HAARLEM'S DAGBLAD.
Stadsnieuws
FEUILLETON
Be roode Pimpernel
in Gevaar.
Gnüemandscb Overzicht
MAROKKAANSCH ALLERLEI.
Spanje heeft van 't avonturen niet
gauw genoeg I Of zeggen de Spanjaar
den nu alleen de B. en C., omdat ae
vroeger (in een onbewaakt oogen-
blik de A. uitspraken waarvan
7.c, achteraf, meer dan spijt hebben.
De straf-expeditie heeft ook volgens
de lieeren in Madrid een te grooten
omvang genomen. Hadden ze dadelijk
Voor de keus gestaan, een oorlog
in Afrika te moeten voeren, wellicht
zou hun nationale trots minder-gauw
gekrenkt zijn geweest.
Dok hier komt weer het berouw na
de zonde I Spanje is eenmaal aan het
avonturen gegaan en moet nu zien,
spoedig van den last af te komen; nar-
ituurlijk zonder al te veel veeren in
iden strijd te verliezen.
Hoe staat '4 eigenlijk op het oor-
"ogsterreln? Een vraag, gemakkelij
ker te stellen, dan te beantwoorden.
Bijna al het nieuws komt via Madrid
111 daar troont de Spaansche censor,
•lie veel handigheid heeft in het ver
minken. en onschadelijk maken van
telegrammen. Bovendien generaal
Marinas weet zelf ook wel, wat hij
Verstandig moet verzwijgen....
We hooren dus vrijwel uitsluitend
goed nieuws voor de Spanjaarden.
Maar.... of dat alles ook absoluut
w aar is Wanneer de Spaansche
krijgers telkens met zóóveel moed en
succes hebben gevochten, dan.... o,
dan was de overwinning al tien keer
behaald geworden De duur van het
avontuur is dus al een pleit tegen de
optimistische Spaansche berichten.
Ook komt er zoo nu en dan een ver
dwaald bericht, dat minder eervol
voor Spanje Is. Nu is er b.v. een tele
gram via een Frunsche nederzetting
gekomen, waarin melding gemaakt
wordt van een nederlaag dor Span
jaarden bij de opmarsch tegen de
Mooren, die enkele dagen geleden
plaats had. In Madrid schijnt men
van deze nederlaag niet te weten I
De groote beslissende veldslag blijkt
onderbroken te zijn. Waarom is
biet duidelijk. Evenmin is met eenige
■reden een veronderstelling uit te spre
ken, of de slag al of niet hervat zal
'worden.
Dit hangt namelijk van verschillen
de omstandigheden af. t Zijn min-
etens een d r i e t a 11
Eerst nummer 1. Reeds eenige kee
pen werd het gerucht verspreid, dat de
Mooren naar vrede verlangen. Nu
wordt te Madrid van officieele zijde
verzekerd, dat de stam van Benl-Sikar
(een zeer belangrijk deel van de
Moorenstrijdmacht voor Melilia) DEN
VREDE VERZOCHT HEEFT. Gedu
rende de onderhandelingen zijn de
Vijandelijkheden gestaakt. Wanneer
dit bericht juist is, komt er misschien
spoedig een einde aan het avonturen.
Alleen is o. i. niet duidelijk, op welke
gronden en overeenkomsten de vrede
gesloten kan worden. Waartoe "kun
nen de oproerige Mooren zich verbin
den. Alleen kunnen ze beloven voort
aan rustig en vriendelijker tegen
Spanje te zijn. Maar, of de heeren in
Madrid daarmee genoegen zullen ne
men Wie moet de oorlogskosten be
talen
De Sultan zit al te beven. Hoewol 't
avontuur buiten Z. M. is omgegaan,
is hij toch bang, dat Spanje hem do
rekening thuis zal sturen, met de
boodschap „Wij (Spanjaarden) heb
ben den oproerlingen mores geleerd
dat was eigenlijk uw work, maar u
on'.brak daarvoor de macht, wat even
wel niet belet, dat u onze kosten moet
betalen."
In verband met deze quae&tie komt
omstandigheid no. 2 in bespreking.
Eenige dagen geleden is gemeld, dat
do Sultan bij de mogendheden gepro
testeerd heeft tegen het optreden van
Spanje. Wat zal Europa daarop ant
woorden? Voor de beantwoording de
zer vraag is van belang, of Spanje ge
heel op eigen initiatief handelt. Hot
Fransche blad „Éclair" ontleent dit,
en beweert, dat er een geheim
Franse h-S paansch verdrag
omtrent Marokko bestaat. Ter vermin
dering dor verwarring, dringt hot
blad op openbaarmaking van 't ver
drag aan. Of men in Madrid on Parijs
daarnaar zal hooren?
Omstandigheid nummer 3 is ook van
belang, omdat deze weer nieuwe woe
lingen in Marokko aankondigt. Wan
neer zal er ooit eens rust in 't land
komen
Nauwelijks Is de eene pretendent
floor de leeuwen en tijgers opgegeten,
Dl een andere treedt weder op en
vindt een aanhang. Thans zijn er
zelfs twee pretendenten, Moulai el
Kebir, die ook reeds vroeger van zich
deed spreken, en een niouwe roghi,
wiens naam we nog niet kennen.
Moulai el Kebir, die zich niet ver
van Zemmour ophoudt, heeft een ver
zoek ontvangen van verschillende ka
di's om zich naar de Segharna te be
geven, d. i. naar den stam, die zich
het langst vijandig heeft betoond je
gens Moulay Hafid en zijn kamp plun
derde, toen hij zich in de buurt van
Mechza Chair bevond. In de streek
om Taza is bovendien hot gerucht
verspreid, dat de roghi, die op bevel
van den Sultan ter dood is gebracht,
slechts een,,,, pseudo-roghi was en
dat de echte, Bou Hamara, nog in le
ven is.
Hoe onwaarschijnlijk dit gerucht
ook moge klinken, de man, die zich
thans roghi noemt, heeft reeds een
grooten aanhang gekregen en heeft
5000 ruiters onder zijn bevelen. (Voor
Marokko een groote legermacht). Hij
heeft zich meester gemaakt van Mek-
nassia en de bergvesting Taza van
den roghi weder bezet en een boete
van 1000 douro's opgelegd aan alle no
tabelen in die stad, die onlangs hun
onderwerping aan Moulay Hafid heb
ben aangeboden.
Zal Moulay Hafid zich op den Sul-
tanstroon kunnen handhaven
Zal do verwachte Sultansstrijd in
vloed hebben op het Spaansche avon
tuur?
De toekomst zal deze vragen beant
woorden.
DE „REPUBLIQUE" VER
ONGELUKT.
Frankrijk is niet gelukkig met de
luchtvaart 1 Nu is 't militaire lucht
schip „République" weer verongelukt.
Zaterdag voer het luchtschip van
Calais naar Meudon. De schroef brak,
waardoor het omhulsel van den bal
lon scheurde en zooveel gas verloor,
dat ze 200 meter recht naar beneden
viel. De vier inzittende officieren wer
den onder het vormlooze overschot
van 't luchtschip bedolven en verplet
terd. Drie waren op slag dood en de
vierde overleed reeds na een kort lij
den.
Do „République was in Juni 1908
gereed gekomen en heeft enkele suc
cesvolle tochten gemaakt.
Frankrijk is door deze ramp zeer ge
troffen en algemeen wordt deelneming
betuigd.
De minister-president is dadelijk
naar de plaats des onheils vertrokken
om den slachtoffers do laatste eer te
bewijzen.
DE CRISIS IN HONGARIJE.
Een telegram meldt, dat dr. Weker -
le, de Hougaarsche eerste-minister,
den Keizer het ontslag van het kabi
net heeft aangeboden. Dit ontslag zal
echter, zoo wordt er bij verzekerd,
niet aangenomen worden. De Keizer
zou nl. den president verzoeken defini
tief aan te "blij ven en met een gere
construeerd ministerie in do eerste
plaats de kiesrechthervorming af te
doen. De minister van binnenlandsche
zaken, graaf Andrussy, de minister
van justitie Günther en de Honved-
minister Jekeifallussy zouden dan uit
'het kabinet treden.
Zal dit gelukken?
Mocht de Hongaarsche regeering
zicli onwillig blijven betoonen om te
voldoen aan do verplichtingen, voort
vloeiende uit de voor drie jaren ge
sloten overeenkomst, dan zou worden
aangenomen, dat het kabinet het ver
trouwen van de meerderheid in het
parlement heeft verloren en zou het
Hqngaarsche Huis van Afgevaardig
den ontbonden worden.
DE VERKIEZINGSSTRIJD IN
ENGELAND.
Reeds nu worden maatregelen geno
men en voorbereidingen gemaakt.
Verzekerd wordt, dat 400 nieuwe
unionistische candidaten die nog geen
I'd van 't parlement waren, zich voor
den ophanden geachten verkiezings
strijd gereed maken. Van de 165 unio
nisten, die op liet oogenblik in .het
Lagerhuis zitting hebben, zullen al
len, op een stuk of zes na, zich op
nieuw beschikbaar stellen. De unio
nisten zullen om zoo goed als eiken
zetel in Engeland, Schotland cn Wa
les vechten, omdat zij meenen, alles te
winnen en niets te verliezen te hebben.
Iniusschen worden tal van vergade
ringen onder de leus: tarief lier vor
ming of socialisme voorbereid.
'T PROCES HERZENSTEIN.
De verdere behandeling van het ge
ding in verband met den moord op
Ilorzenstein is tot 22 October ver
daagd. Tegen Doebrowin den door
den Tsaar beschermden voorzitter
van den Bond van echt-Russisohe
mannen heeft het hof geen voldoen
de bewijzen van medeplichtigheid go-
vonden en daarom besloten, niet op
zijne inhechtenisneming aan te drin
gen, maar den gouverneur van i
borg te vragen, er zorg voor te dra
gen, dat Doebrowin, wanneer de zaak
opnieuw dient, voor hot hof zal ver
schijnen.
Wie had ook aan een veroordeeling
gedacht
DE NOORDPOOL-CONCUR-
RENTEN.
Cook heeft dezer dagen te New-York
een rede gehouden. Hij hield een lan
ge rede, die hierop neerkwam, dat hij
de Pool had bereikt. Over Peary
sprak hij in zijn rede niet, behalve
aan het slot. Cook noemde toen Peary
als een der vele Noordpoolreizigers,
die roemvolle dingen hadden gedaan,
waaraan hij toevoegde, „dat er voor
allen eer en roem genoeg was."
Na Cook sprak do president van de
club. Deze schroomde niet, het een en
ander te zeggen over de PearyCook-
poleniiek. Hij betreurde het gekibbel
2oer. Er was immers roem genoeg
voor beide Poolreizigers. De voor
zitter gaf als zijn opinie te kennen,
dat zoowel Cook als Peary aan de
Pool is geweest.
DE HUDSON-FEESTEN TE
NEW-YORK
hebben een aanvang genomen. Aan
de vlootrevue namen 57 oorlogsbo
dems van vele naties deel. Het aantal
kijklustigen werd op 4 millioen ge
schat. Natuurlijk zijn er eenige onge
lukken voorgekomen. Bij het gedrang
ziin verschillende menschen te water
geraakt, waarvan een vrouw ver
dronk.
Bij den aanvang der vlootrevue
deed zich een klein incident voor. De
„Halve Maen" en de „Clermont" na
melijk kwamen in aanvaring, zonder
dat echter schade werd aangericht.
EEN SCHIP GEROOFD.
Aan liet militaire hoofdkwartier le
Manilla is een tot dusverre nog niet
nader bevestigd bericht ontvangen,
dat do douane-kotter „Sora" op de
kust van Borneo door zeeroovers is
genomen en dat kapitein Mcgorly en
de bemanning, die uit dertien koppen
bestond, zijn vermoord. Er is onmid
dellijk een kanonneerboot uitgezon
den.
VEROORDEELD.
De krijgsraad te Petersburg heeft
5 leden van de Finscho strijdorgani
satie der sociaal-democratische partij,
die beschuldigd waren een gewapen-
den opstand te hebben voorbereid,
veroordeeld tot dwangarbeid, variee-
xend van 4 tot 8 jaren.
ONDER GEMEENTERAADSLEDEN
IN VENEZUELA.
Eon lid van den stcdelijken raad,
Ghaumer genaamd, werd te Caracas
op straat met een kogel gedood door
den oud-voorzitter van den raad,
Garcia. Ghaumer had Garcia beschul
digd ten nadcele van de stad bedrog
te hebben geploegd en do boeken, die
zijn misdrijf aantoonden, te hebben
vernietigd.
BISSCHOP ROERDAM.
De primaat van de Deensche iands-
kerk, bisschop Roerdam, is op 77-jari
gen leeftijd gestorven.
GEMEENTERAAD.
Vergadering van den Raad der ge
meente Haarlem op Woensdag 2i
September 1909, des namiddags ten
1 1/2 ure in de Statenzaal (Prinsen
hof).
De volgende zaken zullen aan de
orde worden gesteld:
1. Mededeelingen en ingekomen
stukken.
Verzoekschrift G. Wesseldijk. eer
vol ontslag als 1 eeraar Gymnasium.
Id. A. van der Voort, id. id. H. B.
School met 5-j. cursus.
Id. G. S. Valk, id. als onderwijzer
school voor meer uitgebreid lager on
derwijs no. 2.
Schrijven A. L. Koster, id. ais lid
Commissie van toezicht Stedelijk
Museum.
Proces-verbaal opneming boeken
en kas gemeente-ontvanger.
2. Voorstel B. en W. eervol ontslag
W. van den Bosch als Opzichter Al
gemeen® Begraafplaats.
3. Id. id. aankoop perceel Spaarn-
wouderstraat no, 150.
4. Id. Id. verwering tegen ingestel
de rechtsvordering.
5. Id. id. verzoekschrift vertegen
woordiger Imperial Continental Gas-
Association, vergoeding betaalde
grondbelasting.
Id. id. beschikbaarstelling gelden
drankbestrijding.
7. Id. id. id. id. aankoop banken
Buitengewone school voor L. O.
8. Id. id. wijziging omschrijving
post volgn. 172 begrootïng dienst 1909
en verhooging van dien post.
9. Id. id. beschikbaarstelling gelden
Avondschool voor handelsonderwijs,
dienst 1909.
10. Id. id. verzoeksclirift markt
meester groenten markt om hoogere
bezoldiging.
11. Id. id. ruiling grond met B.
Zuithof en Zonen.
12. Id. Commissie art. 166 gemeen
tewet, vaststelling verordening uil
art. 7, 1 sub 4, Drankwet.
13. Id. id. wijzing Bouwverordening
14. ld. B. en W. aanvulling regle
menten II. B. School met 5-j. cursus
en Meisjesschool voor M. O.
15. Herstemmi:. voorstel B. en W.
gedrukt stuk no. 292 en voortzetting
behandeling voorstel B. en W. con
cessie elec'ferische trams II. IJ. S. M.
(gedurkt stuk no. 261).
16. Voorstel B. en W. vergunning H.
E. S. M. uitgangen onder Haarlem-
merliede c.a.
17. Id. id", verkoop en verhuring
gronden Schotersingel.
18. Id. id. verkoop grond Juiiana-
straat aan, J. C. E. L. Schönhuth.
19. Td. id. id. id. Van Zompelstraat
aan P. van Gelder.
20. Id. id. verzoekschrift G-onner-
mann Co., huur grond Friesche
Varkenmarkt.
21. Id. id. id. G F. Perquin e. a.
verbetering Leidschebrug.
22. Id. id. id. C. D. CaaJen, afwij
king art. 7, la, Bouwverordening,
bouw werkplaats Reguliersslraat.
23. Jd. id. vergunning J. Miezérus
uitgangen Zandvoortsche Laan.
24. Voorstel speciale Commissie her
ziening Werkliedenreglement, vast
stelling nieuw reglement.
25. Aanbeveling Commissarissen
Stads-Apotheek, benoeming Commis
saris.
26. ld. Curatoren. Gymnasium, be
noeming tïjdelijken loeraar.
27. Id. B. cn W. id. id. Burger
avondschool.
28. Voordracht id. id, onderwijzer
(es) Buitengewone school voor L. O.
29. Id. id. id. twee onderwijzers en
één onderwijzeres Opleidingschool
voor jongens en meisjes.
DE „UVALEN
Naar het Hbld. verneemt, heeft op
last, van den Minister van Oorlog de
commandant van het fort to IJmuidcn
zich Zaterdag aan boord begeven van
het Zweedsche oorlogsschip „Hvalen"
ten einde aan den len officier, die den
naar 's-Gravenhage vertrokken com
mandant verving, namens den Minis
ter leedwezen te betuigen over hot be
kend® incident.
Het Haagsche correspondenliebureau
meldt
De kapitein-commandant van hot
Zweedsch oorlogsschip „Hvalen" deelt
in zijn rapport als volgt de toedracht
medo van het defect aan zijn vaar
tuig in zee bij don Hoek van Holland
en omtrent het gebeurde te IJmuidcn.
Dinsdagochtend 21 September wilde
het roer van den onderzeeër „Hva
len" die zich op 25 Eugelsche mijlen
afstand van de Nederlandsche kust be
vond, niet meer werken. Op last van
den kapitein werd hot anker uitgewor
pen met lioi voornemen, dat het schip
ten anker zou blijven liggen, totdal 't
roer hersteld was. Immers zag men
in, dat het moeilijk ging met een ge
brek aan h-et roer zich naar de haven
van den Hoek van Holland te begeven.
De commandant verlangde een sleep
boot ten einde het vaartuig naar den
Hoek van Holland to sleepen. Aan den
schipper van de Vlaardinger zeiliog-
ger „Alida" werd gevraagd of deze
eon officier van de „Hvalen" aan
boord wilde nemen, om hem te Hoek
van Holland aan wal te zetten, opdat
dio officier aldaar een sleepboot zou
kunnen bestellen. Op het bevestigend
antwoord van den schipper zond do
ze tegelijkertijd een sloep om den of
ficier af te halen. De verzegelde koffef
waarmede de luitenant ter zee aan
boord van de logger kwam bevatte
kleeren van dien officier.
De schipper van de „Alida" bood
toen aan hot Zweedsche vaartuig met
zijn boot naar den Hoek van Holland
te sleepen, teneinde nog voor den
nacht aan to komen.
Op den vraag van den kapitein hoe
veel het sleeploon zou bedragen, ant
woordde de schipper dat daarover de
readers moesten beslissen. Duar de
commandant nog vóór den nacht in
de haven wilde zijn, accepteerde hij
te worden gesleept. Midderwijl wer
den de reparation aan boord bewerk
stelligd, zoodat de kapitein de voor
waarde stelde, dat hij de sleepboot
kon gebruiken .totdat het roer zou zijn
hersteld. Daar de wind ging liggen en
de „Alida" in een slechten stroom
kwam, stemde de commandant er in
toe, dat de sleepboot voor anker ging
liggen. Des avonds kwam het reserve-
roer gereed, maar het kon wegens de
ingevallen duisternis niet gesteld wor
den, zoodat het den volgenden ilag in
volle zee geplaatst werd. Terwijl daar
aan gewerkt werd begon de „Alida"
te sleepen. Toen brak de tros, vermoe
delijk tengevolge der beweging van
liet schip gedurende den nacht. Op de
vraag van den schipper of hij weer
oen tros zou zenden antwoordde de
kapitein, dat dit niet meer noodig was.
Dit liet de commandant ook aan zijn
officier weten met de mededeeling,
dat hij gereed was om den volgenden
dog te vertrekken.
Den schipper werd 10 pond sterling
aangeboden voor tijdverzuim. Om
trent de som durfde de schipper even
wel niet beslissen buiten de reoderij,
waarop do kapitein door tusschen-
komst van den luitenant liet weten,
dat hij zich dan kon wenden tot den
consul van Zweden in de eerslvolgen-
<ie naven en hij, commandant, zou
I uppurvoeren aan het gezantschap te
's-Graveniiage, dat dan <ie zaak verder
..ei zou rc^eieu. Nadat de olficier aan
Loord van ue „Hvalen" was terugge
keerd liet de commandant weten, dat
hij tot vertrek gereed was; voor dit
kon plaats hebben verstreek er nog
wel tijd door het munoeuvreeren mei
de gebroken tros. De kapitein van de
„Hvalen" vertrok in do gedachte de
haven van den -Hoek van Holland te
bereiken, maar toen hij de kust nader
de, ontdekte hij, dat zijn schip zich
bevond ten noorden van Scheveningen
nabij Katwijk (de „Alida" was niet
meer in het gezicht). De kapitein vond
het toen beter naar IJmuiden te gaan
.net eigen uulpnuddeien zonder sleep
boot. Te half vier 'snamiddags liep
zijn vaartuig de haven van IJmuiden
binnen. Na aankomst aldaar wilde de
kapitein de reis voortzetten naar Am
sterdam, ten einde ter reede aldaar 't
roer van zijn schip goed te doen ver
stellen en om van een goeden door
tocht in het Kanaal zeker te zijn,
vroeg hij don prijs voor het sleepen
van IJmuiden naar Amsterdam. Dit
werd met een sleepboot te IJmuiden
overeengekomen voor 2 pond ster
ling. De boot sleepte tot de eerste slui
zen en niet verder. In het bezit van
een verlof van de Nederlandsche re-
geering om met het oorlogsschip alle
Nederlandsche havens binnen te ko
men, vernam de commandant van den
inmiddels aan boord gekomen Zweed-
schen consul te IJmuiden, dat het ge
bruik medebracht zich bij den com
mandant van het fort te melden. Daar
liet reeds vier uur was, besloot de ka
pitein de voortzetting van de reis tot
«en volgciiuen ochtend uit te stellen,
te meer «aar hij vernam, dat er ook
een reparatiedok te Liuiuideu was.
üea volgenden dag 1U uur was alles
hersteld, maar werd de afreis nog
eenige uren vertraagd, omdat do ka
pitein zijn rapport moest schrijven
over het gebrek aan het roer en de be
sprekingen met de Alida", in welk
rapport gemeld werd, dat tros cn touw
aan den schipper moesten worden te
rugbetaald.
Te half éon 's namiddags was alles
voor het vertrek gereed de consul
nam aan boord afscheid, toen op het
zelfde oogenblik een automobiel kwam
aanrijden met drie heeren, die opeen
bootje naast de „Hvalen" sprongen en
vandaar zonder toestemming op de
„Hvalen" overstapten. Aan boord
was het eerste woord van een der
heeren „ik leg arrest op het schip".
De kapitein liet door don consul we-
j ten, dat zij op een Zweedsch oorlogs-
schip waren en hei dadelijk hadden te
verlaten.
Mr. Tideman vroeg door bemidde-
ling van den consul met den kapitein
to spreken. In hot gesprek, dat daar
na plants vond zeide de advocaat, dat
hij handelde krachtens de Nederland
sche wetten. Dc deurwaarder, die heirf
vergezelde wees op zijn nmbtspenning
aan het lint, haalde een papier uS
zijn zak en toonde dat. De consul be
duidde den commandant, dat het stuk
de inbeslagneming van de „Hvalen"
beteekoiide. De kapitein merkte op,
dat de heeren zich vergisten, want dat
hij bevelhebber was van een
Zweedsch schip en dat volgens de in
ternationale wetten hij alleen rechter
en meester aan boord was. Als zooda
nig gebood hij hun dadelijk het schip
te verlaten. Woordelijk voegde hij er
bij „ik heb het recht u gevangen te
nemen en met de politie van boord te
verwijderen." Van die macht wilde hij
echter geen gebruik maken ter voor
koming van schandaal. De kapitein
liet aan mr. Tideman door den con
sul den inhoud vertolkeu van de ver
gunning om in Nederlandsche havens
te komen, levens er bij latende we
ten, dat zijn geduld ten einde liep, zoo
dat als het drietal er was ook oon
getuige bij niet wegging, hij ze mot
behulp van de equipage van boord zou
doen verwijderen. Toen zijn do hoe
ren heengegaan, na twintig minuten
aan boord te zijn geweest. Zij plaat
sten zich daarna op eeu bij de „Hva
len" liggend vaartuig, vanwaar het
gesprek met den kapitein werd voort-
gezeL Reeds in den beginne had de
commandant zich bereid verklaard op
dozen afstand met de heeren te willen
spreken. Do advocaat veronderstelde,
dat de commandant de geschiedenis
met de „Alida" niet kende. Maar de
kapitein beduidde hem, dat hij daar
van alles wist, een rapporl had gezon
den aan de legatie en den schipper
verwezen had naar het consulaat.
Hierop verklaarde mr. Tideman in het
bezit te zijn van een stuk, dat hem
recht gaf om de „Hvalen" te se-
questreeren, tenzij de kapitein 6000
zekerheid stelde. Zoo niet, dan zou het
semp de haven niet mogen verlaten,
op een bepaald aangewezen plaats
moeten gaan liggen, terwijl bij niet
geuoorzauien aan de bevelen de hulp
van ae politie zou worden ingeroepen.
De kapitein beriep zich in antwoord op
zijn recht om heen te gaan, wanneer
hij het verkoos, maar zeide nu in de
haven te blijven, teneinde zich to
's-Gravenhage te gaan beklagen over
liet feit, dat Nederlandsche ambtena
ren tegen zijn wil aan boord gekomen
zijn en niet wilden gehoorzamen aan
de order om zicb te verwijderen en le
vens dat zij een stuk vertoond had
den om beslag te leggen op een schip
van Z. M den Koning van Zweden.
De kapitein verliet kort hierna het
schip om zich naar 's-Gravenhage te
begeven. Op de kade gekomen trad de
consul met mr. Tideman op hem toe
en bood hem de exuses van den advo
caat aan, die erkende zich vergist te
hebben en dat de kapitein recht had
de haven te verlaten, wanneer hij
wilde. De commandant verklaarde
persoonlijk met dit excuus genoegeD
to nemen, maar niet in zijn houding
van officieel persoon.
In het bovenstaande zijn teruggege
ven de mededeelingen die de comman
dant in zijn verschillende rapporten
aan het gezantschap heeft gedaan. De
commandant stelde er prijs op, dal te
genover de verschillende berichten
over bet incident ook zijn lezing ter
keunis van het publiek werd ge-
braent.
lu het onderzoek hetwelk er toe
strekte, heeft de kapitein beslist te
gengesproken het beiitht, dat een
Zweedsch vaartuig op weg naar Lon
den, door den onderzecer gepraaid,
zijn landgenuoten wol voor lb.uuü
kronen uuar Londen heeft willen mee
nemen, maar toen ue commandant op
dut accourd niet inging, hij hen uun
hun lot heeft overgelaten. De com
mandant loochende ten stelligste
zulk een schip op zijn reis ontmoet te
hebben.
Gev. Voorwerpen:
Een kruideniersboekje, Gen. de la
Reystraat 63.
Een nikkelen horloge, J. Swenne*
kor, Spaarndam.
Een gouden broche, Bakenesscrgr.
34 rood.
Een bril in étui, D. Enthoven, Spie
ringweg, Haarlemmermeer.
Een zilveren rozenkrans, Spuarn-
wouderstraat 22 rood.
Een rozenkrans, Gen. de Wetslr. 16
Een boodschappenmand, N. Krui»
straat 18 rood.
Een levende schildpad. Wagenweg
no. 7.
Een vrouwenschort, Begijncstees
1 B.
Naar het Engelsch, door
Barones Orczy.
64)
In een triomfwagen gezeten op een
met rood gedrapeerde bank, in 't wit
gekleed en met een schitterende col
lier om haar hals had Désiré Can-
dollle, een beetje meelt, en bang voor
al het lawaai om haar heen, gehoor
zaamd aan de laatste bevelen van
Chauvelin. Zij was het middel geweest
om aan Frankrijk gelegenheid tot
wraak te geven door den Rooden Pim
pernel hierheen te brengen, haar
moest eer bewezen worden boven iede
re vrouw In Frankrijk.
Zij zat in den wagen, vaag na te
denken over de gebeurtenissen van de
laatste dagen, terwijl de ruwe troep
pretmakers om haar heen joelde. Zij
dacht aan de trolsche vrouw met het
edele hart, die door haar hulp van
haar prachtig Engelsch thuis verdre
ven was naar verdriet en vernedering
in een vochtige, Fransche gevangenis;
4Ü dacht aan den daDOeren Emzel-
schen gentleman, met zijn aangena
me stem en hoffelijke, welwillende
manieren.
Chauvelin had haar dezen morgen
verteld, dat beiden gearresteerd wa
ren onder verdenking van Engelsclie
spionnen te zijn en dat luin lot niets
meer met haar te maken zou hebben.
Later wus de gouverneur van de stad
haar komen vertellen, dat Burger
Chauvelin verlangde, dat zij doel zou
nemen aan den optocht en het natio
nale feest en dat de bevolking van
Boulogne daarmee zeer ingenomen
zou zijn. Dit had de ijdelhcid van
Candeille gestreeld en den goheelen
dag, terwijl zij bezig was haar cos-
tuum voor do gelegenheid in orde to
brengen, had zij niet moer aan En
geland en aan Lady Blakcney ge
dacht.
Maar nu zij aankwam op de Place
de la Sénéchaussée, en op <lcn wagen
gezeten de guillotine vlak bij zich
zag, vloog haar geest terug naar En
geland, naar de royale gastvrijheid
van Blakeiiey Manor, naar de vrien
delijke stem van Marguérite, de hoffe
lijke manieren van Sir Percy, en zij
huiverde even. toen die wreed® avond
schemering het mes van de guillotine
uit de duisternis deed te voorschijn
komen.
Maar een oogenblik later werd zij
Dlotselincr in haar overpeinzingen ge
stoord door luide en aangehouden
vreugdekreten. Een groote menigte
Pierrots was van alle kanten op het
Plein saamgestroomd met vlammende
fakkels in de hand en lange staven,
waaraan lantarens hingen met veel
kleurige lichten.
De optocht was klaar om te begin
nen. Een stentorstem schreeuwde in
luide klanken
Vooruit maar, de groote trom
Een zware man in schitterend rood
en blauw gekleed, kwam nu met de
menigte naar voren.
Zijn hoofd was verborgen In een
monsterachtig groot masker van een
bordpapieren leeuw, ruw geel en
bruin geschilderd en met rood in de
wijdgeopende kaken en de hoeken van
de oogeu om hem recht wreedaardig
cn bloeddorstig te doen schijnen. Zijn
jas was van hc-lder rood laken met
insnijdingen, waardoor repen helder
blauw papier waren geregen, om liet
costuum uit de middeleeuwen na te
bootsen.
Hij had blauwe sokken aan envuur-
rooüe lage schoenen, en achter liem
aan wapperde een breede reep rood
fluuel, waarop manen, zonnen en ster
ren van goudpapier in overvloed wa
ren rondgestrooid.
Voor op zijn corpulente gestalte
droeg hij de groote trom, die stevig
om zijn schouders was vastgemaakt
met geleerde touwen, geroofd van een
ol andere visschersschuit
Er was gelukkig een scheur in de
kaak van den cartonnen leeuw, waar
door de zwaarlijvige trommelslager
blies en snoof, terwijl hij luslig
schreeuwde
Vooruit
En terwijl hij de zware trommel
stok met een heftige armbeweging op
hief, liet hij hem krachtig tegen den
kant van het zware instrument terug
vallen.
Hoera hoeravooruit trompet
ters
Een fanfare van koperen instru
menten volgde, lustig geblazen door
twaalf jonge mannen in bonte jassen,
en hooge punthoeden versierd mot
veoren.
De trommelslager marcheerde ver
der, op de hielen gevolgd door dc
trompetters. Achter hen een schare
Columbines in veelkleurige tarlatan-
rokjes en het haar wild fladderend in
den avondwind
Duarop volgde de triomfwagen,
waarin Demoiselle Candeille rechtop
staande met een langen, gouden staf
in do eene hand cn de andere rustend
in een massa roode bessen. Rondom
den wagen hosten, krioelden, duwden
en lachten Pierrots en Pierrettes met
lantarens en Harlekijns met fakkels
in de hand.
En achter den wagen do lange reeks
van nicer bedaarde menschen, de oude
visschers, de vrouwen met niuisen en
zware rokken, de ernstige stadsmen-
schen, die minachting hadden voor
zoo'n verkleedpartij en toch wel aan
den optocht mee wilden doen. Zij be
gonnen allen to mar cheer en op de
maat van de luidruchtige koperen
trompetten, die niet donderend ge
weld gedeelten uit de pas gecompo
neerde „Marseillaise" ten beste ga-
ven.
Hoog in de lucht vertoonden zich
steeds zwaardere wolken. Daarop be
gonnen eenige regendruppels le val
len, die de fakkels deden sissen en
spatten en vet en teer rondstrooiden,
waardoor de Columbines' niet haar
dunne tarlatancostuums geheel vuil
werden. Maar wat deed er dat toe 1
De gloed van zooveel pret hield het
bloed wurm en do huid droog.
Het poeder weekte van de aange
zichten der Pierrots, de blauwe papie
ren slingers van den trommelslager
vooraan hingen in verflenste lompen
langs zijn schitterend rooden jas. Do
veeren der trompetters hingen vuil en
slap neer.
De pietmakers hielden een omme
gang door de stad, met lantarens, die
in den wind flikkerden, met vlammen
de toortsen, waardoor lachende aan
gezichten rood door den gloed van een
dronkenmakonde vreugde en andere
meer ernstige verlicht werden. Het
grillige licht speelde op de belachelij
ke maskers van allerlei dieren.
De menigte had do guillotine den
rug toegedraaid en in plaats van «la
gcestdrifiige tonen der „Marseillaise"
lieten de trompetten nu een hoogst
vulgair straatlied hooren.
Iedereen gilde en schreeuwde. Meis
jes met fladderende haren dansten
een wilden roudeduusin den spook-
achtigen glood'der fakkels scheeu het
een dans van toovc-rheksen.
Zoo ging de optocht voorbij, een
mooi schouwspel voor hen, d;o hun
best gedaau hadden alle gedachten
aan het Oneindige, aan de Eeuwigheid
on aan God te dooden in de liarten der
menschen, aan wie zij er niets anders
voor In do plaats konden geven.
Gisteren een bedreiging van dood,
van ellende, honger en schandeAl
het gruwelijke van een verwoestende
anarchie, die niets anders had te go-
ven dan een nationaal feest, wat ruw
gelach en tijdelijke opgewondenheid;
een gecostumeerde optocht en eon
danson op de asch van het verleden.
{Wordt vervolgd)*