m
"de tronen toeschijnen, die zij schreien
iik zou zo n*ert. kunnen dragen. Ik
«ou ze verafschuwen. Bedènk
Philip, ais gij die man, Wilkinson
waart, on ik uwe vrouw. Stel u voor,
dat we de wijde wereld werden inge
zonden, zonder geld en....
Hij lachte droogjes.
Lief kind, zei hij, ge vleit
me niet. Ik zou me zelf nooit in zoo'n
toestand plaatsen.
Oh, dat kunt gij niet zegg
Denkt ge niet soms, dat we het leven
luchtig opvatten Zoudt ge (met een
snellen blik achterom) indien gij of
Ik vannacht moesten sterven, uwe
handen zuiver weten, als ge die pa
pieren geteekend hadt
Waarom niet We zijn allen
hier om het beste te doen voor ons
«elf.
En voor anderen 1 riep ze.
Hij trok ongeduldig de schou
ders op.
Ean man van zaken met zulke
utopische gedachten zou zich spoedig
tn den grond werken. Ge praat over
dingen, waar ge geen verstaald van
hebt. Later zullen wij daarover wel
eens praten.
En weer nam hij de pen op.
De wanhoop scheen haar voor een
oogenblik geheel te overweldigen. De
pendule begon te slaan. Ze durfde
niet om zich zien. Reeds meende ze
zachte voetstappen te hooren. Ze
maakte een smeekend gebaar naar
den indringer en vatte haar echtge
noot om den hals.
Philip, riep ze, luister naar
mij Ik ben altijd eene goede vrouw
voor u geweest. Ik heb u nooit om
Iets gevraagd, doch nu doe ik het Ik
heb geen verstand van zaken, doch
somtijds zien wij, vrouwen, de waar
heid, al is ze ook in een duisteren
hoek verborgen. Wat zijn al die din
gen waard, goud, juweelen, de
macht van den rijkdom Zelfs, als ge
Vandaag staat met de hand aan de
spaken, welke de wereld besturen,
kan de dood u morgen overvallen.
Wat dan Welk voordeel heeft dan
de sterke boven den zwakke Welke
stem zal Gods oor 't eerste treffen, die
van den verslagen bedelaar of van
den zegevierenden rijke Philip, bes
te man, ge zijt zoo knap, zoo gêleerd.
Tk ben onwetend, doch ik heb de
.waarheid gezien. Verscheur die pa
pieren Om 's hemels wil, verscheur
ze Laten we voor altijd afgedaan
hebben met dat afschuwelijk geld-
makan, met die handelingen, welke
achter zich laten ean spoor van ellen
de en gebroken harten. Geef ze aan
mij, Pliilip I Straks hebt ge me ge
vraagd, wat ik wenschte als Kerst
geschenk. Ik wil die papieren hebben.
Ik wil hebben, dat ge me belooft,
dien man, Wilkinson, in uw trust op
te nemen op billijke voorwaarden, of
dat hij zijne zaken op eigen rekening
mag voortzetten.
Angers aarzelde. Voor haar was dat
een oogenblik van doodsangst. Reeds
zag ze in hare verbeelding den glin-
sterenden loop van de dreigende re
volver. Hij zou zijn eigen doodvonnis
Steekenen. Oh, als ze 't hem maar aan
zijn verstand had kunnen brengen.
De seconden verliepen. Met een
■ficht schouderophalen reikte hij haar
de papieren over.
Ge vergt veel van mij, beste
Margaretha, zei hij.
Ge stemt toe riep ze.
Ge hebt altoos zelf uw Kerstge
schenk gekozen. We mogen niet bre
ken met oude gewoonten.
De stukken van het verscheurde pa
pier fladderden neer op het tapijt Zij
ivied op de knieën met een snik van
verlichting. Hij boog zich en kuste
haar op de lippen.
Ik zou wel eens willen weten,
zei hij, of gij u er een gedachte van
kunt vormen, hoeveel dat Kerstge
schenk aan u mij gekost heeft
Ze schudde het hoofd. Alreeds had
haar scherp luisterend oor het dicht
doen van een venster vernomen.
Ik heb er meer mee gewonnen,
'dan het waard is, murmelde zij.
Den Hemel zij dank I
C.Centr.")
De honderd gonden
Tientjes.
't Was in den goeden ouden lijd,
toen nog bijna niemand schrijven
kon. F-n wanneer iemand een brief
wilde verzanden, dan ging hij naar
vader Martin, die een brief schreef
over het ge wenschte onderwerp en
op die manier een aardig duitje ver
diende.
Vader Martin was zeer geacht in
•het dorp. Men verweet hem alleen,
dat hij een beetje gierig was. omdat
hij reeds betaling eisclite, vóór hij
aan het epistel begon. Maar vader
Martin was niet gierig. Hij nam die
voorzorg alléén, om aan z'n dochter
Jacqueline een behoorlijke som na te
laten, wanneer hij stierf.
Bovendien wenschte hij z'n mooie
dochter, die spoedig 18 jaar zou wor
den, slechts uit te huwen aan
iemand, die minstens honderd gou
den tientjes meebracht.
Hij wilde voorkomen, dat zijn doch
ter m zorgen zou geraken.
Op zekeren dag, dat haar vader
afwezig was, trad een jongeling, een
schrijnwerker, die in de buurt woon
de, binnen.
Hij wenschte een brief te verzenden
naar z'n moeder, die eenige dagrei
zen daar vandaan woonde.
Toen Pierre Vannink, zoo heette de
schrijnwerker, het jonge meisje zag,
bloosde hii, en Jacqueline bloosde
ook, zonder dat ze wist waarom.
Daar hij sinds kort in het dorp
woonde, had hij bet meisje nooit ge
zien, en werd getroffen door haar
schoonheid.
Wat wenscht u vroeg de
dochter vaii den publieken schrijver
op zachten toon.
Ik had uw vader willen spreken,
stotterde hij.
Vader ls vanmorgen vroeg reeds
vertrokken. Maar misschien kan ik
hem vervangen
Ja... Neen.... Ik weet 't niet,
zei hij, meer en meer verward.
Aan wie wou u schrijven
vroeg hex meisje, dat niet anders ver
wachtte, of de jongeling wou een
briefje zenden naar de uitverkorene
.van z'n hart.
Aan m'n moeder, antwoordde
de werkman, die op z'n gemak geetold
i pas fc» liet dorp
weird door de zachte stem Vaïï Jacque
line.
Aan uw moeder Dat zijn de
gemakkelijkste brieven. Zeg mij, wat
u haar wil laten weten, dan zal ik 't
opschrijven.
Zij ging aan een kleto tafeltje zit
ten, on half naar hem toegekeerd,
wachtte zij oplettend «en ernstig, tot
hij ging beginnen.
Toen hij geëindigd had, Ia3 Jacque
line den brief voor. De schrijnwerker
luisterde en knikte. Ja. dat had 1
allemaal gezegd, maar hoeve,
fraaier was de vorm, waarin zij het
had gekleed. Hoe lief had zij In dien
brief uitgedrukt hij z'n moeder lief
had. Hoe hartelijk werd geïnformeerd
naar haar welzijn, en het verlangen
uitgedrukt om haar spoedig weer te
zien.
Hij voelde zich klein bij dat jonge
meisje, dat zooveel talent had, en
zooveel gevoel toonde te bezitten.
Verlegen bedankte hij haar, en
wilde betalem, maar Jacqueline wou
geen geld aannemen.
Die paar stuivers moet u maar
aan m'n vader geven, zei ze, een
weinig verlegen om geld voor zoo iets
aan te nemen.
Hij drong niet verder aan. Hij be
greep, wat in haar omging. Hij be
schouwde haar een seconde. Zij wis
selden een vluchtige® blik..... Zij be
minden elkaar.
De schrijnwerker keerde terug naar
vader Martin, om z'n schuld te vol
doen. Ilij keerde terug om nieuwe
brieven aan zijn moeder te schrijven
en om een paar woorden te wisselen
met Jacqueline.
Hij was ingelicht. Ilij wist, dat hij
z'n aangebedene n/let kon huwen, vóór
hij honderd gouden tientjes b{j el
kaar had. Hij was geen slecht werk
man, en met woede wierp hij zich op
den arbeid; na twee of drie jaar hoop
te hij die som bij elkaar te hebben.
Zou Jacquedine zoo lang willen
wachten
Op zekerer dag had hij den moed,
haar dat te vragen, toen zij alleen
waren.
Ja, zed ze, ik wil wachten.
Maar ik heb je om een gunst te ver
zoeken.
En dat, is
Dat Je hier niet meer komt,
wanmeor vader niet thuis is.
Maar hoe kan ik je dan voortaan
mijn liefde betuigen
Zij begon te lachen.
Liefde maakt vindingrijk. In
dien ,'e mo 'vaarlijR liefhebt, dan zul
je een middel kunnen vinden, om je
liefde ut» ie drukken.
Den volgenden dag trad de schrijn
werker de kamer binnen van den pu
blieken schrijver.
- Weer een brief voor je Moeder
vroeg vader Martin, die den werk
man als een goeden klant beschouw
de, vriendschappelijk.
Neen, moeder te
komen wonen.
Ah, ik begrijp 't een liefje.
Neen, geen liefje 1 maar iemand,
drie ik zeer ernstig Liefheb.
Voor twee weken misschien.
Eeuwig.
Die jonge mannen 1 Zij zeggen
allen H zelfde, on ten slotte....
- Ik ben niet als andere jonge
lieden.
Vader Martin zette z'n bril op en
begon te schrijven. Hij had al zoo
veel van dergelijke briefjes geschre
ven, dat hij de aluinen wel van bui
ten kende.
Initussohem trad Pierre op Jacqueli
ne toe, en vertelde haar, welken list
hij bedacht had, om haar in tegen
woordigheid van haar vader zijn ge
zindheid te doen blijken.
Zij begreep, dat Pierre eiken dag
zou terug komen, en dat de brieven,
die haren vader gedicteerd werden,
voor haar waren bestemd.
Toen vader Martin den brief af
bad, las hij hem voor. Hij was zeer
verbaasd, dat hij niet de gewone be
tuigingen van tevredenheid ontving.
De schrijnwerker had weliswaar het
voorlezen met aandacht gevolgd,
maar nad geen enkel teeken van in
stemming gegeven.
Het is niet kwaad, zei Pierre.
Maar het is niet zooals ik het heb
ben wil.
Wat
Ik wensch een briefje aan een
uiterst fatsoenlijk meisje, en u laat
me spreken als een matroos tot z'n
eerste liefje.
Dan moet u maar zeggen, hoe u
't hebben wilt, zei de de vergramde
oud a
En het epistel verscheurend, voeg
de hij er op knorrigen toon bij
Ik zit. Ik ben tot uw orders. Ik
zal schrijven wat u me voorzegt.
Spreek. Dan zuilen we zien, wat u er
van terecht brengt.
Pierre was geheel onthutst. Hij
wist niet, dat vader Martin zoo prik
kelbaar was. Doch een blik op
Jacqueline gaf hem z'n moed terug.
De vader stelde hem in de gelegen
heid om zelf woorden te kiezen, om
z'n liefde uit te drukken, terwijl
vóór hem het geliefde meisje stond,
dat er in toe had gestemd, door hem
bemind te worden.
Pierre begon te sproken van de
menigxe gevoelens, die ontwaakt wa
ren in zijn hart. Hij wist duidelijke,
vriendelijke woorden te vinden, die
een groule vreugde deden ontstaan in
het gemoed van haar, die ernstig en
stilzwijgend alles aanhoorde.
Hij sprak een taal zóó innig en zóó
vol van ware liefde, dat de oude Mar
tin de pan losliet en verbaasd uit
riep
Waar haal je 't vandaan
Dat weet ik niet, antwoordde
Pierre, die dacht, dat tLo schrijver
liom bespotte. Vindt u, dat ik me
aanstel
Wel neen 1 't Is lieel goed, ik
verzeker je dat ik het zoo niet kan.
De schrijnwerker kwam eiken dag
terug, en op die manier uitte hij
steeds z'n groote liefde in 't bijzijn
van Jacqueline. Ten slotte begon va
der Martin belang te stellen in die
liefdesgeschiedenis.
- Ik zie, dat je dat medsje werke
lijk innig liefhebt, zei hij. Waar
om vraag je haar niet ten huwelijk
Omdat ik zoo arm ben.
tDus zij schijnt rijk te wezen
Haar vader wil hebbeen, dat ik
in zekere som bezit.
Die vader lieeft goede beginse
len, net ala ik. 't Schijnt een verstan
dig man te wezen.
O, ik weet geen beteren schoon
vader. Hij heeft een massa goede
eigenschappen. Hij moest eens weten,
hoeveel ik met hom op heb.
Je bent een goede Jongen. Hij
zou wel een slechter schoonzoon kun
nen krijgen. Waarom probeer Je niet
hem van zijn besluit af te brengen
Daft wil hij tooh met.
Probeer 't. Ga naar hem toe.
Dat durf ik niet
Schrijf hem.
►—Goed. Wilt u hem schrijven,
vader Mart'n
Pierre was bijzonder welsprekend.
Hij schilderde don vader de liefde,
doe hij gevoelde voor zijn dochter, en
die door haar beantwoord werd, en
hij liet uitkomen, hoezeer hij en het
jotnge meisje gebukt gingen onder
het nesluit van den vader, die er zijin
zinnen op had gezet, dat de jonge
man honderd gouden tientjes moeöl
bezitten.
Vader Martin schreef, en de woor
den van Pierre brachten vreemde
aandoeningen bij hem te weeg. Hij
vond die®. vader, die het geluk van
zijn dochter i® den weg trad, erg
hard, erg wreed.
Hij overhandigde den brief aan
Pierre au zei
Wanneer de vader na dezen
hrief niet zijn toestemming geeft, dan
heeft hij een hart van steen.
Gelooft u dat werkelijk vroeg
Pierre verheugd.
Ik ben er zeker van. Laai dia®
brief onmiddellijk bezorgen.
Ja... Ja.... Maar u heeft H adres
vergelen.
- Dat heb je me niet opgegeven,
en uit bescheidenheid heb ik er niet
naar gevraagd, omdat je ook nooit
het adres van je meisje hebt opge
geven.
O, maar wat den vader aangaat,
»e t Iets anders. Bent u gereed
Ja.
Schrijf dan vooral netjes.
Mijn beste schrift.
Een seconde was 't stil, en men
kon de harten der geliefden hooren
kloppen.
Toen dicteerde Pierre met Levende
stem
- Te bezorgen bij Vader Martin,
publiek schrijver te
Do schrijver stond plotseling op.
Had hij goed gehoord Die hrief was
in heen geadresseerd
Jacqueline had zich voor haar va
der op de knieën geworpen, uitroe
pend
Vader, vergeef t' ons.
En Pierre had t 'hoofd gebogen, en
stamelde
- Ik heb maar 20 gouden tien
tjes I
Vader Martin keek naar z'n doch
ter. Hij wist niet of hij boos moest
warden, of niet
Jacqueline prevelde
Ik heb hem lief I
Pierre antwoordde
Wij beminnen elkaar I
Er kwam een waas voor de oogen
van vader Martin. Wat had Pierre
hem voor den gek gehouden. Daar
herinnerde hij zich eanige zinsneden
uit de brieven van den jongen man.
Kom hij tegenover zooveel liefde lang
boos blijven
Het waas voer z'n oogen ging over
in tranen, die het verleden uitwisch-
tm. Hij opende de armen, en riep
uit
- Jij zult de vrouw van Pierre
worden. Geef mij je hand, toe
komstig schoonzoon. De ontbrekende
gouden tientjes zal ik er bij doen.
De Jaweelendiefstal.
Ofschoon het nog'vroeg was, stond
er reeds een groote menigte 't pracht
stuk te bewonderen, dat in de uitstal
kast tentoongesteld was. Zooals er bij
was geschreven, was het een besteld
stuk work, het huwelijkscadeau voor
een millionairsdochter, door hare ou
ders geschonken. En werkelijkt een
vorstin zou er zich niet voor behoeven
te schamen, dat sieraad te dragen.
Op dit oogenblik reed een wagen
voor, waaruit een beer met zwarten
baard steeg, die zich een weg baande
door de menigte en in den winkel
verdween. Intusschen draaide de
koetsier om en bleef een eind verder
wachten.
De heer had den bediende Intus
schen tamelijk barsch bevolen den
chef te halen. Toen deze verscheen,
verzocht de vreemde hem om een on
derhoud onder vier oogen.
Mijn naam is Haifer, commissa
ris van politie, stelde hij zich voor,
toen de deur van het privaatkantoor
acbter.hen gesloten was.
Zeer aangenaam, mijnheer de
commissaris. Maar mag ik u vragen
waaraan ik de eer van uw bezoek te
danken heb?
Ik kom u mededeeïen, dat men
probeeren zal u dat prachtstuk in de
uitstalkast te ontstelen.
Verschrikt sprong de juwelier op,
doch -een handbeweging van den poli-
tie-ambtenaar kalmeerde hem.
Wind u maar niet op, waarde
heer. Mijn aanwezigheid waarborgt
u immers dat het plan niet zal geluk
ken. Vanmorgen kwam een jongen,
die reeds veel op zijn kerfstok beeft
bij ons op het commissariaat en deel
de ons mede, dat hij in een dierenhol
een paar mannen beluisterd had, die
den diefstal van het sieraad in den
zin hadden. Vandaag nog zal men het
probeeren.
De juwelier werd zenuwachtig.
Ik wil het sieraad toch maar lie
ver in de brandkast...-
De ander probeerde hem lachend te
kalmeeren.
Geduld, u begrijpt toch, dat de
politie niets liever wenseht, dan die
kerels ik ken hun namen, het zijn
een paar beruchte individuen op
hee terdaad te betrappen. Daarom
verlang ik in ruil voor mijn waar
schuwing, dat het sieraad liggen
blijft, waar het Ligt, opdat de boeven
in de val loopen.
Do juwelier trok" een wanhopig ge
zicht
Wanneer het hun toch gelukte,
dan was ik geruïneerd.
Wees maar niet bang, het zal
hun niet gelukken. Tk sta er borg
voor, 'de toestand is nauwkeurig door,
mij onderzocht. Van buiten is de in
braak onmogelijk; wanneer ze het
venster ook indrukten, zouden ze nog
stuiten op het raam van gevlochten
draad. De dieven zullen dus probee
ren het sieraad van den binnenkant,
waar geen draadraam ls, te stelen.
Waarschijnlijk zal de een óf de ander
als kooper In den winkel komen.
De juwelier liep onrustig lieen en
weer on wierp vertwijfelde Mikken
door het raampje dat op den winkel
uitzag.
Wij hebben hun lot in handen,
ging de commissaris voort. Ziet u de
zen grendel? We kunnen Item met
een paar schroeven aan de deur be-
vstigen, zoneter dat hij opvalt. Hij
wordt gereguleerd met dit touw van
uit een zekere plaats. Begrijpt
mijn plan?
De juwelier schudde het hoofd.
Niet? Het is toch zoo gemakke
lijk. Om de schelmen te snappen moe
ten we hen eerst hun gang laten
gaan, opdat ze wanneer ze in hechte
nis genomen warden, den beraamden
diefstal niet ontkennen kunnen. We
laten ze gewoon binnenkomen en het
sieraad stelen en wanneer ze daarna
snel willen vluchten, zitten ze in de
val, want wij hebben intusschen
voorzichtig aan het touw getrokken,
waardoor de grendel werkte en da
deur afsloot
Da juwelier herademde verlicht.
Dat schijnt werkelijk zeer ge
makkelijk, Wie zal echter aan het
touw trekken?
U zelf, of nog beter, wij belden.
Reeds daarom, omdat ik geen derde
in de zaak mengen wil. Wij beiden
blijven hier in het kantoor, om op het
juiste oogenblik aan het touw te trek
ken, Ik om u het teeken te geven en
ook om verborgen te blijven, want de
jongens kennen mij en zouden, als ze
me zien, vluchten vóórdat ze hun
plan te® uitvoer bréngen. Laat nu ais
't u blieft den grendel aan de deur be
vestigen.
De juwelier deed het en kon niet
nalaten van tijd tot tijd meft het een
voudige instrument te spelen. Toen
hij zag dat de grendel zeker werkte
en de deur stevig sloot, keerde zijn
moed weer terug. Uur op uur ver
streek, zonder dat er iets gebeurde.
Misschien is u toch nog bedro
gen, merkte de juwelier op...
De commissaris schudde lachend 't
hoofd. Ik twijfel.
Maar nu midden over dag, nu d'e
straten vol menschen zijn, zullen ze
toch niet
Juist nu; in de menigte kan men
het beste ontvluchten. Ha, daar heb
ben we ze reeds.
De juwelier keek in den winkel.
Wat, deze elegante jonge heer?
Drommels, gelooft u dan dat hij
hier zal komen in vagebond en Wee
ding. Maar laat den grendel toch
vallen, snel, sn'el. Nu, het was ook
hoog tijd.
En werkelijk, in den winkel had
zich snel een scène afgespeeld. Bijna
precies zooals de commissaris voor
speld had. Terwijl de bediende zich
bukte om een of ander sieraad voor
dien dag te hale®, was de vreemde op
de uitstalling toegeschoten, sloeg het
venster met de vuist stuk, greep hét
sieraad en verborg het onder zijn
mantel. Daarop snelde hij"" naar de
deur, doch poogde tevergeefs haar te
openen.
De commissaris liep langzaam en
kalm op den inbreker toe. Doe maar
g*een moeite, Ede, zeide hij gemoede
lijk, dezen keer was ik er vroeger.
De gesnapte dief 'trok een verschrikt
gezicht.
Ja, dat zie... maar ik wilde dien
kerel wel eens snappen, die mij ver
klikt heeft.
Geen praatjes! Geef het kistje nu
maar hier en ga kalm mee. Je weet
dat verzet nutteloos is en je toestand
verergert
Dat begreep de gevangene ook, want
hij liet zich kalm naar het rijtuig
brengen, dat met beiden snel weg
reed. De juwelier zag hen met een
gevoel van verlichting na.
Gelukkig, dat er politte is; maar
nu verhuist het sieraad naar de
brandkast, totdat de koopers het af
halen.
Voorzichtig droeg hij het kistje
achter in den winkel maakte het open
en zonk bijna bewusteloos; van schrik
op den grond neer.
Ik ben bestolen! O, die schurken!
Het is een nagemaakt kistje, dat de
kerel reeds bij zich had en waar niets
in zit!
De nasporingen hieven vruchteloos.
Het edete trio want de koetsier be
hoorde er ongetwijfeld ook bij was
verdwenen en het diamanten sieraad
met hen.
(N. v. *t N.)
DAMRUBRIEK.
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
■Alle correspondentie deze rubriek
betreffende, gelieve men te richten
aan den heer J. Meyer, Kruisstraat 34.
Telephoon 1543.
PROBLEEM No. 70,
van don Heer
L. G. EgginL
Zwart
Zwart. Schijven op 7, 8, 9, 11, 15, 16, 19 en dammen op 12 en 4$,
WïL Schijven op 22, 25, 28, 30, 33, 37, 38, 39, 43, 50 en dam op 6.
PROBLEEM No. 71,
van
X. IJ. Z.
Zwart
Wit
Zwart. Schijven op 3, 6, 10, 11, 13, 14, 15, 17, 19, 20, 21, 23, 21, 23.
Wit. Schijven op 26, 28, 30, 32, 33, 34, 35, 37, 39, 43, 44, 49.
Oplossingen worden ingewacht aan
bovengenoemd adres, uiterlijk Woens
dag 4 Augustus a.s.
Oplossing van probleem No. 67 van
dein auteur: Wit 44 - 40, 15 - 10, 11 - 7,
- 43, 35 - 30, 30 10 l
Goede oplossing ontvangen van de
Hoeren R. Bouw, J. Jacobso® Azn.,
D. G. Koning, W. J. A. Matla, C. Se-
rodimi, P. J. Eype.
Oplossing van probleem No. 68 van
m. auteur Wit 44 - 40, 10 - 10, 11 - 7,
27 - 21, 28 17, 43 3, 3 15 1
Goede oplossing ontvangen van de
hoeren L. F. Wiegman, to Schevenin-
gen, R. Bouw, P. Geldorp, J. Jacob-
son Azn., D. G. Koning, W. J. A.
Matla, C. Serodini, P. J. Eype.
GEWIJZIGDE CENTRUM
OPENING.
(Vervolg van vorige rubriek).
Om het verlies van die schijf te cou-
poeren, mag zwart dus niet met
14-20 antwoorden. Maar welke zet
moeit dan volgen Zwart moet, om
dit verlies Ie ontkomen, weder een
zeer gecompliceerd spel ontwikkelen,
en een zet doen, welke buitengewoon
diep ligt, en in het practischie spel
aan menig bekwaam dammer nog
zal ontsnappen. Wij zullen evenwel
ook deze voortzetting nog aantoonen,
en daarom den stand van het laatste
diagram nogmaals opzetten.
Zwart. 3, 5, 8, 9, 11, 13, 15, 16, 19,21,
23, 25, 26 en 29.
Wit 22. 28, 30, 32, 34, 35, 36, 37, 38,
39, 40, 44,. 45 en 48.
Op die moment speelt zwart 9-14,
waarna volgt Wit 39- 33.
Om nu een schijfverlies te ontgaan,
moet zw art 11 - 1? inplaats van 14-20
spelen, de eenige juiste zet op dit mo
ment, omdat hij hiermede wit dwingt
eerst 22 11 te slaan, wegens het drei
gen van zwart 21 - 27, enz.
Thans volgt
167
33 24 21 - 27 l
32 - 21 23 43 de beste.
48 39 26 17
39 - 33 enz.
Nu is zwart wellicht In staat de
remise af te dwingen, hoewel bij de
minste afwijking, hij in het nadeel
zou komen, hetgeen duidelijk is te
zien. Echter, hoe diep moet men
reeds in 't spel kunnen doordringen,
om te berekenen, dat als antwoord op
39 - 33 van wit, tlians de eenige juiste
zet, 11-17 is
(Wordt vervolgd).
LEERZAME OEFENINGEN.
Uit de partij door C. H. B.
Zwart
HYPNOSE,
BlmIk begrijp niet, hoe Bom
zoo'n leelijke vrouw heeft kunnen
trouwen.
Bam I kwel, zij heeft hem gebank-
notiseerd.
Een vlschhanüeJaar adverteerde
Ala ge stokvisch noodig hebt,
denk dan aan mij.
UIT VROEGER DAGEN
Kastelein (in de keuken roepende)
Gauw nog een emmer water bij de
soepde diligence heeft een bijwa
gen.
w>
L.
...L
M jjj jg(
-
«yit
Zwart. Schijven op 3, 5, 6, 8, 9, 13, 14, 15, 16, 19, 21. 23, 25, 26 «n 21.
.Wit Schijven op 22, 28, 30, 32, 34,35, 36, 37, 38, S3, 40, 43, 45, 48 en 49.
Op dit moment heeft wit slechts
één goeden zet39 - 33. Op eiken an
deren zet is zijn spel vrijwel verlor on.
Dergelijke gevallen bomen dikwijls
voor in het juiste po6itie-J=pei, on
daarom is het zoo verbazend moeilijk,
daarin steeds den juiste® weg te be
wandelen.
Als wit den juisten 7/ft (39 - 33)
speelt, waarom mag zwart dan r-rêt
met 14-20 dien zet beantwoorden?
Zwart zou dan minst genomen o«n
schijf verliezen, en vermoedelijk ook
de partij, en wel als volgt
33:24
37 - 3111
32:41
34:14
88:27
40:29
48 - 421!
14-20 Al
20 :29
26 :37
23 82
25 :34
9 20
21 :S2
en hierna gaat de schijf 32 onherroe
pelijk verloren.
A) 8 - 12 is hot eenige antwoord op
dit moment.
Deze stelling csitvikkcit rich in de
Verhandeling >an de „Gewijzigde
CvAr-um-c^n^ig", waarin vele dier
schoons stell'-X»gen ontleed worden.
De Haarlemscho Damclub houdt
hare bijeenkomsten iedere® Maandag
avond van 8--J2 uur b?. de bovenzaal
van Café Suisse, Sroedeetraat 19.
(Ingang naast het café).
Liefhebbers van het damspel zilri
daar steeds welkom.