HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. Buitenlandse!) Overzicbt Stadsnieuws Uit de Rechtszaal FEUILLETON De roods Pimpernel in Gevaar. VRIJDAG 8 OCTOBER 1809 1 Leven van Visschers. Wanneer ge, achtenswaardige le zeres), aan uw wèlvoorzleno tafel, smakelijk een gebakken schol, een gekookte schelvLsch, een gerookte bokking, of een gezouten haring, eet denk ge dan wel eens, dat anderen zich veel moeite en gevaarlijke opof fering hebben getroost, om u dit lek kere zeebanket te leveren? Denk ge dan wel eens aan 't lot der visschers?... „Uit '4 oog, uit het hart." Dit spreekwoord der onbarmhartigen Is al te waar. Daarom ook wordt in wei nig-vleiende bewoordingen en min achtend over „dat ruwe zeevolk" go- sproken. Meestal zeer onverdiend! 'Als de groote „men" meer wist van 't' zware en kommervolle leven der visschers, dan zou 't nu zoo snel-ge- Velde vonnis zeker clem enter eijn. Mag ik u daarom lets over de vis schers vertellen? In m'n vacantiedagen heb ik ©ent- ge dagen op zoe „gezwalkt". Het doel van dit avontuurtje was, de vis schers in hun element te zien en 'te besludeeren.- 't Eerst kwam ik op een Zuiderzee- schuitje, dat van Amsterdam, waar 't zaken gedaan had, visschende naair Urk „koerste". De schipper werd, door zijn twee knechts en den jon gen, ouwe J aap genoemd en hij stond er op, 'dat ik hem ook zóó zou aanspreken. Op zee kennen we geen „menee- ren", zei hij lachend. Ik zal „ouwe Jaap" even voorstel len: Een echte „zeebonk", bruin-ver weerd en diep-gegroefd gezicht, met con paar eerlijke kijkers en grijze bakkebaardjes. Natuurlijk draagt hij in zijn ooren gouden ringetjes, en heeft, van 's morgens vroeg tot des avonds laat, een kort steenen pijpje in den mond. Zonder zijn „piep" is hij niet te spreken! Een garderobe heeft ouwe Jaap niet. Hij zeilt uit met z'n zwarte wambuis en dito-gekleurde korte wijde broek en komt in de zelfde plunje weer thuis. Voor ver- kleeden en toilet maken is aan boord geen tijd en... ook geen behoefte, 't Is al heel mooi, wanneer de buis en de broek bij het slapen worden uitge trokken. Bij ongeregeld weer is daar zelfs geen denken aan! Het eenige kleedingsstuk, dat dan uit- en aange trokken wordt, is de olie-jas en de „zuld-wester". „Ouwe Jaap" is al 60; maar, als je hem het zeil ziet liijschen, of met krachtige hand het roer wenden, zou ie hem die nog niét geven. Van de andere schepelingen is er een 30, de ander 20 en de jongen 14 jaar. Allen zijn ze naar dezelfde mo de gekleed, als „oude Jaap" en ze koesteren evenveel liefde voor hun „piep" zelfs de 14-jarige rookt dapper mee. Het leven op zoo'n visscherscheepje is zeer primitief. Ten eerste, en bo venal, is er gebrek aan ruimte. Het ruim voor de gevangen visch en het bergen van de netten en andere be- noodigdheden, neemt 3/4 deel van het geheele scheepje in beslag. Er valt dus nog slechts over 1/4 te beschik ken en dat is de kop en de staart. Vóór is een roefje, waar de beman ning slaapt. Eén modern ledikant is grooter dan de geheele „slaapkamer". Men ligt dan ook in „kooien". De on kundige lezer doet 't best, te denken aan een uitgeschoven lade van een ikast In de „kooi" juist groot ge noeg, om er met opgetrokken knieën in te liggen een zak met stroo, als !t goed „spul" is wat veetren, een paar dekens en klaar is Kees! Achter is een wat grootere roef. Dat ls de woon-, eet- en zitkamer en te vens nog slaapsalon voor den schip per. Toch Ls de oppervlakte hoogstens 1 1/2 bij 2 en de boogie ook maar 1 1/2 nieter. Het gevolg is, dat men er niet kan staan en dus dadelijk moet gaan zitten op de aan de wanden gespijker de banken, om... daarna nog haast z'n knieën tegen het kleine tafeltje te stooten, hoewel dit toch midden in ie „kamer" staat Des winters moet er bovendien nog een plaatsje voor :t kacheltje gezocht worden, zoodat er dan nog moer gymnastische vaar digheid verelscht is, om door 't kleine luikje naar beneden te komen en een plaats te zoeken. Hygiënisch leven de visschers nu juist niet! Stel u zoo'n roefje voor, waar vier mannen zitten te rooken, een potroloumlamp walmt en dan nog een kachel brandtp waarop eten kookt... Do visschers leven op hun schuit, alsof... er geen vrouwen bestaan! De schipper of een der knechts, is bij al les óók nog keukenmeid en de jongen vervangt 't ontbrekende kamer- en werkmeisje. Laten do financiën het eventjes toe, dan wordt aan boord behalve veel, ook goed gegeten. „Ouwe Jaap" zei „van „lif-laJjes" houden we niet, maar we liebben onzen buik graag vol met gezonden kost". Het adspi- rant-kamermeisje knikte toestemmend ea mompelde „H ls ook het eenige wat we hebben".... Bij het uitzeilen wordt een partij aardappelen, groente en spek meege nomen. „Ouwe Jaap" kon wót goed kokenmenige Haarlemsche huis moeder kan van hem misschien een lesje nemen Het overige van den dag wordt brood gegeten. Eiken morgen en avond versch.... dót gaat niet, want er komt geen bakkerHet speciaal bereide tarwe- en roggebrood kan 't evenwel een paar weekjes uithouden, zonder den smaak te verliezen en al te veel uit te drogen. Natuurlijk is T na 14 dagen geen lekkernijtje meer voor een Haagsche jongejuffrouw, maar de zeelui eten het nog met graagte. Zoo'n snee brood met een schijf gebakken spek, Is oen smul partij aan boord I Als de aardappels („piepers", zei een der knechts, die vroeger als sol daat het vaderland gediend heeft) naar binnen gewerkt zijn, komt de mcclkost aan de beurt. Rijst, panne- koek, „Jan-in-den-zak", gevulde koek, enz. Ook een goed eten „Ouwe Jaap" bakte expres voor mij een pan- nekoek. Hij smaakte heerlijk (had de zeelucht me hongerig gemaakt maarinééns kon ik hem niet ver- orberen. Verbeeld u ook, dc koek was 3/4 c.M. dik en 30 c.M. In diameter!... DE drank aan boord is koffie. Ik geloof warempel, dat de koffiepot van 's morgens tot 's avonds en bovendien nog 's nachts, op het vuur staat te pruttelenEen oud-Hollandsch spreekwoord zegt„Zoolang de lepel in den brijpot staat, treuren we nog niet", maar de visschers kunnen als variant gebruiken „zoolang de kof fiepot op het vuur staat" Melk aan boord is een één-daagsche heerlijkheid, want verscho aanvoer is niet mogelijk. Wat nood, zonder melk smaakt ,,'t koppie troost" ook wel I Er is 'n leelijk praatje in omloop, nL dat op de visschersschepen veel jene ver gedronken wordt. Dat is o n- waarl Sommige schippers, niet eens alle n, hebben wel een flesch bran dewijn aa.n boord, maar meer don een borrel per dag wordt niet getapt tenzij er van het volk buitengewoon veel inspanning verwacht wordt, b.v. 's winters, als de handen bevriezen. Hoe „men" dan aan het praatje ge komen is. Eenvoudig zoo Onder vrij gezellen, die maanden op zee „ge zwalkt"' liebben en nu thuis komen met een goed gevulde portemonnaie, zijn er wel, die eens willen passagie ren. Dan wordt er wel een glaasje te veel gebruikt Maar op zee wordt geen misbruik van sterken drank gemaakt. Toen we uitzeilden was het mooi weer bepaald een zeldzame dag voor den zomer van 1909. Het zonnetje straalde aan een blauwen hemel, waaraan „schaapjeswolken" speel den. De zee was kalm een gerust stelling voor m'n vrees voor zee ziekte Na 't IJ verlaten en het fort Pam pus in het voorbijgaan gegroet te hebben, stevende het de Zuiderzee op. Snel varen.... Ho maar We hadden 't precies tegen den wind en 't is me tot op heden nog een raadsel, hoe „Ouwe Jaap" 't klaar speelde, om met z'n gescharrel aan de zeilen en de zwaarden, vooruit in plaats van ach teruit te komen. Er was heel wat laveerkunst voor noodig. We gingen dan ook niet „recht door zee", doch eerst oen eind naar 't Zuid-Oosten, dus op Muiden aan. Na twee uur varens hadden we nog altijd Amster dam in 't zicht. Toch werd besloten, om daar een kansje te wagen en de netton uit te zetten. Ook dat is een heel werkje, en om den weg te weten tusschen de honderden meters want, rnoet men méér zijn, dan een vreem deling in oit Jeruzalem. Toon alles uitstond, begon de visch- partij. In dien tijd had „ouwe Jaap" oen half uurtje vrijaf en konden we op ons gemak oen praatje maken. Wat hij nte vertelde daarover een volgenden keer. KEES. Allegaartjes. I. Van'nverdweuensteeg. i wil u zoo nu en dan eens wat vertellen, wat hij belangrijk genoeg vindt om te vertellen. Misschien vindt gij 't mindear belangrijk wat hij zegt; het wijst aan, dat hij zelfs verwacht wel eens minus uw belang stelling te dalen. Misschien ook vindt ge het vervelend, wat hij te beweren heeft, 't -f- stemt goedmoedig toe, dat er ook wel een enkel„Allegaartje" ge serveerd zal worden, dat een geachte lezer meer dan taai vindt. Veeleischend is dus niet. Hij stelt zich dan ook niet voor méér-kolom- mige, echb-seriouse artikelen te leve ren, als x'n collega's: die schotels worden in voldoende mate op des krantenlezers tafel geplaatst, avond aan avond; maar een klein toetje zoo nu en. dan, dat men van zich afschui ven kan, als men er geen trek in heeft, na 't reeds genotene van het journalistieke maal. En bij voorbaat stelt hij u reeds gerust, dat hij niet eiken dag „Allegaartjes1' zal toebe reiden. Dit voor lezers, die aan een spoedige krant-indigestie lijden. Wat den inhoud aangaat, die kan wat boven -{-) de waarheid zijn, of er iets onder maar hij zal toch altijd wel ongeveer juist zijn. Over 'n verdwenen steeg wilde 'k het dan hebben; eigenlijk over een verdwenen steeg en een plotseling ontstane dito. Toen 'k Dinsdagmiddag door de... ja, door wat eigenlijk?... laat 'k zeg gen door de verbindingsgang tus schen de Jansstraat en 't samenloop- punt van Noorder- en Zuiderschool steeg welke plek tusschen haakjes gemeenlijk den on-officieelen naam van „Breede plaats" draagt liep, was 'k in de Schoolsteeg; doch toen 'k een paar uur later op dezelf de plaats was, wandelde 'k in de Noorderschoolsteeg. Rutsch de Schoolsteeg was weg en een Noorderschoolsteeg had het aanzijn verkregen. Als in de Stille Zuidzee een koraal-riffen eiland ontstaat of in den „schoot der wateren" ver dwijnt, gaat dat wel gepaard met een niet-alledaagsch geweld van de betrokken elementen. Geloofwaardige Janssfcraatbewoners hebben me verze kerd, dat geen wereldschok, zelfs geen stadswijkschok, wat toch al een klein beetje is dit natuurverschijn sel in die steeg vergezelde; hoog stens kan er een muur even getrild hebben, toen een stadswerkman het nieuwe naambordje aanspijkerde. Vier wei-gemikte hamerslagen en de nieuwe steeg was er. Dit natuurverschijnsel Is maanden geleden voorspeld door Wethouder De Breuk. In onze courant was er, toen B. en W. den Raad voorstelden, om o.a. de Noorder- en de Zuiderschoolsteeg voor fiets- en motorrijwielverkeer te sluiten, de aandacht op gevestigd, dat er ook nog een Schoolsteeg bestond. En een onze»r wethouders, die er op merkzaam op was gemaakt, had ver baasd-lachend toegestemd: „Nu loop je vier malen per dag door die steeg en je weet niet eens hoe ze heet!" Toen beging een Raadslid de fout om in de Raadszitting op het kran tenbericht te wijzen. Een fout, want hij had behooreoi te weten, dat de steeg heette, zooals zij niet heette. Wethouder De Breuk antwoordde dan ook, dat de Alg. Politie-verorde- ning geen Schoolsteeg kende, enkel een Noorder- en een Zuiderschool steeg. En wat de Politie-verordening niet kent, bestaat niet, dat is duide lijk. Helaas heeft de feitelijke toestand de stoutheid gehad nog maanden voort te duren sinds geconstateerd was, dat de politie geen Schoolsteeg duldde, maar een Noorderschoolsteeg voorschreef: want 6inds Dinsdag pas is daar de tragiek van verheffing en ondergang afgespeeld. Maar, waar blijven nu de borden, die bij de voor fiets-, enz.-verkeer ge sloten wegen behooren te staan? De Raad besloot tot de sluiting op 24 Maart, dus ruim een half jaar gele den. En zoolang die door de Motor- en Rijwielwet geëischte borden niet aan wezig zijn, is de sluiting nog niet van kracht DE DRIEBOND. Den 7den October 1879 gisteren was het dus juist 30 jaren geleden werd in Weenen het protocol ouder- tcekend, waarin Duitschlond en Oos tenrijk-Hongarije een bondgenoot schap sloten. Later heeft Italiè zich daarbij aangesloten, zoodat toen de bekende driebond ontstond. Het is zeker een historische herin nering, die een korte herdenking eischtOok de officieuse „Norddeut- sche Allgemein© Zeitung" oordeelt er zoo over en geeft over dit jubileum een geestdriftig gestemd hoofdarti kel. Ziehier hoe 't officieele Duilsch- land er over denkt „Dit bondgenootschap is een vast bolwerk van den vrede, waarachter de verbonden mogendheden ongestoord zich kunnen geven aan de beharti ging van haar eigen belangen. Over eenkomstig zijn vreedzaam karakter, heeft het bondgenootschap niet al leen het tot stand 'komen van vriend schappelijke verstandhoudingen be vorderd, maar is het ook de vrucht bare aarde geworden, waaruit de vredcsdenkbeelden nieuw voedsel ge trokken hebben. Het sluiten van dit bondgenoot schap telt tot de belangrijkste politie ke daden van den groeten eersten kanselier van het Duitschc Rijk. Met zijn in de toekomst doordringenden blik heeft Fürst Bismarck reeds lan ger dan tien jaren vóór de ondertee- kening den grondslag gelegd voor den nauwon volkenrechtelijken band tusschen Duitschland en Oostenrijk- Hongarij e. Het groote werk van het bondgenootschap heeft on blijft in vloed hebben, en is van den eersten dag af het fundament gebleven van de Europeesche politiek." Algemeen zal worden toegegeven, dat het geen bluf is, dat het bondge nootschap, vooral tusschen Duitsch land en Ooatenrijk-Hongarije, van veel beteekenis voor den vrede is ge weest. Is het om iets te noemen niet voor eon belangrijk deel de reden, dat we het vorige jaar be waard zijn gebleven voor een Euro- peeschen oorlog, die de Servische op gewondenheid ons haast had bezorgd. DE TOESTAND IN SPANJE. Er komt >n het moederland weder m krachtiger verzet tegen den oor log. De republikeinsche en liberale bla den bevatten een oproep van den afgevaardigde ^en tekenden novellist Perez Galdos, waarbij hij alle Span jaarden, „die het hart op do rechte plaats dragen en het goed meenen met hun land", opwekt de handen in een te slaan, de partijtwisten te laten misten en te ontwaken uit den slaap, om een einde te maken aan het ge vaar, waarin de onhandigheid van zijn bestuurders Spanje gestort heeft. In warme, hartstochtelijke bewoor dingen bezweert hij zijn volk, paal eaperk te stellen aan do vervolgingen ©a de willekeurige rechtspleging, die een slag in het gezicht is der men- schelijkhead. Intusschen doet de regeering nog alle moeite, om de ernstige berichten over de „straf-expeditie" te weren. Enkele republikeinsche bladen, die artikels over den veldtocht plaatsten, zijn geschorst. Ook de vervolging van de revolutio nairen duurt ongehinderd voort. De krijgsraden te Barcelona zitten onaf gebroken reeds zijn weder door het openbaar ministerie drie doodvonnis sen geëischt en vier veroordeelingen tot levenslangen dwangarbeid. TWAALF HONDERD PROCESSEN zijn in voorbereiding men verwacht, dat men hiermede eerst half Decem ber klaar kan komen. In een holle gracht van de vesting Montjuich had 's nachts de vierde te rechtstelling plaats. Toen het executie-detachement, be staande uit acht dragonders, de doo- delijke schoten zouden lossen, weifel den de soldaten, zoodat geen iler ko gels doel trofbij het tweede salvo doorboorde slechts één kogel 't hemd van den veroordeelde. De bevelvoeren de officier trok ten slotte zijn revolver en schoot den man neer. Het slachtoffer was 32 jaar.... SPANJE'S ROOFPOLIT1EK. De Spaanscbe politiek is in raadse len gehuld. Wat willen ze in Madrid nu toch eigenlijk Om iets te noemen Maandag gelastte de regeoring te Madrid het onmiddellijk vertrek der geheele divisie-Ampudia, op grond der uitbreiding, welke na den slag van 30 September de militaire opera ties noodig moeten verkrijgeu ter be vestiging van de bezette stellingen en in verband met de versterkingen, welke de vijand van alle kanten ont vangt Twee dagen later contra-order slechts de halve divisie moet ver trekken. Wat is hiervan de reden Is er ver schil van meening tusschen de mili taire overheid en de regeering gere zen, of.... ls het een gevolg van de protesten van 't buitenland Dit laatste is niet onmogelijk, want zoowel in Duitechland, Frankrijk als Engeland proteeteeren de bladen in heftige bewoordingen tegen de roof- politiek. Spanje heeft een slechte pers 1 Het billijkst is nog het Fransche blad „Journal des Débats". Dat dringt aan op «en duidelijke verklaring van Spanje, dat men niet anders bedoelt en ook niet anders zal doen dan paci ficatie van het gebied rondom Melilla. „Hiertoe is bezetting van den Goe- roegoe en do bouw van een blokhuis op zijn top, een uitstekend middel. Dank zij deze operaties zijn de Span jaarden thans heer en meester in het presidio en omgeving. Maar zoo besluit het blad laat het hier nu bij blijven, HET IS NU WEL." DE ZAAK FERRER. Ook Francisco Ferrer, de bekende strijder voor de vrije gedachte en de vrije school, zal binnenkort voor den krijgsraad terecht staan, in verband met de oproerige beweging te Barce lona, waaraan hij volgens zijne vrienden en ook volgens de liberale bladen geen schuld heeft. Vooral de Fransche pers protesteert heftig togen de vervolging van Fer rer De verklaring van den militairen gouverneur aan Ferrer toen deze zijn onschuld betuigde, zei de man van het gerecht„dat liet lezen van de boeken van de moderne school l»est een van de aanleidende oorzaken tot den opstand kon zijn, en dat hij dus daarvoor aansprakelijk was I" wordt als nietszeggend ter zijde ge steld. Het Fransche Kamerlid Marcel Sem- bat schrijft in do „Iluraanité" o. a „Het einde van de jacht I Ferrer is naar den krijgsraad ver wezen I Ferrer is in 't nauw gedre ven. Ferrer is in hun macht Ze heb ben hem beet. Ze zouden hein kunnen bijten en verscheuren, maar ze zijn beschaafd. Alles zal correct toegaan. Iemand zal naar voren treden, een rede houden, en het hoofd van Ferrer vragen. Iemand zal hem vragen stellen, zal doen of hij hem verhoort, en dan zeg gen „Hij is veroordeeld." En zo zullen hem dooden." De Parijsche briefschrijver van het Handelsblad" besluit „Laat ons hopen, dat de protesten uit zoovele beschaafde landen de Spaartsche autoriteiten bang zullen maken, en op het laatste oogenblik nog doen terugdeinzen voor deze ge- civiliseerden moord. Maar véél hoop blijft er niet 1" TURKEN EN ARABIEREN, Hot bericht, dat het Turksche leger in Yemen dezer dagen in een gevecht met Arabieren aan dooden en gewon den 7000 man zou liebben verloren, wordt door de Turksche ministeries van buiten- en binnenlandsche zaken tegengesproken. In het laatste ge vecht, dat plaats heeft gehad, hadden juist de Arabieren talrijke verliezen geleden. REVOLUTIONNAIRE BEWEGING IN PARAGUAY. Volgens Oe bladen liebben de troe pen van Paraguay de revolutionnai- ren in een aantal gevechten versla gen. Officieele berichten uit Para guay bevestigen, dat deze gevechten hebben plaats gehad. Men beschouwt de revolutionnaire beweging als bedwongen. De revolu- tionnairen zijn op de vlucht. EEN POSTWAGEN VERBRAND. De postwagen naar Johannesburg geraakte op 12 mijlen afstands van Bloemfontein in brand. De Engelsche post voor Johannesburg bleef ge spaard, de brieven echter voor den Rand, Noord-Transvaal, Delagoa-baai Portugeesch Oost-Afrika en het mee- rendeel van de brieven voor Pretoria zijn verbrand. MIJNONTPLOFFING. In de kolenmijn „Wellington'1 te Nanarmo (Amerika) heeft eene ont ploffing %an mijngas plaats gehad, waardoor oen hevige brand ontstond, die zoo snel in omvang toenam, dat aan veertig mijnwerkers de terug weg werd afgesneden, terwijl de der tig anderen, wien liet nog gelukte te ontkomen, zware brandwonden op liepen. Men wanhoopt er aan de ongeluk kige ingeslotenen te kunnen redden. HUDSONFEESTEN. Namens de Nederlandsche delegatie hield de heer mr. R. van Rees, pen ningmeester van de Nederlandsche commissie, in een buitengewone ver gadering van de New-Yorksche Ka mer van Koophandel een rede over de vriendschaps- en handelsbetrekkingen tusschen Nederland en de Vereenigde Staten. Zijn rede werd levendig toe gejuicht. ARBEIDSWET. Koninklijke Besluiten van 12 Juli 1009 Stbl. 266 en van 10 Aug. 1909, SibL 290. Van niet geringe beteekenis is hal voor belanghebbenden bekend te zijn met de wijzigingen, geldende voor naaisters, borduursters, passement» werksters, modemaaksters of ver vaard igsters van vrouwelijke hand werken. Het Is thans nog slechts vergund den arbeid van eene vrouwelijke persoon boven zestien jaren te doen eindigen te 8 uren des nam., onder voorwaarde: a. dat haar arbeid niet vroeger aan- vange dan te 8 uren des voor mid dags; en b. dat haar .behalve een rusttijd van 1 uur tusschen 11 uur voorm. en 3 uur nam., bovendien tusschen 4 uur en 6 1/2 uur des namiddags, een rust tijd van ten minste 1 1/2 uur worde toegestaan, waarin zij de werkplaat# mag verlaten. Slechts gedurende den tijd van twee weken vóór en acht weken na den eersten Paaschdag en van 1 No vember tot 7 December is deze laat ste rusttijd niet verplichtend. Voor alle werkgevers die vrouwen of jeugdige personen arbeid doen ver richten is het van groot belang te weten, da tde gewijzigde bepalingen onder meer inhouden dat, onvermin derd de reeds lang bestaande bepaling waarbij het verboden is een kind be neden 12 jaar werkzaamheden in of voor eenig bedrijf dus ook loop -k te doen verrichten, than# een nieuw verbod geldt, nl. Het is ver boden een persoon beneden 14 jaren arbeid te doen verrichten bestaande in loopwerk tusschen 9 uur des nam. en 7 uur des voorm. Deze bepaling heeft bijzondere be teekenis voor hen die hun bedrijf ma ken vaa het rondbrengen van couran ten, bezorgen van brood of melk en zal ingeval van overtreding hora treffen, die den arbeid doet verrich ten. Dit geldt niet alleen voor in dienst zijnde kinderen maar ook voor eigen kinderen. Het is verboden een persoon bene den 14 jaren arbeid te doen verrich ten: o.a.: 1. op of in in aanbouw of herstel ling zijnde schepen, bouw- of andere constructies; 2. op daken, dakgoten en dergelijke voor zoover een of ander voor hom het gevaar oplevert meer dan 4 me ter naar beneden te vallen; 3. bestaande in het uit de hand niet behulp van gereedschap bewerken of afwerken van natuurlijke steen of kunststeen, met uitzondering van *1 nat zagen, het nat slijpen en het po lijsten in een lokaal, waar geen an dere bewerking of afwerking van na tuurlijke steen of kunststeen ge schiedt. Het is verboden een persoon bene den 16 jaren arbeid te doen verrich ten: o.a. op steigers, stellingen, gaanderijen en dergelijke, die voor hem het gevaar opleveren meer dan 2.5 meter naar beneden te vallen, ten zij aldaar door voetplanken van ten minste 12 c.M. hoogte en gordingen op 90 c.M. hoogte of door twee gor dingen, waarvan de bovenste op 90 c.M. en de onderste op ten hoogste 30 c.M. hoogte, dan wel op eene andere door he districtshoofd der arbeids inspectie schriftelijk goedgekeurde wijze, eene beveiliging tegen het ge vaar van er af te vallen is aange bracht. De nieuwe maatregelen bevatten nog vele andere bepalingen, waarvan de kennisneming noodzakelijk is voor hen die met jeugdige personen of vrouwen in hun bedrijf werken. Zij zullen op verzoek zeer zeker worden toegelicht, wanneer men zich hier toe wendt tot den Inspecteur van den Arbeid, hoofd van het 6e District der Arbeidsinspectie, Nieuwe Gracht 3, te Haairlem. STROOPERIJ. A. J. was van het kantongerecht al weer in hooger beroep gegaau voor een strooperszaakje. In jachttijd had hij namelijk een fasant geschoten, die zich bevond tusschen de spoorrails onder de gemeente Zandvoort, en nu voerde beklaagde aan, het dier ge- Naar het Engelsch, door Barones Orczy, 741 De poorten van Boulogno waren Vöor iedereen opengeworpen, toen het Angelus werd geluid en het kanon bulderde. De algemeene amnestie was afgekondigd, iedereen had het recht te komen en te gaan, zooals het hem beliefde, de schildwachten hadden or der gekregen niemand aan te houden en iedereen te laten doorgaan. Niemand wist, dat de groote en fechitterende plannen voor de volko men vernietizimr van den Rooden Pimpernel en zijn Bond op niets waren uitgeloopen, dat Collot een bespotte lijk figuur zou slaan in Parijs, en dat de man die het wreedste plan bedacht en bijna uitgevoerd had, dat ooit voor de vernietigin«r van een vijand is ver zonnen, hulploos, geboeid en gebon den terneerlag in zijn eigen vesting. En daarom kon het kleine gezel schap bestaande uit Sir Percy en Mar- guérite, Lord Anthony Dewhurst en mylord Hastings ongehinderd door de poorten van Boulogne gaan. Buiten de stad troffen zij mylord Everingham en Sir Philip Glynde aan, die den Abt Foucquet bij het ver laten van zijn kleine kerk hadden aangesproken en veilig buiten de stad gebracht, terwijl Francois en Fé- licité met hun oude moeder, onder de hoede van andere leden von den Bond waren. Wij liepen allen mee in den op tocht, met allerlei fraaie lorren aan, tot op het laatste oogenblik, vertelde Lord Tony aan Marguérite, terwijl 't geheele gczelschaD nu haastic den weg naar de haven insloeg. „Wij wis ten niet, wat er gebeuren zou.... Alles wat wij wisten was, dat wij omstreeks dezen tijd noodig zouden zijn het uur waarop het duel zou plaats heb ben en ergens op het Zuidelijk bol werk.... en wij krijgen altijd order om ons in de menigte te begeven als er toevallig een is. Toen wij zagen hoe Biakeney de kandelaars opnam, be grepen wij, wat er gebeuren zou, en wij gingen ieder naar de ons aange wezen post. Het was alles heel een voudig. De jonge man sprak luchtig en op vroolijken toon, maar duidelijk was daartusschen het enthousiasme en de trots van den soldaat op >den kranl- gen moed van zijn chef merkbaar. Tusschen de stadsmuren en de ha ven heerschte drukte en opgewonden heid. De Engelsche packetboot zou het anker lichten bij het wisselen van het getij, en omdat iedereen vrij was zonder paspoort aan boord te gaan, waren er een groot aantal passagiers met bestemming naar het land van vrijheid. Twee booten van de „Day Dream" lagen op Sir Percy en zijn vrouw en degenen, die zij zouden meebrengen, te wachten. Zwijgend scheepte .het gezelschap zich in, en toen de booten van wal sta ken en de matrozen van het jacht van Sir Percy zich over hun riemen bo gen, begon de oude Abt Foucquet zacht te bidden. Hij nam vreugde, geluk en veilig heid met dezelfde kalme philosofie aan als waarmee hij zijn dood zou zijn tegemoet gegaan, maar de scher pe en liefhebbende ooren van Margué rite vingen aan het eind van ieder gebed een zacht gefluisterd verzoek aan den goeden God op, om onzen En- gelschen redder te zegenen en te be schermen. Maar eenmaal zinspeelde Margué rite op dien vreeselijken tijd, die nu tot het verleden behoorde. Zij wandelden samen door de kas- tanjelaan in den roooien tuin te Rich mond. Het was avond en de lucht was be zwangerd met de scherpe geur van vochtige aarde, late rozen en sterven de reseda's. Zij bleef staan en legde haar hand op zijn arm, terwijl zij haar oogen vol tranen tot hem op hief Percy, fluisterde zij, heb je mij vergeven Wat lieveling Dien vreeselijken avond in Bou logne. wat die vijand vroeg.... zijn schandelijke eisch.. Ik bracht dat al les over je.... het was alles mija schuld. Neen, lieveling, daarvoor moet ik je juist bedanken...» Mij bedanken Ja, zei hij, terwijl zij door de val lende schemering de liefdevolle uit drukking in zijn oogen niet kon zien zonder dien avond in Boulogne, zon der dat duivelsche alternatief, waar voor ik geplaatst werd, zou ik. nooit geweten hebben, hoeveel jij voor mij beteekenle. Zelfs de herinnering aan al dat leed. die angst, die kwellende vernederin gen van dien avond schenen hem ge heel te veranderen, de stem werd snij dend, hij klemde de handen ineeu. Maar Marguérite kwam dichter bij hem staan, zij legde haar twee han den op zijn borst en fluisterde zacht: En nu?.... Hij nam haar in een opwelling van groot geluk ln zijn armen en zei ern stig: Nu weet ik het. SLOT.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5