HAARLEM'S DAGBLAD.
OM ONS HEEN
maat8chappt]'kennls.
üiaiteaiandsch Overzicht
Stadsnieuws
Uit de Kechtszaal
FEUILLETON
i roods Pimpernel
in Gevaar.
No. 983.
Onderricht ln
In een vorige vergadering van den
jloemendaalschen gemeenteraad
heeft Mr. Tidoman een poging ge
daan tot invoering van een nieuw
leervak, dat tb maatschappij-kennte
jou willen noemen, bij het horhar
ilügsonderwijs. De peeing ia niet ge
lukt de Raad gevoelde er niet voor,
«n het lijkt mij toe, dat de voorsteller
jtelf daartoe aanleiding gaf door al
to ®e#r stil te Staan bij de bijzonder-
beden van zijn eigen vak. Ho® nuttig
ook mag wezen, te weten wat een
cureur is, zoo zijn er wel dringen-
zaken voor een leerling der her-
jschool te weten en wat een
./aarder zou kunnen zijn, wor-
ze helaas soms al te spoedig aan
jon lijve gewaar. Intussohen, waren
ook de voorbeelden minder Juist ge
kozen, het denkbeeld zelf verdiende
/neer aanmoediging, don het in den
Bloemendaalschen gemeenteraad ge-
tonden heeft.
Over het algemeen lijdt ons onder
lijs, dunkt mij, aan overmatig stro
ve u naar het bijbrengen van theore
tische wetenschap. Aan het lager on
derwijs kan daarvan nog het minst
een verwijt gemaakt worden, omdat
daar de tijd ternauwernood voldoen
de is, om aan de leerlingen een
'eenigszins soliden basis mee te geven
Van de drie hoofdvakken i leze®,
Schrijven en rekenen. Het kwaad
'fleemt toe, naarmate men komt in de
hoogere regionen, bij bet middelbaar
(onderwijs, waar onder het voorwend
sel van het denkvermogen te ontwik
kelen, leerlingen worden opgevuld
met wiskundige geleerdheid, die zij
nooit noodig zullen hebben in de
'praotijk, of op het gymnasium, waar
reeksen en rijen van uren worden
doorgebracht met de studie van twee
'doode talen, zoodat er voor do mo
derne niet genoeg tijd overschied en
aanstaande juristen bij voorbeeld zelfs
niet behoorlijk boekhouden leeren, al
zullen zij bij hun optreden in de maat-
échappij dat onmiddellijk noodig bob
ben als brood.
Theorie, theorie en nog eens theorie.
Op do hoogere burgerschool de liefde
voor de exacte wetenschappen, op
het gymnasium do aanhankelijkheid
Voor do oudo talen, niet omdat die
studie in de praotijk zoo nuttig was,
maar omdat ze behoort bij een zuiver
academische vorming. Laat ik hot
maar durven zeggenGrieksch en
Latijn staan deftig, ook bij wie ze
glad vergeten zijn. Het eind-examen
Van het gymnasium blijft het heele
leven door een testimonium van hoo-
go geleerdheid, ook al is door jaren
lang gebrek aan oefening en praotijk
]van de werkelijke kennis niets dan de
haann overgebleven. Menigeen zou
W weiiscben, dat men hem, in de
)laats van doze theoretische knap-
ïeld, wat practische kennis had mee
gegeven, die hij zich naderhand, te
hooi en te gras, derhalve veel minder
volledig, misschien zelfs wel ten
koste van anderen, verwerven moet
Gelukkig hêeft do natuur do ge
woonte, om wanneer men haar rech
ten forceert, die langs anderen weg
weer te veroveren. Het is niet maar
bij toeval, dat de groote bloei van het
middelbaar onderwijs samenvalt mot
de opkomst Yan de sport, bijvoorbeeld
van het voetbalspel. Da leerlingen
hebben, haast onbewust, in een syste
matisch spel een tegenwicht gezocht
Van de inspanning, die op school van
hen gevergd werd en daarom kan ik
ook nooit een leer aar over den groei
Van de sport hooren klagen, of ik
•yei wonder me eir over en zou hem
willen zeggen i „geachte heer, gij zijt
.van die plant zelf cLe ijverige tuin
man geweest 1"
Theorie bij het onderwijs 1 Bijna in
geen enkel vak Yonden we dat sterker,
dan bij hot geschiedenis-onderwijs.
In dat opzioht gaven lagere school,
H B. S. en gymnasium elkan
der nauwelijks iets toe. Te vaak
wordt hot begrip van de leerlingen
omtrent de geschiedenis geleid langs
de jaartallen van de oorlogen. Het
6chijnt wel. dat wat de volkeren tus-
schen of zelfs onder die oorlogen door
hebben gedaan, niet de moeite van
't vertellen waard wordt gevonden.
Hand- en schoolboeken verwijderen
zich nu en dan wel eon oogenblik
van el deze bloederigheden, maar
om spoodAg daarheen terug te kee-
ren, zoodat de leerling wel den zon
derlingen indruk moet krijgen, dat
de volkeren een tijdlang wakker wa
ren en vochten, om daarna een poos
in vredestoestand te versuffen.
In werkelijkheid ia de zaak natuur
lijk precies andersom geweest.
In tijd van vrede hebben over het
algemeen de menschen tijd en gele
genheid gehad om te werken aan eco
nomische verbeteringen, aan ontwik
keling, beschaving, kunst en letteren.
Oorlog lokte hen altijd min of meer
daarvan af, schoof beter dingen op
deai achtergrond, wanneer hij niet
veel goeds verwoestte, dat ln dagen
van rust was tot stand gebracht
De billijkheid gebiedt te erkennen,
dat ook hieromtrent de begrippen
gingen kenteren. Bij bet geschiedenis
onderwijs worden de maatschappelij
ke toestanden meer dan voorheen op
den voorgrond gebracht. Men denke
niet, dat dit alleen een quaestle is van
min of meer weten, het oefent tevens
groaten invloed uit op de levensbe
schouwing van het opgroeiend ge
slacht*
Zoolang het onderwijs der geschie
denis zich bewoog langs de gevechten
alléén, moet het den leerlingen heb
ben toegeschenen, alsof ook ln de
toekomst geschiedenis zonder oorlog
niet denkbaar wezen zou. Nu het ge
schiedenis-onderricht meer en meer
maatschappelijke historie gaat wor
den, zal de leerling inzien, dat de
oorlogen, die de ontwikkeling der sa
menleving stoorden en tegenhielden,
onder onze gansch veranderde om
standigheden overbodig zijn geworden
dat de historie der toekomst geen
oorlogen behoeft 1
Een zuiver practLsch resultaat de>
halve*
Kan dus een vak anders gedoceerd
warden, dan tot dusver veelal ge
schiedde, met Mr. Tideman ben ik
het eens, dat veel wat nu weinig of
niet op schooi wordt beüandeid, daar
tot zijn recht zou kunnen komen. Bij
velen, die tooh niet voor dom kunnen
doorgaan, bestaat niet het flauwste
denkbeeld van onze voornaamste
rijkswetten, noch kennis van de col
leges, die haar uitvoeren. Terwijl wij
het er allen over eens zijn, dot Ne-
derlandsche jongens toch vooral niet
te veel in het eigen land moeten blij
ven hangen, wordt er op onze scholen
veel te weinig aandacht gewijd aan
het onderwijs over onze prachtige In
dische bezittingen, waar voor zoove-
len nog gelegenheid zou zijn, een be
staan te vinden, wanneer wij er maar
meer van doordrongen waren, dat
Indië Nederland is en niet een vreemd
land, waarvan do kennis nauwelijks
meer wordt ontwikkeld, dan die van
Frankrijk of Duitschland.
Iets anders is ons belastingstelsel.
Wat weten do menschen er van
Meermalen verwarren zij de rijksbe
lasting met de heffingen van do ge
meente, in 't algemeen zien Yelèn ons
belastingstelsel aan voor een duistere,
geheimzinnige machine, die er spe
ciaal op gebouwd is om hun het geld
af te tappen. Hoe .'vet in elkander zit,
welke verhouding er tusschen de fi
nanciën van Rijk en gemeente be
staat, welke rol daarbij die van de
provincie spelen, het zijn allemaal
dingen, die voor tal van ouderen als
een gesloten boek zijn, omdat ze in
hun jeugd daarvan nooit ieta verno
men hebben.
Is voor dat alles geen tijd te vin
den Neen, zoolang vooral bij middel
baar en hooger onderwijs wordt vast
gehouden aan alles, wat vroeger
noodig scheen. Als ar ooit eens een
radicale schoonmaak komt, kan er
misschien ook een uur per week wor
den gevonden voorkaraktervor
ming. Wat een voordcel zou het we
zen, wanneer geregeld kon worden
verteld van groote mannen en hoe
zij hun weg door de wereld hebben
gevonden. Van generaals of admi
raals boor en de Jongelui genoeg
voor het practische leven hebben zij
heelwat meer aan een voordracht
over menschen als Edison, Pasteur,
Gornegle, Finsen en zooveel anderen,
die getoond hebben wat volharding
en energie vermogen te bereiken. Ik
zou den leeraar, die dat uur voor zijn
rekening kreeg, kunnen benijden,
niet alleen omdat hij zooveel aan
dacht zou vinden, maar ook omdat
hij gevoelen zou, hoe hij staal giet in
menig karakter.
Onze tijd is er een, die ontwikke
ling eischt van wie in het leven sla
gen wil, maar ook en niet minder
practischen zin. Hoe meer we op
school aansluiting kunnen geven aan
bet practische leven, des te beter
bereiden we de kinderen voor op
den zware® strijd om het bestaan.
Voor dat voordeel zou Jk voor mij
gaarne heelwat theoretische wijsheid,
die de leerling wanneer hij de school
verlaat, in de kast bergt om er nooit
meer naar am te zien, present geven.
J. C. P.
Op
HET PARTIJ-CONGRES DER DEUT
SCHE SOCIAAL-DEMOCRATEN
is in bespreking de houding der
Rijksdagleden, die gestemd hebben
voor de tweede lezing van de erfenis
belasting.
Tot een stemming over deze kwestie
kwam het op het congres niet. Het
voorstel om het debat te sluiten werd
met kleine meerderheid aangenomen.
Kautzky, de wetenschappelijke leider
der zuivere Marxisten, zei kort te vo
ren, dat hij een grondige regeling van
het vraagstuk hoe de socialisten over
begrootingen moeten stemmen noodig
vond, maar op dit congres niet moge
lijk achtte.
Hier viel een stem hem in de redo
met de woorden Omdat gij nu geen
meerderheid hebt I Inderdaad bleek
de meerderheid der vergadering het
wel eens met de sprekers, die de stem
men der partijgenooten in den Rijks
dag, voor die tweede lezing uitge
bracht, billijkten. Fischer uit Berlijn
had in den aanvang van de zitting ge
zegd Wij baleven hier toch wonder
lijke dingen. In de politiek is onze
positie nu zoo gunstig als ze nauwe
lijks ooit geweest is. De menigte in
den lande brandt van verlangen om
den tegenslag van 1907 uit te wis-
schen. In den grond zijn wij volko
men eensgezind, en nu heeft het ar-
beidersparlement op eens niets beters
te doen, dan te twisten over ongelegde
eieren, over de vraag wat er gebeurd
zou zijn, of had kunnen gebeuren, of
had moeten gebeuren, wanneer het tot
de deTde lezing van de erfenisbelas
ting was gekomen. Het zou een mis
daad zijn, zei hij een oogenblik later,
als het partijcongres zich niet tegen
al dit doe trina iris me en fanatisme
verzette. Er moet in den lande ge
werkt worden tegen de 400 millioen
indirecte belastingen. Hoe de partij
tegenover een erfenisbelasting staal
kan later aan de orde komen, indien
tot die belasting weer eens een voor
stel wordt gedaan.
Dit was da beschouwing die blijk
baar insloeg.
Een heftig tooneel riep het Rijksdag-
lid Ledebour op, toen hij reide, dat 't
partijbestuur in zijn verslag van
de groep dear Rij ksdagioaen te
gen zijn zin geschrapt had,
zoodat ar een verkeerden indruk
gewekt werd. Hij beweerde, dat de
meerderheid van de groep er voor was
om tegen de erfenisbelasting te stem.
men. Dit werd uit de vergadering on
waar genoemd. Het partijbestuur deel
de mede, dat Ledebour volmacht tot
veranderen had gegeven. Ja, zei deze,
maar niet in den zin der woorden.
Men weet, dat Bebel zei, dat hij bij
oen derde lezing voor zou gestemd
hebben.
In den loop van zijn rede zei Lede
bour nog, dat het ©an utopie was te
meenen. dat het tusschen sociaal
democraten en liberalen tot eenigerlei
verbond kon komen*
Da Britten schijnen er danig mee in
te zitten, dat de stemmen- en strepen-
vlag nu aan
DE NOORDPOOL
schijnt te wapperen.
Weer kwam in hot Lagerhuis de
kwestie ter sprake, wien het land aan
de Noordpool toebehoort. Een afge
vaardigde vroeg of Canada aan
spraak had gemaakt op ail e land, lig
gende tusschen de grens van Amerika
en de Noordpool, en of die aanspraak
vervat is in eenig verdrag, een arti
kel van de grondwet of document.
Kolonel Seely antwoordde, dat, J
naar de minister van koloniën had
vernomen, de Canadeesche regeering
geen formeele verklaring van de juis
te grenzen van haar bezittingen in
het Noorden heeft gegeven, maar dat
men gelooft, dat zij zich gerechtigd
acht al het aangeduide land voor Ca
nada op te eischen.
Anders, de Zuidpool is nog dispo
nibel I
In het Fransche Gr and-B assam aan
de Afrikaansche Ivoorkust is een sol
daat
GELYNCHT DOOR DE INBOOR
LINGEN.
De man, een Senagalee3 uit Ouos-
sou. All Seek genaamd, had in een
vlaag van jaloezie zijn vrouw ver
moord. Deze vrouw behoorde tot de
familie van het stamhoofd der streek.
De moord eischte wraak. De moorde
naar was zichzelf gaan aangeven aan
het hoofd van den post Ouossou. Hij
was in het fort gevangen gehouden.
Maar de menigte, drie- of vierhonderd
man sterk, kwam opzetten en verlang
de dreigend uitlevering van Ali Seek.
De post van Ouossou is tien man
sterk. De inboorlingen waren met te-
weren gewapend. De gezagvoerder
van den post vroeg door de telefoon
om raad aan den chef, die op een af
stand woont van eenig© uren. Deze
chef achtte den post niet sterk genoeg
om een aanval van de woedende in
boorlingen te weerstaan en gaf bevel
den gevangen moordenaar uit te leve
ren. De inboorlingen hebben den on-
gelukkigen Ali Seek doodgemarteld.
De marteling duurde vier dagen lang.
Daarna sneden zij het lijk in stukjes
en verbrandden het overschot.
Eenige dagen later eischten de in
boorlingen twee andere mannen op om
ze dood te martelen. Deze maal wa
ren het mannen, die tot de bezetting
van den post behoorden, Fransche sol
daten dus. Het hoofd van den post
heeft in overleg met zijn meerdere de
inboorlingen tot bedaren gebracht
door een vergoeding In geld te geven-
De sultan van Marokko heeft de
consuls der mogendheden te Fez in
gehoor ontvangen- Hij heeft hun hei
antwoord medegedeeld op
HET PROTEST TEGEN DE MARTE
LING DER GEVANGEN GENOMEN
aanhangers van den rogL De Suiian
verklaarde, dat hij de straf van af
kappen van handen en voeten uit me
delijden had opgelegd, daar deze straf
toch lichter moest worden geacht dan
de doodstraf. Hij maakte de opmer
king, dat tegenover de onbeschaafde
Marokkaansche stammen maatrege
len noodig waren, die in Europa se
dert Lang zijn afgeschaft. Hij hoopte,
dat groote opstanden als die van Boe
Hamara voor goed tot het verleden
zouden behooren en voelde, wat hem
zelf betrof, geen neiging, in het ver
volg bij voorkeur straffen toe te pas
sen als de aanhangers van den rogi
hadden ondergaan.
Evenwel, de gestraften hebben die
afschuwelijke martelingen ondergaan.
Te Dingwall in Schotland Ls het
huwelijk voltrokken tusschen
PRINS MIGUEL VAN BRAGANZA
EN MEJ. ANITA STEWART,
een rijke Amerikaansclie. Bij het hu
welijk waren tegenwoordig ae hertog
van Braganza, pretendent yan den
Portugeeschen troon, en de hertogin,
Yader en moedeer van den bruidegom,
een broeder, een prinses van Beieren,
een prinses van Bourbon en edelen
van minderen rang.
Gelijk men weet, o» nu juffr. Ste
wart, krachtens besluit van den kei
zer van Oostenrijk, prinses van Bra
ganza geworden, met den titel van
Koninklijke Hoogheid.
De R.-K. aartsbisschop van Aber
deen, die het huwelijk voltrok, herin
nerde dat in 1336 Johan, de eerste ko
ning van Portugal, trouwde met de
gravin van Lancaster, een Schotscho
prinses. Bij het huwelijk is veel luis
ter tentoongespreid.
ELECTRISCHE SPOORWEG
MAATSCHAPPIJ.
Gedurende de maand Aug. 1909 be
droeg het aantal vervoerde passagiers
op de verschillende lijnen:
AmsterdamHaarlemZandvoort:
292.346.
Ceintuurbaan te Haarlem 152.336.
Haarlem-Bloemendaal 112.187.
Totaal 556.869.
De ontvangsten por dagkilometer
bedroegen:
Lijn AmsterdamHaarlemZand
voort 78.88 1/2.
Ceintuurbaan te Haturlem 38.99.
Lijn Haarlem-Bloemendaal 71.89J.
Over de maand Augustus van T vo
rige jaar waren deze cijfers belang
rijk lager, zoodat de Maats., al was
de maand Juli van dit Jaar ook slech
ter, toch een betere Augustusmaand
heeft gemaakt
In Aug. 1908 was n.L het aantal
vervoerde passagiers:
Amsterdam—HaarlemZandvoort;
264.588, Ceintuurbaan 133.274, Haar
lemBloemend aal 55.085, met een
ontvangst per dagkilometer van reep.
f 71.87, f 35.09 en 63.80 1/2.
ORGELBESPELING
op Dinsdag 21 Sept, des nam* van
12 uur, in de Groote- of Sint Bavo-
kerk alhier, door den Heer W. Ezar-
raan.
No. 1. Choralvorspiel und Fuge, Joh.
Brahms.
No. 2. Adagio (2e Symphonie), Beet
hoven.
No. 3. Concetrtfantasie, W. Rudnick.
No. 4. Offertoire, Th. Dubois.
No. 5. Terzet uit de Schepping, Haydn
Voor het lighalfonds,
In de week van 5—12 September jl.
werd in dank ontvangen: namens de
Commissie der versiering van de Sme-
destiraat met de Julian af eesten 18 Mei
jl. 7; van mej. I. Pilger f 6, als op
brengst van postzegels en zilverpa-
pier met haar leerlingen verzameld.
MISHANDELING.
Voorgebracht wordt een Jonge Vo-
lendamsche schipper in zijn eigenaar
dig costuum. De man, R. V. genaamd,
wordt beschuldigd S. Steur levensge
vaarlijk met een mes te hebben ge
wond in de borst en M .Veldhuyzen
een steek ln 't gezicht te hebben ge
geven.
De schipper erkent, dat hij het mes
getrokken heeft. Hij weet echter niet
wie getroffen is. Den geheelen dag
was hij al in een ruziomakendö stem
ming ,had eenige biertjes op, was ge
sard geworden.
In den avond van den 12den Juni
was hij op den dijk eenige bekenden
tegengekomen, een vechtpartij was
ontstaan.
Zekere M. had hem van den dijk
afgegooid. Hij was weer bovengeko
men, werd uitgelachen en ls nijdig
geworden. Om ruimte te maken en
weg te komen, heeft hij toon met z'n
mes gezwaaid.
De get. K. V., heeft gezien dat V.,
M. een slag in 't gezicht gat M. heeft
toen V. over 't hekje van den dijk ge
gooid. V. is weer boven gekomen,
werd uitgelachen, was nijdig. V. wou
M. een slag geven, die opgevangen
werd door geL Bekl. heeft toen ge
zegd: Ik durf jullie den ratel wel af
snijden. V. maakte een armzwaai
naar achteren, waar S. stond. Daar
dan... zei V. St. is toen In elkaar ge
zakt, V. is op bekL toegesprongen,
heeft hem van achteren om den hals
gepakt BekL heeft hem toen een
steek gegeven in de rechterwang. V.
is vervolgens weggeloopen, en V.
heeft de politie gewaarschuwd.
Get S. verklaarde, dat bekl. na van
den dijk gegooid en weer boven geko
men te zijn M- een slag gaf, met z'n
arm achterwaarts zwaaide, daar dan
vard... zeide, waarop St in elkaar
zakte.
Vervolgens hebben V. en hij de be
klaagde aangegrepen, waarop V. een
steek In de wang kreeg.
St riep moord, en werd naar dut
dokter gedragen.
Dokter B. verklaarde dat in den
avond van 12 Jtrni in rijn woning ia
gobrcht St. mot een bloedende wond
rechts van het borstbeen; in de rechter
longzak was een uitstorting van
bloed; 11 dagen heeft St in z*jn huii
vertoefd, en is toen vervoerd naad
zijn woning.
Veldhuyzen had een steek in da
rechterwang, die geheel doorstoken
was. Ook de mond was binnen getro#*
fen.
De toestand van St. is thans bijna
normaal, en Dr. Bergen verwacht,
dat alles geheel In orde zal komen.
Mr. van Nes van Meerkerk vraag#
of de wond levensgevaarlijk is.
Dr. B. antwoordt: niet levensga»
vaarlijk, wel ernstig.
De veldwachter KI. verklaarde ojr
een vraag, dat V. een beste werkmap
was, doch lastig, wanneer hij veel
bier op heeft Den laatsten tijd g^
droeg hij zich zeer goed.
De officier van Justitie eischte een
gevangenisstraf voor den tijd van een
Jaar en 8 maanden, met aftrek van
preventieve hechtenis.
De verdediger van bekL, mr. VIie-
lander Hein uit Den Haag, het woord
nemende, zegt dat hij de verdediging
op zich heeft genomen, omdat een zij
ner vrienden een tijd long ln Volen-
dam gewoond heeft en bekl. heeft ge
kend.
Bekl. heeft zelf gezegd, dat 1 ge-
meen geweest was, dat hij het mes ge
nomen heeft
De verdediger meent, dat het laat
ste deel van de dagvaarding, nl. dat
Veldhuyzen ls verwond, nietig is, om
dat er informaliteiten ln voorkomen.
Verder meent de verdediger, dat de
steek KL V. uit zelfverdediging is toe
gebracht, niet opzettel^k. Wat de ten
laste legging aangaat, dat St. een le
vensgevaarlijke verwonding is toege
bracht, meent de spr. dat de dokter
heeft verklaard, dat dit niet 't geval
was. Niet bewezen aan worden, dal
de wonden opzettelijk zijn toege
bracht Bekl. hteft met dat mes ge
zwaaid om de omsta tders bang te ma
ken.
De verdediger verzoekt vrijspraak,
omdat de dagvaarding ziet geldig is,
omdat het opzet niet bewezen is, en
verzoekt om direct ontslag uit de pre
ventieve hechtenis.
Het laatste verzoek werd niet inge
willigd.
NACHTRUMOER EN VERZET.
De veldwachters J. Fr. en H. v. d.
W. waren op zekeren nacht op sur
veillanco te Hillegom. Een tiental pol
derwerkers, die luid schreeuwden,
werden door hen aangemaand hei ru
moer te staken. Toen hieraan geen
gevolg werd gegeven, bee loot <te poli
tie over te gaan tot arrestaU* van een
der belhamels. Dit ging echter met
krachtig verzet gepaard. Fr. kreeg he
vige slagen tegon z'n hoofd en werd
in d© vingers gebeten. V, d. W werd
tegen den grond gegooid en eveneens
gebeteu. LiLl&ekens wareo voorhan
den. Terecht stonden deewege P. S.
den D en A. J. E.; tegen den eerste
werd geëischt een gevangenisstraf van
2 maanden, tegen den laatste 6 we
ken.
MISHANDELING EN BELEED1GING
Terecht stond L. J. v. O die te Vel-
sen een vrouw Ln 't gezicht geslagen
had, zoodanig dat deze uit de lip
bloedde en die een veldwachter een
paar niet te herhalen scheldwoorden
had toegevoegd. De man was al 18
keer gestraft. Dezen keer werden
5 maanden geëischt.
TOEGETAKELD.
J. J., uit Purmerland houdt ar een
den op na, die van tijd tot cjd een
kijkje gaan nemen op 't hooiland van
een buurman. Deze vindt dal maar
half en verjaagt ze. Over dit ongast
vrije optreden geraakte J. J zoozeer
in woede, dat hij z'n buurman dreigde
te zulle® doodslaan. De buurman
werd bevreesd, en spoedde zich op
aanraden van z'n vrouw naar den
burgemeester. Maar op weg daarheen
werd hij door J. J. aangegrepen, dia
hem op den grond wierp, en bont en
blauw sloeg. Volgens ooggetuigen
moet hij er uitgezien hebben als een
ziek varken, maar nu was hij weer
aardig bijgekomen, merkte de presi
dent op.
Naar het Engelsch, door
Barones Oroxy.
56)
„Het /ou mij verwonderen, als
„u tornde aan de som, die ik dit-
„roaal vraag voor deze hoogst be
langrijke inlichting, waarvan ik
„u op de hoogte breng, terwijl u
„mij dikwijls gelijk» sommen
„heeft aaD geboden voor werk, dat
„veel minder moeilijk was.
„Om uw Regeering met succes
»,te dienen, moet ik èn in Enge
land èn in Frankrijk goed voor
dien zijn van geld, om mij in
„staat te stellen een weelderig
„leven te lijden, overeenkomende
-,met mijn rang als gentleman.
„Als ik mijn manier van leven
„moest veranderen, dan zou Ik
„niet kunnen voortgaan met mij
„ln datzelfde maatschappelijk
„miiiea te bewegen, waartoe al
„mijn vrienden behooren, en
„waarin, zooals u wel weet. de
„meeste Royalistische intrigues
„tot stand komen.
„Daarom. vertrouwend een
„gunstig antwoord op mijn
„rechtvaardig verzoek binnen vier
„en twintig uur te zullen ont
vangen waarop u de namen in
„kwestie dadelijk gemeld zul-
„len worden, heb ik, burger,
„de eer uw nederigen en gehocr-
„zamen dienaar te blijven.
Toen hij was opgehouden met lezen,
vouwde Ch&melin het papier kalm
weer op en Leek den man en de vrouw
.csenover hem aan.
Marguérite zat kaarsrecht overeind
met haar hoofd achterover geworpen,
met doodsbleek gelaat en haar han-
uen stijf inéén geklemd in den schoot.
Zij had gef n ontroering getoond, ter
wijl Chauvelin het schandelijk docu
ment voorlas, waardoor hij een dap
per man wilde brandmerken met het
onuitwLschbaar merk van oneer en
schande.
Nadat zij de eerste woorden ge
hoord had, keek zij haar echtgenoot
snel en vragend aan, maar hij stond
eenige passen van haar af, vlak te
genover den flikkerenden cirkel van
geel licht, veroorzaakt door de bran
dende vetkaarsen. Hij stond daar in
zijn gewone houding, zoo onbeweeg
lijk als een standbeeld, rruet de bee-
nen een eind van elkaar af en de
handen begraven In zijn broekzak
ken
Zij kon zijn gielaat niet zien. Wat
zij oo.k mocht voelen ten opzichte van
dion brief, terwijl de beteek enis daar
van langzaam tot haar hersens door
drong, natuurlijk was zij overtuigd
van één ding, namelijk dat Percy er
geen oogenblik over zou denken, zijn
leven, of zelfs het hare, voor zoo'n
prijs te vorkoopen.
Maar zij zou zoo graag een teeken,
een blik hebben opgevangen, die haar
een leiddraad zouden zijn geweest
voor hetgeen hij nu van plan was te
doen maar omdat hij niets llei blij
ken. verkoos rij een houding van
zwijgende minachting aan te nemen.
Maar zelfs vóór dat Chauvelin tijd
gehad had van het eene gezicht naar
het andere te kijken, klonk-een aan
houdend en vxoolijk lachen door de
vuile kamer.
Sir Percy schaterde het, met ach
terover geworpen hoofd uit van het
lachen.
Een prachtig epistel, mijnheer,
zei hij vroolijk. Waar heeft u de
pen zoo kranig leeren hanteeren
Ik zweer dat, als ik dit interessant
document onderteekend©, niemand
zou kunnen gelooven, dat ik mij met
zooveel gemak zou hebben kunnen
uitdrukken.... en dan nog in het
Fransch ook
Neen, Sir Percy, hernam
Chauvelin droog. Ik heb aan dat
alles gedacht, en voor het geVal dat
men later eenlgên twijfel mocht koes-
tere®, of uw eigen hand dezen brief
wel geschreven had, stel ik ook als
eisch, dat u ieder woord van deze®
brief zelf schrijft en teekent hier in
deze kamer, in tegenwoordigheid van
Lady Blakeney, van mijzelf, van mijn
collega en van nog minstens een do
zijn andere personen, die ik zal uit
kiezen.
Hot is werkelijk bewonderens
waardig bedacht, mijnheer, ant
woordde Sir Percy, en, als ik u
vragen mag, wat zal er worden van
dit bekoorlijk epistel, nadat ik het
zal hebben geschreven en ondertee
kend Vergeef mij mijn nieuwsgie
righeidIk heb veel belangstelling
voor die zaak.... e® werkelijk, uwe
scherpzinnigheid grenst aan hét on
gelooflijke
Oh i het lot van dezen brief zal
even eenvoudig zijn als het schrijven
daarvan wasEen copy daarvan
zal gepubliceerd worden in onze „Ga-
zette van Parijs", als een lokaas voor
ondernemende Engelsch© Journalis
ten.... Zij sullen er niets tegen heb
ben. zoo'n interessante zaak in hun
blad te kunnen bekend maken.... Ziet
u niet, evenals ik, ln gedachten de
opschriften in „Hei Londensche blad"
Sir Percy „De Bond van den Roo-
den Pimpernel ontmaskerd t" „Een
reusachtig bedrog I" „De herkomst
van de Blakeney-millioenen P Ik
geloof, dat In Engeland de couranten
zeer druk gelezen worden.... en zelfs
de „Gazette van Parijs" is zeer be
kend in zekere steden van uw be
koorlijk land..., Zijn Koninklijke
Hoogheid de Prins van Wales, en
verschillende andere invloedrijke
gentlemen in Londen zullen het voor
recht genieten het origineel in te zien
door vriendelijke bemoeiingen van
eenige trouwe vrienden, die wij in
Engeland bezitten.... Ik denk niet,
dat u bevreesd behoeft te zijn. Sir
Percy, dat uw proeve van schrijf
kunst in vergetelheid zal raken. Het
zal onze zaak zijn te zorgen, dat rij
zooveel publiciteit krijgt, als zij ver
dient
Hij zweeg even, toen veranderde
zijn houding plotseling de sarcasti
sche toon verdween uit zijn stem, en
weer kwam op zijn gelaat die blik van
haat en wreedheid, die de spottende
toon van Blakeney altijd daarop wist
te voorschijn te roepen.
U kan van één ding verzekerd
zijn, Sir Percy, zei hij met een
schor lachje, dat er genoeg modder
gegooid zal worden op dien eertijds
zoo schitterenden Rooden Pimper
nel.... voed er van is bestemd doel te
treffen
O, mijnheer.... e.... Chaubertin,
antwoordde Blakeney luchtig. Ik
twijfel niet, of u en uw collega's zijn
eerste meesters in de bevallige kunst
van modder gooien..... Maar vergeef
mij.... e.... Ik viel u in de rede.... Ga
voort, mijnheer...., ga voort, ala 't u
blieft Op mijn eer, de zaak is zeef
amusant.
O, mijnheer, het komt mij voor,
dat na de publicatie van dit amusante
epistel uw eer zal ophouden ieta te
zijn, waarmede men rekening moet
houden.
Ongetwijfeld, mijnheer, ant
woordde Sir Percy, schijnbaar volko
men onbewogen pardon, het viel
mii uit den mond.... wij rijn zoo
zeer menschen van gewoonteZoo
als u zei
Ik heb maar heel weinig meer te
zeggen, mijnheerMaar voor het
geval, dat er nog tvn vage hoop bij
u mocht blijven bestaan, dat u na
dezen brief gelezen te hebben in het
vervolg best zou kunnen ««kennen
de schrijver er van te rijn, moet ik
u nog zeggen, dat mjn maatregelen
goed genomen zijn er zullen getui
gen bij tegenwoordig zijn als u óezen
brief schrijft. U zal ongeboeid,en vol
komen ongehinderd hier in de kamer
zitten... en het geld, w&arov&r ia dan
brief gesproken wordt, sal a overhan
digd worden door m(\n collega, n#
enkele gepaste woorden, door hem
gesproken, en u zal het geld van hem
aannemen, Sir Percyen de getui
gen zullen zLen, dat u het neemt, na*-
dat u don brief geschreven heeft...
{Wordt vervolgd)!*