NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 26a Jaargang. No. 7932 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon* en Feestdagen. WOENSDAG 6 MEI 1909 ABONNEMENTEN PBR DRIB HAANDBNl Voot Haariem if \2i Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd (s (kora der gemeente)1.30 Franco per post door Nederland1.65 Afzonderlijke nummers0.02 GCBlustreerd Zondagsblad, voor Haarlem021H de omstreken en banco per post 0.A5 Dltgave der Vennootschap tonrens Coster. Directeur J. C. PSEREB00SL ADVERTENTIÊNi V*n 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels /t— elke regel meer/atü Reclames 30 Cent per regel. B§ Abonnement aanzienlijk rabat Advertentien van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing» 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant Redactie en Administratie: Groote Hontstraat 55. (atercommnnaal Telef oonnnmmer der Redactie 600 es der Administratie 724 Drnkkerijs Zolder Bnitenspaaroe 6. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. DIT NUMMER BESTAAT UIT ZES BLADZIJDEN.. EERSTE BLAD. AGENDA DONDERDAG 6 MEI. Gr. Kerk: Orgelbespeling 2-3 uur. Foyer v. d. Kroon: Tentoonstelling •childerijen A .L. Koster, 10—5 uur. OM ONS HEEN No. 026. Tentoonstellingen. Binnenkort staan ons twee tentoon stellingen te wachten een in liet Brongebouw en een in de Sociëteit Veireeniging. Tentoonstellingen dus ,van bescheiden omvang, anders zou den ze in deze lokalen met hun be trekkelijk beperkte ruimte niet kun nen worden ondergebracht. Dit ecu© hebben ze dus gemeen en nog iets an ders, dat ik straks noemen zal, maar ze verschillen in hun aard. Die in 't Brongebouw heet vierkant weg recla- mebentoo na telling en hoewel dit woord feitelijk een tweevoudig uitge drukt begrip bevat, omdat een ten toonstelling immers nooit anders dan reclame kan bedoelen, begrijpt leder een toch wetl wat de ontwerpers met dezen term gemeend hebben. Het is dat, dat er geen vakbelangen aan ten grondslag liggen en dat wie er zijn waar te kijk stelt, dat doen moet om er reclame voor te maken bij het groote publiek. Precies dus zooals een winkel, die werk maakt van zijn uit stalling. Hieruit volgt dus, dat we in de Brongebouwsche expositie een m tum compositum, een samen gesteld mengsel mogen verwachten, een bonte rij van artikelen. Volgens de ontworpen plannen zal dat in de Sociëteit Vereeniging het geval niet wezen. Daar wordt een vaktentoon- etelling gehouden, betrekking heb bende op de boekdrukkerij en a verwante bedrijven. Wanneer de heer Pellemans, die haar organiseert, en 'toch zelf geen Haarlemmer is, juist onze stad voor zijn expositie heeft ge kozen, dan zal dat wel zijn omdat Haarlem de woonplaats van Coster is geweest en dus als vanzelf voor zoo danige onderneming meer is aange wezen, dan Leiden of Arnhem. Mis schien ook wel, omdat er in Haarlem moer merkwaardigheden, schrifturen en zoo meer over de historie van het Yak te vinden zijn, dan elders. De aanlegger van de tentoonstelling zal zich wel tot taak stellen, die voor de ze gelegenheid uit hun bergplaats te iokken naar zijn zaal. Hier bestaat dus tusschen Bronge bouw en Vereeniging een zeer wezen lijk verschil. Daarnaast ook een groo te overeenkomst. In zoover namelijk, dat ze beiden beoogen geld te verdie nen. Het is eenmaal geen gewoonte, dat motief op den voorgrond te plaat sen ,maar daarom is het er toch wel. Als er een courant wordt opgericht, heeft do uitgever op eens gevoeld, dat zij in een „bestaande leemte zal voor zien". Wanneer er een schoenwinkel wordt gesticht, zal de eigenaar den nadruk leggen op de behoefte, die daaraan in deze wijk van de stad be staat en op het merk X. of Z., dat hij alleen verkoopt. Wanneer een leer boek wordt geschreven, heeft de sa mensteller altijd ontdekt, dat er een hiaat in het onderwijs is, dat door zijn werk volkomen wordt aange vuld. Dat is onze gewoonte zoo we schuiven het mooiste motief naar vo ren en houden de zucht om er wat aan te verdienen op den achtergrond. Is dat onoprechtheid? Och neen, het is gewoonte en niemand wordt er door bedot. Maar als de courantenman, de schoen winkelier, de schoolboekschrij ver gingen verkondigen „medemen- Bchen, ik wil trachten wat geld aan jelui te verdienen en daarom heb ik dit zaakje op 't getouw gezet", dan souden de aanstaande lezers, klanten, 'koopers zich verontwaardigd afwen don en zeggen „foei, vat is die man ruw eu onbeschaafd r Wij groote menschen zijn In veler lei opzicht precies alg kleine kinde ren het bittere drankje wordt alleen geslikt met de hulp van een schepje suiker. Is het daarom den organisa tor van een tentoonstelling kwalijk te nemen, wanneer hij een winstje zoekt te maken? In geen geval. Al was 't maar enkel ter vergoeding van zijn risico en ontzaglijke moeite. Wie met dat bijltje wel eens gehakt hebben, weten dan ook maar al te goed, dat het Inrichten van een tentoonstelling geen kleinigheid is. Groote zorgen vóór de opening, grootere zorgen tij dens den duur en dikwijls grootste zorgen na de sluiting. Ik hoop niet, dat dit sombere beeld de aanleggers der tentoonstellingen afschrikken zal: ze vinden trouwens, wanneer alles goed gaat, een verzoeting van den ar beid, die ik na het voorafgaande niet meer behoef aan te wijzen. Er kan evenwel geen tentoonstel ling komen, of er wordt door wijsgie rige koppen ernstig geredeneerd over de vraag, of dergelijke ondernemin gen nu toch heusch nog reden van be staan hebben en of ze niet uit den tijd zijn. Zij voeren alg argument aan, dat immers in den tegenwoordigen tijd Iedere winkelstraat een tentoonstel lingsterrein is, waarop iedereen zon der entreebetaling toegang heeft. Na tuurlijk is daar een grond van waar heid in. De tijd toen onze voorvade ren aan den buitenkant van hun huis alleen met een uithangbord aanduid den, in welke artikelen ze handel dre ven en hun vensters met gekleurd glas of zedige horren verduisterden, is lang voorbij. Onze periode gevoelt hot belang, dat er in gelegen is om de aandacht te trekken voor de waar zelf, zoodat menige winkelier er een belangrijke som voor over heeft, wan neer hij zijn voorgevel en daarmee zijn uitstalling vergrooten kan. Ligt in dat feit niet juist de verkla ring, waarom er altijd weer man- schen gevonden worden, die er de kosten en moeite voor over hebben, om op tentoonstellingen hunne waar uit te stallen Het ia, meen ik, juist een gevolg van de behoefte om weer op een andere manier de algemeene aandacht op de onderneming te ves tigen, hetzij die van dezelfde perso nen, zooals bij een plaastelijke, hetzij ook die van andere menschen, zooals bij een groote tentoonstelling. Ze ge ven gelegenheid tot nieuwe reclame, menschen die anders zoo niet in den winkel komen, moeten dezen keer althans het tentoongestelde zien en de voornaamste eisch, dien de expo sant stelt, is dan ook deze, dat hij de zekerheid heeft van een druk bezoek. Dit belang valt treffend samen met dat van de stichters der tentoonstel ling, die immers in den verkoop van entree kaarten een belangrijk deed van hun winst moeten zoeken. En het is tot dusver niet al te moeilijk geble ken te zijn, de menschen naar de ten toonstellingszaal te lokken. Ze willen dien weg wel uit. Daarheen drijft hen de menschelijke nieuwsgierig heid. De suggestie van advertentien en aanplakbiljetten is groot genoeg, om de menschen elkaar te doen vra gen „ben je al op de tentoonstelling geweest?" En de neiging om mee te doen jaagt den mensch vanzelf door de tourniquets in de vestibule der ten toonstellingszaal. De billijkheid schrijft evenwel voor te erkennen, dat er ook nog ietg an ders is, dan die zuiver werktuiglijk menschelijke neiging, om achter el kaar aan te loopen. Ik wil wel zeggen, dat ik nog nooit een tentoonstelling, hoe bescheiden ook van afmeting, heb bezocht, waar niet iets te leeren viel. Hetzij, dat er dingen te kijk zijn, die in werking worden gebracht, ter wijl we ze anders altijd in stilstand hebben gezien, hetzij we voorwerpen van allerlei soort aandachtiger bekij ken omdat we eenmaal op de ten toonstelling aangeland er ruimer dan anders den tijd voor nemen, het zij dat we er zaken aantreffen, die voor gewone winkeluitstailling mini- der geschikt zijn en daarom nooit voor 't front komen, wie niets van een tentoonstelling leert heeft slechte oogen of een dikken schedel. Bovendien is er, wanneer ik het noemen mag, de gelegenheid tot ver maak. Oud Haarlem im het park van 't Brongebouw zal niet alleen ons be sef van mooie bouwwerken in onze stad wat opfrisschen, maar in den mooien zomeravond ook een aardig zitje opleveren, onder de klanken der muziek. Hoe dat in de Vereeniging zal gaan, weet ik niet. Of er ver band zal te vinden zijn tusschen Cos ters beroemde A met al zijn gevolgen en een vroolijke wals van Haarlemech Muziekkorps zullen we moeten af wachten. Tentoonstellingsdirecteuren zijn op dat stuk vindingrijk genoeg. In elk geval lijkt het mij nuttig en aangenaam, dat liier tentoonstellin gen zullen zijn. Konden ze elkaar op volgen, dus niet door gelijktijdigheid hinderen ,dan zou dat wel het mooiste zijn.. J. C. P. Stadsnieuws DE GEBOORTE VAN PRINSES JULIANA. Officieel Bulletin van 5 Mei. Omtrent Hare Majesteit de Koning in en Prinses Juliana kan ook heden het bericht in alle opzichten gunstig luiden. Prof. Dr. KOUWER. Dr. ROESSINGH. FEEST ONDEROFFICIEREN. Gisterenavond vierde de afdieeliing Haarlem van den Kon. Ned. Bond van oud-Onderofficieren naar aanlei ding van de geboorte der Pjdiises feest In liet Brongebouw. Ruim 8 uur opende de voorzitter, de heer Bouman, de bijeenkomst met een toepasselijke rede, Hij zette uit een, waarom de afdeeling gemeend heeft, dezen feestavond te moeten or gan iseeretn. Al had heel Haarlem feest gevierd, voor oud-onderofficieren., die het vaderland gediend hadden met geheel hun leven was dat niet vol doende geweest; him bloed was nog niet bekoeld, doch hrulste nog, en daarvoor was nu dezen avond belegd, om onder oud-kam eraden nog eens feest te vieren en uiting te geven aan hun liefde voor het Oranjehuis. Een driewerf hoera besloot deae rede. Na het zingen van het Wilhelmus en het Bondslied, werd begonnen met het afwerken van het programma. ,,'n Mésalliance" werd door de too- needvereeniging „Jacob van Lenruep" zeer goed gespeeld. Wat werd er ge lachen om de familie „Raggé". Ook de overige nummers hadden veel succes. Bij de dramatische voordracht van den beer Th. A. Kwakerna&k „De Zoon van den Loods" kwam er in drukwekkende stilte in de zaal. Plot seling begon een der aanwezigen zelfs hard-op te huilen, 't Was... een klein tje van twee jaar, dat allang ander de wol had moeten liggen! Als slot kwam de Apotheose „Hul de aan het Vorstelijk Huis". Op 't tooneel waren de borstbeelden van H. M. de Koningin en Z. K. H. den Prins te midden eener mooie groenverslering verplaatst. Onderoffi cieren van alle wapens wanen daar bij opgesteld en brachten hulde aan 't Vorstenhuis. Ook wend een toepas selijk lied gezangen. Bij een venlichting in Bengaalsch vuur maakte dit een aardig effect. 't Was dus een welgeslaagde feest avond. Ook 't daarna volgende hal was gezellig. Dienstweigeraar. Naar de Tel. meedeelt, is de dienst weigeraar K. van Nifeuwe-Niedorp door den krijgsraad veroordeeld tot 3 maanden militaire detentie., Bloembollencultuur. Naar aanleiding van de heuglijke gebeurtenis In ons Koninklijk Huis, zijn door het hoofdbestuur namens de algemeene vereeniging voor bloembol lencultuur telegrammen van geluk- wensching gezonden aan de Hooge Beschermvrouwen der vereeniging en aan den Hoogen Beschermheer der Nationale Bloemententoonstelling te Haarlem 1910, waarop antwoorden van dankbetuiging Inkwamen.. HET TOONEEL „HET GELE GEVAAR" DOOR DE NEDERLANDSCHE TOONEEL- VEREENIGING. Achter mij Liepen 2 meisjes, Mientje en Suus; zij hadden elkander In de Kruisstraat ontmoet. Mientje was in de komedie geweest, had Het Gele Gevaar gezien, en Suus wou er nu alles van weten. Mientje ging vertel len: „O, kind, 'k heb me slap gelachen, 't was zóó komiek!" giebelde zij „'t Was van 'n man, die erg jaloerech was op z'n vrouw an die door 'n ou wen meneer naar Rusland werd ge stuurd. In plaats van dien man ging er stilletjes 'n andere man en toen kwam er 'n Japansche vrouw en die was getrouwd met z'n tweelingbroer en toen zei hij maar, dat hij z'n twee lingbroer was en dat die Japansche z'n vrouw was en toen kwam er 'n Japan mees, die wou hem den bulk opensnijden, omdat ie de man van de Japansche was en toen ging ie dood in Rusland en ie was toch niet dood en toen moest ie zelf vertellen, dat-ie dood was en hij was toch niet dood, hi, hi, hi!" Mientje kon niet verder vertellen, Liep maar al te lachen naast hare vriendin. „Waarom lach je nou?" vroeg Suus verontwaardigd. „Omdat 't zóó leuk wasl" giebelde Miten. ,,'n Flauwe mopll 'k Begrijp er niks vanP mopperde Suus, blijkbaar nij dig, omdat haar het grappige van het stuk ontging. „Nou ja, ik kan 't je niet alles ver tellen, maar 't was toch komiek! Jij hadt je ook slap gelachen! Er kwam 'n schoonmoeder in voor, die droeg aldoor maar 'n kroon op d'r hoofd, omdat ze bij 't tooneel was geweest en die heet Silvia, etu 'n ouwe meneer, die zei telkens maar „ik wilde u spre ken, spreken, spneken," en 'n ander met 'n glas voor z'n ééne oog en die kwam op 't laatst met *n nachtjapon aan op 't tooneel, 'n nachtpon met blauwe strikkies!" ,,'n Meneer in 'n nachtjapon?" gier de Suus, „nee, maar die is goedl Wat spijt het mie, dat ik niet mee ben ge gaan. Wat 'n leuk stuk!" „Je hadt je slap gelachen!' giebelde de andere nog eens. Verder hoorde ik niet, want Mien tje en Suus verdwenen in een winkel, maar ik ben overtuigd, dat Suus „Het Gele Gevaar" zal gaan zien, zoodra het weer eens in Haarlem mocht ge speeld worden. Iets meer van het „succesblijspel" van de 2 moppen fabrikanten Curt Kraats en George Okonkowsky vertel len dan wat Mientje ex van mede deelde kan ik eigenlijk zelf ook nfet. Het Is één van die stukken, die je gelukkig al weer vergeten hebt, zoo dra Je In de frissche buitenlucht bent. Jammer, dacht ik bij het naar huis gaan, dat dit sérieuse, dappere en be wonderenswaardige ensemble óók zulke kluchten moet spelen, maar zei Heijermans het niet zeer terecht in zijn laatste Falklandje? de k a fi re c e 11 e is de voornaamste factor, waarmede eik gezelschap ten slotte rekening moet houden. Op die kermis sen, waarvoor „Het Gele Gevaar" blijkbaar op het répertoire is gebracht zal het stuk zeker wel volle zalen trek ken en het publiek evenals hier aangenaam bezighouden. De klucht werd vlug en Ylot ge spoeld, zooals wij dat van de Nederl. Toonl. Ver. gewoon zijn. De dames Post en De Heer en de hoeren Alex. Post, Bron, Gllhuye en Van Praag droegen beA stuk met entrain voor. Afzonderlijke vermelding verdient Van Warmedo, die weer een uiterst vermakelijk type van den klaplooper Van Bonisdorf had gemaakt, terwijl mej. Tilly Lus ©ene alleraardigste, fleurige en kittige Mitsu Jaki was. Dat zij niet in aLle opzichten eene echte Japansche was, moet worden geweten aan de hoeren Kraats en Okonkowsky, die zich in Duitsehland blijkbaar eene heel zonderlinge voor stelling van eene geisha hebben ge vormd. Ten slotte willen wij nog even de aandacht vestigen op da laatste abon nementsvoorstelling op Zaterdag 8 Mei. Wij zullen dan mevrouw Tar tendKledn. die wij dit seizoen zóói zelden hier mochten zien optreden, als Margaretha GauthLer kunnen be wonderen. Naar wij vernamen was de Groote Schouwburg te Rotterdam bij de 4 eerste voorstellingen van La Da me aux Camélia's geheel uitverkocht, en dat in de maand April! Verder© aanbeveling is feitelijk overbodig. J. B. S. DR. FREDERIK VAN EEDEN. De heer Van Eeden heeft eenigen tijd in Amerika doorgebracht en daar lozingen gehouden over coöperatie, het ideaal, dat hij naar men weet ook met de slachting Walden heeft trachten te verwezenlijken. Die po ging is mislukt: naar hij in Amerika verklaarde wegens gebrek aan kapi taal en de keuze van ongeschikte menschen. Aan een particulier schrijven van Dr. Van Eeden is de mededeeling ont leend, dat hij in Amerika geslaagd is. Met een kapitaal van vijfmaal hon derdduizend dollars is een maat schappij opgericht, die zich in 't bezit heeft gesteld van 3000 hectaren land te WMmington, in Noord Carolina, een prachtig land, met een klimaat als Sicilië. Als directeur zal op Lieden de heer Hugh Mac Rae, als secretaris Mr. Hoggson, de heer Van Eeden zelf zal alleen een raadgevende functie ver vullen. Op de terugreis van Wilmington is de heer Van Eeden met zijn secreta ris op audiëntie geweest bij president Taft, die veel belang stelde ip de plannen en die bij den minister van handel en nijverheid aanbeval. Daar na gebruikten zij de lunch bij den nieuwen Nederlandschen gezant Jhr. Loudon, die hen zeer hartelijk ont ving. Dr. Van Eeden keert weldra naar Nederland terug. VACANTIECURSUS IN SPREEKONDERWIJS. De Minister van Binnenlandeche Zaken hrengt ter kennis, dat aan de Rijkskweekschool voor onderwijzers te Haarlem gedurende het tijdvak van 26 Juli tot en met 14 Augustus een vacantiecursus in spreekonderwijszal worden gehouden. Tot den cursus kunnen 36 deelne mers worden toegelaten. Zij die voor deelneming in aanmer king wenschen t© komen moeten vrij zijn van spraakgebreken. Zij moeten zich vóór 1 Juni 1909 aan melden bij den directeur der Rijks kweekschool voor onderwijzers te Haarlem, met duidelijke vermelding van naam, voornaam, leeftijd, woon plaats en aard hunner betrekking. Degenen die werkzaam zijn aan schoten voor achterlijken, eu zij die belast zijn met het ob&erwijs in het lezen aan opleödingsiiirichtmgen, zullen de voorkeur genieten. Slechts bij uitzondering zullen tot deelne ming aan den cursus toegelaten wor den personen, die den leeftijd van 35 jaar hebben bereikt. Exameng L. O. Haarlem, 4 Mei. Geëxamineerd 8 vrouwelijke candidaten. Geslaagd do damesCh. G. Noteboom, Haarlem C. J. Somberg, Enkhuizen A. G. de Jongh, Zaandam, en M. Taams, Oost- Haarlemsch Jaarboek je. Het jaarboekje voor de stad Haar lem in 1909 is bij den nieuwen uitge ver, den heer J. L E. I. Kleijnenhetrg, verschenen, alweer dikker dan het voorgaande. De htóeren H. L. Jans sen van Raaij en P. Kalbfleisch, die het samenstellen, moeten er niet wei nig arbeids aan besteed hebben. Een heel© rij van overleden stadge- nooten wordt met een portret en bij schrift in dezen jaargang herdacht: Francis Allan door R. L., Mr. J. de Clercq van Weel door Mr. W. A, t Hooft, Hendrik Figee door X., Mr. F. A. Bijvoet door J. C. P., W. H. C. Schmölling door J. W. Enschedé en Mevrouw H. G. Gerdessenvan On tere n, door Dr. H .Brongersma. Alphabetisch Spoorboekje. De uitgever A. Kuyper te op het denkbeeld gekomen om een Haar- Lemsch alphabetisch spoorboekje sa men te steden. We ontvingen daarvan een exem plaar. 't Is een handig en practisch boekje, twee eigenschappen vereecigt het dus in zich, die den reiziger ter stade zul len komen. In ©en oogenblik kan men d© ver langde bladzijde opslaan. D© bijvoe ging bij elk spoortraject van het tarief verhoogt nog de waard© van dit spoorboekje. Herinneringsmedallle, Dat bij de geboorte onzer jong© Prinses een nerinneringsmedaille niet zou ontbreken, was te voorzien. Wij ontvangen er een van den heer C. H. van Ellinckhuijzen in de Ko ningstraat .waarop aan de eene zij de de beeltenis van de Koningin en Prins Hendrik, aan de andere de wieg van de jonggeborene, bewaakt door den Nederlandschen leeuw. Een aardige medaille, die haar weg wel vinden zal ,te meer omdat ze maar een dubbeltje kost en bij hon derd stuks nog minder. (Zie vervolg Stadsnieuws onder de laatste berichten). Uit de Omstreken OVER VEEN. Onder toezicht van den inspecteur van politie A. Lokerse en den ge meente-architect Robbers is gis teren de serre, voor het café „'t Haan tje" op den Zijlweg vanwege het ge meentebestuur van Bloemendoal weggeruimd. Deze serre was daar nog onder burgemeester Immink, zonder de ver- eischte vergunning, gebouwd. De caféhouder A. J. Koelemij, wien herhaalde malen was aangezegd den aanbouw op te ruimen, verzette zich niet. Men begon te half 10 met het afbre ken en was daarmee te half 6 gereed. HEEMSTEDE. „EX. ANIMO".. Men schrijft ons: Zelfs het pogen is schoon in het worstelperk der kunst, hoorde ik eens iemand zeggen en met deze gedachte begaf ik mij naar het lokaal voor Chr. Belangen, om de uitvoering van E.-A. te gaan bijwonen. Teruggeko men dacht ik: door volharding wordt de kunst verkregen ,want waarlijk het was mooi, wat door Laaie volhar ding, en vlijtige oefening verkregen werd. Ik zeg niet't was volmaakt, ik zeg, er was Wij tig en goed ge oefend. Nadat ik in December de Kerstuit voering bijgewoond had, zeide iemand mij „dat smaakt naar meer." En waarlijk, Ex-Animo heeft ons meer gegeven, 't Was een .tafel Lest je"- (volgens Hildebrand), immers de tijd voor uitvoeringen is voor ons, dorpe lingen, voorbij, het was echter niet het minst smakelijke van hetgeen do- ze winter ons geboden hoeft. De luis terende menigte werd in de stemming gebracht om to genieten van oud- vaderlandsche liederen door te zin gen het oud-va-derlaudsclie lied, ons lied, ons oude en toch steeds nieuwe „Wilhelmus". Toen kon de vereeniging haar rijk programma af werken. Zij vroeg onze aandacht voor verschillende gewijde en oud- Nederlandsche liederen. De grootste verdienste was de groote duidelijk heid, waarmede de woorden uitge sproken werden, zelfs h* de vlugst© passages van „Des Winters als het reghent" was het gezang zonder tekstboekje goed te volgen. Een ande re groote verdienste was, dat alles, hoewel zonder begeleiding, vrij goed op toon bleef. Hoogste punten, zoo we daarvan spreken kunnen, waren„Des win ters ais het roghent" en „Ja en neen l" Een zeer leng applaus noodzaakte de vereeniging liet eerstgenoemde lied te herhalen, wat nogmaals met een oor- verdoovend handgeklap beloond werd. De solonummers waren aangename afwisselingen tusschen het koorge zang. De bariton-solo's van den heer Hoefman voldeden zeer. De luisteren de menigte dwong hem door haar ap plaus Lot een „toetje". Zeer goed, het beste geloof Lk wus „IK ken een lied". Allen voelden den diepen wee moed mee, die daar lag in den regel „Die tijd lang voorbij". De sopraansoio's gegeven door „eigen krachten", de dames T. Hek- ket en A. Hamelrijk, gaven veel te genieten, vooral het natuurlijke, het ongekunstelde, dat gelegd werd in „Nachtlied" van Cath. van Ren nes. Een passand slot werd gevormd door „Zomeravond!led" van C. v. <L Putten Wz. en „In Mei" door Iar. J„ Olma. Door den heer Klljn werd een pas send woord van dank gebracht aan de vereeniging, die on6 dezen avond zooveel schoons en goeds te genieten gaf. Deze avond mag voorzeker een bemoediging heeten voor den ijveri- gen en nooit vermoeiden directeur, den heer J. Fren zeivoor de leden zij het een spoorslag tot nog grooter vol harding en ijveriger werken, immers oefening kweekt kunst en op den weg der volharding wordt de kunst ver» kregen.,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 1