Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Maarlemsche Handelsvereensgüng PARIJSCHE BRIEVEN. Haarlemmer Halletjes 27e Jaargang. No. 8017 ZATERDAG 14 AUGUSTUS 1909 B ABONNEMENTEN PBR DRIB HA&NDBNl Voor Haarlem 1,1123 Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der gemeente)120 Franco per post door Nederland.1-65 Afzonderlijke nummers0.0214 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.3714 de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Eonrens Custer. Directeur i, PEEREBOOÜ ADVERTENT IÊNI Van 1—5 regels 50 Cts.: Iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels /t—elke regel meer a iö Reclames 30 Cent per regel Bij Abonnement aanzienlijk rabat Ad verten ti5n van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsingj 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant Redactie ca Administratiet Groote Houtstraat latercommuaaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724* Drukkerij: Znlder Bnitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem In dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. TWEEDE BLAD. Goedgek. bij Kon. Besl. van 12 Nov.l8Ua. De Haarlemsche Handelsvereeni- ging hier ter stede, opgericht 10 Mei 1892, heeft in den loop van den tijd Wel haar recht van bestaan bewezen. In zeer vele gevallen, zaken van ver schillenden aard betreffende, is zij opgetreden en dikwijls met groot cuccès. Jammer echter, dat men alge meen niet meer blijk geeft, dit te .waardeeren, door als lid der Vereeni- |ging toe te treden. Er zijn wel meer 'dan 600 leden, maar dat is niet vol doende. Elk handelaar, neringdoen de, ja zelfs particulieren, moesten lid .worden, om ten minste te laten gevoe len, dat men het werk op prijs stelt, dat de Haorlemsche Handelsvereeni- ging steeds opneemt, als doende, wat hare hand vindt om te doen. De voordeelen, die de Vereeniging buiten hare bemoeiingen van ver schillenden aard, haren leden aan biedt, zijn zeer vele en zeer groote tegenover de geringe jaarlijksche contributie van 3.50, diie gevraagd wordt. De Haarlemsche Handelsvereenl- ging bemoeit zich in de eerste plaats er mede, de belangen van hare leden te bevorderen, door onwillige beta lers voor hen tot betaling aan te manen en informatiën voor hen In te winnen. Bovendien hebben de leden het 'recht, het hun gratis te verstrek ken advies van den rechtsgeleerden adviseur der Vereeniging te vragen, die ook in proceduren en faillisse menten gratis voor hen optreedt, na tuurlijk alleen voor zaken betreffende den handel en het bedrijf der leden. Als proef kunnen voortaan nieuwe leden voor een half jaar worden aan genomen, doch slechts het 2e halfjaar (van 1 November tot en met 30 April) ttd 1.75 de halve contributie. Rechtsgeleerde adviseurs der Ver eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de Haan Hugenholtz en A. H. J. Menens, Spaarne 94, alhier, die voor de leden alken werkdag van 24 uur dés na middags zijn te spreken. Het bureau der Vereeniging Is ge vestigd Jansweg 11. Voor incasso's door bemiddeling der* Vereeniging wordt een vast recht van 5 pet. der vordering bere kend. Bovendien moet 10 cent voor port steeds worden bijgevoegd, bij inzen ding van vorderingen door bemidde ling der advocaten te innen. De kosten van informatiën naar buiten de stad woonachtige personen bedragen 60 cts. per informatie, plus vijf cents porto-vergoeding. Informa tiën naar binnen de stad wonende personen worden gratis verstrekt. Pretentiën op buiten de stad wo nende personen worden niet behan deld, wanneer niet 10 cts. yoot porto vergoeding is toegevoegd. Ruim 1748 informatiën en rechts geleerde adviezen werden in het af- geloopen jaar gegeven. In Juni en Juli 1909 zijn 50 vorde ringen tot een bedrag van f 952.81 1/2 betaald; 13 vorderingen worden afbe taald, 10 vorderingen zijn uitgesteld. Volgens art. 7 dient bet geheim der lijsten van wanbetalers ongeschon den te blijven. Alle brieven, aanvragen, reclames of wat ook, moeten worden geadres seerd aan het bureau, dat geopend is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur en 's namiddags van 2 tot 4 uur, waar dan ook verdere inlichtingen zijn te bekomen. Het Bestuur heeft bemerkt, dat men soms meent, dat men, hoewel geen lid der H. H. V., toch van haar Infor matiën kan bekomen, en brengt nu nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis dat alleen aan leden der Vereeniging informatiën door haar worden ver strekt, en dat voor Informatiën op hier ter stede woonachtige personen nooit betaling mag worden gevor derd. HET BESTUUR. XCIV.: De heer Albin Rozet, afgevaardigde van de Haute-Marne, beijvert zich ten sterkste om de erkentelijkheid van het „indlgénat algérien" te ver werven. Waarom is er in onze Tweede Ka mer geen lid, dat zich afslooft voor het „indlgénat javanais" of, in ruime ren zin, het „indlgénat indo-néer lan daus"? Het zou, dunkt mij, daairtoe wel tijd zijn. Heeft het u niet getroffen, vroeg de heer Albin Rozet, dat er tegen woordig een moslimsche renaissance is, een renaissance, die zich in Per- zië, in Turkije, in Egypte en In Tunis manifesteert? De Islamieten geven er heden ten dage blijken van, dat zij in staat zijn om tot zelfbewustzijn te komen, een nieuw leven te leven, zich onze beschaving en ons ideaal van rechtvaardigheid en vrijheid in te prenten. Indien de heer Rozet iets afwist van Nederlandsch Indië, zou hij ze ker ook van de renaissance der in boorlingen van Insulinde gewag heb ben gemaakt. Het -klinkt ongelooflijk, zegt de Fransche afgevaardigde verder, maar w a a r is het niettemin, dat er in Al- gerië raar wordt huisgehouden. Een Moslimsche inboorling raag in Alge- rië niet rondloopen zonder regelmatig paspoort. Reist hij zonder paspoort, dan wordt hij zonder vorm van pro ces gestraft met 15 francs boete en vijf dagen hechtenis. De verplichting van het paspoort stelt den inlander bloot aan de wille keur van de autoriteiten. Hij kan geen sta pdoeu zonder permissie. Wil hij zijn ouders buiten de gemeente be zoeken? Paspoort. Wil hij reizen om zich te onderrichten? Paspoort. Drijft hij een zaak, die hem tot verplaat sing noopt? Paspoort. Altijd en altijd paspoort. Ik weet wel, dat die paspoort-kwes tie er een van veiligheid is. Maar in de eerste plaats is ze hinderlijk en drukkend. En in de tweede plaats be reikt ze geen doel. Hoe zou toch een administratie, al moge ze ook nog zoo ijverig zijn, vijf millioen inlan ders kunnen surveilleeren? De kwaad willigen glippen door de mazen de<r reglementen en de anderen hebben er hinder van. Ondergeschikte be ambten leveren de paspoorten af en weten er, trots alle voorzorgsmaatre gelen, munt uit te slaan. Men moet den inlanders de vrijheid teruggeven, naar verkiezing in Alge- rië en in Frankrijk te komen en gaan, en het paspoort slechts hand haven voor de veroordeelden tot drie maanden gevangenisstraf. Ook blijve gehandhaafd de eisch van een pas poort voor de inlanders, die naar den vreemde, bijvoorbeeld naar Mekka, wenschen te gaan. Doch dat alles is nog het ergste niet. Kijk een, ik kan me begrij pen, dat men in een land, waai" over- heerschers en overheerschten zijn. bijzondere delicten beeft geschapen, zooals weigering van heerendienst, weigering om levens- en transport middelen te verstrekken aan ambte naren op tournée, weigering om voor den politierechter te verschijnen, wei gering van getuigenis, enz.' Maar ik laak ten sterkste de manier, waarop di especiale vergrijpen, zonder den minsten waarborg voor den inlander berecht worden. Het ls, let wel, de zelfde persoon, die de vervolging, de instructie en de berechting in handen heeft. Daar moet immers misbruik uit ontstaan. Indien gij, evenals ik, In een ge mengde gemeente verhooren van in- landsche rechtscolleges kondet bij wonen, zoudt gij dikwijls versteld staan te zien, dat getuigen gevangen worden gehouden als beklaagden. Uit ge uw verwondering, dan antwoordt men u, dat de getuigen overeenkom stig de wet zijn gevangen gehouden en dat zij een vexoordeeling hebben opgeloopen, omdat zij geen getuige nis hebben afgelegd naar den 2in van den geïmproviseerden rechter van in structie. De inlander, die veroordeeld Is, zult ge me zeggen, heeft het recht om in hooger beroep te komen. Maar, lieve mensch, gij weet toch ook wel, dat „les administrateurs" geen ongelijk tegenover de inlanders mogen heb ben. Dat schijnt nu eenmaal in een, door een beschaafde natie gekoloni seerd land niet te gaan. Overigens moeten de appellanten zélf hun ver dediging aanvoeren, hoe groot ook de afstand zij tusschen hen en de pre fectuur. Zij kunnen zich slechts doen vervangen of bijstaan door een fami lielid dan wel door een notabele van hun district. Van rechtskundigen bij stand is geen sprake. De ergste willekeur komt echter nog. Dat is de arbitraire macht van den gouverneur-generaal, welke hem toestaat, eiken inlander, dien hij verdacht oordeelt, op te sluiten. Op vage vermoedens, zonder de minste beschuldiging, kan zelfs de achtens waardigste inlander op slag van de zijnen weggerukt worden, en zonder rechtspraak, zonder verhoor zelfs, naar verre streken worden overge bracht of met boosdoeners in hetzelf de hok worden gestopt. Het is prach tig! Het mooiste is nog wel, dat geen enkele verordening daaromtrent be staat. Die macht van den gouverneur- generaal dagteekent uit het brute tijdperk der verovering; het is een hemeltergende traditie. De heer Albin Rozet is nu bezig een wetsvoorstel op te maken en In te dienen, waarbij den Algerijnen een betere rechtsbedeeling, meer rechts zekerheid wordt toegekend. Of hij er zijn wetsvoorstel door zal krijgen, ls een andere kwestie. Ons, Hollanders, is het zeker niet onbekend, dat overheerschers eigen aardige humaniteitsbegrippen ten op zichte van overheerschten koesteren. Overheerschers zijn altijd beschaafde wezens en overheerschten zijn ge meenlijk onbeschaafde „sloebers" ai, welk een Nederlandsch-Indische klank! En de emancipatie, de renaissance der moslimsche volkeren moet daar geen dam tegen gekeerd wor den? Sapristi! sinds jaren bestaat reeds het gele gevaar; als er nu nog een bruin gevaar bijkwam, wat moet er dan van de blanken worden? Dat vraag ik maar. Buitendien is hei den afgevaardig de Albin Rozet ten sterkste geraden, dat hij in. de toelichting van zijn wets voorstel absoluut punctueel zij en zich niet éénmaal vergisse, niet één maal een onjuistheid zegge. Zoo n en kele onjuistheid zou, zooals meer ge beurd is, een geschutvuur van dialec tiek doen openen, waarbij het gan- sche wetsvoorstel gevaar zou kunnen loopen, in lappen de lucht in te gaan. Om maar een enkel voorbeeld te noemen ik meen me te herinneren, dat een gelijknamige naneef van Eduard Douwes Dekker een boek heeft geschreven, getiteld: „Het boek van Siman den Javaan" en waarin onder meer de rechtsbedeeling van den Javaan is behandeld. De naneef kan het niet helpen, dat hij niet in de schaduw kan staan van zijn oudoom. Welke Hollander kan dat trouwens wel? Doch in elk geval is zijn werk humanitair bedoeld en eerlijk. liet ongeluk echter wilde, dot een der be oordeelaren onjuistheden in het werk kon aanwijzen, onjuistheden betreffen de de rechtspraak over de inlanders. Dan zal het heele boek wel apekool zijn, meende de generaliseerende Jan Rap. En zoo werd het werk dicht geslagen, in weerwil van zijn deugde lijke strekking en zijn algemééne zui- verheld.- De heer Albin Rozei ga In elk geval mei de uiterste voorzichtigheid te werk.w OTTO KNAAP. Esperanto. XVI, XV. EEN STUKJE SPRAAKLEER, Achtervoegsels. IGI beteekent maken of in een toe stand brengen: bruli branden. bruligi doen branden (aansteken) morti sterven. mortigi doen sterven, vermoor den, pura reïn. purigi reinigen. Igl beteekent „worden" (zlchma- ken) of in een toestand komen van pa-la bleek. pali^i bleek worden, verbleken. sidi zitten. sidi^i zich zetten gaan zitten, ru^-a rood. rugigi rood worden, blozen. ULO duidi een eigenschap of een neiging aan: juna jong. junulo jongeling, avajra gierig. avarulo vrek, bona goed, bonulo 'n goed mensch", timi bang. timulo 'n bangerd. rjo dient om verkleinende of lief- koozende mannelijke persoonsnamen te vormen: Petro Pietcr, Pecjo Pietje patro vader, pacjo vadertje, njo dient als boven voor vrou welijke namen: Mario Marie. Man jo Marietje. patrino moeder, pan jo moetje. Mosto is de titel van beleefdheid, gelijkstaande met onze titels: Hoog heid, Eerwaarde, enz. princo prins. Via princa mosto Uwe Hoogheid papo paus. Via papa mosto Uwe Heiligheid EEN VEREENIGING VAN ESP, SPREKENDE SPOORWEG BEAMBTEN, Op initiatief van den Stationschet 'te Parennes werd in Frankrijk opge- EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Ik heb eens iemand hooren zoggen, idat de menschen tegenwoordig zoo wantrouwend zijn. Waarschijnlijk kende hij andere menschen, dan Ik, want die waar ik zoo nu en dan van hoor of lees zijn ferm lichtgeloovig. Zoowat een jaar geleden zwierven hier kerels rond, die koperslagers- xeparaties bij de menschen wilden doen. Als ze klaar waren, eischten ze een buitengewoon hoogen prijs en speelden, wanneer daar bezwaar te gen gemaakt werd, zóó op, dat de menschen maar betaalden om er af te wezen. Vraag No. 1. Waarom gaven de menschen werk aan kerels, die ze hee- Jemaal niet kenden? Vraag No. 2. Waarom vroegen ze niet vooruit, wat het kosten zou Er is toen tegen dit lastige volk her haaldelijk gewaarschuwd. Of dat wat geholpen heeft? Niemendal. Dit jaar kwamen er weer van die zwervers langs do deuren en kregen ook weer dingen to r.epareeren. Zij overtroffen hun kameraden van verleden jaar nog in brutaliteit, daar ze den boel „maakten" met klei en zwart pek, al lemaal spul, dat natuurlijk niet hield. Vraag No. 3. Zijn de menschen dan nu eindelijk wijzer geworden Geen sprake van. Wanneer er over oen jaar weer een kerel aan de deur komt, met een mooi praatje en een brutaal gezicht, geven ze hem weer •Werk en loopen er weer in, omdat hot te duur of te slecht, of allebei tegelijk frezen zal. En dat terwijl er in ieder vale men schen genoeg zijn, kleine en groote patroons, die hun vak goed verstaan en vaste prijzen hebben, dus niemand afzetten. I 't Is niet veilig op straat. Dat heb ben ook de menschen ondervonden, die linnen voor een prijsje dachten te koopen en van den Duitschen koop man goedkoope katoen kregen. Als zooiets dan gebeurd is, schreeu wen ze huizen hoog en roepen, dat de politie zulke kerels oppakken moet. Jawel, dan had de politie wel dag werk. Neen, de menschen moesten zelf wijzer wezen, niet aan de deur koopen of laten maken en liever den bekenden patroon of winkelier begun stigen, die hen niet bedotten zal. Het is een plezierige gedachte,-dat ook dit preekje- even weinig zal baton als de rest. Ik geef u op een briefje, dat wanneer er over drie maanden weer zoo'n kerel langs de deur komt, de menschen er weer inloopen. Waarom ik me die moeite nog geef? Ja, dat is nu vraag No. 4. Ik zei daar, dat het onveilig is aan den weg. Al was 't maar om 't hin derlijk en vervelend gebedel van kin deren uit woonwagens, die tegenwoor dig zoo in aantal schijnen toe te ne men, dat er onlangs zelfs zeventien in onze omgeving bij elkaar waren.- Bedelaars per rijtuig, het is volko men in den geest van den tijd. Wie loopt er tegenwoordig nog? Nu ja, een paar dozijn menschen van een bijna uitgestorven generatie, de rest verplaatst zich per flets. Dat zou ook de bedelsland kunnen doen, wanneer ze, het hooge woord moet er uit, daar niet te lui voor was. Op pedalen trap pen, op hobbelige straten, soms tegen den wind In, ls niets voor een bede laar. Die heeft nu eenmaal den ar beid vaarwel gezeid, laat zich dus lie ver door een uitgemagerd hitje voort trekken en stuurt zijn kinderen den weg op, om te bedelen. Boeken houden ze er niet op na, ac countants ook niet, zoodat ik buiten staat ben te vertellen, wat dit bedrijf wel opbrengt. Naar ik heb hooren zeggen is T in de onmiddellijke nabij heid van steden niet hijzonder loo- nend. Stadsmenschen voelen zich vei lig in eikaars nabijheid en in het be sef, dat er een politiepost in de buurt is en jagen dus lastige bedelkinderen lichter weg. Maar op 't platteland gaat het zoo gemakkelijk niet. Daar liggen de boerenwoningen ver van el kaar af, hulp is niet dadelijk te krij gen. Al wou je wel, dan durf je de be delaars uit den woonwagen niet weg sturen. Kippen en konijnen zijn een makkelijke buit en de lucifer, waar mee een pijp wordt aangestoken, komt natuurlijk per ongeluk zoo licht in het rieten dak of in den hooi berg terecht. Wat doe je dan 1 Goeie vrinden blijven is geraden, af en toe wat ge ven, een maal pannekoeken of een kan melk en wat brood en' centen, 't Valt dan nog mee, wanneer de wagen niet te lang in de buurt blijft, maar gauw weer verder trekt, naar een an deren „goeien" boer. Er is een armenzorg uit ware men- schenliefde en uit gewoonte. Deze phi lanthropic is er een uit dwang. ,,Ha", denkt de boer, „zoodra hij een woon wagen bij zijn werf ziet stilhouden, „ik ga weer philantropie beoefenenl" Het ls inderdaad dikwijls niet vei lig in de open lucht. Daar weten ook de gewassen en de vruchtboomen over mee te praten. In den winter vriest het. Dat is klaar als de dag. In het voorjaar gaat dat vriezen 's nachts voort. Nu komt de boer en zegt„de heele boel zal me van die nachtvorsten nog bevrie zen Dat hoort de correspondent van de krant en schrijft aan zijn blad „de schade, die de nachtvorsten aan de gewassen toebrengen, is niet te overzien. Het staat er bijzonder slecht voor."- Nu wordt het Mei en JunL De nachtvorst begrijpt, dat het mal wordt om met vriezen door te gaan en trekt af. 't Gaat regenen. Eerst bij drop pels, dan bij stralen, ten slotte bij stroomen. Nu komt de boer en zegt „van al dat water gaat me de heele boel aoji 't rotten 1" Dat hoort de cor respondent van de krant en schrijft aan zijn blad„de geweldige regens van de laatste dagen brengen ont zaglijke schade toe aan de gewassen. Met groote bezorgdheid ziet men de toekomst tegemoet." Daar het evenwel niet ten eeuwigen dage kan blijven regenen, begint het hard te waaien. Nu komt de boer en zegt„al m'n vruchten waaien af, de takken worden heelemaal kaal en zwart." Dat hoort de correspondent van de krant en schrijft aan zijn blad: „tengevolge van de heftige stormen van de laatste dagen zal het beschot van de yruchten uiterst ge ring zijn. Hooge prijzen zijn te ver wachten 1" Evenwel kan ook de hevigste wind niet voortdurend blijven waaien. De zon begint te schijnen en het wordt warm. Nu komt de boer en zegt niets meer, want hij heeft bet te da-uk met binnenhalen van den oojzst. En wan neer de correspondent van de krant daarlangs komt en de drukte ziet, schrijft hij aan zijn blad „er komen handen te kort op het land, het be schot valt bijzonder mee, wat nog niet rijp is, belooft een mooie opbrengst. Voor den vruchtenbouw zijn mooie contracten gesloten met Engolsche af nemers." Zoo gaat het ieder jaar. De boer moppert, de correspondent jammert, de krantlezer zucht over de schaarste en duurte, die te wachten staan. En op 't eind valt alles weer mee Ja, het is gevaarlijk bij den weg. Daar weet de Electrische Spoorweg- Maatschappij van mee te praten, die een paar maal, zij het ook buiten de schuld van de wagenvoerders, onge lukken heeft gehad op de Amslcrdam- sclie vaart- Om die voortaan te beletten, schafte de directie een fel schijnend electrisch koplicht aan, zoodat de wagenvoer der ver vooruit kon zien, of er ook iemand of iets op de rails staat of ligt. Eten uitstekende voorzorg, zou je donken. Maar dat meenen andere be stuurders van voertuigen, die langs de Amsterdamsche Vaart komen, niet. Die vdnden het licht van de tram nu weer te fel. Paarden worden er schichtig van, hoet het en auto's bot sen tegen palen aan.- Zelfs is er een plannetje in de maak, om bij den Mi nister van Waterstaat te requestree- ren, opdat de E. S. M. dat licht af- schaffe. Ook zal er onderzocht warden, of er na de invoering van het koplicht meer ongelukken op den straatweg hebben plaats gehad. Daarmee hadden de klagers, zou je' zeggen, dienen te beginnen. Jammer maar. dat de E. S. M. niet kan onderzoeken, of er sedert de in voering van het koplicht ook minder ongelukken hebben plaats gehad 1 Wat is veel. wat is weinig licht Begrippen, die zich verplaatsen. Toen pas de electrische verlichting in onze hoofdstraten was gekomen, vonden we die hel verlicht nu, een jaar of wat later, vinden we ze zoo licht niet meer, maar wel de aangrenzende straten donker. Toen pas de acety- leenlantarens in de mode kwamen# vond elke wandelaar hun licht hin- derlijk 6cheltegenwoordig denkt daarover niemand meer. Laat Mr. Speijer dus maar reques- treereu. Voordat er een antwoord op komt is het allicht een jaartje verder, paarden en auto's zijn aan het kop licht gewend en niemand trekt zich de afwijzende beschikking van den Mi nister dan meer aan. De leus is immers méér licht. Niet minder I Wat is eerlijkheid Een deugd. Juist. Maar in "sommige gévallen' schijnt ze toch wat anders te wezen. Een man vindt een armband, dien hij voor doublé aanziet, hoort van de politie wie de eigenaar is,brengt den armband terug, krijgt vijf gulden be looning en gaat tevreden heen. 'e Avonds leest hij in een adverten tie, dat de armband van goud was, gaat naar den eigenaar en zegt, „dat hij vijf gulden voor een gouden arm band wat weinig vindt l" Was deze eerlijkheid nu van goud of van doublé t FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5