HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. Onze Lachhoek ZATERDAG 15 HEI 1909 haariemsche Handeisvereeniging <3oedgek. bij Kon. Besl. vanli Nov 1899. De Haariemsche Handeisvereeni ging hier ter stede, opgericht 10 Mei 1892, heeft in den loop van den tijd wel haar recht van bestaan bewezen. In zeer vele gevallen, zaken van ver schillenden aard betreffende, is zij opgetreden en dikwijls met groot ■uccès. Jammer echter, dat men alge meen niet meer blijk geeft, dit te waardeeren, door als lid der Vereeni- ging toe te treden. Er zijn wel meer dan 600 leden, maar dat is niet vol doende. Elk handelaar, neringdoen de, ja zelfs particulieren, moesten lid worden, om ten minste te laten gevoe len, dat men het werk op prijs stelt, da. de Haariemsche Handeisvereeni ging steeds opneemt, als doende, wat hare hand vindt om te doen. De voordeelen, die de Vereeniging buiten hare bemoeiingen van ver schillenden aard, haren leden aan biedt, zijn zeer vele en zeer groote ■tegenover de geringe jaarlijksche contributie van f 3.50, die gevraagd wordt. De Haariemsche Handeisvereeni ging bemoeit zich in de eerste plaats er mede, de belangen van hare leden te bevorderen, door onwillige beta lers voor hen tot betaling aan te manen en informatiën voor hen in te winnen. Bovendien hebben de leden het recht, het hun gratis te verstrek ken advies van den rechtsgeleerden adviseur der Vereeniging te vragen, die ook in procedures en faillisse menten gratis voor hen optreedt, na tuurlijk alleen voor zaken betreffende den handel en het bedrijf der leden. Het blijkt in den laatsten tijd dat men deze belangrijke voordeelen be gint te waardeeren want sedert Me meldden zien <37 nieuwe leden aan. Als proef kunnen voortaan nieuwe leden voor een half jaar worden aan genomen, docii slechts het 2e halfjaar (van 1 November tot en met 3D April) ad 1.75 de halve contributie. Rechtsgeleerde adviseurs der Ver- eeuig.ug ziju de heeren Mrs. Th. de Haan Hugenholtz en A. H. J. Merens, Spaarne 94, alhier, die voor de leden eiken werkdag van 24 uur des na middags zijn te spreken. Het bureau der Vereeniging is ge vestigd Jansweg 11. Voor incasso's door bemiddeling der Vereeniging wordt een vast recht van 5 pcL der vordering bere kend. Bovendien moet 10 cent voor port steeds worden bijgevoegd, bij inzen ding van vorderingen door bemidde ling der advocaten te innen. De kosten van informatiën naar buiten de stad woonachtige personen bedragen 60 ets. per informatie, plus vijf cents porto-vergoeding. Informa tiën naar binnen de stad wonende personen worden gratis verstrekt. Pretention op buiten de stad wo nende personen worden niet behan deld, wanneer niet 10 ets. voor porto vergoeding is toegevoegd. Ruim 1748 informatiën en rechts geleerde adviezen werden in het af- geloupen jaar gegeven. In Februari en Maart 1909 zijn 58 vorderingen tot een bedrag van 124-9.26 betaald; 14 vorderingen wor den afbetaald; 19 vorderingen zijn uitgesteld. lijsten van wanbetalers ongeschon den te blijven. Alle brieven, aanvragen, Reclames of wat ook, moeten worden geadres seerd aan het bureau, dat geopend is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur en 's namiddags van 2 tot 4 uur, waar dan ook verdere inlichtingen ziju te bekomen. Nieuwe leden voor 1909/10 kunnen nu reeds tot de vereeniging toetreden en genieten alsdan tot 1 Mei e.k. alle voorrechten als een gewoon lid. Het Bestuur heeft bemerkt, dat men soms meent, dat men, hoewel g. lid der H. II. V., toch van haar infor matiën kan bekomen, en brengt nu nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis dat alleen aan leden der Vereeniging informatiën door haar worden ver strekt, en dat voor informatiën op hier ter stede woonachtige personen nooit betaling mag worden gevor derd. HET BESTUUR. Esperanto. v. EEN STUKJE SPRAAKLEER. III. Voorwerpsvorm. Het voorwerp gaat in het Esperanto steeds uit op Voorbeelden: Hij ziet mij. Li vidas mi/?. De knaap ziet u. La knabo vidas vin. Het meisje ziet het huls. Lakna- bino vidas la domon. Wij hebben de boeken. Ni havas la librojn. Het meisje slaat den knaap. La knabino batas la knabo/i. Ook de bepalingen van plaats, tijd prijs, krijgen die voorwerps n b.v. mi iras Parizon ik ga naar Parijs la dekan de ma/to den lOn Maart mi restas en Bruselo tri tagoj/z Ik blij 1' drie dagen in Brussel. Tiu libro kostas ses frankojn. Dat boek kost zes frank. Volgons de laatste berichten wordt het Esp. onderwezen op he-t R. K. Inst. St. Louis te Roermond en Weert en op de Rijkslandbouwschool te Schagen. In de „Rumana Gazeto Esperan- tista" (orgaan dear Roemeensche Esp. Vereeniging) vertelt iemand, hoe hij er toe kwam Esperantist te worden. „Toen ik in 1993", aldus vangt de schrijver aan, „door 't Oosten reisde en mij bevond in den restauratiiewa- gen op de lijn BoekarestKoaxstan- ca, bemerkte ik een heer, die vergeef- sche pogingen dieed iets aan den kell- ner duidelijk te maken. Deze putte al zijn taalkennis uit: Rumeensch, Ser visch, Turksch, Bnlgaarsch en Rus sisch, maar... tevergeefs; de vneemde- liing begreep hem niet. Bereidvaardig tot hulp naderde ik en trachtte hem der 7 mij ei-gen talen toe te spreiïen: Durtsch, Fi arisch, Engelsch, Italiaansch, Hongaarsch, Spaanse.h en Gxieksch. Alles tevergeefs, want de vreemdeling begreep ruiet één der 12 talen! Toen schoot mij een artikel over Esperanto te binnen, dat ik kort ge leden met twijfel had gelezen en ik vroeg: „Cu vi parolas esperanto?" (Spreekt u Esperanto?) „Jes, mi pa rolas". (Ja, ik spreek het) antwoord de hij niet een juichkreet. En hij ging voort te spreken in leen taal, die ik toen niet begreep. Want mijn kennis mierkte, had hij aanstonds het mid del bij de hand. Hij stopte mij een Engelsch Esperanto-sleuteltje in de hand en 't loeren nam een aanvang. Toe wij elkaar na 10 uur tijds op het dfek der stoomboot terugzagen, kon ik mij reeds tamelijk verstaanbaar ma ken en ik vernam, dat mijn mede-rei ziger een Zweed was, die behalve 't Zweedsch, nog Noorsch, Deensch en Fkisch verstond! De vreemdeling, de keün-eir en ik spraken te zamen 16 ta len en konden elkaar toch niet be grijpen. Van dien dag af werd ik geestdriftig Esperantist en waar destijds misschien maar één Esperan tist in Rumenië was, zijn er nu 700 a aaihangers der wereldliulptaal, die de wereld zal veroveren." Ni yuris laborl, ni y'uris batali Por reunuigi 1' homarom Wij zweren te werken, wij zweren te strijden Voor het vereenigen van het mensch- dom. Subtenu non, Forto, ne lasu nin fall Steun ons, Kracht, laat ons niet val- Sed lasu nin venkl la baron; Donaeu Vi ben on al nia l ab or o Doouacu Vi forton al nia fervoro, ICe eiam ni kontrau atakoj sova^aj Nin tenu kuragaj. lent Maar laat ons de hinderpalen over winnen. Geef Uw zegen aan ons werk, Geef uw kracht aan onzen ijver. Dat wij ons altijd tegen onbesuisde aanvallen moedig houden. La verdan standar don tas ajta ni 06 81standaard zullen wij zeer tonos: Gi signas la bonan kaj belon. La Forto mistera die l'mondo benos, Kaj niain atingos ni oelon. Ni inter popoloj la mur-ojn dettruos, Kaj ili ekkralcos kaj ili ekbruos Kaj falos por ciam, kaj amo kaj vero Ekregos sur tero. Dr. L. ZAMENHOF. hoog houden, Het teekent de goedheid en de schoon heid. nin De geheimzinnige Kracht van de we reld zal ons zegenten, En wij zullen ons doel bereiken, Wij zullen tusschen de volken de mu ren omverwerpen En zij zulten kraken, en met donde rend geweld voor altijd ineenstarten, En liefde en waarheid zullen op aar de regeeren. Uit: Het gebed aan de onbe kende Kracht, van Dr. Za- nnenhof. van Esperanto was tot die ééue frazo Volgens art. 7 dient het geheim der beperkt! Toen de vreemdeling dit be- Amsterdaimche Kont. CCXXXII. Er heteft een brand gewoed, klein in omvang maar treurig In zijn ge volgen. Hoeveel slachtoffers hij ei- schen zou, was zeker op 't oogenblik van de ramp niet te voorzien, nu we ten we dat drie personen overleden zijn. Ik was toevallig dien avond in de buurt; een angstwekkende drukte van hardloopende politïe-agenton, brandweerlieden op den bok van een gewoon rijtuig en aanrukkende fiets- br an cards, maakten mij er opmerk zaam op, dat zich een onheil afspeel de. En eenmaal in de doodsche Jacob van Camptenstraat kwam de benau wende rooklucht u tegemoet. Menschen die vain buiten komen gelooven, dat de krotten en brandge vaarlijke woningen uitsnutemd ge zocht moeten worden in de achter buurten der oude stad op de z.g. his torische plekjes, waar wijlen Justus Maurik zoo gaarne rond mocht dolen. In de nieuwere wijken zoo dien,kt men is ook voor arbeiders woningen rekening gehouden met de moderne «ischen, heeft men veran da's, ruime kamers, brcede trappten en gangen. En zeker dus ook in de wijk die zich met den naam „de nieu we stad" tooit. Niets is echter minder waar dan dit. Ik heb nu een kijkje genomen in eenitge huizen in het geteisterde deel der Jacob van Campien- en het daar achter liggende deel van de Quellijn- straat en kon na een kennismaking met al die rabatten toch niet vinden, dat er overdrijving hieerscht bij het onbewoonbaar verklaren van wonin gen. 't Zijn hier voor een groot deel nog boten, als het fort van Sjako, waar Jan Smees huisde. Alleen de enteée is ai opmerkelijk. Nergens (uitzonderingen ter zijde gelaten) een gesloten trapdeur of een schel; die bij een der bewoners moet zijn loopt dus maar naar boven of schreeuwt in het pertaai, wat echter gemakkelij ker gezegd dan gedaan is door het geblèr dier in ruwheid opgevoede kin deren, die voor de deur spelen. De trappen schijnen in geen maanden gedaan te zijn en daar zoowel als op de portalen, heerscht zulk een Egyp tische duisternis, dat men zich goed vast moet houden om zich te orientiee- ren en geen misstap te doen, hoewel men dan aanstonds wel een café mag binnen!nopen om zich de handen te wasscheiL In de veirvelooze kamers hangt het behangselpapier langs de wanden en waar elkie gelegenheid ontbreekt om snel te ontvluchten, weten die bewoners varn 3 hoog voor of achter, dat zij bij een „beneden" uitgebroken brand in de meeste ge vallen ten doode gedoemd zijn. Er is gebrek aan werk en nog ku- pitaal genoeg voor ch&teau en Es- pagne, laten we zeggen om spoorwe gen in Amerika te bouwen. Wanneer er eens .ren maatschappij gevormd werd om zoo'n halve straat af te bre ken en er fatsoenlijke burgerwonin gen neer te zetten, zou dat kan?taal zeker goede rente opleveren, terwijl het tevens in meer don één zin een weldaad zou zijn. Er worden in de hoofdstad nog belachelijk hooge hu ren bedongen en verkregen en hoe wel men ook nog wel tegen een be scheiden prijsje een aardig boven- liuisje kan krijgen, moet men er be kend zijn en een beetje „boffen" door er toevallig tegen aan te loopen. De nu besproken straten liggen in 't be gin der nieuwe stad, zijn dus uitmun tend gelegen en alleen reeds uit com mercieel oogpunt Is het daarom te be treuren, dat het grondkapitaal niet beter wordt geëxploiteerd. Welk een verandering ten goede zou hier te brengen zijn 1 Er is een terrein, waarop optimisti sche kapitalisten altijd nog wat dur ven wagen, de muzikaal-dramatische kunst. Na den financicelen bloeitijd der Ned. Operette onder Prot, kwa men Kreeft en Buderman, het Ly risch Tooneel en S. Cauveren, die al le als Ned. Operette-gezelschappen te gronde gingen. Na het groote succes der Duitsche operettegezelschappen, waagde het gezelschap onder leiding van Rentmeester en Janmart weer een poging, die uitmuntend slaagde, terwijl we nu in het Rembrajidttheo- ter een half opera, half operette kre gen, die een groot geluk had met het mode-succes van de Dollarprinses. Sinds Zaterdagavond is er een Dritte iin Bunde, het Am&terdamsch Operette-Gezelschap, dat voorlooplg den Stadsschouwburg bespeelt. De entrée is al zeer gelukkig geweest; voor de openingsvoorstelling: had men eeai voor Nederland spiksplinternieu we operette van Jaïno uit Weenen ge kozen Christ! de dochter van den houtvester, een operette, <IIe muzikaal zeer hoog staat, grenst aan de opera- comique en met haar meeslepende walsen overeenkomst vertoont met de Walsdroom, terwijl ze veel hooger staat dan de sentimenteel café-chan- tannerige Dollarprinses. Het gezelschap had door het Neder- landsch Tooneel geen generale repe titie kunnen hebben, de première moest dus eigenlijk daarvoor dienen, maar hoewel als gevolg daarvan alles niet precies klopte, was het succes, dank zij de vele jonge en frissche krachten aan ddt gezelschap verbon den, zeer groot. Met de waarschijnlijkheid van den inhoud moet men het niet te nauw nemen, een eigenschap, die ze met alle moderne Weener-operetten ge meen heeft, maar de muziek is uit muntend, zoodat den muzikalen leider van Ameron het leeuwenaandeel in het succes toekomt, niet alleen voor de uitvoering door het 84 leden tellen de orkest, maar ook vooral door de wijze, waarop hij de toonee 1 merxschen die nog niet aan elkaar gewoon wa ren, tot een geheel wist te vormen. Prachtige décors en rijke costuums van een chic, zooals we hier slechts bij uitzondering te zien krijgen, ver leenden een bijzondere bekoring aan deze voorstelling. De vertolking was als geheel alleraardigst en bovendien voelt men, dat liet ensemble toekomst heeft, beter moet worden na oefening. Een drietal artisten verdienen in t bijzonder genoemd te worden, mej. And rine Savelli, die den titelrol zong op een wijze, zooals wij in de Neder- iamlsche operette nog maar zelden hoorden zingen, de heer Jules Moes, die als jong maar reeds geroutineerd operette-zanger boven de anderen uitstak en de „komiek", de heer Wig- man, die toonde hoe men komiek kan zijn zonder clown te worden en de verdienste heeft de dansen te hebben gecreëerd en ingestudeerd. Regie en mise-en-scène bewezen kennis van en kijk op 't tooneel, maar de verta ling Hoe de beer Ransburg zulke abo minabel verwrongen on-Hollandsch heeft kunnen neerschrijven, zal me nigeen wel een raadsel geweest zijn. Het leken wel Japansche verzen. Intusschen als geheel schijnt mij dit gezelschap dat uitmuntend en zonder onder de plak te zitten van een gebouw-eigenaar geëxploiteerd wordt, alle kans te hebben een blij vende plaats onder onze kunstinstel lingen in te nemen. H. HENNING Jr. TOPPUNT VAN NIJD. Reiziger (die juist bij een winkelier komt, als er een concurrent wordt uitgetrapt). Kolossaal, nu is de kerel me toch nog voor geweest. DUIDELIJK AFSCHEID. Wil u zoo goed zijn de deur fié sluiten? Maar ze Is dicht! Ja, maar aan den anderen kont bedoel ik. O ZOOI Mevrouw (van de reis teruggeko men). Ik heb gehoord, Bet, dat jij gedurende mijn afwezigheid zoo bru taal geweest ben, in mijne kleeren uit te gaan; haast iedereen kent dat oos- tuum van me! Dienstmeisje. Ja; maar niet meer dan éénmaal. Ze hebben me toen voor mevrouw zelf gehouden en door niet minder dan vijf menschen die geld van u moeten hebben, werd Ik ge maand 1 ROMANSTIJL, Eindelijk trok hij de stoute schoe nen aan en sloop heel voorzichtig op zijn kousen de trap af. SPECULANTEN-WIJSBEGEERTE. Kom ik over den kop, dan kom ik over den staart. En als lk niet over den staart kom, dan ga ik maar over den kop. BIJ DEN TANDARTS, Hoeveel ben ik u schuldig. Een rijksdaalder alsjeblieft. Een rijksdaalder? Man, je bent niet wijs! Je hebt geen minuut werk gehad! Die vorige tandendokter, bij wien ik geweest ben, heeft eerst wel tien minuten staan trekken en toen tolde ik nog wel een kwartier door de kamer en dat kostte maar twee kwar tjes. GENOEG. A. Waarom draag je maar éétf spoor, Tom? Tom. Wel, een is genoeg, mijn heer. Als de eene zijde van het paard aan den gang wordt gehouden, draaft de andere van zelf mee. Mevrouw A". U kunt niet geloo ven, hoe lastig mijn tweede man is; neen, dan was mijn eerste man heel wat gemakkelijker, die at alles... Mijnheer B. Zou hij bijgeval ook daarvan kunnen gestorven zijn? Stadsnieuws ZIEKENVERPLEGING IN- DE EVANG. LUTH. GEM. TE HAARLEM. Men schrijft ons Sedert, den lsten Mei bestaat in <fd Evang. Luth. Gemeente te Haarlem eene eigene Ziekenverpleging, we'ker doe lhet is, „kosteloos hulp te ver- Ieenen in geval van ziekte aan de le den der Evang. Luth. Gemeente bin nen het kerkelijk gebied der gemeen te Haarlem". Als Gemeente-zuster is aangesteld, en zal oo a.s. Zondagmorgen 16 Mei, in de gosdtenstoefenlng, aoor ds. H. A. van Bakel te leiden, worden geïn stalleerd Zuster Anna Christina Furstner. Door de vriendelijke beschikking van de Commissie van Wijkverpleging van den Nederlandschen Protestan- Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Een dag of wat geleden heb ik ge lezen, dat een politiehond overreden is door een automobiel. Zooiets spijt je. 't Arme beest zou, had heft te kiezen gehad, liever van ouderdom gestorven zijn, en voor den eigenaar is zoo'n gewelddadige dood dubbel treffend. Maar nadat ik hiermee blijk heb gegeven, niet ongevoelig te zijn voor het drama, verzoek ik verlof mijne verwondering uit te spreken over den aard van het ongeluk, waaraan deze politiehond is bezweken. Die past namelijk niet bij zijn vak. Een politiehond moet, indien hij toch aan sneuvelen toe is, heldhaftiger vallen, bijvoorbeeld door de hand van een inbreker, dien hij pas beet gepakt en aan de justitie overgeleverd heeft. Stel u voor de beroemde Engelsche detective Sherlock Holmes gedood door een dakpan, die bij harden wind van een koekwinkel komt tuimelen I Dat past immers niet. Zoo'n speur- genie dient om te komen in een gewel digen storm, op zee, of boven op een berg, worstelende met den beroem d- ^en.... ik verspreek me.... den be- udhtsten inbreker van de twee half ronden I Dat is ton, dat is 'in stijl 1 En dan is Sherlock Holmes nog maar een romanheld, een fictie, een mannetje Van papier en inkt. De politiehond is werkelijkheid. En dat dier, dat op tien kilometer afst-onds de auto zelf jhad moeten hoorem aankomen en op twee kilometer had moeten ruiken, of ten van de inzittenden de vorige week ©en hand gegeven had aan 'iemand, die drie maanden te voren een paar lakken en een blauw boezeroen gesto len had, zoo'n beest raakt onder de wielen als een gewone straatterrier zonder eenige hoogere opleiding 1 Ik vind het teleurstellend. Gelukkig las ik in hetzelfde num mer van de courant een bericht, dat tot grooter opgewektheid stemde, 't Liep over het jubileum van een jacht opziener, van wien werd meege deeld, dat hij de achting en sympa thie geniet van allen, die met hem in aanraking komen. Dit feest kan dus tot een eigenaar dig huldebetoon aanleiding geven. Ik zie al een deputatie van stroopers aan zijn woning komen, met een krans en een nieuw foudraal voor des opzieners geweer, waarop in zilveren letters de woorden :Uit acting (de g is door een van de vrinden ge stroopt), welk een en ander aangebo den wordt door den oudsten strooper in dienstjaren, die na de felicitatie met van aandoening bevende stem herinnert aan de jarenlange aange name relatie. „Nooit", zoo zegt hij, „zullen wij de belangstelling verge ten, die door u steeds voor ons en onze vrienden aan den dag is gelegd. Nacht en bar weer hebben u daarvan nimmer terug gehouden. Waar wij ons begaven, waart gij ook te vin den, meermalen hebben wij uwe voet stappen gedrukt. Meermalen waart gij de man, die ons eenige dagen, ja soms wel enkele weken, volslagen rust, afgezonderd van het woelige le ven. verschafte, waarin wij konden bekomen van de vermoeienissen, die onze nachttaak pleegt mee te brengen. Daarvoor zijn wij u in hooge mate erkentelijk en om dat daadwerkelijk te toornen, brengen wij u niet alleen deze geschenken, maar bieden n te vens een maand vacantie aan. Vier weken lang zullen wij uw terrein niet betreden. De boog kan niet altijd ge spannen, lk bedoelhet geweer kan ndet altijd geladen zijn. Wij u het beste op uw volgend levenspad moge het onze zioh daarmee zoo wei nig mogelijk kruisen 1 Ik heb ge- zecjd." Hierop heft de deputatie een „lang zal hij Leven I" aan, terwijl één van de leden vervaarlijk loenscht naar een loslooponde kip, die hij meent, dat hem in den loop van den dag wel lekker smaken zou. Voor het geval, dat de jubikerende jachtopziener van plan is op deze hartroerende toespraak te antwoor den, ben ik gaarne bereid een rede voering in gepasten trant voor hem op te schrijven, die ik hier evenwel nog niet meedeelen wil. Anders gaat ei- te veel van de verrassing verlo ren. Wanneer u soms meenen mocht, dat zoodanige verbroedering van stroopers en jachtopziener bij eene feestelijke gelegenheid onmogelijk is, dan vermoed ik, met allen eerbied gezegd, dat u er niemendal van weet. Het is eenvoudig niet te zeggen, wel ke ongelijksoortige elementen in de ze dagen van algemeens feestviering bijeen kunnen worden gebracht. Is het niet in den Aerdenhont vertoond, dat Jaooba van Beieren, Maria van Bourgondië en Lourens Coster in één groep zich aan de verrukte menigte vertoonden Wat een mengeling van standende drukkende burgerman bij de verdrukkende hooge dames En dat is de eenige stoutmoedige combinatie niet. Of heeft niet dezer dagen een voetbalclub, die herdoopt moest worden, omdat in den Haar- leinsehen Voetbalbond een andere club denzelfden naam al droeg, zich naar het Oranjekindje Prinses Juliana genoemd Ik zal ndet beweren, dat ik dien naam gelukkig gekozen vind. Vooreerst omdat een meisjesnaam niet past voor een spel, dat uitsluitend door jongens wordt gespeeld en omdat de samenstelling met andere termen in de wedstrijden allesbehalve fraai zal klinken. Kan de competitieleider van den Haarlemschen Voetbalbond of het bestuur daarvan de nieuwe vereeni ging niet den goeden raad geven, om een naam te kiezen, die beter bij het spel past Ajax, Achilles, Hercules en andere nomen van helden uit de oudheid passen daarvoor beter, dan die van onze jonge prinses. Je moet nu eenmaal namen, die begrippen vertegenwoordigen, niet verblinden met andere namen, die ge heel ongelijksoortige indrukken te- weeg brengen. Zoo is er in Teyler's Museum een groote walvischkaak, een enorm ding, waaraan het na volgende Vperhaal is verbonden. Een Nederlandsche geleerde kreeg cp de eene of andere manier in Pa rijs een walvischkaak in handen, die afkomstig was uit den kelder van een huis. Met den dierkundige Cu- vier stelde hij vast, wat het was en samen overlegden ze, hoe het been er gekomen kon zijn. Allengs voort- r edenee rende kwamen ze tot de slot som, dat de vondst bewees, dat vroe ger zee was geweest op de plaats waar nu Parijs staat, zoodat de bo dem enorm moest zijn gerezen. Het spreekt vanzelf, dat beide ge leerden een voorwerp, dat zoo'n merkwaardige ontdekking ten gevol ge had gehad, graag wilden behou den. Ze namen dus het besluit, de kaak te verdeelen, haalden een zaag en begonnen die door te zagen. De sporen daarvan zijn nog duidelijk te zien. Maar het duurde niet lang, of Curter, met Fransche aandoenlijk heid, stortte tranen en wou maar liever de kaak aan dien collega af staan, dan ze verminken. Zoo kwam het voorwerp naar Ne derland en ten slotte in Teylers Mu seum. Maar daarmee was wel de his torie van de kaak ton einde, doch niet die van den Parijschen bodern. Naderhand kwam uit, dat in 't huis waar de kaak was gevonden, een kapper gewoond had, die op zekeren dag om reclame voor zijn zaak te ma ken, het voorwerp gekocht had als gedeelte van een aan de Fransche kust aangespoelden walvisch. Toen heit nieuwtje eer af was, had hij de kaak in zijn kelder gesmeten. Daarmee kwam de hypothese van dern Parijschen bodem op noodlottige wijs te vallen. Maar ik heb deze week in Teylers Museum ook nog iets anders gezien. Niets meer of minder, dan de C u 1- 1 i n a B-diamant. Koning Eduard VII moet de vorige week incognito te Haarlem zijn gekomen, onder den naam van hertog John Bull. Met plezier bekeek hij de winkels, waar onder die met het woord lunch room hem vooral bekoorden, 't Was Zijne Majesteit niet uit heit hoofd te praten, dat daar landgenooten moes ten wonenwaarom zouden ze in Nederland anders een Engelsch woord op hun ruiten zetten Toen de koning te Teyler kwam en daar al de kostbare gesteenten zag, zet hij „Kijk, dat vind ik een aardige verzameling, willen jullie soms den Cullinan-diamant een week of zee van me in bruikleen hebben Toen ik van mijn eiland kwam, heb ik hem in mijn vestzak gestoken, om hem aan dezen en genen te laten zaen. Maar stuur de steenen netjes terug, hoor, en franco, vooral franco I Ner gens heb te meer hekel aan, dan aan strafport betalen." En zoo kun je nu den beroemden diamant in een vitrine zien liggen met negen andere steentjes, die van hetzelfde diamantbrok gesneden zijn. Maar van glas, vat je, want het heele verhaal van koning Eduard is maar lak, zooals de meeste verhalen over gekroonde hoofden. Toch ls het aar dig, die stukken glas te zien liggen, precies geslepen als de echte diaman ten, al kosten ze met hun Benen ook" niet meer dan zes en dertig mark, wat een zooveel honderdduizendste deel van de waarde der echte wezen zal. Ocli ja, er is, ook buiten het dia mantvak, meer namaak dan echt te de wereld, daarom is dan ook het eerste goedkooper dan het laatste, zoodait niemand iets te reclameeren heeft. Zoo heb je ook in de letteren groot onderscheid de taal van Von del, Bilderdijk, Kloos en Van Deyssel is heelwat anders, dan die van kaai* toor en kanselarij. Zoo hebben ouders van leerlingen aan onze hoogere burgerscholen een circulaire gekregen, waarin staat te lezen, welke schoolgelden met 1 Sep tember verschuldigd zullen zijn. In dit drukwerk komt de volgende prachtige volzin voor 100 per jaar voor lederen leer ling aan eene dier scholen, die zelf vast en voortdurend verblijf heeft binnen de gemeente Haar lem, ook al hebben zijn oudere (beiden of een van beiden) of al heeft zijn voogd elders hoofdver blijf. Tot zoover deze phrase, waaraan vooreerst ontleend kan worden, dat er sprake is van scholen, die zelf vast en voortdurend verblijf hebben binnen de gemeente (heeft men mis gelden aan de verplaatsbare muziek tent van Koninginnedag gedacht en waaruit verder kan worden opge-, maakt, dat alle leerlingen in Haar lem 100 moeten hetalen. De ouders zullen zich ndet licht vergissen. De menschen betalen niet gauw méér dan zij moeten. Maar mooi Nederlandsch is het toch ntei 1 FIDELIOl

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5