NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
26a Jaargang. No. 7932
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon* en Feestdagen.
WOENSDAG 6 MEI 1909
ABONNEMENTEN
PBR DRIB HAANDBNl
Voot Haariem if \2i
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd (s (kora der
gemeente)1.30
Franco per post door Nederland1.65
Afzonderlijke nummers0.02
GCBlustreerd Zondagsblad, voor Haarlem021H
de omstreken en banco per post 0.A5
Dltgave der Vennootschap tonrens Coster. Directeur J. C. PSEREB00SL
ADVERTENTIÊNi
V*n 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels /t— elke regel meer/atü Reclames 30 Cent per regel.
B§ Abonnement aanzienlijk rabat
Advertentien van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing»
50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant
Redactie en Administratie: Groote Hontstraat 55.
(atercommnnaal Telef oonnnmmer der Redactie 600 es der Administratie 724
Drnkkerijs Zolder Bnitenspaaroe 6. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA,
Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ZES BLADZIJDEN..
EERSTE BLAD.
AGENDA
DONDERDAG 6 MEI.
Gr. Kerk: Orgelbespeling 2-3 uur.
Foyer v. d. Kroon: Tentoonstelling
•childerijen A .L. Koster, 10—5 uur.
OM ONS HEEN
No. 026.
Tentoonstellingen.
Binnenkort staan ons twee tentoon
stellingen te wachten een in liet
Brongebouw en een in de Sociëteit
Veireeniging. Tentoonstellingen dus
,van bescheiden omvang, anders zou
den ze in deze lokalen met hun be
trekkelijk beperkte ruimte niet kun
nen worden ondergebracht. Dit ecu©
hebben ze dus gemeen en nog iets an
ders, dat ik straks noemen zal, maar
ze verschillen in hun aard. Die in 't
Brongebouw heet vierkant weg recla-
mebentoo na telling en hoewel dit
woord feitelijk een tweevoudig uitge
drukt begrip bevat, omdat een ten
toonstelling immers nooit anders dan
reclame kan bedoelen, begrijpt leder
een toch wetl wat de ontwerpers met
dezen term gemeend hebben. Het is
dat, dat er geen vakbelangen aan ten
grondslag liggen en dat wie er zijn
waar te kijk stelt, dat doen moet om
er reclame voor te maken bij het
groote publiek. Precies dus zooals een
winkel, die werk maakt van zijn uit
stalling.
Hieruit volgt dus, dat we in de
Brongebouwsche expositie een m
tum compositum, een samen
gesteld mengsel mogen verwachten,
een bonte rij van artikelen. Volgens
de ontworpen plannen zal dat in de
Sociëteit Vereeniging het geval niet
wezen. Daar wordt een vaktentoon-
etelling gehouden, betrekking heb
bende op de boekdrukkerij en a
verwante bedrijven. Wanneer de heer
Pellemans, die haar organiseert, en
'toch zelf geen Haarlemmer is, juist
onze stad voor zijn expositie heeft ge
kozen, dan zal dat wel zijn omdat
Haarlem de woonplaats van Coster is
geweest en dus als vanzelf voor zoo
danige onderneming meer is aange
wezen, dan Leiden of Arnhem. Mis
schien ook wel, omdat er in Haarlem
moer merkwaardigheden, schrifturen
en zoo meer over de historie van het
Yak te vinden zijn, dan elders. De
aanlegger van de tentoonstelling zal
zich wel tot taak stellen, die voor de
ze gelegenheid uit hun bergplaats te
iokken naar zijn zaal.
Hier bestaat dus tusschen Bronge
bouw en Vereeniging een zeer wezen
lijk verschil. Daarnaast ook een groo
te overeenkomst. In zoover namelijk,
dat ze beiden beoogen geld te verdie
nen. Het is eenmaal geen gewoonte,
dat motief op den voorgrond te plaat
sen ,maar daarom is het er toch wel.
Als er een courant wordt opgericht,
heeft do uitgever op eens gevoeld, dat
zij in een „bestaande leemte zal voor
zien". Wanneer er een schoenwinkel
wordt gesticht, zal de eigenaar den
nadruk leggen op de behoefte, die
daaraan in deze wijk van de stad be
staat en op het merk X. of Z., dat hij
alleen verkoopt. Wanneer een leer
boek wordt geschreven, heeft de sa
mensteller altijd ontdekt, dat er een
hiaat in het onderwijs is, dat door
zijn werk volkomen wordt aange
vuld. Dat is onze gewoonte zoo we
schuiven het mooiste motief naar vo
ren en houden de zucht om er wat aan
te verdienen op den achtergrond. Is
dat onoprechtheid? Och neen, het is
gewoonte en niemand wordt er door
bedot. Maar als de courantenman, de
schoen winkelier, de schoolboekschrij
ver gingen verkondigen „medemen-
Bchen, ik wil trachten wat geld aan
jelui te verdienen en daarom heb ik
dit zaakje op 't getouw gezet", dan
souden de aanstaande lezers, klanten,
'koopers zich verontwaardigd afwen
don en zeggen „foei, vat is die man
ruw eu onbeschaafd r
Wij groote menschen zijn In veler
lei opzicht precies alg kleine kinde
ren het bittere drankje wordt alleen
geslikt met de hulp van een schepje
suiker. Is het daarom den organisa
tor van een tentoonstelling kwalijk te
nemen, wanneer hij een winstje zoekt
te maken? In geen geval. Al was 't
maar enkel ter vergoeding van zijn
risico en ontzaglijke moeite. Wie met
dat bijltje wel eens gehakt hebben,
weten dan ook maar al te goed, dat
het Inrichten van een tentoonstelling
geen kleinigheid is. Groote zorgen
vóór de opening, grootere zorgen tij
dens den duur en dikwijls grootste
zorgen na de sluiting. Ik hoop niet,
dat dit sombere beeld de aanleggers
der tentoonstellingen afschrikken zal:
ze vinden trouwens, wanneer alles
goed gaat, een verzoeting van den ar
beid, die ik na het voorafgaande niet
meer behoef aan te wijzen.
Er kan evenwel geen tentoonstel
ling komen, of er wordt door wijsgie
rige koppen ernstig geredeneerd over
de vraag, of dergelijke ondernemin
gen nu toch heusch nog reden van be
staan hebben en of ze niet uit den tijd
zijn. Zij voeren alg argument aan, dat
immers in den tegenwoordigen tijd
Iedere winkelstraat een tentoonstel
lingsterrein is, waarop iedereen zon
der entreebetaling toegang heeft. Na
tuurlijk is daar een grond van waar
heid in. De tijd toen onze voorvade
ren aan den buitenkant van hun huis
alleen met een uithangbord aanduid
den, in welke artikelen ze handel dre
ven en hun vensters met gekleurd glas
of zedige horren verduisterden, is
lang voorbij. Onze periode gevoelt hot
belang, dat er in gelegen is om de
aandacht te trekken voor de waar
zelf, zoodat menige winkelier er een
belangrijke som voor over heeft, wan
neer hij zijn voorgevel en daarmee
zijn uitstalling vergrooten kan.
Ligt in dat feit niet juist de verkla
ring, waarom er altijd weer man-
schen gevonden worden, die er de
kosten en moeite voor over hebben,
om op tentoonstellingen hunne waar
uit te stallen Het ia, meen ik, juist
een gevolg van de behoefte om weer
op een andere manier de algemeene
aandacht op de onderneming te ves
tigen, hetzij die van dezelfde perso
nen, zooals bij een plaastelijke, hetzij
ook die van andere menschen, zooals
bij een groote tentoonstelling. Ze ge
ven gelegenheid tot nieuwe reclame,
menschen die anders zoo niet in den
winkel komen, moeten dezen keer
althans het tentoongestelde zien en
de voornaamste eisch, dien de expo
sant stelt, is dan ook deze, dat hij de
zekerheid heeft van een druk bezoek.
Dit belang valt treffend samen met
dat van de stichters der tentoonstel
ling, die immers in den verkoop van
entree kaarten een belangrijk deed van
hun winst moeten zoeken. En het is
tot dusver niet al te moeilijk geble
ken te zijn, de menschen naar de ten
toonstellingszaal te lokken. Ze willen
dien weg wel uit. Daarheen drijft
hen de menschelijke nieuwsgierig
heid. De suggestie van advertentien
en aanplakbiljetten is groot genoeg,
om de menschen elkaar te doen vra
gen „ben je al op de tentoonstelling
geweest?" En de neiging om mee te
doen jaagt den mensch vanzelf door
de tourniquets in de vestibule der ten
toonstellingszaal.
De billijkheid schrijft evenwel voor
te erkennen, dat er ook nog ietg an
ders is, dan die zuiver werktuiglijk
menschelijke neiging, om achter el
kaar aan te loopen. Ik wil wel zeggen,
dat ik nog nooit een tentoonstelling,
hoe bescheiden ook van afmeting,
heb bezocht, waar niet iets te leeren
viel. Hetzij, dat er dingen te kijk zijn,
die in werking worden gebracht, ter
wijl we ze anders altijd in stilstand
hebben gezien, hetzij we voorwerpen
van allerlei soort aandachtiger bekij
ken omdat we eenmaal op de ten
toonstelling aangeland er ruimer
dan anders den tijd voor nemen, het
zij dat we er zaken aantreffen, die
voor gewone winkeluitstailling mini-
der geschikt zijn en daarom nooit
voor 't front komen, wie niets van een
tentoonstelling leert heeft slechte
oogen of een dikken schedel.
Bovendien is er, wanneer ik het
noemen mag, de gelegenheid tot ver
maak. Oud Haarlem im het park van
't Brongebouw zal niet alleen ons be
sef van mooie bouwwerken in onze
stad wat opfrisschen, maar in den
mooien zomeravond ook een aardig
zitje opleveren, onder de klanken der
muziek. Hoe dat in de Vereeniging
zal gaan, weet ik niet. Of er ver
band zal te vinden zijn tusschen Cos
ters beroemde A met al zijn gevolgen
en een vroolijke wals van Haarlemech
Muziekkorps zullen we moeten af
wachten. Tentoonstellingsdirecteuren
zijn op dat stuk vindingrijk genoeg.
In elk geval lijkt het mij nuttig en
aangenaam, dat liier tentoonstellin
gen zullen zijn. Konden ze elkaar op
volgen, dus niet door gelijktijdigheid
hinderen ,dan zou dat wel het mooiste
zijn..
J. C. P.
Stadsnieuws
DE GEBOORTE VAN
PRINSES JULIANA.
Officieel Bulletin van 5 Mei.
Omtrent Hare Majesteit de Koning
in en Prinses Juliana kan ook heden
het bericht in alle opzichten gunstig
luiden.
Prof. Dr. KOUWER.
Dr. ROESSINGH.
FEEST ONDEROFFICIEREN.
Gisterenavond vierde de afdieeliing
Haarlem van den Kon. Ned. Bond
van oud-Onderofficieren naar aanlei
ding van de geboorte der Pjdiises feest
In liet Brongebouw.
Ruim 8 uur opende de voorzitter,
de heer Bouman, de bijeenkomst met
een toepasselijke rede, Hij zette uit
een, waarom de afdeeling gemeend
heeft, dezen feestavond te moeten or
gan iseeretn. Al had heel Haarlem feest
gevierd, voor oud-onderofficieren., die
het vaderland gediend hadden met
geheel hun leven was dat niet vol
doende geweest; him bloed was nog
niet bekoeld, doch hrulste nog, en
daarvoor was nu dezen avond belegd,
om onder oud-kam eraden nog eens
feest te vieren en uiting te geven aan
hun liefde voor het Oranjehuis.
Een driewerf hoera besloot deae
rede.
Na het zingen van het Wilhelmus
en het Bondslied, werd begonnen met
het afwerken van het programma.
,,'n Mésalliance" werd door de too-
needvereeniging „Jacob van Lenruep"
zeer goed gespeeld. Wat werd er ge
lachen om de familie „Raggé".
Ook de overige nummers hadden
veel succes.
Bij de dramatische voordracht van
den beer Th. A. Kwakerna&k „De
Zoon van den Loods" kwam er in
drukwekkende stilte in de zaal. Plot
seling begon een der aanwezigen zelfs
hard-op te huilen, 't Was... een klein
tje van twee jaar, dat allang ander
de wol had moeten liggen!
Als slot kwam de Apotheose „Hul
de aan het Vorstelijk Huis".
Op 't tooneel waren de borstbeelden
van H. M. de Koningin en Z. K. H.
den Prins te midden eener mooie
groenverslering verplaatst. Onderoffi
cieren van alle wapens wanen daar
bij opgesteld en brachten hulde aan
't Vorstenhuis. Ook wend een toepas
selijk lied gezangen.
Bij een venlichting in Bengaalsch
vuur maakte dit een aardig effect.
't Was dus een welgeslaagde feest
avond. Ook 't daarna volgende hal
was gezellig.
Dienstweigeraar.
Naar de Tel. meedeelt, is de dienst
weigeraar K. van Nifeuwe-Niedorp
door den krijgsraad veroordeeld tot 3
maanden militaire detentie.,
Bloembollencultuur.
Naar aanleiding van de heuglijke
gebeurtenis In ons Koninklijk Huis,
zijn door het hoofdbestuur namens de
algemeene vereeniging voor bloembol
lencultuur telegrammen van geluk-
wensching gezonden aan de Hooge
Beschermvrouwen der vereeniging en
aan den Hoogen Beschermheer der
Nationale Bloemententoonstelling te
Haarlem 1910, waarop antwoorden
van dankbetuiging Inkwamen..
HET TOONEEL
„HET GELE GEVAAR" DOOR DE
NEDERLANDSCHE TOONEEL-
VEREENIGING.
Achter mij Liepen 2 meisjes, Mientje
en Suus; zij hadden elkander In de
Kruisstraat ontmoet. Mientje was in
de komedie geweest, had Het Gele
Gevaar gezien, en Suus wou er nu
alles van weten. Mientje ging vertel
len:
„O, kind, 'k heb me slap gelachen,
't was zóó komiek!" giebelde zij „'t
Was van 'n man, die erg jaloerech
was op z'n vrouw an die door 'n ou
wen meneer naar Rusland werd ge
stuurd. In plaats van dien man ging
er stilletjes 'n andere man en toen
kwam er 'n Japansche vrouw en die
was getrouwd met z'n tweelingbroer
en toen zei hij maar, dat hij z'n twee
lingbroer was en dat die Japansche
z'n vrouw was en toen kwam er 'n
Japan mees, die wou hem den bulk
opensnijden, omdat ie de man van de
Japansche was en toen ging ie dood
in Rusland en ie was toch niet dood
en toen moest ie zelf vertellen, dat-ie
dood was en hij was toch niet dood,
hi, hi, hi!"
Mientje kon niet verder vertellen,
Liep maar al te lachen naast hare
vriendin.
„Waarom lach je nou?" vroeg Suus
verontwaardigd.
„Omdat 't zóó leuk wasl" giebelde
Miten.
,,'n Flauwe mopll 'k Begrijp er niks
vanP mopperde Suus, blijkbaar nij
dig, omdat haar het grappige van het
stuk ontging.
„Nou ja, ik kan 't je niet alles ver
tellen, maar 't was toch komiek! Jij
hadt je ook slap gelachen! Er kwam
'n schoonmoeder in voor, die droeg
aldoor maar 'n kroon op d'r hoofd,
omdat ze bij 't tooneel was geweest en
die heet Silvia, etu 'n ouwe meneer,
die zei telkens maar „ik wilde u spre
ken, spreken, spneken," en 'n ander
met 'n glas voor z'n ééne oog en die
kwam op 't laatst met *n nachtjapon
aan op 't tooneel, 'n nachtpon met
blauwe strikkies!"
,,'n Meneer in 'n nachtjapon?" gier
de Suus, „nee, maar die is goedl Wat
spijt het mie, dat ik niet mee ben ge
gaan. Wat 'n leuk stuk!"
„Je hadt je slap gelachen!' giebelde
de andere nog eens.
Verder hoorde ik niet, want Mien
tje en Suus verdwenen in een winkel,
maar ik ben overtuigd, dat Suus „Het
Gele Gevaar" zal gaan zien, zoodra
het weer eens in Haarlem mocht ge
speeld worden.
Iets meer van het „succesblijspel"
van de 2 moppen fabrikanten Curt
Kraats en George Okonkowsky vertel
len dan wat Mientje ex van mede
deelde kan ik eigenlijk zelf ook nfet.
Het Is één van die stukken, die je
gelukkig al weer vergeten hebt, zoo
dra Je In de frissche buitenlucht
bent.
Jammer, dacht ik bij het naar huis
gaan, dat dit sérieuse, dappere en be
wonderenswaardige ensemble óók
zulke kluchten moet spelen, maar
zei Heijermans het niet zeer terecht
in zijn laatste Falklandje? de k a fi
re c e 11 e is de voornaamste factor,
waarmede eik gezelschap ten slotte
rekening moet houden. Op die kermis
sen, waarvoor „Het Gele Gevaar"
blijkbaar op het répertoire is gebracht
zal het stuk zeker wel volle zalen trek
ken en het publiek evenals hier
aangenaam bezighouden.
De klucht werd vlug en Ylot ge
spoeld, zooals wij dat van de Nederl.
Toonl. Ver. gewoon zijn. De dames
Post en De Heer en de hoeren Alex.
Post, Bron, Gllhuye en Van Praag
droegen beA stuk met entrain voor.
Afzonderlijke vermelding verdient
Van Warmedo, die weer een uiterst
vermakelijk type van den klaplooper
Van Bonisdorf had gemaakt, terwijl
mej. Tilly Lus ©ene alleraardigste,
fleurige en kittige Mitsu Jaki was.
Dat zij niet in aLle opzichten eene
echte Japansche was, moet worden
geweten aan de hoeren Kraats en
Okonkowsky, die zich in Duitsehland
blijkbaar eene heel zonderlinge voor
stelling van eene geisha hebben ge
vormd.
Ten slotte willen wij nog even de
aandacht vestigen op da laatste abon
nementsvoorstelling op Zaterdag 8
Mei. Wij zullen dan mevrouw Tar
tendKledn. die wij dit seizoen zóói
zelden hier mochten zien optreden,
als Margaretha GauthLer kunnen be
wonderen. Naar wij vernamen was de
Groote Schouwburg te Rotterdam bij
de 4 eerste voorstellingen van La Da
me aux Camélia's geheel uitverkocht,
en dat in de maand April! Verder©
aanbeveling is feitelijk overbodig.
J. B. S.
DR. FREDERIK VAN EEDEN.
De heer Van Eeden heeft eenigen
tijd in Amerika doorgebracht en daar
lozingen gehouden over coöperatie,
het ideaal, dat hij naar men weet ook
met de slachting Walden heeft
trachten te verwezenlijken. Die po
ging is mislukt: naar hij in Amerika
verklaarde wegens gebrek aan kapi
taal en de keuze van ongeschikte
menschen.
Aan een particulier schrijven van
Dr. Van Eeden is de mededeeling ont
leend, dat hij in Amerika geslaagd is.
Met een kapitaal van vijfmaal hon
derdduizend dollars is een maat
schappij opgericht, die zich in 't bezit
heeft gesteld van 3000 hectaren land
te WMmington, in Noord Carolina,
een prachtig land, met een klimaat
als Sicilië.
Als directeur zal op Lieden de heer
Hugh Mac Rae, als secretaris Mr.
Hoggson, de heer Van Eeden zelf zal
alleen een raadgevende functie ver
vullen.
Op de terugreis van Wilmington is
de heer Van Eeden met zijn secreta
ris op audiëntie geweest bij president
Taft, die veel belang stelde ip de
plannen en die bij den minister van
handel en nijverheid aanbeval. Daar
na gebruikten zij de lunch bij den
nieuwen Nederlandschen gezant Jhr.
Loudon, die hen zeer hartelijk ont
ving.
Dr. Van Eeden keert weldra naar
Nederland terug.
VACANTIECURSUS IN
SPREEKONDERWIJS.
De Minister van Binnenlandeche
Zaken hrengt ter kennis, dat aan de
Rijkskweekschool voor onderwijzers
te Haarlem gedurende het tijdvak van
26 Juli tot en met 14 Augustus een
vacantiecursus in spreekonderwijszal
worden gehouden.
Tot den cursus kunnen 36 deelne
mers worden toegelaten.
Zij die voor deelneming in aanmer
king wenschen t© komen moeten vrij
zijn van spraakgebreken.
Zij moeten zich vóór 1 Juni 1909 aan
melden bij den directeur der Rijks
kweekschool voor onderwijzers te
Haarlem, met duidelijke vermelding
van naam, voornaam, leeftijd, woon
plaats en aard hunner betrekking.
Degenen die werkzaam zijn aan
schoten voor achterlijken, eu zij die
belast zijn met het ob&erwijs in het
lezen aan opleödingsiiirichtmgen,
zullen de voorkeur genieten. Slechts
bij uitzondering zullen tot deelne
ming aan den cursus toegelaten wor
den personen, die den leeftijd van 35
jaar hebben bereikt.
Exameng L. O.
Haarlem, 4 Mei. Geëxamineerd 8
vrouwelijke candidaten. Geslaagd do
damesCh. G. Noteboom, Haarlem
C. J. Somberg, Enkhuizen A. G. de
Jongh, Zaandam, en M. Taams, Oost-
Haarlemsch Jaarboek je.
Het jaarboekje voor de stad Haar
lem in 1909 is bij den nieuwen uitge
ver, den heer J. L E. I. Kleijnenhetrg,
verschenen, alweer dikker dan het
voorgaande. De htóeren H. L. Jans
sen van Raaij en P. Kalbfleisch, die
het samenstellen, moeten er niet wei
nig arbeids aan besteed hebben.
Een heel© rij van overleden stadge-
nooten wordt met een portret en bij
schrift in dezen jaargang herdacht:
Francis Allan door R. L., Mr. J. de
Clercq van Weel door Mr. W. A, t
Hooft, Hendrik Figee door X., Mr.
F. A. Bijvoet door J. C. P., W. H. C.
Schmölling door J. W. Enschedé en
Mevrouw H. G. Gerdessenvan On
tere n, door Dr. H .Brongersma.
Alphabetisch Spoorboekje.
De uitgever A. Kuyper te op het
denkbeeld gekomen om een Haar-
Lemsch alphabetisch spoorboekje sa
men te steden.
We ontvingen daarvan een exem
plaar.
't Is een handig en practisch boekje,
twee eigenschappen vereecigt het dus
in zich, die den reiziger ter stade zul
len komen.
In ©en oogenblik kan men d© ver
langde bladzijde opslaan. D© bijvoe
ging bij elk spoortraject van het tarief
verhoogt nog de waard© van dit
spoorboekje.
Herinneringsmedallle,
Dat bij de geboorte onzer jong©
Prinses een nerinneringsmedaille
niet zou ontbreken, was te voorzien.
Wij ontvangen er een van den heer
C. H. van Ellinckhuijzen in de Ko
ningstraat .waarop aan de eene zij
de de beeltenis van de Koningin en
Prins Hendrik, aan de andere de
wieg van de jonggeborene, bewaakt
door den Nederlandschen leeuw.
Een aardige medaille, die haar weg
wel vinden zal ,te meer omdat ze
maar een dubbeltje kost en bij hon
derd stuks nog minder.
(Zie vervolg Stadsnieuws onder de
laatste berichten).
Uit de Omstreken
OVER VEEN.
Onder toezicht van den inspecteur
van politie A. Lokerse en den ge
meente-architect Robbers is gis
teren de serre, voor het café „'t Haan
tje" op den Zijlweg vanwege het ge
meentebestuur van Bloemendoal
weggeruimd.
Deze serre was daar nog onder
burgemeester Immink, zonder de ver-
eischte vergunning, gebouwd.
De caféhouder A. J. Koelemij, wien
herhaalde malen was aangezegd den
aanbouw op te ruimen, verzette zich
niet.
Men begon te half 10 met het afbre
ken en was daarmee te half 6 gereed.
HEEMSTEDE.
„EX. ANIMO"..
Men schrijft ons:
Zelfs het pogen is schoon in het
worstelperk der kunst, hoorde ik eens
iemand zeggen en met deze gedachte
begaf ik mij naar het lokaal voor
Chr. Belangen, om de uitvoering van
E.-A. te gaan bijwonen. Teruggeko
men dacht ik: door volharding wordt
de kunst verkregen ,want waarlijk
het was mooi, wat door Laaie volhar
ding, en vlijtige oefening verkregen
werd. Ik zeg niet't was volmaakt,
ik zeg, er was Wij tig en goed ge
oefend.
Nadat ik in December de Kerstuit
voering bijgewoond had, zeide iemand
mij „dat smaakt naar meer." En
waarlijk, Ex-Animo heeft ons meer
gegeven, 't Was een .tafel Lest je"-
(volgens Hildebrand), immers de tijd
voor uitvoeringen is voor ons, dorpe
lingen, voorbij, het was echter niet
het minst smakelijke van hetgeen do-
ze winter ons geboden hoeft. De luis
terende menigte werd in de stemming
gebracht om to genieten van oud-
vaderlandsche liederen door te zin
gen het oud-va-derlaudsclie lied,
ons lied, ons oude en toch steeds
nieuwe „Wilhelmus". Toen kon de
vereeniging haar rijk programma af
werken. Zij vroeg onze aandacht
voor verschillende gewijde en oud-
Nederlandsche liederen. De grootste
verdienste was de groote duidelijk
heid, waarmede de woorden uitge
sproken werden, zelfs h* de vlugst©
passages van „Des Winters als het
reghent" was het gezang zonder
tekstboekje goed te volgen. Een ande
re groote verdienste was, dat alles,
hoewel zonder begeleiding, vrij goed
op toon bleef.
Hoogste punten, zoo we daarvan
spreken kunnen, waren„Des win
ters ais het roghent" en „Ja en neen l"
Een zeer leng applaus noodzaakte de
vereeniging liet eerstgenoemde lied te
herhalen, wat nogmaals met een oor-
verdoovend handgeklap beloond werd.
De solonummers waren aangename
afwisselingen tusschen het koorge
zang. De bariton-solo's van den heer
Hoefman voldeden zeer. De luisteren
de menigte dwong hem door haar ap
plaus Lot een „toetje". Zeer goed, het
beste geloof Lk wus „IK ken een
lied". Allen voelden den diepen wee
moed mee, die daar lag in den regel
„Die tijd lang voorbij".
De sopraansoio's gegeven door
„eigen krachten", de dames T. Hek-
ket en A. Hamelrijk, gaven veel te
genieten, vooral het natuurlijke, het
ongekunstelde, dat gelegd werd in
„Nachtlied" van Cath. van Ren nes.
Een passand slot werd gevormd
door „Zomeravond!led" van C. v. <L
Putten Wz. en „In Mei" door Iar. J„
Olma.
Door den heer Klljn werd een pas
send woord van dank gebracht aan
de vereeniging, die on6 dezen avond
zooveel schoons en goeds te genieten
gaf. Deze avond mag voorzeker een
bemoediging heeten voor den ijveri-
gen en nooit vermoeiden directeur,
den heer J. Fren zeivoor de leden zij
het een spoorslag tot nog grooter vol
harding en ijveriger werken, immers
oefening kweekt kunst en op den weg
der volharding wordt de kunst ver»
kregen.,