HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
Onze Lachhoek
ZATERDAG 15 HEI 1909
haariemsche
Handeisvereeniging
<3oedgek. bij Kon. Besl. vanli Nov 1899.
De Haariemsche Handeisvereeni
ging hier ter stede, opgericht 10 Mei
1892, heeft in den loop van den tijd
wel haar recht van bestaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, is zij
opgetreden en dikwijls met groot
■uccès. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blijk geeft, dit te
waardeeren, door als lid der Vereeni-
ging toe te treden. Er zijn wel meer
dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, ja zelfs particulieren, moesten lid
worden, om ten minste te laten gevoe
len, dat men het werk op prijs stelt,
da. de Haariemsche Handeisvereeni
ging steeds opneemt, als doende, wat
hare hand vindt om te doen.
De voordeelen, die de Vereeniging
buiten hare bemoeiingen van ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groote
■tegenover de geringe jaarlijksche
contributie van f 3.50, die gevraagd
wordt.
De Haariemsche Handeisvereeni
ging bemoeit zich in de eerste plaats
er mede, de belangen van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan te
manen en informatiën voor hen in te
winnen. Bovendien hebben de leden
het recht, het hun gratis te verstrek
ken advies van den rechtsgeleerden
adviseur der Vereeniging te vragen,
die ook in procedures en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel en het bedrijf der leden.
Het blijkt in den laatsten tijd dat
men deze belangrijke voordeelen be
gint te waardeeren want sedert Me
meldden zien <37 nieuwe leden aan.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
leden voor een half jaar worden aan
genomen, docii slechts het 2e halfjaar
(van 1 November tot en met 3D April)
ad 1.75 de halve contributie.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver-
eeuig.ug ziju de heeren Mrs. Th. de
Haan Hugenholtz en A. H. J. Merens,
Spaarne 94, alhier, die voor de leden
eiken werkdag van 24 uur des na
middags zijn te spreken.
Het bureau der Vereeniging is ge
vestigd Jansweg 11.
Voor incasso's door bemiddeling
der Vereeniging wordt een vast
recht van 5 pcL der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten van informatiën naar
buiten de stad woonachtige personen
bedragen 60 ets. per informatie, plus
vijf cents porto-vergoeding. Informa
tiën naar binnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt.
Pretention op buiten de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wanneer niet 10 ets. voor porto
vergoeding is toegevoegd.
Ruim 1748 informatiën en rechts
geleerde adviezen werden in het af-
geloupen jaar gegeven.
In Februari en Maart 1909 zijn 58
vorderingen tot een bedrag van
124-9.26 betaald; 14 vorderingen wor
den afbetaald; 19 vorderingen zijn
uitgesteld.
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
Alle brieven, aanvragen, Reclames
of wat ook, moeten worden geadres
seerd aan het bureau, dat geopend
is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur
en 's namiddags van 2 tot 4 uur,
waar dan ook verdere inlichtingen
ziju te bekomen.
Nieuwe leden voor 1909/10 kunnen
nu reeds tot de vereeniging toetreden
en genieten alsdan tot 1 Mei e.k. alle
voorrechten als een gewoon lid.
Het Bestuur heeft bemerkt, dat men
soms meent, dat men, hoewel g.
lid der H. II. V., toch van haar infor
matiën kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
informatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor informatiën op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
Esperanto.
v.
EEN STUKJE SPRAAKLEER.
III.
Voorwerpsvorm. Het voorwerp gaat
in het Esperanto steeds uit op
Voorbeelden:
Hij ziet mij. Li vidas mi/?.
De knaap ziet u. La knabo vidas
vin.
Het meisje ziet het huls. Lakna-
bino vidas la domon.
Wij hebben de boeken. Ni havas
la librojn.
Het meisje slaat den knaap. La
knabino batas la knabo/i.
Ook de bepalingen van plaats, tijd
prijs, krijgen die voorwerps n b.v.
mi iras Parizon ik ga naar Parijs
la dekan de ma/to den lOn Maart
mi restas en Bruselo tri tagoj/z
Ik blij 1' drie dagen in Brussel.
Tiu libro kostas ses frankojn. Dat
boek kost zes frank.
Volgons de laatste berichten wordt
het Esp. onderwezen op he-t R. K.
Inst. St. Louis te Roermond en Weert
en op de Rijkslandbouwschool te
Schagen.
In de „Rumana Gazeto Esperan-
tista" (orgaan dear Roemeensche Esp.
Vereeniging) vertelt iemand, hoe hij
er toe kwam Esperantist te worden.
„Toen ik in 1993", aldus vangt de
schrijver aan, „door 't Oosten reisde
en mij bevond in den restauratiiewa-
gen op de lijn BoekarestKoaxstan-
ca, bemerkte ik een heer, die vergeef-
sche pogingen dieed iets aan den kell-
ner duidelijk te maken. Deze putte al
zijn taalkennis uit: Rumeensch, Ser
visch, Turksch, Bnlgaarsch en Rus
sisch, maar... tevergeefs; de vneemde-
liing begreep hem niet. Bereidvaardig
tot hulp naderde ik en trachtte hem
der 7 mij ei-gen talen toe te
spreiïen: Durtsch, Fi arisch, Engelsch,
Italiaansch, Hongaarsch, Spaanse.h
en Gxieksch. Alles tevergeefs, want
de vreemdeling begreep ruiet één der
12 talen!
Toen schoot mij een artikel over
Esperanto te binnen, dat ik kort ge
leden met twijfel had gelezen en ik
vroeg: „Cu vi parolas esperanto?"
(Spreekt u Esperanto?) „Jes, mi pa
rolas". (Ja, ik spreek het) antwoord
de hij niet een juichkreet. En hij ging
voort te spreken in leen taal, die ik
toen niet begreep. Want mijn kennis
mierkte, had hij aanstonds het mid
del bij de hand. Hij stopte mij een
Engelsch Esperanto-sleuteltje in de
hand en 't loeren nam een aanvang.
Toe wij elkaar na 10 uur tijds op het
dfek der stoomboot terugzagen, kon ik
mij reeds tamelijk verstaanbaar ma
ken en ik vernam, dat mijn mede-rei
ziger een Zweed was, die behalve 't
Zweedsch, nog Noorsch, Deensch en
Fkisch verstond! De vreemdeling, de
keün-eir en ik spraken te zamen 16 ta
len en konden elkaar toch niet be
grijpen. Van dien dag af werd ik
geestdriftig Esperantist en waar
destijds misschien maar één Esperan
tist in Rumenië was, zijn er nu 700
a aaihangers der wereldliulptaal, die
de wereld zal veroveren."
Ni yuris laborl, ni y'uris batali
Por reunuigi 1' homarom
Wij zweren te werken, wij zweren te
strijden
Voor het vereenigen van het mensch-
dom.
Subtenu non, Forto, ne lasu nin fall Steun ons, Kracht, laat ons niet val-
Sed lasu nin venkl la baron;
Donaeu Vi ben on al nia l ab or o
Doouacu Vi forton al nia fervoro,
ICe eiam ni kontrau atakoj sova^aj
Nin tenu kuragaj.
lent
Maar laat ons de hinderpalen over
winnen.
Geef Uw zegen aan ons werk,
Geef uw kracht aan onzen ijver.
Dat wij ons altijd tegen onbesuisde
aanvallen moedig houden.
La verdan standar don tas ajta ni 06 81standaard zullen wij zeer
tonos:
Gi signas la bonan kaj belon.
La Forto mistera die l'mondo
benos,
Kaj niain atingos ni oelon.
Ni inter popoloj la mur-ojn dettruos,
Kaj ili ekkralcos kaj ili ekbruos
Kaj falos por ciam, kaj amo kaj vero
Ekregos sur tero.
Dr. L. ZAMENHOF.
hoog houden,
Het teekent de goedheid en de schoon
heid.
nin De geheimzinnige Kracht van de we
reld zal ons zegenten,
En wij zullen ons doel bereiken,
Wij zullen tusschen de volken de mu
ren omverwerpen
En zij zulten kraken, en met donde
rend geweld voor altijd ineenstarten,
En liefde en waarheid zullen op aar
de regeeren.
Uit: Het gebed aan de onbe
kende Kracht, van Dr. Za-
nnenhof.
van Esperanto was tot die ééue frazo
Volgens art. 7 dient het geheim der beperkt! Toen de vreemdeling dit be-
Amsterdaimche Kont.
CCXXXII.
Er heteft een brand gewoed, klein
in omvang maar treurig In zijn ge
volgen. Hoeveel slachtoffers hij ei-
schen zou, was zeker op 't oogenblik
van de ramp niet te voorzien, nu we
ten we dat drie personen overleden
zijn. Ik was toevallig dien avond in
de buurt; een angstwekkende drukte
van hardloopende politïe-agenton,
brandweerlieden op den bok van een
gewoon rijtuig en aanrukkende fiets-
br an cards, maakten mij er opmerk
zaam op, dat zich een onheil afspeel
de. En eenmaal in de doodsche Jacob
van Camptenstraat kwam de benau
wende rooklucht u tegemoet.
Menschen die vain buiten komen
gelooven, dat de krotten en brandge
vaarlijke woningen uitsnutemd ge
zocht moeten worden in de achter
buurten der oude stad op de z.g. his
torische plekjes, waar wijlen Justus
Maurik zoo gaarne rond mocht
dolen. In de nieuwere wijken zoo
dien,kt men is ook voor arbeiders
woningen rekening gehouden met de
moderne «ischen, heeft men veran
da's, ruime kamers, brcede trappten
en gangen. En zeker dus ook in de
wijk die zich met den naam „de nieu
we stad" tooit.
Niets is echter minder waar dan
dit. Ik heb nu een kijkje genomen in
eenitge huizen in het geteisterde deel
der Jacob van Campien- en het daar
achter liggende deel van de Quellijn-
straat en kon na een kennismaking
met al die rabatten toch niet vinden,
dat er overdrijving hieerscht bij het
onbewoonbaar verklaren van wonin
gen. 't Zijn hier voor een groot deel
nog boten, als het fort van Sjako,
waar Jan Smees huisde. Alleen de
enteée is ai opmerkelijk. Nergens
(uitzonderingen ter zijde gelaten) een
gesloten trapdeur of een schel; die
bij een der bewoners moet zijn loopt
dus maar naar boven of schreeuwt in
het pertaai, wat echter gemakkelij
ker gezegd dan gedaan is door het
geblèr dier in ruwheid opgevoede kin
deren, die voor de deur spelen. De
trappen schijnen in geen maanden
gedaan te zijn en daar zoowel als op
de portalen, heerscht zulk een Egyp
tische duisternis, dat men zich goed
vast moet houden om zich te orientiee-
ren en geen misstap te doen, hoewel
men dan aanstonds wel een café mag
binnen!nopen om zich de handen te
wasscheiL In de veirvelooze kamers
hangt het behangselpapier langs de
wanden en waar elkie gelegenheid
ontbreekt om snel te ontvluchten,
weten die bewoners varn 3 hoog voor
of achter, dat zij bij een „beneden"
uitgebroken brand in de meeste ge
vallen ten doode gedoemd zijn.
Er is gebrek aan werk en nog ku-
pitaal genoeg voor ch&teau en Es-
pagne, laten we zeggen om spoorwe
gen in Amerika te bouwen. Wanneer
er eens .ren maatschappij gevormd
werd om zoo'n halve straat af te bre
ken en er fatsoenlijke burgerwonin
gen neer te zetten, zou dat kan?taal
zeker goede rente opleveren, terwijl
het tevens in meer don één zin een
weldaad zou zijn. Er worden in de
hoofdstad nog belachelijk hooge hu
ren bedongen en verkregen en hoe
wel men ook nog wel tegen een be
scheiden prijsje een aardig boven-
liuisje kan krijgen, moet men er be
kend zijn en een beetje „boffen" door
er toevallig tegen aan te loopen. De
nu besproken straten liggen in 't be
gin der nieuwe stad, zijn dus uitmun
tend gelegen en alleen reeds uit com
mercieel oogpunt Is het daarom te be
treuren, dat het grondkapitaal niet
beter wordt geëxploiteerd. Welk een
verandering ten goede zou hier te
brengen zijn 1
Er is een terrein, waarop optimisti
sche kapitalisten altijd nog wat dur
ven wagen, de muzikaal-dramatische
kunst. Na den financicelen bloeitijd
der Ned. Operette onder Prot, kwa
men Kreeft en Buderman, het Ly
risch Tooneel en S. Cauveren, die al
le als Ned. Operette-gezelschappen te
gronde gingen. Na het groote succes
der Duitsche operettegezelschappen,
waagde het gezelschap onder leiding
van Rentmeester en Janmart weer
een poging, die uitmuntend slaagde,
terwijl we nu in het Rembrajidttheo-
ter een half opera, half operette kre
gen, die een groot geluk had met het
mode-succes van de Dollarprinses.
Sinds Zaterdagavond is er een
Dritte iin Bunde, het Am&terdamsch
Operette-Gezelschap, dat voorlooplg
den Stadsschouwburg bespeelt. De
entrée is al zeer gelukkig geweest;
voor de openingsvoorstelling: had men
eeai voor Nederland spiksplinternieu
we operette van Jaïno uit Weenen ge
kozen Christ! de dochter van den
houtvester, een operette, <IIe muzikaal
zeer hoog staat, grenst aan de opera-
comique en met haar meeslepende
walsen overeenkomst vertoont met de
Walsdroom, terwijl ze veel hooger
staat dan de sentimenteel café-chan-
tannerige Dollarprinses.
Het gezelschap had door het Neder-
landsch Tooneel geen generale repe
titie kunnen hebben, de première
moest dus eigenlijk daarvoor dienen,
maar hoewel als gevolg daarvan alles
niet precies klopte, was het succes,
dank zij de vele jonge en frissche
krachten aan ddt gezelschap verbon
den, zeer groot.
Met de waarschijnlijkheid van den
inhoud moet men het niet te nauw
nemen, een eigenschap, die ze met
alle moderne Weener-operetten ge
meen heeft, maar de muziek is uit
muntend, zoodat den muzikalen leider
van Ameron het leeuwenaandeel in
het succes toekomt, niet alleen voor
de uitvoering door het 84 leden tellen
de orkest, maar ook vooral door de
wijze, waarop hij de toonee 1 merxschen
die nog niet aan elkaar gewoon wa
ren, tot een geheel wist te vormen.
Prachtige décors en rijke costuums
van een chic, zooals we hier slechts
bij uitzondering te zien krijgen, ver
leenden een bijzondere bekoring aan
deze voorstelling. De vertolking was
als geheel alleraardigst en bovendien
voelt men, dat liet ensemble toekomst
heeft, beter moet worden na oefening.
Een drietal artisten verdienen in t
bijzonder genoemd te worden, mej.
And rine Savelli, die den titelrol zong
op een wijze, zooals wij in de Neder-
iamlsche operette nog maar zelden
hoorden zingen, de heer Jules Moes,
die als jong maar reeds geroutineerd
operette-zanger boven de anderen
uitstak en de „komiek", de heer Wig-
man, die toonde hoe men komiek kan
zijn zonder clown te worden en de
verdienste heeft de dansen te hebben
gecreëerd en ingestudeerd. Regie en
mise-en-scène bewezen kennis van en
kijk op 't tooneel, maar de verta
ling
Hoe de beer Ransburg zulke abo
minabel verwrongen on-Hollandsch
heeft kunnen neerschrijven, zal me
nigeen wel een raadsel geweest zijn.
Het leken wel Japansche verzen.
Intusschen als geheel schijnt mij
dit gezelschap dat uitmuntend en
zonder onder de plak te zitten van
een gebouw-eigenaar geëxploiteerd
wordt, alle kans te hebben een blij
vende plaats onder onze kunstinstel
lingen in te nemen.
H. HENNING Jr.
TOPPUNT VAN NIJD.
Reiziger (die juist bij een winkelier
komt, als er een concurrent wordt
uitgetrapt).
Kolossaal, nu is de kerel me toch
nog voor geweest.
DUIDELIJK AFSCHEID.
Wil u zoo goed zijn de deur fié
sluiten?
Maar ze Is dicht!
Ja, maar aan den anderen kont
bedoel ik.
O ZOOI
Mevrouw (van de reis teruggeko
men). Ik heb gehoord, Bet, dat jij
gedurende mijn afwezigheid zoo bru
taal geweest ben, in mijne kleeren uit
te gaan; haast iedereen kent dat oos-
tuum van me!
Dienstmeisje. Ja; maar niet meer
dan éénmaal. Ze hebben me toen voor
mevrouw zelf gehouden en door niet
minder dan vijf menschen die geld
van u moeten hebben, werd Ik ge
maand 1
ROMANSTIJL,
Eindelijk trok hij de stoute schoe
nen aan en sloop heel voorzichtig op
zijn kousen de trap af.
SPECULANTEN-WIJSBEGEERTE.
Kom ik over den kop, dan kom
ik over den staart. En als lk niet over
den staart kom, dan ga ik maar over
den kop.
BIJ DEN TANDARTS,
Hoeveel ben ik u schuldig.
Een rijksdaalder alsjeblieft.
Een rijksdaalder? Man, je bent
niet wijs! Je hebt geen minuut werk
gehad! Die vorige tandendokter, bij
wien ik geweest ben, heeft eerst wel
tien minuten staan trekken en toen
tolde ik nog wel een kwartier door de
kamer en dat kostte maar twee kwar
tjes.
GENOEG.
A. Waarom draag je maar éétf
spoor, Tom?
Tom. Wel, een is genoeg, mijn
heer. Als de eene zijde van het paard
aan den gang wordt gehouden,
draaft de andere van zelf mee.
Mevrouw A". U kunt niet geloo
ven, hoe lastig mijn tweede man is;
neen, dan was mijn eerste man heel
wat gemakkelijker, die at alles...
Mijnheer B. Zou hij bijgeval ook
daarvan kunnen gestorven zijn?
Stadsnieuws
ZIEKENVERPLEGING IN- DE
EVANG. LUTH. GEM. TE
HAARLEM.
Men schrijft ons
Sedert, den lsten Mei bestaat in <fd
Evang. Luth. Gemeente te Haarlem
eene eigene Ziekenverpleging, we'ker
doe lhet is, „kosteloos hulp te ver-
Ieenen in geval van ziekte aan de le
den der Evang. Luth. Gemeente bin
nen het kerkelijk gebied der gemeen
te Haarlem".
Als Gemeente-zuster is aangesteld,
en zal oo a.s. Zondagmorgen 16 Mei,
in de gosdtenstoefenlng, aoor ds. H.
A. van Bakel te leiden, worden geïn
stalleerd Zuster Anna Christina
Furstner.
Door de vriendelijke beschikking
van de Commissie van Wijkverpleging
van den Nederlandschen Protestan-
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Een dag of wat geleden heb ik ge
lezen, dat een politiehond overreden
is door een automobiel.
Zooiets spijt je. 't Arme beest zou,
had heft te kiezen gehad, liever van
ouderdom gestorven zijn, en voor den
eigenaar is zoo'n gewelddadige dood
dubbel treffend.
Maar nadat ik hiermee blijk heb
gegeven, niet ongevoelig te zijn voor
het drama, verzoek ik verlof mijne
verwondering uit te spreken over
den aard van het ongeluk, waaraan
deze politiehond is bezweken.
Die past namelijk niet bij zijn vak.
Een politiehond moet, indien hij toch
aan sneuvelen toe is, heldhaftiger
vallen, bijvoorbeeld door de hand
van een inbreker, dien hij pas beet
gepakt en aan de justitie overgeleverd
heeft.
Stel u voor de beroemde Engelsche
detective Sherlock Holmes gedood
door een dakpan, die bij harden wind
van een koekwinkel komt tuimelen I
Dat past immers niet. Zoo'n speur-
genie dient om te komen in een gewel
digen storm, op zee, of boven op een
berg, worstelende met den beroem d-
^en.... ik verspreek me.... den be-
udhtsten inbreker van de twee half
ronden I
Dat is ton, dat is 'in stijl 1 En dan
is Sherlock Holmes nog maar een
romanheld, een fictie, een mannetje
Van papier en inkt. De politiehond is
werkelijkheid. En dat dier, dat op
tien kilometer afst-onds de auto zelf
jhad moeten hoorem aankomen en op
twee kilometer had moeten ruiken, of
ten van de inzittenden de vorige week
©en hand gegeven had aan 'iemand,
die drie maanden te voren een paar
lakken en een blauw boezeroen gesto
len had, zoo'n beest raakt onder de
wielen als een gewone straatterrier
zonder eenige hoogere opleiding 1
Ik vind het teleurstellend.
Gelukkig las ik in hetzelfde num
mer van de courant een bericht, dat
tot grooter opgewektheid stemde, 't
Liep over het jubileum van een jacht
opziener, van wien werd meege
deeld, dat hij de achting en sympa
thie geniet van allen, die met hem in
aanraking komen.
Dit feest kan dus tot een eigenaar
dig huldebetoon aanleiding geven.
Ik zie al een deputatie van stroopers
aan zijn woning komen, met een
krans en een nieuw foudraal voor des
opzieners geweer, waarop in zilveren
letters de woorden :Uit acting
(de g is door een van de vrinden ge
stroopt), welk een en ander aangebo
den wordt door den oudsten strooper
in dienstjaren, die na de felicitatie
met van aandoening bevende stem
herinnert aan de jarenlange aange
name relatie. „Nooit", zoo zegt hij,
„zullen wij de belangstelling verge
ten, die door u steeds voor ons en
onze vrienden aan den dag is gelegd.
Nacht en bar weer hebben u daarvan
nimmer terug gehouden. Waar wij
ons begaven, waart gij ook te vin
den, meermalen hebben wij uwe voet
stappen gedrukt. Meermalen waart
gij de man, die ons eenige dagen, ja
soms wel enkele weken, volslagen
rust, afgezonderd van het woelige le
ven. verschafte, waarin wij konden
bekomen van de vermoeienissen, die
onze nachttaak pleegt mee te brengen.
Daarvoor zijn wij u in hooge mate
erkentelijk en om dat daadwerkelijk
te toornen, brengen wij u niet alleen
deze geschenken, maar bieden n te
vens een maand vacantie aan. Vier
weken lang zullen wij uw terrein niet
betreden. De boog kan niet altijd ge
spannen, lk bedoelhet geweer kan
ndet altijd geladen zijn. Wij
u het beste op uw volgend levenspad
moge het onze zioh daarmee zoo wei
nig mogelijk kruisen 1 Ik heb ge-
zecjd."
Hierop heft de deputatie een „lang
zal hij Leven I" aan, terwijl één van
de leden vervaarlijk loenscht naar
een loslooponde kip, die hij meent,
dat hem in den loop van den dag wel
lekker smaken zou.
Voor het geval, dat de jubikerende
jachtopziener van plan is op deze
hartroerende toespraak te antwoor
den, ben ik gaarne bereid een rede
voering in gepasten trant voor hem
op te schrijven, die ik hier evenwel
nog niet meedeelen wil. Anders gaat
ei- te veel van de verrassing verlo
ren.
Wanneer u soms meenen mocht,
dat zoodanige verbroedering van
stroopers en jachtopziener bij eene
feestelijke gelegenheid onmogelijk is,
dan vermoed ik, met allen eerbied
gezegd, dat u er niemendal van weet.
Het is eenvoudig niet te zeggen, wel
ke ongelijksoortige elementen in de
ze dagen van algemeens feestviering
bijeen kunnen worden gebracht. Is
het niet in den Aerdenhont vertoond,
dat Jaooba van Beieren, Maria van
Bourgondië en Lourens Coster in één
groep zich aan de verrukte menigte
vertoonden Wat een mengeling van
standende drukkende burgerman
bij de verdrukkende hooge dames
En dat is de eenige stoutmoedige
combinatie niet. Of heeft niet dezer
dagen een voetbalclub, die herdoopt
moest worden, omdat in den Haar-
leinsehen Voetbalbond een andere
club denzelfden naam al droeg, zich
naar het Oranjekindje Prinses
Juliana genoemd Ik zal ndet
beweren, dat ik dien naam gelukkig
gekozen vind. Vooreerst omdat een
meisjesnaam niet past voor een spel,
dat uitsluitend door jongens wordt
gespeeld en omdat de samenstelling
met andere termen in de wedstrijden
allesbehalve fraai zal klinken.
Kan de competitieleider van den
Haarlemschen Voetbalbond of het
bestuur daarvan de nieuwe vereeni
ging niet den goeden raad geven, om
een naam te kiezen, die beter bij het
spel past Ajax, Achilles, Hercules
en andere nomen van helden uit de
oudheid passen daarvoor beter, dan
die van onze jonge prinses.
Je moet nu eenmaal namen, die
begrippen vertegenwoordigen, niet
verblinden met andere namen, die ge
heel ongelijksoortige indrukken te-
weeg brengen. Zoo is er in Teyler's
Museum een groote walvischkaak,
een enorm ding, waaraan het na
volgende Vperhaal is verbonden.
Een Nederlandsche geleerde kreeg
cp de eene of andere manier in Pa
rijs een walvischkaak in handen, die
afkomstig was uit den kelder van
een huis. Met den dierkundige Cu-
vier stelde hij vast, wat het was en
samen overlegden ze, hoe het been er
gekomen kon zijn. Allengs voort-
r edenee rende kwamen ze tot de slot
som, dat de vondst bewees, dat vroe
ger zee was geweest op de plaats
waar nu Parijs staat, zoodat de bo
dem enorm moest zijn gerezen.
Het spreekt vanzelf, dat beide ge
leerden een voorwerp, dat zoo'n
merkwaardige ontdekking ten gevol
ge had gehad, graag wilden behou
den. Ze namen dus het besluit, de
kaak te verdeelen, haalden een zaag
en begonnen die door te zagen. De
sporen daarvan zijn nog duidelijk te
zien. Maar het duurde niet lang, of
Curter, met Fransche aandoenlijk
heid, stortte tranen en wou maar
liever de kaak aan dien collega af
staan, dan ze verminken.
Zoo kwam het voorwerp naar Ne
derland en ten slotte in Teylers Mu
seum. Maar daarmee was wel de his
torie van de kaak ton einde, doch
niet die van den Parijschen bodern.
Naderhand kwam uit, dat in 't huis
waar de kaak was gevonden, een
kapper gewoond had, die op zekeren
dag om reclame voor zijn zaak te ma
ken, het voorwerp gekocht had als
gedeelte van een aan de Fransche
kust aangespoelden walvisch. Toen
heit nieuwtje eer af was, had hij de
kaak in zijn kelder gesmeten.
Daarmee kwam de hypothese van
dern Parijschen bodem op noodlottige
wijs te vallen.
Maar ik heb deze week in Teylers
Museum ook nog iets anders gezien.
Niets meer of minder, dan de C u 1-
1 i n a B-diamant. Koning Eduard VII
moet de vorige week incognito te
Haarlem zijn gekomen, onder den
naam van hertog John Bull. Met
plezier bekeek hij de winkels, waar
onder die met het woord lunch
room hem vooral bekoorden, 't Was
Zijne Majesteit niet uit heit hoofd te
praten, dat daar landgenooten moes
ten wonenwaarom zouden ze in
Nederland anders een Engelsch
woord op hun ruiten zetten Toen
de koning te Teyler kwam en daar
al de kostbare gesteenten zag, zet
hij „Kijk, dat vind ik een aardige
verzameling, willen jullie soms den
Cullinan-diamant een week of zee
van me in bruikleen hebben Toen
ik van mijn eiland kwam, heb ik hem
in mijn vestzak gestoken, om hem
aan dezen en genen te laten zaen.
Maar stuur de steenen netjes terug,
hoor, en franco, vooral franco I Ner
gens heb te meer hekel aan, dan aan
strafport betalen."
En zoo kun je nu den beroemden
diamant in een vitrine zien liggen
met negen andere steentjes, die van
hetzelfde diamantbrok gesneden zijn.
Maar van glas, vat je, want het heele
verhaal van koning Eduard is maar
lak, zooals de meeste verhalen over
gekroonde hoofden. Toch ls het aar
dig, die stukken glas te zien liggen,
precies geslepen als de echte diaman
ten, al kosten ze met hun Benen ook"
niet meer dan zes en dertig mark,
wat een zooveel honderdduizendste
deel van de waarde der echte wezen
zal.
Ocli ja, er is, ook buiten het dia
mantvak, meer namaak dan echt te
de wereld, daarom is dan ook het
eerste goedkooper dan het laatste,
zoodait niemand iets te reclameeren
heeft. Zoo heb je ook in de letteren
groot onderscheid de taal van Von
del, Bilderdijk, Kloos en Van Deyssel
is heelwat anders, dan die van kaai*
toor en kanselarij.
Zoo hebben ouders van leerlingen
aan onze hoogere burgerscholen een
circulaire gekregen, waarin staat te
lezen, welke schoolgelden met 1 Sep
tember verschuldigd zullen zijn. In
dit drukwerk komt de volgende
prachtige volzin voor
100 per jaar voor lederen leer
ling aan eene dier scholen, die
zelf vast en voortdurend verblijf
heeft binnen de gemeente Haar
lem, ook al hebben zijn oudere
(beiden of een van beiden) of al
heeft zijn voogd elders hoofdver
blijf.
Tot zoover deze phrase, waaraan
vooreerst ontleend kan worden, dat
er sprake is van scholen, die zelf
vast en voortdurend verblijf hebben
binnen de gemeente (heeft men mis
gelden aan de verplaatsbare muziek
tent van Koninginnedag gedacht
en waaruit verder kan worden opge-,
maakt, dat alle leerlingen in Haar
lem 100 moeten hetalen.
De ouders zullen zich ndet licht
vergissen. De menschen betalen niet
gauw méér dan zij moeten. Maar
mooi Nederlandsch is het toch ntei 1
FIDELIOl