Onze Lachhoek jiiióór een bad van brandendo benzine ernstig gewond op een stoel, de loftuitingen op rijn concurrent zat te lezen, en zei: „Louis, ik ontsla ja van je belofte, probeer bet dan inaar." Zoo kaduuk als hij was sprong de uitvinder op, om order te gaan geven, dat zijn toestel naar Calais verron den moest worden, en in zijn aandoe ning deed hij daarop de misschien wat ondoordachte gelofte dat hij, als 't gelukte nooit meer een vlucht doen zou, en zich voortaan alleen op den vasten grond aan de verbetering van de vliegmachines wijden. Het is ge lukt, en behalve in de wedstrijden, waarvoor hij zich al had laten in schrijven, zullen we dus Blériot niet meer de lucht zien ingaan. Tenzij mevrouw Blériot mettertijd misschien nog eens de hand over het hart mocht strijken. Ze was op de torpedoboot die den tocht meemaakte, maar die van geen nut was, omdat de vliegende man ze •ver achter zich liet. Toen ze om lxaar heen riepen: ,,Daar is hij,... hij ver laat het land... daair komt hij op ons aanl"... kroop ze weg in een hoekje, en durfde niet kijken. Een oogenblik later bedwong ze zich, en volgde nu met een kijker haar man tot hij in de nevelige verte verdween. Daarna was 't weer de martelende onzekerheid of hij t er goed afbrengen zouEn vooral vol on zegbaren angst moet het oogenblik geweest zijn, dat men in de haven van Dover aankwam, en er niemand vond, die iets van den lucht- echipper gehoord of gezien had... Er behoort waarlijk niet minder moed toe, de vrouw van een voorman te zijn dan zulk een voorman zelf! Vóór hij wegging vroeg Blériot: „Zeg eens, Dover ligt toch Immers dien kant uit?" „Maak je d a a r maar niet druk fever," ntwoordde zijn vriend Le- blanc, de fabrikant van zijn opvlie ger. „Je hebt de torpedoboot maar achterna te vliegen." De historie meldt niet of de raad gever werkelijk zóó overstuur was, dat hij niet begreep, dat zijn schep ping bestemd was vóór te gaan, niet om te volgen, dan wel of hij dacht, dat het verlangen van de toeschou wers aan board van de torpedoboot de Escopette vleugels geven zou... Nauwelijks was de Franschman per automobiel naar een hotel In Dover gebracht of er meldde zich een bezoe ker voor hem aan in de gedaante van een douane-beambte. Deze stelde hem met zakelijken ernst de vragen, die hij eiken scheepskapitein heeft te stellen, en reikte hem, na een bevre digend antwoord gekregen te hebben, het volgende certificaat uit: ,,Ik ondergeteekende verklaar dat Ik gevisiteerd heb Louis Blériot, ge zagvoerder van een schip (monoplan), komende uit Calais, en dat uit de mondelinge antwoorden van dien ge zagvoerder op de gestelde vragen blijkt, dat hij gedurende de reis geen besmettelijke ziekten aan boord heeft gehad, waarvoor het noodig zou zijn zijn schip op te houden, zoodat hij vrij is zijn reis te vervolgen." Ter verontschuldiging van den Jman diene, dat deze verklaring den vorm had van een gedrukt formulier, en dat hij door de bijvoeging mono plan naar zijn beste weten getracht had, ze aan de nieuwe omstandighe den aan te passen. Nauwelijks had de draadlooze tele graaf aan de Fransche zijde den gun- etigen uitslag van den tocht bekend gemaakt, of er vloog een Engelsch- man op den fabrikant van het toestel, den heer Leblanc» af. Al van verre kiep hij: Bent u het die de aëroplaijes-Blé- riot verkoopt? Om u te dienen. Hoeveel? t— Tien duizend franca Ik neem er ean. Hier la een chè- que van vijf duizend als eerste ter mijn. Het was half zes in den morgen. Dat is nog eens zaken doen! Hoeveel sympathie ieder ook voor den succesvollen vlieger gevoelt, je kimt toch ook niet nalaten com passie te hebben met dengene die niet slaagde, Latham, even moedig maar minder gelukkig. Het is hard door een onbeteekenende kleinigheid niet in het gulden boek der geschiedenis te komen, als Jè je toch feitelijk even verdienstelijk hebt gemaakt als dege ne, dien die eer wèl te beurt valt. Want al doet Latham morgen hetzelf de, de man, die het eerst over het Kanaal vloog, de man die het geld krijgt, en de eer, en een gedenktee- ken, blijft Blériot Toch had de laatstgenoemde met een beau geste getracht zijn concur rent een deel van een en ander af te staan. Hij zeide tot Latham, den vorigen avond: „Als ge er morgen na mij in mocht slagen den overtocht te vol brengen deel ik den prijs met u." Natuurlijk wilde Latham niets liever, en zoodra het bekend geworden was, dat Blériot het geprobeerd had ging hij met zijn instructeur dadelijk aan het werk om zijn toestel te beproeven. Maar de motor werkte volstrekt niet bevredigend, en bovendien was de jonge man zóó opgewonden en uitge put, dat zijn vrienden hem niet wil den laten gaan. Met zachten dwang moest hij van zijn zitplaats op de machine worden gehaald; hij wilde mat alle geweld weg. In tranen reed hij naar zijn hotel terug, t Geen hem echter niet belette zijn gelukkigen collega, toen hij zijn succes vernam, te seinen: „Van harte geluk ge- wenschtl Hoop u spoedig te volgen." We rekenen, anders dan we moes ten, gewoonlijk den uitslag alléén, cn tellen het doel te weinig. Laat ons daarom In dit geval bij het noemen van Blériot zijn ongelukkigen con current Latham nu eens niet verge- tenl (Hbld.j PersOvarzkht DE BESCHULDIGING VAN 't HAN DELSBLAD TEGEN Dr. KUY- PER EN DEN HAAGSCHEN BURGEMEESTER. 't Centrum schrijft o.a.: De Tijd, door het Handelsblad tot spreken ultgenoodigd, af liever „ge tart", over de bekende „zaak" door laatstgenoemd orgaan aan de arde gesteld, bevat een artikel. In dat artikel worden ongetwijfeld Juiste opmerkingen gemaakt, maar 't wil ons voorkomen en zeker niet aan ons alleen dat het in dit geval minder aankomt op beschouwingen en opmerkingen, hoe juist dan ook, maar op bewijzen. En die bewijzen moet het Hbl. le veren, om zijn beschuldiging te kun nen staven. Het Hbl. kan aan dit alles een ein de maken en moet aan dit alles een einde maken. Het mag niet meer per sonen in de zaak laten betrekken, dan er waarschijnlijk nu reeds door de goè-geoneente in betrokken worden, en het mag geen ruimte laten voor gissingen die verdenking kunnen brengen op allerlei menschen, die ge heel buiten „de zaak" staan. Dit lijkt ons een eisch van goede trouw. Maar dit niet alleen. Een van tweeën toch: of het Hbld. heeft bewijzen in handen voor zijn zware beschuldiging, of het heeft die niet. Heeft het die, dan is het eisch, daarmede zoo spoedig mogelijk voor den dag te komen. Het Handelsblad is, naar algemeen gevoelen trouwens, verplicht, zijn be schuldiging waar te maken, of in te trekken. Niet die anderen moeten spreken, maar het Handelsblad. In de Haagsche Kroniek der Nieu we Groninger Courant lezen wij: Over *t nieuwe» doch m. i. wel wat al te kunstmatig opgeworpen Kuyper- schandaaltje wordt in den Haag veel minder gesproken dan zou mogen worden verwacht, nu onze burge meester er zoo nauw bij werd betrok ken. De publieke opinie spreekt hem echter algemeen vrij en ik geloof vol komen terecht. Want, op gevaar af van onder het hoefijzer van mijn Haagschen collega van 't Handels blad te geraken en als een schelpdier te worden vertrapt, ben ik nog zoo vr ijom, wanneer ik voor een onbe wezen beschuldiging van een pers confrater en een besliste afwijzing daarvan als onzinnige verdachtma king van den Haagschen burgemees- ster sta, niet onvoorwaardelijk uit journalistieke camaraderie de be schuldiging voor waar en de tegen spraak voor uitvlucht aan te nemen. Het N. v. d. D. schrijft: „Het wordt héél fraai. Ziedaar nu al twee bladen (Hbl. en Tijd) die er samen alles van af weten, maar de een ziet het heel somber in, de ander laat de mogelijkheid open van iets doodonschuldige. En hot publiek kreeg wel de beschuldiging te hooren, maar wordt in het duistere gelaten! „Baron Sweerts zij dan schuldig of niet, het schijnt ons wel zeer in het belang van de Nederlandsche pers en haair goeden naam dat er spoedig een eind kome aan iets dat gaat gelijken op een onaangename mystificatie." Het \lg. Handelsblad (de Haagsche hoefijzer-redacteur) schrijft q. a. Het telegram van den heer Sweerts heeft een verwarring en een misver stand in de pers gewekt die, naar wij hopen en vertrouwen, niet in de be doeling van den afzender hebben ge legen, maar die nochtans ontstaan zijn en uit de wereld dienen te wor den geholpen. Maar het „Handelsblad" en burge meester Sweerts spraken, en spreken, elkaar niet tegen. Wat is de zaak Er is een z a a k-Kuyper-Sweerts, waarvan liet fel t-Sweerts het uit gangspunt uitmaakt. Het uitgangs punt Moor niet. Het feit-Swecrts is ditBurgemees ter Sweerts hoeft geld gegeven voor de anti-revolutionnaire partijkas. Ziedaar alles wat dit feit belangt en alles wat door het „Handelsblad" ten aanzien van den lieer Sweerts is be weerd. Eenige „verdachtmaking", zinnig of „onzinnig", kan in die be wering niet gestoken liebben, want er was in de voorstelling niets oneervols voor den burgemeester. Wij zien al thans niet in, waarom een burgeme ter niet, zonder ophef, zoodat hij dus elk politiek-demonstratief karakter mijdt, ©en partij zou mogen steunen, die hem beter dunkt dan een andere. De publicatie van het feit kon alleen wat onplezierig voor den burgemees ter zijn, omdat hij zich pleegt voor te doen als een partijlooze en als iemand, die zelfs geen voorkeur voor eens partij heeft. Maar het felt^Sweerts zou op zich- zelve niet eens van voldoend publiek •belang zijn geweest om het te publi- ceeren, indien het niet tevens uit gangspunt ware geweest van de zaak- Kuyper-Sweerts. Die zaak was wèl van publiek belang. Want zij betrof de politieke moraliteit van den heer Kuypar, waarop zijn relaties met de heoren Lehmann en met juffrouw Wesfcmeijer reeds zulk een vreemd licht hadden geworpen. Dn zij raakte ook de vraag, onder welke invloeden het ministerie staat. Dr. Kuyper, niet de heer Sweerts, is door het „Han delsblad" beschuldigd. Beschuldigd namelijk van pressie op de Regeering ie hebben geoefend ten einde den heer Sweerts, tot loon voor zijn partij - steun, benoemd te krijgen tot Com missaris van Gelderland. Beschuldigd dus van 's lands belang te hebben willen ondergeschikt maken aan par tijbelang. Toen wij de bevestiging van het feübSweerts namelijk dat de heer S. geld had gegeven voor de anti-re volutionaire partijkas hadden ge kregen van een absoluut vertrouw baar man van rechts, die ons ten overvloede zijn bronnen noemde, waarvan de eene... bijna dr. Kuyper en de andere de heer Sweerts zelf was, terwijl het ging om een bevestiging van wat onze hoofdredactie van een geloofwaardige zijde (óók van rechts) had vernomen, achtten wij onzen plicht volbracht. Nochtans hebben wij, doch eigenlijk meer pro forma, ons nog tot den lieer Sweerts zelf willen wenden. Doch die was uit de stad. Maar als „Het Vaderland" of „Het Volk" of welk orgaan ook, nu de ze kerhedd willen verkrijgen, die wij reeds hebben, laat beu dan eens, schriftelijk of, liever nog, mondeling als de burgemeester terug is, den hoer Sweerts een eenvoudige vraag stel len, waarop een eenvoudig ja of neen kan komen zonder omwikkeling in „onzinnige verdachtmakingen", die nooit werden geuit. Deze vraag uamelijk Is het waar, burgemeester, dat gij, onder andere in 1907, voor de provinciale verkie zingen, geld hebt gegeven voor de anli-revolutioimaire partijkas Wij zijn er zeker van, dat op deze vraag de burgemeester met een rond borstig „ja" zal antwoorden. Mocht er maar het is een „on zinnige verdachtmaking" jegens den heer Sweerts om dat te verwachten een „neen" op komen, dan zou on ze zegsman uit eigen beweging, open lijk, met verlaten van zijn anonymi- te; t, den heer Sweerts ter verantwoor ding roepen over het onoplosbare conflict dat dan lusschen t\\ ee burge- meesterlijke woorden zou blijken te bestaan. Dat beeft die zegsman ons aangekondigd. Maar wij hcrhaLon, dat wij er niet aan twijfelen of de burgemeester zou toestemmend antwoorden, zoodat zou blijken dat hij de bewering van het „Handelsblad" te zijnen aanzien niet heeft tegengesproken. Stoomvaaitberïctiieis Het stoomschip Kawi, van Rotter dam naar Java, arriveerde 27 Juli te Marseille. Het stoomschip Prins Willem IV, van Paramaribo naar Amsterdam, passeerde 26 Juli St. Michaels. De vader (van 't meisje). Zeg eens, jonge man, rook jij sigaretten De verliefde jongeman (zich wil lende verontschuldigen). Ja, me neer, maar De vader. De mijne zijn op, heb jij er een voor mij Mevrouw (tot dienstmeisje, dat juist een hoestbui kreeg). Wanneer mijn man vraagt, wie daar zoo vreeselijk gehoest had, zeg hem dan, dat ik het geweest ben. Anna. Dienstmeisje (toornig). Best, me vrouw. (Bn zich zelf). Zoo gaat (t in de wereld, ik moet hoesten en zij reist er voor naar een badplaats. Gouverneur. In dit plaatsje zijn in het afgeloopen jaar veel branden voorgekomen, en men heeft slechts van één den dader kunnen opspo ren. Burgemeester. Ja. die Van den Hoek was op school al een stomme rik 1 Postbode (brommend in den regen), t Is toch ergerlijk, dat ik nu in dit hondenweer een prijscourant van een modewinkel een uur ver moet bren gen naar een boer, die niet lezen kan. Patroon. Wie is er aan de tele foon Klerk. Mevrouw zelf, meneer. Patroon. En wat wil mijn vrouw? Klerk. Ik heb alleen maar het woord „schaapskop" verstaan. Patroon. Zoo, ga dan maar heen; dan wil ze mij waarschijnlijk zelf spreken. Zij. 'Ach, je houdt niet zooveel meer van me als vóór ons huwelijk. Hij. Het tegendeel is waar. Nu eerst begin ik van ie te houden. Zij. Zoo, afschuwelijk nrensch, dan heb je me zonder liefde getrouwd. Een dokter wil een soldaat onder zoeken, die iets aan z'n oor heeft. Hij haalt het watje er uit. en kijkt er met een oorspiegel in. De snuggere soldaat zegt dan U kunt er zoo niet doorheen zien; in 't andere oor zit nog een watje. REPLIEK. Zondagsjager. Wat, verlang je zóó'n hooge schadeloosstelling voor Je aangeschoten voet Ik ben toch geen millionair Drijver Nee. maar ik ben ook geen duizendpoot Vervolg Gemeenteraad Mededeelingen en ingekomen stuk ken: lo. een adres van Frans Perquin en anderen, om do brug tegenover de Leidschestraat te ver-lagen of de op ritten zoodanig ie verbeteren, dat een behoorlijke toestand wordt verkpe- gen; 2o. een adres van het Bestuur van de Haaxlemsche Politi e vereeniging, om de agenten van politie na 30-Jarl- gen dienst op 55-jarigen leeftijd te peusionneeren 3o. oen actres van de firma Droste en Co., om afwijking van het bepaal de bij art. 7 der Bouwverordening voor het maken van een gebouw tot uitbreiding harer fabriek in den Veer- polder no. 7. 4o. een adres van het Bestuur der Ambachtsschool om subsidie voor de kosten van verbouwing en inrichting van de school en om verhooging van de subsidie voor de aanstelling van "eenen leeraar. B. dat zijn ingekomen. lo. een schrijven van den heer A. Gravestein, houdende bericht, dat hij wegens vertrek uit de gemeente ont slag neemt als lid van den Raad; 2o. een verzoekschrift van G. Wes- seldijk om hem met ingang van 1 Oc tober a.s. eervol ontslag te verleenen als le8raar aan het Gymnasium; 3o. een adres van P. Kuiper Jr., di recteur van de Maatschappij Bosch en Vaart, betreffende grond aan de Schouwtjcslaan; 4o. een schrijven van den heer A. van Rossum e. a. om het adres van den aannemer A. de Haan te reuvoy- eeren aan B. en W., met verzoek hier over nader prae-advies uit te bren gen. (Te behandelen bij punt 15). 5o. een schrijven van J. Nierop, di recteur der Gyrmnastiekvereeniging Sparta" houdende dankbetuiging voor de gunstige beschikking tot ge bruik van een lokaal van den Doelen; 6o. een voorstel van den heer E. Le vert om de Houtmarkt en den Korten Dijk te doen bestraten met de keien van den Wagenweg. (Te behandelen bij punt 22). 7o. een schrijven van liet Bestuur der afd. Haarlem en omstreken van den Kon. Ned. Bond van oud-Onder officieren, houdende dankbetuiging voor de bij raadsbesluit van 7 Juli jl. verleende subsidie ad 100. 8o. een schrijven van S. Bolhuis te Blocmcndaal, om zijn dochtertje toe te laten tot de vervolgklasse van de school voor meer uitgebreid lager on derwijs. (In handen van B. en W. ter af doening). 9o. een schrijven van Ged. Staten der provincie Noord-Holland, ten ge leide van het door hen goedgekeurde raadsbesluit van 30 Juni jl.l. No. 8, tot vaststelling van twee staten van af- on overschrijving, dienst 1908; lOo. een schrijven van dezelfden, ten geleide van het door hen goedge keurde raadsbesluit van 30 Juni j.l., no. 9 tot vaststelling van oenen staat lot beschikking op den post „Onvoor ziene uitgaven'"» dienst 1909; llo. een schrijven van dezelfden ten geleide van het door hen goedgekeur de raadsbesluit van 30 Juni jl., no. 22, betreffende verhuring van water aan de Roei- en Zeilvereeniging „Het Spaarne"; 12o. een schrijven van dezelfden ten geleide van het door hen goedgekeur de raadsbesluit van 30 Juni j.l., no. 8, betreffende den aankoop van het per ceel aan de Lange Heerenvest no. 1; 13o. een schrijven van dezelfden ten geleide van het door hen goedgekeur de raadsbesluit van 30 Juni jl., no. 19, betreffende verkoop van grond aan de De Witstraat aan de Maatschap pij tot verbetering der huisvesting van minvermogenden. C. dat door den Commissaris der Koningin in de provincie Noord-Hol land eervol ontslag is verleend als buitengewoon gemeente-veldwachter aan D. de Heer, eervol ontslagen agent van politie; D. dat aan de leden is toegezonden een afdruk van een schrijven van de commissie van toezicht op het Stede lijk Museum betreffende de schilde rijen van Frans Hals. PUNT 2. Door de Union Internationale Com pagnie d'Assurances, Sociétó Anony- rme, gevestigd te Antwerp-en, welke naamlooze vennootschap door beta ling is getreden in de rechten van A. P. M .Kuypers» eigenaar van bet schip „Anna Maria", is de gemeente Haarlem gerechtelijk aangesproken tot vergoeding van schade, door per soneel van de gemeentelichtfabrieken aan genoemd schip toegebracht bij 't lossen van steenkool, welke schade door eischeres is gesteld op 337.44. Van weerszijden werd getracht tot een minnelijke schikking te komen, doch de onderhandelingen eindigden, doordat geen overeenstemming was te verkrijgen over het te vergoeden bedrag, noch over de keuze van eenen expert. B. en W. stollen voor zich tegen de ze actie te verweren. Aldus wordt besloten. PUNT 3. Het rijtuig tot vervoer van lijders aan nlet-hesmettelijke ziekten» waar van veel gebruik wordt gemaakt, hoeft sinds het jaar 1906, teen 't rij tuig in dienst werd gesteld, aan on derhoud weinig gevorderd. Thans is het noodig gebleken, bedoeld rijtuig grondig te doen nazien en opknappen, tengevolge waarvan het ongeveer acht weken buiten dienst gesteld zal dienen te worden. Daar het zieken transpor tr ij tuig ge durende dien tijd niet kan worden gemist en bet niet mogelijk is, om het rijtuig voor besmettelijke ziekten voor genoemden tijd te gebruiken voor het vervoer van lijders aan an dere ziekten, stellen B. en W. voor tot den aankoop van een tweede tranaportrijtuig over U gaan voor l 2100.., De heer RINKEMA kan zijn stem aan dit voorstel niet geven. Het rij tuig, dat hersteld moet worden, man keert oppervlakkig niets. Men moet nog gaan onderzoeken of er iets aan defect is. Zoolang men nog niet weet dat er iets aan scheelt, gaat liet niet aan, al te bepalen, dat liet 8 weken aan den dienst zal worden onttrok ken. Bovendien kan men in 4 weken heel wat doen, als er iets hersteld moet worden. Dan heeft men geen tweede rijtuig noodig. De hoer VAN LYNDEN heeft de zelfde gedachte als de heer llinkema. Indien er bij voortduring een tweede rijtuig noodig is, dan kan men om die roden een voorstel doen om zulk een tweede rijtuig te laten maken. De lieer MODOO merkt op, dat nie mand op de gedachte kwam, dat het oude rijtuig herstelling behoefde, dan de .leverancier. Dat gaat in 't gewo ne loven niet zoo. Als er iets aan ons huis moet gebeuren, wachten we niet tot de aannemer komt, om te zeggen, dat er een nieuwe deur in moet Dat merken we zelf 't eerst. Bovendien i 't besmettelijke-ziekten-rijtu'g niet gebruikt worden De ontsmetting gaat zoo' goed tegenwoordig, dat ineu 't rijtuig na ontsmetting wel tijdelijk kan gebruiken voor vei-voer van met- besmettelijke zieken. Redcneerendc als B. en YV. zou men moeten beslui ten, dat er ook nog een tweede rij tuig noodig zou zijn, wanneer bet rij tuig voor besmettelijke ziekten tijde lijk aan den dienst moest onttrokken orden. De VOORZITTER merkt op, dat een tweede rijtuig noodig is. Het rijtuig moet eens nagez!en worden. Het be smettel ij ke-ziekten-rij tuig kan moei lijk voor andere doeleinden worden gebruikt. Het rijtuig is wel rendabel. Het kostte 21ÜÜ en bracht in één jaar 500 op. De heer MODOO Maar de koetsier kost alleen /50Ü. Do VOORZITTER is liet hiermee niet eens. Bij stemming staken de stemmen (12 tegen 12). Vóór stemden de heer en Kleynen- berg, Smit, Thijseen, Kruseman, Thiol, Van Lynden, De Breuk, N. Kruseman, Winkler, Seignette, Le vert, Loosjes. PUNT 4. B. en W. achten het voor de uitvoering van den gemeentelijken ontsmettingsdienst noodzakelijk een ontsmettingsoven in eigen beheer te hebben. Het voornemen bestaat, genoomden oven, bij wijze van proef» te plaatsen in een door Regenten van het St. Elisabeth's of Groote Gasthuis koste loos beschikbaar gesteld lokaal aan het Groot Heiligland, aan welke be schikbaarstelling door Regenten de voorwaarde is verbanden, dat de door het Gasthuis in te zenden goederen, kosteloos worden ontsmet. Voor de aanschaffing van genoem den oven met toebehoor en zal een be drag van 2775 benoodigd zijn» ter wijl voor het aanbrengen van de noo- dige veranderingen aan bedoeld lo kaal een bedrag van 225 voldoende wordt geacht. Wordt goedgekeurd. PUNT 5. Een voordracht is ingekomen van de Regenten van het St. Elisabeth's Gasthuis tot goedkeuring van de eer ste suppletoir e begrooting voor den dienst van 1909, aanwijzende in ont vangst e»n uitgaaf een bedrag van f 4500. Wordt goedgekeurd- PUNT 6. B. en W. bieden opnieuw, ter vast stelling bij tweede lezing, aan, het be sluit tot instelling eener gemeentelij ke arbeidsbeurs en de verordening daarop, waarbij de wijzigingen op 9 Juni door den Raad aangenomen zijn aangebracht. B. en W. merken op, dat de aange nomen redactie van art. 5 aanleiding kan geven tot ee'u onmoge lijkheid van instelling der arbeids beurs, namelijk, waarneer van eentg beroep of bedrijf noch eene valt veree rd ging als bedoeld, noch eene Kamer van Arbeid bestaat. Derhalve geven zij in overweging, genoemd artikel aldus te lezen „De voorzitter van het bestuur wordt benoemd door den Gemeente raad op een aanbeveling van twee personen, in te dienen door Burge meester en Wethouders. Do leden van het bestuur worden benoemd door den Raad, uit eene aanbeveling van drie personen, ingediend door Bur gemeester en Wethouders, gehoord de rechtspersoonlijkheid bezittende vak- veroenigingen binnen de gemeente Haarlem, welke aan Burgemeester en Wethouders hebben bekend ge maakt, dat zij tot die aanbeveling willen medewerken. Indien er Ka mers van Abreid bestaan voor bedrij ven, waarvoor geen vakvereeniging zich hooft doen inschrijven, worden die Kamers van Arbeid ook geraad pleegd." B. en W. stellen nog voor, hot regle ment op 1 Januari 1910 in werking te doen treden. De heer KRELAGE stelt nog eeni ge wijzigingen voor, o. a dat de Ka mers van Arbeid zullen gehoord wor den bij de benoeming van hot be stuur. De VOORZITTER maakt bezwaar in deze tweede lezing, die alleen re- sumptie bedoelt, ingrijpende wijzi gingen in behandeling te nemen. De heer KRELAGE stelt daarom yoor, do beraadslaging te baropenem Het voorstel tot heropening dor beraadslagingen wordt verworpen met 11 stemmen vóór en 13 8t. tegen. Vóór waren de hoeren Van Sty- rum, Kruseman, Thiel, Van Lynden, De Breuk, N. Kruseman, Winkler, Rinkema, Sneltjes, Willink ea Kre- PUNT 8. B. en W. stellen voor afwijzend te beschikken op een adres van het Cen traal Comité van Drankbestrijdonde vereen igingen alhier, om het slui tingsuur van de drinkgelegenheden in deze gemeente gedurende dc ker mis niet later te stellen dan op ge wone dagen of gebtruik te maken van d© bevoegdheid, op grond van art. 7, le lid 4o, der Drankwet, om het slui tingsuur van de drinkgetegenheden één uur te vervroegen. B. on W. hebben omtrent dit ver zoekschrift liet gevoelen gevraagd van den burgemeester, als hoofd der politie, waarop zij htm afwijzend prae-advies gronden. De heer DE BR AAL vraagt inlich tingen naar de motieven, die geleid hebben tot liet afwijzend praeadvies. Spr. vond in het rapport niete an ders, dan dat bij den Burgemeester als hoofd van de politie wel eens het denkbeeld hoeft postgevat, om het slulbingsuur te vervroegen maar dat hij in deze omstandigheden niot kan overgaan tot steuning van het ver zoek van de verzoekers. De heer TH IJ SS EN, herinnerende aan het vroeger reeds geconstateerde feit, dat in de laatste uren het meest wordt gedronken en losbandigheid wordt leegd, betreurt eveneens, dat er geen nadere inlichtingen zijn ver schaft De heer SCHRAM spreekt mede zijn leedwezen daarover uit De VOORZITTER weet, dat hij niet bekend slaat als een voorstander van de kermisnoch als een voorstander van het misbruik van sterken drank. Daar de Raad zich echter onlangs zoo beslist uitsprak voor behoud der ker mis, meent spreker, dat het mot aan gaat daar tegen in te gaan door de café's vroeger te sluiten. Bovendien zal het zeer moeilijk zijn de sluiting dei- café's op een vroeger uur door te voeren. De heer LASSCHUIT vraagt of bij een vervroegd sluitingsuur der café's de kermis ook vroeger wordt geslo ten. Geroep Neeu De heer LASSCHUIT Dan is liet sluitingsuur moeilijk in te voeren. Het voorstel van B. en W. wordt zonder stemming aangenomen, de café's worden dus niet vroeger ge sloten. PUNT 9. B. en W. hebben ter goedkeuring aangeboden een gewijzigde verorde ning regelende den rang, het getal en de bezoldiging der ambtenaren enz. ter gemeente-secretarie te ver vangen. Do nieuwe functie van controleur, die zij in het leven zouden willen roe pen, zou de financiën der gemeente stellig ten goede komen. Zijn bezoldi- ;ing wordt elk jaar door den Raad bepaald. De jaarlij ksche bezoldigingen be dragen volgens de nieuwe verorde ning voor ambtenaren s den hoofdcommies, tevens chef van de secretarie, f 25003QOO do andere hoofd-commiezen 1850 ƒ2450 den controleur der gemeente-finan- cien 2000-/ 2500 den commies-redacteur H00-* 2400, de commiezen 13501850 de adjunct-commiezen der eerste klasse 1150-/1350; de adjunct-commiezen der tweedA klasse 950—/ 1150 de klerken der eerste klasse 650-* 950 de klerken der tweede klasse f 350— 650; de belasting-beschrijvers 700— /1000. Adjunct-commiezen en klerken, in het bezit van het diploma, afgegeven door de Nederlandsche Vereeniging voor Gemeentebelangen of van een door B. en W. eveaihoog of hooger ge stelde bevoegdheid, genieten een ver hooging hunner bezoldiging berqjtend naar 50 per jaar. Behalve de bezoldiging geniet de ambtenaar, die door den secretaris met de leiding eener afdeeling is be last en ook de ambtenaar, die in zijn opdracht de bovolkingswerkzaamhe den loidit als zoodanig eene toelage van 100 per jaar. Bij aanstelling of bevordering ia rang wordt al3 regel liet minimum der bezoldiging toegekend. Do aanvangsbezoldiglng wordt bij de ambtenaren verhoogd met 100, nadat zij gedurende twee jaren in denzeifden rang hebben gediend en zoo vervolgens, telkens na verloop an twee jaren, met 100, totdat het maximum aan den rang verbonden, bereikt is. De hoofdbode geniet een jaarlijk- sche bezoldiging van ƒ950 tot 1100, de boden van 750 tot 950, en da hulpbeden van 500 tot 750. Na twee jaren wordt de vorkooging toegekend, tel kern s met ƒ50, totdat de maximum-bezoldiging is bereikt. Bovendien genieten de hulpboden jaarlijks als tegemoetkoming in de kosten van bovenkleedlng eon bedrag van 50. De verordening wordt geacht Lu werking te zijn getreden den len Ja nuari 1909. Ten slotte schrijven B. on W. in hun toelichting, dat invoering van deze verordening in dit dienstjaar een extra uitgave van 2000 zal vordeivm. welk bedrag in 1910 als wanneer ook een controleur der gemeentofi- nancièn op /20U0 zal zijn aangesteld met 2900 zal worden verhoogd. Wordt aangehouden. loten wordt een adres van het H. A. S. ter zijde te leggen, omdat dit op ongezegeld papier is gesteld. PUNT 10. De lieer J. Germaraad en 28 andere oudere van buiten Haarlem wonenda leerlingen der Burgeravondschool ver zoeken den Raad, evenals voor dé buiten Haarlem wonende leorlingisa. der H. B. S.» dezelfde bepaling te treffen, dat de ouders kunnen worden aangeslagen voor het hoogste school* geld, maar ook den onbemiddeld**! wordt toegelaten het oude schoolgeld, te blijven betalen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 7