HAARLEM'S DAGBLAD. ""SS.ÏÏ^ÏÏl
FEUILLETON
De roode Pimpernel
in Gevaar.
OM ONS HEEN
No. 088.
De begrooting voor 1910,
De gemeentebegrootrng is ©en boek
toot Yel© posten ©n de toelichting
daarop een werk van vele bladzijden.
Het is dus niet mogelijk, om zoodra
ze het licht hebben gezien, daarover
beredeneerde beschouwingen t©
vendie kunnen pas een dag later
komen. Maar nu wil ik dan ook gaar
ne ©en en ander toelichten en dat des
te eerder, omdat van deze begrooting
veel goeds kan worden gezegd. In de
eerste plaats, dat ze nauwgezet en
met groote voorzichtigheid In elkaar
is gepast en vervolgens, dat verschil
lende cijfers aanleiding geven tot te
vredenheid.
Het is lang geleden, dat B. en W.
iflen moed hadden, van belastingverla
ging te spreken. Welnu, hot College
heeft dezen term tn zijn woordenboek
teruggevonden. Niet dit Jaar zullen
Wij dat zeldzame genoegen smaken
Voor 1909/10 zijn wij aan het bedenke
lijke percentage van 4.9 gebonden,
maar daarna zal het cijfer omlaag
kunnen gaan. Vooral tengevolge van
het belangrijk batig saldo op de
laatste gemeenterekening, groot
f 90.953,811/2, Is het bedrag,_dat Haar
lems burgerij ln 1910 moet opbrengen
aan hoofdoiijken omslag 82000 lager,
dan wat ten vorigen jar© noodig is ge
weest
Hoe over 1910 het percentage wezen
zal, is op dit oogenblik niet te zeggen.
Stellig zal de verlaging niet groot
wezen. Maar in elk geval is het aan
genaam te zien, dat de stijging,
die onafwijsbaar en onontkoombaar
scheen te wezen, als een dreigend
noodlot, tot staan ie gebracht.
Een van de oorzaken is zeker wel,
flat de groote voortgang der kosten
van lager onderwijs is opgehouden.
Nog geen 9000 is het heele hoofdstuk
voor lager onderwijs hooger. Jammer
is het, dat het herhalingsonderwijs
blijkbaar maar niet weet in te burge
ren de schoolgelden daarvoor wor-
den alweer lager geraamd, dan voor
't afgeloopen jaar. Ook de opbrengst
van het gewoon lager onderwijs is
wat achteruit gegaan, maar dat vindt
zijn verklaring in 't vertrek van de
Schotensche kinderen. Middelbaar on
derwijs ging door de bekende verhoo
ging van de schoolgelden, geducht
omhoog en zelfs het gymnasium, an
ders vrij stabiel, klom met 2000, wat
een vermeerdering van 20 leerlingen
be teekent Of er van dezen eenigen
zijn, wier ouders geschrikt zijn voor
den geweldigen sprong omhoog van
't schoolgeld der H. B. S., wie zal *t
zeggen Dit is zeker wel merkwaar
dig, dat over 't algemeen de hoogere
prijs de ouders niet heeft afgeschrikt,
zoodat er genoeg leerlingen zijn om
zoowel den 5-jarigen, als den 8-Jarigen
cursus te bevolken.
Voor Ieder, dio de oprichting van
de avondschool voor handelsonder
wijs met instemming heeft gezien, zal
het een voldoening wezen, dat zij met
het belangrijke aantal van 224 leerlin
gen begint
Minder gelukkig schijnt het met on
ze markten te gaan. Langzaam maar
zeker dalen de opbrengstcijfere, al
leen de botermarkt toont een kleine
verbetering, de rest Is stabiel of daalt
en het Is geen plezierig geval, dat
verreweg het grootste deel van dezen
post wordt gevormd door de staangel
den op de kermis. Men behoeft nog
niet eens een tegenstander van de
kermis te wezen, om te wenschen, dat
maar liever de bloemen-, paarden-,
groenten- en andere markten wat
meer opleverden en de kermis wat
minder. Maar de toestand is nu een
maal zoo en tot verlevendiging van
onze markten schijnt er eenmaal wei
nig te doen. Markten ontstaan, maar
worden niet gestichtde oplossing
van het vraagstuk zal wel hierin gele
gen zijn, dat onze gemeente eenmaal
niet» als andere provinciale hoofdste
den, een middelpunt is, maar onder
den druk van Amsterdams nabijheid
slechts een kleine omgeving bezit en
dan nog wel een die zich voor het
marktwezen weinig of niet Interes
seert.:
Met veol grooter opgewektheid
kunnen we dan ook over een andere
gemeentelijke onderneming spreken,
die indertijd onder veel en fel verzet
totstand gekomen, toch op dit oogen
blik zeker geen vijanden meer hebben
zal i onze gemeentelijke lichtfabrie
ken. Het batig saldo daarvan is
11.500 ongoveer meer, dan in 't Yori-
ge Jaar. Niet zoo schitterend zijn de
cijfers van de waterleiding, maar toch
heeft ook hare administratie reden
om voor 1910 een verhooging van het
saldo mat bijna ƒ6000 te verwachten.
Helaas, als Drltte lm Bunde
gaat het gemeentelijk slachthuis op
financieels sloffen met een geraamd
nadeelig slot van meer dan 22000.
Hoe kort Is 't nog maar geleden, en
hoe lang schijnt het toch, dat in den
Raad verkondigd werd, dat het alacht-
huis zichzelf zou bedruipen. We zien
nu de lessen der practijk. Als een
steen hangt ons het slachthuis om den
hals en kan niet eens ten volle aan
zijn bestemming voldoen, omdat
Rijkskeuring nog niet bestaat en dus
op allerlei manieren ondeugdelijk
vleesch binnen Haarlem kan worden
gebracht. De eenige troost, die ik in
de toelichting van deze begrooting
vind is het volzinnetje, waaruit blijkt,
dat het aantal voorwaardelijk afge
keurde dieren afneemt de slagers
brengen dus beter vleesch aan het
abattoir.
Met hoeveel zuinigheid deze begroo
ting is opgemaakt blijkt wel hieruit,
dat ©r geenerlei verhooging van cre-
diet voor de politie wordt gevraagd.
Hoezeer ik ook geneigd ben, die zui
nigheid te waardeeren, zou ik toch
willen vragen of eenige uitbreiding
van het korps niet nuttig zou zijn ge
weest, met het oog op de strengere
handhaving der orde ln onze winkel
straten, vooral in de Groote Hout
straat bij avond. Acht het hoofd der
politie die uitbreiding niet noodig, des
te beter, maar gehandeld zal er in
ieder geval moeten worden.
Er komt in onze begrooting een an
dere post voor, die weliswaar bij vroe
gere jaren niet veranderd, althans
niet in beginsel gewijzigd is, maar
toch wol de aandacht moet trekken
die van de tractsmenten der leerares
sen van de meisjesschool \oor middel
baar onderwijs. Voorzien van een ge
lijke bevoegdheid als de meeste harer
collega's aan de jong ens-hoogere bur
gerscholen, (trouwens, men maakt
daar Ln de bezoldiging tusschen een
academische opleiding en een middel
bare acte geen onderscheid) worden
deze dames veeL lager bezoldigd, dan
de leeraren. Bij de vaststelling van
deze vrouwen-tractementen is men
blijkbaar uitgegaan van de veronder
stelling, dat een man meer noodig
heeft om zijn gezin te onderhouden,
dan een vrouw, die althans zoo
wordt er geredeneerd slechts voor
zichzelve heeft te zorgen. Hoewei die
veronderstelling dikwijls valsch is,
daar een ieerares meermalen geheel
of gedeeltelijk de financieel© steun Is
van hare familie, gaat do vergelijk!ng
ook daarom niet op, omdat toch aan
ongetrouwde leeraren hetzelfde sala
ris wordt uitbetaald als aan de ge
huwde.
Men weet, dat ik maar weinig ge
voel voor studie door vrouwen, zoo
als die tegenwoordig ook voor middel-
matigen wordt gedreven en ot--
ven, maar wanneer men eenmaal
dLensten van haar vergt en aanvaardt,
behooren die ook even hoog als gelijk
soortig mannenwerk t© worden bezol
digd. In dat opzicht is de regeling bij
ons lager onderwijs die Yan hot mid
delbaar ver vooruit.
Bij den post van uitgaven voor de
stads-bibliotbeek las ik in de memo
rie van toelichting dit zinnetje„de
jaarwedde van den amanuensis en die
van den klerk zijn ln overeenstem
ming met een© organieke regeling
van de jaarwedden van het personeel
der Stads-Bibliotheek, welke U bin
nenkort ter vaststelling zal werden
aangeboden."
De volzin leek me bekend, 't Was
me, of Ik die al eens ergens anders
had gelezen. En jawelbij 't opslaan
van de vorige memorie van toelich
ting lees ik daarin
„Daar bij ons het voornemen be
staat, U eerlang eene organieke rege
ling van de jaarwedden van het per
soneel der Stads-bibliotheek aan to
bieden, wordt, in verband hiermede
de jaarwedde van den amanuensis
100 en die van den klerk 75 hooger
uitgetrokken.
Ik ben nu al benieuwd con te z:en,
of we het zinnetje over een jaar nog
in de memorie van toelichting zullen
vinden. Middelerwijl staat het salaris
van den amanuensis vermeld als 100
boven bet maximum, wat toch geen
goede orde is.
J. G. P.
uuïteniandsch Overzicht
Ook door Nederlandsche geleerden
wordt twijfel uitgesproken aan de
juistheid van Dr. Cook's beweringen
omtrent zijn tocht naar
DE NOORDPOOL.
't Is niet zoozeer, dat men den
ontdekkingsreiziger wantrouwt, dan
wel. dat men de mogelijkheid zeer
groot acht, dat de dokier zich vergist
heeft in de plaats. Want, al is men
vlak in de buurt van de Pool, dan nog
is liet een heele toer om op de juiste
plek te komen.
De kwestie is, dat het Noordpool-
punt, dat is het noordelijk uiteinde
var. de aard-as, een heel ander punt
is dan het magnetisch Noordpool-
punt. Is men dus vijf minuten van de
Pool af, en vraagt men zich af, welke
richting men uit moet, dan zit men
inet de handen in het haar. t Kompas
kar hier niet helpen, want dat wijst
steeds naar de magnetische Noord
pool. Daar moet men dus niet wezen
om de echte Pool te vinden.
Nu zijn er wel sterrekundige bere
keningen mogelijk. Maar wegens de
beperktheid van het aantal instru
menten, dat Dr. Cook bij .zich had,
meent men, dat het niet zeer waar
schijnlijk is, dat hij de lengte- en
breedte-bepaling zoo nauwkeurig
heeft kunnen verrichten, als noodig
was, te meer, daar een gemaakte foui
ia de berekening veie duizenden raa
ien vergroot in de uitkomst wordt
w oergevonden.
Evenwel is het mogelijk, dat Dr.
Cook inderdaad die moeilijkheden
heelt weten te ontzeilen en de vlag
van de Amerikaanscn© Unie inder
daad geplant heeft in het verlengde
van de aard-as.
Met spanning ziet men dan ook in
wetenschappelijke kringen Dr. Cook's
lezing tegemoet, die hij hedenavond
te Kopenhagen zal houden.
Het bovenstaande was reeds ge
schreven, toen we kennis kregen van
een opzienbarend telegram uit Noord-
Amertka, niets minder mededoolende,
dan dat
EEN TWEEDE ONTDEKKINGS
REIZIGER DE POOL
zou bereikt hebben.
liet is Dr. Peary, eveneens een
Amerikaan, die nu een jaar geleden
op weg ging naar het hooge Noorden.
Kapitein Peary, aldus een telegram
uit St. Johns op New Foundland,
heeft aan den gouverneur van New
Foundland uit Indian Harbour, in
Labrador, een radio-telegram gezon
den, waarin hij meedeelt, de Pool te
hebben bereikt. Peary wenschte New
Foundland geluk met het aandeel,
dai het in de expeditie heeft gehad
Do gezagvoerder en de bemanning
van Peary's expeditieschip waren na
melijk New Foundlanders.
Kapitein Peary was er in geslaagd
de „sterren en strepen" te planten
aai de Pool.
Dr. Cook en de te Kopenhagen ver
toevende journalisten zaten juist aan
eeo feestmaal aan, toen zij mot de
nieuwste telegrammen in kennis ge
steld werden. Dr. Cook zeide Ik ben
niet in staat te beslissen, of het tele
gram van Peary al of niet waar is,
maar voor 't geval het waar is, ver
heug ik mij er over. Peary zou in dat
geval de pool langs een geheel ande
ren weg dan Ik bereikt hebben. Dat is
eer genoeg voor ons beiden.
Dr. Cook acht het hoogst waar
schijnlijk. dat het telegram door
Peary zelf verzonden is, en in dat
geval zou het dus ook zoo zijn, dat
Peary aan de Noordpool geweest is.
Prof. Geelmuyden te Christianla,
die de opnemingen van Nansen's en
Sverdrup's expedities heeft uitge
werkt, is naar zijn oordeel over Dr.
Cook's reis gevraagd.
De hoogleeraar vond de berichten
over de reis nog te onvolledig, om er
een beslist oordeel over te hebben.
Maar verschillende tegenstrijdighe
den in het verhaal van den tocht had
den hem getroffen. Op een plaats
heet het b.v., dat Cook de midder
nachtzon voor liet eerst op 7 April
zag, toen hij op omtrent 85 gr. N.B.
was. Het moet dan aan het weer heb
ben gelegen, dat hij haar niet eerder
had gezien, want den 7den April
moest de middernachtzon zichtbaar
zijn tot aan den 84sten graad toe.
In een ander bericht staat, dat Cook
de middernachtzon voor het eerst op
20 April zag. Op dien dag had hij
haar reeds op den 79s>ten graad kun
nen zien.
Cook kan wel instrumenten bij zich
hebben gehad om te bepalen, waar
hij zich bevond vermoedelijk had hij
een sextant hetgeen inderdaad juist
is waarmede hij de hoogte van d©
zou boven den gezichteinder kon me
ten
Maar men kan daarbij tot in minu
ten onjuist meten.
Zoo dacht Nansen tot 86 graden
14 min. doorgedrongen te zijn, maar
prof. Geelmuyden rekende uit, dat het
slechts 86 gr. 4 min. was geweest.
Cook rekent zelfs met seconden dat
lijkt vreemd. Een seconde is slechts
33 meter, en hi] spreekt er van, dat
hij de laatste 14 seconden naar de
Pool voorttrok, dat is niet ten volle
een halve kilometer. Met de gTOote
sextanten, die men aan boord van
schepen heeft, kan men tol op tien
seconden nauwkeurig meten.
Wat merkwaardig is, is dat Cook
dien weg, waarlangs hij op de Pool is
gekomen, voor zijn terugweg heeft
kunnen weervinden. De zon, die daar
eer- horizontale baan beschrijft, geeft
weinig richting en de stenen zijn
onzichtbaar terwijl de zon' schijnt
Cook had licht den tegenovergestel-
den weg kunnen genomen hebben en
in Siberië zijn beland. Maar mis
schien heeft hij bij de heenreis op het
ijs merkteekenen achtergelaten.
Er waren nog eenige dingen, die
prof. Geelmuyden in het reisverhaal
niet begreep, maar hij wou uitvoeri
ger berichten van Cook afwachten.
Zal het Hoogerhuis
DE BRITSCHE BEGROOTING
afstemmen De Engelscho regeering
schijnt er wel bevreesd voor, al meent
7.ook, dat de publieke opinie het
Uoofperhuis in de goede richting zal
drijven. Dit blijkt uit hetgeen de
Engelscho minister BirreJl in een©
penbare bijeenkomst over de begroo-
ïng heeft gezegd.
Ik hoor, zei hij o. a., dat de be
grooting bij het volk in de gunst is.
Dat is een heel ongewoon verschijn
sel voor een begrooting. Want ten
slotte is een begrooting iets als een
kiezetrekkers-machine.
De minister sprak ook over de kans
van verwerping door het Hoogerhuis.
Lord LandscLowne en zijn conclave,
zeide Birrell, zitten in hun vertrek
ken en wachten rapporten af over de
stemming in den lande. Zien zij uit
die rapporten, dat de begrooting niet
ia de gunst is, dan zullen zij haar
verwerpen en de regeering dwingen,
een verkiezing te houden, maar zien
zij, dat zij wel in de gunst is, dan zirt-
len die machtige heeren en groote
patriotten eenvoudig de grondwet ge
hoorzamen en de begrooiiug tot wet
maken.
In eik geval, liet Birrell er op vol
gen, zal de regeering haar plicht doen
en recht door zee gaan, tot deze groot-
sche begrooting in veilige haven is ge
bracht.
Lord Crewe, een ander lid van hot
kabinet, heeft in een rede gezegd, dat
hij niets gelooft van de praatjes, dat
he' Hoogerhuis de begrooting zal wij
zigen of verwerpen. Hij geloofde ook
niet. dat het land wenscht, dat het
Hoogerhuis een van beide zou doen.
Wat 't land wenscht is de begrooting,
zei de minister.
Uit een hoofdartikel van de Times
over de snel naderend© zware crisis
in Engeland's binnenlanclsche poli
tiek, gelijk het blad schrijft, moet
men opmaken, dat Balfour en Lands-
dewno, de leiders der unionisten in
Lager- en Hoogerhuis, Inderdaad van
hun partij de groote meerderheid
In bot Hoogerhuis niet zullen ver
langen, de begrooting te verwerpen.
De Times, dio blijkbaar andera wil,
herinnert dio leiders, dat de partij-
tucht niet te strak moet gespannen
worden. Ze zou dan wel eens kunnen
breken. Onlangs hebben nog 98 unio
nistische lords tegen het advies van
Landsdowne hun stem uitgebracht
De leiders dienen rekening t© houden
met de wassende overtuiging in het
unionistische leger, dat deze begroo
ting, die naar Lord Rosebery's woord
niets minder dan een omwenteling Is
trouwens liberale ministers heb
ben die omschrijving aanvaard
geen wet mag worden, althans niet
voor het land over haar beginselen
uitspraak heeft gedaan.
Stadsnieuws
HET TOONEEL
„EEN BASTAARD" DOOR HET GE
ZELSCHAP VAN DEN HEER
POTHARST.
„Een Bastaard" is niet de Juiste
naam van bovengenoemd tooneel-
spel; het is een stuk met een „of" in
den titel, zooals dat gewoonte was in
den tijd der ouderwetsche draken,
toen geen drama mooi kon wezen als
het niet een dubbelen naam had,
waarvan de onderdeelen door een
„of waren verbonden.
Een stuk vol tooneel-romantiek.
En daarover hebben de Vlamingen
van den heer Potharst den laatsten
avond van hun optreden alhier hun
hals gebroken.
Deze Vlamingen behooren met hun
spel nog in de oude school der roman
tiek, we zeiden 't Zaterdag al. Maar
hun romantiek Is van een drukken,
bonten, rumoerigen aard; ze heeft be
hoefte aan een zwierig gebaar, een
heroïken stand, een hol en lawaaiig
woord. De Don César-romantiek zou
hun t beste afgaan.
Maar met dat soort spel kunnen zij
in de romantiek der s a 1 o nstukken
nleta uitrichten.
1-Ioe een „bokkenrijder" van 1793 er
hoeft uitgezien, weten we niet; ze kun
nen van hem en zijn omgeving dus
maken wat ze willen en dan moeten
we maar aannemen, dat 't zoo wel ge
weest zal zijn. De historische roman
tiek levert een onbeperkt veld voor de
fantasie; men kan er op borduren wat
men wil. Maar wanneer die roman
tiek komt in het hedendaagsch leven
en in de moderne salons, dan wordt "t
iets anders, dan komt ze op een ge
bied dat we zelf ook kennen en dat
men dus controleeren kan; men kon
dan zien of 't juist is wat ze uitbeel
den en weergeven willen. Komt er ln
een hedendaagsch stuk een bankier
voor, dan kunnen we controleeren of
wat ons als zoodanig op de planken
gegeven wordt, werkelijk op een ban
kier gelijkt, want de types kan men
in het leven rond ons zien-
En zoo kon iedereen zien, dat de
bankier Duversy uit „Een Bastaard"
heelemaal geen bankier was, maar
een romantisch grimeerend en actee-
rend acteur. En zoo was 't met alles
wat we te zien kregen. De romantiek
dezer exuberante Vlamingen' met hun
volksstuk-manieren en „maintien"'
was de dood voor dit saion-tooneel-
stuk. De heeren en dames wisten er
geen weg mee, voelden zich niet op
hun gemak in een omgeving, die de
hunne niet Is, en waarvan zij de
usances en de manieren niet kennen;
zij lawaaiden er zoon beetje door
heen, met romantieke drukdoenerig-
heid opvullend wat zij leeg lieten
door gebrek aan 't werkelijk nood
zakelijke. Ware 't niet te wreed ge
weest, men had o.a. moeten lachen
over de malle, onhandige manier,
waarop eenige der heeren hun siga
ren vasthielden en stonden te rooken
in een salon. En met zulke dongen
was him spel vol.
Neen, onze gemoedelijke, burgerlij
ke en ongegeneerde Vlamingen met
him romantische bontheid en hun
sans gêne van het estaminet-leven
kunnen tegen dit salonwerk niet op.
FRANS NETSCHER.
DE „DAMIATEN" AAN HET WERK.
Het is een gelukkig verschijnsel,
dat er een kentering is gekomen in d<*
opvatting van hetgeen al of niet of
kunstgebied goed is voor wat men iq
't algeineen „het volk" noemt, tenge
volge van het doordringen der ver
edelende denkbeelden van het altruïs
me. Meende men vroeger, dat alle*
goed genoeg was voor het volk, om
dat men uitging van het idee, dat 'I
toch geen smaak had en gewoonlijk
het slechtste het mooist vond, dit
„laissez-aller" stelsel is men nu gaan
verlaten ©n men is gaan begrijpen,
dat met goede leidiing de smaak van
datzelfde volk te verbeteren en te ver
edelen zou zijn.
Op letterkundig gebied heeft Si
mons met zijn Wereldbibliotheek al
een stap in de goede richting gezet
en het volk tegen geringen prijs aan
goede lectuur geholpen.
Maar het tooneelkundig terrein ligt
in dit opzicht nog geheel braak. In
de week heeft het volk en de kleine
burgerij gemeenlijk geen tijd om
naar den Schouwburg te gaan; de
Zondag blijft voor hen alleen over.
En wat krijgt 't dan te zien? Wat
staat or op het 'répertoire der Zon
dagsvoorstellingen? Gewoonlijk d-a-
ken en prulstukken, gespeeld door
samengeraapte troepjes van den zoo-
veelsten rangl Dat wordt goed ge
noeg geacht voor een Zondagspubliek!
Het gezelschap „De Damiaten", sa
mengesteld uit jonge artisten en lief
hebbers uit Haarlem en Amsterdam,
wil beproeven daarin verandering te
brengen door tegen geringe entrée
aan het publiek, dat Zondags den
schouwburg bezoekt, stukken en spel
van beter gehalte te geven. Een mooi
streven dus.
Daarom zijn wij van onze
gewoonte afgeweken en op Zondag
avond naar den Jansweg gegaan,
om eens te zien hoe die proef geluk
ken zou. En we zijn er vandaan ge
komen met de vraag op de lippen, of
ons publiek wel rijp en geschikt is
voor zoo iets. Wat wij er vonden?
Een lustig rookend en dampend pu
bliek op alle rangen, dat niettegen
staande het politieverbod de zaal met
een lichten mist ging vullen, waarte
gen de politie niets deed; en boven ln
de zaal kwajongens van het bekende
straattype, dat floot, elkander over
en weer toeriep, gein eene woorden
liet hooren en dat ouder de bedrijven
met moeite kalm werd gehouden. Er
heerschte een allesbehalve aangena
me of beschaafde toon. En wanneer
hiertegen geen maarregelen worden
genomen, zuilen de Zondagavond-
voorstellingen geen ontspanning op
leveren, waarin de nette menschen,
die op Zondag ook eens naar den
Schouwburg willen, behagen kunnen
scheppen.
Ondertusschen deden do „Damia
ten" braaf hun best en lieten zich
zelf8 niet door gelach of rumoerig
heid op goede oogenblikken van de
wijs brengen.
Zij hadden voor stuk „Zijn Speel
goed" (Liebelei" van Arthur Schnits-
ler) een repertoirestuk van het Leid-
sche Plein, gekozen, dat ze onder d©
regie van Frits van Dommelen had
den ingestudeerd. Het. is de geschie
denis van een Weensch meisje, dat
een als speelgoed begonnen amouret
te als een serieuse I'afde gaat opne
men en er dan allerlei verdriet en
narigheid van beleeft.
Dit stuk, dat niet veel effect naar
buiten maakt, maar zijn verdiensten
draagt in kwaliteiten, die een opper
vlakkig publiek, hetwelk niet onder
en achter woorden lezen, voelen en
begrijpen kan, niet gemakkelijk op
merkt, kwam ons voor van een gehaF
te te zijn, dat het Haarlemsche Zon
dagspubliek nu nog niet apprecieeren
kan.
Alleen bij de groote wanhoop&scèn©
op 't einde van het stuk al» Christin©
bemerkt dat Fritz in een duel om een
andere vrouw dan zij gevallen is,
kwam liet publiek heel even onder
den indruk, en dit pleitte zeer zeker
voor het spel van mevr. den Hartogh-
v. d. Gaag, die hier werkelijk goed©
momenten had, dat haar dit gelukte.
De heer Henri von Rijswijk, het lid
van „Cremer", die binnenkort mei
Bouwmeester mee naar Indiö gaai
Naar het En gelach, door
Barones Orczy.
47)
Neen neen I vervolgde Chau-
velin, twee kinderen en een oud
man zouden niet voldoende zijn om
onzen kostbaren gijzelaar te bewaren,
en ik dacht noch aan den Abt
Foucquet, noch aan de twee kinde
ren, toen ik zei, dat een Engelsch
gentleman zichzelf niet zou redden
ten kost© van anderen.
Aan wie dacht u dan, mijnheer
Ghauvelin Wie anders moet den
prijs bewaken, die u van zoo groot»
v. aarde acht
De geheel© stad Boulogne, ant
woordde hij eenvoudig.
Ik begrijp u niet.
Laat mij het u duidelijk maken.
Mijn collega, Burger Collot d'Her-
bols, kwam gisteren van Parijs hier
heen gereden hij is evenals ik zelf
111 van het Comité van Algemeen Wel
zijn, wier plicht het is, het welzijn
van Frankrijk te bevorderen, door al
degenen te straffen, die samenspan
nen tegen de wetten en de vrijheid
var. het volk. De voornaamste dier
samenzweerders, dien 't onzen plicht
is te straffen, is natuurlijk die onbe
schaamde avonturier, die zichzelf den
Rooden Pimpernel noemt. Door zijn
aanvallen heeft hij der Regeering van
Frankrijk veel last veroorzaakt, door
ziin aanvullen die meestal geluk
ten, zooals ik reeds toestemde heeft
hij don rechtvaardigen wraak verhin
derd, die een onderdrukt land hot
recht hoeft uit te oefenen op hen, die
bewezen tyrannen en verraders te
zijn.
Is het noodig, dit alles op te noe
men, mijnheer Ghauvelin vroeg
zij ongeduldig.
Ik geloof 't wel, antwoordde hij
kalm. Dit wide ik maar zeggen. Wij'
voelen dat de Roode Pimpernel op
dit oogenblik in zekere mate in onze
macht is. Binnen enkele uren zal hij
te Boulogne landen.... Boulogne, waar
hij heeft toegestaan met mij te cluel-
leeren.... Boulogne, waar Lady Blake-
ney op dit oogenblik toevaLiig ook Is...
Zo'oals u ziet, heeft Boulogne een ern
stige verantwoordelijkheid te dragen;
daarom Is zij op dit oogenblik de voor
naamst© stad in Frankrijk, omdat
zij binnen haar poorten een gijzelaar
vast houdt voor de komst van den
bittersten vijand van haar land op on
ze kusten. Maar zij moet niet van dat
hooge voetstuk vallen. Haar dubbele
plicht is duidelijk voor haar; zij moet
Lady Blakeuey vasthouden en den
Rooden Pimpernel gevangen nemen;
als eerste haar mislukt moet zij
gestraft worden, als zij in het tweede
siaagt, zal zij beloond worden.
Hij zweeg en leunde weer uit het
venster, terwijl zij hem ademloos en
verschrikt gadesloeg. Zij begon er nu
lets van te begrijpen.
Luister, ze' hij, haar recht in het
gelaat ziende. Hoort u den omroeper
nu Hij maakt de straf en de beloo
ning bekend. ITij is bezig den burgers
van Boulogne duidelijk te maken, dat
een algemeene kwijt scheiding van
straffen zal worden toegestaan op den
dag, waarop de Roode Pimpernel in
handen valt van het Comité van Alge
meen Welzijn aan alle inwoners van
Boulogne, di© op dit oogenblik in
hechtenis zijn, en vergeving aan al
len binnen deze stadsmuren over wie
het doodvonnis is uitgesproken
Een edele belooning, niet waar Wel
verdiend, dat zult u moeten toestem
men?.... Zou het u dan verbazen,
wanneer nu do geheel© stad Boulog
ne haar best doet dien geheim zinni
ge n held te vinden en in onze handen
over te Leveren?.... Hoeveel moeders,
zusters, vrouwen denkt u zou het mis
lukken op dit oogenblik de band te
leggen op den Engelse hen avontu
rier, als het leven of de vrijheid van
echtgenoot of zoon daarbij op 't spel
stond?Ik heb daar «emge cijfers,
ging hij voort, terwijl hij naar de ta
fel wees, die mij zeggen, dat er vijf-en-
dertig inwoners van Boulogne in de
plaatselijke gevangenissen, nog een
dozijn meer in de gevangenissen van
Parijs zijn waarvan er minstens al
twintig zijn verhoord ©n ter dood ver
oordeeld. Ieder uur, dat de Roode
Pimpernel kans ziet aan zijn vervol
gers te ontkomen, liggen er zooveel
dooden voor zijn deur Als hij er ln
slaagt, Engeland weer veilig te be
reiken, dan zullen al die levens aan
hem opgeofferd worden.... Neen l
maar ik zie, dat u huivert van koude,
voegde hij er oven lachend bij. Zal ik
het venster sluiten? of wenscht u te
hooren welke straf aan Boulogne zal
worden uitgedeeld, als blijkt, dat
Lady Blakeney uit haar gevangenis
ontsnapt Is op den dag, dat de Roode
Pimpernel gevangen genomen wordt.
Gaat u alstublieft verder, mijn
heer, zei ze volkomen bedaard.
Het Comité van Algemeen Wel
zijn, vervolgd© hij, zou deze stad als
een nest met verraders beschouwen,
als op den dag, dat de Roode Pimper
nel onze gevangen© wordt, de echtge
noot© van den beruebten Engelschen
spion Boulogne al had verlaten D©
geheel© stad weet op dit oogenblik,
dat u in onze handen is u, de kost
baarste gijzelaar, die wij konden krij
gen voor de eindelijke gevangenne
ming van den man, dien wij allen
vree zen en haten. Wat de omroeper
op het oogenblik aan de burgers der
stad bekend maakt, komt in 't kort
hierop neerWij willen dien man
hebben, maar wij hebben zijn vrouw
al, zorg, burgers, dat zij niet ont
snapt I Want als dat gebeurt, dan
zullen wij onmiddellijk den kostwin
ner van iedere familie in de stad neer
schieten.
Een kreet van afschuw ontsnapt©
aan Marguérlte's lippen.
Zijn het dan allemaal duivele,
hijgde zij, dat de gedachte aan zulke
dingen bij Jullie opkomt?
Zeker, sommigen onzer zijnbulr
ten kwestie duivels, zei Chauvelin
droogjes. Overigens zijn wij niets an
dere dan gewon© menscheen, strijdend
voor onze bezitting, en wij wenschen
den burgers van Boulogne geen
kwaad toe. Wij hebben ben weliswaar
bedreigd maar u en di© onvindbare
Pimpernel kunnen er voor zorgen,
dat di© bedreiging nooit wondt uitge
voerd.
U zou het toch niet doen, her
haalde zij hevig verschrikt
Neen, schoon© dame, bedrieg u-
zelf alstublieft niet. Op dit oogenblik
lijkt die proclamatlo niets dan een be
dreiging. dat stern ik toe, maar laat
mij u verzekeren, dat als wij er niet
in slagen den Rooden Pimpernel ge
vangen te nemen en als u door dezen
geheimzinnigen avonturier uit dit
slot wordt weggehaald, dat wij dan
ongetwijfeld iederen weerbaren man
en zelfstandige vrouw ln deze stad
zullen neerschieten of guillotineert)Tr
il ij had kalm en met nadruk ge
sproken, blufferig noch boos, en Mar-
guértte zag op zijn gelaat nietg dan
een kalme en wroede beslistheid, d©
beslistheid van een geheel volk beli
chaamd in dezen eenen mar om zich
het kostte wat het wilde te wreken.'
Zij wilde hem haar gr ooien wanhoop
niet laten zien, ook w ild© zij hem op
haar gelaat d© onuitsprekelijke moe-
deloosneid, die haar hart vervuld©,
niet laten lozen. Het was nutteloo©
een beroep op hem te doen zij wist
heel goed, dat zij van hem toegevend
heid noch genad© kon verwachten.
Ik hoop, dat Ik u eindelijk deeq
toestand volkomen duidelijk gemaakf
heb sei hij eindelijk op vriendelijk
vragftüdcn toon. Uw positie ls zoo p»
makkelijk mogelijk.
f Wordt vervolgd).