BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
GROOTE HOUTSTRAAT
DRUKKERIJ ZLHDER BU1TENSPAARNE 6.
Rubriek voor Vrouwen
Hei Rijke Natuurleven.
De Roos vaa dea Rajah
iT» Jaargang.
BA.TÏBDAQ 18 SSPTEMBER 1909
!f«. 804t
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
fl.20 PEB 8 HAANDEN
OF 10 CENT PEB WEEK.
IN haarlem's dagblad ZUSi
advertentlen doeltreffend.
onze annonces
worden opgemerkt.
Parijsche Nieuwtjes.
Roods beginnen onze vrouwen en
meisjes zich met hare winter gardero
be bezig te houden en worden de naai
sters bestormd met vragen over de ko
mende modes, want men vreest nog
«ftoods, dat de Louis XV en Louis XVI
Stijl ingang zullen vinden en men ons
in de lange punt-taillea met paniers
tal kleedem
Ik kan mijne geachte lezer en
hieromtrent echter gerust aftellen met
de mededeel!ng, dat deze uitersten
ons voorloopig bespaard zuilen blijven
want alhoewel de voorname Parijsche
huizen ons artistieke draperieën bren
gen met rijke pl ooien-arrangementen
blijft toch bij dat alles de slanke vorm
bewaard, die de laatste seizoens voor
hoogst modern gold.
De tailles zijn lang en recht; d.w.z.
geen wespentailles of ingeregen mid
deltjes, zoodat ze haar natuurlijken
vorm behouden, de rokken worden
vaa onderen wijder zonder echter van
de tegenwoordige modellen af te wij
ken. In onzen smaak zijn we tegen
woordig zéér onafhankelijk, en het
helpt weinig of de modekoningen
al hun scheppingen willen opdringen!
Het duidelijkste is zulks gebleken in
dit voorjaar, toen men ons de meest
tegenstrijdige modellen heeft aange
prezen en de mee eten onzer een af
wachtende houding aannamen om te
zien, welke modellen zouden inslaan.
Slanko vormen vonden ingang en al-
lci) wat daarop betrekking bad, werd
voetstoots geaccepteerd en op dezen
basis nu hebben de Parijsche „fai-
fceurs" doorgewerkt en wederom is
■f,la souplesse des tissus" een hoofd-
yereischie.
Van het batist der onderkloeding
tot de lange, rijke avondmantels en
de gracieuse shawl's is alles op fijn
heid van weefsel berekend.
Sedert de shawl wederom op het
toon eel der mode verscheen, werd er
al héél wat voorspeld, men ging zelfs
zóó ver, dat de gevreesde crinoline
ter sprake kwam, want sommige
schrijvers van naam, die het niet
beneden zich achtten om zich met de
mode bezig te houden, vonden het
lcgisch, dat met den empine-hoed en
dc shawl ook de crinoline op de prop
pen zoii komen. Daar echter logica en
mode zelden denzelfden weg bewande-
Lsn, willen we aannemen, dat hier
vooreerst niets van komen zaL
Voorloopig houdt men zich te Pa
rijs met „de heuppasse" bezig; deze
is hert hoofdthema, waarop alle moge
lijke variaties gebracht worden Er
wordt géén toilet ontworpen zonder
heup-arrangement, al wordt het ook
6lechts> door een gar neer ing van ga
lon of tres aangeduid. Robes-princes-
6e die zich met de heuppasse zéér
goed vereenigen, wedijveren om den
voorrang. Onder de laatste modellen
«let men weinig nieuwe toiletten, die
niet uit één stuk vervaardigd
zijn. Zoodra er van rok en taille
sprake is, komt men eigenlijk tot de
blouse. Dit wil nu niet zeggen, dat
een cpstuum uit rok en taille bestaan
de niet meer gedragen wordt, doch de
afscheiding moet dan zóó gewerkt
zijn, dat ze niet in het oog loopt.
Het is mogelijk, dat mevrouw Mode
■ons in don loop van het seizoen nog
'meerdere verrassingen zal voorzetten,
doch op dit oogenblik toont ze nog
Weinig ondernemingslust. Men brengt
nog steeds lange nauwe mouwen,
sommige met korte overmouw of klei
ne poufre; verder de doorschijnende
onderblouses In de kleur der stof.
De nieuwe stoffen voor herfst en
winterkleeren zijn over het algemeen
in effen kleuren, en waar er al van
patronen in den vorm van streepjes of
ruitjes sprake is, zijn die toch weinig
opvallend. Zéér mooi zijn de nieuwe
ziboline-weefsels, waarvan do lange,
witte wollen draden een zilverachtige
schaduw teweeg brengen. Nieuw zijn
verder: diagonaal-weefsels, kamga-
rens en cotelé met dikke rib, die aan
fluweel doen denken. Allo kleuren
worden in de nieuwe stoffen ge
bracht, doch geen enkele treedt sterk
'op den voorgrond.
Er zal veel fluweel gedragen wor
den als: „velours cottelé" ei; „velours
épingle" verder laken in een geheel
nieuw fabrikaat n.l. geribd, doch de
ribben zóó dicht naast elkander, dat
ze nauwelijks merkbaar zijn.
Als go.meering wordt wederom veel
Van geborduurde galons gebruik ge
maakt, terwijl tres, soutache en git
opnieuw aan do orde zijn.
MARIE VAN AMSTEH
BLOEMEN IN DEN WINTER
In bijna lederen bloemwinkel ziet
men nu, naast de gewone uitstallin
gen, ook die van bol- en knolgewas
een.. Voor betrekkelijk weinig
kan men zich mooie gezonde hyacin
ten en glanzig bruine tulpjes aan
schaffen. Witneuzige crocusknolle-
tjes lokken tot koopen uil
Een artikel tot opwekking zou in
Onze bloemenveste wel op zijn plaats,
maar grootendeals overbodig zijn.
Daarmee wil Ik u dus niet vermoeien,
maar toch leek het mij niet ondien
stig, bij uitzondering eens Iets uit de
practijk mede te doelen. Vooral zij,
die nog zelden aan kamercultuur de
den, begaan soms fouten, waardoor
veel van het genot verloren gaat.
Het is nu de tijd, in mijn vorig
opstel wees ik er reeds op, ook wat
materiaal in huis te halen, om bij
slecht herfstweer of snerpende win
terkoude niet geheel van het natuur
genot verstoken te zijn. En wat zou
den wij Haarlemmers beter tot onze
najaarsliefhebberij maken, dan het
kweeken en verzorgen onzer alom ge
roemde bolgewassen I
Het ls nu de tijd ocrn aan de cultuur
te beginnen. Begin October dient alles
gereed te zijn en voor de vroege hya
cint jes, voor die kleine Romeinsche
kamervriendjes wordt het hoog tijd,
willen wij ten minste omstreeks
Kerstmis bloemen zien.
Er moeten dus bollen worden ge
kocht „Een gemakkelijke zaak" zult
gij zeggen en toch, ik verzeker u, dat
het niet altijd even eenvoudig is.
Een enkele maal heb ik mij laten
verleiden om bij een bollenhandelaar
hier ter stede, zijn naam doet niet
veel ter zake, een klaargemaakte col
lectie te koopen, maar daaraan zal lk
mij niet licht meer wagen. Nadat al
les op de voorgeschreven manier was
behandeld, kreeg ik slechts airmzall-
ge bloemen, terwijl sommige hyacin
ten het voldoende vonden, twee of
drie schrale blaadjes te ontwikkelen.
Ik weet niet, welke bevindingen
anderen hebben opgedaan, maar nog
eens, ik geloof dat die aardige collec
ties niet altijd de best bloeiende bol
len bevatten. Neem liever enkele
exemplaren minder en stel u niet met
het goedkoopste tevreden.
Maar genoeg, wij hebben bij een
vertrouwd handelaar hyacinten, tul
pen en crocussen gekocht. Wat nu te
doen? Stel, dat wij het grootste deel
voor potcultuur bestemmen, dan
dient voor het volgende worden zorg
gedragen. Een plant is een levend or
ganisme, dat evengoed lucht noodig
heeft als ieder ander. Nu, het boven-
aardsch gedeelte krijgt daar in den
regel wel een voldoende hoeveelheid
van mee, maar ook de wortels mogen
niet verstikken. Slechts op goede fun
damenten bouwt men stevige hulzen
en planten met zieke wortels gaan
kwijnen.
Zorg dus, dat uw potten goed zui
ver zijn. Geverfde of geglazuurde pot-
ten evenals zinken- of koperen bak
jes zijn beslist nadeelig.
Nadat ge nu, voor drainagebevar-
dering een scherfje op de bodemop-
ning van den pot hebt gelegd, moet
gij deze vullen met een mengsel van
bladaarde en zand, van leder onge
veer gelijke boeveelheden. Kleine
stokjes en bladnerven mogen niet
worden verwijderd. Dit bevordert de
luchtvarversching. Is zoo de pot losjes
gevuld, dan duwt men de bollen er
zoover in, dat slechts den neus boven
de aarde uitsteekt en drukt vervol
gens het zand goed vast aan.
Dit behoort, met het oog op de las
tere begieting, ongeveer een c.M. be
neden den rand te blijven.
Wat is er al veel mislukt,
door te dichte poting der bollen. Nooit
mogen wij in een gewonen bloempot
meer dan één hyacint, drie tulpen of
vijf crocussen doen. De een verdringt
den ander en geen enkele komt tot
zijn recht.
„Nu maar voor 't ïaam in de zon",
hoor ik enkelen zeggen, en daarme
de spreken zij het doodvonnis over
de aanstaande kamergenootjes uit.
Neen, graaft zoo gij een tuin hebt de
potten in den grond, ongeveer een
d.M. onder de oppervlakte en stampt
de aarde goed aan. Hebt gij geen tuin
zet alles dan in een kist, gevuld met
aarde in den kelder.
En in den grond èn in de kist moe
ten de potten dan vijf A zes weken
verblijven en in dien tijd behoeft men
niet te gieten.
Voor de knoppen dan gaan urtloo-
pen, vormen de hollen eerst een ste
vig wortelnet en. hoewel voor onze
bolgewassen niet veel voedsel noodig
ls, wat de cultuur op glazen wel be
wijst ls voor de vorming van krach
tige bladeren en gezonde bloemen een
flinke hoeveelheid wortels zeer ge-
wenscht. Daarbij komt nog, dat de
aarde zoo niet opwerkt.
Nadat men alles weer heeft uitge
graven reinigt men de potten nog
ma als en nu plaatst men ze binnens
buis.
Is de overgang te sterk, ls dus de
kamer te warm, dan ontwikkelen zich
lange spichtige bladeren en Ijle
bloemtrossen zoodat de moeite dan
vrijwel vergeefs is geweest.
Eerst in een koel, daarna In een
matig verwarmd vertrek en eindelijk
in de kamer waar gestookt wordt.
H-oudt gij dit in t oog dan zal uw
kweekerij zeker gelukken.
Ik behoef niet te zeggen, dat zoo-
dra de potten in de kamer worden ge
plaatst, van tijd tot tijd dient te wor
den gegoten, en wel dan, als de bo
venste aardlaag hard wordt.
Houdt men dit alles in H oog, dan
ls het bijna zeker een flinke bloemen-
collectle te krijgen die, omdat wij al-
163 zelf hebben behandeld, veel meer
genot geeft
De cultuur op glazen is nog veel
eenvoudiger. Wel heeft men hiervoor
de beste bollen noodig, maar daarme
de houdt alles dan ook bijna op.
Gewoon leidingwater is geschikt
voor de vulling der glazen. Heeft men
de bollen er met den voet Ingezet, dan
moet alles, om de wortelvorming te
bevorderen, ln een donkere kast ge
plaatst worden. Weldra zien wij dan
do witte wortelpuntjes te voorschijn
komen en eerst, els deze den bodem
van het glas hebben bereikt, mo
gen wij de planten voor het raam
brengen. Ook hier is te veel warmte
zeer nadeelig. Het spreekt van zelf,
dat zoo nu en dan wat water moet
bijgegoten worden, omdat door de
verdamping het niveau te laag wordt.
Enkele malen ververschen, echter
zonder de wortels uit t glas te lich
ten, ls ook zeer gewenscht.
„Wat kunnen wij nu na den bloei
tijd met die bedien doen?" heb lk
vaak booren vragen.
Het axrtwoord is gemakkelijk te ge
ven. Gooi ze weg, want zij kunnen
niet meer veel dienst doen.
Die van de waterkweekorlj zijn zoo
uitgemergeld, dat er bijna geen leven
meer ln is. De stoffen, die gediend
hebben voor de vorming van bladeren
en bloemen vormden het gewichtig
ste bestanddeel en dit is geheel opge
bruikt.
De nieuwe bolletjes, die bij de pot
cultuur ontstaan zijn, zouden bij een
doelmatige behandeling nog wel wat
opleveren, maar toch ls de kans voor
mislukking zoo groot, diat het de
moeite niet loont
Veel beter doen wij, als wij het vol
gend jaar, wijzer geworden door on
dervinding, weer een nieuwen kweek
tuin aanleggen.
H. PEUSENS.
VRAGENBUS,
Mevr. K. te H. Uw palm heeft,
zooals u schrijft, een worm in den
pot. Als u niet veel lust hebt, de
plant te verpotten, neem haar dan
stevig vast, keer den pot om en licht
hem na klopping er af,
U zult dan het diertje wel vinden.
Wel zijn er genoeg stoffen, om het
dier te dood en, maar als u daarme
de de aarde begoot, zou èn worm èn
palm sterven.
Het kan geen kwaad, dat de war
tels eens wat licht zien en mocht de
kleine humusvarmer niet spoedig
voor den dag komen, dan kunt u ge
rust met wat voorzichtigheid de wor
tels losmaken.;
H. PEUSENS.
De Promenade des Anglais schit
terde op dien bewusten Maartochtend
In de zon, en daarom zette Georges
Illiers een lorgnet met donkere gla
zen op. Hij bekeek zich daarop vol
daan in de ruiten van een winkeL
Slank en welgebouwd in zijn tennis-
costuum, zag bij er met zijn glad,
baardeloos en eenigszins vrouwelijk
gezicht jonger uit dan drie-en-twin-
tig jaar. En met groote voldoening
nam hij zijn eigen verleidelijk uiter
lijk op want dezen morgen dejeu
neerde hij hij den oom en voogd van
Ofélla Cortès. de mooie jonge erfge
name.
Plotseling bevond hij zich vlak te
genover den markies dl Palmletri
een grijsaard met een gekruld en wit
ten knevel ln een blozond gezicht, die
op een rotting steunend voortliep.
Haastig sprak deze booge persoon
lijkheid onder de ouderen hem aan
en zeide op vermoeiden toon:
U bent alleen, mijnheer Illiers?..
Ik ga naar hui». Wilt u mij t genoe
gen doen mij te vergezellen?
Gorges ging onmiddellijk met den
aristocratischen grijsaard mede. En
hij wenschte, dat de voogd van Ofólia
Cocrt ès die zeer ij del was en, naar
men zeide, slechts een echtgenoot van
adel voor haar wilde, hem ln derge
lijk gezelschap ontmoette, hem, Geor
ges Illiers, voorheen arm reporter
aan de sportbladen, maar tegenwoor
dig alleen schrijvend voor zijn lief
hebberij, en een groot schermer, bok
ser, tennisspeler sinds de onver
wachte erfenis van een oom hem
plotseling een jaarrente van twintig
duizend francs verschaft had.
U schijnt een uitstekend degen-
schermer te zijn, mijnheer. Ik denk
er over om op mijn villa een „poule"
op den degen te doen houden, zei de
Markies di Palmieri.
Op de Place Masséna moesten zij
even wachten voor een blauwe auto,
die met volle snelheid voorbijvloog
en waarin Georges met vreugde den
grijzen mantel van Ofélla Cortès her
kende.
Welnu, we zullen die poule or
gan is eeren., zei de markies tot den
jongen sportsman toen zij bij het hek
van zijn villa waren gekomen. We
zullen er nog eens ovar moeten den
ken op welken datum en wie wij zul
len ultnoodigen... Kom daarom mor
gen bij mij dójeuneeren, we zullen
samen praten... En lk zal u mijn klei
ne collecties laten zien.
Ik boor, dat u eon prachtige
roos van diamanten bezit?"
- U zult haar zien. Ze is mooi. Tot
morgen!"
EEN ZONDERLINGE GRILo
Ofélla! Ik heb Je zoo lief!
Zóo?... Vertel hoeveel!
Met één sprong zat de kleine brui
ne Gréoolsche op de balustrade, die
hei terras van de villa begrensde. Een
dichte olijfboom beschutte deze plek
tegen de warmte, die heerschte in dit
bijna tropische park met zijne cactus
sen, zijn reusachtige aloës en zijne
parken vol rozen.
In de verte 6trekten de blauwe voor
gebergten zich uit in de van zon-schit-
terende zee.
- Waarom spot je, Ofólia? En er
zijn oogenblikken dat ik geloof dat je
mij bemint.
Zij lachte, een kort, kirrend lachje.
Wie ben je vandaag, de dichter
die mij schoone woorden toefluistert
of de sportsman, dien ik graag de
overwinning zie behalen? zei zij.
Ofólia, wie moet lk zijn?
Met veranderde stem, eenigszins
kortaf, antwoordde zij:
De sportsman!... Hoe heet die ou
de heer waarmee je dezen morgen
wandelde?..."
De markies di Palmierl, van boo-
gen Italiaanschen adel. Je kent dus
het mondaine leven van Nice niet?"
Heeft hij veel gereisd?
Ik meen van weL
Bezit hij niet prachtige juweelen,
waaronder... nietwaar?... een roos
van diamanten?
Een wonderbaarlijk mooie,
schijnt het. Hij zal me die laten zien.
Ik déjeuneer morgen bij hem.
Ah!... Georges, heb je mij lief?
Of ik je liefheb!...
En kon ik aan den sportsman
een klein bewijs van die groote liefde
vragen?
Honderd!
Slechts één enkel. Ik wensoh dat
je die diamanten roos voor mij steelt!
Hij glimlachte, in de meening dat
zij schertste.
Je zult ine haar overmorgen mee
brengen, niet waar, om elf uur, op t
tennisveld?
Georges maakte eene ongeduldige
beweging.-
Maar meen je dat in ernst? Je
wilt dat...
Heb ik me zoo onduidelijk uitge
drukt? Of ben je bang?
Neen, maar...
Je zei dat, om mij te kunnen hu
wen, niets je zou doen terugschrik
ken... Mijn oom wilde je eerst zelfs
niet ontvangen, ik heb de ontmoeting
in orde gebracht. Mijn oom en tante
vinden je eigenlijk noch rijk, noch
voornaam genoeg. Maar als ik eeniss-
zins aandrong, zouden ze dadelijk toe
stemmen, versta Je, d a d e 1 ij k...
Welnu: breng mij die roos over-
morgenochtend en je zult hier nog de
ze week als verloofde dlneerenIk
zweer bet!
Maar, wat een idéé!... Dat Juweel
stelen! Bedenk toch eens, Ofólia!.
Het ls onmogelijk! Eerstens zal ik
niet slagen."
Een sportsman als JIJ zou nieft
slagen? Komaan nu!... Denk er aan,
dat wij de roos vier en twintig uur
lator anoniem zullen doen terugge
ven.
Men zal niets van deze bedoe
ling gelooven als ik gesnapt werd, en
mij wegens diefstal veroordeelen!...;.
Wegens diefstal, begrijp Je dat wel?
Zij drong zich tegen hem aan.
Hem In de oogen ziende, fluisterde
zij: Denk alleen aan mij. En ter
wijl ze hem kuste, voegde hij er bij
Ik heb Je lief, Georges!... Ik heb
Je lief!...
Als men mij betrapt, ben itt ont-
eerd.
Laten we er niet meer over spre
ken, waarde heer, een ander zal het
wagen.
Hij richtte zich op met gefronste
wenkbrauwen.
Maar ik geef niet toe. Begrijp
dat!
Dadelijk, zonder er iets bij te voe
gen, woedend, ging hij naar do villa,
nam afscheid van de voogden der
kleine Créoolsche en vertrok.
Over de balustrade van het terras
boog zij zich naar hem over met haar
kirrend lachje.
Toen Georges in een bocht van den
weg verdwenen was, vlijde zij zich
neer ln een rieten fauteuil en snikte...
Georges Illiers nam zich voor
niet aan dezen bultensporlgen gril
toe te geven. Dat kleine plantorsdoch-
tertje had graag een soort van slaaf
van hem gemaakt!
Maar toen hij 8 avonds naar huls
ging, dacht hij met smart aan Ofélia.
De voogden van de kleine Créoolsche,
de heer en mevrouw Sandlsoz, ontvin
gen kennlssen^om te dineeren. Daar
na muziek en bal Met wien flirtte
zij nu? Haar schoonheid en aanzien
lijk fortuin zes millloen bezorg
den haar talrijke aanbidders, en zij
had de manier om niemand van die
menschen die hem, dep meest begun
stigde, ergerden, te ontmoedigen.
Beroeps-bruidschat jagers zouden
gaarne het door hem geweigerde
avontuur gewaagd hebben. Hij sliep
slecht.
OP JACHT NAAR DE ROOS.
Een sigaret, mijnheer Illiers!...
Nu zal lk u mijne kostbaarheden
laten zien, relde Markies di Palmie
rl, terwijl hij een gouden étui boven
de kristallen, de zilverwerken, het
blinkende tafellaken en de bloemen
ophief.
De hooge gestalte van den grijs
aard in een nauwsluitend costuum,
de witte haren op de schouders han
gend, ging Georges voor in een soort
van groot atelier, dat uitzicht gaf op
den tuin.
De muren waren bedekt met vitri
nes vol soorten van steenen, Georges,
die geen kenner was, toonde zich be
leefd opgetogen. Zij kwamen voor een
soort van kluis, in een gegoten suil
gemetseld.
Hier bevindt zich het diamanten
voorwerpje waarvan ik u gesproken
heb, zei do markies, terwijl hij op een
veer drukte.
De deur week terug. Op den bo
dem, recht onder een kunstgeblader
ts blonk een enorme witte roos ver
blindend onder het weerkaatste licht
van twee electrische lampjes. Men
zou kunnen zeggen: het licht tot eene
bloem gevormd.
Welk een wonder," riep Geor
ges, half verblind door 't licht, uit.
Deze eenige verzameling van
diamanten verdient dien naam wer
kelijk. Zijn oorsprong is zeer oud.
Een duizendtal jaren, meer misschien
wel, bleef deze roos, die een gods
dienstige strekking heeft, in dezelfde
dynastie van rajahs; zij was er de hei
lige talisman van. Nu en dan houdt
de huidige afstammeling van die il-
lustre familie er van om zich in de
groote Europeesche steden te komen
amuseeren. Hij heeft mij heimelijk
deze roos afgestaan, een tamelijk
aanzienlijke som eiscbende, een waar
fortuin, en die toch niets is in verge
lijking met den prijs, dien hij had
kunnen krijgen door zich tot de koop
lieden te wenden. Maar dezen ver
koop beteetende een soort van heilig
schennis «'i *°->est zorgvuldig voor
zijne onderdanen verborgen blijven.
Hij kon zich slechts tot een gentle»
man wenden, op wiens bescheiden
heid hij rekenen kon. Ik veroorloof
me echter aan intieme vrienden dif
kleinood te laten zien."
Maar men weet dat gij er bezit
ter van rijt; verscheidene personen
hebben er mij over gesproken.
Enkele enthousiasten hebben
niet geheel het stilzwijgen kunnen be
waren. Bah! als dat niet buiten eene
kleinen kring ruohtbaar wordt! Be
slist noodzakelijk is bet dat het niet
algemeen bekend wordt; lk heb mijn
eerewoord aan dien vent gegeven*
Kijkl wanneer men mij deze roos ont
stal, zou ik daarom zelfs geen klacht
kunnen indienen.
O, het schijnt me toe, dat deze
kluis haar uitstekend beschermt.
Zeker... Kijk, het slot Is valschi.
De Inbrekers zouden zich nutteloos
vermoeien met het te willen forcee-
ren; het opengaan van de kluis hangt
er niet van af. ZIJ zouden er niet aan
denken om deze veer op zij te zetten
door op een andere te drukken.
Nadat de markies de kluis weer go-
sloten had, voerde hij langzaam den
dubbelen druk uit, dien hij wilde aan
duiden. Met een metaalgekllk week
de deur.
•...Georges bekeek' dien verblinden
den bloem die hem Ofélla verschaffen
moest. Want dat had hij dikwijle
waargenomen de kleine Créoolsche
voerde Iedere gegeven belofte met een
onweerstaanbare beslistheid uit.
De markies ging voort met uitleg
gen, op een zelfvoldanen toon van
verzamelaar.
U ziet wfcl, dat de stengel en de
bladeren van goud zijn. En die zijn
niet stevig, ik heb de roos op een flu-
weelen bodem laten vastmaken en zij
mag niet aangeraakt worden... O, do
Inbrekers zouden een goeden slag
slaan. Losgemaakt zouden de bloem
bladeren niets meer zijn dan eenvou
dige diamanten, zonder het minste
gevaar verkoopbaar naar Amster
dam of Londen. Maar deze kluis ls
absoluut zeker... ik heb hier een bal-
con aan laten maken, waar ik vaak
een sigaar rook, zeide de markies,
terwijl hij een glazen deur opende.:
Van 't balcon tot den grond eenï-
ge meters!
Georges voelde zich op den terug
weg vertoornd op Ofélia. Hoe kon de
despotieke kleine veronderstellen dat
hij zoo'n laaghartig misbruik van de
ontvangen gastvrijheid zou maken!
Tegenover hem naderde in een
stofwolk een blinkend wagentje, be
spannen met een vurige, rose poney-
Ofélia, in nauwsluitend costuum, een
driehoekig steekje op het zwarte
haar, met haar als gebeeldhouwd
kapsel, hield boog de sierlijke teu
gels, met de zweep met amethysten
knop. Naast haar zat de Engelsche
gouvernante verstrooid baar zwarte
mitaines te bekijken.
Ik hoopte, da.t ik Je ontmoeten
zou. Welnu? vroeg de slanke Créool
sche.
Het zweet pairelde op haar mat-
bruine huid.
Ofélia, je fantasie ls onaanae»
melijk.
Is dat wel je laatste woord?
Maar diefstal plegen bij dien:
edelman, die mij vertrouwd heeft*
die
De zweep sneed de lucht.- De losga»
laten poney met het wagentje verdwe
nen ginds in t glinsterende stof.
Na een ongezellig diner, ging
Georges machinaal naar de opera.
In eene loge bevonden zich de hew
en mevrouw Sandlsoz met Ofélia en
den rijken, voornomen en schoonen
Maurice de Rouilly-Madiade, diege
ne van alle aanbidders van Ofélia!
op wien hij het meest jaloersch was.
Het beeldschoone gelaat van Ofé
lia kwam hel uit tegen haar zwart
corsage. Daar achter kwam het ge
baarde hoofd van Rouilly Madiade
naar voren, met de glimmende mono
cle en een sareastischen glimlach..
Verscheidene malen wendde Ofélia
zich tot den vlcomte en sprak lang
met hem, haar rug naar de zaal ge
keerd.
Georges hijgde, zijn" hart klopte'
sneL De lichten van het tooneel dan
sten honderdvoudig voor zijne oogen
op en neer. De smart der jaloezie
doorstroomde hem.
In de entire-acte bemerkte Ofélia
hem, glimlachte beleefd tegen hem en
begon weer te babbelen.
Woedend verliet hij de zaal. Buiten
was de lucht koel...
Zij was dus verloren voor hem, de
eerste en eenige liefde van zijn jeugd»