verschijnt dagelijks, behalve op Zon» en Feestdagen. NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. i 8L ■«««*-,— FEUILLETON De roofle Pimpernel in Gevaar. éhiltefllandsch Overzidii 27e Jaargang. Ko. 801T ZATERDAG 14 AUGUSTUS 190* AARLEN S DAGBLAD ABONNEMENTEN AADVERT ENT Ni Vnnr Haarlem PBB DB,B a,A*WDBt" B^ia Jfw Van 1—5 regels EO Cts.: iedere regel meer 10 CU. Builen het Arrordi-eenient V^dedmpe.V^^A waar 'een Agit^d i (h om der" Göllustrecrd Zondagsblad, voor Haarlem037 H Redactie en Administratie; Groote Houtstraat de omstreken en franco per post ,0.45 tatefCommanaalTelelooDiininmer der Redactie 600 ee der Administratie 724 Uitgave der VcDEootscbs? Laurens Coster. Directeur 3. PEEREBOOH.tl*!*"' DraÊkerij: Zolder Boltenspaarns 6. Tdefeonnammer 122. Tot de plaatsing van advertentiên en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad Is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnenben Buitenlandsch Advertenlie-Burcau dTyTaLTA, Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. DERDE BLAD. OM ONS HEEN No. 080. Over een plantsoen en een park Ongeveer tien jaar geleden werd door den Raad goedgekeurd een plan van bebouwing van een terrein aan de zuidzijde van de stad, bij den Wa genweg, dat den naam kreeg van bet Wilbelminapark. Op dat bouwplan waren rondom een aantal villa's aangegeven en op het midden een tweetal. Zooals het met parken wel meer gaat, de grondverkoop gang niet al te snel. Vandaar dat de eigenaresse, een maatschappij, besloot om op dat middenterrein een plantsoen aan te leggen, waarmee het genoegen van het wonen in het park belangrijk zou worden vergroot. Natuurlijk werd dat plantsoen ook door da maatschappij onderhouden. Het miste zijn doel niet. Algemeen werd het Wilbelminapark, juist om het plantsoen, een aantrekkelijke buurt gevonden ve len, wien dit financieel paste kwamen er wonen, zoodat het park nu langza merhand is volgebouwd. Al die jaren bleef de maatschappij het plantsoen onderhouden, ledereen dacht niet anders, dan dat het zoo ten eeuwigen dage zou voortduren. Nie mand had meer onthouden, hoe het oorspronkelijke plan van bebouwing in elkander zat, of brak er zich het hoofd mee, wie toch wel zorgde voor het onderhoud van dat plantsoen. Totdat op een oogenblik de maat schappij, thans in liquidatie, besloot om er eens een jaar niets aan te doen. Toen bleek aan de omwonenden, meest allen huurders van de maat schappij, hoe de vork in de steel zat. Om het mooie uitzicht op het plant soen te behouden had deze en gene ex uit zijn eigen zak wel een kleinig heid voor over gehad, maar het ging daarmee als altijdwanneer aan en thousiasme eon geregelde jaarlij ksche bijdrage verbonden ia, raakt de geest drift spoedig uitgebrand- Het onder houd zou dus opnieuw komen ten las te van de maatschappij En deze, de Naamiooze Vennoot schap Hollandsch Grondbe- z i t, voelde daarvoor te minder, om dat zij buiten de f 220, die dat onder houd jaarlijks kostte, aan rente f 552.50 te betalen heeft van een hypo theek groot f 13000, die zij in 1901 op datzelfde middenstuk genomen heeft. Daarbij komt, dat de maatschappij blijkbaar niet in weelde verkeert. Al thans, in haar request aan den ge meenteraad zegt zij letterlijk „dat de middelen der Vennootschap haar niet langer toelaten, haar financieel be lang bij verkoop van dat terrein te laten varen." Vandaar, dat zij dus, om bet karak ter van het park behouden te doen blijven, ook in het belang van de ge meente, verzoekt dat de gemeente het plantsoen voor een zekere som zal overnemen, of wel in ruil geven een stuk gemeentegrond van gelijke waarde. Uit een kort bericht in een vorig nummer hebben onze lezers verno men, dat B. en W. adviseeren dat verzoek af te wijzen. „De eigenaars en de bewoners van genoemd park", zoo zegt het College, „hebben in de eerste plaats belang bij het behoud van het plantsoen en het offer, door de gemeente te brengen om het plant soen in het park als zoodanig te be houden, is te groot. Kon worden ver kregen, dat het plantsoen kosteloos aan de gemeente werd overgedragen, dan zouden door de gemeente de kos ten van onderhoud voor hare reke ning kunnen worden genomen." Het ligt voor de hand, dat ook de bewoners een duit in 't zakje hebben gedaan. Zij hebben namelijk even eens bij de gemeente gerequestreerd en, naar mijn bescheiden meening, niet heel gelukkiig. Er op wijzende, dat wanneer het plantsoen voor bouw terrein mocht worden verkocht, de te genwoordige bewoners geen nieuw huurcontract meer zullen aangaan, en de perceelen dan door een ander soort menschen zullen worden be trokken, die minder in de belastin gen zullen bijdragen, verklaren zij tevens „dat door de eigenaardige ligging „onzer gemeente, het den bewoners „zeer gemakkelijk gemaakt wordt, „deze te verlaten en in naburige „gemeente te huren, waar zoo goed „ais geen belasting geheven wordt." En waar ook een mooi plantsoen voor de deur ligt Dit argument lijkt mij bijster onge lukkig verzonnen. „Als je 't niet doet, gaan we de ge meente ruit 1" Wanneer er eeni ge kans was, dat B. en W. gunstig op het verzoek van de maatschappij zouden adviseeren, dan hebben de bewoners in hun re quest die kans tot nul gemaakt- Voor zulke dreigementen kan een gemeentebestuur niet zwichten. Het kan daarop hoogstens antwoorden „Welnu, gaat dan I" Maar het handelt veel waardiger door, zooals B. en W. van Haarlem doen, het geheele argument stilzwij gend voorbij te gaan. Het zou inderdaad een fraaie histo rie worden, wanneer ingezetenen, die aan de gemeente iets verzoeken, dat aandikten met een dreigement om an ders te vertrekken. „Gemeenteraad, geef mij kleine steentjes voor mijn deur of ik ga buiten wonen neem die telefoonpaal voor mijn deur weg, of ik verhuis; verleen mij vergunning voor dit of dat, of ik ga de grens over Wol brengt de nabijheid aan goed- koope buitengemeenten Haarlem in moeilijkheid, maar al ware die nog tienmaal grooter, een gemeentebe stuur mag zich op deze manier niet laten intimideenen. Maar nu de zaak zelf. Hoe is het mogelijk, vraagt men allicht, dat de gemeenteraad een bouwplan heeft kunnen goedkeuren Yoor een park, waarbij het middengedeelte niet voor plantsoen werd gereserveerd, maar voor bouwterrein bestemd. Daarmee toch ging iedere waarborg, dat het een park zou blijven, op den duur verloren. Achteraf is deze critiek natuurlijk wel gemakkelijk. Het bouwplan zal wel, ook wanneer bet middenterrein bebouwd werd, aan de toen gelden de voorschriften hebben voldaan. Na derhand pas is door de woningwet aan de gemeenten grootere macht ge geven, die trouwens zooals wij in de quoestie van het bouwverbod aan de Amsterdamscha vaart gezien heb ben ook nu nog vrij beperkt is. In elk geval baat het nu niet meer om na te gaan, wat de gemeente had kunnen doen. De vraag ishoe staat zij nu tegenover de zaak En dan mo ge het waar wezen, dat de gemeente belang heeft bij het ongerept behoud van het inderdaad sierlijke park, veel grooter en in teder geval directer is het belang dat voor Hollandsch Grondbezit daarmee gemoeid is. Ik kan mij volkomen goed begrijpen, dat zoodra het plantsoen bebouwd wordt, de tegenwoordige huurders een woonplaats zullen opzoeken, die meer naar hun smaak is. het zij dan in of buiten Haarlem, dat daarmee de huishuur belangrijk zal dalen en dat dus de Maatschappij belangrijke schade zal lijden. Een schade, waar tegen het voordeel van den verkoop van het middenterrein niet zal opwe gen. Aangenomen al, dat die verkoop mogelijk is, want wie zal villa's dur- ven zetten midden in een park, dat dan geen park meer wezen zal Bovendien is Hollandsch Grondbezit bijna de eenig be langhebbende. Ik heb geen anderen riaam van eigenaar hooren noemen, dan dien van de Utrechtsche Hypo theekbank, die indertijd genoodzaakt is geweest, er twee perceelen in te koopen. Overigens zijn alle huizen verhuurd. Waardevermindeilng door wegneming van het plantsoen komt dus bijna geheel op Hollandsch Grondbezit neer. Ik kan mij dan ook levendig begrijpen, dat zooals de Maats, in haar request meedeelt, „de bebouwing van meergemeld midden terrein telkenmale werd uitgesteld" wie snijdt nu graag in zijn eigen vinger Mocht er evenwel onder de leden van den gemeenteraad iemand gevon den worden, die meent, dat ook het belang van de gemeente bij voortdu ring van den besta anden toestand in cijfers om te zetten is, dan zal dit cij fer niet bijzonder hoog behoeven te Naar het Engelsch, door Baronos Orczy. Op dit oogenblik, nu iedereen was heengegaan, nu de laatste der gas ten de voorgeschreven buiging voor haar gemaakt had, die zij onveran derlijk met hetzelfde air van gemak kelijke zelfbeheersching beantwoord de, nu eindelijk voelde zij zich vrij, om zich aan haar gedachten over te geven, om toe te geven aan de weelde van haar eigen onrust, recht in het gelaat te zien. Sir Andrew Ffoulkes was de laatste geweest, die heenging, en Percy was met hem tot de tuinpoort gewandeld, want Lady Ffoulkes was wat eerder in haar rijtuig vertrokken, en Sir An drew was van plan naar zijn huis te wandelen, dat maar eenige meters van Blakeney Manor aflag. In weerwil van zichzelf voelde Mar guerite iets aLs jaloezie, wanneer zij aan dit pas getrouwde jonge paar dacht. De menschen glimlachten even a!s de naam van Sir Andrew Ffoulkes genoemd werdsommigen noemden hem verwijfd, anderen overdreven verliefd, zijn innige aanhankelijkheid aan zijn mooi vrouwtje ging volgens hen de grenzen der vormen te buiten. Zeker is, dat de jonge man na zijn hu welijk zeer veranderd was. Zijn lief de voor sport en avonturen scheen geheel gestorven te zijn, terwijl hij blijkbaar toegaf aan de groote, alles overheerschende liefde, die voor zijn jonge vrouw. Suzanne maakte zich zenuwachtig over de veiligheid van haar echtge noot. Zij had genoeg invloed op hem, om hem thuis te houden, als andere leden van den dapperen, kleinen Bond van den Rooden Pimpernel hun leider ruet gioeienden ijver volgden naar een of ander stoutmoedig avon tuur. Ook. Marguéi-ito had eerst vriende lijk toegevend geglimlacht als Suzan ne Ffoulkes met haar groote oogen vol tranen, al haar overredingskracht had aangewend om Sir Andrew thuis te houden. Maar den laatsten tijd had zich bij een lichte minachting voor den zwakkeren man een half erkend gevoel van jaloezie gevoegd. lloe geheel anders was het tusschen haai- en haar echtgenoot. Percy beminde haar oprecht en met een kracht zooals men alleen van een dergelijke, merkwaardige persoonlijk heid kon verwachten. Maar toch had zij altijd een gevoel alsof hij zichzelf en zijn aandoenin gen in bedwang hield, alsof zijn lief de, alsof zij, Marguérite, zijn vrouw, maar een tweede plaats in zijn leven Innamen alsof haar angsten, haar verdriet als hij haar verliet, haar vrees voor zijn veiligheid, maar klei nigheden waren in het groote boek des levens, dat hij voor zichzelf ge schreven had. Dan zou zij zichzelf hebben kunnen haten, om die gedachtenhot was of zij aan hem twijfelde. Was er één man die zoo een vrouw beminde, vroeg zij zich af, als Percy haar liefhad? Hij was moeilijk te begrijpen, en mis schien o 1 dat was oo'n pijnlijk „misschien" misschien hing er er gens in zijn geest nog eenig wantrou wen tegenover liaar. Zij had hem eens verraden onbewust, dat is waar I Was hij bang, dat zij 't weer zou doen En dezen nacht, nu haar gaston ver trokken waren, wierp zij de groote glazen deuren open, die toegang ga ven tot het mooie terras, met zijn marmeren trappen, die naar beneden leidden tot aan de koele rivier. Alles scheen nu zoo kalm en stil de geur van de héliotrope vervul- zijn. Adressanten verklaren, dat iede re gedachte aan winstbejag hunner zijds is uitgesloten, waaruit men zou kunnen opmaken, dat zij het terrein voor de som, die er als hypotheek op gevestigd is, willen afstaan. Ik heb goede reden om te veronderstellen, dat zij hun verwachtingen lang zoo hoog niet spannen en dat een lager bedrag hun ook welkom wezen zou. Of voor een dergelijk voorstel een meerderheid in den Raad te vinden zal zijn, is een andere Yraag. J. C. P. DE STAKINGSBEWEGING IN ZWEDEN. Er komt niet veel verandering in den toestand. Op sommige plaatsen geven enkele stakers den strijd op, maar elders wordt het leger strijders weer met nieuwe krachten aangevuld. Het getal stakers bedraagt dus altijd nog tusschen de 250.000 en 300.000 volgens een telling van 't arbeiders- seoretariaat precies 285.762. Opmerkelijk is. dat de strijd zoo uiterst kalm gevoerd wordt. Orde verstoringen van eenige beteekenis hebben nog niet plaats gehad en blij ken voorloopig ook nog niet te ver wachten. Dit onderscheidt de bewe ging gunstig van de Fransche onder neming van enkele maanden geleden. In Zweden dringen de leiders der sta king algemeen aan op kalmte, en de regeering, inzonderheid ook de poli tie, doet ook alles om botsingen te voorkomen. Deze kalmte typeert juist den ernst van den strijd. Wie zal het winnen De arbeiders hebben nog goeden moed. Wel moet het hen tegenvallen, dat de staking nief algemeen is. Men is er niet in geslaagd zelfs één tak van openbaren dienst geheel stil te zetten. Er rijden nog steeds voldoen de treinen, om aan de eischen van 't in deze omstandigheden natuurlijk gedaalde vervoer te voldoen de tramdiensten worden overal, zij liet dan ook weer beperkt, volgehouden de couranten verschijnen nog, al is liet form aai, bij enkele wat ingekrom pen enz. 't Is waar. dit resultaat wordt slechts met, vee1 inspanning verkregen. In genieurs doen b.v. dienst als... tram wagenvoerders. Journalisten moeten hun eigen kopij zetten, en het *s voor gekomen, dat een hoofdredacteur de rotatie-pers liet loopen. Zal de stakingsbeweging nog groo ter omvang krijgen Dit is voor heden de belangrijke vraag. Van veel belang is. dat de postbeambten en telegrafisten bij stemming besloten hebben, niet aan de staking mee te doen. Een eigen aardig verschil weer met Frankrijk, waar de postiers in deze „haantje de voorste' waren Ook de spoorweg arbeiders, die nog werken, zijn aan het stemmen gegaan. Deze uitslag is nog niet bekend. Nog dreigender ia de staking der veldarbeiders, die volgens de belich ten elk oogenblik kan afgekondigd worden. De oogst moet weldra bin nengehaald worden en als de wer kers dar. weigeren daaraan te helpen, Ls oen mislukking te vreezen. Wat dat beteeke-nt begrijpt elk. De vrijwil ligers uit do steden, die zich hebben aangemeld, voor hét geval er ge staakt wordt studenten en profes soren zijn er bij zouden het kwaad maar weinig verhelpen. Algemeen wordt in de pers tegen deze staking der veldarbeiders gepro testeerd Luister b.v. wat liet groote liberale blad „Göteborgs Handels- 'och Sjofarts Tidning" schrijft „Vroeger, als er oorlog in de wereld was, verwoestte en verbrandde men het gewas te velde, maar dat oorlogs- gebruik is sedert lang als barbaarsch ;even. Wanneer nu de oogststa- jpgeg' ting c op het tapy't komt, en onder voorbereiding schijnt als een deel van de groote staking, voor zoover ze na melijk uit te voeren ls, wat is dat dan anders dan liet oude verwoesten van den oogst op den akker over gebracht op het maatschappelijke slagveld van tegenwoordig I" T GESCHIL OM KRETA. Uit den Balkan komt weinig opge wekt nieuws De Turksche ministers sch"nei wel bijzonder beinvloed te worden door de onderdanen, die hun van ouds bloeddorstige natuur weer eens willen laten heorschen. Wanneer Turkije geheel de vrije hand had Maar neen I gelukkig hebben de Eu- ropeesche mogendheden in de Kre tenzer aangelegenheden óók nog iets te vertellen. Ook is nog een lichtstraaltje, dat de Ivreta-bevolking zich wil laten leiden door den raad der vier beschermende mogendheden. Deze hebben, naar men zich herinnerd, in overweging gege ven, de Grieksclie vlag van 't eiland weer neer te halen. Daaraan zij 't dan ook met tegenzin 1 zullen de Kretenzers voldoen. Ze willen natuur lijk do sympathie der mogendheden behouden en vreezen vooraf een nieu we bezetting door E ui-opoesche troe pen. Maar... al wappert de Grieksche vlag niet meer van Kreta, in het hart der bevolking leeft nog ongestoord 't Grieksche ideaal. Met het neerhalen der vlag is de Kretenzer quoestie dan ook in het minst nog niet opgelost. Het is alleen een klein bewijsje, dat de eiland-be woners nog wel naar verstandigen raad willen luisteren. Kan dit ook van de Turken gezegd worden De vermaning der mogendheden, om geen oorlogszuchtige politiek te drijven, heeft blijkbaar niet veel ge holpen. want nu heeft Turkije bijna zijn geheele vloot naar de Kretenser wateren gezonden. Toch laten we de hoop op eene vreedzame oplossing nog niet varen I Hoop verloten, al verloren DE DARDANELLEN-QUAESTIE. Wel, dat is natuurlijk Wanneer ar iets in den Balkan broeit, komt Rusland met de oude Dardanellen-quaest'e op de proppen. Het zal zelfs ditmaal niet eens bij een bespreking blijven, maar Rus land zal een gedeelte der Zwarte Zee- vloot de Dardanellen laten doorstoo- men, om den Tsaar op z'n reis naar Italië te vergezellen. Dit mag Rus land niet, want geen oorlogsschepen mogen de Dardanellen passoeren. ls het nu de bedoeling van Rusland om een conflict uit te lokken En dat, terwijl hij in het belang van den vrede een bezoek aan Italië gaat bren gen. Dat kunnen we toch niet geloo- ven 1 T SPAANSCHE AVONTUUR IN MAROKKO. Op een der laatste dagen is weer eens flink gevochten. Een batterij snelvuurgeschut der Spanjaarden slaagde er in, een huis te vernielen, dat vol Mooren was, waarna zij een loopgraaf in brand schoot, zoodat nog een groot aantal vijanden hier den dood vondon. De Spaansche kapitein, die met den kabel-ballon was opgestegen, wees de richting, door do vluchtelingen ge nomen, aan de batterij van bet fort C&mellos aan. die hen met mitrail- leuso-vuur vreesdijk bestookte. Het fort Sidi-Guariach schoot te gen den avond met 9 c.M. geschut op den observatiepost, door -Je Mooren bij Mesquita opgericht, en schoot dien in puiu bijna alle Riffbewoners, d>e er zich in bevonden, werden gedood. Uit deze en vorige berichten blijkt, dat de Spanjaarden dus wat op dreef komen en nu op hun beurt eens wat gaan aanvallen. De groote, wellicht tevens de beslis sende slag, moet evenwel nog komen. Uit het bevel aan de geheele Spaan sche vloot om naar Melilla te ver trekken, mag zeker wel worden afge leid, dat de Spaansche regeering nu voornemens is mot verdubbelde kracht tegen de Riff-kabylen op te treden. Ook te Melilla zijn toebereid selen gemaakt voor een krachtig doorgezette© strijd. Bij Resl'nga (Mar Chica) is een groot proviand-magazijn ingericht, waar ten behoeve van het operatie-leger steens 200.0Ü0 rantsoe non ia voorraad zullen worden ge houden. Er is een tweede locomotief voor don bergspoorweg aangekomen, en cr zijn vele kameélen aangeschaft voor de overbrenging van levensmid delen en munitie. ENGELAND EN DE HEILIGE STOEL. Naar de „Globe" meldt, gaat te Rome het gerucht, dat het voor-nemen bestaat de diplomatieke betrekkingen tusschen het Britsche hof en den Paus te herstellen. Zonder zich over de juistheid van dit gerucht uit te lateu, verklaarde een hooggeplaatst ambtenaar van het staatssecretariaat van den H. Stoel, dat de Paus het herstel van deze betrekkingen gaarne zou zien. Indien Engeland een gezanl naar het Vatikaan zendt, zou de Paus een delegaat naar Londen zenden mei een soortgelijke opdracht als mgr. Falcon! te Washington heeft. DE CRISIS IN DENEMARKEN Nadat graaf IIolstein-Ledzeborg aan de-t koning de verklaringen van de parlementaire partijleiders had overgelegd, nam de vorst bedenktijd tot Dinsdag. HET VF.REENIGD ZUID-AFRIKA. De prins van Wales heeft er iu toe gestemd een bezoek te brengen aan de Zuid-Afrikaansche koloniën en het eerste parlement der Zuid-Afrikaan- sche Unie in den zomer van 1910 te openen Waarschijnlijk zal de prinses don prins op deze reis vergezellen. AmstenLmsche Koat. CCXCVL Dat Amsterdam in Augustus bar ver velend is, den laatsten dag der maand buiten rekenÏDg gelaten, behoef ik u eigenlijk niet te vertellen. Men voelt er zich dan als een schooljongen na vieren, die school moet blijven, wel te verstaan. De eenige emotie, die je hier opdoet Ls een kerkhof-senti ment. Maar een kerkhof is meer lief lijker, zacht-levender van groen en berustend boomgeruisch. Daaruit is wel af te leiden, dat het in Amster dam niet pleizierig is. De stad heeft eenisgzins hei aanzien, dat Athene moet hebben gehad toen de Perzen of Moskou toen de Franscben or bin nentrokken. De Amsterdammers, de menschen die meetellen op ee- nigerlei gebied ten minste, zijD de het koele nachtwindjehet regel matig ruischen van de rivier klonk zachtjes tot hier door, en van verre klonk het melancholieke geschreeuw van een nachtvogel, die op roof uit was. Die kreet deed Marguérite beven haar gedachten vlogen terug naar hetgeen dien avond gebeurd was en naar Chauvelin, de donkere roofvo gel, met zijn geheimzinnige, moord dadige plannen, zijn fijn uitgedachte intrigues, die alle ten doel hadden de vernietiging van een manzijn vij and, den echtgenoot dien Marguérite beminde. O hoe haatte zij die wilde avontu ren, die Percy van haar zijde wegna men. Is een vrouw, die liefheeft hetzij dan echtgenoot of kind niet het zelfzuchtigste, bet wreedste schep sel in de wereld daar, waar de vei ligheid en het weizijn van hem, dien zij liefheeft "in reclitstreekscha botsing komt met de vedligheid en het welzijn van anderen. Zij zou vol vreugde haar oogen ge sloten hebben voor al het afschuwelij ke, dat in Frankrijk plaats greep zij zou niet geweten hebben* wat in Pa rijs gebeurdezij wilde haar echtge noot voor zich hebben I En toch zag zij hem van maand tot maand, met slechts korte tusschenpoozen, telkens zijn kostbaar leven wagen, dat voor haar onmisbaar was, voor anderen voor anderenaltijd voor anderen En zij Zij 1 Marguérite, zijn vrouw was machteloos om hem terug te hou den Machteloos om hem aan haar zijde te houden, als die hartstocht hem weer had aangegrepen, om een dier zendingen te volbrengen, waar van zjj altijd vreesde, dat hij eens niet levend zou terugkeerenen dat, hoewel zij alle edele kunstmiddelen, alle zachte drang gebruikte, waartoe een liefhebbende en mooie vrouw in staat is. Op zulke oogenblikkon was haar eigen trotsch hart vervuld van haat en afgunst tegenover alles, dat hem van haar wegnam en dezen nacht schenen al dié hartstochtelijke ge waarwordingen, die zij voelde dat harer zoowel als zijnor geheel on waardig waren, woester dan ooit in haar ziel rond te spoken. Zij verLangde er naar, zich in zitn armen te werpen, zijn liefhebbend hart al-les toe te fluisteren, wat zij leed en nog eens weer een zacht be roep te doen op zijn liefde. En zoo wandelde zij Instinctmatig langs het terras naar het meer afge legen deel van den tuin, dat juist bo ven den rivieroever lag, waar zij zoo dikwijls met hem hand in hand had gewandeld in do wittebroodsweken van hun liefde. Groote struiken pioenrozen groei den hier in overdadige kleurenprucht en late lelies vervulden de lucht met haar doordringenden geur, terwijl groote massa's Egyptische madelief jes in de duisternis spookachtige vor men aannamen. Zij dacht, dat Percy spoedig dezen kant zou uitkomen. Ofschoon het laat was, wist zij, dat hij niet naar bed zou gaan. Na de gebeurtenissen van dezen nacht, zou zijn alles overheer schende hartstocht hem gevangen houden. Zij ook, voelde zich klaar wakker en onvermoeidtoen zij het eenzame pad langs de rivier bereikte, keek zij liet vol verwachting langs en luister de naar eenig geluid. Daar scheen zij bovwm het zachte ruischen van het water uit een ritse len en het knarsen van het fijne kie zelzand onder behoedzaam neergezet te voetstappen te hooren. Zij wachtte even. Dé voetstappen schenen nader bij te komen, en spoedig, ofschoon de nacht donker was, bemerkte zij een gestalte in mantel en muts, die be hoedzaam naderbij kwam. Wie is dat riep zij plotseling. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 9