Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
Maarlemsche
Handelsvereensgüng
PARIJSCHE BRIEVEN.
Haarlemmer Halletjes
27e Jaargang. No. 8017
ZATERDAG 14 AUGUSTUS 1909 B
ABONNEMENTEN
PBR DRIB HA&NDBNl
Voor Haarlem 1,1123
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der
gemeente)120
Franco per post door Nederland.1-65
Afzonderlijke nummers0.0214
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.3714
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Eonrens Custer. Directeur i, PEEREBOOÜ
ADVERTENT IÊNI
Van 1—5 regels 50 Cts.: Iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels /t—elke regel meer a iö Reclames 30 Cent per regel
Bij Abonnement aanzienlijk rabat
Ad verten ti5n van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsingj
50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant
Redactie ca Administratiet Groote Houtstraat
latercommuaaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724*
Drukkerij: Znlder Bnitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem In dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA,
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
TWEEDE BLAD.
Goedgek. bij Kon. Besl. van 12 Nov.l8Ua.
De Haarlemsche Handelsvereeni-
ging hier ter stede, opgericht 10 Mei
1892, heeft in den loop van den tijd
Wel haar recht van bestaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, is zij
opgetreden en dikwijls met groot
cuccès. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blijk geeft, dit te
.waardeeren, door als lid der Vereeni-
|ging toe te treden. Er zijn wel meer
'dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, ja zelfs particulieren, moesten lid
.worden, om ten minste te laten gevoe
len, dat men het werk op prijs stelt,
dat de Haorlemsche Handelsvereeni-
ging steeds opneemt, als doende, wat
hare hand vindt om te doen.
De voordeelen, die de Vereeniging
buiten hare bemoeiingen van ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groote
tegenover de geringe jaarlijksche
contributie van 3.50, diie gevraagd
wordt.
De Haarlemsche Handelsvereenl-
ging bemoeit zich in de eerste plaats
er mede, de belangen van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan te
manen en informatiën voor hen In te
winnen. Bovendien hebben de leden
het 'recht, het hun gratis te verstrek
ken advies van den rechtsgeleerden
adviseur der Vereeniging te vragen,
die ook in proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel en het bedrijf der leden.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
leden voor een half jaar worden aan
genomen, doch slechts het 2e halfjaar
(van 1 November tot en met 30 April)
ttd 1.75 de halve contributie.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de
Haan Hugenholtz en A. H. J. Menens,
Spaarne 94, alhier, die voor de leden
alken werkdag van 24 uur dés na
middags zijn te spreken.
Het bureau der Vereeniging Is ge
vestigd Jansweg 11.
Voor incasso's door bemiddeling
der* Vereeniging wordt een vast
recht van 5 pet. der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten van informatiën naar
buiten de stad woonachtige personen
bedragen 60 cts. per informatie, plus
vijf cents porto-vergoeding. Informa
tiën naar binnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt.
Pretentiën op buiten de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wanneer niet 10 cts. yoot porto
vergoeding is toegevoegd.
Ruim 1748 informatiën en rechts
geleerde adviezen werden in het af-
geloopen jaar gegeven.
In Juni en Juli 1909 zijn 50 vorde
ringen tot een bedrag van f 952.81 1/2
betaald; 13 vorderingen worden afbe
taald, 10 vorderingen zijn uitgesteld.
Volgens art. 7 dient bet geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames
of wat ook, moeten worden geadres
seerd aan het bureau, dat geopend
is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur
en 's namiddags van 2 tot 4 uur,
waar dan ook verdere inlichtingen
zijn te bekomen.
Het Bestuur heeft bemerkt, dat men
soms meent, dat men, hoewel geen
lid der H. H. V., toch van haar Infor
matiën kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
informatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor Informatiën op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
XCIV.:
De heer Albin Rozet, afgevaardigde
van de Haute-Marne, beijvert zich
ten sterkste om de erkentelijkheid
van het „indlgénat algérien" te ver
werven.
Waarom is er in onze Tweede Ka
mer geen lid, dat zich afslooft voor
het „indlgénat javanais" of, in ruime
ren zin, het „indlgénat indo-néer lan
daus"? Het zou, dunkt mij, daairtoe
wel tijd zijn.
Heeft het u niet getroffen, vroeg
de heer Albin Rozet, dat er tegen
woordig een moslimsche renaissance
is, een renaissance, die zich in Per-
zië, in Turkije, in Egypte en In Tunis
manifesteert? De Islamieten geven er
heden ten dage blijken van, dat zij
in staat zijn om tot zelfbewustzijn te
komen, een nieuw leven te leven, zich
onze beschaving en ons ideaal van
rechtvaardigheid en vrijheid in te
prenten.
Indien de heer Rozet iets afwist
van Nederlandsch Indië, zou hij ze
ker ook van de renaissance der in
boorlingen van Insulinde gewag heb
ben gemaakt.
Het -klinkt ongelooflijk, zegt de
Fransche afgevaardigde verder, maar
w a a r is het niettemin, dat er in Al-
gerië raar wordt huisgehouden. Een
Moslimsche inboorling raag in Alge-
rië niet rondloopen zonder regelmatig
paspoort. Reist hij zonder paspoort,
dan wordt hij zonder vorm van pro
ces gestraft met 15 francs boete en vijf
dagen hechtenis.
De verplichting van het paspoort
stelt den inlander bloot aan de wille
keur van de autoriteiten. Hij kan
geen sta pdoeu zonder permissie. Wil
hij zijn ouders buiten de gemeente be
zoeken? Paspoort. Wil hij reizen om
zich te onderrichten? Paspoort. Drijft
hij een zaak, die hem tot verplaat
sing noopt? Paspoort. Altijd en altijd
paspoort.
Ik weet wel, dat die paspoort-kwes
tie er een van veiligheid is. Maar in
de eerste plaats is ze hinderlijk en
drukkend. En in de tweede plaats be
reikt ze geen doel. Hoe zou toch een
administratie, al moge ze ook nog
zoo ijverig zijn, vijf millioen inlan
ders kunnen surveilleeren? De kwaad
willigen glippen door de mazen de<r
reglementen en de anderen hebben
er hinder van. Ondergeschikte be
ambten leveren de paspoorten af en
weten er, trots alle voorzorgsmaatre
gelen, munt uit te slaan.
Men moet den inlanders de vrijheid
teruggeven, naar verkiezing in Alge-
rië en in Frankrijk te komen en
gaan, en het paspoort slechts hand
haven voor de veroordeelden tot drie
maanden gevangenisstraf. Ook blijve
gehandhaafd de eisch van een pas
poort voor de inlanders, die naar den
vreemde, bijvoorbeeld naar Mekka,
wenschen te gaan.
Doch dat alles is nog het ergste
niet.
Kijk een, ik kan me begrij
pen, dat men in een land, waai" over-
heerschers en overheerschten zijn.
bijzondere delicten beeft geschapen,
zooals weigering van heerendienst,
weigering om levens- en transport
middelen te verstrekken aan ambte
naren op tournée, weigering om voor
den politierechter te verschijnen, wei
gering van getuigenis, enz.' Maar ik
laak ten sterkste de manier, waarop
di especiale vergrijpen, zonder den
minsten waarborg voor den inlander
berecht worden. Het ls, let wel, de
zelfde persoon, die de vervolging, de
instructie en de berechting in handen
heeft. Daar moet immers misbruik uit
ontstaan.
Indien gij, evenals ik, In een ge
mengde gemeente verhooren van in-
landsche rechtscolleges kondet bij
wonen, zoudt gij dikwijls versteld
staan te zien, dat getuigen gevangen
worden gehouden als beklaagden. Uit
ge uw verwondering, dan antwoordt
men u, dat de getuigen overeenkom
stig de wet zijn gevangen gehouden
en dat zij een vexoordeeling hebben
opgeloopen, omdat zij geen getuige
nis hebben afgelegd naar den 2in van
den geïmproviseerden rechter van in
structie.
De inlander, die veroordeeld Is, zult
ge me zeggen, heeft het recht om in
hooger beroep te komen. Maar, lieve
mensch, gij weet toch ook wel, dat
„les administrateurs" geen ongelijk
tegenover de inlanders mogen heb
ben. Dat schijnt nu eenmaal in een,
door een beschaafde natie gekoloni
seerd land niet te gaan. Overigens
moeten de appellanten zélf hun ver
dediging aanvoeren, hoe groot ook de
afstand zij tusschen hen en de pre
fectuur. Zij kunnen zich slechts doen
vervangen of bijstaan door een fami
lielid dan wel door een notabele van
hun district. Van rechtskundigen bij
stand is geen sprake.
De ergste willekeur komt echter
nog. Dat is de arbitraire macht van
den gouverneur-generaal, welke hem
toestaat, eiken inlander, dien hij
verdacht oordeelt, op te sluiten. Op
vage vermoedens, zonder de minste
beschuldiging, kan zelfs de achtens
waardigste inlander op slag van de
zijnen weggerukt worden, en zonder
rechtspraak, zonder verhoor zelfs,
naar verre streken worden overge
bracht of met boosdoeners in hetzelf
de hok worden gestopt. Het is prach
tig! Het mooiste is nog wel, dat geen
enkele verordening daaromtrent be
staat. Die macht van den gouverneur-
generaal dagteekent uit het brute
tijdperk der verovering; het is een
hemeltergende traditie.
De heer Albin Rozet is nu bezig een
wetsvoorstel op te maken en In te
dienen, waarbij den Algerijnen een
betere rechtsbedeeling, meer rechts
zekerheid wordt toegekend.
Of hij er zijn wetsvoorstel door zal
krijgen, ls een andere kwestie.
Ons, Hollanders, is het zeker niet
onbekend, dat overheerschers eigen
aardige humaniteitsbegrippen ten op
zichte van overheerschten koesteren.
Overheerschers zijn altijd beschaafde
wezens en overheerschten zijn ge
meenlijk onbeschaafde „sloebers"
ai, welk een Nederlandsch-Indische
klank!
En de emancipatie, de renaissance
der moslimsche volkeren moet
daar geen dam tegen gekeerd wor
den? Sapristi! sinds jaren bestaat
reeds het gele gevaar; als er nu nog
een bruin gevaar bijkwam, wat moet
er dan van de blanken worden? Dat
vraag ik maar.
Buitendien is hei den afgevaardig
de Albin Rozet ten sterkste geraden,
dat hij in. de toelichting van zijn wets
voorstel absoluut punctueel zij en
zich niet éénmaal vergisse, niet één
maal een onjuistheid zegge. Zoo n en
kele onjuistheid zou, zooals meer ge
beurd is, een geschutvuur van dialec
tiek doen openen, waarbij het gan-
sche wetsvoorstel gevaar zou kunnen
loopen, in lappen de lucht in te gaan.
Om maar een enkel voorbeeld te
noemen ik meen me te herinneren,
dat een gelijknamige naneef van
Eduard Douwes Dekker een boek
heeft geschreven, getiteld: „Het boek
van Siman den Javaan" en waarin
onder meer de rechtsbedeeling van
den Javaan is behandeld. De naneef
kan het niet helpen, dat hij niet in de
schaduw kan staan van zijn oudoom.
Welke Hollander kan dat trouwens
wel? Doch in elk geval is zijn werk
humanitair bedoeld en eerlijk. liet
ongeluk echter wilde, dot een der be
oordeelaren onjuistheden in het werk
kon aanwijzen, onjuistheden betreffen
de de rechtspraak over de inlanders.
Dan zal het heele boek wel apekool
zijn, meende de generaliseerende
Jan Rap. En zoo werd het werk dicht
geslagen, in weerwil van zijn deugde
lijke strekking en zijn algemééne zui-
verheld.-
De heer Albin Rozei ga In elk geval
mei de uiterste voorzichtigheid te
werk.w
OTTO KNAAP.
Esperanto.
XVI,
XV. EEN STUKJE SPRAAKLEER,
Achtervoegsels.
IGI beteekent maken of in een toe
stand brengen:
bruli branden.
bruligi doen branden (aansteken)
morti sterven.
mortigi doen sterven, vermoor
den,
pura reïn.
purigi reinigen.
Igl beteekent „worden" (zlchma-
ken) of in een toestand komen van
pa-la bleek.
pali^i bleek worden, verbleken.
sidi zitten.
sidi^i zich zetten gaan zitten,
ru^-a rood.
rugigi rood worden, blozen.
ULO duidi een eigenschap of een
neiging aan:
juna jong.
junulo jongeling,
avajra gierig.
avarulo vrek,
bona goed,
bonulo 'n goed mensch",
timi bang.
timulo 'n bangerd.
rjo dient om verkleinende of lief-
koozende mannelijke persoonsnamen
te vormen:
Petro Pietcr,
Pecjo Pietje
patro vader,
pacjo vadertje,
njo dient als boven voor vrou
welijke namen:
Mario Marie.
Man jo Marietje.
patrino moeder,
pan jo moetje.
Mosto is de titel van beleefdheid,
gelijkstaande met onze titels: Hoog
heid, Eerwaarde, enz.
princo prins.
Via princa mosto Uwe Hoogheid
papo paus.
Via papa mosto Uwe Heiligheid
EEN VEREENIGING VAN ESP,
SPREKENDE SPOORWEG
BEAMBTEN,
Op initiatief van den Stationschet
'te Parennes werd in Frankrijk opge-
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Ik heb eens iemand hooren zoggen,
idat de menschen tegenwoordig zoo
wantrouwend zijn. Waarschijnlijk
kende hij andere menschen, dan Ik,
want die waar ik zoo nu en dan van
hoor of lees zijn ferm lichtgeloovig.
Zoowat een jaar geleden zwierven
hier kerels rond, die koperslagers-
xeparaties bij de menschen wilden
doen. Als ze klaar waren, eischten ze
een buitengewoon hoogen prijs en
speelden, wanneer daar bezwaar te
gen gemaakt werd, zóó op, dat de
menschen maar betaalden om er af
te wezen.
Vraag No. 1. Waarom gaven de
menschen werk aan kerels, die ze hee-
Jemaal niet kenden?
Vraag No. 2. Waarom vroegen ze
niet vooruit, wat het kosten zou
Er is toen tegen dit lastige volk her
haaldelijk gewaarschuwd. Of dat wat
geholpen heeft? Niemendal. Dit jaar
kwamen er weer van die zwervers
langs do deuren en kregen ook weer
dingen to r.epareeren. Zij overtroffen
hun kameraden van verleden jaar
nog in brutaliteit, daar ze den boel
„maakten" met klei en zwart pek, al
lemaal spul, dat natuurlijk niet hield.
Vraag No. 3. Zijn de menschen
dan nu eindelijk wijzer geworden
Geen sprake van. Wanneer er over
oen jaar weer een kerel aan de deur
komt, met een mooi praatje en een
brutaal gezicht, geven ze hem weer
•Werk en loopen er weer in, omdat hot
te duur of te slecht, of allebei tegelijk
frezen zal.
En dat terwijl er in ieder vale men
schen genoeg zijn, kleine en groote
patroons, die hun vak goed verstaan
en vaste prijzen hebben, dus niemand
afzetten. I
't Is niet veilig op straat. Dat heb
ben ook de menschen ondervonden,
die linnen voor een prijsje dachten te
koopen en van den Duitschen koop
man goedkoope katoen kregen.
Als zooiets dan gebeurd is, schreeu
wen ze huizen hoog en roepen, dat de
politie zulke kerels oppakken moet.
Jawel, dan had de politie wel dag
werk. Neen, de menschen moesten
zelf wijzer wezen, niet aan de deur
koopen of laten maken en liever den
bekenden patroon of winkelier begun
stigen, die hen niet bedotten zal.
Het is een plezierige gedachte,-dat
ook dit preekje- even weinig zal baton
als de rest. Ik geef u op een briefje,
dat wanneer er over drie maanden
weer zoo'n kerel langs de deur komt,
de menschen er weer inloopen.
Waarom ik me die moeite nog geef?
Ja, dat is nu vraag No. 4.
Ik zei daar, dat het onveilig is aan
den weg. Al was 't maar om 't hin
derlijk en vervelend gebedel van kin
deren uit woonwagens, die tegenwoor
dig zoo in aantal schijnen toe te ne
men, dat er onlangs zelfs zeventien
in onze omgeving bij elkaar waren.-
Bedelaars per rijtuig, het is volko
men in den geest van den tijd. Wie
loopt er tegenwoordig nog? Nu ja,
een paar dozijn menschen van een
bijna uitgestorven generatie, de rest
verplaatst zich per flets. Dat zou ook
de bedelsland kunnen doen, wanneer
ze, het hooge woord moet er uit, daar
niet te lui voor was. Op pedalen trap
pen, op hobbelige straten, soms tegen
den wind In, ls niets voor een bede
laar. Die heeft nu eenmaal den ar
beid vaarwel gezeid, laat zich dus lie
ver door een uitgemagerd hitje voort
trekken en stuurt zijn kinderen den
weg op, om te bedelen.
Boeken houden ze er niet op na, ac
countants ook niet, zoodat ik buiten
staat ben te vertellen, wat dit bedrijf
wel opbrengt. Naar ik heb hooren
zeggen is T in de onmiddellijke nabij
heid van steden niet hijzonder loo-
nend. Stadsmenschen voelen zich vei
lig in eikaars nabijheid en in het be
sef, dat er een politiepost in de buurt
is en jagen dus lastige bedelkinderen
lichter weg. Maar op 't platteland
gaat het zoo gemakkelijk niet. Daar
liggen de boerenwoningen ver van el
kaar af, hulp is niet dadelijk te krij
gen. Al wou je wel, dan durf je de be
delaars uit den woonwagen niet weg
sturen. Kippen en konijnen zijn een
makkelijke buit en de lucifer, waar
mee een pijp wordt aangestoken,
komt natuurlijk per ongeluk zoo
licht in het rieten dak of in den hooi
berg terecht.
Wat doe je dan 1 Goeie vrinden
blijven is geraden, af en toe wat ge
ven, een maal pannekoeken of een
kan melk en wat brood en' centen, 't
Valt dan nog mee, wanneer de wagen
niet te lang in de buurt blijft, maar
gauw weer verder trekt, naar een an
deren „goeien" boer.
Er is een armenzorg uit ware men-
schenliefde en uit gewoonte. Deze phi
lanthropic is er een uit dwang. ,,Ha",
denkt de boer, „zoodra hij een woon
wagen bij zijn werf ziet stilhouden,
„ik ga weer philantropie beoefenenl"
Het ls inderdaad dikwijls niet vei
lig in de open lucht. Daar weten ook
de gewassen en de vruchtboomen
over mee te praten.
In den winter vriest het. Dat is
klaar als de dag. In het voorjaar gaat
dat vriezen 's nachts voort. Nu komt
de boer en zegt„de heele boel zal
me van die nachtvorsten nog bevrie
zen Dat hoort de correspondent van
de krant en schrijft aan zijn blad
„de schade, die de nachtvorsten aan
de gewassen toebrengen, is niet te
overzien. Het staat er bijzonder slecht
voor."-
Nu wordt het Mei en JunL De
nachtvorst begrijpt, dat het mal wordt
om met vriezen door te gaan en trekt
af. 't Gaat regenen. Eerst bij drop
pels, dan bij stralen, ten slotte bij
stroomen. Nu komt de boer en zegt
„van al dat water gaat me de heele
boel aoji 't rotten 1" Dat hoort de cor
respondent van de krant en schrijft
aan zijn blad„de geweldige regens
van de laatste dagen brengen ont
zaglijke schade toe aan de gewassen.
Met groote bezorgdheid ziet men de
toekomst tegemoet."
Daar het evenwel niet ten eeuwigen
dage kan blijven regenen, begint het
hard te waaien. Nu komt de boer en
zegt„al m'n vruchten waaien af, de
takken worden heelemaal kaal en
zwart." Dat hoort de correspondent
van de krant en schrijft aan zijn
blad: „tengevolge van de heftige
stormen van de laatste dagen zal het
beschot van de yruchten uiterst ge
ring zijn. Hooge prijzen zijn te ver
wachten 1"
Evenwel kan ook de hevigste wind
niet voortdurend blijven waaien. De
zon begint te schijnen en het wordt
warm. Nu komt de boer en zegt niets
meer, want hij heeft bet te da-uk met
binnenhalen van den oojzst. En wan
neer de correspondent van de krant
daarlangs komt en de drukte ziet,
schrijft hij aan zijn blad „er komen
handen te kort op het land, het be
schot valt bijzonder mee, wat nog niet
rijp is, belooft een mooie opbrengst.
Voor den vruchtenbouw zijn mooie
contracten gesloten met Engolsche af
nemers."
Zoo gaat het ieder jaar. De boer
moppert, de correspondent jammert,
de krantlezer zucht over de schaarste
en duurte, die te wachten staan. En
op 't eind valt alles weer mee
Ja, het is gevaarlijk bij den weg.
Daar weet de Electrische Spoorweg-
Maatschappij van mee te praten, die
een paar maal, zij het ook buiten de
schuld van de wagenvoerders, onge
lukken heeft gehad op de Amslcrdam-
sclie vaart-
Om die voortaan te beletten, schafte
de directie een fel schijnend electrisch
koplicht aan, zoodat de wagenvoer
der ver vooruit kon zien, of er ook
iemand of iets op de rails staat of
ligt.
Eten uitstekende voorzorg, zou je
donken. Maar dat meenen andere be
stuurders van voertuigen, die langs
de Amsterdamsche Vaart komen, niet.
Die vdnden het licht van de tram nu
weer te fel. Paarden worden er
schichtig van, hoet het en auto's bot
sen tegen palen aan.- Zelfs is er een
plannetje in de maak, om bij den Mi
nister van Waterstaat te requestree-
ren, opdat de E. S. M. dat licht af-
schaffe.
Ook zal er onderzocht warden, of er
na de invoering van het koplicht meer
ongelukken op den straatweg hebben
plaats gehad.
Daarmee hadden de klagers, zou je'
zeggen, dienen te beginnen.
Jammer maar. dat de E. S. M. niet
kan onderzoeken, of er sedert de in
voering van het koplicht ook minder
ongelukken hebben plaats gehad 1
Wat is veel. wat is weinig licht
Begrippen, die zich verplaatsen. Toen
pas de electrische verlichting in onze
hoofdstraten was gekomen, vonden
we die hel verlicht nu, een jaar of
wat later, vinden we ze zoo licht niet
meer, maar wel de aangrenzende
straten donker. Toen pas de acety-
leenlantarens in de mode kwamen#
vond elke wandelaar hun licht hin-
derlijk 6cheltegenwoordig denkt
daarover niemand meer.
Laat Mr. Speijer dus maar reques-
treereu. Voordat er een antwoord op
komt is het allicht een jaartje verder,
paarden en auto's zijn aan het kop
licht gewend en niemand trekt zich de
afwijzende beschikking van den Mi
nister dan meer aan.
De leus is immers méér licht.
Niet minder I
Wat is eerlijkheid
Een deugd.
Juist. Maar in "sommige gévallen'
schijnt ze toch wat anders te wezen.
Een man vindt een armband, dien
hij voor doublé aanziet, hoort van de
politie wie de eigenaar is,brengt den
armband terug, krijgt vijf gulden be
looning en gaat tevreden heen.
'e Avonds leest hij in een adverten
tie, dat de armband van goud was,
gaat naar den eigenaar en zegt, „dat
hij vijf gulden voor een gouden arm
band wat weinig vindt l"
Was deze eerlijkheid nu van goud
of van doublé t
FIDELIO.