iijk heeft toegeëigend. Wel is het be wijs van beklaagde's handelingen ge leverd, doch niet het opzettelijket het wederrechtelijke er van. Rekl. heeft op krankzinnige, onvar amtw oordel ij - ke wijze zaken gedaan, maar op den dag, dat hij diamant verkocht aan de hoeren Hijmans en Wandélbaum, was hij, I® eigen oog, nog zoetr goed 4n staat tot betalen. Volgt dus geen ontslag van rechts- vervolgang, dan zal de Rechtbank be klaagde moeten vrijspreken. 23#Junl a.s. uitspraak. POGING TOT DOODSLAG. Het Gerechtshof te Amsterdam deed artspraak in het hooger beroep van flen 42-jarige® grondwerker Folkert Postma, die door de 5de kamer der Amsterdamsche Rechtbank werd ver oordeeld tot 8 jaren gevangenisstraf, wegens poging tot doodslag, in den avond van 7 November te Buiksloot gepleegd op een 43-jarige verlaten huisvrouw, die zijn aanzoek om met haar te trouwen, van de band gewe zen had. Het Hof veroordeelde den beklaag de tot dezelfde straf. MOORDAANSLAG. Een Nedexiandsche stoker van de Duitsche vrachtboot „Mannhetm", welke in de haven van Kopenhagen petroleum loste, vroeg den kapitein Schaffer een voorschot en verlof om aan wal te mogen gaan. Toen de gezagvoerder weigerde, jvenals hij dit reeds even te voren eenige andere matrozen gedaan had, stak de stoker hem een mes in de borst, zoodat hij zwaar verwond op den grond stortte. Aan wal gebracht, bleek de wonde wel ernstig, maar niet levensgevaar lijk te zijn. De moordenaar bekende zijn daad, maar verklaarde zijn kapitein niette hebben willen dood en. MOORD TE APELDOORN. Voor de rechtbank te Zutphen werd behandeld de zaak tegen den hak kersknecht W. P., oud 23 jaar, be klaagd, dat hij ten huize van A. J. Scholten, na te voren het plan te heb ben opgevat, hem van bet leven te be- rooven, in den nacht van 12 op 13 Februari hem opzettelijk met een tries in de linker borsthelft heeft ge stoken, en wel met zulk 'n kracht, dat o.a. de long, de groote longsiagader en de lichaamssiagadetr van Scholten gijn getroffen en deze dientengevolge gestorven is. De officier van justitie heeft gedag vaard 13 getuigen, waaronder drie doctoren-deskundigen. De deskundi gen verklaren, dat de moord met heit mes gebeurd kan zijn, dat bij bekl. in zijn kist is gevonden. De bloedstre pen en de vezels, daarop microsco pisch waargenomen, wijzen er op; evenzoo de grootte der wond. BekL volhardt bij zijn ontkenning. De weduwe van den vermoorde werd bij gesloten deuren géhoord. Het 0. M. achtte beklaagd-es schuld bewezen, en eiechte twaalf jaar ge vangenisstraf. De toegevoegde verdediger mr. B. de Jonge, achitte het wettig overtui gend bewijs niet geleverd en vroeg Vrijspraak. DE KERKDIEFSTALLEN TE ROERMOND. iDe rechtbank veroordeelde A. J. A., afkomstig uit Amsterdam, beklaagd van kerkdiefstallen te Roermond ge pleegd, tot 4 jaar gevangenisstraf, overeenkomstig den eisch. EEN DESKUNDIGE. De Utrechtsche deskundige B., die door de l'trechtsche Rechtbank we gens abortus veroordeeld was tot een gevangenisstraf van vier jaren met aftrek van preventieve hechtears, hoorde door het Gerechtshof het von nis vernietigen, waarop bet Hof, op nieuw recht doende, beklaagde ver oordeelde tot dezelfde straf, maar zonder aftrek van preventieve hech tenis. Vervolg Gemeenteraad De VOORZITTER deelt mede a. dat is gesteld in handen van B. en W. om advies, een verzoekschrift van H. de Bruyn en andere brug wachters, om hun loon te willen ver hoog©® b. dat zijn ingekomen lo. een voorstel van B. en W. tot vaststelling van twee staten van af- en overschrijving, dienst 1908 2o. een schrijven van den Burge meester betreffende de niet-uitvoering vaiu het Raadsbesluit van 2 Juni j.l. no. 14, waarbij aan T. Hilaxius ver gunning werd veil eend tot het bou wen van 5 pakhuizen met bovenwo ningen aan de Papentorenvest 3o. een verzoekschrift van het be stuur der ofd. Haarlem van den Bond van Nederlandsche onderwijzers, om met het standen onderwijs ook de standenscholen op te heffen en over te gaan tot invoering van erenredige Êclioolgeldheffing (Te behandelen hij punt 2 van den oproepingsbrief) 4o. eeu verzoekschrift van H. EL van Asch en andere ouders van leer lingen dor Eerste en Tweede Burger school om die scholen niet voor on- en minvermogenden open te stellen, als mede om de namen dier scholen te Wijzigen (Te behandelen hij punt 2 van den oproepi ngsbrief) c. dat B. en W. voorstellen, in te trekken het Raadsbesluit van 5 Mei j.l. no, 14, waarhij aau de Wed. A. S. Duys vergunning werd verleend tot deanping van eene sloot bij de Schouwtjealaaa .zullende van deze vergunning geen gebruik worden ge maakt; d. dat B. en W. voorstellen, hen te machtigen onderhands aan te beste den het maken en leveren van een verbrandingsoven ten behoeve van de gemeentereiniging e. dat door B. en W. eervol ontslag la verleend aan den straatmaker bij den dienst van Openbare Werken, H. Vink, onder bepaling, dat het ontslag wordt gerekend op 6 Februari j.L te zijn ingegaan f. dat voor de leden ter lezing is nedergelegd een schrijven van het Burgorlijk Armbestuur, alhier, be treffende de buitengewone uitdeeling van levensipiddelen aan de huiszit tende armen en het onthaal van de verpleegden In liet Stads-Armen- en Ziekenhuis bij gelegenheid van het van gemeentewege gegeven feest ter eere van de geboorte van H. K. H. Prinses Juliana. PUNT 8. B. en W. stelden 16 December 1907 gewijzigd bij Raadsvoorstel van 17 November 1908 aan den Raad voor over te gaan tot definitieve oprichting van een Gemeentelijke Arbeidsbeurs, waax-van de dagelijkse he leiding be rust bij een directeur onder toezicht van een bestuur. B. en W. stelden voor de wedde van den directeur te bepalen op een bedrag van f 800 tot J 1200 en voor presentiegelden van de bestuursleden voor 1909 honderd gulden beschikbaar te stellen. Ingekomen zijn adressen van de Kamers van Arbeid van de Confectie bedrijven, voor Metaal- en Houtbe werking, voor Voedings- en Genot middelen, de Werk Loosheid commis sie, Patrimonium, Haarl. Arbeiders- Secretariaat. Door den heer J. L. E. L Breda Kleijnenberg zijn 10 en door den heer L. Modoo 6 amendementen voorge steld.. De heer Breda Kleynenberg stelt voor art. 5 van de verordening op arbeidsbeurs te Haarlem te lezen als volgt: De voorzitter ven hot bestuur benoemd door den gemeenteraad op eene aanbeveling van twee personen, in te dienen door B. en W. De leden van het bestuur worden benoemd door den Raad uit eene aanbeveling van drie personen, door B. en W. ingediend, gehoord de vak vereen igiiigeii die rechtspersoon lijkheid bezitten. Bij ontstentenis van vakvereenigmgen ln eenig beroep cf bedrijf wordt de aanbeveling opge maakt nadat zal zijn gehoord de Ka mer van Arbeid in welker oprichtirgs besluit zoodauig beroep of bedrijf hij name is genoemd. De heer KLEIJNENBERG consta teert belangrijk verschil tusschen de voorstellen van B. en W. en het ont werp der Werkloosheidcommissie. Het vraagstuk der Arbeidsbeurs, wat betreft begrip en inrichting, is ei een ten nauwste samenhangend met dat der werkloosheid. Over 25 jaren zal deze kwestie prachtig zijn opge lost, voorspelt spir. Dan zal men met alleen geldbeurzen, maar ook groote Arbeidsbeurzen hebben. Dergelijke in richtingen moeten niet alleen werk gevers en werknemers tot elkaar bren gen, maar moet ook de statistiek van den arbeid opstellen. De werkloosheid com missie heeft ar beiders va® verschillende richtingen e. a. gehoord over deze zaak. Daar uit bleek, dat de tegenwoordige ar beidsbeurs niet bet vertrouwen der belanghebbenden heeft. De be ure moet geregeerd worden door de werkgevers en de werkne mers; dan zal de be ure het vertrou wen hebben van patroon en arbeider. Wat B. en W. willen is juist het te genovergestelde, wat de Commissie wil. Men wil de proef nemen, of het zoo nog ga. Wanneer de beheerders werkgevers en werknemers zijn, zullen dezen we ten wat er voor zulk een beurs noo- dig is. Och ja, er zullen wel personen gevonden worden, om personen te vinden, die willen zitting nemen in 't bestuur, gelijk B. en W. zich voor stellen. Een der groote fouten van de te genwoordige Kamers van Arbeid, waar spr. helaas lid van is, is deze, dat onderscheid wordt gemaakt tus schen de werkgevers en werknemers, als twee partijen, die vijandig tegen over elkaar staan. Deze fout wordt ook hier gemaakt. Wanneer men ook hier weer 't onder scheid maakt, vermoordt men de zaak van het begin af. Men moet niet tegenover elkaar zit ten, als monschein, die strijd zullen voeren, nu eens voor de werkgevers en dan weer eens voor den werkman. Spr. constateert, dat er vrees schijnt te bestaan voor oproerige handelin gen der bestuurders waarneer het be heer wordt samengesteld als spr. wilmaar spr. zegt nadrukkelijk, dat dit niet behoeft gevreesd te worden. Noch de werkgevers, noch de werkne mers zullen zich daarvoor leenen. Spreker meent, dat het nu gaat om nogmaals een proefneming te nemen, of de zaak ineens goed in elkaar te zetten. De heer IIULSWIT deelt mee. dat zijn firma vaak gebruik maakt van de Arbeidsbeurs. De heer Sorgdrager geeft aiuh heel veel moeite, maar goede vaklieden krijgt men er echter niet. Deze arbeiders \erklaren steeds, dat zij niet veel vertrouwen hebben in de beurs, of kennen haar zelfs niet. De populariteit van de beurs laat voel te wensciien over. De redenen heeft de heer Kleijnenberg reeds uit eengezet. Daarmee is spreker 't eens. Hij geeft den Raad dan ook in over weging de beurs een zelfbestuur te geven. Spreker deelt nog mee, dat zijne firma van de aan te nemen werklie den eischt, dat zij bij de beurs zijn Ingeschreven. Dit ter populariseering der he ure. Ook de heer VAN ROSSUM meent, dat de eanigö wijze om de beurs meerdere resultaten te doen opleve ren dan de geringe van thans, ts een Inrichting, als in het rapport door den heer Kleijnenberg verdedigd. De VOORZITTER deelt mee, dat B. en W. het eens zijn met den heer Kleijnenberg, om de Arbeidsbeurs te stelle® ln dienst der bestrijding van de werkloosheid. Spreker consta teert verder een misverstand. Ook B. en W. willen de beurs doen flo reeren. Zij willen geenszins de vrij heid van het bestuur belemmeren. Dat blijkt reeds uit hun toelichting. Dat de beurs nog niet populair Is, ondanks de zeer ijverige pogingen vaji dan directeur, ligt waarschijnlijk hierin, dat de inrichting nog jong en niet algemeen bekend La B. en W. willen geen proefneming meer. ZIJ willen nu de beurs goed regelen. Maar zij meenen, dat het niet ln het belang van de inrichting zal zijn den band met het gemeente bestuur geheel te verbreken. Wan neer het echter nood'ig is. dit te doen, in het belang van de beurs, dam zijn B. en W. bereid het bestuur geheel autonoom te maken. Nu is het eenige verschil tusschen B. en W. en de Werkloosheidscommissie het toezicht van het gemeentebestuur, dat echter nimmer werkgever of werknemer zal belemmeren. De heer RINKEMA te niet zoo geestdriftig gestemd als de heer Kleij nenberg, te® opzichte van de toekomst der beurs. De behoefte aan een Ar beidsbeurs Ls allerminst gebleken. Men heeft van werkgeverszijde ge tracht de beurs te populariseeren. Dat leidde tot een groote teleurstelling. Wat ts de reden, dat wel de werk gever gebruik maakt van de beurs, doch dat deze inrichting niet aan de aanvragen kan voldoen Eenvoudig deze, dat Haarlem te klei® is voor zulk een instelling. De werklieden heeft me® willen dwingen tijdens de werkloosheidscrisis, om zich bij de beurs aan te melden. Dat hebben zij wel gedaan maar de goede vaklie den willen er niet gaarne naar toe gaan. De beurs heeft niet het ver trouwen der goede werklieden. Die gaan als ze zonder werk zijn, recht streeks naar de patroons. Ook in de toekoemstbeurs heeft spreker niet veel vertrouwen maar als men een proef neming neemt, dan wordt het weer een mislukking en kunnen we de beurs wel opdoeken. De eenige weg tot slage® Is die door den heer Kleij nenberg aangewezen. Anders gaat 't niet. Da heer MODOO is van meening, dat B. e® W.'s ontwerp het juiste is. De beurs heeft niets te doen, dan werkgever e® werknemer tot elkaar te brengen. Spr. vreest anders een strijd der partijen om de meerderheid in het bestuur. Overigens vindt hij het kunstmatig drijven van de werk nemers naar de beurs om maar gun stige resultaten te krijgen, gelijk de heer Hulswit besprak, allerdwaast. De heer KLEIJNENBERG betwist het den heer Rinkema, een opgewon den of geestdriftige beschouwing ge houden te hebben. De heer Modoo be grijpt de eigenlijke be teekenis der beurs niet. Hij blijft kijken naar het puntje Haarlem. Spr. ziet'verder. Het gaat hier om een statistiek van den arbeid. Deze zou voor ons land van allergrootst belang zijn. Wat betreft het gelijk aantal werklieden en werk nemers, zeker, ook spreker wil duU Maar daar gaat 't niet om. Spr. kwam; er tegen op, wat in de Kamers v. Ar beid gebeurt, waar een arbeider het stemrecht als lid verliest, als een pa troon de banordigheid 't zijn bij na altijd werkgevers heeft om niet ter vergadering te komen. De heer HULSWIT bepleit het stel sel om den werknemer te dwingen zich bij de beurs aan te melden in 't belang van werkgever en werknemer. Het wordt een veel gemakkelijker en minder omslachtige wijze van werk- zoeken. De beer LEVERT sluit zich geheel bij den heer Kleijnenberg aan. Hij betoogt eveneens 't belang van inter communale verbinding der beurs ten behoeve van de statistiek en den ar beid. De beurs is geen vriendelijk heid, geen gunstbewijs aan werkge vers en werknemers. Ter popularisee ring der beurs is 't noodig dat werk gevers en werknemers baas zijn in eigen gebouw. Het advies der groot werkgevers de lieeren Hulswit en Van Rossum is veelzeggend. In t algemeen belang adviseert spr. de aanneming der voorstellen-Kleijnenberg i® hun geheel. De VOORZITTER verduidelijkt zijn rede in eersten termijn. Van dwang van de zijde va® B. en W. is geen sprake. B. en W. zijn vrienden van de Beurs, geen vijanden. Spreker gaat de geschiedenis van de oprichting van de beurs na. Hij be strijdt, dat de heeren, die voor een autonoom bestuur zijn een warmer hart hebben voor de beurs dan B. en W. De heer KLEYNENBERG meent, dat de zaak anders staat dan de Voorzatter het voorstelt Spreker wil wed zeker een gemeentelijke beurs maar onder eigen beheer. l>o YOORZ11TER wijst er op, dat er altijd een fmancïeele hand bestaat tusscheu beurs en gemeente. De alsemeene beschouwingen wor den gesloten. Br wordt overgegaan tot behande ling van de onderdeel©® van het ont- werp-besluit Deel 1. De heer THIJSSEN is er tegen, dat in dit beginsel-artikel wordt gesproken over het gebouw, waai- de beurs gevestigd wordt. Bovendien gaat het niet op, dat de Gemeente be schikt in een reglement over e*.n ge bouw, dat geen geineentegebouw is. De lieer DE BRAAL merkt op, dat de lieer Modoo reeds voorstelt de aanwijzing „Weten e® Werken" te laten vervallen. B. en W. nemen dit amendement over. Het geamendeerde Deel I wordt aangenomen, ook Deel II en III. De artikelen van het Reglement ko men in behandeling, bij Deel IV. Art. 1. De heer DE BRAAL stelt voor, de beurs ook te doen dienen tot het verzamelen van arbeidsgegevens. Dit amendement wordt aangeno men. Art 2 wordt aangenomen, geamen deerd door de® heer Kleynenberg, dat de beurs zal beheerd worden door een bestuur. Tegen de hoeren De Breuk, G ra ve ste Ln, Lasschuit, Thijssen, Kruseman, Winkler, Seignette, Nleuwemh. Kru seman en Visser. Art. 8 (dagelijfcsche leiding opge dragen aan bestuur en ©e® directeur). Wordit aangenomen niet amendé- ment-Kleynenberg, om benoeming en ontslag door B. en W. te doen ge schieden op voorstel van het bestuur. Verworpen wordt een amendement- Modoo, om den Raad den directeur te doen benoemen uit een aanbeveling van B. en W. Art 4 (samenstelling bestuur). De heer KLEYNENBERG dient achter eenvolgens drie amendementen in, die hij weer intrekt. De heer VAN ROSSUM stelt voor, het bestuur te doen bestaan uit een persoon, die noch werkgever, noch werknemer is en uit ten minste zes le den, waarvan een gelijk getal werk gevers als werknemers Dit amendement wordt aangeno men Art. 5 (benoeming bestuur door den Raad, uit aanbeveling van telkens twee personen door B. en W Ingediend is een amendemeut-liley- nenborg, om de benoem mg der lojen te doen geschieden uit een voor dracht van de vakvereexngnigen. Rij ontstentenis der vakvereeuigingen worden de Kamers van Arbeid ge hoord. De VOORZITTER vraagt, welke vereenigingen hieraan moeten mee doen. De heer KLEYNENBERG adviseert, om deze vereenigingen op te roepan bij advertentie. De heer MODOO vindt dat om slachtig .B. en W. kunnen dan licht een klein vereenigingetje overslaan. Men ka® gemakkelijker den weg vol gen bij de samenstelling va® de Com missie voor het Werkloosheidfonds in geslagen. De heer LEVERT is er voor, om de vakvereeuigingen in 9Laat te stellen zich te doen hooren bij de bestuurs samenstelling. De zaak is zoo moei lijk niet. De koninklijk goedgekeurde vakvereeuigingen zijn wel te vinden in t Jaarboekje van Janssen van Raay. 't ls een concessie aan de vak vereeuigingen, die op hoogen prijs zal worden gesteld. De heer TH1EL meent, dat 't voor stel-Kleynenberg inderdaad niet in toepassing kaai gebracht worden. Het jaarboekje B. en W. kunnen toch niet voorstellen De Raad. gehoord het voorstel van B. en W. gelezen het ja ar boen je va® Janssen van Raay (Gelach). De heer Thiol verklaart verder ge stemd te hebben vóór het amende ment-Kleynenberg op art. 2, omdat hij gezwicht is voor de motieven van de heeren Kleynenberg, Van Rossum en Hulswit. Daarom zal hij ook 9temmen vóór het amendement, om de benoeming aan den Raad te bren gen. Maar hij stemt daarvoor niet, omdat, gelijk de heer Modoo 't uit drukte, dan de onpartijdige benoe ming beter gewaarborgd is. Die on partijdige benoeming is ook bij B. en W. wel gewaarborgd. De heer KLEIJNENBERG trekt zijn amendement in, wegens de geopperde bezwaren over de moeilijkheid en de vereenigingen te zoeken. Hij vestigt er de aandacht op, dat de benoeming der werklieden-leden in de Commissie v°°r het Gemeente fonds JuiSi. ontstemming heeft gewekt in arbeiderskringen Do heer MODOO verklaart daar straks B. en W. niet te heboen wil len beschuldigen van partijdigheid. De heer LEVERT dient het inge trokken amendement-K leij nenberg, aldus gewijzigd, in, dat de vereeni gingen gehoord worden, die zich aan melden. De heer DE BRAAL zegt, dat B. en W. don noa een 28 vereenigingen te hooren hebben. Waarom niet alleen gehoord de centrale vakvoreenig*®- geu De heer THIJSSEN sub-amendeert het amendement-Levert zoodanig, dat er niét gesproken wordt van „ont stentenis mui vakvereeuigingen". maai- oij ontstentenis van „zoodani ge" vak vereenigin gen. Het amendement-Levert wordt aan genomen met 14 tegen 13 stemmen. Een amendement-Modoo wordt in getrokken. De heer KLEIJNENBERG stelt een amendement voor, om de plaatsver vangers uai het bestuur te verwijde- reu. Plaatsvervangers kunne® met op de hoogte der zaak zijn. Men behoort or zich ui te werken, om oj de hoogte der zake® te komen. Dat kunne® plaatsvervangende lede® met. Dit amendement wordt ingetrokken als oiuioodig door de aanneming van het amen dement-Levert, dat alleen doelde op voorzitter en leden. Art. (zittingstijd der. bestuursle den; wordt aangenomen, gewijzigd overeenkomstig het bepaalde omtrent hot vervallen der plaatsvervangende leden. Art. 7 (functie directeur en bestuur). Aangenomenwordt een amendement- Kleijnciibcrg, om de instructie van den directeur niet door B. en W., maar door den Raad. het bestuur ge hoord, te doen vaststellen. Art. 8 (presentiegeld) wordt aange nomen. Art. 9 (nemen van besluiten) wordt aangenomen. Art. 10. (De werking der beurs bij arbeidsgeschillen). B. en W. stellen voor „Indien aa® de Arbeidsbeurs be kend is, dat een plaats door werksta king is opengekomen, wordt van die omstandigheid, zonder meer mededee- liug gedaan aan den werkman, wie® die plaats wordt aangewezen. Indien haai' bekend is, dat ee® werkman door uitsluiting werkloos is gewor den,, wordt van die omstandigheid rne- dcdeoUng gedaan aan den werkgever, wie® die werknemer is aangewezen. Werkstakingen en uitsluitingen worde® bovendien aan de arbeids- bours ter algemeen© kennis ge bracht." De heer Kleynenberg stelt voor, dit artikel te lezen als volgt„Geduren de een arbeidsgeschil schort de beurs voor de door ee® staking of uitslui ting getroffen onderneming haar werkzaamheid op." De heer KLEYNENBERG verdedigt zijn amendement, om de werkzaam heden in geval van staking op te schorten, om zoodoende de beurs po pulair te maken. De heer MODOO stelt voor, dit ar tikel te laten vervallen, omdat het niet aangaat, dat de beurs zich mengt in arbeidsgeschillen, 't Gnat ook niet aam, de werkgevers hulp te onthou den op e>en tijd, dat zij, en ook de werknemers, die ergens anders werk zoeken, daaraan de meeste behoefte hebben. Ld Solingen is een werkstaking eerst na 37 jaren opgeiïeven. Als dat hier gebeurt, mag de beurs dan aJ die Ja ren niet helpen? Bovendien, de ar beidersorganisaties zullen de arbei ders wei op de hoogte houden van 't uitbreken van ee® arbeidsconflict. Daarvoor behoeft de Gemeentelijke Arbeidsbeurs niet te helpen. Als me® zoo doorgaat rede neereu, moet men geen gas on geen water meer aan werkgevers en werknemers leveren als zij mot elkaar overhoop ligge®. En de Staat moet de spoor, telefoon en telegraaf voor hen sluiten. De heer DE BRAAL begrijpt het standpunt van den heer Modoo niet De beurs moet niet helpen ingeval van staking. Ais bij de stukadoors- staking de beur8 gewerkt had, zou de® <io patroons geholpen zijn. Spr. bestrijdt de meening, dat de werk lieden in gemeente-dienst mogen sta ken. Spr is vóór het amendemenA- Kleynenberg. De heer NIEUWENH. KRUSDMAN is er ook tegen, dat de beurs zich partij stelt. Me® kan nooit weten, waimeer de staking eigenlijk geëin digd is. Is de staking aan de HPoly- graph" al geëindigd? Spreker weett nioL De heer MODOO handhaaft zijn meaning, dat de beurs zich niet mag store® aan de stakingen. De heer HULSWIT was eerst vóór het ameaidemenit-Kleynenberg, maar keert daarvan door de discussies te rug en schaart zich aan de zijde van B .e® W. De heer RINKEMA is U met den heer Hulswit eens. De heer MODOO wfl t gaheele arti kel schrappen. Want alg nu ee® sta king 37 jaren duurt, dan rulle® de papieren, de staking aankondigend, al die jare® aangeplakt blijven De heer LEVERT vestigt de aan dacht op de practijk, die dit leert dat de verliezende partij bij een staking altijd haat koestert. Zij zal hier haat koesteren tegen de beurs, die haar hielp verliezen. Bovendien, blijft de beurs doorwerken, dan moet zij over al ln de® lande werknemers zoeken. En het zal sensatie wekken, alg de Gemeentelijke Arbeidsbeurs den werkgever gaat helpen. Het amendement-Kleynenberg wordt verworpen. Vóór waren de heeren Timmer, Middelkoop, Levert, Looe- jes, Schreudere, Van Rossum, De Bra.al en Kleynenberg Het voorste! van B. en W. wordt aangenomen Art. 11. (Het bestuur doet aan B. en W. alle voorstellen, die het wen- schelijk acht voor den bloei e® de goede werking der beurs). Y\ ordt verworj>e®. Art.. 12. (Nadere regeling van de in richting der beurs geschiedt bij regie, ment door het bestuur onder goedkeu ring van B. en W.). Ee® amendement-Modoo (goedkeu ring van reglement door bestuur i® overleg met B. en W. door den Raad e® niet door B. en W.) wordt verwor pen met 21 stemme® tegen. Het amendement-Kleynenberg (het reglement te doen samenstellen door het bestuur (zonder overleg met B. e® W.) onder goedkeuring van de® Raad, wordt aangenomen. Art 13. (Vereiag uitbrengen door B. en \V. aan den Raad over den toe stand der beurs) wordt gewijzigd door °en amendement-Kleynenberg (om het verslag i® te dienen door het be stuur). Art. 14. (De verordening treedt 1 Juli in werking) wordt aangenomen. Up voorstel van de® neer Till EL woixit, om <ie redactie der verso Lil lende artikelen met elkaar in u\or- eeustemming te brengen, de eind stemming aangehouden. PUNT 4. B. e® W. dee le® mede, dat zij zich geheel vereentge® met de aan de® Raad bij schrijve® van 3 Juni ter kennis gebrachte meening van den voorzitter van hun College, dat het raadsbesluit d.d. 2 dezer, waarbij aau T. Hiiarius Wz. een bouwvergun ning is verleend, in strijd is met art. 5 van de Woningwet en art. 6 der Bo u w ver ordening. Aan den Raad is het toestaan van een afwijking' van het voorschrift va® art. 14, der Bouwverordening in bui tengewone gevallen, doch het veriee- nen van de bouwvergunning blijft aan B. e® W. Het aangehaald besluit is daarom, naar het B. en W. wil voorkomen, in den vorm onjuist. Uit de behandeling va® deze aan gelegenheid in den Raad meenen zij ie moeten afleiden, dat dit geval wordt beschouwd ais een buitenge woon geval ln den zin van art. 14, 9. der Bouwverordening. Hoewel zij zich met die beschou wing niet kunnen vereenigen im mers betreft het hier zeer eenvoudige gebouwen, terwijl art. 14, 9, der Bouwverordening meer bepaaldelijk is neergeschreven met het oog op ge bouwen van bijzonderen aard, b.v. een kerk, ee® school, ee® museum en dergelijke meenen zij, waar het in deze Louter een vraag va® meer of minder Ls, op dit geschilpunt thans niet te moeten ingaan. Blijft de Raad zijn standpunt in nemen, dan zoude door den Raad, on der intrekking van het besluit van 2 dezer afwijking van het bepaalde bij art. 14, 1, der BouwYeroruening zijn te verléenen, doch uitsluitend voor zooveel betreft de perceeie®, duor lii- larius te bouwen op open grond. De ze gedachte is belichaamd in een bij gevoegd ontwerpbesluit. Te® aanzien van de perceeie®, waarvan de bouw valt onder het be reik van hoofdstuk IH der Bouwver ordening, berust de bevoegdheid, om afwijking toe te staan, uitsluitend.bij B. e® W. Op eene nadere aanvrage om vergunning zal intusschen, indien door de® Raad 'n besluit ais boveube. doeld wordt genomen, met net oog op dat besluit door B. e® W. gunstig worde® beschikt. Aldus wordt besloten. PUNT 5. In do Raadsvergadering va® 24 September 1908 werd door de® voor zitter van het College va® B. c® W. aa® den Raad de toezegging gedaan, dut een voorstel was te wachten, om do verordening op het St. Elisabeth's of Groote Gasthuis in overeoiimein- iniiig te brengen met de® feitelijke® toosland. B. on W hebben daarop Regenten va® Lu* Gasthuis uitgenoodIgd, deze aangelegenheid ie wille® voorberei den, teneinde ben in staat te a teil en aan gemelde toezegging te kunnen voldoen. Met de door Regenten voorgestelde wijzigingen kunnen B. en W. zich ge. heel vereenigen. Aangezien in de verordening Ln den loop der jaren Lal van veranderingen zijn aangebracht, acnten B. en YV. het gewensebt haar, onder aanbrenging van ger'nge redactie-verbeteringen en met inachtneming van de Üians voorgedragen wijzigingen, ill haar ga, heel opnieuw vast te stede®. Wordt goedgekeurd. PUNT 6. B. e® W. stelden voor een wijziging van het tweede ltd van art. 8 van de Begrafenisverordeoing. Deze zal da® luiden „Bij verzuim va® onderhoud, ter beooixleeluig van Burgemeester en Wethouders, wordt al hetgeen de be graafplaats ontsiert van gemeentewe ge verwijderd. Aidus wordt besloten. PUNT 7. Ingevolge art. 8 van de verordening op het Burgerlijk Armbestuur treedt jaarlijks op 1 Juli eeu Lid van dat be stuur af. Volgens den rooster moet dit jaar aftreden de heer F. L. Nix. In verband met art 2 van genoem de verordening, bevelen B. en W. den heer Nii wederom ter vervulling van deze betrekking au®. Benoemd wordt de heer F. L. j. PUNT 8. Bij raadsbesluit van 24 Februari werd besloten, met ingang var I September e.k. alhier op te richten een Hoogere Burgerschool met 3-jari- gen cursus en daaraan verbonden Handelsschool met 2-jarigen cursus. Voor de benoeming van een direc teur aan deze school bevelen B. en W. aan: lo. Dr. A. Borgman te Enschedé, en 2o. Dr. G. M. Slothouwer te Wage- ningen. De jaarwedde bedraagt f 4500. Benoemd wordt Dr. A. Borgman* PUNT 9. Om te voorzien in de plaats van onderwijzer aan de Tweede Burger school voor jongens en meisjes open gekomen door het overlijden van mej. B. Graue hebben B. en YV. de volgende voordracht opgemaakt: 1. G. Brouwer, te Schiedam, jaar wedde ƒ925. 2. J. de Vriest te Doetinchera, jaar wedde 850. 3. K. Zijistra, te Hoorn, jaarwedde f 925. Benoemd, wordt de hoer G. Brou wer. PUNT 10. Om te voorzien in de plaats van onderwijzer aan de Eerste Burger school voor jongens en meisjes opon- gekomen door het aan T. Meijer.r.g verleend eervol ontslag, hebben B. en W. de volgende voordracht opge maakt: 1. R. Brunsting, te Zutfe®, jaar wedde f 925. 2. J. de Yrie«, te Doetinchem, jaar wedde 850. 3. H. J. Bitter, te Gouda, jaarwed de I 925. Benoemd wordt de heer R. Brun sting. RONDVRAAG. De heer SCHRAM verzoekt den ge meente-werklied©® kennis te geven op welke ure® zij hun kiesplicht kunnen vervuilen. Er is vaak over geklaagd, dat men de vereischte aanplakking niet heeft, gedaan. Den VOORZITTER is ee® dergelijke klacht niet bekend. Do hoer MUDUO wijst op de klach- teu lu oen der plaatselijke bladen, i® 't bijzunuer aa® de lichtfabrieken. Spreker dringt ear op aan, dat de ure® zoo worden gesteld, dat er ln de middaguren geen opstopping in de susmbuieaux geschiedt. De VOüKZiirER zegt, dat geen officieele klachten zijn ingekomen. Met de piuuisenjke bladen kunnen B. en W. geen rekening boude®. Do heer SCHRAM begrijpi liet heel goed, lat er geen klaenten bij B. en \Yinkomen, dat durft men niet. De VOORZITTER protesteert er tegen, dat degenen, die komen klar gen, worden belemmerd. Zij worden er geen enkel oogenblik zuur om aan gekeken. De heer MODOO maakt B. en W. geen enkel verwijtrnaar hij verzoekt alleen, dat de gemeente zal voor gaan, om het percentage thuisblij vers te verminderen. Want men moet wel volbloed kiezer rijn, om zoolang te wachten aa® een stembureau, als dikwijls gebeurt. De heer VAN DEN BERG vraagt in stelling van het stembureau in het Amsterdamsche kwartier. Dat heeft spreker vroeger al eens gevraagd, en het verwondert hem, dat er niets Yaa kwam. De VOORZITTER: „Er was geen tijd meer voor overweging 1" De h*ïr VAN DEN BERG „1 Is al heel lang geleden." (Gelach). Daarop wordt de vergadering ts kwart voor 5 gesloten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 7