BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD GROOTE HOUTSTRAAT DRUKKERIJ ZLHDER BU1TENSPAARNE 6. Rubriek voor Vrouwen Hei Rijke Natuurleven. De Roos vaa dea Rajah iT» Jaargang. BA.TÏBDAQ 18 SSPTEMBER 1909 !f«. 804t DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST fl.20 PEB 8 HAANDEN OF 10 CENT PEB WEEK. IN haarlem's dagblad ZUSi advertentlen doeltreffend. onze annonces worden opgemerkt. Parijsche Nieuwtjes. Roods beginnen onze vrouwen en meisjes zich met hare winter gardero be bezig te houden en worden de naai sters bestormd met vragen over de ko mende modes, want men vreest nog «ftoods, dat de Louis XV en Louis XVI Stijl ingang zullen vinden en men ons in de lange punt-taillea met paniers tal kleedem Ik kan mijne geachte lezer en hieromtrent echter gerust aftellen met de mededeel!ng, dat deze uitersten ons voorloopig bespaard zuilen blijven want alhoewel de voorname Parijsche huizen ons artistieke draperieën bren gen met rijke pl ooien-arrangementen blijft toch bij dat alles de slanke vorm bewaard, die de laatste seizoens voor hoogst modern gold. De tailles zijn lang en recht; d.w.z. geen wespentailles of ingeregen mid deltjes, zoodat ze haar natuurlijken vorm behouden, de rokken worden vaa onderen wijder zonder echter van de tegenwoordige modellen af te wij ken. In onzen smaak zijn we tegen woordig zéér onafhankelijk, en het helpt weinig of de modekoningen al hun scheppingen willen opdringen! Het duidelijkste is zulks gebleken in dit voorjaar, toen men ons de meest tegenstrijdige modellen heeft aange prezen en de mee eten onzer een af wachtende houding aannamen om te zien, welke modellen zouden inslaan. Slanko vormen vonden ingang en al- lci) wat daarop betrekking bad, werd voetstoots geaccepteerd en op dezen basis nu hebben de Parijsche „fai- fceurs" doorgewerkt en wederom is ■f,la souplesse des tissus" een hoofd- yereischie. Van het batist der onderkloeding tot de lange, rijke avondmantels en de gracieuse shawl's is alles op fijn heid van weefsel berekend. Sedert de shawl wederom op het toon eel der mode verscheen, werd er al héél wat voorspeld, men ging zelfs zóó ver, dat de gevreesde crinoline ter sprake kwam, want sommige schrijvers van naam, die het niet beneden zich achtten om zich met de mode bezig te houden, vonden het lcgisch, dat met den empine-hoed en dc shawl ook de crinoline op de prop pen zoii komen. Daar echter logica en mode zelden denzelfden weg bewande- Lsn, willen we aannemen, dat hier vooreerst niets van komen zaL Voorloopig houdt men zich te Pa rijs met „de heuppasse" bezig; deze is hert hoofdthema, waarop alle moge lijke variaties gebracht worden Er wordt géén toilet ontworpen zonder heup-arrangement, al wordt het ook 6lechts> door een gar neer ing van ga lon of tres aangeduid. Robes-princes- 6e die zich met de heuppasse zéér goed vereenigen, wedijveren om den voorrang. Onder de laatste modellen «let men weinig nieuwe toiletten, die niet uit één stuk vervaardigd zijn. Zoodra er van rok en taille sprake is, komt men eigenlijk tot de blouse. Dit wil nu niet zeggen, dat een cpstuum uit rok en taille bestaan de niet meer gedragen wordt, doch de afscheiding moet dan zóó gewerkt zijn, dat ze niet in het oog loopt. Het is mogelijk, dat mevrouw Mode ■ons in don loop van het seizoen nog 'meerdere verrassingen zal voorzetten, doch op dit oogenblik toont ze nog Weinig ondernemingslust. Men brengt nog steeds lange nauwe mouwen, sommige met korte overmouw of klei ne poufre; verder de doorschijnende onderblouses In de kleur der stof. De nieuwe stoffen voor herfst en winterkleeren zijn over het algemeen in effen kleuren, en waar er al van patronen in den vorm van streepjes of ruitjes sprake is, zijn die toch weinig opvallend. Zéér mooi zijn de nieuwe ziboline-weefsels, waarvan do lange, witte wollen draden een zilverachtige schaduw teweeg brengen. Nieuw zijn verder: diagonaal-weefsels, kamga- rens en cotelé met dikke rib, die aan fluweel doen denken. Allo kleuren worden in de nieuwe stoffen ge bracht, doch geen enkele treedt sterk 'op den voorgrond. Er zal veel fluweel gedragen wor den als: „velours cottelé" ei; „velours épingle" verder laken in een geheel nieuw fabrikaat n.l. geribd, doch de ribben zóó dicht naast elkander, dat ze nauwelijks merkbaar zijn. Als go.meering wordt wederom veel Van geborduurde galons gebruik ge maakt, terwijl tres, soutache en git opnieuw aan do orde zijn. MARIE VAN AMSTEH BLOEMEN IN DEN WINTER In bijna lederen bloemwinkel ziet men nu, naast de gewone uitstallin gen, ook die van bol- en knolgewas een.. Voor betrekkelijk weinig kan men zich mooie gezonde hyacin ten en glanzig bruine tulpjes aan schaffen. Witneuzige crocusknolle- tjes lokken tot koopen uil Een artikel tot opwekking zou in Onze bloemenveste wel op zijn plaats, maar grootendeals overbodig zijn. Daarmee wil Ik u dus niet vermoeien, maar toch leek het mij niet ondien stig, bij uitzondering eens Iets uit de practijk mede te doelen. Vooral zij, die nog zelden aan kamercultuur de den, begaan soms fouten, waardoor veel van het genot verloren gaat. Het is nu de tijd, in mijn vorig opstel wees ik er reeds op, ook wat materiaal in huis te halen, om bij slecht herfstweer of snerpende win terkoude niet geheel van het natuur genot verstoken te zijn. En wat zou den wij Haarlemmers beter tot onze najaarsliefhebberij maken, dan het kweeken en verzorgen onzer alom ge roemde bolgewassen I Het ls nu de tijd ocrn aan de cultuur te beginnen. Begin October dient alles gereed te zijn en voor de vroege hya cint jes, voor die kleine Romeinsche kamervriendjes wordt het hoog tijd, willen wij ten minste omstreeks Kerstmis bloemen zien. Er moeten dus bollen worden ge kocht „Een gemakkelijke zaak" zult gij zeggen en toch, ik verzeker u, dat het niet altijd even eenvoudig is. Een enkele maal heb ik mij laten verleiden om bij een bollenhandelaar hier ter stede, zijn naam doet niet veel ter zake, een klaargemaakte col lectie te koopen, maar daaraan zal lk mij niet licht meer wagen. Nadat al les op de voorgeschreven manier was behandeld, kreeg ik slechts airmzall- ge bloemen, terwijl sommige hyacin ten het voldoende vonden, twee of drie schrale blaadjes te ontwikkelen. Ik weet niet, welke bevindingen anderen hebben opgedaan, maar nog eens, ik geloof dat die aardige collec ties niet altijd de best bloeiende bol len bevatten. Neem liever enkele exemplaren minder en stel u niet met het goedkoopste tevreden. Maar genoeg, wij hebben bij een vertrouwd handelaar hyacinten, tul pen en crocussen gekocht. Wat nu te doen? Stel, dat wij het grootste deel voor potcultuur bestemmen, dan dient voor het volgende worden zorg gedragen. Een plant is een levend or ganisme, dat evengoed lucht noodig heeft als ieder ander. Nu, het boven- aardsch gedeelte krijgt daar in den regel wel een voldoende hoeveelheid van mee, maar ook de wortels mogen niet verstikken. Slechts op goede fun damenten bouwt men stevige hulzen en planten met zieke wortels gaan kwijnen. Zorg dus, dat uw potten goed zui ver zijn. Geverfde of geglazuurde pot- ten evenals zinken- of koperen bak jes zijn beslist nadeelig. Nadat ge nu, voor drainagebevar- dering een scherfje op de bodemop- ning van den pot hebt gelegd, moet gij deze vullen met een mengsel van bladaarde en zand, van leder onge veer gelijke boeveelheden. Kleine stokjes en bladnerven mogen niet worden verwijderd. Dit bevordert de luchtvarversching. Is zoo de pot losjes gevuld, dan duwt men de bollen er zoover in, dat slechts den neus boven de aarde uitsteekt en drukt vervol gens het zand goed vast aan. Dit behoort, met het oog op de las tere begieting, ongeveer een c.M. be neden den rand te blijven. Wat is er al veel mislukt, door te dichte poting der bollen. Nooit mogen wij in een gewonen bloempot meer dan één hyacint, drie tulpen of vijf crocussen doen. De een verdringt den ander en geen enkele komt tot zijn recht. „Nu maar voor 't ïaam in de zon", hoor ik enkelen zeggen, en daarme de spreken zij het doodvonnis over de aanstaande kamergenootjes uit. Neen, graaft zoo gij een tuin hebt de potten in den grond, ongeveer een d.M. onder de oppervlakte en stampt de aarde goed aan. Hebt gij geen tuin zet alles dan in een kist, gevuld met aarde in den kelder. En in den grond èn in de kist moe ten de potten dan vijf A zes weken verblijven en in dien tijd behoeft men niet te gieten. Voor de knoppen dan gaan urtloo- pen, vormen de hollen eerst een ste vig wortelnet en. hoewel voor onze bolgewassen niet veel voedsel noodig ls, wat de cultuur op glazen wel be wijst ls voor de vorming van krach tige bladeren en gezonde bloemen een flinke hoeveelheid wortels zeer ge- wenscht. Daarbij komt nog, dat de aarde zoo niet opwerkt. Nadat men alles weer heeft uitge graven reinigt men de potten nog ma als en nu plaatst men ze binnens buis. Is de overgang te sterk, ls dus de kamer te warm, dan ontwikkelen zich lange spichtige bladeren en Ijle bloemtrossen zoodat de moeite dan vrijwel vergeefs is geweest. Eerst in een koel, daarna In een matig verwarmd vertrek en eindelijk in de kamer waar gestookt wordt. H-oudt gij dit in t oog dan zal uw kweekerij zeker gelukken. Ik behoef niet te zeggen, dat zoo- dra de potten in de kamer worden ge plaatst, van tijd tot tijd dient te wor den gegoten, en wel dan, als de bo venste aardlaag hard wordt. Houdt men dit alles in H oog, dan ls het bijna zeker een flinke bloemen- collectle te krijgen die, omdat wij al- 163 zelf hebben behandeld, veel meer genot geeft De cultuur op glazen is nog veel eenvoudiger. Wel heeft men hiervoor de beste bollen noodig, maar daarme de houdt alles dan ook bijna op. Gewoon leidingwater is geschikt voor de vulling der glazen. Heeft men de bollen er met den voet Ingezet, dan moet alles, om de wortelvorming te bevorderen, ln een donkere kast ge plaatst worden. Weldra zien wij dan do witte wortelpuntjes te voorschijn komen en eerst, els deze den bodem van het glas hebben bereikt, mo gen wij de planten voor het raam brengen. Ook hier is te veel warmte zeer nadeelig. Het spreekt van zelf, dat zoo nu en dan wat water moet bijgegoten worden, omdat door de verdamping het niveau te laag wordt. Enkele malen ververschen, echter zonder de wortels uit t glas te lich ten, ls ook zeer gewenscht. „Wat kunnen wij nu na den bloei tijd met die bedien doen?" heb lk vaak booren vragen. Het axrtwoord is gemakkelijk te ge ven. Gooi ze weg, want zij kunnen niet meer veel dienst doen. Die van de waterkweekorlj zijn zoo uitgemergeld, dat er bijna geen leven meer ln is. De stoffen, die gediend hebben voor de vorming van bladeren en bloemen vormden het gewichtig ste bestanddeel en dit is geheel opge bruikt. De nieuwe bolletjes, die bij de pot cultuur ontstaan zijn, zouden bij een doelmatige behandeling nog wel wat opleveren, maar toch ls de kans voor mislukking zoo groot, diat het de moeite niet loont Veel beter doen wij, als wij het vol gend jaar, wijzer geworden door on dervinding, weer een nieuwen kweek tuin aanleggen. H. PEUSENS. VRAGENBUS, Mevr. K. te H. Uw palm heeft, zooals u schrijft, een worm in den pot. Als u niet veel lust hebt, de plant te verpotten, neem haar dan stevig vast, keer den pot om en licht hem na klopping er af, U zult dan het diertje wel vinden. Wel zijn er genoeg stoffen, om het dier te dood en, maar als u daarme de de aarde begoot, zou èn worm èn palm sterven. Het kan geen kwaad, dat de war tels eens wat licht zien en mocht de kleine humusvarmer niet spoedig voor den dag komen, dan kunt u ge rust met wat voorzichtigheid de wor tels losmaken.; H. PEUSENS. De Promenade des Anglais schit terde op dien bewusten Maartochtend In de zon, en daarom zette Georges Illiers een lorgnet met donkere gla zen op. Hij bekeek zich daarop vol daan in de ruiten van een winkeL Slank en welgebouwd in zijn tennis- costuum, zag bij er met zijn glad, baardeloos en eenigszins vrouwelijk gezicht jonger uit dan drie-en-twin- tig jaar. En met groote voldoening nam hij zijn eigen verleidelijk uiter lijk op want dezen morgen dejeu neerde hij hij den oom en voogd van Ofélla Cortès. de mooie jonge erfge name. Plotseling bevond hij zich vlak te genover den markies dl Palmletri een grijsaard met een gekruld en wit ten knevel ln een blozond gezicht, die op een rotting steunend voortliep. Haastig sprak deze booge persoon lijkheid onder de ouderen hem aan en zeide op vermoeiden toon: U bent alleen, mijnheer Illiers?.. Ik ga naar hui». Wilt u mij t genoe gen doen mij te vergezellen? Gorges ging onmiddellijk met den aristocratischen grijsaard mede. En hij wenschte, dat de voogd van Ofólia Cocrt ès die zeer ij del was en, naar men zeide, slechts een echtgenoot van adel voor haar wilde, hem ln derge lijk gezelschap ontmoette, hem, Geor ges Illiers, voorheen arm reporter aan de sportbladen, maar tegenwoor dig alleen schrijvend voor zijn lief hebberij, en een groot schermer, bok ser, tennisspeler sinds de onver wachte erfenis van een oom hem plotseling een jaarrente van twintig duizend francs verschaft had. U schijnt een uitstekend degen- schermer te zijn, mijnheer. Ik denk er over om op mijn villa een „poule" op den degen te doen houden, zei de Markies di Palmieri. Op de Place Masséna moesten zij even wachten voor een blauwe auto, die met volle snelheid voorbijvloog en waarin Georges met vreugde den grijzen mantel van Ofélla Cortès her kende. Welnu, we zullen die poule or gan is eeren., zei de markies tot den jongen sportsman toen zij bij het hek van zijn villa waren gekomen. We zullen er nog eens ovar moeten den ken op welken datum en wie wij zul len ultnoodigen... Kom daarom mor gen bij mij dójeuneeren, we zullen samen praten... En lk zal u mijn klei ne collecties laten zien. Ik boor, dat u eon prachtige roos van diamanten bezit?" - U zult haar zien. Ze is mooi. Tot morgen!" EEN ZONDERLINGE GRILo Ofélla! Ik heb Je zoo lief! Zóo?... Vertel hoeveel! Met één sprong zat de kleine brui ne Gréoolsche op de balustrade, die hei terras van de villa begrensde. Een dichte olijfboom beschutte deze plek tegen de warmte, die heerschte in dit bijna tropische park met zijne cactus sen, zijn reusachtige aloës en zijne parken vol rozen. In de verte 6trekten de blauwe voor gebergten zich uit in de van zon-schit- terende zee. - Waarom spot je, Ofólia? En er zijn oogenblikken dat ik geloof dat je mij bemint. Zij lachte, een kort, kirrend lachje. Wie ben je vandaag, de dichter die mij schoone woorden toefluistert of de sportsman, dien ik graag de overwinning zie behalen? zei zij. Ofólia, wie moet lk zijn? Met veranderde stem, eenigszins kortaf, antwoordde zij: De sportsman!... Hoe heet die ou de heer waarmee je dezen morgen wandelde?..." De markies di Palmierl, van boo- gen Italiaanschen adel. Je kent dus het mondaine leven van Nice niet?" Heeft hij veel gereisd? Ik meen van weL Bezit hij niet prachtige juweelen, waaronder... nietwaar?... een roos van diamanten? Een wonderbaarlijk mooie, schijnt het. Hij zal me die laten zien. Ik déjeuneer morgen bij hem. Ah!... Georges, heb je mij lief? Of ik je liefheb!... En kon ik aan den sportsman een klein bewijs van die groote liefde vragen? Honderd! Slechts één enkel. Ik wensoh dat je die diamanten roos voor mij steelt! Hij glimlachte, in de meening dat zij schertste. Je zult ine haar overmorgen mee brengen, niet waar, om elf uur, op t tennisveld? Georges maakte eene ongeduldige beweging.- Maar meen je dat in ernst? Je wilt dat... Heb ik me zoo onduidelijk uitge drukt? Of ben je bang? Neen, maar... Je zei dat, om mij te kunnen hu wen, niets je zou doen terugschrik ken... Mijn oom wilde je eerst zelfs niet ontvangen, ik heb de ontmoeting in orde gebracht. Mijn oom en tante vinden je eigenlijk noch rijk, noch voornaam genoeg. Maar als ik eeniss- zins aandrong, zouden ze dadelijk toe stemmen, versta Je, d a d e 1 ij k... Welnu: breng mij die roos over- morgenochtend en je zult hier nog de ze week als verloofde dlneerenIk zweer bet! Maar, wat een idéé!... Dat Juweel stelen! Bedenk toch eens, Ofólia!. Het ls onmogelijk! Eerstens zal ik niet slagen." Een sportsman als JIJ zou nieft slagen? Komaan nu!... Denk er aan, dat wij de roos vier en twintig uur lator anoniem zullen doen terugge ven. Men zal niets van deze bedoe ling gelooven als ik gesnapt werd, en mij wegens diefstal veroordeelen!...;. Wegens diefstal, begrijp Je dat wel? Zij drong zich tegen hem aan. Hem In de oogen ziende, fluisterde zij: Denk alleen aan mij. En ter wijl ze hem kuste, voegde hij er bij Ik heb Je lief, Georges!... Ik heb Je lief!... Als men mij betrapt, ben itt ont- eerd. Laten we er niet meer over spre ken, waarde heer, een ander zal het wagen. Hij richtte zich op met gefronste wenkbrauwen. Maar ik geef niet toe. Begrijp dat! Dadelijk, zonder er iets bij te voe gen, woedend, ging hij naar do villa, nam afscheid van de voogden der kleine Créoolsche en vertrok. Over de balustrade van het terras boog zij zich naar hem over met haar kirrend lachje. Toen Georges in een bocht van den weg verdwenen was, vlijde zij zich neer ln een rieten fauteuil en snikte... Georges Illiers nam zich voor niet aan dezen bultensporlgen gril toe te geven. Dat kleine plantorsdoch- tertje had graag een soort van slaaf van hem gemaakt! Maar toen hij 8 avonds naar huls ging, dacht hij met smart aan Ofélia. De voogden van de kleine Créoolsche, de heer en mevrouw Sandlsoz, ontvin gen kennlssen^om te dineeren. Daar na muziek en bal Met wien flirtte zij nu? Haar schoonheid en aanzien lijk fortuin zes millloen bezorg den haar talrijke aanbidders, en zij had de manier om niemand van die menschen die hem, dep meest begun stigde, ergerden, te ontmoedigen. Beroeps-bruidschat jagers zouden gaarne het door hem geweigerde avontuur gewaagd hebben. Hij sliep slecht. OP JACHT NAAR DE ROOS. Een sigaret, mijnheer Illiers!... Nu zal lk u mijne kostbaarheden laten zien, relde Markies di Palmie rl, terwijl hij een gouden étui boven de kristallen, de zilverwerken, het blinkende tafellaken en de bloemen ophief. De hooge gestalte van den grijs aard in een nauwsluitend costuum, de witte haren op de schouders han gend, ging Georges voor in een soort van groot atelier, dat uitzicht gaf op den tuin. De muren waren bedekt met vitri nes vol soorten van steenen, Georges, die geen kenner was, toonde zich be leefd opgetogen. Zij kwamen voor een soort van kluis, in een gegoten suil gemetseld. Hier bevindt zich het diamanten voorwerpje waarvan ik u gesproken heb, zei do markies, terwijl hij op een veer drukte. De deur week terug. Op den bo dem, recht onder een kunstgeblader ts blonk een enorme witte roos ver blindend onder het weerkaatste licht van twee electrische lampjes. Men zou kunnen zeggen: het licht tot eene bloem gevormd. Welk een wonder," riep Geor ges, half verblind door 't licht, uit. Deze eenige verzameling van diamanten verdient dien naam wer kelijk. Zijn oorsprong is zeer oud. Een duizendtal jaren, meer misschien wel, bleef deze roos, die een gods dienstige strekking heeft, in dezelfde dynastie van rajahs; zij was er de hei lige talisman van. Nu en dan houdt de huidige afstammeling van die il- lustre familie er van om zich in de groote Europeesche steden te komen amuseeren. Hij heeft mij heimelijk deze roos afgestaan, een tamelijk aanzienlijke som eiscbende, een waar fortuin, en die toch niets is in verge lijking met den prijs, dien hij had kunnen krijgen door zich tot de koop lieden te wenden. Maar dezen ver koop beteetende een soort van heilig schennis «'i *°->est zorgvuldig voor zijne onderdanen verborgen blijven. Hij kon zich slechts tot een gentle» man wenden, op wiens bescheiden heid hij rekenen kon. Ik veroorloof me echter aan intieme vrienden dif kleinood te laten zien." Maar men weet dat gij er bezit ter van rijt; verscheidene personen hebben er mij over gesproken. Enkele enthousiasten hebben niet geheel het stilzwijgen kunnen be waren. Bah! als dat niet buiten eene kleinen kring ruohtbaar wordt! Be slist noodzakelijk is bet dat het niet algemeen bekend wordt; lk heb mijn eerewoord aan dien vent gegeven* Kijkl wanneer men mij deze roos ont stal, zou ik daarom zelfs geen klacht kunnen indienen. O, het schijnt me toe, dat deze kluis haar uitstekend beschermt. Zeker... Kijk, het slot Is valschi. De Inbrekers zouden zich nutteloos vermoeien met het te willen forcee- ren; het opengaan van de kluis hangt er niet van af. ZIJ zouden er niet aan denken om deze veer op zij te zetten door op een andere te drukken. Nadat de markies de kluis weer go- sloten had, voerde hij langzaam den dubbelen druk uit, dien hij wilde aan duiden. Met een metaalgekllk week de deur. •...Georges bekeek' dien verblinden den bloem die hem Ofélla verschaffen moest. Want dat had hij dikwijle waargenomen de kleine Créoolsche voerde Iedere gegeven belofte met een onweerstaanbare beslistheid uit. De markies ging voort met uitleg gen, op een zelfvoldanen toon van verzamelaar. U ziet wfcl, dat de stengel en de bladeren van goud zijn. En die zijn niet stevig, ik heb de roos op een flu- weelen bodem laten vastmaken en zij mag niet aangeraakt worden... O, do Inbrekers zouden een goeden slag slaan. Losgemaakt zouden de bloem bladeren niets meer zijn dan eenvou dige diamanten, zonder het minste gevaar verkoopbaar naar Amster dam of Londen. Maar deze kluis ls absoluut zeker... ik heb hier een bal- con aan laten maken, waar ik vaak een sigaar rook, zeide de markies, terwijl hij een glazen deur opende.: Van 't balcon tot den grond eenï- ge meters! Georges voelde zich op den terug weg vertoornd op Ofélia. Hoe kon de despotieke kleine veronderstellen dat hij zoo'n laaghartig misbruik van de ontvangen gastvrijheid zou maken! Tegenover hem naderde in een stofwolk een blinkend wagentje, be spannen met een vurige, rose poney- Ofélia, in nauwsluitend costuum, een driehoekig steekje op het zwarte haar, met haar als gebeeldhouwd kapsel, hield boog de sierlijke teu gels, met de zweep met amethysten knop. Naast haar zat de Engelsche gouvernante verstrooid baar zwarte mitaines te bekijken. Ik hoopte, da.t ik Je ontmoeten zou. Welnu? vroeg de slanke Créool sche. Het zweet pairelde op haar mat- bruine huid. Ofélia, je fantasie ls onaanae» melijk. Is dat wel je laatste woord? Maar diefstal plegen bij dien: edelman, die mij vertrouwd heeft* die De zweep sneed de lucht.- De losga» laten poney met het wagentje verdwe nen ginds in t glinsterende stof. Na een ongezellig diner, ging Georges machinaal naar de opera. In eene loge bevonden zich de hew en mevrouw Sandlsoz met Ofélia en den rijken, voornomen en schoonen Maurice de Rouilly-Madiade, diege ne van alle aanbidders van Ofélia! op wien hij het meest jaloersch was. Het beeldschoone gelaat van Ofé lia kwam hel uit tegen haar zwart corsage. Daar achter kwam het ge baarde hoofd van Rouilly Madiade naar voren, met de glimmende mono cle en een sareastischen glimlach.. Verscheidene malen wendde Ofélia zich tot den vlcomte en sprak lang met hem, haar rug naar de zaal ge keerd. Georges hijgde, zijn" hart klopte' sneL De lichten van het tooneel dan sten honderdvoudig voor zijne oogen op en neer. De smart der jaloezie doorstroomde hem. In de entire-acte bemerkte Ofélia hem, glimlachte beleefd tegen hem en begon weer te babbelen. Woedend verliet hij de zaal. Buiten was de lucht koel... Zij was dus verloren voor hem, de eerste en eenige liefde van zijn jeugd»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 11