verschijnt dagelijks, behalve op Zon» en Feestdagen.
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
i 8L ■«««*-,—
FEUILLETON
De roofle Pimpernel
in Gevaar.
éhiltefllandsch Overzidii
27e Jaargang. Ko. 801T
ZATERDAG 14 AUGUSTUS 190*
AARLEN S DAGBLAD
ABONNEMENTEN AADVERT ENT Ni
Vnnr Haarlem PBB DB,B a,A*WDBt" B^ia Jfw Van 1—5 regels EO Cts.: iedere regel meer 10 CU. Builen het Arrordi-eenient
V^dedmpe.V^^A waar 'een Agit^d i (h om der"
Göllustrecrd Zondagsblad, voor Haarlem037 H Redactie en Administratie; Groote Houtstraat
de omstreken en franco per post ,0.45 tatefCommanaalTelelooDiininmer der Redactie 600 ee der Administratie 724
Uitgave der VcDEootscbs? Laurens Coster. Directeur 3. PEEREBOOH.tl*!*"' DraÊkerij: Zolder Boltenspaarns 6. Tdefeonnammer 122.
Tot de plaatsing van advertentiên en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad Is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnenben Buitenlandsch Advertenlie-Burcau dTyTaLTA,
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
DERDE BLAD.
OM ONS HEEN
No. 080.
Over een plantsoen en een park
Ongeveer tien jaar geleden werd
door den Raad goedgekeurd een plan
van bebouwing van een terrein aan
de zuidzijde van de stad, bij den Wa
genweg, dat den naam kreeg van bet
Wilbelminapark.
Op dat bouwplan waren rondom
een aantal villa's aangegeven en op
het midden een tweetal.
Zooals het met parken wel meer
gaat, de grondverkoop gang niet al
te snel. Vandaar dat de eigenaresse,
een maatschappij, besloot om op dat
middenterrein een plantsoen aan te
leggen, waarmee het genoegen van
het wonen in het park belangrijk zou
worden vergroot. Natuurlijk werd dat
plantsoen ook door da maatschappij
onderhouden. Het miste zijn doel niet.
Algemeen werd het Wilbelminapark,
juist om het plantsoen, een
aantrekkelijke buurt gevonden ve
len, wien dit financieel paste kwamen
er wonen, zoodat het park nu langza
merhand is volgebouwd.
Al die jaren bleef de maatschappij
het plantsoen onderhouden, ledereen
dacht niet anders, dan dat het zoo ten
eeuwigen dage zou voortduren. Nie
mand had meer onthouden, hoe het
oorspronkelijke plan van bebouwing
in elkander zat, of brak er zich het
hoofd mee, wie toch wel zorgde voor
het onderhoud van dat plantsoen.
Totdat op een oogenblik de maat
schappij, thans in liquidatie, besloot
om er eens een jaar niets aan te doen.
Toen bleek aan de omwonenden,
meest allen huurders van de maat
schappij, hoe de vork in de steel zat.
Om het mooie uitzicht op het plant
soen te behouden had deze en gene
ex uit zijn eigen zak wel een kleinig
heid voor over gehad, maar het ging
daarmee als altijdwanneer aan en
thousiasme eon geregelde jaarlij ksche
bijdrage verbonden ia, raakt de geest
drift spoedig uitgebrand- Het onder
houd zou dus opnieuw komen ten las
te van de maatschappij
En deze, de Naamiooze Vennoot
schap Hollandsch Grondbe-
z i t, voelde daarvoor te minder, om
dat zij buiten de f 220, die dat onder
houd jaarlijks kostte, aan rente
f 552.50 te betalen heeft van een hypo
theek groot f 13000, die zij in 1901 op
datzelfde middenstuk genomen heeft.
Daarbij komt, dat de maatschappij
blijkbaar niet in weelde verkeert. Al
thans, in haar request aan den ge
meenteraad zegt zij letterlijk „dat de
middelen der Vennootschap haar niet
langer toelaten, haar financieel be
lang bij verkoop van dat terrein te
laten varen."
Vandaar, dat zij dus, om bet karak
ter van het park behouden te doen
blijven, ook in het belang van de ge
meente, verzoekt dat de gemeente het
plantsoen voor een zekere som zal
overnemen, of wel in ruil geven een
stuk gemeentegrond van gelijke
waarde.
Uit een kort bericht in een vorig
nummer hebben onze lezers verno
men, dat B. en W. adviseeren dat
verzoek af te wijzen. „De eigenaars
en de bewoners van genoemd park",
zoo zegt het College, „hebben in de
eerste plaats belang bij het behoud
van het plantsoen en het offer, door
de gemeente te brengen om het plant
soen in het park als zoodanig te be
houden, is te groot. Kon worden ver
kregen, dat het plantsoen kosteloos
aan de gemeente werd overgedragen,
dan zouden door de gemeente de kos
ten van onderhoud voor hare reke
ning kunnen worden genomen."
Het ligt voor de hand, dat ook de
bewoners een duit in 't zakje hebben
gedaan. Zij hebben namelijk even
eens bij de gemeente gerequestreerd
en, naar mijn bescheiden meening,
niet heel gelukkiig. Er op wijzende,
dat wanneer het plantsoen voor bouw
terrein mocht worden verkocht, de te
genwoordige bewoners geen nieuw
huurcontract meer zullen aangaan,
en de perceelen dan door een ander
soort menschen zullen worden be
trokken, die minder in de belastin
gen zullen bijdragen, verklaren zij
tevens
„dat door de eigenaardige ligging
„onzer gemeente, het den bewoners
„zeer gemakkelijk gemaakt wordt,
„deze te verlaten en in naburige
„gemeente te huren, waar zoo goed
„ais geen belasting geheven wordt."
En waar ook een mooi plantsoen
voor de deur ligt
Dit argument lijkt mij bijster onge
lukkig verzonnen.
„Als je 't niet doet, gaan we de ge
meente ruit 1"
Wanneer er eeni ge kans was, dat
B. en W. gunstig op het verzoek van
de maatschappij zouden adviseeren,
dan hebben de bewoners in hun re
quest die kans tot nul gemaakt-
Voor zulke dreigementen kan een
gemeentebestuur niet zwichten. Het
kan daarop hoogstens antwoorden
„Welnu, gaat dan I"
Maar het handelt veel waardiger
door, zooals B. en W. van Haarlem
doen, het geheele argument stilzwij
gend voorbij te gaan.
Het zou inderdaad een fraaie histo
rie worden, wanneer ingezetenen, die
aan de gemeente iets verzoeken, dat
aandikten met een dreigement om an
ders te vertrekken. „Gemeenteraad,
geef mij kleine steentjes voor mijn
deur of ik ga buiten wonen neem die
telefoonpaal voor mijn deur weg, of
ik verhuis; verleen mij vergunning
voor dit of dat, of ik ga de grens
over
Wol brengt de nabijheid aan goed-
koope buitengemeenten Haarlem in
moeilijkheid, maar al ware die nog
tienmaal grooter, een gemeentebe
stuur mag zich op deze manier niet
laten intimideenen.
Maar nu de zaak zelf. Hoe is het
mogelijk, vraagt men allicht, dat de
gemeenteraad een bouwplan heeft
kunnen goedkeuren Yoor een park,
waarbij het middengedeelte niet voor
plantsoen werd gereserveerd, maar
voor bouwterrein bestemd. Daarmee
toch ging iedere waarborg, dat het
een park zou blijven, op den duur
verloren.
Achteraf is deze critiek natuurlijk
wel gemakkelijk. Het bouwplan zal
wel, ook wanneer bet middenterrein
bebouwd werd, aan de toen gelden
de voorschriften hebben voldaan. Na
derhand pas is door de woningwet
aan de gemeenten grootere macht ge
geven, die trouwens zooals wij in
de quoestie van het bouwverbod aan
de Amsterdamscha vaart gezien heb
ben ook nu nog vrij beperkt is.
In elk geval baat het nu niet meer
om na te gaan, wat de gemeente had
kunnen doen. De vraag ishoe staat
zij nu tegenover de zaak En dan mo
ge het waar wezen, dat de gemeente
belang heeft bij het ongerept behoud
van het inderdaad sierlijke park, veel
grooter en in teder geval directer is
het belang dat voor Hollandsch
Grondbezit daarmee gemoeid is.
Ik kan mij volkomen goed begrijpen,
dat zoodra het plantsoen bebouwd
wordt, de tegenwoordige huurders
een woonplaats zullen opzoeken, die
meer naar hun smaak is. het zij dan
in of buiten Haarlem, dat daarmee
de huishuur belangrijk zal dalen en
dat dus de Maatschappij belangrijke
schade zal lijden. Een schade, waar
tegen het voordeel van den verkoop
van het middenterrein niet zal opwe
gen.
Aangenomen al, dat die verkoop
mogelijk is, want wie zal villa's dur-
ven zetten midden in een park, dat
dan geen park meer wezen zal
Bovendien is Hollandsch
Grondbezit bijna de eenig be
langhebbende. Ik heb geen anderen
riaam van eigenaar hooren noemen,
dan dien van de Utrechtsche Hypo
theekbank, die indertijd genoodzaakt
is geweest, er twee perceelen in te
koopen. Overigens zijn alle huizen
verhuurd. Waardevermindeilng door
wegneming van het plantsoen komt
dus bijna geheel op Hollandsch
Grondbezit neer. Ik kan mij dan
ook levendig begrijpen, dat zooals de
Maats, in haar request meedeelt, „de
bebouwing van meergemeld midden
terrein telkenmale werd uitgesteld"
wie snijdt nu graag in zijn eigen
vinger
Mocht er evenwel onder de leden
van den gemeenteraad iemand gevon
den worden, die meent, dat ook het
belang van de gemeente bij voortdu
ring van den besta anden toestand in
cijfers om te zetten is, dan zal dit cij
fer niet bijzonder hoog behoeven te
Naar het Engelsch, door
Baronos Orczy.
Op dit oogenblik, nu iedereen was
heengegaan, nu de laatste der gas
ten de voorgeschreven buiging voor
haar gemaakt had, die zij onveran
derlijk met hetzelfde air van gemak
kelijke zelfbeheersching beantwoord
de, nu eindelijk voelde zij zich vrij,
om zich aan haar gedachten over te
geven, om toe te geven aan de weelde
van haar eigen onrust, recht in het
gelaat te zien.
Sir Andrew Ffoulkes was de laatste
geweest, die heenging, en Percy was
met hem tot de tuinpoort gewandeld,
want Lady Ffoulkes was wat eerder
in haar rijtuig vertrokken, en Sir An
drew was van plan naar zijn huis te
wandelen, dat maar eenige meters
van Blakeney Manor aflag.
In weerwil van zichzelf voelde Mar
guerite iets aLs jaloezie, wanneer zij
aan dit pas getrouwde jonge paar
dacht. De menschen glimlachten even
a!s de naam van Sir Andrew Ffoulkes
genoemd werdsommigen noemden
hem verwijfd, anderen overdreven
verliefd, zijn innige aanhankelijkheid
aan zijn mooi vrouwtje ging volgens
hen de grenzen der vormen te buiten.
Zeker is, dat de jonge man na zijn hu
welijk zeer veranderd was. Zijn lief
de voor sport en avonturen scheen
geheel gestorven te zijn, terwijl hij
blijkbaar toegaf aan de groote, alles
overheerschende liefde, die voor zijn
jonge vrouw.
Suzanne maakte zich zenuwachtig
over de veiligheid van haar echtge
noot. Zij had genoeg invloed op hem,
om hem thuis te houden, als andere
leden van den dapperen, kleinen
Bond van den Rooden Pimpernel hun
leider ruet gioeienden ijver volgden
naar een of ander stoutmoedig avon
tuur.
Ook. Marguéi-ito had eerst vriende
lijk toegevend geglimlacht als Suzan
ne Ffoulkes met haar groote oogen
vol tranen, al haar overredingskracht
had aangewend om Sir Andrew thuis
te houden. Maar den laatsten tijd had
zich bij een lichte minachting voor
den zwakkeren man een half erkend
gevoel van jaloezie gevoegd.
lloe geheel anders was het tusschen
haai- en haar echtgenoot.
Percy beminde haar oprecht en met
een kracht zooals men alleen van een
dergelijke, merkwaardige persoonlijk
heid kon verwachten.
Maar toch had zij altijd een gevoel
alsof hij zichzelf en zijn aandoenin
gen in bedwang hield, alsof zijn lief
de, alsof zij, Marguérite, zijn vrouw,
maar een tweede plaats in zijn leven
Innamen alsof haar angsten, haar
verdriet als hij haar verliet, haar
vrees voor zijn veiligheid, maar klei
nigheden waren in het groote boek
des levens, dat hij voor zichzelf ge
schreven had.
Dan zou zij zichzelf hebben kunnen
haten, om die gedachtenhot was of
zij aan hem twijfelde. Was er één man
die zoo een vrouw beminde, vroeg zij
zich af, als Percy haar liefhad? Hij
was moeilijk te begrijpen, en mis
schien o 1 dat was oo'n pijnlijk
„misschien" misschien hing er er
gens in zijn geest nog eenig wantrou
wen tegenover liaar. Zij had hem eens
verraden onbewust, dat is waar I
Was hij bang, dat zij 't weer zou
doen
En dezen nacht, nu haar gaston ver
trokken waren, wierp zij de groote
glazen deuren open, die toegang ga
ven tot het mooie terras, met zijn
marmeren trappen, die naar beneden
leidden tot aan de koele rivier.
Alles scheen nu zoo kalm en stil
de geur van de héliotrope vervul-
zijn. Adressanten verklaren, dat iede
re gedachte aan winstbejag hunner
zijds is uitgesloten, waaruit men zou
kunnen opmaken, dat zij het terrein
voor de som, die er als hypotheek op
gevestigd is, willen afstaan. Ik heb
goede reden om te veronderstellen,
dat zij hun verwachtingen lang zoo
hoog niet spannen en dat een lager
bedrag hun ook welkom wezen zou.
Of voor een dergelijk voorstel een
meerderheid in den Raad te vinden
zal zijn, is een andere Yraag.
J. C. P.
DE STAKINGSBEWEGING IN
ZWEDEN.
Er komt niet veel verandering in
den toestand. Op sommige plaatsen
geven enkele stakers den strijd op,
maar elders wordt het leger strijders
weer met nieuwe krachten aangevuld.
Het getal stakers bedraagt dus altijd
nog tusschen de 250.000 en 300.000
volgens een telling van 't arbeiders-
seoretariaat precies 285.762.
Opmerkelijk is. dat de strijd zoo
uiterst kalm gevoerd wordt. Orde
verstoringen van eenige beteekenis
hebben nog niet plaats gehad en blij
ken voorloopig ook nog niet te ver
wachten. Dit onderscheidt de bewe
ging gunstig van de Fransche onder
neming van enkele maanden geleden.
In Zweden dringen de leiders der sta
king algemeen aan op kalmte, en de
regeering, inzonderheid ook de poli
tie, doet ook alles om botsingen te
voorkomen.
Deze kalmte typeert juist den ernst
van den strijd.
Wie zal het winnen
De arbeiders hebben nog goeden
moed. Wel moet het hen tegenvallen,
dat de staking nief algemeen is. Men
is er niet in geslaagd zelfs één tak
van openbaren dienst geheel stil te
zetten. Er rijden nog steeds voldoen
de treinen, om aan de eischen van 't
in deze omstandigheden natuurlijk
gedaalde vervoer te voldoen de
tramdiensten worden overal, zij liet
dan ook weer beperkt, volgehouden
de couranten verschijnen nog, al is
liet form aai, bij enkele wat ingekrom
pen enz.
't Is waar. dit resultaat wordt slechts
met, vee1 inspanning verkregen. In
genieurs doen b.v. dienst als... tram
wagenvoerders. Journalisten moeten
hun eigen kopij zetten, en het *s voor
gekomen, dat een hoofdredacteur de
rotatie-pers liet loopen.
Zal de stakingsbeweging nog groo
ter omvang krijgen
Dit is voor heden de belangrijke
vraag. Van veel belang is. dat de
postbeambten en telegrafisten bij
stemming besloten hebben, niet aan
de staking mee te doen. Een eigen
aardig verschil weer met Frankrijk,
waar de postiers in deze „haantje de
voorste' waren Ook de spoorweg
arbeiders, die nog werken, zijn aan
het stemmen gegaan. Deze uitslag is
nog niet bekend.
Nog dreigender ia de staking der
veldarbeiders, die volgens de belich
ten elk oogenblik kan afgekondigd
worden. De oogst moet weldra bin
nengehaald worden en als de wer
kers dar. weigeren daaraan te helpen,
Ls oen mislukking te vreezen. Wat
dat beteeke-nt begrijpt elk. De vrijwil
ligers uit do steden, die zich hebben
aangemeld, voor hét geval er ge
staakt wordt studenten en profes
soren zijn er bij zouden het kwaad
maar weinig verhelpen.
Algemeen wordt in de pers tegen
deze staking der veldarbeiders gepro
testeerd Luister b.v. wat liet groote
liberale blad „Göteborgs Handels- 'och
Sjofarts Tidning" schrijft
„Vroeger, als er oorlog in de wereld
was, verwoestte en verbrandde men
het gewas te velde, maar dat oorlogs-
gebruik is sedert lang als barbaarsch
;even. Wanneer nu de oogststa-
jpgeg'
ting c
op het tapy't komt, en onder
voorbereiding schijnt als een deel van
de groote staking, voor zoover ze na
melijk uit te voeren ls, wat is dat dan
anders dan liet oude verwoesten van
den oogst op den akker over gebracht
op het maatschappelijke slagveld van
tegenwoordig I"
T GESCHIL OM KRETA.
Uit den Balkan komt weinig opge
wekt nieuws De Turksche ministers
sch"nei wel bijzonder beinvloed te
worden door de onderdanen, die hun
van ouds bloeddorstige natuur weer
eens willen laten heorschen. Wanneer
Turkije geheel de vrije hand had
Maar neen I gelukkig hebben de Eu-
ropeesche mogendheden in de Kre
tenzer aangelegenheden óók nog iets
te vertellen.
Ook is nog een lichtstraaltje, dat de
Ivreta-bevolking zich wil laten leiden
door den raad der vier beschermende
mogendheden. Deze hebben, naar men
zich herinnerd, in overweging gege
ven, de Grieksclie vlag van 't eiland
weer neer te halen. Daaraan zij 't
dan ook met tegenzin 1 zullen de
Kretenzers voldoen. Ze willen natuur
lijk do sympathie der mogendheden
behouden en vreezen vooraf een nieu
we bezetting door E ui-opoesche troe
pen.
Maar... al wappert de Grieksche
vlag niet meer van Kreta, in het hart
der bevolking leeft nog ongestoord 't
Grieksche ideaal.
Met het neerhalen der vlag is de
Kretenzer quoestie dan ook in het
minst nog niet opgelost. Het is alleen
een klein bewijsje, dat de eiland-be
woners nog wel naar verstandigen
raad willen luisteren.
Kan dit ook van de Turken gezegd
worden
De vermaning der mogendheden,
om geen oorlogszuchtige politiek te
drijven, heeft blijkbaar niet veel ge
holpen. want nu heeft Turkije bijna
zijn geheele vloot naar de Kretenser
wateren gezonden.
Toch laten we de hoop op eene
vreedzame oplossing nog niet varen I
Hoop verloten, al verloren
DE DARDANELLEN-QUAESTIE.
Wel, dat is natuurlijk
Wanneer ar iets in den Balkan
broeit, komt Rusland met de oude
Dardanellen-quaest'e op de proppen.
Het zal zelfs ditmaal niet eens bij
een bespreking blijven, maar Rus
land zal een gedeelte der Zwarte Zee-
vloot de Dardanellen laten doorstoo-
men, om den Tsaar op z'n reis naar
Italië te vergezellen. Dit mag Rus
land niet, want geen oorlogsschepen
mogen de Dardanellen passoeren. ls
het nu de bedoeling van Rusland om
een conflict uit te lokken En dat,
terwijl hij in het belang van den
vrede een bezoek aan Italië gaat bren
gen. Dat kunnen we toch niet geloo-
ven 1
T SPAANSCHE AVONTUUR
IN MAROKKO.
Op een der laatste dagen is weer
eens flink gevochten. Een batterij
snelvuurgeschut der Spanjaarden
slaagde er in, een huis te vernielen,
dat vol Mooren was, waarna zij een
loopgraaf in brand schoot, zoodat nog
een groot aantal vijanden hier den
dood vondon.
De Spaansche kapitein, die met den
kabel-ballon was opgestegen, wees de
richting, door do vluchtelingen ge
nomen, aan de batterij van bet fort
C&mellos aan. die hen met mitrail-
leuso-vuur vreesdijk bestookte.
Het fort Sidi-Guariach schoot te
gen den avond met 9 c.M. geschut op
den observatiepost, door -Je Mooren
bij Mesquita opgericht, en schoot dien
in puiu bijna alle Riffbewoners, d>e
er zich in bevonden, werden gedood.
Uit deze en vorige berichten blijkt,
dat de Spanjaarden dus wat op dreef
komen en nu op hun beurt eens wat
gaan aanvallen.
De groote, wellicht tevens de beslis
sende slag, moet evenwel nog komen.
Uit het bevel aan de geheele Spaan
sche vloot om naar Melilla te ver
trekken, mag zeker wel worden afge
leid, dat de Spaansche regeering nu
voornemens is mot verdubbelde
kracht tegen de Riff-kabylen op te
treden. Ook te Melilla zijn toebereid
selen gemaakt voor een krachtig
doorgezette© strijd. Bij Resl'nga (Mar
Chica) is een groot proviand-magazijn
ingericht, waar ten behoeve van het
operatie-leger steens 200.0Ü0 rantsoe
non ia voorraad zullen worden ge
houden. Er is een tweede locomotief
voor don bergspoorweg aangekomen,
en cr zijn vele kameélen aangeschaft
voor de overbrenging van levensmid
delen en munitie.
ENGELAND EN DE HEILIGE
STOEL.
Naar de „Globe" meldt, gaat te
Rome het gerucht, dat het voor-nemen
bestaat de diplomatieke betrekkingen
tusschen het Britsche hof en den
Paus te herstellen. Zonder zich over
de juistheid van dit gerucht uit te
lateu, verklaarde een hooggeplaatst
ambtenaar van het staatssecretariaat
van den H. Stoel, dat de Paus het
herstel van deze betrekkingen gaarne
zou zien. Indien Engeland een gezanl
naar het Vatikaan zendt, zou de Paus
een delegaat naar Londen zenden mei
een soortgelijke opdracht als mgr.
Falcon! te Washington heeft.
DE CRISIS IN DENEMARKEN
Nadat graaf IIolstein-Ledzeborg
aan de-t koning de verklaringen van
de parlementaire partijleiders had
overgelegd, nam de vorst bedenktijd
tot Dinsdag.
HET VF.REENIGD ZUID-AFRIKA.
De prins van Wales heeft er iu toe
gestemd een bezoek te brengen aan
de Zuid-Afrikaansche koloniën en het
eerste parlement der Zuid-Afrikaan-
sche Unie in den zomer van 1910 te
openen
Waarschijnlijk zal de prinses don
prins op deze reis vergezellen.
AmstenLmsche Koat.
CCXCVL
Dat Amsterdam in Augustus bar ver
velend is, den laatsten dag der maand
buiten rekenÏDg gelaten, behoef ik u
eigenlijk niet te vertellen. Men voelt
er zich dan als een schooljongen na
vieren, die school moet blijven, wel
te verstaan. De eenige emotie, die je
hier opdoet Ls een kerkhof-senti
ment. Maar een kerkhof is meer lief
lijker, zacht-levender van groen en
berustend boomgeruisch. Daaruit is
wel af te leiden, dat het in Amster
dam niet pleizierig is. De stad heeft
eenisgzins hei aanzien, dat Athene
moet hebben gehad toen de Perzen
of Moskou toen de Franscben or bin
nentrokken. De Amsterdammers, de
menschen die meetellen op ee-
nigerlei gebied ten minste, zijD
de het koele nachtwindjehet regel
matig ruischen van de rivier klonk
zachtjes tot hier door, en van verre
klonk het melancholieke geschreeuw
van een nachtvogel, die op roof uit
was.
Die kreet deed Marguérite beven
haar gedachten vlogen terug naar
hetgeen dien avond gebeurd was en
naar Chauvelin, de donkere roofvo
gel, met zijn geheimzinnige, moord
dadige plannen, zijn fijn uitgedachte
intrigues, die alle ten doel hadden de
vernietiging van een manzijn vij
and, den echtgenoot dien Marguérite
beminde.
O hoe haatte zij die wilde avontu
ren, die Percy van haar zijde wegna
men. Is een vrouw, die liefheeft
hetzij dan echtgenoot of kind niet
het zelfzuchtigste, bet wreedste schep
sel in de wereld daar, waar de vei
ligheid en het weizijn van hem, dien
zij liefheeft "in reclitstreekscha botsing
komt met de vedligheid en het welzijn
van anderen.
Zij zou vol vreugde haar oogen ge
sloten hebben voor al het afschuwelij
ke, dat in Frankrijk plaats greep zij
zou niet geweten hebben* wat in Pa
rijs gebeurdezij wilde haar echtge
noot voor zich hebben I En toch zag
zij hem van maand tot maand, met
slechts korte tusschenpoozen, telkens
zijn kostbaar leven wagen, dat voor
haar onmisbaar was, voor anderen
voor anderenaltijd voor anderen
En zij Zij 1 Marguérite, zijn vrouw
was machteloos om hem terug te hou
den Machteloos om hem aan haar
zijde te houden, als die hartstocht
hem weer had aangegrepen, om een
dier zendingen te volbrengen, waar
van zjj altijd vreesde, dat hij eens
niet levend zou terugkeerenen dat,
hoewel zij alle edele kunstmiddelen,
alle zachte drang gebruikte, waartoe
een liefhebbende en mooie vrouw in
staat is.
Op zulke oogenblikkon was haar
eigen trotsch hart vervuld van haat
en afgunst tegenover alles, dat hem
van haar wegnam en dezen nacht
schenen al dié hartstochtelijke ge
waarwordingen, die zij voelde dat
harer zoowel als zijnor geheel on
waardig waren, woester dan ooit in
haar ziel rond te spoken.
Zij verLangde er naar, zich in zitn
armen te werpen, zijn liefhebbend
hart al-les toe te fluisteren, wat zij
leed en nog eens weer een zacht be
roep te doen op zijn liefde.
En zoo wandelde zij Instinctmatig
langs het terras naar het meer afge
legen deel van den tuin, dat juist bo
ven den rivieroever lag, waar zij zoo
dikwijls met hem hand in hand had
gewandeld in do wittebroodsweken
van hun liefde.
Groote struiken pioenrozen groei
den hier in overdadige kleurenprucht
en late lelies vervulden de lucht met
haar doordringenden geur, terwijl
groote massa's Egyptische madelief
jes in de duisternis spookachtige vor
men aannamen.
Zij dacht, dat Percy spoedig dezen
kant zou uitkomen. Ofschoon het laat
was, wist zij, dat hij niet naar bed
zou gaan. Na de gebeurtenissen van
dezen nacht, zou zijn alles overheer
schende hartstocht hem gevangen
houden.
Zij ook, voelde zich klaar wakker
en onvermoeidtoen zij het eenzame
pad langs de rivier bereikte, keek zij
liet vol verwachting langs en luister
de naar eenig geluid.
Daar scheen zij bovwm het zachte
ruischen van het water uit een ritse
len en het knarsen van het fijne kie
zelzand onder behoedzaam neergezet
te voetstappen te hooren. Zij wachtte
even. Dé voetstappen schenen nader
bij te komen, en spoedig, ofschoon de
nacht donker was, bemerkte zij een
gestalte in mantel en muts, die be
hoedzaam naderbij kwam.
Wie is dat riep zij plotseling.
(Wordt vervolgd).