Verschijnt degelijks, behalve op Zoa» en feestdagen.
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
36* Jwgang. Ho. 7969
DINSDA.8 8 JUNI 1909 A
ABONSEWENTEB
PBR DRIB ■AANDBNl
Voor Haarlem f 12&
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd la (kom der
gemeente)J-fO
Franco per post door Nederlandla®.
Afzond erUJVe nummers9~S^
GflUustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0J7H
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Loorens Custer. Directeur 1. C. PEESrBOCH.
ADVERTENTIÊWi
Van I—S regels 53 Cis.; iedere regel mea 10 Cts. Luiten het Arrondlaenient
Haarlem van 1—5 regels L- elke regel meer ƒ0. tb Reclames 30 Cent per regel
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
AdvertentlEn van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing)
50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant
Redactie es Administratie; Groots Houtstraat SS.
tatsreommaaaal Telefoonnummer der Redactie 600 es der Administratis 724,
DrnLitrljZnlder Bnltenspaarne 6. TeletooGnnmmer 122.
I'P' I Iii|i|if^nii|
TcS de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten bet Arrondissement Haarlem Jn dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA,
Waxmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
DIT NUMMER BESTAAI UIT
ZES BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD.
AGENDA
WOENSDAG 9 JUNL
Gemeenteraadsvergadering, IJ uur.
Muziek in. den Hout, 8 uur.
Stadsnieuws
O te 0n6 Heen.
Oir Ons Heem moet vandaag wegens
/ebrv.L aart ruimte achterwege blij
den.
MANNENKOOR „ONDER ONS."
Aan een verzoek van de Redactie,
om - bij uitzondering eens
kijkje te gaan nemen bij het nog niet
zoo heei lang bestaande mannenkoor
„Onder Ons", dat Zaterdagavond in
het gebouw St. Bavo eene uitvoering
gaf, hei, ik met genoegen gevolg ge
geven Naar men weet is dit man
nenkoor geheel gevormd uit werklie
den der Kon. Rijtuigfahriek van de
firma J. J. Beijnes en het publiek, dat
van de uitvoering profiteert bestaat
hoofdzakelijk uit de kameraden
hum familie zoodat de naam „On
der On,u" hier bijzonder wèlgekozem
mag heeten.
Naar wat ik van den koorzang
Jb-oo-xLe „Omhoog" van Hein ze en
„De liefste plek" van Loser kan
de meening wordiem uitgesproken, dat
de vereeniging in deai betrekkelijk
korten tijd van haai1 bestaan reeds
tot vi'ij toonbare resultaten is geko
men. Aan den directeur, den heer W.
P. J. van Gemert, ia het veilig toe
vertrouwd zijn zangers beschaving in
klank en uitspraak bij te brengen.
En al lieten de beide door mij gehoor
de werkjes hier en daar aan reinheid
van intonatie iets te wenschen over,
de rhythmische eenheid en goede nu-
anceertog maakten wel degelijk aan
spraak op waardeering. Zoo voort
gaande zal dit koor zich spoedig
waardige plaats onder de vele stede
lijke mannenzangve-recnigingen heb
ben veroverd.
Niet weinig draagt tot verlevendi
ging der belangstelling van de toe
hoorders bij de verscheidenheid van
afv-dsseling die het bestuur zorg
draagt in het koorprogram aan te
brengen. Zoo trad dezen avond op
onze bekende, zeer verdienstelijke di
lettant-baritonzanger, de heer An
ton Smit, begeleid door den heer P.
van Cittert, met een aria uit Don
Juan (vertaaide tekst) en liederen
van Verhuist, Heyblom en Pij zei; als
mede het duettistenpaar mej. C.
Biruin en den heer W. Muller, en het
mannen-kwartet „Zanglust", die al
len naar best vermogen meewerkten
om door hunne voordrachten ern
stige of komische den avond te mar
ken tot wat hij zonder eenigen twij
fel voor alle aanwezigen geworden is,
ml. een genotvol, onderhoudend
recht gezellig samenzijn.
PHILIP LOOTS.
Kanbesteding.
Gisteravond werd door de commis
sie van liquidatie der Coöp. Bouw-
vereeniging „Des Werk mans Doel",
alhier aanbesteed: Het veranderen
van de privaten met tonnenstelsel in
doorloopende privaten.
Ingeschreven werd:
D. Meijer, Santpoort. 4590.
Louw en Lubbers, f 4767.
A. Pot, Schoten, f 4862.
J. Turkenburg en Zn., f 3574.
L. Thames, Schoten, 3888.95.
J. J. Koning, f 4075.
A. T. Kreuger, 4699.
C. Rol, 4348.
De inschrijvers bij wien geen
woonplaats is vermeld wonen alhier.
Door den architect W. F. Doeglas,
alhier, is Zaterdag jl. te Zand voort
aanbesteed: Het bouwen van een
heerenhuis, op een terrein gelegen
aan den Hoogeweg aldaar en is ge
gund aan don heer S. Slagveld, aan
nemer te Zandvoort.
Voetbal.
Zondag speelde „Concordia" een
wedstrijd tegen de „D. O. S. B.", om
een voetbal, uitgeloofd door den heer
J. W. Kleinhout.
De rust ging In met 43 voor „Con-
jordla". Met het einde was de stand
6—6. Eerst na verlenging wist „D. O.
8. B." te winnen met 9—6.
Dienstweigering.
Men meldt ons:
Op de Zondag j.I. gehouden protest-
meeting te Haarlem, tegen het gevan
gen houden van den dienstweigeraar
Kamper, werd de volgende motie bij
acclamatie aangenomen:
„De groots openbare meeting te
Haarlem, gehouden op 6 Juni 1909 In
de groote zaal der Sociëteit Vereend-
ging, gehoord de bespreking In het
geval van den dienstweigeraar Chris
tian Kamper van Nieuwe- Nledorp
die in de gevangenis wordt geworpen
omdat hij uit gemoedsbezwaren zijn
militieplicbten niet kan vervullen,
verklaart openlijk een dergelijk op
treden van de regeer ing ten zeerste
af te keuren en spreekt hare volle
sympathie uit met het optreden van
Kamper."
Muziek to den Hout.
Muziekuitvoering op Woensdag 9
Juni, 's avonds 8 uur, door Haar
lems eh Muziekkorps, directeur de
heer Ch. P. W. Kriens.
Programma,
1. Marsch uit de Symphonische
Didhtung Mazeppa, Liszt.
2. Ouverture Obéron, Weber.
3. Paraphrase over Beethoven's
Kreuzer Sonate, Coenen.
4. Fantaisie de l'opéra „Pardon de
Ploërmel", Meyerbeer.
5. Ouverture Tutti in Maschera,
Pardrotti.
6. Einleiltung und Brautohor aus
dei' Oper „Lohengrin", Wagner.
7. Rondo pour petite flüte, solo,
Donjon. (Uit te voeren door George
Schmidt).
8. Fantaisie op Italiaanscbe opera's
Koppen.
ORGELBESPELING
op Donderdag 10 Juni, des namiddags
van 23 uur, In de Groote- of Sint-
Bavokerk alhier, door den heer W.
Ezerman.
Programma:
No. 1. Preludium en Fuga, J. S.
Bach.
No. 2. Adagio, M. Brosig.
No. 3. Sonate, A. Malllij.
a Allegro maestoso.
b. Andante.
c. Allegro con brio.
No. 4a. Scherzo, A. Guilmant.
b. Prière, A. Guilmant,
Dammen.
Zondag had hier ter stede de 3de
ontmoeting plaats in den nat ion al en
clubwedstrijd om het kampioenschap
voor Nederland, tusschen de damver-
eenigingem van Amsterdam, Edam,
Haarlem en Zaandam.
De uitslag was als volgt
Voormiddag 5e ronde
Haarlem Wit
Puntten.
1. W. J. A. Mail a 0
2. J. Meijer0
3. G P. ITeck2
4. D. G. Koning 2
5. A. M. Verkerk 0
6. A. J. Fortgens 2
Totaal 6
Zaandam Zwart
1. G. Fris 2
2. L. Kieviet0
3. S Troost0
4. C. v. Langelaar 0
5. F. v. d. Stad2
6. H. Huisman0
Totaal 4
Namiddag 6e ronde
Zaandam Wit
1. G. Fris2
2. L. Kieviet2
3. Jb Ris1
4. S. Troost2
5. F. v. d. Stad 0
6. H. Huisman0
Totaal 7
Haarlem Zwart
1. W. J. A. Matla 0
2. J. Meüer0
3. G. P. Heck1
4. D. G. Koning0
5. C. Serodini 2
6. A. J. Fortgens 2
Totaal 5
De laatsto ontmoeting heeft plaats
te Amsterdam, op Zondag 20 Juir
i.s., waar alle deelnemende clubs
elkander weder zullen ontmoeten,
terwijl s middags een gezamenlijk
diner zal plaats hebben in genoemd
café. Na afloop van den wedstrijd
worden de prijzen, benevens het kam
pioenschap van Nederland, de win
nende (dub toegekend, terwijl de tweo
spelers, die het hoogste puntenaantal
hebben behaald, in volgorde een
fraaie premie ontvangen.
Mili taire Zaken.
De sergeant Tinkelenborg van het
10e regiment infanterie, Is op zijn
verzoek uit den militairen dienst ont
slagen onder toekenning van oen
ski en.-
Regelmatigheidsrit N. A. C.
(Van onzen bij zonderen verslag
gever).
IV.
Koevorden, Maandagmorgen.
We hebben zoo pas het interessant
ste deel van onzen tocht volbracht,
namelijk langs de oostgrens van
Drente, die veel belangwekkender is
voor den beschouwer dan het midden
deel van deze typische provincie.
Vanmorgen vroeg, toen het auto-
ongeval bij Ruimerwold bekend werd,
was hier en daar do stemming een
beetje gedrukt. Als je zoo rondtoert
langs de wegen denk je niet aan de
mogelijkheid van ongelukjes. Maar
in een oogenblik als dit peins je er
even over, dat de stuurder van je
wagen onverwacht voor hetzelfde di
lemma kan komen te staan als de
heer Bromberger Zaterdagmiddag.
„En da» rijden we ook tegen den
boom", zei de heer Berendsen, onze
auto-stuurder ernstig, „als u dan
maar in den wagen blijft zitten."
Maar chauffeurs houden er niet
van om over ongevallen te praten.
Als je er over begint in den wagen
tikken ze 't dadelijk af op het stuur
rad. Die bezweringsgebaren ver
schrikken de auto-demonen, daarvan
zijn ze vost en zeker overtuigd.
Spoedig werden we luchthartiger,
t is dan ook een wellust de fijne
lucht van den zonnigen zomerochtend
in je longen te zuigen, en 't prachtige
Sten-ebosch lag er ook zoo heerlijk,
vol lichtgespeel tusschen het grillig
geschaduwplek van even-bewogen bla
ren, dat alle somberheid wegzonk.
Met eenxheel ingehouden gangetje,
een luttele 27 kilometers, kropen we
den slingerweg naar Haren op. Pu
bliek was weer geestdriftig, publick
schalde hoezee's, publiek wuifde... De
jongelingschap wierp haar petten
voor onze wagens, ais weleer do In
diërs hun beha-men voor den Jag-
gernaut w agens.
De huizon vlagden en de kerktorens
ook, die van Haren zelfs met twee.
't Was een feest van kleuren in het
reeds donkerende groen. Was 't voor
ons We meenden beschridenlijk van
wel. Informaties baatten biet. Het
eenige antwoord, dat we kregen op
onze met bandom koker de monden ge-
bazuinde vragen was, dat we rechtuit
moesten.
Des gaven we 't op en eischtem de
vlaggenhulde bescheidenlijk voor ons
op. Op don Onner weg moeten we 85
seconden verspillen om een kraan los
te draaien. Dan met wat grooter
snelheid op den mg van Drente ge
sprongen.
Drente is een man met een hoogen
rug, met een wrat op dit lichaams-
mis vormsel
Zoo lijkt op de kaart 't Zuid! aard er
meer uitgegroeid op de noordoost
grens van het oude landschap Drente.
In werkelijkheid wekt 't minder ab-
cès-gedachten. 't Wijkt daar zoo mooi
weg. 't oosten in, dat vlakke water
tusschen de lage boorden, als we
langs den Westoever drentel-rijden.
als eon man wel loopen kan, die met
z'n tijd geen raad weet. Dan Drente
in en den Hondsrug over en langs.
Eigenlijk hadden we deze Drentsche
waterscheiding al veel eerder betufd,
want Groningen is gebouwd op een
harer uifloopars, maar nu kon je 't
eerst goed merken, aan de wegdui
king van den kim in den West, dat
we hoog boven 't gewest uitreden.
Een heerlijk tafereel ontrolde zich
naar alle kanten, de ruwe heilanden
liggen er in volkomen pracht. En al
woester en woester wordt hot land
schap, een ontzettende woestenij, doch
juist daardoor van een aangrijpend
schoon. Tusschen de forsche en taaie
lieiruigten bloeit er paarsrood van
distels en fel-geel van brem.
't Leuke kroontje van de hoorn-
bloc-m stuift er overal witte vlekjes,
te midden van 't dofbruin van wilde
zurine. hier en daar een zandig wa
tertje lekker terugsplegelend de blau
wende lucht er boven. Als het nu en
dan vol zon staat over het ruime land,
is 't er als een wonder van duize
lende kleur-tegenstellingen. De als
met zonnegloed beschilderde wegen
naar welker st off age van erratische
keien uit 't Scandinavisch diluvium
onze wagenstuurder met een be
nauwd gezicht kijkt bij de gedachte
aan z'n arme banden, die er een har
den dobber hebben de weg kronkelt
en zigzagt voor ons uit, eon schreeu
wend-geel lint in het gTauwe aan
weerszijden.
En alsf je dan je hoofd omdraait
naar achteren toe, dan zie je het lint
wegsnellen onder je door.
In do verte tuft de PektorParis
op een heuvelhoogte. De wagen moet
zich wel in z'n element voelen nu, in
deze woestenij. Zóó moet hij langs de
ontzette oogen der nomaden in den
Gobi zijn gesnord.
Miniatuur hunnebedjes herinneren
aan een grijs verleden, de rook van
een heibrand, die volgens de stereo
type uitdrukking in die schoolboekjes
„vaak onze schoonste lentedagen be
derft", brengt ons terug uit mijme
rijen over de dagen van het cyclopi
sche menschenras, dat eenmaal deze
stroken, bevolkte, naar het onwelrie
kende heden.
Eigenaardig zoo'n heidebrand.
Vlammen zie je nergens, en toch ligt
zoo'n heele uitgestrektheid te smeu
len; flauw-blauwe rookwolkjes ver
waaien er al in de lucht.
Een doode egel verderop, karakte
riseert de fauna van 't landschap.
Het beestje is doodgereden door een
onzer voorgangers. Wel moge 'i hem
bekomen, want een botsing met dit
stekelvarkig dienen-exemplaar staat
gelijk met onmiddellijke terechtstel
ling van binnen en buitenband. Moor
den als deze hebben we niet veel op
ons geweten. De honden beginnen al
een beetje overgeërfde ervaring van
vorige geslachten te krijgen, 't In
stinct zegt hun dus: „Wacht je voor
de auto".
Toch zijn we nog heel wat „canie-
familiaris"-individueai tegen geko
men, die hardnekkige pogingen de
den om onder onze wagens te ko
men. Voor zoover we daarvan iets
merkten is het geen hunner gelukt,
niettegenstaande zij daarvoor zoowat
een veertig kansen hadden, als ze
ten minste een uurtje geduld hadden,
om den geheelen auto-stoet als mid
del van hun experimenten te nemen.
De egel, verrast op den weg, en
een vogeltje met gespreide wiekjes
plat geslagen in de vlucht zijn vrij
wel onze eenige slachtoffers, t Kip-
pengebroed kwam zijns ondanks, met
wat kakel-schreeuwerig schrikgela-
waad wij. Deze schuwe dier'tj es heb
ben, naar m'u reisgenoot mij deed
opmerken, de alleronhebbelijkste ge
woonte dwars den weg over te wag
gelen voor een auto heen. Al loopen
ze veilig op een wegberm, toch flad-
der-loopen ze altijd met kakelend ka
baal naar huis toe. Hoeveel honderd
geslachten moeten er ten onder gaan,
eer ze tot de instinct-stelling komen,
dat oost-west wel altijd thuis best
doet denken, maar dat er tusschen
oost -west en het veilige thuis dik
wijls een heel gevaarlijke wegbreedto
ligt. Wat ons aangaat, we twijfelen
aiiet aan de eindelijke zegepraal van
de draconische automobilistische op
voedingsmethode. Het zij zool
Gieten kwam en Gieten controleer
de ons. Dat was goed van Gieten,
want 't mocht ons controleer en, mooi
op tijd als we door kwamen. Bij
N oord-Barge bereikten we ons ooste
lijkst punt en schoten toen op Coe-
vorden af; maar dat schieten ging
niet zoo snel in z'n werk, vooral
niet bij T Oranje-kanaal. Daar was
de brug afgebroken over een huive
ringwekkend planken vlondertje kwa
men we in den overkant terecht, niet
op, maar in den overkant, want het
was daar een mulle zandweg, waairin
de wielen wel een decimeter hun ban
don groeven, zoodat we niet ongelijk
aan een „persoon in kennelijken
staat" den weg bezwalkten.
Goedgunstig had de regelingscom-
missie ons voor deze paar honderd
meters 2 minuten extra gegeven, in
welken tijd we anders een 1500 meters
hadden afgelegd.
Maair we kwamen etc eindelijk uit
en beogen Erm, en werden door Erm
bezien. De „hai-kneuters" waren
geestdriftig, ook de kleine kneuter-
tjes, die onder leiding van hun on
derwijzers en onderwijzeressen bij de
scholen opgesteld stonden en een ver
basterd Hooghollandsch vreugdege-
krijsch aanhieven bij onzen doortocht.
Tot nu toe hadden we weinig van
auto-pech bemerkt, alleen was een
der bestuursauto's onklaar geraakt
door het hreken van een veer, de
dorpssmid moest er aan te pas ko
men.
Coevorden bracht stilling van den
dorst, want we kregen dertig minu
ten om op ons verhaal te komen. Dat
was wel noodig, want onze auto-stoet
moet den voorbijganger wel hebben
toegeleken een optocht van planeten,
elk met een dichten atmosfeer van
stof rond zich. Die planeet-vergelij
king past niet alleen uitwendig, maar
ook inwendig. In de auto zit je den
heeten dag met je zelfde reisgezel
schap, wier belangen en belangstel
ling mede de jouwe zijn.
En 't komt niet veel voor dat je
achter-planeet 't in haar bol krijgt,
je voorbij te wentellen. Als T goed
gaat, mag dat ook niet. Immers als
no. 1 op tijd rijdt, dan krijgt geen der
deelnemers straf punten voor te snel
len of tragen gang, als zij maar zor
gen in de rij te blijven. Want 2 minu
ten vóór en 2 minuten achtor hen (dus
o pafstanden van eon kilometer) tuf
fen voorgangers en opvolgers. En we
mogen juist twee minuten te vroeg of
te laat aankomen. Zorgen we du6
niet vóór of achter een andetren, mits
op tijd rijdenden wagen te komen,
hebben we niets te duchten. Daarop
laten we 't echter niet aankomen en
zitten den heeten weg diruk te cijfe
ren en te rekenen van zooveel kilo
meter voor zooveel minuten; dus een
beetje snellere gang er ingezet. Dan
schuift de heer Berendsen z'n handle
een gaatje verder op den snelheids-
moter en we stuiven wat harder over
den weg.
In dat handte'tje van nog geen de
cimeter, daarin zit 't 'm. Daarmee
winnen we of verliezen den wedstrijd.
Harder of zachter loopen, dat is zijn
werk, een van de twaalf gaatjes te
ver gezet... en we loopen te hard... en
we hebben een straf punt te pakken,
als we straks den hier of daar onver
wacht om den hoek van den weg ver
scholen, of in een woning verborgen
tijdwaarnemer passeeren..
De Krim, 12 uur.
Daar zitten we nu aan de zij van
den weg, 't is min... onze linker-ach-
teibinnenband heeft een scheur van
vier centimeters in zijn rubberhuidje.
De wiellong zuchtte daar net een
poosje zwaar, brabbelde nog wat na
en gaf toen z'n laatste» snik.
'k Sta nu te midden van een hoopje
De Krim mors te krassen in m'n ver-
slaggevensboekje, terwijl de lieer Be
rendsen zit te zwoegen aan z'n auto
band. Leuke lui hier in De Krim, een
gehuchtje, tusschen Coevorden en
SLaghameren aan 't water van deLut-
ter hoofdwij-k.We hebben heir den wa
gen op een boerenerf in veiligheid ge
bracht, want de weg is smal en om
de twee minuten davert een auto
voorbij.
Dat is nog 't vervelendste van de
geheele geschiedenis, die auto's, die
je langs snellen. Dat is een gesar en
getreiter van die voorbij jagende ma
chines. De inzittende zijn belangstel
lend-meewarig en informeeren met
gebaren: „Je motor? je banden?" Kor
zelig wijs je dan met een handzwaai
naar het ontredderde wiel.
De monschen uit De Ivrim houden
conferentie om ons lieen. 't Geval is
bijster belangwekkend in hun oogen.
De geheele De Krim is aanwezig, 't
Publiek bestaat uit een roodharige
manke juffer, die tot haar buurtje
met neepjesmuts betoogt van: ,,'k Be-
gèr veur inlenen dooód ens 'n zo ne
koets te réden!"
We kunnen de begeerte van deze
veertigjarige jonkvrouw helaas niet
verwezenlijken. D'r is ook 'n meneer
op de fiets, die beweert, dat 't „be
roerde dinge bin, die ottenrebiels". Ze
kórren soms veuis te herd d'r langs,
was zijn oordeel. Daar net was er een
„just langs z'n broe'piepe gegaon."
Een andere jonge kerel met vijge-
mat op z'n struischen kop en wit-ge-
len snor wonderlijk in z'n bronzen
vleesch is milder gestemd tegen het
auto-heir.
„Be' jullie vaon mcorege uut Greu-
nigen ekomen?" informeert-ie belang
stellend. En na wat stilte lacht-te
weer met eon rij witte tanden: „Zé
net oil' daog' zo vél!"
De nieuwe band ligt er In, een der
Klimmers maakt zich verdienstelijk
met het oppompen van den band.
Hij is vol en... sist leeg. Allerellen
digst, 't was een band met lekken
ventiel. Weer t zelfde liedje, as op
takelen met een miniatuur domme
kracht je, band afnemen, band uitne
men, nieuwe binnenband er in. Weer
pompen lang en moeizaam, want er
gaat heel wat „wind" zooals de om
standers elkaar uitleggen In de worst
achtige wielbekleeding.
Gelukkig, hij doet 'L
Als controleur heb 'k moeten aaair
teekenen, dat we te zes minuten voor
twaalven lek voeren, en 24 minuten
en 14 seconden hebben verspeeld,
mitsgaders, dat 'k er „gestreng" op
gelet heb, dat tegelijkertijd niet aan
de motor is gewerkt door anderen.,
Want heel „gewichtig" moet straks to
Utrecht een schriftelijke verklaring
omtrent dit ongeval warden afgege
ven.
Het tijdstip van aankomst te
Utrecht wordt nu door de Commissie
op 24 min. 14 sec. gesteld om den ver
loren tijd te neutraliseeren.
Als er twaalf auto's voorbij zijn,
gaan we weer op weg. We starten
van morgen als no. 17, maar zijn nu
afgezakt tot no. 29, dat Is op twee na
laatst
Zwolle, half 3.
Langs de eindelooze Dedemsvaart,
die slechts bij 't gehucht De Hulst
door een paar fraaie buitenplaatsen
wordt veraangenaamd, rijden we ver
der. 't Is stil geworden, tusschen m'u
reisgenoot en mij. We voelen ons on-
pleiziorig door 't gebeurde dat onze
berekeningen in de war stuurt, te
moer, daar we telkens niet weten
waar zijn. 't Is winderig en guur ge
worden langs 't water. Achter ons
'rolt de weg eindeloos uit, ais de pa-
pierrol van de rotatie-machine.
Doch eindelijk daar buigen we bij
Lichtmis van 't Kanaal af. Nu naar
Zwolle de stad door en naar Kater-
vee u
Na den lunch gaan de veertig auto's
met twee ponten den Gelderschen
IJsel over. Een mooi gezicht, als we
daar in den wagen zitten te wachten.
In het woelige watervlak spitten de
zonnestralen hun gouden lijntjes in
de groenige kabbel-golfjes.
Er gaan een acht auto's gelijk over;
maar 't gaat uiterst langzaam met
dat gieren. Eindelijk zijn we ook aau
de beurt. Met een sierlijke vaart gaan
we de helling af en wippen de pont
op. Achter ons staat de Duitsche wa
gen een „Hansa" uit Oldenburg,
waarin een jonge dame meerijdt.
Een harmonica-speler luistert het
watertochtje op met z'n wel aardige,
maar soms een paar tonen te laag
klinkende, muziek, „'t Blue Bell" eö
't meer bedaagde „Loin du bal" rut
schen over 't water.
Na 't zeurige „Wien NeerlandscK
Bloed", laten we het Duitsche Volks
lied spelen ter eere van onze Duitsche
gasten. Aan den overkant start de
heer Merkens ons. Te 3 uur 41 min.
gaan we de bocht to en snellen ons
laatste wegvak In, ditmaal een res
pectabel stuk van ruim 90 Kilometers.;
't Gaat er hard van langs. 35 KM. is
voorgeschreven, maar 't klopt niet
met de werkelijkheid, want we moe
ten meestal een 40 kilometer loopen
om op tijd te rijden.
Utrecht, 7 uur.
De Veluwe kwam en langs haar
rand stroomden de menschem samen
om ons te zien voorbijkomen. De Ve
luwe was geestdriftig, maar we wa
ren blasé van al dat gewuif en ge
zwaai en we hieven nog maar traag
onze moede armen op, om te dank-
zwaaien. Liever genoten we rustig
van de prachtige lanen en berceaux;
maar Elburg, Nunspeet, Harder
wijk, Putten en N ij kerk, lieten ons
niet met rust...
Amersfoort moesten we langzaam
door en toen 't laatste eind naai
Utrecht, dat we ook op de heenweg
gereden hadden.
De blijdschap steeg bij elke plaats,
we verlangden naar 't eind. Dat
kwam te 6 uur 16 min. en 18 secon
den in T Hoogelandspark te Utrecht,:
waar veel belangstellenden ons op
wachtteD,
Beekman en Boom kwamen goed
op tijd aan, de laatste auto tufte te
even over half zeven vóór den tijd
waarnemer.
De tocht was geëindigd en alle deel
nemers zij nuitermate nieuwsgierig
naar den uitslag, die echter nog heel
wat tijd aan omslachtige berekenin
gen zal vergen.
De heer Beekman was zoo vriend**,
lijk ons den Handelsblad-man er
mij in zijn „Germain" over te ne«
mem Door 't heerlijke avondland
schap van het Gooi keerden we me<i
snellen gang huiswaarts.
'k Heb met de telegraaf-juffrouw
uit Coevorden nog een appeltje te
schillen. Ze heeft mij in het telegT&ni
gisteren dingen laten zeggen, waar
over 'k gewoonweg paf heb gezeteni
van stomme verwondering.
Dat de auto van den heer Branber
ger met een hoekvan90graden
in oen „boog" in plaats in een „boom*
gevlogen zou zijn is een. schending
van alle wiskundige begrippen; dwa
zer waren de bevlagde „kantoren" ia
plaats „kerktorens" ta de Groning
se he dorpen; voor zoover 'k weet heelt