HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. FEUILLETON Een dappere Vrouw VRIJDAG 28 MKI 1909 Suitenlandsch OverzIcM SCHANDALEN. Nu Ln Frankrijk Reeds gewaag den we met oen enkel woord va® de wonderdaden van kapitein Marix, die er zich op beroemde zóóveel invloed op de autoriteiten te hebben, dat hij kon maken, dat een veroordeelde een belangrijke vermindering of zelfs ge- heele kwijtschelding van straf kreeg. Natuurlijk, wanneer de veroordeel de aan Marix voor zijn bemoeiingen oen belooning gaf I Geld Is Immers de ziel van alle negotie 1 De kapitein had vele klanten en.... verdiende een aardig jaargeld. Of Marix dan inderdaad verminde ring van straffen kon bezorgen Blijkbaar wel, want eer worden na z'n ontdekking veel namen genoemd van personen, die door zijn bemidde ling een buitengewoon milde veroor- deeling gekregen hebben. Hoe hij dat bewerkte? Bij een huiszoeking Ln de woning van den verdachte zijn vele brieven in beslag genomen. Daarin worden in verband "met de zaken va® den eigenaardige® „advocaat" namen ge noemd van vele autoriteiten, parle mentsleden, rechters, enz. Zij allen hadden hun namen gezet onder ver zoekschriften om gratie of straf veria- ging. De eerste oogst heeft al de na men van 22 autoriteiten gegeven en Marix beweert op dreigenden toon, nog veel meer vriendjes te hebben. Eigenaardig is, dat al die 22 heeren brutaal-weg ontkennen met Marix in bijzondere relatie te staan. Jawel, 't zijn hun handteekeningen ondier de stukken maar zijn laings sdinunen weg verkregen. Een goede kennis zei „Amice, ik heb hier een weldadig heids-verzoekje, zet er even je naam onder." Zoo zijn de handteekeningen verkregen. Zeer geloofwaardig is deze verkla ring niet. Men teekent niet vier, vijf, tien stukken zonder één keer eens vluchtig den inhoud te lezen. 't Moet dus wel geloofwaardig zijn, dat Marix vele kennissen onder de autoriteiten had, die hem bij z'n affai re een handje hielpen. Inderdaad een zonderlinge geschie denis. Nu zit de kapitein zelf „achter slot en grendel" en wordt met gevangenis, straf bedreigd, 't Klinkt nu „genees meester, genees u zelf." Laat de kapi tein nu zijn kunsten bewijzen, door zich zelf een geringe straf te bezor gen. Maai-.... nu ls hij z'n vriendjes en helpers kwijt.... Jaures schrijft in zijn Huinanité zeaer eeuige ware woorden, wanneer hij er op wijst, hoe de val van deze scnijnbaar onkreukbare mannen dui delijk blijk geeft van het bederf, dat in ue openbare zeden woekert. „ik zeg het zonder huichelarij én zonder mijzelf los te maken van de gerueene aansprakelijkheid. Er ont wikkelt zich een bedenkelijke club geest dat is duidelijk. De kleinzieli ge politieke strijd roept coterieën i® het leven. Zij t gij van die partij Behoort gij tot die groep, tot deze vere&niging Het antwoord op die vraag geeft den doorslag. Men onder zoekt niet meer men wint geen in lichtingen in naar de persoonlijke waarde van een menschmen oor deelt, dat men een partijgenoot zijn hulp niet kan weigeren zonder een verrader te worden. Zoo heeft ook ka pitein Marix aanbevelingen verwor ven, die hij in het minst niet verdien de. Door de groote massa van schéë- ve verhoudingen en kleine fouten gaat het algemeen zedelijk peil naar om laag." Nu schandaal No. 2. Dit staat (natuurlijk I) in, verband niet de marine. Eenigen tijd geleden heeft een maatschappij aan een re- geeringsambfcenaar een enveloppe met inhoud aangeboden de rede is begrijpelijk De man was zoo eerlijk de poging tot omkooping aan z'n chefs te vertellen, en zoo kreeg mi nister Thomson de stukken in han den. Er kwam geen vervolging... Minister Thomson was later ver trokken en ook z'n kabinetschef. Evenzoo alle stukken, die betrekking hadden op de omkoop-geschiedenis. Th an a is de zaak weer opgerakeld. Er is een huiszoeking bij den vroe- geren kabinetschef gehouden, waar bedoelde stukken en ook nog andere in beslag genomen zijn. Zal er nu een vervolging plaats vinden? En waarom niet onder minister Thomson FüRST EULENBURG. Misschien is deze „affaire" ook w«ed onder de schandalen te rekenen. Ge heel zuiver is de zaak althans niet. Men weet, dat de vorst beschuldigd wordt van meineed en van andere, nóg leed ijker dingen. Na lange weife ling werd eindelijk tot een vervolging overgegaan en de verdachte in hech tenis genomen. Let nu op den loop der gebeurtenissen. Hij ging uit de oei naar een gemakkelijke kamer om door eigen verpleegsters verzorgd te wor den daarna naar een particulier zieleen,huis, toen naar z'n kasteel en nu... naar de badplaats Gastei® En dat terwijl 't heet, dat hij te zwak is om een berechting van z'n zaak te volgen.... DUITSCHE BFLASTINGEN. De financieel© Rijksdagcommissie ls aan de belastingpers aan 't werk. Nu is de tabaksbelasting weer goedgekeurd. Het rook-geref in DuitschJand Ls al duur, maar na de officieeie goedkeuring van de nieuwe verhuogmgen, wordt 't nog veel er ger. 't iDvoerrecnt op sigaren wordt met 1ÜU0 Mark per 1ÜU K.G. verhoogd, en dat op tabak met 57 Mark op 100 K.G. De Duitsche bankiers gaan protest- vergaderingen houden tegen de belas tingvoorstellen ,die 't bankwezen en de industrie belasten. Of 't zal heLpen DE ONTSLAGEN POSTIERS IN FRANKRIJK. Nauwelijks is de poststaking ge ëindigd en begint er een klein beekje orde in de gestichte chaotische ver warring te komen, of de beruchte am nestie komt al weder op het tapijt. De afgevaardigde Jules Coulant heeft den munster-president medege deeld, dat hij een wetsvoorstel zai in dienen, om amnestie te verleeneoi aan de ontslagen postbeambten, aangezien hij meent, dat op de jongste crisis, doe in liet land woedde, wel een daad van verzoening, van vergeven en vergeten mag volgen. Clamenceau zal 't zijne daar wel te gen inbrengen. TERECHTSTELLINGEN IN KONSTANT1NOPEL. De waak' van J ong- op Oud-Turken duurt voort. Diepe indruk werd ge maakt door een aantal terechtstellin gen, die gisteren plaats haddenon der de ter dood gebrachten behooren 2 koloneis. de vroegere eerste Eunuch van Yildiz, hooge burgerlijke ambte naren en journalisten. DUEL-LUSTIGEN. 't Fransctie nainerlid Labori ver weet bij het oenat den onuerstaats- secretaris van oorlog, dat hij meende niet een regeering te doen te hebben, die capituleert. 't Gevolg was, dat de staatssecreta ris meeiiiue met een persoonlijke be- Jeedig'ing te doen te hebben. Dus dueheeren I De getuigen maakten evenwel uit, dat Labori geen persoonlijke beieedi- ging bedoeid had, maar een beschul diging aan de regeering in 't alge meen. Dus niet duelleeren I VLOOTDEBATTEN IN ENGELAND. Voor de zooveelste maal heeft 't En- gelsche ministerie in 't Lagerhuis ver klaard, de tweemachtsstand aard te zuilen handhaven. En toch ls menig EngeLschman nog niet gerust 1 NIEUWE ONLUSTEN IN 'T TURKENLAND. Nu worden de Arabieren rumoerig en bedreigen de Jong-Turksche re geering. Zij verlangen voor zich in Syrië een soort van plaatselijke auto nomie. Met reden achten ze zich ach teruit gezet. De 6 millioen Turken hebben in 't parlement 140 afgevaar digden en de 16 millioen Arabieren slechts 40. Sedert de afzetting van Abdoel Ha- raid is de verbittering tegen de nieu we regeering nog gestegen en thans is de toestand van werkelijk ernsti ge n aard. Een berichtgever van het „Berl. Tag-eblatt", die thans in Syrië reist, seint daaromtrentDe toestand in Syrië is uiterst bedenkelijk. De be weging voor zelfbestuur neemt toe in omvang en kracht. De algemeen© leus is„eigen ambtenaren, eigen be stuur". De troepen, te Damascus in garnizoen, weigeren den Sultan te er kennen. Men vreest voor een algemeenen opstand. Stadsnieuws Monument Huygens. Hedenmiddag la in den tuin achter het Gebouw der Hollandsche Maat schappij van Wetenschappen, op bet Spaarne overgedragen een verklein de reproductie van het Huygens-mo- n urnen t, dat uit een legaat uit die latenschap van Dr. Bleekrode te *b- Gravenhage zou zijn opgericht. Dit verkleinde monument is door di recteuren der Maatschappij ten ge schenk© aangeboden aan prof. dr. J. Bosscha, bij diens aftreden als secre taris. Prof. Bosscha heeft verzocht dit monument tie mogen doen plaatsen in den tuin achter het gebouw der maat schappij, waar hedenmiddag de over dracht plaats had. Het monument Is van zandsteen opgetrokken en rust op een vierzijdig voetstuk, omgeven door half-cirkel- vorinige trappen. Op het onderstuk leest men de volgende opschriften: CHRISTIAAN HUYGENS XIV Aprilis MDCXXIX. VIII JULU MDCXCV Bagae Comitis Munifioentia et Pietate L. Bleekrode Civis Haga Op de tweede zijde: Temporis in ven it Mens uram, Ignisque Movendi Vim fugtente du qualioet Arti frul Meetwerktuig van den tijd vond hij uit, Van het vuur de beweegkracht Die van den vluchtigen dag 't Kunstig gebruik ons verschafte. Aan de derde zijde: Arti ocuLi ingenio Pro Movit Mentis Acumen Et prus egnotas Duxit lnvrl-vias. t Oog van den mensch door zijn kunst Door zijn vernuft zijn denken ver scherpend, Wees hij den vorschenden geest ba nen op duister gebied. En op die vierde zijde: Qual vaieanit leges motus quantque codentes impulsu moles terra Trahat Daciut. Wetten van snelheid en kracht Die de stoffelijke wereld beheeracheh Leerde hij kennen en bond D'aardbracbt aam maat en getal. Het monument, dat een vierzijdig prisma vormt, is versierd met een uitgehouwen beeld, voorstellend de figuur van den geleerde en drie re liefs verzinnebeeldend Huygens' ar beid, evenals vier medaillons boven deze vier vlakken aangebracht tus- schem de gestalten van vier geleerden der oudheidHipparchus, Euklides, Archimedis en Aihazen, als vertegen woordigers van de Mechanica, Geo- rnetria, Physica, Astronomia, welke woorden in gouden letters evenals de bovenvermelde opschriften in den grijzen steen'zijn gegrift.. Middenop 't monument rijst een achthoekige, gekroonde zuil ,di© vier vrouwenfiguren draagt, welke een cirkel-samenstel torsen, voorstellend het heelal. In de rede van Prof. Bosscha, die hieronder volgt, vindt men een na- de ie beschrijving van ©enige gedeel ten van het monument. Deze rede luidde Koninklijke Hoogheid, Mijne Heeren, Een eenvoudig Haagsch bur ger, wLen de nederige taak van leeraar in de natuurkunde aan eene burgerdagschool de geestdrift niet kon blusschen voor de wetenschap zijner keuze noch voor den roem van zijn land, heeft eene daad verricht, maar al te zeldzaam in Nederland. Hij heeft bijna zijn geheele vermogen bestemd om na zijn overlijden te die nen tot tweeërlei doeleen openbare hulde aan den Nederlandschen na tuurkundige, die sedert meer dan twee eeuwen in onze geschiedenis de allerhoogste plaats blijft bekleeden aan Christiaan Huygensen ten twee de het bevorderen van onderzoekin gen van natuurwetenschap door gel del ij ken steun. Te dien einde ver maakte hij aan d© Hollandsche Maat schappij der Wetenschappen zijn ge heelnalatenschap met uitzondering van eeniige kleinere en van twee aan zienlijke legaten, eene van f 40,000 aan dezelfde Maatschappij en eene van f 20,000 aan de Royal Institution te Londen. Het legaat aan de Hol landsche Maatschappij werd ver maakt onder beding, dat die Maat schappij het bedrag van f 40,000 zou besteden aan de oprichting van een standbeeld voor Christiaan Huygens, dat geplaatst zou moeten worden in het voornaamste, door hem bij nairie aangeduide stadskwartier der Hof stad. Aan deze beschikkingen was de bepaling toegevoegd, dat, bijaldien het Gemeentebestuur van 's-Graven- hagie het door de bemoeiing van Di recteuren uit te voeren standbeeld vau Christiaan Huygens mocht wei geren, de Holla ndsche Maatschappij <u. haar toebedeelde som onder den naam van „Bleekrode-fonds" zou blij ven beheeren, de renten daarvan zou besteden voor een of ander weten schappelijk doel ter keuze van Direc te uien, en daarvan elk jaar in de al gemeen© vergadering de bestemming zou bekend maken. Bleekrode prijzende als een man van vurige meen ing en van vasten wil, wees spr. er op, hoe hij een op merkelijk voorbeeld werd van wat een leeraar met de hulpmiddelen eener middelbare school kan voortbrengen aan zelfstandig wetenschappelijk werk. Vooral trokken hem aan nieu we uitvindingen, die van bijzonder vernuft getuigden en practische toe passing vonden. Zoodra daarvan het gerucht hem bereikte, rustte hij niet, voordat hij die zich zelf had eigen ge maakt en beproefd had er iets aan toe La voegen. Spr. herinnert hierbij aan de influentie-electriseermachines,, be. raiding van vloeibare gassen. Bleekrode bracht een geregelden ra diografische® dienst van het licht schip buitengaats den Maasmond met den vasten wal tot stand, en hij mocht er zich op beroemen het eerste werke lijke radiogram hier te lande met. eigen toestellen te hebben overge bracht Zoo groote voorliefde voor experi menteel werk ontwikkelde een groote bewondering voor Christiaan Huy gens, den natuurkundige, die met be trekkelijk geringe hulpmiddelen de ruwe en hoogst onvolkomene uurwer ken, waarin de horizontal© balans door opeenvolgende stooten werd heen en weer geworpen, wist te herschep pen tot de slingeruurwerken, waarin <le tijd naar een geheel nieuw begin sel kan gemeten worden met een juistheid, die nog heden ten dage on overtroffen is, en die ook weldra er Ln slaagde, de zwaartekracht door de veerkracht eener spiraalveer vervan gend, datzelfde beginsel toe te pas sen op de zakuurwerken. In Chris tiaan Huygens eerdie hij den geleerde, die de beste kijkers van zijn tijd ver vaardigde, die de luchtpomp voorde practische behoeften der experimon- teerkunst inrichtte, den barometer door den controleur tot verhoogde ge voeligheid bracht, en die het kunst stuk verrichtte de samengestelde web ten van de dubbele breking van het IJslandsche kristal, een der grondsla gen zijner lichtieer, te ontwarren met geen andere hulpmiddelen dan een hl ad pupier, een potlood en een ver deelde llueaal. Bleek rode s verdiensten waren er kend door zijne benoeming tot lid van het Bataafsch genootschap voor proefondervindelijke wijsbegeerte te Rotterdam, van het Provinciaal ge nootschap voor kunsten en weten schappen te Utrecht, van de Holland- sclie Maatschappij der Wetenschap pen te Haarlem, en van de British In stitution te Londen. De NedeaTandscbu Regeering had zijne bemoeiing met de radiografie beloond door zijne benoeming tot ridder in de Oranje-Nassau-orde. Voor den met Christiaan dwee penden natuurkundige moest het wel een bijzondere ergernis zijn, wanneer in zijn omgeving de naam Huygens genoemd werd, herhaaldelijk te moe ten ervaren, dat men wel Constan- tijn den dichter der Korenbloemen, maar noch deu wereldberoemden Christiaaa kende, noch diens trou wen makker, den kunstlievenden jon gen Constant!] n. Met die gevoelens vervuld nam hij den secretaris van de Hollandsche Maatschappij in zijn vertrouwen, om hem mee te deelen, dat hij wellicht de beschikking zou verkrijgen over heit kapitaal van iemand, die ver langde het Haagsche publiek beter in te lichten door een gedenkteeken aan Christiaan gewijd. Hij stelde de vraag of de Hollandsche Maatschappij zich daarmede zou willen belasten. Op de wedervraag of hij de utigaaf van Huygens' werken, die zoo zeer gepre zen was als de best© wijze om de her innering aan oen groot geleerde te vereeuwigen, niet voldoende achtte, was zijn beslist antwoord, dat de per soon, dien hij bedoelde, verlangde dat een stoffelijk gedenkteeken Chris- tiaan's verdiensten meer algemeen ook voor het niet geleerde pubbek zou bekend maken. Meermalen kwam hij op dit onderwerp terug, totdat hij in den zomer van 1904, den secre taris daartoe opzettelijk in Gelderland opzoekende, duidelijk te kennen gaf, dat hij zelf de bedoelde persoon was, die aan de Maatschappij de middelen wilde nalaten om het beoogde doel te verwezenlijken. Uiit alles blijkt, dat er bij Bleekrode veel aan geiegen was de uitvoering van het gedenkteeken, of van het standbeeld gelijk liet in zijn testament genoemd wordt, aan kenners van Huygens op te dragen. Hij had er de kans voo rover, dat zijn lievelingsdenkbeeld in het geheel niet verwezenlijkt zou worden. Een Gemeenteraad is wel met het liohaam, dat m (1© eerste plaats kan geaoht worden geroepen te zijn om den vorm te bepalen, waarin een standbeeld de hulde moet uitdruk ken, te brengen aan een groot ge leerde, die in de 17de eeuw een voor vele volgenden blijvenden invloed heeft uitgeoefend op d© ontwikkeling van natuur-, wis- en sterrekunde. Directeuren wendden zich tot den meest beroemden architect van Ne derland. En Dr. Cuypers heeft van zijne zijde getoond zoo hoog te staan, üat hij geen middel verzuimde om door te dringen in den geest van Christiaan Huygens en het eigenaar dig karakter van diens werk. Zoo verrees als achtergrond, waar tegen Huygens' beeld uitkomt, een in strenge lijnen omhoogstrevende ©ere zuil van Huygens" werk, de beelden dragende van de oud© wijsgeeren die hij, die in de oude klassiek grootge brachte jonge man, als zijne leer meesters vereerde, en op wier arbeid hij voortbouwdevan Hipparchus, Euklides, Archimedes en Alhaze®. Eene zuil op welker wanden de meest kenschetsende momenten uit Huy gens' wetenschap pel ijk leven in tafe- roelen zijn afgebeeld en wel juist die gene, die door het jongste historische onderzoek op grond van onwraakbare bescheiden in een nieuw licht zijn verschenen, te weten: Huygens' werk zaamheid aan de Fransche Akademie en zijne uitvinding der buskruitma- chine, Huygens 'invloed op Newton's werk en zijne onvergankelijke ver diensten in de leer van het licht en der mechanica. De bekrooning der zuil wijst zinnebeeldig aan, hoe Huy gens' werk, ook in zijn eigen over tuiging, er toe kan bijdragen dein menschelijken geest op te heffen tot eene hoogere wereldbeschouwing, dan die welke gebonden is aan ons aardsch bestaan. Niet minder zinrijk is het eigen lijke standbeeld. Iiuygens is er voor gesteld ln rustige houding in getrou we navolging van een ons door een tijdgenoot, den kunstenaar Edelinck, overgeleverde afbeelding, in de hou ding alsof hij een zijner dagboeken opneemt, de beste kenbronnen van wat er in zijn geest is omgegaan, van zijn vernuft, en van zijn verreikend iinzicbt. Hoewei hei ongerijmd zal schij nen", schrijft hij, „zoo komt het toch niet onmogelijk voor, er te bedenken om door de lucht t© gaan, want het groote beletsel van de vliegkunst is tot nog toe de moeilijkheid geweest, zeer lichte werktuigen te vervaardi gen., die eene zeer machtige beweging kunnen voorbrengen. Wat Bleekrode als mogelijk heeft voorzien is werkelijkheid geworden. Heit door Dr. Cuypers ontworpen mo del, door het dagelijksch Bestuur van 's-Gravenhage met groote ingenomen heid aanvaard en bestemd voor cl» door den Ontwerper gewenschte plaats, is door den Gemeenteraad ge weigerd. Het is hier niet de plaats den on- verk wikkel ij kien loop te schetsen, dien de onderhandelingen van het Haagsche Gemeentebestuur met Di recteuren onzer Maatschappij geno men hebben. Niemand kon de weigering om Cuy pers kunstwerk te aanvaarden die per als eene miskenning en een on recht gevoeld hebben, dan degeen die de hooge ©er heeft gehad den groo tten kunstenaar de gegevens te ver schaffen, die deze voor het samenstel len heoft noodig geacht, die er getui ge van geweest is hoe liet gedenktee ken allengs is ontstaan uit diepe stu die en nadenken, uit de standvastige i begeerte het beste te verwezenlijken, zonder welke immers geen ernstige kunst mogelijk is, di© erkennen moest dat het ontwerp het ln steen en metaal verwezenlijkte beeld is, waarin de meest eigenaardige ver diensten van Christiaan Huygens zijn samengevat, die vooral ook van bewondering vervuld is geworden voor die verhevene objectiviteit van den kunstenaar die door zoovele mo numenten van geheel andere strek king en daardoor ook van geheel an dere uitdrukking heeft uitgeblonken, eu thans een zoo zuiver beeld vim een natuuronderzoeker gaf. Directeuren van de Hollandsche Maatschappij, deze gevoelens van den scheidenden Secretaris kennen de, hebben terecht gemeend dat zij hem geen treffender blijk van hunnie waardeering konden geven, geen hoo gere voldoening voor teleurgesteld rechtsgevoel, de grootste smart dia men bij' het opgeven van zijn taak ondervinden kan, dan door het mo nument van Christiaan Huygens, naar Cuypers ontwerp, zooveel hun mogelijk was,, desniettemin tot stand te brengen en den Secretaris aan te bieden met verlof het te plaatsen waar hem goed dacht. Waar kon aan Bleekrode's wensch, na de ondervonden weigering, beter voldaan worden dan op het terrein dor Maatschappij welke hij met zijn* loffelijke opdracht vereerde? Zou Huygens zelf, indien hij getuige ge weest ware van dén ge voerden strijd, deze plaats niet hebben aangewezen en zelfs, gedachtig aan zoo menige uitspraak zijner vereerde klassieken, verkoren hebben boven eene openba re opstelling voor de oogen der on ingewijde menigte? Er blijft mij over, aldus eindigde spreker, mijnen innigsten, mijnen on- uitsprekelijken dank te betuigen voor de beschikkingen van Hoeren Direc teuren. Aan hunne hoede blijve het monument toevertrouwd, gelijk ook onder hunne hoed© de eer gesteld zij der Maatschappij die niet gedoogen kan dat een Besluit van Directeuren, genomen naar het advies der door hen gekozen raadslieden zou wijken voor den „civium ardor." ORGELBESPELING ln de Groote of St. Bavokerk te Haar lem, op Dinsdag 1 Juni 1909, des namiddags van 1 tot 2 uur, door den heer W. Ezerman. Programma Na. 1. Inleiding en Fuga, W. T. Best. No. 2. Andante (le Symphonte), Beethoven. No. 3. Sonate No. 2, A. Guilmant a. Allegro maestoso. b. Pastorale. c. Allegro con brio. Nol 4. Andante funèbre, J. Svend- sen. No. 5. Aria Mondnacht, Schumann. Rubriek voor Vragen Geabonnoerdeu hobbeu liet roorreoh vragen op rarsohilUnd gobl«d, mlt» roof beantwoording vatbaar, lii te neadon b(| da Redactie van Haarlem'» Dagblad, Groot* Houtstraat 58 Alle antwoorder, wordau gahaal koatalooa gegevan en, voor soovaal mogal(Jk la, dan dag na da Inzending. Aan vragen, dia niet volledig naam «n woonplaats van den inzender vermelden, wordt geen aandaoht geschonken. VRAAG. Kunt u mij ook een adres opgeven waar men zich ver voegen kan voor een betrekking in Indië met vrijen overtocht of voor schot op de reis ANTWOORD. Een aigeuieein bu reau daartoe bestaat niet. Welk vak verstaat u Als we dat weten, kun nen wij misschien inlichting geven. VRAAG. Dezen winter heb ik mijn naaimachine weggebracht27 Junii a.s. is de tijd verstreken. Kunt u mij misschien zeggen, waar ik geld ter leen zou kunnen krijgen, om iede re week een gedeelte af te betalen ANTWOORD. Dergelijke hulp wordt wel verstrekt, maar wij kun nen u daarvoor moeilijk een adres opgeven. Zijn er geen bemiddelde mensehen, dio u ©enigszins van nabij kennen Vraag het een hunner. VRAAG. Kunt u mij ook het adres opgeven van Jhr. G. Graafland, 22) Hij was blijkbaar ln zijn eten ge stoord en met vollen mond riep hij luidruchtig Komt daar de verpleegster uit Bombay Neen, Erasmus zij heeft zich vrijwillig aangemeld, antwoordde mijn gids. Haar kamervrouw is ziek geworden in het reizigersstation daar gaat zij, hij wees naar de bran card, en mejuffrouw Ferrars heeft haar diensten aangeboden aan de vrouwen en kinderen in dit kamp. Zoo 1 zoo mompelde hij, en ik had al mijn kracht noodig om zijn raadselachtig onderzoekenden blik moedig te doorstaan. Ondervin ding Neen, antwoordde ik, maar berelid om te loeren. Er zijn e enige menschen, die u Wensohen te spreken, mijnheer, zei Erasmus, voor heel dringende zaken. O, heel goed dan laat ik deze dame aan uw zorg over. Zij moet dadelijk ingeënt worden, en iets te éten hebben en vraag mtvr. Manuel om haar ter zijde te staan. Goeden dag, juffrouw Ferrars; ik zal zor gen, dat u uw bagage krijgten mijnheer Thorold nam zijn hoed af wieg. HOOFDSTUK XII. Erasmus, de apotheker, maakte in zijn klein heiligdom recepten klaar en heerschte met ijzeren soepter over do vrouwenafdeeiing van het pest- kamp. Hij vaardigde wetten en be sluiten uit, onderrichtte zijn assis tenten en strafte alle ongehoorzaam heid, lafheid of onverschilligheid met zware hand. Hij was een sterk man, toegerust met veel persoonlijke kracht een ware Napoleon onder j d© apothekers. Hij was gewoon da gelijks achter de recepteert afel te staan., den pols te voelen, tongen te inspects ere®, bedreigingen e® bemoe digende woorden te uiten, raad of vermaningen te geven en ik geloof vast, dat er veel patiënten gestorven zouden zijn, als de vrees voor Eras mus hen niet staande had gehouden. Hij kon niet verdragen, dat zij levens moede worden, alleen de vrees voor zijn stem wekte hen al op uit hun noodlottige moedeloosheid. Wat de stof van verpleegsters én vrouwen van lagere® stand betreft, zij waren zwak en overwerkt en smolten tegen- j over zijn woede weg als sneeuw voor de zon. Daar was eerstens mevr. Manuel, de vrouwelijke dokter zijn supé rieur die hij heftig afsnauwde en met de grootste minachting behan delde vervolgens vier getrainde in- landsche verpleegsters en haar help sters maar dit aantal was onvol doende voor het aantal gevallen, dat dagelijks binnen kwam; daarom, toe® mijnheer Thorold mij aan den apo theker voorstelde, viel hij op mij aan met de gulzigheid van een uitgehon gerde® hond op een schapenboutje. Eerst bracht hij mij in zijn heilig dom e® gaf mij een deel van zijn avondmaal, dat bestond uit een niet meer jonge kip en heerlijke, geurige koffie, waarvoor ik oprecht dank baar was. Toen wij ons maal in plechtige stilte geëindigd hadden, ging hij mij voor in de kleinte apo theek, en na mij bevolen te hebben, mijn arm te ontbloot©®, entte hij mij in met een scherp instrument, dat veel op een stopnaald leek, die hij met ee® soort van helsch genoegen in mij® vleesch stak. Daarop gaf hij een bevel in een voor mij onbekende taal, het volgend oogenblik hoorde ik een geruisch van vrouwenkleeren, e® een klein vrouwtje in een grijze japan stond in onderdanige houding bij de deur. Mevrouw Manuel, hier is eene dame, die u bij uw werk wil helpen, zei Erasmus, met het gebaar van een soeverein, die aan zijn slaaf een of andere gunst toestaat. Mevrouw Manuel was klein, don ker e® onbeteekenond. Haar glanzend zwart haar was glad weggestreken va® ©en hoog voorhoofd en een ver standig, leelijk gelaat, waaruit een paar zwarte oogen als schoenknoop jes te voorschijn kwamen. Even bleef zij mij met de grootste verbazing aan staren ernstig critiseerde zij mijn nieuw-modische® stroohoed, mijn zij den stofmantel, mijn nette, bruine 6choenen allemaal deel uitmakend van mijn uitzet. O, ja, vervolgde Erasmus, haar zoo ontheffend van de noodza kelijkheid om te spreken, zij ziet er niet uit als een verpleegster, niet waar Haar kamervrouw heeft de pest een leelijk geval en mijn heer Thorold zelf heeft haar hier ge bracht uit het reizigersstation. U moet Miss Ferrars morgen afdeel ing IV geve®, neem haar nu mee en laat haar haar kamertje zien. Ja, mijnheer Erasmus zeker, mijnheer Erasmus maar welk ka mertje vroeg de vrouwelijke dokter op zwakken en onderworpen toon. Wel, natuurlijk het kamertje van mejuffrouw Smith er is geen ander. En als zij daar iets tegen heeft 1 hier wendde hij zich met een kwaadaardige® blik tot mij dan is er nog altijd het reizigers station Ik verwacht u morgen te acht uur precies hier, om uw instruc ties in ontvangst te nemen, voegde hij er bij. Zij heeft haar avond eten al gehad, mevrouw Manuel, ©n met een handgebaar werd ons veroorloofd heen te gaan. Heeft u ooit zoo'n monster meei gezien riep mijn vrouwelijke gids uit, terwijl zij mij tusschen twee rijen hutten heenbracht. Hij is zeker van respectabele af meting, stemde ik toe. Hij is zoo dik als een tonmaar ik bedoel zijn manieren. O 1 riep ik lachend uit, ik wist niet, dat hij manieren had. Hij heeft ze ook niet, niet meer dan een varken. Als men hem hoort praten, zou men denken, dat HLJ de dokter e® ik de apotheker was. Ja, dal zou men ook. En. ik heb een gi;aod behaald in Calcutta, en hij is de zoon van een kok uit Chittagong I zei zij, bevend va® woede. Hij regeert dit kamp ten minste de vrouwenafdeeling. Iedereen is bang van hem hij scheldt en vloekt als een beer. Hij doet toch zeker nog wel meer dan dat bracht ik hier bezorgd tegen in. O jahij heeft ideeën en erva ring zoowel als een tong. Hij heeft wel een soort van gezond verstand dat geef ik toe maar ik ben bang va® hem en ik kan niet tegen hem op. En u is dus een vrijwillige ver pleegster Ja, antwoordde Ik, en zonder eenige ervaring. Ik zal dankbaar al les trachten te loeren, wat u mij wil onderrichten. Nu, da® moeten wij zie®. Wij hebhe® hulp hroodnoodig. Hier ls uw. kamertje, en zij duwde een deur open e® wij traden binnen. Heeft u er niets tegen Ik zag een klein, laag kamertje^ met matten behangen. Er lag een mat op den vloer, vorder stond er een net veldbed, een leuningstoel, een lamp en een tafel. Het bed scheen pas op gemaakt, mijn bagage was binnenge bracht en losgegespt. Het ziet er heel gezellig uit, merkte ik op. terwijl ik rondkeek en aJ deze kleinigheden opmerkte. Ja ik zie, dat mijnheer Tho rold al orders gegeven heeft. Weet u zeker, dat u er niets tegen heeft. herhaalde zij veelbeteekenend, ik bedoel om hier alleen te slapen Neen, werkelijk niet, antwoord de ik zonder aarzelen. Waarom ter wereld zou ik ©r 'ets tegen hebben en ik keek haar vragend aan. Omdat juffrouw Smith hier stierf, in dit bed. Maar u heeft zeker sterke zenuwen voegde zij er aar zelend bij. Ja. tWordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5