen en
zich naar alle zijden vertakken-
Dat de boeren onze plant Akker-
pest noemen zegt u verder genoeg.
Den Heer S. v. W. ta H. Van uw
bloempje valt niet veel te zeggen.Heel
wat adspidietra's bloeien in dezen
tijd en dat de vruchtvorming niet
vaak tot stand komt, zal wel aan de
bestuiving zijn te wijten. Als er bui
ten niet veel meer te zien is wi'l ik
de Adspidistra wel eens behandelen.
Den Heer D. B. te H. Als uw
broedbakje diep genoeg Is, zoodat de
planten niet tegen het glas op staan
is het beter met uitzetten nog wat te
wachten. Over een week of twee drie
Is er niet zoo'n groot gevaar voor te
strenge nachtelijke koude. Eigenlijk
hebt u te vroeg gezaaid. Dun de plan
ten nu maar wat uit, bemest uw tuin
met verdunde koemest en met wat
zonneschijn lukt de kweekerij uit
muntend.
De hol wortel Is lastiger. Die wil
niet overal groeien. Probeer het lie
ver eens met een flink stuk wortel
stok, dat gij gemakkelijk kunt uitgra
ven. Hiermede moet u niet te lang
meer wachten.
H. PEUSENS.
Don Juan.
sedert verscheidene uren
dwarrelt de sneeuw in dichte vlokken
van den grijzen winterhemel naar be
neden.
En de nette jonge man, die daar
met nog vijf omlegen ooien voor een
smallen lessenaar in het lage, kale,
onvriendelijke kantoor zit, schijnt
wel bijzonder onaangenaam aange
daan te worden door den grijzen,
loodzwarten hemel, het witte vlok-
kengedwarrei en de onnatuurlijke
grafstilte buiten de vensters. Blijk
baar gevoelt hij zich lang niet be
haaglijk bij het eentonig, geestdoo.
dend werk, hetwelk hem is opgedra
gen. Meermalen toch rust de pen ver
scheidene oogenblikkon en de bruine
oogen, waaraan bet zichtbaar is, da-t
zij ook recht vroolijk en overmoedig
kunnen kijken, staren met droefgees
tige uitdrukking naar buiten in het
niet opwekkende winterweer.
De bureauchef is een gestreng heer,
die niet duldt, dat zijne onderge
schikten met elkander praten, wan
neer zij arbeiden moeten. Daarom
hoort men slechts het krassen der
pennen over liet witte papier.
Nu evenwel schiet de bureauchef
zijn overjas aan, om naar het naasfc-
bijzijnde koffiehuis te gaan. Een zucht
van verlichting gaat er door het ver
trek, als de deur zich achter hem
sluit.
Waarom zie je er zoo in het oog-
loopend onvergenoegd uit, Forster?
vraagt de schrijver, die zijne plaats
aan de andere zijde van den dubbelen
lessenaar heeftl aan den jongen man
met de mooie, bruine oogen. Heeft je
vrouw vanmiddag het eten laten aan
branden
Met een ongeduldige beweging
streek de aangesprokene hot krullen
de haar van liet voorhoofd.
Laat die flauwe scherts toch ach
terwege, Bernhardi 1 Ik ben waar
achtig niet gestemd, om je plagerij
en aardig te vinden.
Nu, bet was zoo kwaad niet ge
meend, en onder vrienden moet men
tegen een giekheidje kunnen. Wat
scheelt er dan toch eigenlijk aan?
Heb je door het afschrijven van dat
interessante actengtuk zoo'n aanval
van levensmoeheid gekregen
Zou dat zoo'n wonder zijn
Waarachtig, ik zou ieder voor gek
hebben verklaard, die mij nog een
jaar geleden zou hebben voorspeld,
dat ik mijn bestaan voor een hon-
denloon als afschrijver zou moeten
rekken.
Hij laat het hoofd op de hand rus
ten en gooit de pen zoo wild op het
deksel van den lessenaar, dat ze
breekt
Glimlachend schudt de ander het
hoofd.
Men moet het leven van den vroo-
lijksten kant opnemen, wanneer men
het draaglijk wil vinden. Mijn beste
Forster, er ontbr .ekt u niets anders
dan een beetje verstrooiing. Is men
bij dag hier van verveling bijna om
gekomen, dan heeft men 's avonds
wel eens een verzetje noodig. Een
pretje frischt een mensch wonderwel
op, dat weet ik bij ondervinding
Weet je wat, je moest vanavond met
mij naar het gemaskerd vastenavond
bal gaan I
De mismoedige bruine oogen begon
nen van begeerte even to schitteren.
Maar het was ook maar voor een
oogenblik. Reeds de volgende secon
de trokken de wolken zich op For.
sters voorhoofd des te somberder
samen.
Praat toch niet zoo'n onzin,
Bernhardi 1 Met een salaris als het
mijne, kan men zich zulke buitenspo
righeden niet veroorloven.
O, maar het zou een heel goed
koop amusement zijnMijn broer,
die met mij zou gaan, is ziek gewon
den, en het Don-Juan costuum, waar
voor hij ai gezorgd had. moet je pre
cies passen, dunkt mij. Ook zijne en_
tréekaart voor de balzaal kunt ge ge
bruiken en zoover zullen je contan
ten toch wel reiken, dat je een en
kele flesch Moezelwijn kunt drinken.
*t Is nu toch pas de 18e van de
maand.
Ik ben u dankbaar voor het
vriendelijk aanbod, zeide hij na een
poosje, maar het is mij onmogelijk
het aan te nemen. Voor mij zijn spel
en dans voorbij.
Een spottende trek kwam er om
Berahardi's lippen.
Waarachtig, als je zoo volkomen
onder de pantoffel staat, dan mag ik
er niet verder op aandringen.
Forster stoof op. Misschien haa hij
een heftig antwoord op de tong. Maar
op dit oogenhlik werd de deur ge
opend en de bureauchef trad binnen
en overzag met scherpen, spiedenden
blik rijn machtgebied. Wederom kras
ten de pennen der schrijvers haastig
over het witte papier en ook Forster
buigt zich met brandende oogen stom
over zijn arbeid. Maar in zijn mnnen-
ste pijnigen en kwellen hem nog al
tijd Bernhardi's laatste woorden.
Dus daartoe is het met hem geko
men In de oogen van anderen is hij
dus een jammerlijke pantoffelheld,
omdat hij het niet meer wagen mag
zich een goedkoop genoegen, een on
schuldige kleine verstrooiing te gun
nen. En is hij don inderdaad zoozeer
de slaaf geworden van zijne plichten
tegenover vrouw en kind, dat hij zich
elk genoegen, elk onschuldig levens
genot moet ontzeggen Omdat hij het
ongeluk had gehad, buiten zijn schuld
eene goede betrekking te verliezen,
omdat hij nu in weerwil van groote
inspanning ternauwernood zooveel
kon verdienen als noodig was om de
allernoodzakelijkste levensbehoeften
te bekostigen, moest hij daarom zich
alles ontzeggen, wat hem ten minste
voor eenige uren kon doen vergeten,
in welke sobere omstandigheden hij
leefde
De klok boven de deur sloeg zeven.
Zij slaat zoo langzaam, alsof zij wist,
dat de beambten eerst met den iaat-
stc-n slag hun dagwerk als geëindigd
mochten beschouwen. De pennen wer
den schoongemaakt, de Lessenaars
dichtgeslagen en de bevrijden grepen
naai- hunne overjassen.
Zwijgend gingen Forster en Bern
hardi naast elkander de trappen af.
Ik heb er nog eens over nage
dacht, waarde collega, zeide hij, en
het ergerde hem, dat hij aan zijne
stem geen vaster en vrooiijker klank
kon geven. Wanneer je onderwijl
geen spijt liebt gekregen over je aan
bod, dan wil ik het gaarne aanne
men.
Nu, dat is nog eens verstandig
gesproken I Kom, ik loop nog een
stukje met je mee, dau kunnen we
nader afspreken.
En samen gingen zij verder.
Een teedere, blonde vrouwengestal
te is het, die den Lhuiskeerenden
Forster aan de deur van de woning
opwacht. Haar fijn gezichtje is van
bijna kinderlijke bekoorlijkheid, hoe
wel het niet te ontkennen is, dat zij
er ietwat bleek en vermoeid uitziet.
Goeden avond, lieve Ernst 1 fluis
terde zij hartelijk, terwijl zij haar
kopje op zijn schouder vlijt. Wat ben
ik blij, dat je komt I Het moge
dwaag zijn, maar juist nu had Lk
zoo'n naamloos verlangen naar je.
Ik heb den heelen tijd een gevoel ge
had, alsof je iets «-rgs overkomen
moest zijn 1
Eenigszins ongeduldig maakte de
jonge man zich uit hare liefdevolle
omarming los.
Dat is inderdaad heel dwaas,
lieve Emmy l ter wereld zou mij
kunnen overkomen 7 't gaat ons
werkelijk zoo best niet, dat ja je ten
overvloede ook nog met treurige ver
moedens behoeft af te geven, is het
eten klaar
DadelijkMaar wil je niet
eerst even naar Marietje kijken? Zij
was den heelen dag zoo stil en klaag
de over hoofdpijn. Misschien is het
niet kwaad om vóór de nacht aan
breekt, nog even een dokter te laten
komen.
Ernst Forster moest zich werkelijk
in een zeer prikkelbare stemming be
vinden, want het klonk zeer onvrien
delijk, toen hij antwoordde:
Wil je mij nu het maal beder
ven, Emmy Én ais we voor iedere
kleinigheid een dokter laten komen,
dan zou ik mijn heelo salaris wel
voor dokter en apotheker kunnen uit
geven.
Zonder een voet Lu de slaapkamer
te zetten, ging hij naar de woonka
mer, waar de Lamp vertrouwelijk en
huiselijk boven de tafel brandde. De
inrichting van het kleine vertrek was
nu juist niet elegant te noemen, maar
toch is het duidelijk merkbaar, dat
het jonge echtpaar eenmaal betere
dagen had gekend en niet had ge
dacht, hier op de vierde verdieping
bijna onder het dak te moeten wo
nen.
Maar alles was kraakzindelijk en
zoo ordelijk geregeld, dot de hand
van eene zorgzame en nette huis
vrouw uit duizend kleinigheden was
to zie®. Maar Ernst Forster had er
heden geen oog voor, nu zijne ge
dachten voortdurend op één enkel
doel waren gericht. Ongeduldig trom
melde hij op de tafel, totdat Emmy
het eenvoudige avondeten opdroeg en
hij zag er niets van, dat haar bleek
gezicht veel droeviger stond en zij
stiller was, dan toen zij hem verwel
komde. Haastig nam hij wat tot zich,
maar het viel hem blijkbaar moeilijk
en reeds na eenige minuten schoof hij
zijn bard van zich af.
Het spijt me, dat ik vanavond
niet thuis kan blijven, zeide hij, zon
der zijne vrouw aan Le zien. Ik moet
dadelijk weer weg.
Weg Zoo laat nog
Verschrikt en smartelijk verrast
klonk dat uit haar mond.
Nu ja, ik ben toch zeker geen
gevangene, stoof Forster bijma heftig
op, om dan, als erkende tij, onver
standig op te trede®, op «achteren
WORDEN OPGEMERKT.
toon te vervolgen En bovendien, er
wordt heelemaal niet gevraagd, «aar
mijn wil. Er is zoo veel werk op het
kantoor, dat wij den nacht er bij
moeten aanknoopen, om alles af to
maken. In geen geval mag je op mijn
terugkomst blijven wachten, want het
is mogelijk, dat ik eerst lang na aud-
dernacht thuiskomen kan.
Hij had zijne jonge vrouw ®eg
nooit voorgelogen en wanneer zij
niet zoo volkomen op hein had ver
trouwd, zou het haar niet moeilijk
zijn gevallen, de onwaarschijnlijk
heid zijner woorden op zijn gezicht to
lezen. Zij voelde even wei niets an
ders dan liefdevol medelijden met
zijn hard lot.
Maar dat i8 toch onbillijk 1
klaagde zij. Heeft men dan werkelijk
het recht, om bij zoo'n karige bezol
diging, je krachten op die wijm te
misbruiken
Hoe gemakkelijk zou alles beter
worden, Ernst, wanneer je maar kon
besluiten, om anders tegenover mijn
vader te zijn. Gij zijt in twist van el
kander gegaan en toch was Ivet in
den grond der zaak alleen een mis
verstond, dat de verwijdering deed
ontstaan. Maai* jij hebt hem toch
driftige, oneerbiedige woorden toege
voegd en hem daardoor beleedigd, en
hij heeft het recht te verlangen, dat
jij de eerste poging tot toenadering
doet. Wees er zeker van, Ernst, dat
hij je gaarne allee zou willen verge
ven. Hij zou je de leiding zijner za.
ken toevertrouwen, zooals re©ds vroe
ger zijn voornemen was, en alle zor
gen zouden op eens van ons zijn w«g^
genomen.
Terwijl zij spreekt, Is zijn gelaats
uitdrukking steeds donkerder gewor
den, en nu vait hij haar hard eo be
velend in de rede
Genoeg I Ik geloof, dat je mijn
meening omtrent die geschiedenis
voldoende kent, Emmy 1 Je vader ge
looft, dat ik ongelijk heb en als ge
hoorzame dochter ben jij natuurlijk
ook die meening toegedaan, lk houd
mij echter voor de beleedigde en ik
zou mij zelf verachten, wanneer ik
ter wille van mijn voordeel met han
gende pootjes bij hem aankwam.
Neen, liever zullen we allen met el
kander verhongeren, eer ik van Je va
ders hand één enkelen penning of
een stukje brood aanneem 1 En dat
is mijn laatste woord in deze zaak 1
Goeden nacht
Misschien vond hij het zelf niet zoo
heel onaangenaam, dat deze kleine
woordenwisseling hem con kort af
scheid mogelijk maakte. Want zijn
leugen drukte hem toch zwaar op de
ziel en hij was bitter ontevreden op
zich zeiven, dat het hem aan moed
had ontbroken, om van den begiime
af de volle waarheid te zeggen.
Het is zoo koud en winderig bul
ten, Ernst, klinkt hem Emmy's door
tranen half verstikte stem na, wacht
nog even, tot ik je halsdoek uit de
slaapkamer heb gehaald 1
Maar het stuitte hem tegen de borst,
op dit oogenblik een dienst van haar
aan te nemen.
Ik zal hem zelf wei halen, zeide
hij kortaf en trad het kleine kamertje
binnen, waar op de tafel met een
droevig schijnsel een nachtlichtje
stond te branden. Het onzekere licht
viel op het lieve kindergezichtje van
zijn driejarig dochtertje, en hoe vluch
tig hij er ook naar kijkt, toch schrikt
hij van den koortsachtigen gloed in
de groote, wijdgeopende oogen der
kleine en voor de akelige bleekheid
harer wangen.
Blijf bij mij, papa, stamelde rij
zacht, och toe, niet weggaan
Ernst Forster was altijd een teeder
en Liefdevol vader geweest, maar het
schijnt nu wel, dat Bernhardi's spot
tende woorden hem in zijn innerlijk
wezen geheel hebben veranderd. Hij
beschouwde het onschuldige verzoek
van liet kind als een nieuwen scha
kel in de slavenketen, waarmee hij
aan zijn huiselijken haard moest wor
den vastgesmeed en zijn hart verhard
de zich opnieuw Ln toorn en trots.
Slapen gaan, Marietje! beval hij
streng bedaard en stil in je bedje
liggen, hoor, en zoet zijn t
Gehoorzaam vlijt het kind het hce-
te gezichtje in het kussen en Ernst
gaat heen, zonder den lfelsdoek mee
genomen te hebben.
Het deed hem bijna genoegen ,dat
hij den klank zijner eigen schreden
niet kon hoorem. terwijl hij door de
donkere straten over de weeke sneeuw
naar zijn voorkomenden vriend
Bernhardi ging.
Een verblindende lichtglans ver
breidde zich Ln de smaakvol versier
de zaal, op welker parketvloer zich
in bont kleurengewemel honderden
maskers lachend, babbelend en pla
gend uit de uitgelatenste vroolijk-
heid door elkander bewogen. Van de
hooge estrade af klinkt de opwekken
de, vroolijke muziek door de groot*
zaal.
Aan de tafeltjes hebben in de meesb
avontuurlijke mengeLing van cos-»
tuums smullende en drinkende paar
tjes plaats genomen purper- en goud-
kleurig parelt de wijn in de vroolijk!
opgeheven en klinkende glazen en
door de openingen der moskera