HAARLEM'S DAGBLAD. OM ONS HEEN maat8chappt]'kennls. üiaiteaiandsch Overzicht Stadsnieuws Uit de Kechtszaal FEUILLETON i roods Pimpernel in Gevaar. No. 983. Onderricht ln In een vorige vergadering van den jloemendaalschen gemeenteraad heeft Mr. Tidoman een poging ge daan tot invoering van een nieuw leervak, dat tb maatschappij-kennte jou willen noemen, bij het horhar ilügsonderwijs. De peeing ia niet ge lukt de Raad gevoelde er niet voor, «n het lijkt mij toe, dat de voorsteller jtelf daartoe aanleiding gaf door al to ®e#r stil te Staan bij de bijzonder- beden van zijn eigen vak. Ho® nuttig ook mag wezen, te weten wat een cureur is, zoo zijn er wel dringen- zaken voor een leerling der her- jschool te weten en wat een ./aarder zou kunnen zijn, wor- ze helaas soms al te spoedig aan jon lijve gewaar. Intussohen, waren ook de voorbeelden minder Juist ge kozen, het denkbeeld zelf verdiende /neer aanmoediging, don het in den Bloemendaalschen gemeenteraad ge- tonden heeft. Over het algemeen lijdt ons onder lijs, dunkt mij, aan overmatig stro ve u naar het bijbrengen van theore tische wetenschap. Aan het lager on derwijs kan daarvan nog het minst een verwijt gemaakt worden, omdat daar de tijd ternauwernood voldoen de is, om aan de leerlingen een 'eenigszins soliden basis mee te geven Van de drie hoofdvakken i leze®, Schrijven en rekenen. Het kwaad 'fleemt toe, naarmate men komt in de hoogere regionen, bij bet middelbaar (onderwijs, waar onder het voorwend sel van het denkvermogen te ontwik kelen, leerlingen worden opgevuld met wiskundige geleerdheid, die zij nooit noodig zullen hebben in de 'praotijk, of op het gymnasium, waar reeksen en rijen van uren worden doorgebracht met de studie van twee 'doode talen, zoodat er voor do mo derne niet genoeg tijd overschied en aanstaande juristen bij voorbeeld zelfs niet behoorlijk boekhouden leeren, al zullen zij bij hun optreden in de maat- échappij dat onmiddellijk noodig bob ben als brood. Theorie, theorie en nog eens theorie. Op do hoogere burgerschool de liefde voor de exacte wetenschappen, op het gymnasium do aanhankelijkheid Voor do oudo talen, niet omdat die studie in de praotijk zoo nuttig was, maar omdat ze behoort bij een zuiver academische vorming. Laat ik hot maar durven zeggenGrieksch en Latijn staan deftig, ook bij wie ze glad vergeten zijn. Het eind-examen Van het gymnasium blijft het heele leven door een testimonium van hoo- go geleerdheid, ook al is door jaren lang gebrek aan oefening en praotijk ]van de werkelijke kennis niets dan de haann overgebleven. Menigeen zou W weiiscben, dat men hem, in de )laats van doze theoretische knap- ïeld, wat practische kennis had mee gegeven, die hij zich naderhand, te hooi en te gras, derhalve veel minder volledig, misschien zelfs wel ten koste van anderen, verwerven moet Gelukkig hêeft do natuur do ge woonte, om wanneer men haar rech ten forceert, die langs anderen weg weer te veroveren. Het is niet maar bij toeval, dat de groote bloei van het middelbaar onderwijs samenvalt mot de opkomst Yan de sport, bijvoorbeeld van het voetbalspel. Da leerlingen hebben, haast onbewust, in een syste matisch spel een tegenwicht gezocht Van de inspanning, die op school van hen gevergd werd en daarom kan ik ook nooit een leer aar over den groei Van de sport hooren klagen, of ik •yei wonder me eir over en zou hem willen zeggen i „geachte heer, gij zijt .van die plant zelf cLe ijverige tuin man geweest 1" Theorie bij het onderwijs 1 Bijna in geen enkel vak Yonden we dat sterker, dan bij hot geschiedenis-onderwijs. In dat opzioht gaven lagere school, H B. S. en gymnasium elkan der nauwelijks iets toe. Te vaak wordt hot begrip van de leerlingen omtrent de geschiedenis geleid langs de jaartallen van de oorlogen. Het 6chijnt wel. dat wat de volkeren tus- schen of zelfs onder die oorlogen door hebben gedaan, niet de moeite van 't vertellen waard wordt gevonden. Hand- en schoolboeken verwijderen zich nu en dan wel eon oogenblik van el deze bloederigheden, maar om spoodAg daarheen terug te kee- ren, zoodat de leerling wel den zon derlingen indruk moet krijgen, dat de volkeren een tijdlang wakker wa ren en vochten, om daarna een poos in vredestoestand te versuffen. In werkelijkheid ia de zaak natuur lijk precies andersom geweest. In tijd van vrede hebben over het algemeen de menschen tijd en gele genheid gehad om te werken aan eco nomische verbeteringen, aan ontwik keling, beschaving, kunst en letteren. Oorlog lokte hen altijd min of meer daarvan af, schoof beter dingen op deai achtergrond, wanneer hij niet veel goeds verwoestte, dat ln dagen van rust was tot stand gebracht De billijkheid gebiedt te erkennen, dat ook hieromtrent de begrippen gingen kenteren. Bij bet geschiedenis onderwijs worden de maatschappelij ke toestanden meer dan voorheen op den voorgrond gebracht. Men denke niet, dat dit alleen een quaestle is van min of meer weten, het oefent tevens groaten invloed uit op de levensbe schouwing van het opgroeiend ge slacht* Zoolang het onderwijs der geschie denis zich bewoog langs de gevechten alléén, moet het den leerlingen heb ben toegeschenen, alsof ook ln de toekomst geschiedenis zonder oorlog niet denkbaar wezen zou. Nu het ge schiedenis-onderricht meer en meer maatschappelijke historie gaat wor den, zal de leerling inzien, dat de oorlogen, die de ontwikkeling der sa menleving stoorden en tegenhielden, onder onze gansch veranderde om standigheden overbodig zijn geworden dat de historie der toekomst geen oorlogen behoeft 1 Een zuiver practLsch resultaat de> halve* Kan dus een vak anders gedoceerd warden, dan tot dusver veelal ge schiedde, met Mr. Tideman ben ik het eens, dat veel wat nu weinig of niet op schooi wordt beüandeid, daar tot zijn recht zou kunnen komen. Bij velen, die tooh niet voor dom kunnen doorgaan, bestaat niet het flauwste denkbeeld van onze voornaamste rijkswetten, noch kennis van de col leges, die haar uitvoeren. Terwijl wij het er allen over eens zijn, dot Ne- derlandsche jongens toch vooral niet te veel in het eigen land moeten blij ven hangen, wordt er op onze scholen veel te weinig aandacht gewijd aan het onderwijs over onze prachtige In dische bezittingen, waar voor zoove- len nog gelegenheid zou zijn, een be staan te vinden, wanneer wij er maar meer van doordrongen waren, dat Indië Nederland is en niet een vreemd land, waarvan do kennis nauwelijks meer wordt ontwikkeld, dan die van Frankrijk of Duitschland. Iets anders is ons belastingstelsel. Wat weten do menschen er van Meermalen verwarren zij de rijksbe lasting met de heffingen van do ge meente, in 't algemeen zien Yelèn ons belastingstelsel aan voor een duistere, geheimzinnige machine, die er spe ciaal op gebouwd is om hun het geld af te tappen. Hoe .'vet in elkander zit, welke verhouding er tusschen de fi nanciën van Rijk en gemeente be staat, welke rol daarbij die van de provincie spelen, het zijn allemaal dingen, die voor tal van ouderen als een gesloten boek zijn, omdat ze in hun jeugd daarvan nooit ieta verno men hebben. Is voor dat alles geen tijd te vin den Neen, zoolang vooral bij middel baar en hooger onderwijs wordt vast gehouden aan alles, wat vroeger noodig scheen. Als ar ooit eens een radicale schoonmaak komt, kan er misschien ook een uur per week wor den gevonden voorkaraktervor ming. Wat een voordcel zou het we zen, wanneer geregeld kon worden verteld van groote mannen en hoe zij hun weg door de wereld hebben gevonden. Van generaals of admi raals boor en de Jongelui genoeg voor het practische leven hebben zij heelwat meer aan een voordracht over menschen als Edison, Pasteur, Gornegle, Finsen en zooveel anderen, die getoond hebben wat volharding en energie vermogen te bereiken. Ik zou den leeraar, die dat uur voor zijn rekening kreeg, kunnen benijden, niet alleen omdat hij zooveel aan dacht zou vinden, maar ook omdat hij gevoelen zou, hoe hij staal giet in menig karakter. Onze tijd is er een, die ontwikke ling eischt van wie in het leven sla gen wil, maar ook en niet minder practischen zin. Hoe meer we op school aansluiting kunnen geven aan bet practische leven, des te beter bereiden we de kinderen voor op den zware® strijd om het bestaan. Voor dat voordeel zou Jk voor mij gaarne heelwat theoretische wijsheid, die de leerling wanneer hij de school verlaat, in de kast bergt om er nooit meer naar am te zien, present geven. J. C. P. Op HET PARTIJ-CONGRES DER DEUT SCHE SOCIAAL-DEMOCRATEN is in bespreking de houding der Rijksdagleden, die gestemd hebben voor de tweede lezing van de erfenis belasting. Tot een stemming over deze kwestie kwam het op het congres niet. Het voorstel om het debat te sluiten werd met kleine meerderheid aangenomen. Kautzky, de wetenschappelijke leider der zuivere Marxisten, zei kort te vo ren, dat hij een grondige regeling van het vraagstuk hoe de socialisten over begrootingen moeten stemmen noodig vond, maar op dit congres niet moge lijk achtte. Hier viel een stem hem in de redo met de woorden Omdat gij nu geen meerderheid hebt I Inderdaad bleek de meerderheid der vergadering het wel eens met de sprekers, die de stem men der partijgenooten in den Rijks dag, voor die tweede lezing uitge bracht, billijkten. Fischer uit Berlijn had in den aanvang van de zitting ge zegd Wij baleven hier toch wonder lijke dingen. In de politiek is onze positie nu zoo gunstig als ze nauwe lijks ooit geweest is. De menigte in den lande brandt van verlangen om den tegenslag van 1907 uit te wis- schen. In den grond zijn wij volko men eensgezind, en nu heeft het ar- beidersparlement op eens niets beters te doen, dan te twisten over ongelegde eieren, over de vraag wat er gebeurd zou zijn, of had kunnen gebeuren, of had moeten gebeuren, wanneer het tot de deTde lezing van de erfenisbelas ting was gekomen. Het zou een mis daad zijn, zei hij een oogenblik later, als het partijcongres zich niet tegen al dit doe trina iris me en fanatisme verzette. Er moet in den lande ge werkt worden tegen de 400 millioen indirecte belastingen. Hoe de partij tegenover een erfenisbelasting staal kan later aan de orde komen, indien tot die belasting weer eens een voor stel wordt gedaan. Dit was da beschouwing die blijk baar insloeg. Een heftig tooneel riep het Rijksdag- lid Ledebour op, toen hij reide, dat 't partijbestuur in zijn verslag van de groep dear Rij ksdagioaen te gen zijn zin geschrapt had, zoodat ar een verkeerden indruk gewekt werd. Hij beweerde, dat de meerderheid van de groep er voor was om tegen de erfenisbelasting te stem. men. Dit werd uit de vergadering on waar genoemd. Het partijbestuur deel de mede, dat Ledebour volmacht tot veranderen had gegeven. Ja, zei deze, maar niet in den zin der woorden. Men weet, dat Bebel zei, dat hij bij oen derde lezing voor zou gestemd hebben. In den loop van zijn rede zei Lede bour nog, dat het ©an utopie was te meenen. dat het tusschen sociaal democraten en liberalen tot eenigerlei verbond kon komen* Da Britten schijnen er danig mee in te zitten, dat de stemmen- en strepen- vlag nu aan DE NOORDPOOL schijnt te wapperen. Weer kwam in hot Lagerhuis de kwestie ter sprake, wien het land aan de Noordpool toebehoort. Een afge vaardigde vroeg of Canada aan spraak had gemaakt op ail e land, lig gende tusschen de grens van Amerika en de Noordpool, en of die aanspraak vervat is in eenig verdrag, een arti kel van de grondwet of document. Kolonel Seely antwoordde, dat, J naar de minister van koloniën had vernomen, de Canadeesche regeering geen formeele verklaring van de juis te grenzen van haar bezittingen in het Noorden heeft gegeven, maar dat men gelooft, dat zij zich gerechtigd acht al het aangeduide land voor Ca nada op te eischen. Anders, de Zuidpool is nog dispo nibel I In het Fransche Gr and-B assam aan de Afrikaansche Ivoorkust is een sol daat GELYNCHT DOOR DE INBOOR LINGEN. De man, een Senagalee3 uit Ouos- sou. All Seek genaamd, had in een vlaag van jaloezie zijn vrouw ver moord. Deze vrouw behoorde tot de familie van het stamhoofd der streek. De moord eischte wraak. De moorde naar was zichzelf gaan aangeven aan het hoofd van den post Ouossou. Hij was in het fort gevangen gehouden. Maar de menigte, drie- of vierhonderd man sterk, kwam opzetten en verlang de dreigend uitlevering van Ali Seek. De post van Ouossou is tien man sterk. De inboorlingen waren met te- weren gewapend. De gezagvoerder van den post vroeg door de telefoon om raad aan den chef, die op een af stand woont van eenig© uren. Deze chef achtte den post niet sterk genoeg om een aanval van de woedende in boorlingen te weerstaan en gaf bevel den gevangen moordenaar uit te leve ren. De inboorlingen hebben den on- gelukkigen Ali Seek doodgemarteld. De marteling duurde vier dagen lang. Daarna sneden zij het lijk in stukjes en verbrandden het overschot. Eenige dagen later eischten de in boorlingen twee andere mannen op om ze dood te martelen. Deze maal wa ren het mannen, die tot de bezetting van den post behoorden, Fransche sol daten dus. Het hoofd van den post heeft in overleg met zijn meerdere de inboorlingen tot bedaren gebracht door een vergoeding In geld te geven- De sultan van Marokko heeft de consuls der mogendheden te Fez in gehoor ontvangen- Hij heeft hun hei antwoord medegedeeld op HET PROTEST TEGEN DE MARTE LING DER GEVANGEN GENOMEN aanhangers van den rogL De Suiian verklaarde, dat hij de straf van af kappen van handen en voeten uit me delijden had opgelegd, daar deze straf toch lichter moest worden geacht dan de doodstraf. Hij maakte de opmer king, dat tegenover de onbeschaafde Marokkaansche stammen maatrege len noodig waren, die in Europa se dert Lang zijn afgeschaft. Hij hoopte, dat groote opstanden als die van Boe Hamara voor goed tot het verleden zouden behooren en voelde, wat hem zelf betrof, geen neiging, in het ver volg bij voorkeur straffen toe te pas sen als de aanhangers van den rogi hadden ondergaan. Evenwel, de gestraften hebben die afschuwelijke martelingen ondergaan. Te Dingwall in Schotland Ls het huwelijk voltrokken tusschen PRINS MIGUEL VAN BRAGANZA EN MEJ. ANITA STEWART, een rijke Amerikaansclie. Bij het hu welijk waren tegenwoordig ae hertog van Braganza, pretendent yan den Portugeeschen troon, en de hertogin, Yader en moedeer van den bruidegom, een broeder, een prinses van Beieren, een prinses van Bourbon en edelen van minderen rang. Gelijk men weet, o» nu juffr. Ste wart, krachtens besluit van den kei zer van Oostenrijk, prinses van Bra ganza geworden, met den titel van Koninklijke Hoogheid. De R.-K. aartsbisschop van Aber deen, die het huwelijk voltrok, herin nerde dat in 1336 Johan, de eerste ko ning van Portugal, trouwde met de gravin van Lancaster, een Schotscho prinses. Bij het huwelijk is veel luis ter tentoongespreid. ELECTRISCHE SPOORWEG MAATSCHAPPIJ. Gedurende de maand Aug. 1909 be droeg het aantal vervoerde passagiers op de verschillende lijnen: AmsterdamHaarlemZandvoort: 292.346. Ceintuurbaan te Haarlem 152.336. Haarlem-Bloemendaal 112.187. Totaal 556.869. De ontvangsten por dagkilometer bedroegen: Lijn AmsterdamHaarlemZand voort 78.88 1/2. Ceintuurbaan te Haturlem 38.99. Lijn Haarlem-Bloemendaal 71.89J. Over de maand Augustus van T vo rige jaar waren deze cijfers belang rijk lager, zoodat de Maats., al was de maand Juli van dit Jaar ook slech ter, toch een betere Augustusmaand heeft gemaakt In Aug. 1908 was n.L het aantal vervoerde passagiers: Amsterdam—HaarlemZandvoort; 264.588, Ceintuurbaan 133.274, Haar lemBloemend aal 55.085, met een ontvangst per dagkilometer van reep. f 71.87, f 35.09 en 63.80 1/2. ORGELBESPELING op Dinsdag 21 Sept, des nam* van 12 uur, in de Groote- of Sint Bavo- kerk alhier, door den Heer W. Ezar- raan. No. 1. Choralvorspiel und Fuge, Joh. Brahms. No. 2. Adagio (2e Symphonie), Beet hoven. No. 3. Concetrtfantasie, W. Rudnick. No. 4. Offertoire, Th. Dubois. No. 5. Terzet uit de Schepping, Haydn Voor het lighalfonds, In de week van 5—12 September jl. werd in dank ontvangen: namens de Commissie der versiering van de Sme- destiraat met de Julian af eesten 18 Mei jl. 7; van mej. I. Pilger f 6, als op brengst van postzegels en zilverpa- pier met haar leerlingen verzameld. MISHANDELING. Voorgebracht wordt een Jonge Vo- lendamsche schipper in zijn eigenaar dig costuum. De man, R. V. genaamd, wordt beschuldigd S. Steur levensge vaarlijk met een mes te hebben ge wond in de borst en M .Veldhuyzen een steek ln 't gezicht te hebben ge geven. De schipper erkent, dat hij het mes getrokken heeft. Hij weet echter niet wie getroffen is. Den geheelen dag was hij al in een ruziomakendö stem ming ,had eenige biertjes op, was ge sard geworden. In den avond van den 12den Juni was hij op den dijk eenige bekenden tegengekomen, een vechtpartij was ontstaan. Zekere M. had hem van den dijk afgegooid. Hij was weer bovengeko men, werd uitgelachen en ls nijdig geworden. Om ruimte te maken en weg te komen, heeft hij toon met z'n mes gezwaaid. De get. K. V., heeft gezien dat V., M. een slag in 't gezicht gat M. heeft toen V. over 't hekje van den dijk ge gooid. V. is weer boven gekomen, werd uitgelachen, was nijdig. V. wou M. een slag geven, die opgevangen werd door geL Bekl. heeft toen ge zegd: Ik durf jullie den ratel wel af snijden. V. maakte een armzwaai naar achteren, waar S. stond. Daar dan... zei V. St. is toen In elkaar ge zakt, V. is op bekL toegesprongen, heeft hem van achteren om den hals gepakt BekL heeft hem toen een steek gegeven in de rechterwang. V. is vervolgens weggeloopen, en V. heeft de politie gewaarschuwd. Get S. verklaarde, dat bekl. na van den dijk gegooid en weer boven geko men te zijn M- een slag gaf, met z'n arm achterwaarts zwaaide, daar dan vard... zeide, waarop St in elkaar zakte. Vervolgens hebben V. en hij de be klaagde aangegrepen, waarop V. een steek In de wang kreeg. St riep moord, en werd naar dut dokter gedragen. Dokter B. verklaarde dat in den avond van 12 Jtrni in rijn woning ia gobrcht St. mot een bloedende wond rechts van het borstbeen; in de rechter longzak was een uitstorting van bloed; 11 dagen heeft St in z*jn huii vertoefd, en is toen vervoerd naad zijn woning. Veldhuyzen had een steek in da rechterwang, die geheel doorstoken was. Ook de mond was binnen getro#* fen. De toestand van St. is thans bijna normaal, en Dr. Bergen verwacht, dat alles geheel In orde zal komen. Mr. van Nes van Meerkerk vraag# of de wond levensgevaarlijk is. Dr. B. antwoordt: niet levensga» vaarlijk, wel ernstig. De veldwachter KI. verklaarde ojr een vraag, dat V. een beste werkmap was, doch lastig, wanneer hij veel bier op heeft Den laatsten tijd g^ droeg hij zich zeer goed. De officier van Justitie eischte een gevangenisstraf voor den tijd van een Jaar en 8 maanden, met aftrek van preventieve hechtenis. De verdediger van bekL, mr. VIie- lander Hein uit Den Haag, het woord nemende, zegt dat hij de verdediging op zich heeft genomen, omdat een zij ner vrienden een tijd long ln Volen- dam gewoond heeft en bekl. heeft ge kend. Bekl. heeft zelf gezegd, dat 1 ge- meen geweest was, dat hij het mes ge nomen heeft De verdediger meent, dat het laat ste deel van de dagvaarding, nl. dat Veldhuyzen ls verwond, nietig is, om dat er informaliteiten ln voorkomen. Verder meent de verdediger, dat de steek KL V. uit zelfverdediging is toe gebracht, niet opzettel^k. Wat de ten laste legging aangaat, dat St. een le vensgevaarlijke verwonding is toege bracht, meent de spr. dat de dokter heeft verklaard, dat dit niet 't geval was. Niet bewezen aan worden, dal de wonden opzettelijk zijn toege bracht Bekl. hteft met dat mes ge zwaaid om de omsta tders bang te ma ken. De verdediger verzoekt vrijspraak, omdat de dagvaarding ziet geldig is, omdat het opzet niet bewezen is, en verzoekt om direct ontslag uit de pre ventieve hechtenis. Het laatste verzoek werd niet inge willigd. NACHTRUMOER EN VERZET. De veldwachters J. Fr. en H. v. d. W. waren op zekeren nacht op sur veillanco te Hillegom. Een tiental pol derwerkers, die luid schreeuwden, werden door hen aangemaand hei ru moer te staken. Toen hieraan geen gevolg werd gegeven, bee loot <te poli tie over te gaan tot arrestaU* van een der belhamels. Dit ging echter met krachtig verzet gepaard. Fr. kreeg he vige slagen tegon z'n hoofd en werd in d© vingers gebeten. V, d. W werd tegen den grond gegooid en eveneens gebeteu. LiLl&ekens wareo voorhan den. Terecht stonden deewege P. S. den D en A. J. E.; tegen den eerste werd geëischt een gevangenisstraf van 2 maanden, tegen den laatste 6 we ken. MISHANDELING EN BELEED1GING Terecht stond L. J. v. O die te Vel- sen een vrouw Ln 't gezicht geslagen had, zoodanig dat deze uit de lip bloedde en die een veldwachter een paar niet te herhalen scheldwoorden had toegevoegd. De man was al 18 keer gestraft. Dezen keer werden 5 maanden geëischt. TOEGETAKELD. J. J., uit Purmerland houdt ar een den op na, die van tijd tot cjd een kijkje gaan nemen op 't hooiland van een buurman. Deze vindt dal maar half en verjaagt ze. Over dit ongast vrije optreden geraakte J. J zoozeer in woede, dat hij z'n buurman dreigde te zulle® doodslaan. De buurman werd bevreesd, en spoedde zich op aanraden van z'n vrouw naar den burgemeester. Maar op weg daarheen werd hij door J. J. aangegrepen, dia hem op den grond wierp, en bont en blauw sloeg. Volgens ooggetuigen moet hij er uitgezien hebben als een ziek varken, maar nu was hij weer aardig bijgekomen, merkte de presi dent op. Naar het Engelsch, door Barones Oroxy. 56) „Het /ou mij verwonderen, als „u tornde aan de som, die ik dit- „roaal vraag voor deze hoogst be langrijke inlichting, waarvan ik „u op de hoogte breng, terwijl u „mij dikwijls gelijk» sommen „heeft aaD geboden voor werk, dat „veel minder moeilijk was. „Om uw Regeering met succes »,te dienen, moet ik èn in Enge land èn in Frankrijk goed voor dien zijn van geld, om mij in „staat te stellen een weelderig „leven te lijden, overeenkomende -,met mijn rang als gentleman. „Als ik mijn manier van leven „moest veranderen, dan zou Ik „niet kunnen voortgaan met mij „ln datzelfde maatschappelijk „miiiea te bewegen, waartoe al „mijn vrienden behooren, en „waarin, zooals u wel weet. de „meeste Royalistische intrigues „tot stand komen. „Daarom. vertrouwend een „gunstig antwoord op mijn „rechtvaardig verzoek binnen vier „en twintig uur te zullen ont vangen waarop u de namen in „kwestie dadelijk gemeld zul- „len worden, heb ik, burger, „de eer uw nederigen en gehocr- „zamen dienaar te blijven. Toen hij was opgehouden met lezen, vouwde Ch&melin het papier kalm weer op en Leek den man en de vrouw .csenover hem aan. Marguérite zat kaarsrecht overeind met haar hoofd achterover geworpen, met doodsbleek gelaat en haar han- uen stijf inéén geklemd in den schoot. Zij had gef n ontroering getoond, ter wijl Chauvelin het schandelijk docu ment voorlas, waardoor hij een dap per man wilde brandmerken met het onuitwLschbaar merk van oneer en schande. Nadat zij de eerste woorden ge hoord had, keek zij haar echtgenoot snel en vragend aan, maar hij stond eenige passen van haar af, vlak te genover den flikkerenden cirkel van geel licht, veroorzaakt door de bran dende vetkaarsen. Hij stond daar in zijn gewone houding, zoo onbeweeg lijk als een standbeeld, rruet de bee- nen een eind van elkaar af en de handen begraven In zijn broekzak ken Zij kon zijn gielaat niet zien. Wat zij oo.k mocht voelen ten opzichte van dion brief, terwijl de beteek enis daar van langzaam tot haar hersens door drong, natuurlijk was zij overtuigd van één ding, namelijk dat Percy er geen oogenblik over zou denken, zijn leven, of zelfs het hare, voor zoo'n prijs te vorkoopen. Maar zij zou zoo graag een teeken, een blik hebben opgevangen, die haar een leiddraad zouden zijn geweest voor hetgeen hij nu van plan was te doen maar omdat hij niets llei blij ken. verkoos rij een houding van zwijgende minachting aan te nemen. Maar zelfs vóór dat Chauvelin tijd gehad had van het eene gezicht naar het andere te kijken, klonk-een aan houdend en vxoolijk lachen door de vuile kamer. Sir Percy schaterde het, met ach terover geworpen hoofd uit van het lachen. Een prachtig epistel, mijnheer, zei hij vroolijk. Waar heeft u de pen zoo kranig leeren hanteeren Ik zweer dat, als ik dit interessant document onderteekend©, niemand zou kunnen gelooven, dat ik mij met zooveel gemak zou hebben kunnen uitdrukken.... en dan nog in het Fransch ook Neen, Sir Percy, hernam Chauvelin droog. Ik heb aan dat alles gedacht, en voor het geVal dat men later eenlgên twijfel mocht koes- tere®, of uw eigen hand dezen brief wel geschreven had, stel ik ook als eisch, dat u ieder woord van deze® brief zelf schrijft en teekent hier in deze kamer, in tegenwoordigheid van Lady Blakeney, van mijzelf, van mijn collega en van nog minstens een do zijn andere personen, die ik zal uit kiezen. Hot is werkelijk bewonderens waardig bedacht, mijnheer, ant woordde Sir Percy, en, als ik u vragen mag, wat zal er worden van dit bekoorlijk epistel, nadat ik het zal hebben geschreven en ondertee kend Vergeef mij mijn nieuwsgie righeidIk heb veel belangstelling voor die zaak.... e® werkelijk, uwe scherpzinnigheid grenst aan hét on gelooflijke Oh i het lot van dezen brief zal even eenvoudig zijn als het schrijven daarvan wasEen copy daarvan zal gepubliceerd worden in onze „Ga- zette van Parijs", als een lokaas voor ondernemende Engelsch© Journalis ten.... Zij sullen er niets tegen heb ben. zoo'n interessante zaak in hun blad te kunnen bekend maken.... Ziet u niet, evenals ik, ln gedachten de opschriften in „Hei Londensche blad" Sir Percy „De Bond van den Roo- den Pimpernel ontmaskerd t" „Een reusachtig bedrog I" „De herkomst van de Blakeney-millioenen P Ik geloof, dat In Engeland de couranten zeer druk gelezen worden.... en zelfs de „Gazette van Parijs" is zeer be kend in zekere steden van uw be koorlijk land..., Zijn Koninklijke Hoogheid de Prins van Wales, en verschillende andere invloedrijke gentlemen in Londen zullen het voor recht genieten het origineel in te zien door vriendelijke bemoeiingen van eenige trouwe vrienden, die wij in Engeland bezitten.... Ik denk niet, dat u bevreesd behoeft te zijn. Sir Percy, dat uw proeve van schrijf kunst in vergetelheid zal raken. Het zal onze zaak zijn te zorgen, dat rij zooveel publiciteit krijgt, als zij ver dient Hij zweeg even, toen veranderde zijn houding plotseling de sarcasti sche toon verdween uit zijn stem, en weer kwam op zijn gelaat die blik van haat en wreedheid, die de spottende toon van Blakeney altijd daarop wist te voorschijn te roepen. U kan van één ding verzekerd zijn, Sir Percy, zei hij met een schor lachje, dat er genoeg modder gegooid zal worden op dien eertijds zoo schitterenden Rooden Pimper nel.... voed er van is bestemd doel te treffen O, mijnheer.... e.... Chaubertin, antwoordde Blakeney luchtig. Ik twijfel niet, of u en uw collega's zijn eerste meesters in de bevallige kunst van modder gooien..... Maar vergeef mij.... e.... Ik viel u in de rede.... Ga voort, mijnheer...., ga voort, ala 't u blieft Op mijn eer, de zaak is zeef amusant. O, mijnheer, het komt mij voor, dat na de publicatie van dit amusante epistel uw eer zal ophouden ieta te zijn, waarmede men rekening moet houden. Ongetwijfeld, mijnheer, ant woordde Sir Percy, schijnbaar volko men onbewogen pardon, het viel mii uit den mond.... wij rijn zoo zeer menschen van gewoonteZoo als u zei Ik heb maar heel weinig meer te zeggen, mijnheerMaar voor het geval, dat er nog tvn vage hoop bij u mocht blijven bestaan, dat u na dezen brief gelezen te hebben in het vervolg best zou kunnen ««kennen de schrijver er van te rijn, moet ik u nog zeggen, dat mjn maatregelen goed genomen zijn er zullen getui gen bij tegenwoordig zijn als u óezen brief schrijft. U zal ongeboeid,en vol komen ongehinderd hier in de kamer zitten... en het geld, w&arov&r ia dan brief gesproken wordt, sal a overhan digd worden door m(\n collega, n# enkele gepaste woorden, door hem gesproken, en u zal het geld van hem aannemen, Sir Percyen de getui gen zullen zLen, dat u het neemt, na*- dat u don brief geschreven heeft... {Wordt vervolgd)!*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5