HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
Buitenlandse!) Overzicbt
Stadsnieuws
Uit de Rechtszaal
FEUILLETON
De roods Pimpernel
in Gevaar.
VRIJDAG 8 OCTOBER 1809
1 Leven van Visschers.
Wanneer ge, achtenswaardige le
zeres), aan uw wèlvoorzleno tafel,
smakelijk een gebakken schol, een
gekookte schelvLsch, een gerookte
bokking, of een gezouten haring, eet
denk ge dan wel eens, dat anderen
zich veel moeite en gevaarlijke opof
fering hebben getroost, om u dit lek
kere zeebanket te leveren?
Denk ge dan wel eens aan 't lot der
visschers?...
„Uit '4 oog, uit het hart." Dit
spreekwoord der onbarmhartigen Is
al te waar. Daarom ook wordt in wei
nig-vleiende bewoordingen en min
achtend over „dat ruwe zeevolk" go-
sproken. Meestal zeer onverdiend!
'Als de groote „men" meer wist van
't' zware en kommervolle leven der
visschers, dan zou 't nu zoo snel-ge-
Velde vonnis zeker clem enter eijn.
Mag ik u daarom lets over de vis
schers vertellen?
In m'n vacantiedagen heb ik ©ent-
ge dagen op zoe „gezwalkt". Het doel
van dit avontuurtje was, de vis
schers in hun element te zien en 'te
besludeeren.-
't Eerst kwam ik op een Zuiderzee-
schuitje, dat van Amsterdam, waar
't zaken gedaan had, visschende naair
Urk „koerste". De schipper werd,
door zijn twee knechts en den jon
gen, ouwe J aap genoemd en hij
stond er op, 'dat ik hem ook zóó zou
aanspreken.
Op zee kennen we geen „menee-
ren", zei hij lachend.
Ik zal „ouwe Jaap" even voorstel
len: Een echte „zeebonk", bruin-ver
weerd en diep-gegroefd gezicht, met
con paar eerlijke kijkers en grijze
bakkebaardjes. Natuurlijk draagt hij
in zijn ooren gouden ringetjes, en
heeft, van 's morgens vroeg tot des
avonds laat, een kort steenen pijpje
in den mond. Zonder zijn „piep" is
hij niet te spreken! Een garderobe
heeft ouwe Jaap niet. Hij zeilt uit met
z'n zwarte wambuis en dito-gekleurde
korte wijde broek en komt in de
zelfde plunje weer thuis. Voor ver-
kleeden en toilet maken is aan boord
geen tijd en... ook geen behoefte, 't Is
al heel mooi, wanneer de buis en de
broek bij het slapen worden uitge
trokken. Bij ongeregeld weer is daar
zelfs geen denken aan! Het eenige
kleedingsstuk, dat dan uit- en aange
trokken wordt, is de olie-jas en de
„zuld-wester".
„Ouwe Jaap" is al 60; maar, als je
hem het zeil ziet liijschen, of met
krachtige hand het roer wenden, zou
ie hem die nog niét geven.
Van de andere schepelingen is er
een 30, de ander 20 en de jongen 14
jaar. Allen zijn ze naar dezelfde mo
de gekleed, als „oude Jaap" en ze
koesteren evenveel liefde voor hun
„piep" zelfs de 14-jarige rookt
dapper mee.
Het leven op zoo'n visscherscheepje
is zeer primitief. Ten eerste, en bo
venal, is er gebrek aan ruimte. Het
ruim voor de gevangen visch en het
bergen van de netten en andere be-
noodigdheden, neemt 3/4 deel van het
geheele scheepje in beslag. Er valt
dus nog slechts over 1/4 te beschik
ken en dat is de kop en de staart.
Vóór is een roefje, waar de beman
ning slaapt. Eén modern ledikant is
grooter dan de geheele „slaapkamer".
Men ligt dan ook in „kooien". De on
kundige lezer doet 't best, te denken
aan een uitgeschoven lade van een
ikast In de „kooi" juist groot ge
noeg, om er met opgetrokken knieën
in te liggen een zak met stroo, als
!t goed „spul" is wat veetren, een
paar dekens en klaar is Kees!
Achter is een wat grootere roef. Dat
ls de woon-, eet- en zitkamer en te
vens nog slaapsalon voor den schip
per. Toch Ls de oppervlakte hoogstens
1 1/2 bij 2 en de boogie ook maar 1 1/2
nieter. Het gevolg is, dat men er niet
kan staan en dus dadelijk moet gaan
zitten op de aan de wanden gespijker
de banken, om... daarna nog haast
z'n knieën tegen het kleine tafeltje
te stooten, hoewel dit toch midden in
ie „kamer" staat Des winters moet
er bovendien nog een plaatsje voor
:t kacheltje gezocht worden, zoodat er
dan nog moer gymnastische vaar
digheid verelscht is, om door 't kleine
luikje naar beneden te komen en een
plaats te zoeken.
Hygiënisch leven de visschers nu
juist niet! Stel u zoo'n roefje voor,
waar vier mannen zitten te rooken,
een potroloumlamp walmt en dan nog
een kachel brandtp waarop eten
kookt...
Do visschers leven op hun schuit,
alsof... er geen vrouwen bestaan! De
schipper of een der knechts, is bij al
les óók nog keukenmeid en de jongen
vervangt 't ontbrekende kamer- en
werkmeisje.
Laten do financiën het eventjes toe,
dan wordt aan boord behalve veel,
ook goed gegeten. „Ouwe Jaap" zei
„van „lif-laJjes" houden we niet,
maar we liebben onzen buik graag
vol met gezonden kost". Het adspi-
rant-kamermeisje knikte toestemmend
ea mompelde „H ls ook het eenige
wat we hebben"....
Bij het uitzeilen wordt een partij
aardappelen, groente en spek meege
nomen. „Ouwe Jaap" kon wót goed
kokenmenige Haarlemsche huis
moeder kan van hem misschien een
lesje nemen
Het overige van den dag wordt
brood gegeten. Eiken morgen en
avond versch.... dót gaat niet, want
er komt geen bakkerHet speciaal
bereide tarwe- en roggebrood kan 't
evenwel een paar weekjes uithouden,
zonder den smaak te verliezen en al
te veel uit te drogen. Natuurlijk is T
na 14 dagen geen lekkernijtje meer
voor een Haagsche jongejuffrouw,
maar de zeelui eten het nog met
graagte. Zoo'n snee brood met een
schijf gebakken spek, Is oen smul
partij aan boord I
Als de aardappels („piepers", zei
een der knechts, die vroeger als sol
daat het vaderland gediend heeft)
naar binnen gewerkt zijn, komt de
mcclkost aan de beurt. Rijst, panne-
koek, „Jan-in-den-zak", gevulde koek,
enz. Ook een goed eten „Ouwe
Jaap" bakte expres voor mij een pan-
nekoek. Hij smaakte heerlijk (had de
zeelucht me hongerig gemaakt
maarinééns kon ik hem niet ver-
orberen. Verbeeld u ook, dc koek was
3/4 c.M. dik en 30 c.M. In diameter!...
DE drank aan boord is koffie. Ik
geloof warempel, dat de koffiepot van
's morgens tot 's avonds en bovendien
nog 's nachts, op het vuur staat te
pruttelenEen oud-Hollandsch
spreekwoord zegt„Zoolang de lepel
in den brijpot staat, treuren we nog
niet", maar de visschers kunnen als
variant gebruiken „zoolang de kof
fiepot op het vuur staat"
Melk aan boord is een één-daagsche
heerlijkheid, want verscho aanvoer
is niet mogelijk. Wat nood, zonder
melk smaakt ,,'t koppie troost" ook
wel I
Er is 'n leelijk praatje in omloop, nL
dat op de visschersschepen veel jene
ver gedronken wordt. Dat is o n-
waarl Sommige schippers, niet eens
alle n, hebben wel een flesch bran
dewijn aa.n boord, maar meer don
een borrel per dag wordt niet getapt
tenzij er van het volk buitengewoon
veel inspanning verwacht wordt, b.v.
's winters, als de handen bevriezen.
Hoe „men" dan aan het praatje ge
komen is. Eenvoudig zoo Onder vrij
gezellen, die maanden op zee „ge
zwalkt"' liebben en nu thuis komen
met een goed gevulde portemonnaie,
zijn er wel, die eens willen passagie
ren. Dan wordt er wel een glaasje te
veel gebruikt
Maar op zee wordt geen misbruik
van sterken drank gemaakt.
Toen we uitzeilden was het mooi
weer bepaald een zeldzame dag voor
den zomer van 1909. Het zonnetje
straalde aan een blauwen hemel,
waaraan „schaapjeswolken" speel
den. De zee was kalm een gerust
stelling voor m'n vrees voor zee
ziekte
Na 't IJ verlaten en het fort Pam
pus in het voorbijgaan gegroet te
hebben, stevende het de Zuiderzee op.
Snel varen.... Ho maar We hadden
't precies tegen den wind en 't is me
tot op heden nog een raadsel, hoe
„Ouwe Jaap" 't klaar speelde, om
met z'n gescharrel aan de zeilen en de
zwaarden, vooruit in plaats van ach
teruit te komen. Er was heel wat
laveerkunst voor noodig. We gingen
dan ook niet „recht door zee", doch
eerst oen eind naar 't Zuid-Oosten,
dus op Muiden aan. Na twee uur
varens hadden we nog altijd Amster
dam in 't zicht. Toch werd besloten,
om daar een kansje te wagen en de
netton uit te zetten. Ook dat is een
heel werkje, en om den weg te weten
tusschen de honderden meters want,
rnoet men méér zijn, dan een vreem
deling in oit Jeruzalem.
Toon alles uitstond, begon de visch-
partij. In dien tijd had „ouwe Jaap"
oen half uurtje vrijaf en konden we
op ons gemak oen praatje maken.
Wat hij nte vertelde daarover een
volgenden keer.
KEES.
Allegaartjes.
I. Van'nverdweuensteeg.
i wil u zoo nu en dan eens wat
vertellen, wat hij belangrijk genoeg
vindt om te vertellen. Misschien
vindt gij 't mindear belangrijk wat hij
zegt; het wijst aan, dat hij zelfs
verwacht wel eens minus uw belang
stelling te dalen. Misschien ook vindt
ge het vervelend, wat hij te beweren
heeft, 't -f- stemt goedmoedig toe, dat
er ook wel een enkel„Allegaartje" ge
serveerd zal worden, dat een geachte
lezer meer dan taai vindt.
Veeleischend is dus niet. Hij stelt
zich dan ook niet voor méér-kolom-
mige, echb-seriouse artikelen te leve
ren, als x'n collega's: die schotels
worden in voldoende mate op des
krantenlezers tafel geplaatst, avond
aan avond; maar een klein toetje zoo
nu en. dan, dat men van zich afschui
ven kan, als men er geen trek in
heeft, na 't reeds genotene van het
journalistieke maal. En bij voorbaat
stelt hij u reeds gerust, dat hij niet
eiken dag „Allegaartjes1' zal toebe
reiden. Dit voor lezers, die aan een
spoedige krant-indigestie lijden.
Wat den inhoud aangaat, die kan
wat boven -{-) de waarheid zijn, of
er iets onder maar hij zal toch
altijd wel ongeveer juist zijn.
Over 'n verdwenen steeg wilde 'k
het dan hebben; eigenlijk over een
verdwenen steeg en een plotseling
ontstane dito.
Toen 'k Dinsdagmiddag door de...
ja, door wat eigenlijk?... laat 'k zeg
gen door de verbindingsgang tus
schen de Jansstraat en 't samenloop-
punt van Noorder- en Zuiderschool
steeg welke plek tusschen haakjes
gemeenlijk den on-officieelen naam
van „Breede plaats" draagt liep,
was 'k in de Schoolsteeg; doch
toen 'k een paar uur later op dezelf
de plaats was, wandelde 'k in de
Noorderschoolsteeg. Rutsch
de Schoolsteeg was weg en een
Noorderschoolsteeg had het aanzijn
verkregen. Als in de Stille Zuidzee
een koraal-riffen eiland ontstaat of
in den „schoot der wateren" ver
dwijnt, gaat dat wel gepaard met
een niet-alledaagsch geweld van de
betrokken elementen. Geloofwaardige
Janssfcraatbewoners hebben me verze
kerd, dat geen wereldschok, zelfs
geen stadswijkschok, wat toch al een
klein beetje is dit natuurverschijn
sel in die steeg vergezelde; hoog
stens kan er een muur even getrild
hebben, toen een stadswerkman het
nieuwe naambordje aanspijkerde.
Vier wei-gemikte hamerslagen en de
nieuwe steeg was er.
Dit natuurverschijnsel Is maanden
geleden voorspeld door Wethouder
De Breuk.
In onze courant was er, toen B. en
W. den Raad voorstelden, om o.a. de
Noorder- en de Zuiderschoolsteeg
voor fiets- en motorrijwielverkeer te
sluiten, de aandacht op gevestigd, dat
er ook nog een Schoolsteeg bestond.
En een onze»r wethouders, die er op
merkzaam op was gemaakt, had ver
baasd-lachend toegestemd: „Nu loop
je vier malen per dag door die steeg
en je weet niet eens hoe ze heet!"
Toen beging een Raadslid de fout
om in de Raadszitting op het kran
tenbericht te wijzen. Een fout, want
hij had behooreoi te weten, dat de
steeg heette, zooals zij niet heette.
Wethouder De Breuk antwoordde
dan ook, dat de Alg. Politie-verorde-
ning geen Schoolsteeg kende, enkel
een Noorder- en een Zuiderschool
steeg. En wat de Politie-verordening
niet kent, bestaat niet, dat is duide
lijk.
Helaas heeft de feitelijke toestand
de stoutheid gehad nog maanden
voort te duren sinds geconstateerd
was, dat de politie geen Schoolsteeg
duldde, maar een Noorderschoolsteeg
voorschreef: want 6inds Dinsdag pas
is daar de tragiek van verheffing en
ondergang afgespeeld.
Maar, waar blijven nu de borden,
die bij de voor fiets-, enz.-verkeer ge
sloten wegen behooren te staan? De
Raad besloot tot de sluiting op 24
Maart, dus ruim een half jaar gele
den.
En zoolang die door de Motor- en
Rijwielwet geëischte borden niet aan
wezig zijn, is de sluiting nog niet van
kracht
DE DRIEBOND.
Den 7den October 1879 gisteren
was het dus juist 30 jaren geleden
werd in Weenen het protocol ouder-
tcekend, waarin Duitschlond en Oos
tenrijk-Hongarije een bondgenoot
schap sloten. Later heeft Italiè zich
daarbij aangesloten, zoodat toen de
bekende driebond ontstond.
Het is zeker een historische herin
nering, die een korte herdenking
eischtOok de officieuse „Norddeut-
sche Allgemein© Zeitung" oordeelt er
zoo over en geeft over dit jubileum
een geestdriftig gestemd hoofdarti
kel. Ziehier hoe 't officieele Duilsch-
land er over denkt
„Dit bondgenootschap is een vast
bolwerk van den vrede, waarachter de
verbonden mogendheden ongestoord
zich kunnen geven aan de beharti
ging van haar eigen belangen. Over
eenkomstig zijn vreedzaam karakter,
heeft het bondgenootschap niet al
leen het tot stand 'komen van vriend
schappelijke verstandhoudingen be
vorderd, maar is het ook de vrucht
bare aarde geworden, waaruit de
vredcsdenkbeelden nieuw voedsel ge
trokken hebben.
Het sluiten van dit bondgenoot
schap telt tot de belangrijkste politie
ke daden van den groeten eersten
kanselier van het Duitschc Rijk. Met
zijn in de toekomst doordringenden
blik heeft Fürst Bismarck reeds lan
ger dan tien jaren vóór de ondertee-
kening den grondslag gelegd voor
den nauwon volkenrechtelijken band
tusschen Duitschland en Oostenrijk-
Hongarij e. Het groote werk van het
bondgenootschap heeft on blijft in
vloed hebben, en is van den eersten
dag af het fundament gebleven van
de Europeesche politiek."
Algemeen zal worden toegegeven,
dat het geen bluf is, dat het bondge
nootschap, vooral tusschen Duitsch
land en Ooatenrijk-Hongarije, van
veel beteekenis voor den vrede is ge
weest. Is het om iets te noemen
niet voor eon belangrijk deel de
reden, dat we het vorige jaar be
waard zijn gebleven voor een Euro-
peeschen oorlog, die de Servische op
gewondenheid ons haast had bezorgd.
DE TOESTAND IN SPANJE.
Er komt >n het moederland weder
m krachtiger verzet tegen den oor
log.
De republikeinsche en liberale bla
den bevatten een oproep van den
afgevaardigde ^en tekenden novellist
Perez Galdos, waarbij hij alle Span
jaarden, „die het hart op do rechte
plaats dragen en het goed meenen
met hun land", opwekt de handen in
een te slaan, de partijtwisten te laten
misten en te ontwaken uit den slaap,
om een einde te maken aan het ge
vaar, waarin de onhandigheid van
zijn bestuurders Spanje gestort heeft.
In warme, hartstochtelijke bewoor
dingen bezweert hij zijn volk, paal
eaperk te stellen aan do vervolgingen
©a de willekeurige rechtspleging, die
een slag in het gezicht is der men-
schelijkhead.
Intusschen doet de regeering nog
alle moeite, om de ernstige berichten
over de „straf-expeditie" te weren.
Enkele republikeinsche bladen, die
artikels over den veldtocht plaatsten,
zijn geschorst.
Ook de vervolging van de revolutio
nairen duurt ongehinderd voort. De
krijgsraden te Barcelona zitten onaf
gebroken reeds zijn weder door het
openbaar ministerie drie doodvonnis
sen geëischt en vier veroordeelingen
tot levenslangen dwangarbeid.
TWAALF HONDERD PROCESSEN
zijn in voorbereiding men verwacht,
dat men hiermede eerst half Decem
ber klaar kan komen.
In een holle gracht van de vesting
Montjuich had 's nachts de vierde te
rechtstelling plaats.
Toen het executie-detachement, be
staande uit acht dragonders, de doo-
delijke schoten zouden lossen, weifel
den de soldaten, zoodat geen iler ko
gels doel trofbij het tweede salvo
doorboorde slechts één kogel 't hemd
van den veroordeelde. De bevelvoeren
de officier trok ten slotte zijn revolver
en schoot den man neer.
Het slachtoffer was 32 jaar....
SPANJE'S ROOFPOLIT1EK.
De Spaanscbe politiek is in raadse
len gehuld. Wat willen ze in Madrid
nu toch eigenlijk
Om iets te noemen
Maandag gelastte de regeoring te
Madrid het onmiddellijk vertrek der
geheele divisie-Ampudia, op grond
der uitbreiding, welke na den slag
van 30 September de militaire opera
ties noodig moeten verkrijgeu ter be
vestiging van de bezette stellingen en
in verband met de versterkingen,
welke de vijand van alle kanten ont
vangt
Twee dagen later contra-order
slechts de halve divisie moet ver
trekken.
Wat is hiervan de reden Is er ver
schil van meening tusschen de mili
taire overheid en de regeering gere
zen, of.... ls het een gevolg van de
protesten van 't buitenland
Dit laatste is niet onmogelijk, want
zoowel in Duitechland, Frankrijk als
Engeland proteeteeren de bladen in
heftige bewoordingen tegen de roof-
politiek. Spanje heeft een slechte
pers 1
Het billijkst is nog het Fransche
blad „Journal des Débats". Dat dringt
aan op «en duidelijke verklaring van
Spanje, dat men niet anders bedoelt
en ook niet anders zal doen dan paci
ficatie van het gebied rondom Melilla.
„Hiertoe is bezetting van den Goe-
roegoe en do bouw van een blokhuis
op zijn top, een uitstekend middel.
Dank zij deze operaties zijn de Span
jaarden thans heer en meester in het
presidio en omgeving.
Maar zoo besluit het blad laat
het hier nu bij blijven, HET IS NU
WEL."
DE ZAAK FERRER.
Ook Francisco Ferrer, de bekende
strijder voor de vrije gedachte en de
vrije school, zal binnenkort voor den
krijgsraad terecht staan, in verband
met de oproerige beweging te Barce
lona, waaraan hij volgens zijne
vrienden en ook volgens de liberale
bladen geen schuld heeft.
Vooral de Fransche pers protesteert
heftig togen de vervolging van Fer
rer De verklaring van den militairen
gouverneur aan Ferrer toen deze
zijn onschuld betuigde, zei de man
van het gerecht„dat liet lezen van
de boeken van de moderne school
l»est een van de aanleidende oorzaken
tot den opstand kon zijn, en dat hij
dus daarvoor aansprakelijk was I"
wordt als nietszeggend ter zijde ge
steld.
Het Fransche Kamerlid Marcel Sem-
bat schrijft in do „Iluraanité" o. a
„Het einde van de jacht I
Ferrer is naar den krijgsraad ver
wezen I Ferrer is in 't nauw gedre
ven. Ferrer is in hun macht Ze heb
ben hem beet. Ze zouden hein kunnen
bijten en verscheuren, maar ze zijn
beschaafd. Alles zal correct toegaan.
Iemand zal naar voren treden, een
rede houden, en het hoofd van Ferrer
vragen.
Iemand zal hem vragen stellen, zal
doen of hij hem verhoort, en dan zeg
gen „Hij is veroordeeld."
En zo zullen hem dooden."
De Parijsche briefschrijver van het
Handelsblad" besluit
„Laat ons hopen, dat de protesten
uit zoovele beschaafde landen de
Spaartsche autoriteiten bang zullen
maken, en op het laatste oogenblik
nog doen terugdeinzen voor deze ge-
civiliseerden moord.
Maar véél hoop blijft er niet 1"
TURKEN EN ARABIEREN,
Hot bericht, dat het Turksche leger
in Yemen dezer dagen in een gevecht
met Arabieren aan dooden en gewon
den 7000 man zou liebben verloren,
wordt door de Turksche ministeries
van buiten- en binnenlandsche zaken
tegengesproken. In het laatste ge
vecht, dat plaats heeft gehad, hadden
juist de Arabieren talrijke verliezen
geleden.
REVOLUTIONNAIRE BEWEGING
IN PARAGUAY.
Volgens Oe bladen liebben de troe
pen van Paraguay de revolutionnai-
ren in een aantal gevechten versla
gen. Officieele berichten uit Para
guay bevestigen, dat deze gevechten
hebben plaats gehad.
Men beschouwt de revolutionnaire
beweging als bedwongen. De revolu-
tionnairen zijn op de vlucht.
EEN POSTWAGEN
VERBRAND.
De postwagen naar Johannesburg
geraakte op 12 mijlen afstands van
Bloemfontein in brand. De Engelsche
post voor Johannesburg bleef ge
spaard, de brieven echter voor den
Rand, Noord-Transvaal, Delagoa-baai
Portugeesch Oost-Afrika en het mee-
rendeel van de brieven voor Pretoria
zijn verbrand.
MIJNONTPLOFFING.
In de kolenmijn „Wellington'1 te
Nanarmo (Amerika) heeft eene ont
ploffing %an mijngas plaats gehad,
waardoor oen hevige brand ontstond,
die zoo snel in omvang toenam, dat
aan veertig mijnwerkers de terug
weg werd afgesneden, terwijl de der
tig anderen, wien liet nog gelukte te
ontkomen, zware brandwonden op
liepen.
Men wanhoopt er aan de ongeluk
kige ingeslotenen te kunnen redden.
HUDSONFEESTEN.
Namens de Nederlandsche delegatie
hield de heer mr. R. van Rees, pen
ningmeester van de Nederlandsche
commissie, in een buitengewone ver
gadering van de New-Yorksche Ka
mer van Koophandel een rede over de
vriendschaps- en handelsbetrekkingen
tusschen Nederland en de Vereenigde
Staten. Zijn rede werd levendig toe
gejuicht.
ARBEIDSWET.
Koninklijke Besluiten van 12 Juli 1009
Stbl. 266 en van 10 Aug. 1909,
SibL 290.
Van niet geringe beteekenis is hal
voor belanghebbenden bekend te zijn
met de wijzigingen, geldende voor
naaisters, borduursters, passement»
werksters, modemaaksters of ver
vaard igsters van vrouwelijke hand
werken.
Het Is thans nog slechts vergund
den arbeid van eene vrouwelijke
persoon boven zestien jaren te doen
eindigen te 8 uren des nam., onder
voorwaarde:
a. dat haar arbeid niet vroeger aan-
vange dan te 8 uren des voor mid
dags; en
b. dat haar .behalve een rusttijd
van 1 uur tusschen 11 uur voorm. en
3 uur nam., bovendien tusschen 4 uur
en 6 1/2 uur des namiddags, een rust
tijd van ten minste 1 1/2 uur worde
toegestaan, waarin zij de werkplaat#
mag verlaten.
Slechts gedurende den tijd van
twee weken vóór en acht weken na
den eersten Paaschdag en van 1 No
vember tot 7 December is deze laat
ste rusttijd niet verplichtend.
Voor alle werkgevers die vrouwen
of jeugdige personen arbeid doen ver
richten is het van groot belang te
weten, da tde gewijzigde bepalingen
onder meer inhouden dat, onvermin
derd de reeds lang bestaande bepaling
waarbij het verboden is een kind be
neden 12 jaar werkzaamheden in of
voor eenig bedrijf dus ook loop
-k te doen verrichten, than#
een nieuw verbod geldt, nl. Het is ver
boden een persoon beneden 14 jaren
arbeid te doen verrichten bestaande
in loopwerk tusschen 9 uur des nam.
en 7 uur des voorm.
Deze bepaling heeft bijzondere be
teekenis voor hen die hun bedrijf ma
ken vaa het rondbrengen van couran
ten, bezorgen van brood of melk en
zal ingeval van overtreding hora
treffen, die den arbeid doet verrich
ten. Dit geldt niet alleen voor in
dienst zijnde kinderen maar ook voor
eigen kinderen.
Het is verboden een persoon bene
den 14 jaren arbeid te doen verrich
ten: o.a.:
1. op of in in aanbouw of herstel
ling zijnde schepen, bouw- of andere
constructies;
2. op daken, dakgoten en dergelijke
voor zoover een of ander voor hom
het gevaar oplevert meer dan 4 me
ter naar beneden te vallen;
3. bestaande in het uit de hand niet
behulp van gereedschap bewerken of
afwerken van natuurlijke steen of
kunststeen, met uitzondering van *1
nat zagen, het nat slijpen en het po
lijsten in een lokaal, waar geen an
dere bewerking of afwerking van na
tuurlijke steen of kunststeen ge
schiedt.
Het is verboden een persoon bene
den 16 jaren arbeid te doen verrich
ten: o.a. op steigers, stellingen,
gaanderijen en dergelijke, die voor
hem het gevaar opleveren meer dan
2.5 meter naar beneden te vallen, ten
zij aldaar door voetplanken van ten
minste 12 c.M. hoogte en gordingen
op 90 c.M. hoogte of door twee gor
dingen, waarvan de bovenste op 90
c.M. en de onderste op ten hoogste 30
c.M. hoogte, dan wel op eene andere
door he districtshoofd der arbeids
inspectie schriftelijk goedgekeurde
wijze, eene beveiliging tegen het ge
vaar van er af te vallen is aange
bracht.
De nieuwe maatregelen bevatten
nog vele andere bepalingen, waarvan
de kennisneming noodzakelijk is voor
hen die met jeugdige personen of
vrouwen in hun bedrijf werken. Zij
zullen op verzoek zeer zeker worden
toegelicht, wanneer men zich hier
toe wendt tot den Inspecteur van den
Arbeid, hoofd van het 6e District der
Arbeidsinspectie, Nieuwe Gracht 3,
te Haairlem.
STROOPERIJ.
A. J. was van het kantongerecht al
weer in hooger beroep gegaau voor
een strooperszaakje. In jachttijd had
hij namelijk een fasant geschoten, die
zich bevond tusschen de spoorrails
onder de gemeente Zandvoort, en nu
voerde beklaagde aan, het dier ge-
Naar het Engelsch, door
Barones Orczy,
741
De poorten van Boulogno waren
Vöor iedereen opengeworpen, toen het
Angelus werd geluid en het kanon
bulderde. De algemeene amnestie was
afgekondigd, iedereen had het recht
te komen en te gaan, zooals het hem
beliefde, de schildwachten hadden or
der gekregen niemand aan te houden
en iedereen te laten doorgaan.
Niemand wist, dat de groote en
fechitterende plannen voor de volko
men vernietizimr van den Rooden
Pimpernel en zijn Bond op niets waren
uitgeloopen, dat Collot een bespotte
lijk figuur zou slaan in Parijs, en dat
de man die het wreedste plan bedacht
en bijna uitgevoerd had, dat ooit voor
de vernietigin«r van een vijand is ver
zonnen, hulploos, geboeid en gebon
den terneerlag in zijn eigen vesting.
En daarom kon het kleine gezel
schap bestaande uit Sir Percy en Mar-
guérite, Lord Anthony Dewhurst en
mylord Hastings ongehinderd door de
poorten van Boulogne gaan.
Buiten de stad troffen zij mylord
Everingham en Sir Philip Glynde
aan, die den Abt Foucquet bij het ver
laten van zijn kleine kerk hadden
aangesproken en veilig buiten de
stad gebracht, terwijl Francois en Fé-
licité met hun oude moeder, onder de
hoede van andere leden von den Bond
waren.
Wij liepen allen mee in den op
tocht, met allerlei fraaie lorren aan,
tot op het laatste oogenblik, vertelde
Lord Tony aan Marguérite, terwijl 't
geheele gczelschaD nu haastic den
weg naar de haven insloeg. „Wij wis
ten niet, wat er gebeuren zou.... Alles
wat wij wisten was, dat wij omstreeks
dezen tijd noodig zouden zijn het
uur waarop het duel zou plaats heb
ben en ergens op het Zuidelijk bol
werk.... en wij krijgen altijd order om
ons in de menigte te begeven als er
toevallig een is. Toen wij zagen hoe
Biakeney de kandelaars opnam, be
grepen wij, wat er gebeuren zou, en
wij gingen ieder naar de ons aange
wezen post. Het was alles heel een
voudig.
De jonge man sprak luchtig en op
vroolijken toon, maar duidelijk was
daartusschen het enthousiasme en de
trots van den soldaat op >den kranl-
gen moed van zijn chef merkbaar.
Tusschen de stadsmuren en de ha
ven heerschte drukte en opgewonden
heid. De Engelsche packetboot zou
het anker lichten bij het wisselen van
het getij, en omdat iedereen vrij was
zonder paspoort aan boord te gaan,
waren er een groot aantal passagiers
met bestemming naar het land van
vrijheid.
Twee booten van de „Day Dream"
lagen op Sir Percy en zijn vrouw en
degenen, die zij zouden meebrengen,
te wachten.
Zwijgend scheepte .het gezelschap
zich in, en toen de booten van wal sta
ken en de matrozen van het jacht van
Sir Percy zich over hun riemen bo
gen, begon de oude Abt Foucquet
zacht te bidden.
Hij nam vreugde, geluk en veilig
heid met dezelfde kalme philosofie
aan als waarmee hij zijn dood zou
zijn tegemoet gegaan, maar de scher
pe en liefhebbende ooren van Margué
rite vingen aan het eind van ieder
gebed een zacht gefluisterd verzoek
aan den goeden God op, om onzen En-
gelschen redder te zegenen en te be
schermen.
Maar eenmaal zinspeelde Margué
rite op dien vreeselijken tijd, die nu
tot het verleden behoorde.
Zij wandelden samen door de kas-
tanjelaan in den roooien tuin te Rich
mond.
Het was avond en de lucht was be
zwangerd met de scherpe geur van
vochtige aarde, late rozen en sterven
de reseda's. Zij bleef staan en legde
haar hand op zijn arm, terwijl zij
haar oogen vol tranen tot hem op
hief
Percy, fluisterde zij, heb je mij
vergeven
Wat lieveling
Dien vreeselijken avond in Bou
logne. wat die vijand vroeg.... zijn
schandelijke eisch.. Ik bracht dat al
les over je.... het was alles mija
schuld.
Neen, lieveling, daarvoor moet ik
je juist bedanken...»
Mij bedanken
Ja, zei hij, terwijl zij door de val
lende schemering de liefdevolle uit
drukking in zijn oogen niet kon zien
zonder dien avond in Boulogne, zon
der dat duivelsche alternatief, waar
voor ik geplaatst werd, zou ik. nooit
geweten hebben, hoeveel jij voor mij
beteekenle.
Zelfs de herinnering aan al dat leed.
die angst, die kwellende vernederin
gen van dien avond schenen hem ge
heel te veranderen, de stem werd snij
dend, hij klemde de handen ineeu.
Maar Marguérite kwam dichter bij
hem staan, zij legde haar twee han
den op zijn borst en fluisterde zacht:
En nu?....
Hij nam haar in een opwelling van
groot geluk ln zijn armen en zei ern
stig:
Nu weet ik het.
SLOT.