Verschijnt dagelijks, behalve op Zon» en Feestdagen. NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. OM ONS HEEN isaitenïaudscb Overzicht FEUILLETON De roode Pimpernel in Gevaar. 27e Jaargang. No. 8003 li—I. I I 'HM—W DONDERDAG 29 JULI 1909 HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN PER DRIB MAANDBNl Poor Haarlem l .1.I I l l 2 129 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),130 Franco per post door Nederland 1.65 Afzonderlijke nummersn 0.02 M Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37 X de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennooiscb&p Lourens Caster. Directeur J. PEEREB00SL ADVERTENT IËN« Van 1—5 regels 50 Cts.; Iedere regel meer 10 Cis. Bulten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels i.—elke regel meer/0.26 Reclames 30 Cent per regel Bij Abonnement aanzienlijk rabat Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing] 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. (Btèrcommnnaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. DrukkerijZnider Bnitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën ea reclames van bulten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. TWEEDE BLAD. No. 972. Nabetrachting van den Gemeenteraad. Onze lezers kennen de historie van de plannen, om het door mevrouw Visser van Hazerswoude aan de aid. Haarlem van den Bond van oud- onderoflioiieren geschonken gebouw op den dag der algemeens vergade ring te openen en hoe dat misliep, omdat de vereLachte vergunning van de gemeente er nog niet was. Öp dat geval werd onvriendelijk commentaar geleverd ten aanzien van de lang zaamheid, waarmee het bureau van openbare werken arbeidt en dit had zich de heer Sneltjes zóó aangetrok ken, dat hij aan B. en W. om inlich tingen Yroeg. De heer De Breuk nam bij zijn ant woord geen hlad voor den mond. Hij deelde mee, hoe al in 1905 de heer Kuiper, als directeur van de maat schappij Bosch en Vaart, vergunning van de gemeente had om een sloot te dempen, maar daarvan tot nog toe geen gebruik gemaakt had. Daaraan was toe te schrijven, dat de rioleering yan 't bedoelde perceel niet in orde had kunnen gemaakt worden. Wel was de overdracht van straten er hij gehaald, maar die had er niets mee te maken. „Ik heb", zei de wethouder, „de overtuiging dat mijnheer Kuiper B. en W. heelt willen brengen tot het nemen van een besluit, dat niet zou zijn geweest in het belang van de ge meente en toen hij zag, dat dit niet lukte, er mevrouw Visser van Hazers woude voor heelt gespannen, en ge zegd „als u het meerdere maar her taal t, dat ik zal moeten betaLe^ dsde zaak in orde.' De heer Sneltjes nam daarvan ac te, bedankte voor de inlichtingen en daarmee was de zaak uit. Althans voor den Raad. Ook voor den heer Kuiper? Dat zal wel blijken. Nadat de Raad meer dan een uur in geheime vergadering had doorge bracht, toonde de helft weinig lust in het aanschaffen van een tweeden zie- kentransportwagen, wat B. en W. voorstelden, omdat de bestaande acht weken in reparatie moest. Er was iets komieks in, dat de directeur van openbare werken door den leveran cier zelf op de noodzakelijkheid van die herstelling was attent gemaakt. „In 't dageiijksch leven", zei de lieer Modoo onder 't gelach der vergade ring, „doet men dat zóó niet." En de heer Rinkema dong af op die acht weken 't kon ook wel met vier, drie, pak weg twee. Moest daarvoor nu een heel nieuwe wagen gekocht worden B. en W. kwamen toen met grof ge schut, ze haalden er de financiën bij. Met de stukken werd aangetoond, dat 't aoo'n goed zaakje was, daar de wa gen, die 2100 had gekost, in één jaar f 520 aan huur had opgebracht. Deze becijfering zou overtuigender zijn ge weest, wanneer men nu ook maar had kunnen aantoonen, dat met den aankoop van een tweeden wagen ook tweemaal zooveel zieken zich zouden aanmelden. Maar dat konden B. en W. natuurlijk niet en vandaar, dat de helft van de Raadsleden tegen den aankoop van het tweede rijtuig stem den. Precies twaalf waren voor, pre cies twaalf tegen. De stemmen staak ten dus, zoodat in de volgende verga, daring zal moeten worden overge stemd. Een poging van den heer Krelage om heropening van de debattan te verkrijgen bij de resumptie van het reglement op de arbeidsbeurs, mis lukte. De burgemeester sprak van een gevaarlijk pi-ecedent en de Raad zag een afgrond en durfde niet verder. In zoover terecht, dat het niet aangaat, om wanneer alleen resumptie, d. w. z. overzicht van de redactie, op de agenda staat, heropening toe te staan voor een debat over een belang rijk amendement. Toch had de Raad don heer Krelage m. i. vriendelijker kunnen behandelen door hem uit te noodigen, zijn amendement in te die nen en dit in de volgende vergade ring te hespreken, de resumptie dus zoolang aanhoudende. Daarmee zou ook de vorm gered zijn geweest. Maar niet altijd is wat in den Raad omgaat, voor den buitenstaander vol komen duidelijk. De heeren Van Ros- sum c. s. hadden over het verzoek van den heer A. de Haan om schade loosstelling wegens den bouw van 't slachthuis, een nieuw praeadvies ge vraagd omdat B. en VV. huns inziens bij het afwijzend praeadvies niet met alle omstandigheden rekening had den gehouden. Bij monde van den voorzitter weid dit laatste door B. en W. ten storks te ontkend en toch ver klaarde het College zich tot het geven van een nieuw praeadvies bereid, w e- gens het nieuwe feit. Waar dat feit school heb ik niet kunnen ge waar worden. Duidelijker was het standpunt van den burgemeester ten opzichte van het verzoek der Centrale Commissie van drankbestrijdende vereemgingen, om in de kermisweek de cafés niet te 2 uur, maar op 't gewone tijdstip, te 12 uur, te sluiten. Hun afwijzend ad vies hadden B. en W. gegrond op de opinie van den burgemeester, en dat begrepen de heeren de Braai, Thijs- sen en Schram niet goed. De burgemeester gaf daarvan de verklaring, die hem tot eer strekt. Waar de Raad pas besloten had, de kermis te handhaven, behoorde dit besluit in zijn geheel onaangeroerd te blijven en mocht de burgemeester, hoezeer hij ook tegenstander van ker mis en drankmisbruik was, niet door de achterdeur daaraan schade toe brengen. Een hoogstaand motief, dat getui genis geeft van een hooge plichtsop vatting. Zeer terecht constateerde de heer Lasschuit bovendien, dat sluiting te 12 uur zeer moeilijk zou zijn geweest en niet gebaat zou hebben, omdat de kermis zelf toch tot een uur open bleef. Gelegenheid tot lachen kreeg de Raad bij de behandeling van straat namen. De heer Winkler, onze nu- menspecialitedt, vond met ons Ver. spronckstraat al heel leelijk en gaf Kweekduinweg in bedenk. Hij herin nerde daarbij terecht aan wat er ge beurt met last'ge straatnamende spraakmakende gemeente verbastert ze eenvoudig naar haar gemak, zoo als de Pieter Corneliszoon Hooft- straat eenvoudig geworden is de Peesee. „Niemand", zei de heer Winkler met vuur, „denkt daarbij meer aan Jan Pieterszoon Coen en toen de Raad over dezen lapsus proestte, voegde hij er leukweg aan toe„dat bewijst, hoe moeilijk zulke namen in 't gebruik zijn I" Maar zijn zin kreeg hij toch niet. Verspronckstraat moge 't dan al niet worden, Verspronckweg zal de offir cieeie naam wezen. Ik voorspel met de grootste gerustheid, dat het pu bliek er zijn tong ru'et aan bezeer en en eenvoudig van den Sprong- w e g spreken zal. Evenmin lukte het, om inplaatsvan Van der Vinnestraat Rembrandt- straat aangenomen te krijgen. Deze laatste wijziging van den heer Wink ler leek me ook niet gelukkigde naam met zijn drie r's ratelt evenveel als Verspronck. En zoo landden we dan weer bij de keien van den Wagenweg aan. Ik kan niet helpen, dat me de woorden te binnen schoten Das ebeai ist dier Fluch der bösen That, Das sie fortwahrend immer böses muss gewahren. Want de dwaasheid, om de prach tige keibestrating aan den Wagen weg door klinkers te vervangen, kwam zich hier wreken. In de Leidschestraat wou men nu die keien overbrengen. „Ik ben er niet tegen", zei de heer Modoo, „ik ben altijd een kei geweest en heb de bezwaren van de bewoners van den Wagenweg onjuist gevonden. Maar voor de heeren, diie indertijd voor de klinkers hebben gestemd, is 't een moeilijk geval." Dat was liet zeker. Maai* wat zou den de heeren van de klinkerpartij doen? Ze konden de Raadszaal toch niet met de keien van den Wagenweg bestraten en ze wegbergen op de Hooi. markt, zooals de heer Levert wou, zou misschien wel aanlokkelijk zijn geweest dan waren die steenen des aanstoots althans uit 't gezicht ge weest maar dat wilden B. en W. niet. De zaak liep zoo zot af, als ze maar eenigszins kon. In de Barrevoetestraat en de Kei zerstraat, waar B. en W. ook de kei en wilden leggen, verkoos de Raad ze niet te hebben, hoewel ook daar druk wordt gereden. Wel werd besloten, ze te doen leg gen in de Leidschestraat en in de Westerstraat, tusscben de Leidsche straat en de Westergracht. Juist daar wordt bijzonder druk gereden. En dat gaf zooveel lawaait j op den Wagenweg 1 En de paarden vielen zoo op den Wagenweg I Zullen de stomme dieren blijven staan in de Leidschestraat Nog sterkerzullen ze den oprit voor de hooge Wilsonsbrug kunnen maken, wanneer die met deze keien bestraat is? Want de heer De Breuk heeft verzekerd, dat ze ook daarvoor zullen worden gebruikt. Met den heer Rinkema ben ik het eens, dat de nachtrust van de Leid- schestraatbewoners wel scliikken zal. De mensch gewent gauw aan gelui den om zich heen, ook de Wagen weg- sche mensch, als hij maar een beetje geduld heeft. En 't is lang niet onmogelijk, dat de bewoners van den Wagenweg, over een paar jaar, ais hun klinkertjes zijn stuk gereden en de straat vuil, modderig en ongelijk daar neerligt, stilletjes zullen zuchten „och, had den we onze mooie, reine keibestra ting maar weerom I" In 't Raadsverslag kan men lezen, dat verschillende punten zijn aange houden en dat de Raad het voorstel van B. en W. om het perceel in de Kruisstraat voor administratiegebouw der lichtfabrieken voor 27.100 te ver houwen, afgewezen heeft. Hierover is de Raad blijkbaar in de war geweest. Want niet later dan 2 Juni besloot hij met 21 tegen 5 stem men, om het perceel wel voor den dienst der llchafabrieken te bestem men. Zeker, zelfs Homerus sliep wel eens! J. C. P. SPANJE EN MAROKKO. De koloniale oorlog door de regee ring voorgestaan, heeft niet de sym pathie van het Spaansche volk. Inte gendeel dit is tegen deze geweld dadigheden gekant en toont het on genoegen duidelijk. Overal in Spanje protesteert men tegen het oproepen der reservisten, om dezen naar het oorlogsveld te zen den. Eerst was het mopperen, maar nu worden de krachtigste en gevaar lijkste middelen gebruikt, om de troe penzendingen te beletten. De rails worden opgebroken, zoodat de treinen niet meer kunnen rijden en soldaten meevoeren de telegraaf- en telefoon draden afgesneden, opdat de aanvra gen om versterkingen niet ontvangen kunnen worden bruggen en wegen worden vernield, ook ai om het ver keer met de hoofdstad af te breken en de opkomst der troepen te bemoei lijken. De Spanjaard heeft (figuurlijk ge sproken) 't hoofd verloren. Hij heeft een ideaal, om de regeering zooveel mogelijk in dezen oorlog te bemoeilij ken. Daartoe wordt in vele steden een soort revolutie gekweekt en alge- meene werkstakingen geproclameerd. Eerst was Barcelona bet brandpunt van deze volksbetoogingen, maar nu is de besmetting over geheel Spanje gekomen. Stakingen en vechtpartijen met de politie en de in Spanje achter gebleven militairen zijn aan de orde van den dag. Daarbij gaat 't dikwijls „warm" toe. Bij één botsing te Barce lona tusschen burgers en politie wer den gisteren 11 menschen gedood en 50 gewond. Cijfers die spreken I De soldaten, die gecommandeerd werden, om op de rumoerige burgers te schieten, weigerden dit. De Spaansche regeering zit nu voor een lastig geval. Ze heeft nu over geheel Spanje DEN STAAT VAN BE LEG AFGEKONDIGD en hoopt nu door krachtig optreden het prestige te herwinnen. Of het haar zal geluk ken En uit Marokko komt ongestoord een reeks telegrammen. ZEND VERSTERKINGEN. GENERAAL MARINAS. Dat is een treurige boodscliap, want Spanje is bijna onmachtig de verlangde versterkingen van 40.000 of 50.000 man naar Marokko te brengen. Tegen de nu gezonden 10.000 man Ls door het volk al zoo krachtig gepro testeerd De Spaansche reservisten deen zelf ook alles, om aan een in scheping naar het Moorenland te ontkomen. Velen hunner vluchten het land uit en zoeken in Frankrijk een veilig toevluchtsoord. Hun bewering is we willen ons leven niet wagen, om in Marokko voor de belangen van eenigo onredelijke kapitalisten te gaan vechten. Hebben ze ongelijk met deze bewe ring? inderdaad, er is veel onbillijks in dit oorlogsdrijven gelegen. Laten we nog even de werkelijke oorzaak nagaan. Ecnige janen geleden, onder de zwakke regeering van den vorigen Sultan Abd-el-Azis wist een kroon pretendent, Boe Arnara, zich eene sterke positie te verschaffen in het Rif-gebied, achter het Spaansche kuststation hij Mclilla. De Spanjaar den steuuden hem en uit erkentelijk heid voor dien steun gaf Boe Amara aan twee Spaansche maatschappijen concessies voor-ijzer- en loodmijnen, welke groote waarde heeten te heb ben. Ter bevordering van de mijn- exploitatie legden de maatschappijen een korten spoorweg aan op Moorsch gebied, en die lijn trachtten zij in den laatsten tijd uit te breiden. Ter be scherming van die lijn werden Spaansche troepen gebruikt. Dat was te veel voor de plaatselijke stammen, die dat ais een inval in hnn gebied beschouwden. Inmiddels schijnen zij hun trouw aan Boe Amara opgezegd te hebben en de partij gekozen te heb ben van Moelai Hafid, die de con cessies, verleend door zijn mededin ger Boe Ajnara, zijnerzijds niet er kent. Iets wat zeer logisch is I Het Ls niet duidelijk, met welk recht de maatschappijen hun onwet tig verkregen concessies willen hand haven en nog minder duidelijk, dat de Spaansche regeering dit drijven zoo krachtig steunt. Nu zit Spanje er ook mee De positie van generaal Marinas rondom Melilla is niet schitterend. Toch heeft hij een legermacht van 14.000 man. Kan hij daar niet meer mee doen De berichteh uit Melilia zijn spaarzaam, maar één ding Is op- vallend, dat er in verhouding met het aantal soldaten, zooveel officioren gewond worden of sneuvelen. Moeteu we daaruit afleiden, dat de vechtlust der soldaten niet bijzonder is en ze 't meest aan de officieren overlaten.- Dan is de Spaansche positie nog treu riger I Eiken dag wordt er veel gevochten. De Mooren weten van geen rust en vallen geregeld aan. Dit kunnen ze doen, want ze ontvangen geregeld nieuwe vechtlustige troepen uit de binnenlanden. Men predikt daar op Mahammedaansche gronden den hei ligen oorlog tegen Spanje, en nu rukken de stammen op, om de Span jaarden uit heel Marokko te verdrij ven. Dinsdag is er weer buitengewoon gevochten. Volgens de officieelo (dusf niet overdreven) berichten zijn daar bij 200 Spaansche soldaten gedood of gewond, terwijl ook generaal Pintoa sneuvelde. 't Ziet er voor Spanje wel treurig uit 1 NIEUWE ONGEREGELDHEDEN IN PERZIë. De kalmte is nog lang niet weer gekeerd Er schijnen weer nieuwe onlusten te dreigen, want de voor standers van den onttroonden Sjah' verzamelen zich weer, en hebben blijk baar een soort contra-revolutie in den zin. Precies als in Turkije. Maar hier verkecren de .Tong-Perzen in minder gunstige conditie dan de Jong- Turken. Ze hebben geen sterke leger macht. Deze is niet eens in staat, de aan deu vorigen Sjah trouw gebleven troepen, die even buiten Teheran ge legerd zijn, te verslaan. En wat doet Rusland Er is een conflict ontstaan tu»- sclien de nieuwe regeering en de aan hangers van den oud-Sjah, waarin de Russische regeering zich ten gunste der laatsten mengt. De regeoring eischt de ontwapening van allen, die zich tegen de nieuwe regeering ver zetten, en legde eveneens beslag cp het geschut der kozakken-brigade.- Deze weigert echter hardnekkig aan den eiscli der regeeriug gehoor te geven en wordt in haar weigering gesteund door do Russische regee ring, die zich met de zaak bemoeit,- op grond, dat.... Rusland zich inder tijd borg heeft gesteld voor de beta« ling. Rusland moet toch een motief hob- ben, om z'n troepen in Pcrzië to be houden DE ONTVANGST VAN 'T NIEUWE FRANSCIIE MINISTERIE. De meeste Fransche bladen laten zich, alhoewel met eenige terughou dendheid, vrij welwillend uit over het kabinel-Briand. Enkele slechts ver klaren hun oordeel te zullen opschor ten, tot zij de regeering naai* haar werk kunnen beoordeelen. De regeeringsgezinde pers juicht daarentegen over de succesvolle rede van den nieuwen premier. REVOLUTIE IN VENEZUELA'., Weer een nieuwtje I Uit Caracas (de hoofdstad van Ve nezuela) wordt bericht, dat de Duit- sche onderdaan Hauer en zijn advo caat Porpacen te Maracaibo gevan gen zijn genomen. Hauer trachtte oogenscliijnlijk Venezolaanscho aan- deelen voor Castro te verkoopen, maar was in werkelijkheid bezig met de voorbereiding van een revolutie ten gunste van Castro, wat o. a. bleek uit papieren en een geheime code, die bij hem in beslag werden genomen. Vol gens den berichtgever verwacht men nog eenige opzienbarende arresta ties. Naar het Engelsch, door Barones Orczy. ui Maar wel hen, die ik liefheb, Mijnheer Chauvelin. Ik moest mijn land dienen zoo goed als in mijn vermogen was. Ik be doelde geen kwaad voor uw broeder. Hij is nu veilig in Engeland. En de Roode Pimpernel was immers niets voor u? Zij trachtte op zijn gelaat te lezen, trachtte In die ondoorgrondelijke oogen te ontdekken,of er ook een of andere verborgen bedoeling in zijn woorden schooi. Instinct had haar natuurlijk ge waarschuwd, dat deze man overal en altijd niets anders kon zijn dan een vijand. Maar hij scheen nu zoo gebroken, zoo verslagen, dat minachting voor zijn vervallen toestand, en voor de nederlaag, dien hij geleden had, spoedig het laatste restje vrees uit haar hart verdreef. Het gelukte mij zelfs niet eens dat geheimzinnige wezen eenig kwaad te berokkenen, ging Chauve lin met dezelfde neerslachtigheid voort. Zooals u zich herinnert kwam Sir Percy Blakeney, natuurlijk ge heel onschuldig mij in mijn plannen dwarsboomen. Ik faakle waar u slaagde. Het geluk heeft mij den rug toegedraaid. Onze Regeering bood mij een nederige positie aan, ver van Frankrijk af. Ik behartig de belan gen van Fransche onderdanen in En geland geA-estigd. Mijn dagen van macht zijn voorbij. Mijn nederlaag is volkomen. Ik klaag niet, want mijn tegenstander was mij al te scherp zin. nig af... maar ik faalde... ik faalde... ik faalde... Ik ben bijna een vluchte ling en geheel in ongenade. Dat is mijn geschiedenis, Lady Blakeney, be sloot hij, nog een stap naderbij ko mende en u zal hegrijpen, dat het mij goed zou doen als u uw hand nog eens naar mij wilde uitstrekken, en mij laten voelen, dat u genoeg vrou welijke zachtheid bezit om uw hart tot vergiffenis en misschien ook tot medelijden voor mij te dwingen, al weet ik dan ook, dat u mij nooit meer met welwillendheid zal beschouwen. Marguerite aarzelde. Hij stak zijn hand uit en haar warme, aan opwel lingen toegevende natuur spoorde haar aan vriendelijk te zijn. Maar instinct liet zich niet bedwin gen een merkwaardig instinct, waar aan zij weigerde toe te geven. Wat had 2ij te vree-zen van dat armzalige, zich kronkelende wormpje, die zelfs niet genoeg trots bezat om zijn ne derlaag met fierheid te ondergaan Wat voor kwaad kon hij doen aan haar of aan hen, die zij liefhad Haar broeder was in Engeland Haar echtgenootI BahZelfs de vijand schap van de geheele wereld kon haar geen vrees inboezemen voor hem! Neendat instinct, dat haar be woog zich voor Chauveldn terug te trekken als voor een vergiftige slang, was zeker geen vrees. Het was haat 1 Zij haatte dien man I haatte hem om alles wat zij door hem had moeten lijdenoin dien afschuwelijken avond en nacht op de klippen van Calais I het gevaar voor haar echtge noot, die haar zoo onuitsprekelijk dierbaar was geworden 1 de vernede ringen en zelfverwijten, die zij had moeten verduren. Ja I het was haat I en haat was van alle emoties, die, welke zij het meest verachtte. Haat Haat men een slimme, maar onschadelijke pad. of een stekende vlieg? Het scheen belachelijk, verachtelijk en meêl ij wekkend aan haat te denken met betrekking tot de zwaarmoedige gestalte van dezen verslagen intri guant, dezen in ongenade gevallen leider van het revolutionaire Frank rijk. Hij stak zijn hand nog naar haar uit. Als zij even de toppen van haar vingers op zijn hand legde, dan zou zij daarmee de genade en vergeving schenken, die hij van haar vroeg. De vrouw Desirée Candeillo riep nog eens de laatste overblijfselen van haar sluimerende haat bij haar wak ker. Valsch, zich anders voordoende, dan zij was zooals Marguerite van den beginne af vermoed had scheen zij inet Chauvelin overeengekomen te zijn deze ongewenschte ontmoeting tot stand te brengen Lady Blakeney wondde zich van den een tot den ander, trachtte haar miLnachting achter een masker van bedaarde onverschilligheid te verber gen. Candeilie stond vlak bij haai* en zag er duidelijk versclirikt en niet weinig verbaasd uit. Een oogenblik van nadenken was voldoende om Marguerite te overtuigen, dat de vroegere actrice van hot Variétés- Thé&tre blijkbaar onbekend was met de gebeurtenissen, waarop Chauvelin had gezinspeeld, zij was daarom niet ernstig gevaarlijk waarschijnlijk niets dan een werktuig in de handen van den ex-gezant. Op dit oogenblik zag zij er uit als een onnoozel kind, dat niets begrijpt van liet gesprek der volwassenen. Marguerite had haar hulp en be scherming beloofd, had haar in haar huis genoodigd, en bood haai- een prachtige gift aan voor een liefdadig doel. Zij was te trotsch om nu op die belofte terug te komen, het contract te verbreken tor wille van een onver klaarbare vrees. Met betrekking tot Chauvelin was het een geheel ander gevalzij had hem geen rechtstreeks aanbod van gastvrijheid gedaanzij had er in toegestemd in haar huis den ofticiee- len geleider van een onbeschermd meisje te ontvangen, maar zij was niet geroepen om vriendschap te be wijzen aan den doodelijksten vijand van haar en haar echtgenoot. Zij was bereid hem met een kort woord van vergeving en half gegeven belofte van vergeten uit haar leven te laten verdwijnen, onder die voor waarde en alleen onder die was zij bereid haar hand een seconde lang in de zijne te laten rusten. Zij had haar gevallen vijand ge zien, hoezeer hij vernederd en versla gen was I Heel goed I nu kon hij uit haar gezichtskring verdwijnen, des te gemakkelijker, omdat de laatste ge dachte aan hem er een zou zijn van totale verslagenheid, haat niet eens waardig. AI deze gedachten, gevoelens en ge waarwordingen vlogen haar met de grootste snelheid door het hoofd. Haar aarzeling had minder dan vijf seconden geduurdhet gelaat van Chauvelin had nog de uitdrukking van twijfelend smeeken, waarmee bij eerst verzocht had om de permissie haar hand in do zijne te mogen ne men. Met een plotseling hoofdknik ken kwam zij recht op hem af, klaar met de woorden, waarmee zij hem zijn congé wilde geven voor nu en voor altijd, toen een welbekende lach haar oor trof en een langzame, gerek te stem opgewekt zei Bah I Ik vind, dat da lucht hier geschikt is, om iemand te vergeven. Het volgend oogenblik was Zijn Koninklijke Hoogheid de Prins van Wales de tent binnengekomen, direct gevolgd door Sir Blakeney. HOOFDSTUK VIII. De Uitnoodiging., Het was wei een eigenaardige toe stand, deze toevallige ontmoeting tus schen Percy Blakeney en den ex- gezant Chauvelin. 'Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5