NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Stadsnieuws FEUILLETON De roode Pimpernel in Gevaar. 27e Jaargang. No. 7991 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. DONDEBDAG 16 JÜLI 1909 B ABONNEMENTEN PER DRIE MA&NDBNi Voor Haarlem I I I I Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der gemeente)P Franco per post door Nederland Afzonderlijke nummers Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem „de omstreken en franco per post ƒ1.28 130 1.65 a02H 037 H 0.45 Uitgave der Vennootschap Lourens Coster, Bfrecteog C. PEERSB00RL ADVERTENTIËNi Van 1—5 regels 50 Cts.: Iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels L—, elke regel meer ƒ0.28 Reclames 30 Cent per regel Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatslngi 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant. Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. tatercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Admlnlstratie724. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van bulten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. TWEEDE BLAD. OM ONS HEEN No. 963. nabetrachting van den Gemeenteraad. Misschien heeft gistermiddag me nig lid vaai den gemeenteraad zich zelf de vj-aag gedaan „wat is eigen lijk het doel, de reden van bestaan van ons College Hij zal daarbij dan wellicht dit antwoord hebben gege ven „het besteden van de gemeente lijke inkomsten op zoodanige wijze, dat den ingezetenen het grootst moge lijke geluk worde verschaft." Blijkbaar behoorde dan., in het oog Win verschillend!© sprekers, tot de middelen om dat geiluk te bewerken .wegneming van het standsverschil on der de burgers. Of liever van het standsgevoel, want het verschil dat zij zien, wordt nagenoeg geheel door gevoel bepaald. Gevoel voor afkomst, bezit en talent vooreerst en daarna voor tal van kleinigheden het lang gewoond hebben in eenzelfde stad of zelfs maar straat, een goed huis, kinderen die vooruit zijn gekomen, een mooie jas, een betrekk;ng in ge meente- of Staatsdienst, een neef die in aanzien staat, een knap gezicht en honderdduizend andere kleinigheden meer, die den oenen monsch een ge voel van meerderheid geven boven den anderen. Dat gevoed van meer derheid, dat door alle standen been hieerschende !s, van den keizer af tot den bedelaar toe, werd Woensdag sterk afgekeurd in het adres Van de heeren Feltmann c. s. betreffende toe lating op de school voor m. u. L o. Dat adres was niet goed gesteld, gaf indrukken, die adressanten zelf niet gevvenscht kunnen hebben. Er school in bet betoog van de ver schillende sprekers een element van onwezenlijkheid, omdat het ge bouwd was op „graue Theorie", De practijk leert anders. Zij leert o. a, dat juist het gevoel van meerderheid de menschen aanspoort tot een ijver en vlijt, d'e zij anders wellicht niet of niert in die mate zouden bezitten. In een beteren stand komen is veler ideaal, in hun stand blijven een harte- wenscb, waarvoor gezwoegd en ont beerd wordt, meer d>an anderen wel .weten. Mr. Thiol zelf erkende dat, toen hij meedeelde, hoe pijnlijk het Viel, wanneer menschen die waren achteruit gegaan, hun kinderen moes ten zenden naar een goedkoopere schooi. Zijn hart was goed genoeg, om een voorstel te doen aannemen, waarbij de Raad bepaalt, dat in zoo danig geval de kinderen kunnen blij ven op de school, die ze eenmaal be zochten. Maar daarmee erkende hij dan ook de be teekend s, ik zou haast zeggen de waarde van het algemeen menschel ijk gevoel der meerderheid, dat leidt tot hel standsbegrip. Overigens weet ik waarlijk niet-, of de beslissing, waarvan' deze stamdis- beschouwing de voorbode was, als een belangrijke dag in den Raad moet wonden aangemerkt. Zeker, daarmee werd de toegang tot het meer uitge breid lager onderwijs verzekerd aan de kinderen van min. en onvermo- genden, maar verschillende sprekers waren het eens, dat door weinigen daarvan gebruik zou worden ge maakt. „Wart, hebben ze er aan?" vroeg Mr. Thiel, „wanneer ze eetn beetje kunnen parlefranzeu Hoofdzakelijk is bet dan ook ge schied, om te voldoen aan de wet en aan de eischen van de Regeering. Veed belangrijker voor de kinderen van. on- en minvermogenden woq het onlangs genomen besluit betreffende de toevoeging van een zevende klasse. Ik zal mij dan ook niet yeidiepen in de bijzonderheden van de regeling, die m^r» trouwens in ons raadsverslag vinden kan, maar mij liever bepalen tot enkele aardige momenten in de discussie. Het grappigste was wel, toen de wethouder van onderwijs, de amendementen van den heer Rinke- ma bestrijdende, hem een nieuw stel aanbood, hoewel hij verklaarde er tegen te zullen stemmen. Het eerste werd door den heer Rinkoma grif aanvaard, maar daardoor bond hij zich alvast voor het tweede en toen hij, niet te lang aan de leiband wit tende loopen, het tweede afwees, moest hij daarop terugkomen en er toch gebruik van maken. De wethou der lachte to zijn baard en de burge meester, wten dergelijke manier van doen toch wel wat al te huiselijk moet toelijken, schoot in een harte- lijken Lach. De heer Rinkexna moge zich troos ten met de overweging, dat de Raad van zijn bekwaamheid om amende menten te ontwerpen op ander ge bied, wel overtuigd is. Maar onder wijs is een subtiele zaak, waarin de Raad tegelijk veel en weinig te zeg gen heeft, zooals ondervonden werd door den heer Modoo, die, met de bes te bedoelingen bezield, hopeloos aan 't blunderen was geraakt. Om van boven af te beginnen is daar vooreerst de invloed van wet en regeering, dan die van den schoolopziener, vervol gens van B. en W. zelf ten slotte komt de Raad pas. Onze vroede vade ren mogen dikwijls een gevoe] van meerderheid (standsverschil 11) niet kunnen onderdrukken, juist ten op zichte van het onderwijs is beschei denheid geraden. Veel vrijer kan men uit praten gaan bij quaeötaes over het al of niet ver- plaateen. van een fontein, 't Plan was, die in den Hout op te heffen en er een op het grasveld voor 'rt Pavil joen op te richten. Er is op die onge lukkige fontein in den Hout al heeil- wat afgegeven en ik denk ook wel, dat ze het af moet leggen, wanneer ze met zusterfonteinen in Parijs of Wiesbaden, of wel met de Niagara vergeleken wordt Op zichzelf vond Ik haar zoo leelijk niet en op dart drukke punt goed geplaatst. Wil men, ails de heer Winkler, een fontein wegnemen omdat ze het verkeer belemmert, dan zal het maar zaak wezen ook de hoo rnen om te hakken, die vooral niet minder „in den weg" staan. Ik herinner me, dat in de vereeni- ging tot verfraaiing meermalen is ge sproken over het aanleggen van een spaarpotje, opdat eenmaal aan de ge meente een mooie fontein zou kun nen worden aangeboden. Altijd stuit te dat of op de overweging, dat de vereeniging nooit zooveel geld bij el kaar zou kunnen krijgen. En daar lees ik tot mijn verbazing, dat de nieuwe fontein, op het grasveld vóór het Paviljoen, niet meer dan f 2450 kosten zal. Is de marktprijs van fon teinen in de laatste jaren zóo ge daald? Door de overvloedige onderwijs- discussteg moestan de meeste punten worden aangehouden. Ook de bena ming van straten moest wachten, zoo dat voorloopig o. a. de krakende naam van Versipronckstraat, die een knoop in je tong legt, nog achterwe ge blijft. Maar hij komt toch. De Raad is eenmaal verwoed op catego rische namen en houdt er volstrekt geen rekening mee, of ze welluidend zijn. Tot gemeente-secretaria werd be noemd de heer Mr. J. Wytema, hoofd commies ter provinciale griffie, die vroeger gemeente-secretaris was van Schiedam en daar voor van Assen. Van onzen heengaandm secretaris, Mr. Pynaoker Hordijk, werd een har telijk afscheid genomen. De burge meester en daarna de heer SneLtjes spraken hem op zeer waardeerende wijze toe, waarvoor hij zich zeer er kentelijk betoonde. Nog een ander nam afscheid, de heer Gravestedn, die met ingang van den 15den benoemd is tot burgemeester van Urk en bin nen een paar weken als zoodanig zal worden geïnstalleerd. Hij maakte ge bruik van de gelegenheid, om den bur gemeester dank te zeggen voor de wijze, waarop hij de vergaderingen leidt, wait Jhr. Boreel beantwoordde met een heilwensch aan den heer Gravestein voor zijn volgend leven. Beide toespraken vonden instemming bij den Raad. Ik weet, dat velen, ook buiten eten etngeren kring van zijn vrienden, hert vertrek van den heer Gravestein betreuren. Hij drong zich niet op den voorgrond, sprak over wat heen paste, maar gaf blijk van veel belangstelling en toonde zich een eerlijk man, zoodat hij op dien duur zeker niet zonder invloed gebleven zou zijn. Het is daarom, dat ik mij gaarne aansluit bij hen, die hean voddoening en voorspoed in zijn nieu wen werkkring hebben toegewenscht. J. C. P. iiaitenlandsdi Overzicht DUITSCIILAND'S VIJFDE RIJKSKANSELIER. Wie zou Von Bülow's opvolger zijn Er werden vele mannen mei dit hooge ambt gedoodverfd, maar 't was allemaal raden. Tot gisterenmorgen, toen de Berlijnsche couranten in „geuren en kleuren" wisten mee te deelen, dat Von BethmannH oil weg de uitverkorene moest zijn. Waar om Wel, z'n echtgenoote had het pa leis van den Rijkskanselier van on der tot boven nauwkeurig bekeken en zoo iets doet alleen een aanstaan de bewoner 1 Inderdaad, men heeft goed gera den I Even later werd de benoeming officieel bekend gemaakt. Von BethmannHo 11 weg Ls geen onbekende. Hij heeft reeds verschil lende staatsambten bekleed, laatst was hij Neen, laten we bij het begin be ginnen I 53 jaar geleden aanschouw de hij het. levenslicht, als zoon van een grondbezitter en landraad In Kneös Ob&rbarniim. Op 19-j arigen leeftijd ging hij naar de hoogeschool, eerst te Straatsburg, toen te Leipzig en ook te Berlijn, en studeerde daar ijverig in de rechten. In 1885 werd hij assessor in dienst der regoering te Potsdam in 1886 Landraad in zijn geboorteland Kreis- Oberbarnirn in 1896 „Oberpriisi- dialrat" te Potsdam in 1899 ging hij a!s regeeringspresident naar Bromberg en enkele maanden later werd bij opper-presldent van de pro vincie Brandenburg. Hierna eerst begon zijn werkkring als regeormgspersoan. Op 22 Maart 1905 werd hij aangesteld bij het mi nisterie von binnenlandsehe zaken in November 1906 werd hij tijdelijk minister van landbouw op 22 Juli 1907 t rad hij op als staatssecretaris van binnenlandscho zaken en tevens als vice-voorzitter van het Pruisische sta atsmin isterie. Von BethmannHoUweg is dus een echte „politieker". Langen tijd was bij een trouw volgeling en als men wil ander-leidsman van Von Bü- low, vooral ook in de dagen van diens ,.blok"-politiek (conservatieven en liberalen onder één hoedje Ook in zijn optreden doet Kanselier 5 denken aan Kanselier 4. Ook Von BethmannHall weg moet men zich altijd in een.... gekleeds jas denken. De hooge autoriteiten in het land on zer Oosterburen zijn wel groote lief hebbers van dit kleedingsstuk I De nieuw benoemde is een goed spreker, maar z'n oratorisch talent is niet opgewassen tegen dat van z'n voorganger. In zooverre verliest de Rijksdag dus een aantrekkelijkheid, want 't was altijd „feest" als de groo te Von Bülow zou spreken 1 Het portret van Von Bethmann Hollweg wordt als volgt geteekend Een rijzige gestalte, lang en mager het dichte hoofdhaar lichtblond en stoppelig grijzende baard en snor, d'ie..... groeien zooals ze verkiezen, wat een eigenaardig gezicht is; voorts een hoog voorhoofd, staalblauwe oogen cu borstelige wenkbrauwen. Een bijzondere schoonheid lijkt ons de nieuwe Rijkskanselier dus niet I Hoe zullen de partijen den nieuw benoemde begroeten? De avondbladen van gisteren hebben meest korte ar tikeltjes, voorloopige beschouwingen. Deze zijn evenwel gunstig, zoowel links els rechts. Men stelt vertrou wen in den eerlijken en buitengewoon ontwikkelden man. Alleen het blad van het Centrum, de Katholieke „Ger- mania", te terughoudend. Zij hoopt, dat het voorbeeld van Von Bülow (den Centrum-hater 1) voor hem af schrikkend en loerend zal zijn ge- In zooverre kan het Centrum o. i. wel gerust zijn. Het is nog niet be paald zeker, welke meerderheid deze nieuwe kanselier aan zich wil binden, maar wel staat vast, dat hij den steun van liet Centrum niet kan missen. En wie is onvriendelijk tegen de men schen, wier diensten men noodig heeft 'T AFSCHETD VAN VON BöLOW. De Keizer heeft gisteren van den afgetreden Rijkskanselier afscheid ge nomen. Eerst richtte Wilhelm aan Vcm Bülow een eigenhandig schrij ven, waarin hij verklaart, dat hét hem (den Keizer) zwaar valt voortaan zijn beproefde kracht bij de leiding van de staatsaangolegenheden te moe ten missen en een band te moeten verbroken van vertrouwelijk samen werken, welke hem en' Von Bülow zoovele jaren verbonden hield. De Keizer bedankt verder voor de zelfopoffering en toewijding, waar mede de Rijkskanselier in de meest uiteenloopende en moeilijk© toestan den in zijn eervolle en aan overwin ningen zoo rijke loopbaan den Kei zer en hert vaderland zulke uitnemen de diensten heeft bewezen. Hij wenschte hem, na zulk een aan daden en zworen arbeid rijk leven, vele jaren van ongestoord geluk, en schenkt hem als bewijs van zijne dankbaarheid en erkentelijkheid den Zwarten Adelaar met brill anten. De Keizer nam gisteren persoonlijk hartelijk afscheid van Von Bülow zelfs spreken de telegrammen van een omarming EEN INTERVIEW MET VON BüLOW I Dus eindelijk een verdediging 1 Hij zei, dat het hem aangenaam was, nu een en ander bekend te kun nen •naken, omdat er scheeve veron derstellingen over de jongste crisis bestaan. (Waarom heeft Van Bülow niet in den Rijksdag gesproken Zie hier eenige gedeelten uit dit vraaggesprek Waarom bent u niet dadelijk na de verwerping der erfenlslasten afge treden Von Bülow Indien ik alleen aan een zoo schitterend mogelijk aftre den gedacht had, zou ik zonder mij te beienken, zijn heengegaan. Dat zou een dramatische uitwerking ge had hebben I Maar dat kon mij niet schelen. Ik heb naar andere beginse len gehandeld. Ik ban gebleven enkel en alleen, omdat lk het aan mijn Keizer verschuldigd was. Hij heeft tegenover mij den wensch geuit, dat ik zou blijven, tot de financ'eele her vorming was afgedaan. Ik had het als ontrouw beschouwd, indien ik mij aan iien wensch had onttrokken.... Waarom niet tot Rijksdag-ont binding overgegaan Von Bülow U zult nliet van mij verlangen, dat ik mij tegen het laffe verwijt verdedig, als zou het mij aan persoonl ij ken moed ontbroken heb ben. Zakelijke redenen hebben mij weerhouden, den Keizer ontbinding voor te stellen. Ik moest ook op die toekomst het oog houden. Ik kon niet Ln geestdrift komen voor een verkie zingsstrijd, dte tegen rechts gevoerd had moeten worden en tot noodzake lijke uitkomst een niet te overziene versterking van het radicalisme en met name van de sociaal-democratie zou gehad hebben. De ontbinding zou bovendien een uitstel van de financi- oele hervorming ten gevolge gehad hebben, en niemand weet meer dan ik, dat dit uitstel niet ge wensch t was. Hierna word de houding der con servatie van besproken, die Von Bü low onbegrijpelijk vond. Het warert scheeve opvattingen. Hoor hem zeg gen Von Bülow Voor mij is het oor deel van mijn Koning en Keizer over mijn houding van meer gewicht dan zulke scheevo opvattingen. En ik karf u zeggen, dat Z. M. de redenen vafl mijn aftreden volkomen begrepen en! goedgekeurd heeft. Tusschen Z. M. den Keizer en mij bestaat geen mis- verstand, geen wanklank, welke ook. Hij eindigde Ik sche'd met den wensch, dat hot Duitsche volk met overwinning van alle hinderpalen en gevaren in toene mende welvaart, in eenheid etn met ongebroken Kracht zijn weg vervol gen en zijne positie in de wereld be houden moge. DE ANARCHIE IN PERZIë. De revolutio.nn,aaren (of wil men do Grondwet-lievondenzijn de hoofd stad Teheran binnengerukt, na eerst de troepen van den Sjach verslagen: te hebben. Nu zijn ze daar meester Het paleis van den Sjach ligt even wel m een stukje von Teheran, waar ze nog nte'. zijn doorgedrongen. Daar' heeft Z. M. nog enkele getrouwen! verzaneld, die hem zullen bescher men. Wat zullen de revolutionm ai ren r»o doen Zal men den Sjach dwingen eene nieuwe Grondwet te geven, of zal meaï met hem doen als met zijn Turkscheo collega, don Sultan of nog erger Reeds wordt verzekerd, dat do Sjach aan 't Russische consulaat be- scherming heeft gevraagd. Dat ls een vaag teeken I SPANTE EN MAROKKO. De Spaansche reserve-troepen ln Marokko worden ontscheept. Zullen or nu nieuwe straf-expedities worde» uitgezond on 't Is nu een fraaie toestand in het land van der. Sultan. De vijand van Moelay Hafid is de heilige stad Fez binnengerukt, zoodat de toestand van den Sultan wol hachelijk wordt. Hoe lang zal hij nog Sultan zijn BOLIVIA, PERU EN ARGENTINIË OF 'T OORLOGSGEVAAR iN ZUID-AMERIKA. Uii I a Paz, de hoofdstad van Bo livia, wordt geseind De toestond is onveranderd geble ven, het vertrouwen in de regeering neemt weder toe. Deze hoopt de onge regeldheden te kunnen bedwingen. Een oorlog tusschen Peru en Boli via is op liet oogenblik weder minde* waarschijnlijk geworden. Moge dit waar zijn 1 Huzarenwagen'. Onze klacht, vóór eenige wekert over den huzarenwagen, schijnt de aandacht der bevoegde autoriteiten te hebben getrokken. Reeds daags daarna was de oplading practlsch en het rijden zeer gematigd, terwijl in vele gevallen de manschappen er ach ter Hepen. Later echter is de kapwa- gen vervangen door een platten wa gen, zoodat ongelukken thans onmo gelijk zijn. We meenen verplicht te zijn, dit thans ook mede te deelen. Voordracht Op de aanbeveling voor leer aar in hei Nederlandscli aan de Hoogetra Burgerschool te Nijmegen zijn go- plaatst de heeren De Joode, te Nij megen, Niemann, Haarlem, en dr. Vorder Hake, Alkmaar. Naar hert Engelisch, door Barones Orczy. 2) De zeegroene Onomkoopbare En daarom, terwijl anderen praat ten, heftig van gedachten wisselden over plannen voor optochten en praalvertooningen, of luide de gehee- lo zaak veroordeelden als het werk ,van een verrader zat hij met den zee groenen jas kalm zijn nagels te po lijsten. Maar hij had al die discussies al in de weegschaal van zijn geest gewo gen, ze in den smeltkroes van zijn eerzucht gezet, en ze omgezet in iets, dat hem en zijn positie goed zou kun, hen doen. O ja bet feest zou schitterend tljn I vroolijk of afschuwelijk, krank zinnig of angstaanjagend, maar door dart alles moest gezorgd worden, dart jhot volk van Frankrijk voelde, dat er ten leidende hand was, dia het lort f.wn alten regejde, een hoofd, dat de nieuwe wetten maakte, dat dezen nieuwen eeredienst, den Eeredienst van de Rede, grondvestte. Robespierre, zijn profeet I HOOFDSTUK II. Een Terugblik. De kamer was bedompt en donker en hing vol rook tengevolge yan eten ouden schoorsteen. Een klein boudoir, eene het bekoor lijk eigendom van de machtige Morie Antoinette nog altijd scheen aan de vuil geworden wanden en de ge scheurde gobelüntapij ten een bijna onmerkbare odeur uit vroeger dia gen te zijn blijven hangen. Overal kreeg men een Indruk van een zware en verwoestende hand, die van de Revolutie. In de vuile hoeken van de kamer stonden enkede stoelen met gescheur de kussens van brocaatzijde, tegen den wand gedeund, omdat hier een poot, daar een rugleuning, ontbrak. Een klein voetenbankje eens met ver gulde pootjes en met satijn overtrok ken, was nu ruw ter zijde gegooid en daar lag hert nu achterover als een dier, dat gekwetst was, met de gebro ken leden naar boven, meelij wekkend om aan te zien.. Uit de kunstig gemaakte tafel was hert zilveren Inlegwerk met ruwe hand weggesneden.: Dwars over de Lunette, door Bou cher geschilderd en voorstellende een Diana, omgeven door een rij von nymphen, had een onbedreven hand In houtskool het devtes van de Revo lutie gekrabbeldVrijheid, Gelijk heid, Broederschap of de Doodter wijl als wilde hij die kroon zetten op dat veroiertigiin gswerk en aan het motto meer klem bijzetten iemand! daaronder hert portret van Marie An toinette had geschilderd met een roo de muis OP liet hoofd en een roode, onheilspellende Lijn om den hols. En aan de tafel zaten twee mannen ernstige zaken to bespreken. Tusschen hen in wierp een eenza me vetkaars, ongesruoten en spookach tig flikkerend, phantastisclie schadu wen op de muren, en verlichtte met een eigenaardig, onzeker licht de aangezichten der twee mannen. Hoe verschillend zagen deze twee er uit I De een, met uitstekende wang beenderen, dikke, zinnelijke lippen en overvloedig en zorgvuldig gepoe derd haar, de ander bleek, met dun ne lippen, met de scherpe oogen van een fret en een hoog, verstandig voor hoofd, waarvan hert sluike, bruine haar zorgvuldig was weggeJcaimd. De eerste van deze mannen was Robespierre, de ommeedoagemdo en onomkoopbare volksleider, de ander Was Burger Chauvelin, voormalig af gezant van de Revolutionaire Regee ring aan het Engelsche Hof. Het was al laat op dien avond en het leven van de groote, rumoerige stad, diie zich gereedmaakte om te gaan slapen, drong slechts als een zwakke en ver verwijderde echo tot het nu verlaten Paleis van do Tuile- riën door. Het was twee dagen made Fructidor Oproeren. Paul Dóroulède en do vrouw, Juliette Mairay, beiden tor dood veroordeeld, waren letterlijk ais geesten verdwenen uit den wa gen, die hen uit do rechtzaal naar de Luxemburg Gevangenis had ge bracht, en julsrt was door het Comité van Algemeen Welzijn bericht ont vangen, dat te Lyon de Abt du Meenii, met den voormaligen Ridder d'Egremont met vrouw en familie op wonderbare en geheel onbegrijpelijke wijze uit do Noorder gevangenis ont vlucht war etn. Maar dit was nog niet alles. Toen Arras in de handen van hel Revolu tionaire leger viel, en er een dicht cordon om do stad werd gevormd, zoo dat geen enkele koningsgezinde zou kunnen ontsnappen, hadden vele vrouwen en kinderen, twaalf pries ters, do oude aristocraten Chermouil, Dedleville en Gallpaux en veel ande ren kans gezien door de banrièbos to ontsnappen en waren ntet weer ge vangen genomen. In de onder verdenking staande huizen werd alles doorzochthoofd zakelijk in Parijs, waar de ontsnapte gevangenen een schuilplaats konden hebben gevonden of nog beter, waar hun helpers en redders mis schien nog waren blijven hangen. Foucquier Tinville, de Publieke Ver volger, leidde en bestuurde deze huis zoekingen, bijgestaan door dien bloeddorstige» vampyr, Merlin. Zij hoorden over een huls in de straat van het Oude Theater, waar een En- geLschman twee dagen moest hebben gelogeerd. Dece kamers waren onge meubileerd en vuil, zooals honderden andere kamers Ln de meer arme wij- kon vun Parijs. De onvriendelijke en tandelooze hospita, had de kamer, waai- de Engelschman geslapen had, nog niet opgeruimdzij wist eigen lijk niet eens of hij voor goed was vertrokken. Hij had een week vooruit voor zijn kamer betaald, en kwam en ging zoo als hij dat wilde, zei ze tot Burger Tinville. Zij had nooit drukte van hem gehad, omdat hij nooit een maal tijd in huis gebruikte, en hij daar maar twee dagen geweest was. Zij wist niet, dat haar commensaal een Engelschman was, tot den dag, waar op hij wegging. Om zijn eigenaardig accent had j^ij gemeend, dat. hij een Franschman uit het Zuiden was. Het was de dag van hert oproer, ging zij voort; hij wilde uitgaan, en ik zei hem, dart ik dacht, dat het op straat niet veilig zooi zijn voor een vreemdeling als hij want hij droeg ailtijd zulke mooie kleeren, en ik was er van overtuigd, dat de uitgehonger de mannen en vrouwen van Parijs ze hem von het lichaam zouden sclieu- ren, als hun driften waren opgewekt. Maar hij lachte slechts. Hij gaf mij een stukje papier en zed. mij, dat ik maar moest denken, dat hij vermoord was als hij niet terugkwam, ein als het Comité van Algemeen Welzijn on der-zoek naar hean deed, dan moest ik dit stukje papier maar laten zien en alles zou in orde zijn. Zij had in één woordenstroom doorgepraat, niet weinig verschrikt door de scheldwoorden van Merlin en de houding van Burger Tinville, die bekend was als heel sireng tegenover degenen, die domheden begingen. Maar de Buxgerog haar naam was Brogard, en de broeder van haar echtgenoot hield een herberg vlak bij Calais de Burgeres Brogard had een zuiver geweten. Zij bozort een ver lof van hot Comité van Algemeen Welzijn om kamers te verhuren, en zij had altijd stipt bericht gezonden aan hert Comité van die komst en h«J( vertrek horer commensaals. fWordt vervolgdW

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5