HAARLEM'S DAGBLAD. ""SS.ÏÏ^ÏÏl FEUILLETON De roode Pimpernel in Gevaar. OM ONS HEEN No. 088. De begrooting voor 1910, De gemeentebegrootrng is ©en boek toot Yel© posten ©n de toelichting daarop een werk van vele bladzijden. Het is dus niet mogelijk, om zoodra ze het licht hebben gezien, daarover beredeneerde beschouwingen t© vendie kunnen pas een dag later komen. Maar nu wil ik dan ook gaar ne ©en en ander toelichten en dat des te eerder, omdat van deze begrooting veel goeds kan worden gezegd. In de eerste plaats, dat ze nauwgezet en met groote voorzichtigheid In elkaar is gepast en vervolgens, dat verschil lende cijfers aanleiding geven tot te vredenheid. Het is lang geleden, dat B. en W. iflen moed hadden, van belastingverla ging te spreken. Welnu, hot College heeft dezen term tn zijn woordenboek teruggevonden. Niet dit Jaar zullen Wij dat zeldzame genoegen smaken Voor 1909/10 zijn wij aan het bedenke lijke percentage van 4.9 gebonden, maar daarna zal het cijfer omlaag kunnen gaan. Vooral tengevolge van het belangrijk batig saldo op de laatste gemeenterekening, groot f 90.953,811/2, Is het bedrag,_dat Haar lems burgerij ln 1910 moet opbrengen aan hoofdoiijken omslag 82000 lager, dan wat ten vorigen jar© noodig is ge weest Hoe over 1910 het percentage wezen zal, is op dit oogenblik niet te zeggen. Stellig zal de verlaging niet groot wezen. Maar in elk geval is het aan genaam te zien, dat de stijging, die onafwijsbaar en onontkoombaar scheen te wezen, als een dreigend noodlot, tot staan ie gebracht. Een van de oorzaken is zeker wel, flat de groote voortgang der kosten van lager onderwijs is opgehouden. Nog geen 9000 is het heele hoofdstuk voor lager onderwijs hooger. Jammer is het, dat het herhalingsonderwijs blijkbaar maar niet weet in te burge ren de schoolgelden daarvoor wor- den alweer lager geraamd, dan voor 't afgeloopen jaar. Ook de opbrengst van het gewoon lager onderwijs is wat achteruit gegaan, maar dat vindt zijn verklaring in 't vertrek van de Schotensche kinderen. Middelbaar on derwijs ging door de bekende verhoo ging van de schoolgelden, geducht omhoog en zelfs het gymnasium, an ders vrij stabiel, klom met 2000, wat een vermeerdering van 20 leerlingen be teekent Of er van dezen eenigen zijn, wier ouders geschrikt zijn voor den geweldigen sprong omhoog van 't schoolgeld der H. B. S., wie zal *t zeggen Dit is zeker wel merkwaar dig, dat over 't algemeen de hoogere prijs de ouders niet heeft afgeschrikt, zoodat er genoeg leerlingen zijn om zoowel den 5-jarigen, als den 8-Jarigen cursus te bevolken. Voor Ieder, dio de oprichting van de avondschool voor handelsonder wijs met instemming heeft gezien, zal het een voldoening wezen, dat zij met het belangrijke aantal van 224 leerlin gen begint Minder gelukkig schijnt het met on ze markten te gaan. Langzaam maar zeker dalen de opbrengstcijfere, al leen de botermarkt toont een kleine verbetering, de rest Is stabiel of daalt en het Is geen plezierig geval, dat verreweg het grootste deel van dezen post wordt gevormd door de staangel den op de kermis. Men behoeft nog niet eens een tegenstander van de kermis te wezen, om te wenschen, dat maar liever de bloemen-, paarden-, groenten- en andere markten wat meer opleverden en de kermis wat minder. Maar de toestand is nu een maal zoo en tot verlevendiging van onze markten schijnt er eenmaal wei nig te doen. Markten ontstaan, maar worden niet gestichtde oplossing van het vraagstuk zal wel hierin gele gen zijn, dat onze gemeente eenmaal niet» als andere provinciale hoofdste den, een middelpunt is, maar onder den druk van Amsterdams nabijheid slechts een kleine omgeving bezit en dan nog wel een die zich voor het marktwezen weinig of niet Interes seert.: Met veol grooter opgewektheid kunnen we dan ook over een andere gemeentelijke onderneming spreken, die indertijd onder veel en fel verzet totstand gekomen, toch op dit oogen blik zeker geen vijanden meer hebben zal i onze gemeentelijke lichtfabrie ken. Het batig saldo daarvan is 11.500 ongoveer meer, dan in 't Yori- ge Jaar. Niet zoo schitterend zijn de cijfers van de waterleiding, maar toch heeft ook hare administratie reden om voor 1910 een verhooging van het saldo mat bijna ƒ6000 te verwachten. Helaas, als Drltte lm Bunde gaat het gemeentelijk slachthuis op financieels sloffen met een geraamd nadeelig slot van meer dan 22000. Hoe kort Is 't nog maar geleden, en hoe lang schijnt het toch, dat in den Raad verkondigd werd, dat het alacht- huis zichzelf zou bedruipen. We zien nu de lessen der practijk. Als een steen hangt ons het slachthuis om den hals en kan niet eens ten volle aan zijn bestemming voldoen, omdat Rijkskeuring nog niet bestaat en dus op allerlei manieren ondeugdelijk vleesch binnen Haarlem kan worden gebracht. De eenige troost, die ik in de toelichting van deze begrooting vind is het volzinnetje, waaruit blijkt, dat het aantal voorwaardelijk afge keurde dieren afneemt de slagers brengen dus beter vleesch aan het abattoir. Met hoeveel zuinigheid deze begroo ting is opgemaakt blijkt wel hieruit, dat ©r geenerlei verhooging van cre- diet voor de politie wordt gevraagd. Hoezeer ik ook geneigd ben, die zui nigheid te waardeeren, zou ik toch willen vragen of eenige uitbreiding van het korps niet nuttig zou zijn ge weest, met het oog op de strengere handhaving der orde ln onze winkel straten, vooral in de Groote Hout straat bij avond. Acht het hoofd der politie die uitbreiding niet noodig, des te beter, maar gehandeld zal er in ieder geval moeten worden. Er komt in onze begrooting een an dere post voor, die weliswaar bij vroe gere jaren niet veranderd, althans niet in beginsel gewijzigd is, maar toch wol de aandacht moet trekken die van de tractsmenten der leerares sen van de meisjesschool \oor middel baar onderwijs. Voorzien van een ge lijke bevoegdheid als de meeste harer collega's aan de jong ens-hoogere bur gerscholen, (trouwens, men maakt daar Ln de bezoldiging tusschen een academische opleiding en een middel bare acte geen onderscheid) worden deze dames veeL lager bezoldigd, dan de leeraren. Bij de vaststelling van deze vrouwen-tractementen is men blijkbaar uitgegaan van de veronder stelling, dat een man meer noodig heeft om zijn gezin te onderhouden, dan een vrouw, die althans zoo wordt er geredeneerd slechts voor zichzelve heeft te zorgen. Hoewei die veronderstelling dikwijls valsch is, daar een ieerares meermalen geheel of gedeeltelijk de financieel© steun Is van hare familie, gaat do vergelijk!ng ook daarom niet op, omdat toch aan ongetrouwde leeraren hetzelfde sala ris wordt uitbetaald als aan de ge huwde. Men weet, dat ik maar weinig ge voel voor studie door vrouwen, zoo als die tegenwoordig ook voor middel- matigen wordt gedreven en ot-- ven, maar wanneer men eenmaal dLensten van haar vergt en aanvaardt, behooren die ook even hoog als gelijk soortig mannenwerk t© worden bezol digd. In dat opzicht is de regeling bij ons lager onderwijs die Yan hot mid delbaar ver vooruit. Bij den post van uitgaven voor de stads-bibliotbeek las ik in de memo rie van toelichting dit zinnetje„de jaarwedde van den amanuensis en die van den klerk zijn ln overeenstem ming met een© organieke regeling van de jaarwedden van het personeel der Stads-Bibliotheek, welke U bin nenkort ter vaststelling zal werden aangeboden." De volzin leek me bekend, 't Was me, of Ik die al eens ergens anders had gelezen. En jawelbij 't opslaan van de vorige memorie van toelich ting lees ik daarin „Daar bij ons het voornemen be staat, U eerlang eene organieke rege ling van de jaarwedden van het per soneel der Stads-bibliotheek aan to bieden, wordt, in verband hiermede de jaarwedde van den amanuensis 100 en die van den klerk 75 hooger uitgetrokken. Ik ben nu al benieuwd con te z:en, of we het zinnetje over een jaar nog in de memorie van toelichting zullen vinden. Middelerwijl staat het salaris van den amanuensis vermeld als 100 boven bet maximum, wat toch geen goede orde is. J. G. P. uuïteniandsch Overzicht Ook door Nederlandsche geleerden wordt twijfel uitgesproken aan de juistheid van Dr. Cook's beweringen omtrent zijn tocht naar DE NOORDPOOL. 't Is niet zoozeer, dat men den ontdekkingsreiziger wantrouwt, dan wel. dat men de mogelijkheid zeer groot acht, dat de dokier zich vergist heeft in de plaats. Want, al is men vlak in de buurt van de Pool, dan nog is liet een heele toer om op de juiste plek te komen. De kwestie is, dat het Noordpool- punt, dat is het noordelijk uiteinde var. de aard-as, een heel ander punt is dan het magnetisch Noordpool- punt. Is men dus vijf minuten van de Pool af, en vraagt men zich af, welke richting men uit moet, dan zit men inet de handen in het haar. t Kompas kar hier niet helpen, want dat wijst steeds naar de magnetische Noord pool. Daar moet men dus niet wezen om de echte Pool te vinden. Nu zijn er wel sterrekundige bere keningen mogelijk. Maar wegens de beperktheid van het aantal instru menten, dat Dr. Cook bij .zich had, meent men, dat het niet zeer waar schijnlijk is, dat hij de lengte- en breedte-bepaling zoo nauwkeurig heeft kunnen verrichten, als noodig was, te meer, daar een gemaakte foui ia de berekening veie duizenden raa ien vergroot in de uitkomst wordt w oergevonden. Evenwel is het mogelijk, dat Dr. Cook inderdaad die moeilijkheden heelt weten te ontzeilen en de vlag van de Amerikaanscn© Unie inder daad geplant heeft in het verlengde van de aard-as. Met spanning ziet men dan ook in wetenschappelijke kringen Dr. Cook's lezing tegemoet, die hij hedenavond te Kopenhagen zal houden. Het bovenstaande was reeds ge schreven, toen we kennis kregen van een opzienbarend telegram uit Noord- Amertka, niets minder mededoolende, dan dat EEN TWEEDE ONTDEKKINGS REIZIGER DE POOL zou bereikt hebben. liet is Dr. Peary, eveneens een Amerikaan, die nu een jaar geleden op weg ging naar het hooge Noorden. Kapitein Peary, aldus een telegram uit St. Johns op New Foundland, heeft aan den gouverneur van New Foundland uit Indian Harbour, in Labrador, een radio-telegram gezon den, waarin hij meedeelt, de Pool te hebben bereikt. Peary wenschte New Foundland geluk met het aandeel, dai het in de expeditie heeft gehad Do gezagvoerder en de bemanning van Peary's expeditieschip waren na melijk New Foundlanders. Kapitein Peary was er in geslaagd de „sterren en strepen" te planten aai de Pool. Dr. Cook en de te Kopenhagen ver toevende journalisten zaten juist aan eeo feestmaal aan, toen zij mot de nieuwste telegrammen in kennis ge steld werden. Dr. Cook zeide Ik ben niet in staat te beslissen, of het tele gram van Peary al of niet waar is, maar voor 't geval het waar is, ver heug ik mij er over. Peary zou in dat geval de pool langs een geheel ande ren weg dan Ik bereikt hebben. Dat is eer genoeg voor ons beiden. Dr. Cook acht het hoogst waar schijnlijk. dat het telegram door Peary zelf verzonden is, en in dat geval zou het dus ook zoo zijn, dat Peary aan de Noordpool geweest is. Prof. Geelmuyden te Christianla, die de opnemingen van Nansen's en Sverdrup's expedities heeft uitge werkt, is naar zijn oordeel over Dr. Cook's reis gevraagd. De hoogleeraar vond de berichten over de reis nog te onvolledig, om er een beslist oordeel over te hebben. Maar verschillende tegenstrijdighe den in het verhaal van den tocht had den hem getroffen. Op een plaats heet het b.v., dat Cook de midder nachtzon voor liet eerst op 7 April zag, toen hij op omtrent 85 gr. N.B. was. Het moet dan aan het weer heb ben gelegen, dat hij haar niet eerder had gezien, want den 7den April moest de middernachtzon zichtbaar zijn tot aan den 84sten graad toe. In een ander bericht staat, dat Cook de middernachtzon voor het eerst op 20 April zag. Op dien dag had hij haar reeds op den 79s>ten graad kun nen zien. Cook kan wel instrumenten bij zich hebben gehad om te bepalen, waar hij zich bevond vermoedelijk had hij een sextant hetgeen inderdaad juist is waarmede hij de hoogte van d© zou boven den gezichteinder kon me ten Maar men kan daarbij tot in minu ten onjuist meten. Zoo dacht Nansen tot 86 graden 14 min. doorgedrongen te zijn, maar prof. Geelmuyden rekende uit, dat het slechts 86 gr. 4 min. was geweest. Cook rekent zelfs met seconden dat lijkt vreemd. Een seconde is slechts 33 meter, en hi] spreekt er van, dat hij de laatste 14 seconden naar de Pool voorttrok, dat is niet ten volle een halve kilometer. Met de gTOote sextanten, die men aan boord van schepen heeft, kan men tol op tien seconden nauwkeurig meten. Wat merkwaardig is, is dat Cook dien weg, waarlangs hij op de Pool is gekomen, voor zijn terugweg heeft kunnen weervinden. De zon, die daar eer- horizontale baan beschrijft, geeft weinig richting en de stenen zijn onzichtbaar terwijl de zon' schijnt Cook had licht den tegenovergestel- den weg kunnen genomen hebben en in Siberië zijn beland. Maar mis schien heeft hij bij de heenreis op het ijs merkteekenen achtergelaten. Er waren nog eenige dingen, die prof. Geelmuyden in het reisverhaal niet begreep, maar hij wou uitvoeri ger berichten van Cook afwachten. Zal het Hoogerhuis DE BRITSCHE BEGROOTING afstemmen De Engelscho regeering schijnt er wel bevreesd voor, al meent 7.ook, dat de publieke opinie het Uoofperhuis in de goede richting zal drijven. Dit blijkt uit hetgeen de Engelscho minister BirreJl in een© penbare bijeenkomst over de begroo- ïng heeft gezegd. Ik hoor, zei hij o. a., dat de be grooting bij het volk in de gunst is. Dat is een heel ongewoon verschijn sel voor een begrooting. Want ten slotte is een begrooting iets als een kiezetrekkers-machine. De minister sprak ook over de kans van verwerping door het Hoogerhuis. Lord LandscLowne en zijn conclave, zeide Birrell, zitten in hun vertrek ken en wachten rapporten af over de stemming in den lande. Zien zij uit die rapporten, dat de begrooting niet ia de gunst is, dan zullen zij haar verwerpen en de regeering dwingen, een verkiezing te houden, maar zien zij, dat zij wel in de gunst is, dan zirt- len die machtige heeren en groote patriotten eenvoudig de grondwet ge hoorzamen en de begrooiiug tot wet maken. In eik geval, liet Birrell er op vol gen, zal de regeering haar plicht doen en recht door zee gaan, tot deze groot- sche begrooting in veilige haven is ge bracht. Lord Crewe, een ander lid van hot kabinet, heeft in een rede gezegd, dat hij niets gelooft van de praatjes, dat he' Hoogerhuis de begrooting zal wij zigen of verwerpen. Hij geloofde ook niet. dat het land wenscht, dat het Hoogerhuis een van beide zou doen. Wat 't land wenscht is de begrooting, zei de minister. Uit een hoofdartikel van de Times over de snel naderend© zware crisis in Engeland's binnenlanclsche poli tiek, gelijk het blad schrijft, moet men opmaken, dat Balfour en Lands- dewno, de leiders der unionisten in Lager- en Hoogerhuis, Inderdaad van hun partij de groote meerderheid In bot Hoogerhuis niet zullen ver langen, de begrooting te verwerpen. De Times, dio blijkbaar andera wil, herinnert dio leiders, dat de partij- tucht niet te strak moet gespannen worden. Ze zou dan wel eens kunnen breken. Onlangs hebben nog 98 unio nistische lords tegen het advies van Landsdowne hun stem uitgebracht De leiders dienen rekening t© houden met de wassende overtuiging in het unionistische leger, dat deze begroo ting, die naar Lord Rosebery's woord niets minder dan een omwenteling Is trouwens liberale ministers heb ben die omschrijving aanvaard geen wet mag worden, althans niet voor het land over haar beginselen uitspraak heeft gedaan. Stadsnieuws HET TOONEEL „EEN BASTAARD" DOOR HET GE ZELSCHAP VAN DEN HEER POTHARST. „Een Bastaard" is niet de Juiste naam van bovengenoemd tooneel- spel; het is een stuk met een „of" in den titel, zooals dat gewoonte was in den tijd der ouderwetsche draken, toen geen drama mooi kon wezen als het niet een dubbelen naam had, waarvan de onderdeelen door een „of waren verbonden. Een stuk vol tooneel-romantiek. En daarover hebben de Vlamingen van den heer Potharst den laatsten avond van hun optreden alhier hun hals gebroken. Deze Vlamingen behooren met hun spel nog in de oude school der roman tiek, we zeiden 't Zaterdag al. Maar hun romantiek Is van een drukken, bonten, rumoerigen aard; ze heeft be hoefte aan een zwierig gebaar, een heroïken stand, een hol en lawaaiig woord. De Don César-romantiek zou hun t beste afgaan. Maar met dat soort spel kunnen zij in de romantiek der s a 1 o nstukken nleta uitrichten. 1-Ioe een „bokkenrijder" van 1793 er hoeft uitgezien, weten we niet; ze kun nen van hem en zijn omgeving dus maken wat ze willen en dan moeten we maar aannemen, dat 't zoo wel ge weest zal zijn. De historische roman tiek levert een onbeperkt veld voor de fantasie; men kan er op borduren wat men wil. Maar wanneer die roman tiek komt in het hedendaagsch leven en in de moderne salons, dan wordt "t iets anders, dan komt ze op een ge bied dat we zelf ook kennen en dat men dus controleeren kan; men kon dan zien of 't juist is wat ze uitbeel den en weergeven willen. Komt er ln een hedendaagsch stuk een bankier voor, dan kunnen we controleeren of wat ons als zoodanig op de planken gegeven wordt, werkelijk op een ban kier gelijkt, want de types kan men in het leven rond ons zien- En zoo kon iedereen zien, dat de bankier Duversy uit „Een Bastaard" heelemaal geen bankier was, maar een romantisch grimeerend en actee- rend acteur. En zoo was 't met alles wat we te zien kregen. De romantiek dezer exuberante Vlamingen' met hun volksstuk-manieren en „maintien"' was de dood voor dit saion-tooneel- stuk. De heeren en dames wisten er geen weg mee, voelden zich niet op hun gemak in een omgeving, die de hunne niet Is, en waarvan zij de usances en de manieren niet kennen; zij lawaaiden er zoon beetje door heen, met romantieke drukdoenerig- heid opvullend wat zij leeg lieten door gebrek aan 't werkelijk nood zakelijke. Ware 't niet te wreed ge weest, men had o.a. moeten lachen over de malle, onhandige manier, waarop eenige der heeren hun siga ren vasthielden en stonden te rooken in een salon. En met zulke dongen was him spel vol. Neen, onze gemoedelijke, burgerlij ke en ongegeneerde Vlamingen met him romantische bontheid en hun sans gêne van het estaminet-leven kunnen tegen dit salonwerk niet op. FRANS NETSCHER. DE „DAMIATEN" AAN HET WERK. Het is een gelukkig verschijnsel, dat er een kentering is gekomen in d<* opvatting van hetgeen al of niet of kunstgebied goed is voor wat men iq 't algeineen „het volk" noemt, tenge volge van het doordringen der ver edelende denkbeelden van het altruïs me. Meende men vroeger, dat alle* goed genoeg was voor het volk, om dat men uitging van het idee, dat 'I toch geen smaak had en gewoonlijk het slechtste het mooist vond, dit „laissez-aller" stelsel is men nu gaan verlaten ©n men is gaan begrijpen, dat met goede leidiing de smaak van datzelfde volk te verbeteren en te ver edelen zou zijn. Op letterkundig gebied heeft Si mons met zijn Wereldbibliotheek al een stap in de goede richting gezet en het volk tegen geringen prijs aan goede lectuur geholpen. Maar het tooneelkundig terrein ligt in dit opzicht nog geheel braak. In de week heeft het volk en de kleine burgerij gemeenlijk geen tijd om naar den Schouwburg te gaan; de Zondag blijft voor hen alleen over. En wat krijgt 't dan te zien? Wat staat or op het 'répertoire der Zon dagsvoorstellingen? Gewoonlijk d-a- ken en prulstukken, gespeeld door samengeraapte troepjes van den zoo- veelsten rangl Dat wordt goed ge noeg geacht voor een Zondagspubliek! Het gezelschap „De Damiaten", sa mengesteld uit jonge artisten en lief hebbers uit Haarlem en Amsterdam, wil beproeven daarin verandering te brengen door tegen geringe entrée aan het publiek, dat Zondags den schouwburg bezoekt, stukken en spel van beter gehalte te geven. Een mooi streven dus. Daarom zijn wij van onze gewoonte afgeweken en op Zondag avond naar den Jansweg gegaan, om eens te zien hoe die proef geluk ken zou. En we zijn er vandaan ge komen met de vraag op de lippen, of ons publiek wel rijp en geschikt is voor zoo iets. Wat wij er vonden? Een lustig rookend en dampend pu bliek op alle rangen, dat niettegen staande het politieverbod de zaal met een lichten mist ging vullen, waarte gen de politie niets deed; en boven ln de zaal kwajongens van het bekende straattype, dat floot, elkander over en weer toeriep, gein eene woorden liet hooren en dat ouder de bedrijven met moeite kalm werd gehouden. Er heerschte een allesbehalve aangena me of beschaafde toon. En wanneer hiertegen geen maarregelen worden genomen, zuilen de Zondagavond- voorstellingen geen ontspanning op leveren, waarin de nette menschen, die op Zondag ook eens naar den Schouwburg willen, behagen kunnen scheppen. Ondertusschen deden do „Damia ten" braaf hun best en lieten zich zelf8 niet door gelach of rumoerig heid op goede oogenblikken van de wijs brengen. Zij hadden voor stuk „Zijn Speel goed" (Liebelei" van Arthur Schnits- ler) een repertoirestuk van het Leid- sche Plein, gekozen, dat ze onder d© regie van Frits van Dommelen had den ingestudeerd. Het. is de geschie denis van een Weensch meisje, dat een als speelgoed begonnen amouret te als een serieuse I'afde gaat opne men en er dan allerlei verdriet en narigheid van beleeft. Dit stuk, dat niet veel effect naar buiten maakt, maar zijn verdiensten draagt in kwaliteiten, die een opper vlakkig publiek, hetwelk niet onder en achter woorden lezen, voelen en begrijpen kan, niet gemakkelijk op merkt, kwam ons voor van een gehaF te te zijn, dat het Haarlemsche Zon dagspubliek nu nog niet apprecieeren kan. Alleen bij de groote wanhoop&scèn© op 't einde van het stuk al» Christin© bemerkt dat Fritz in een duel om een andere vrouw dan zij gevallen is, kwam liet publiek heel even onder den indruk, en dit pleitte zeer zeker voor het spel van mevr. den Hartogh- v. d. Gaag, die hier werkelijk goed© momenten had, dat haar dit gelukte. De heer Henri von Rijswijk, het lid van „Cremer", die binnenkort mei Bouwmeester mee naar Indiö gaai Naar het En gelach, door Barones Orczy. 47) Neen neen I vervolgde Chau- velin, twee kinderen en een oud man zouden niet voldoende zijn om onzen kostbaren gijzelaar te bewaren, en ik dacht noch aan den Abt Foucquet, noch aan de twee kinde ren, toen ik zei, dat een Engelsch gentleman zichzelf niet zou redden ten kost© van anderen. Aan wie dacht u dan, mijnheer Ghauvelin Wie anders moet den prijs bewaken, die u van zoo groot» v. aarde acht De geheel© stad Boulogne, ant woordde hij eenvoudig. Ik begrijp u niet. Laat mij het u duidelijk maken. Mijn collega, Burger Collot d'Her- bols, kwam gisteren van Parijs hier heen gereden hij is evenals ik zelf 111 van het Comité van Algemeen Wel zijn, wier plicht het is, het welzijn van Frankrijk te bevorderen, door al degenen te straffen, die samenspan nen tegen de wetten en de vrijheid var. het volk. De voornaamste dier samenzweerders, dien 't onzen plicht is te straffen, is natuurlijk die onbe schaamde avonturier, die zichzelf den Rooden Pimpernel noemt. Door zijn aanvallen heeft hij der Regeering van Frankrijk veel last veroorzaakt, door ziin aanvullen die meestal geluk ten, zooals ik reeds toestemde heeft hij don rechtvaardigen wraak verhin derd, die een onderdrukt land hot recht hoeft uit te oefenen op hen, die bewezen tyrannen en verraders te zijn. Is het noodig, dit alles op te noe men, mijnheer Ghauvelin vroeg zij ongeduldig. Ik geloof 't wel, antwoordde hij kalm. Dit wide ik maar zeggen. Wij' voelen dat de Roode Pimpernel op dit oogenblik in zekere mate in onze macht is. Binnen enkele uren zal hij te Boulogne landen.... Boulogne, waar hij heeft toegestaan met mij te cluel- leeren.... Boulogne, waar Lady Blake- ney op dit oogenblik toevaLiig ook Is... Zo'oals u ziet, heeft Boulogne een ern stige verantwoordelijkheid te dragen; daarom Is zij op dit oogenblik de voor naamst© stad in Frankrijk, omdat zij binnen haar poorten een gijzelaar vast houdt voor de komst van den bittersten vijand van haar land op on ze kusten. Maar zij moet niet van dat hooge voetstuk vallen. Haar dubbele plicht is duidelijk voor haar; zij moet Lady Blakeuey vasthouden en den Rooden Pimpernel gevangen nemen; als eerste haar mislukt moet zij gestraft worden, als zij in het tweede siaagt, zal zij beloond worden. Hij zweeg en leunde weer uit het venster, terwijl zij hem ademloos en verschrikt gadesloeg. Zij begon er nu lets van te begrijpen. Luister, ze' hij, haar recht in het gelaat ziende. Hoort u den omroeper nu Hij maakt de straf en de beloo ning bekend. ITij is bezig den burgers van Boulogne duidelijk te maken, dat een algemeene kwijt scheiding van straffen zal worden toegestaan op den dag, waarop de Roode Pimpernel in handen valt van het Comité van Alge meen Welzijn aan alle inwoners van Boulogne, di© op dit oogenblik in hechtenis zijn, en vergeving aan al len binnen deze stadsmuren over wie het doodvonnis is uitgesproken Een edele belooning, niet waar Wel verdiend, dat zult u moeten toestem men?.... Zou het u dan verbazen, wanneer nu do geheel© stad Boulog ne haar best doet dien geheim zinni ge n held te vinden en in onze handen over te Leveren?.... Hoeveel moeders, zusters, vrouwen denkt u zou het mis lukken op dit oogenblik de band te leggen op den Engelse hen avontu rier, als het leven of de vrijheid van echtgenoot of zoon daarbij op 't spel stond?Ik heb daar «emge cijfers, ging hij voort, terwijl hij naar de ta fel wees, die mij zeggen, dat er vijf-en- dertig inwoners van Boulogne in de plaatselijke gevangenissen, nog een dozijn meer in de gevangenissen van Parijs zijn waarvan er minstens al twintig zijn verhoord ©n ter dood ver oordeeld. Ieder uur, dat de Roode Pimpernel kans ziet aan zijn vervol gers te ontkomen, liggen er zooveel dooden voor zijn deur Als hij er ln slaagt, Engeland weer veilig te be reiken, dan zullen al die levens aan hem opgeofferd worden.... Neen l maar ik zie, dat u huivert van koude, voegde hij er oven lachend bij. Zal ik het venster sluiten? of wenscht u te hooren welke straf aan Boulogne zal worden uitgedeeld, als blijkt, dat Lady Blakeney uit haar gevangenis ontsnapt Is op den dag, dat de Roode Pimpernel gevangen genomen wordt. Gaat u alstublieft verder, mijn heer, zei ze volkomen bedaard. Het Comité van Algemeen Wel zijn, vervolgd© hij, zou deze stad als een nest met verraders beschouwen, als op den dag, dat de Roode Pimper nel onze gevangen© wordt, de echtge noot© van den beruebten Engelschen spion Boulogne al had verlaten D© geheel© stad weet op dit oogenblik, dat u in onze handen is u, de kost baarste gijzelaar, die wij konden krij gen voor de eindelijke gevangenne ming van den man, dien wij allen vree zen en haten. Wat de omroeper op het oogenblik aan de burgers der stad bekend maakt, komt in 't kort hierop neerWij willen dien man hebben, maar wij hebben zijn vrouw al, zorg, burgers, dat zij niet ont snapt I Want als dat gebeurt, dan zullen wij onmiddellijk den kostwin ner van iedere familie in de stad neer schieten. Een kreet van afschuw ontsnapt© aan Marguérlte's lippen. Zijn het dan allemaal duivele, hijgde zij, dat de gedachte aan zulke dingen bij Jullie opkomt? Zeker, sommigen onzer zijnbulr ten kwestie duivels, zei Chauvelin droogjes. Overigens zijn wij niets an dere dan gewon© menscheen, strijdend voor onze bezitting, en wij wenschen den burgers van Boulogne geen kwaad toe. Wij hebben ben weliswaar bedreigd maar u en di© onvindbare Pimpernel kunnen er voor zorgen, dat di© bedreiging nooit wondt uitge voerd. U zou het toch niet doen, her haalde zij hevig verschrikt Neen, schoon© dame, bedrieg u- zelf alstublieft niet. Op dit oogenblik lijkt die proclamatlo niets dan een be dreiging. dat stern ik toe, maar laat mij u verzekeren, dat als wij er niet in slagen den Rooden Pimpernel ge vangen te nemen en als u door dezen geheimzinnigen avonturier uit dit slot wordt weggehaald, dat wij dan ongetwijfeld iederen weerbaren man en zelfstandige vrouw ln deze stad zullen neerschieten of guillotineert)Tr il ij had kalm en met nadruk ge sproken, blufferig noch boos, en Mar- guértte zag op zijn gelaat nietg dan een kalme en wroede beslistheid, d© beslistheid van een geheel volk beli chaamd in dezen eenen mar om zich het kostte wat het wilde te wreken.' Zij wilde hem haar gr ooien wanhoop niet laten zien, ook w ild© zij hem op haar gelaat d© onuitsprekelijke moe- deloosneid, die haar hart vervuld©, niet laten lozen. Het was nutteloo© een beroep op hem te doen zij wist heel goed, dat zij van hem toegevend heid noch genad© kon verwachten. Ik hoop, dat Ik u eindelijk deeq toestand volkomen duidelijk gemaakf heb sei hij eindelijk op vriendelijk vragftüdcn toon. Uw positie ls zoo p» makkelijk mogelijk. f Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5