HAARLEM'S DAGBLAD. Ssltenlandsch Overzicht FEUILLETON De Generaal. De recMsverhouding tusschen echtgenooten. Dit schijnt geen aangenaam onder werp van behandeling. In den laat- sten tijd werden echter zoovele vra gen daarover tot ons gericht, die wij op den duur toch niet alle zouden kunnen beantwoorden, dat hot ons geraden toescheen eens eone schets te geven van de wijze waarop onze wet lie verhouding tusschen echtgenooten regelt. Natuurlijk hebben de regelen dor Wet alleen waarde, wanneer de ver houding tusschen de echtgenooten te wenschen overlaat Uit een zedelijk oogpunt mag dat niet zoo zijn; maar wij hebben slechts rekening te hou den met de werkelijkheid. Wij zullen ons bepalen tot do meest voorkomende gevallen on gaan uit van de onderstelling dat de echtge nooten, wat in de volksklassen alge meen gebruikelijk is, in gemeenschap aan goederen zijn gehuwd. Van die gemeenschap is de man het hoofd, zooals hij ook het hoofd der echtvereeniging is en daarom kan de vrouw in 't algemeen niet zelfstandig handelen, onaar behoeft den bijstand of do machtiging van den man. I-Iet zou echter in de praktijk niet opgaan, zulks te willen toepassen op elke kleine verrichting van den Yneest gewonen aard. Als de vrouw ln- koopen doet, welke betrekking heb ben op de gewone en dag&lijksche uit gaven der huishouding, dan wordt verondersteld dat de man het goed Vindt, en als er geen betaling plaats heeft kan de winkelier den man aan spreken om betaling, want op de vrouw heeft hij geen verhaal. De win kelier moet dus zelf beoordeelen in hoeverre van gewone en dagelijksche uitgaven der huishouding sprake Is. Is dat min of meer dubieus en kent hij zijn begunstigers niet voldoende, dan ia een weinig voorzichtigheid go- wenscht. Sommige gehuwde vrouwen oefe nen den eenen of anderen tak van handel uit, ten einde op die wijze de inkomsten van het gezin te vermeer deren. Ook hier zou het niet mogelijk wezeu om hij alle afzonderlijke ver richtingen: inkoopen, verkoopen, ont- vangsten en uitgaven, van de bewil liging van den man te doen blijken; en daarom wordt ook hier eenvoudig aangenomen, dat de man zijn toe stemming verleende. Voor de verbinte nissen der vrouw zijn dus ook in dit geval de goederen der gemeenschap verbonden en die iets te vorderen heeft kan den man tot betaling aan spreken. Ziet deze in de koopman schap der vrouw bezwaar, dan kan hij zijn toestemming intrekken en imoet hij dat openlijk bekend maken, Van dat oogenblik af kunnen zij die met de vtouw gehandeld hebben geen verhaal meer zoeken. liet feit dat de man beheerder der gemeenschap is, heeft ten gevolge, dat hij met de goederen dier ge meenschap kan doen wat hij wil; een i>eginsel dat in de praktijk wel eens tot moeilijkheden en onbillijkheden aanleiding heeft gegeven. Vandaar, dat de wetgever er in lateren tijd op Uit is geweest om de vrouw eenige meerdere zelfstandigheid te geven. Zij !heeft op enkele punten meer zeggens kracht verkregen. De gehuwde vrouw had vroeger ook geen beschikking over het door baar zelfstandig verdiende loon; moor de «oogenaamde wet op het Arbeidscon tract heeft daarin verandering ge bracht. Die wet bepaalt, dat de .vrouw geacht wordt de bewilliging van den man te hebben bekomen tot het aangaan van arbeidscontracten. Zij kan daarom zelfstandig haar loon ontvangen en daarvoor kwijting ge ven. Nu behoort natuurlijk het loon niet aan haar alleen; want alles wat van weerskanten inkomt behoort tot de gemeenschap; maar de vrouw kan in dit geval over heit door haar ver diende ten bate van het gezin be schikken. Wij zien hier dus een ge val, waarin de vrouw een deel van de goederen der gemeenschap be heert. Ook nog in een ander geval kan do vrouw zelfstandig handelen; name lijk wanneer zij kans ziet om wat te sparen. Volgens de wet op de Rijks postspaarbank kan zij namelijk, zon der dat zij den bijstand van haren man noodig heeft, geld op die spaar bank beleggen. Het boekje wordt dan ook op haar naam gesteld en aan haar, met wilsuiting van haren man, geschiedt terugbetaling van hetgeen zij op het boekje te vorderen heeft. Ook hier moeten wij opmerken dat het geen door de vrouw op die wijze wordt gespaard, toch altijd blijft be- hooren tot de gemeenschap van goe deren in welke zij met haren man is gehuwd; maar door de bepalingen der wet kan de vtouw het gezin om zoo te zeggen verzekeren en er zorg voor dragen, dat, in tijden van tegen spoed, iets beschikbaar is; terwijl ha re spaarpenningen anders allicht voor hot gezin zouden zijn verloren ge gaan. Het is ie voorzien dat, bij eventuee- le wetsherzieningen nog wel meer be palingen in dien geest zullen worden gemaakt. Voor 't tegenwoordige zijn do rechten der gehuwde vrouw nog wel zeer beperkt, maar men bedenke dat,, waar de verhouding der echtge nooten is zooals de wetgever zich die gedacht heeft, aan bepalingen tot spe ciale bescherming der vrouw weinig behoefte bestaat, terwijl in het omge keerde geval die bepalingen toch wei nig baten. Intusschen is er in latetren tijd In de positie der vrouw voor de wet vrij wat verandering en verbetering geko men, vooral bij de zoogenaamde kin derwetten, die wij hier nu echter, om hare uitgebreidheid niet kunnen schetsen. Al kan de gehuwde vtouw geene verbintenissen aangaan, welke van invloed zouden kunnen zijn op den vermogenstoestand der echtgenooten, daarbuiten is zij vrij. Wanneer, om oen voorbeeld te noemen, do statuten eener vereeniging gehuwde vrouwen zelfstandig als lid toelaten, dan zou do man aan geene enkele wetsbepa ling de bevoegdheid ontleenen om de verkrijging van het lidmaatschap door zijne vrouw te beletten. Voor beelden van dien aard zijn ex meer. De macht van den man strekt zich, in 't algemeen gesproken uit over alle vermogenstoestanden behoudens de door ons besproken uitzonderingen, die nog mot zeer enkele, meetr zeld zaam voorkomende, zouden kunnen worden vermeerderd maar de per soonlijke stelling der vrouw laat die macht tamelijk onaangeroerd. W. EEN GENERAAL, DIE TE VEEL GEZEGD HEEFT. Generaal d'Amade heeft een jaartje geleden voor Frankrijk de zaken in Marokko geregeld. Hij kent dus 't land en de toestanden in Noord-Afrl- ka, kent de Mooren, kent de Span jaardenGeen wonder, dat er een Matln-redacteur op uitging) om dezen autoriteit te Interviewen l D'Amade zei vee 1, maar 't voor naamste is, dat Frankrijk z. i. tus schen beide moet komen, want dat de Spaansche roofpolitiek voor de Franschen wel eens gevaarlijk kan worden. Enorme verontwaardiging over het oordeel van den generaal 1 De diplo matie in Parijs zat dadelijk met de zaak verlegen, want het interview was voor Spanje zeer hatelijk. Z. Excellentie Pichon, de minister van buitenlandsche zaken, liet zich oen-twee-drie door een jokurnalist uit- hooren en zei „Mocht het blijken, dat generaal d'Amade zich op de wijze heeft uitge laten ais gemeld werd, dan zaï hij streng gestraft worden. Er mag niet worden geduld, dat een officier, hoe bekwaam hij overigens ook zij en al heeft hij aan het vaderland nog zulke groote diensten bwezen, zich op zulk een wijze in de politiek mengt. Wat de generaal heeft gezegd is bovendien nog onjuist. Spanje zet voor eigen re kening en gevaar, zijn actie voort in een bij overeenkomsten nauwkeurig begrensde sfeer en het heeft ons do formeele verzekering gegeven, de be palingen van de Algeciras-akte in alle opzichten te zullen eerbiedigen". Na deze verklaring van den minis ter, was 't vonnis over d'Amade ge veld. 't Onderzoek wees uit, dat de generaal inderdaad zoo loslippig was geweest. Toen heeft de rogeering da delijk besloten d'Amade op fioitfhfli- viteit te stellen. Frankrijk's vriendschappelijke hou ding tegenover Spanje is dus gered. Ook heeft 't gebeurde bewezen, dat men oen goed generaal kan zijn on toch een slecht diplomaat. Evenzoo de waarheid van 't spreek woord spreken is zilver, maar zwij gen is goud. Nu d'Amade toch op non-activiteit gesteld is, kan hij nog wel wat duide lijker spreken. Hij acht 't noodig, dat Frankrijk tusschen beide treedt. Waar Hoe Tegen wien Tegen Spanje of legen de Rifstam- men, of tegen den Sultan HOE MAKEN DE SPANJAARDEN HET IN MAROKKO Dat ls niet gemakkelijk te zeggen, want... men is in Melilla en Madrid buitengewoon geheimzinnig. De meeste correspondenten der Spaansche bladen hebben aan hun di recties geseind, dat zij Melilla zullen verlaten, aangezien... de censuur hun toch ioderen arbeid belet. Ook via het buitenland worden we thans niets gewaar, misschien wel, omdat er in de laatste dagen niet ge vochten is. Ook de Spaansche generaal heeft zich later interviewen, maar is voor zichtiger in z'n uitlatingen geweest. Marinas zei, dat het in een oorlog, zooals hij dien te voeren heeft, onmo gelijk is zelfs maar bij benadering te voorspellen, wanneer aan de krijgs verrichtingen een einde zal komen. „Ik heb versterking van Infanterie en vooral van cavalerie gevraagd", zoo vervolgde de generaal, „ten einde de operaties te kunnen voortzetten en deze zijn er op gericht den vijand le dwingen een geregeld gevecht te leve ren. De Mooren echter zijn ervan doordrongen, dat zij dan hot onder spit zullen delven en zij ontwijken het dus. Wij trachten hen dus nu in te sluiten, opdat zij genoodzaakt zullen zijn zich tegen onze overmacht te bre ken als een golf". Veel is hier niet uit op te maken, al leen, dat 't nog wel lang zal duren. DE POLITIEKE STRIJD IN ENGELAND. Minister Winsten Churchill heeft aan een feestmaal (Engelsche stijl) 'n politieke rede gehouden. Z. Excellen tie zei Wanneer het Hoogerhuis de begroo- ling mocht verwerpen, zoo verklaarde de minister, dan zouden de Lords zich schuldig maken aan een schending van de grondwet en dat zij deze op zich zouden durven nemen, achtte de minister zeer onwaarschijnlijk. Zij, die gebruik willen maken van een recht van „veto" zijn blijkbaar volsla gen vreemdelingen in de geschiedenis van Engeland en van de grondwet. Wanneer het Lagerhuis niet meer de uitsluitende contróle over de finan ciën heeft, valt het geheele gebouw der constitutie ineen. Indien de Lords ge bruik mochten maken van een veto recht, dan zouden zij daarmede, als liet ware, te kermen geven, dat zij zich boven de staatswetten plaatsen. En dat kan te minder toegestaan worden, daar do Lords niet door het volk zijn gekozen. Er is nu weer een nieuw element in den strijd gekomen. De regeerings- partij heeft :t voornemen geuit aan Ierland een beperkte zelfregeering te geven, zooiets als Zuid-Afrika nu al heeft. Deze verzekering is zeker van ge wicht voor den aanstaanden verkie zingsstrijd althans, wanneer het zóóver komt l WE MOET IN HONGARIJE REGEEREN Volgens de Neue Freie Presse heeft de Keizer over Frans Kossuth den leider der onafhankelijkheidspartij in Hongarije, die naar de functie van minister-president solliciteert ge zegd „Tegen Kossuth zou ik geen enkel be zwaar hebben, omdat hij de zoon van Lajos Kossuth is. Want hij is een ge matigd staatsman. Maar men kan hem de leiding der zaken niet opdra gen, want zijn wankelmoedigheid is gevaarlijk. Nooit kan Franz Kossuth zijn eigen zin doorzetten, steeds zal hij dat willen doen, wat hem de man voorstelde, die het laatst in zijn ka mer is geweest." De troonopvolger Franz Ferdinand heeft ook z'n meening gezegd. „Een zuiver onafhankelijkheidska binet kan licht een kabinet van een staatsgreep worden. Men kan toch liet lot van het land niet in handen geven van mannen, dio iederen Zon dag voor een onder lvossuth-monu- ment den plechtïgen eed afleggen, de polit'ek van Kossuth d.en vader uit te voeren en die slechts over de keu ze der middelen naar gelang van om standigheden anders denken. Neem eens aan, Kossuth zou met zijn partij aan het bewind komen, wie staat er borg voor, dat de raadgevers der kroon zich niet op een dag tegen de kroon zouden keeren. Bij een troonsverwisseling kan een kabinet der partij van '48 eenvoudig beslui ten, dat het den nieuwen koning slechts dan zal laten kronen, als hij een eed aflegt voor de doorvoering van de volkomen economische en mi litaire scheiding ;of men kan, krach tens een parlementsbesluit de per soonlijke unie afkondigen. Voor zulke mogelijkheden mag de deur niet worden geopend. Kossuth en zijn partij kunnen slechts in samen werking met en gesteund door ver trouwbare staatslieden uit de partij van '67, aan do leiding der staatszor ken deel hebben". INTERNATIONAAL VREDES CONGRES. Hot te Brussel gehouden congres nam een reeks moties aan, en sprak o. a. den wensch uit, te trachten oen internationale hulpkas op te richten, bestemd om spoedig hulp le kunnen bieden aan slachtoffers van niet uit gebreide rampen. Het bureau nam vervolgens een voorstel aan, waarbij in alle vredes- bonden beurzen gesticht worden, wel ker opbrengst zcu strekken ora onge fortuneerde jongelieden naar het bui tenland en naar de vredesconferenties te zenden. Ook nam men een motie aan, waar in de gouvernementen worden uitge- noodigd, de internationale conventie, die gedurende een tijdsverloop van 5 jaren het werpen van ontploffingsmid delen uit stuurballons verbiedt, te vervolledigen en ook tot zweeftuigen uit te strekken. EEN AANSLAG. De directeur van de Zweedsche ex- port-vereeniging Jon 1-lammar ont ving een postpakket, dat bij het ope nen ontplofte. De duim en de wijsvin ger van zijn rechterhand werden ver brijzeld, terwijl hij bovendien nog op andere plaatsen gewond werd. De bom was gewikkeld in een nummer van het jong-sociaiistisch blad „Brand". STAKINGSONLUSTEN. De sardine-visschers van Douarne- nez (.Frankrijk) hebben, nadat bekend was geworden, dat de conservefabri- kanten weigerden hun eischen in te willigen, besloten het werk neder te leggen. Ten getale van 6000 man trok ken zij daarop naar de fabrieken, waar nog vrouwen werkten, om dezen eveneens tot staken over te halen. De prefect en een commissaris van politie, die de menigte tot kalmte aan maanden, werden door de stakers mishandeld, waarop de bereden gen darmerie het volk uiteen trachtte te jagen .De stakers wierpen een barri- kade op en bombardeerden toen de gendarmerie met steenen. In het ge vecht dat daarop ontstond, werden een ritmeester der gendarmen en 15 visschers gewond. De gendarmen moesten ten slotte't veld ruimen. Op bevel van den prefect zijn alle fabrieken door militairen be zet. HET PROCES-FERRER. Zaterdag is het proces tegen Guar- dia Ferrer, oud-directeur der Moder ne School te Barcelona, aangevangen. De zitting van den krijgsraad wordt gehouden in de gevangenis, waar de beklaagde zit opgesloten, en wordt ge leid door den kolonel Aguerrol, bijgc staan door twee kapiteins. Tot verdediger is een kapitein der genie aangewezen. AUTOMOBIELONGELUK TE WARSCHAU. Toen de secretaris van den gene- raal-gouvernenur der stad, Uthoff, een rit per automobiel maakte, ont plofte eensklaps het benzine-reservoir. Uthoff werd licht gekwetst, zijn met gezel en de chauffeur kregen zwaar dere wonden. Een voorbijganger echter werd ge dood, en zes anderen werden gewond, terwijl de automobiel verbrandde. Van de Residentie en baar bewoners. XXV, De treurige geschiedenis met de pa tiëntjes van de Sophiastichtlng is aan leiding geworden tot een strijd in eenige bladen, die doet betreuren, dat de raad, zich van oordeelen te onthou den, totdat de benoemde commissie van deskundigen rapport heeft uitge bracht, niet algemeen opgevolgd is. Nu zoo heel veel stof opvliegt, wat rustig had kunnen blijven liggen en de hoofdquaestie naar den achter grond gedrongen wordt door twistge schrijf over de juistheid van een paar bijkomende beweringen, blijkt toch wel dat de hoer Hoejenbos niet zoo heel verstandig deed de zaak in den gemeenteraad ter sprake te brengen. Voor den naam van de stichting en zeker niet minder voor de betrokken kinderen, is deze voorbarige publica tie hoogst onaangenaam. Had de heer Hoejenbos zich eerst tot B. en W. ge- wcüd, dan was vermoedelijk alles in 't reine gekomen zonder Jan Publiek. De interpellatie was dan op haar tijd geweest, om het haast ondenkbare ge val, dat B. en W. vrager binnenka mers niet voldoende hadden ingelicht. Wethouder de Wilde antwoordde interpellant op een wijze, die niet ge heel vrij te pleiten was van ruwheid en een wienig aan onvolledigheid mangelde, wat aan de eene zijde ten gevolge had, dat de discussie noode- loos verscherpt werd en dus vertroe belde en aan de andere het stille ver moeden deed opkomen, dat het be stuur van de stichting in deze niet geheel vrij uit ging. Juist hierom is het zoo te betreuren, dat de heer Hoe jenbos zijn drang naar de rechtvaar digheid van de publiciteit niet eenigen tijd gematigd heeft. Blijkt na het on derzoek, dat het bestuur van de So phiastichtlng schuld heeft, dan is er nog tijd tot oordeelen te over en is geen oordeel te zwaar. Komt echter het tegenovergestelde uit, dan zou bij binnenkamersche behandeling het vertrouwen in de stichting niet ge schokt, bestuur en geneesheer niet verdachtmaar ook geen propagan da gemaakt zijn. Zooals de zaken thans staan, dient het verslag van de commissie van on derzoek afgewacht, vóór geoordeeld kan worden. Voor de zooveelste maal duiken plannen voor den bouw van een schouwburg op, maar niet van ge meentewege. Na de heldhaftige po ging door den raad gedaan om een ongeschikt stuk grond voor veel geld te koopen, welke poging gelukkig van hoogerhand verijdeld is, sluimeren de gemeentelijke schouwburg-voorne mens. Wat thans hangende is, gaat dan ook van particulieren uit, die op de plaats, waar de magazijnen van de firma Fortman, in de Spuistraat, ge vestigd zijn, een theater willen zetten, waar zoowel tooneel- als operette- voorstellingen gegeven kunnen wor den. Na de ervaring, opgedaan met den, begin van dit jaar voorgenomen, bouw van een zaaltje in de Park straat, zal het verstandig zijn niet aan de verrijzenis van dezen nieuwen kunststempel te gelooven vóór de fun damenten ervan gelegd zijn. In een behoefte zou dit Residentie- theater wel voorzien, want onze vor stelijke stad, waar uitgaan voor zoo heel veel mensohen een eerste levens behoefte is. heeft een tekort aan goe de zalen voor uitvoeringen, dat tel- kenjare meer merkbaar wordt. Onze stadsschouwburg, waar de Fransche Opera speelt, is een oud, vies en naar gebouw, waar menige provinciestad zich voor schamen zou en niet ten onrechte. Dwazer samen stel van trappen, portaaltjes en gan gen zal niet licht gevonden worden alles is er even nauw, van de boven- rangen kan men behalve van de eer ste rij, het tooneel alleen staande zien en het is maar beter niet te den ken aan het gevaar, dat er bij brand zou bestaan. Zelfs op gewone avon den is het voor niet habitués soms lastig de buitenlucht te vinden, hoe zou dat dan moeten gebeuren bij een paniek Daarbij gaan van de vele deuren, die men op zijn tocht naar hoogere regionen doormoet, de meeste alleen naar binnen open. Her haaldelijk zijn reeds verbeteringen aangebracht, en de tegenwoordige in richting schijnt werkelijk rie minst- gevaarlijke ie zijn. Hoe het er dan wel jaren geleden was, kan men zich amper voorstellen. De exploitatie van dezen schouw burg is opgedragen aan een der opera- directeuren, welke alle gezelschappen, die er concurreerend» voorstellingen zouden willen geven, zorgvuldig ul| weert, wat van 's mans rtandpuni wellicht te verdedigen is, maar waar van het publiek min of meer slacht offer wordt, daar die gezelschappen nu aangewezen worden op het „Ge bouw voor Kunsten en Weienschap, pen", dat als concertzaal gebouwd, voor een «enigszins goed verzorgde voorstelling ongeschikt is. Hot aan brengen van décors on het verwisse len geschiedt er niet dan met groote moeite en langzaam, en de enorme grootte van de zaal welke ruim 2600 personen kan bevatten maakt dat het gesproken woord voor de achter- aanzittenden zelfs met moeite niet anders dan gedeeltelijk te verstaan Is. Het uiterlijk van de zaal is er da laatste jaren wel wat beter op ge worden, wat niet verhindert, dat ge zelligheid er nog steeds gebannen blijft. Door het enorme getal zitplaat sen behoort een „volles Haus" er tot de hooge uitzonderingen. Wat de dierentuin voor tooneel- gelegenheid biedt, kan amper dien naam verdienen de accoustiek is er verder zóó slecht, dat alleen de eerste rijen geregeld volgen kunnen. Ver warming, décors en machinerieën bo neden kritiek. 1-Iot Kunstkringzaaltje, gebouwd voor schilderijen-tentoonstellingen, is een pijpenla, waar alles ontbreok. wat in een schouwburg hoorthest tooneel is er met 6 man al meer don vol. Voor kamermuziek-uitvoeringen be zitten we het ,,Diligentia"-gebouw, uitnemend voor dat doel geschikt, maar ook alleen voor dat. Resten de Tlvoii-schouwhurg, waai Zondagsavonds draken met veel doo- den en een „of in den titel worden opgevoerd, hot Feestlokaal Willem- straat en Concordia-Hoogzand, de ge liefkoosde verblijfplaatsen van arbei- derstooneel- en dansvereenigingen. Verdere gebouwen voor publieke vermakelijkheden, de variété's uitge zonderd, zijn er hier niet en voor een goedgelegen schouwburg, die aan re delijke eischen voldoet, fs dus zeker plaats. Voor het zoover is, zullen we nog wel jaren blijven sukkelen. Zoo geeft Royaards Donderdag de „Vroolijke vrouwtjes", met de vele décorverande ringen, in het Gebouw, j'a, zelfs heeft Weingiarlnar op zijn Beethoven- tournée door ons land, in 1907 meen ik, de negende gedirigeerd in de Die rentuinzaal I L'amour est enfant de bohème, daJt heeft de Haagsche dames-schwfirm- bende weer eens bewezen. Van den zomer speelde op een Kun- haus-concert Mischa Elman, de be kende violist. De Kurhauserinnen vonden zijn var- schijning interessant, zijn kop mooi, zijn spel misschien ook en dweepten met den jongen Rus; ik waag het niet het getal fantasiedroomen te schat ten, waarvan Mischa de held was. Hem zien alleen op straat, an het strand, was een zaligheid, hem spre ken extase. De zaal bij zijn optreden overvol, de dames stonden zelfs, genoten, hoewel hij iederen vioolstreek hartjes bij do- zijnen bonsden en kraken; de ovatie, hem aan het slot gebracht, gaat alle beschrijving te boven, Elman was er zelf wat beduusd van. Is het wonder dat een handig im- pressario hem voor een paar wintel- concerten engageerde? Volgens men- schelijke berekening zou heit vol zijn, dagen te voren de plaatsen al Espro ken! Maar dat liep anders. Mischa speel de voor stoelen en banken, zag geen half honderd menschen tegenover zich. Wat de oorzaak was van do on trouw in de dameshartjes? L'amour est un oiseau rcbelle. Cupi do's kind doet in grilligheid niet voor haar vader onder. Mischa was ver drongen door... de Doliarprinzessin! Zijn donkoro oogen, interessante kop wogen niet op tegen de „Ringel- rcihn." Het Gebouw bleek te klein voor de operettelustigen. O Carmen, uw profetie werd weer be waarheid I SINTRAM. Door R. v. Wurmb. 2) Bij den koopman, bij den vleesch- houwer, bij den bakker overal sprak ruen met haar over den gene raal, en toen ze heel toevallig bij den wijnhandelaar kennis maakte mot de vrouw van den commissaris van poli tie, bracht deze dadelijk het gesprek op hem. Heel Paraguarl vond het niet meer dan natuurlijk, dat ze zich moest in teresseeren voor den groolen man, (lie in haar huis had gewoond. De schoolmeester, wien zij om haar dochtertje een bezoek moest brengen, had. hem goed gekend en ook de tuin man, die voor haar tuin zou zorgen, begon dadelijk over hom to spreken. Ze vond dat ook heel natuurlijk, want in een klein nest als Paraguari moest de dood van den generaal een Bensa tie wekkende gebeurtenis van den eersten rang geweest zijn. Hier gebeurde immers anders nooit iets lnen vond het reeds interessant, wan neer de schoenmaker of de kleerma ker, als ze uit de herberg huiswaarts keerden, op den neus waren gevallien. Wat zouden de goede lieden hier ei kaar ook anders vertellen. De couran ten, die dagelijks uit Asuncion kwa men, waren óf democratisch, óf libe raal en er stond altijd hetzelfde In de democraten scholden op de libera len en de liberalen scholden op de de mocraten. De Paraguarijnen schol den mee en noemde dat politiek maar ook de grootste politici vonden het eeuwigdurende schelden ook lang zamerhand vervelend en allen waren blij als er eens een interessant onder werp kwam. Do generaal was nu ongetwijfeld sedert een menschenleeftijd de be langrijkste persoon geweest, die ooit in Paraguari had gewoond en de ge heele stad was daarom trotscli op hem. Men noonide hem „den held van Paraguari" of eenvoudig „onzen Car los", en ofschoon hij weinig met de inwoners had omgegaan, deden toch aUen, alsof hij, hun beste vriend was geweest. En met hoe meer menschen mevrouw Torrnbach in aanraking kwam, des te avontuurlijker geschie denissen hoorde ze van hem. Zonder twijfel was de dappere ge neraal een stoutmoedig man geweest, maar de goede lieden hier logen zoo onbeschaamd mogelijk, alleen om recht met hem te kunnen pronken en maakten van hem een held als Ro land, een politicus als Mazarin en een veldheer Ms Moltke. Mevrouw Torrnbach vond het hoe langer hoe onaangenamer, als men over hem sprak, ze werd er sedert lang telkens akelig van. Het wa#en meestal bloedige verhalen, die ze le hooren kreeg en die haar volstrekt niet bevielen. In een der revolutie-oorlogen moest hij eens dertig vijandelijke soldaten hobben doodgestoken, in een andere alleen een vijandelijke batterij heb ben veroverd. Dan had hij eens, toen hij vluchtte, zes paarden doodgereden, later den veerman, die hem bij nacht over de La Plata zette, doodgeschoten, opdat hij hem niet zou kunnen verra den. En zoo ging het verder, altijd geweld, moord. list. Haar gemoed kwam er tegen in op stand, deze verhalen pijnigden haar en ze was dikwijls te moede, alsof de generaal er nog was en haar vervolg de. Zij echter was hier om in vrede haar dochtertje op te voeden, en deze doode scheen zich voorgenomen te hebben haar het verblijf in zijn voor malige woning onmogelijk te maken. Op zekeren avond vroeg haar doch tertje, nadat ze mama goeden nacht had gekust: Moedertje, vertel me eens, was de generaal een goed of een slecht man Sancha heeft m!1 veel van hem verteld. Mevrouw Torrnbach schrikte on deed de oude Sancha de bitterste ver wijten. Daarop nam ze zich voor het kwaad met wortel en tak uit te roei en. Den volgenden dag ging ze naar haar verhuurder en deelde hem mede, dat zo dadelijk ging verhuizenwant in zijn huis in de Calle Liberstad kon men niet rustig wonen. En waarom had hij voor haar toch de verschrikke lijke tragedie geheim gehouden Waarom Hij lachte bij de vraag en zei, dat hij niet verplicht was ge weest haar griezelige geschiedenissen te vertéllen. Ze moest maar bed aard blijven wonen. Overigens was de ge neraal een onberispelijk man van eer geweest en ieder moest het zich tot een eer rekenen in de woning te mo gen leven, waar hij zijn roemrijk be staan had geëindigd. Mevrouw Torrnbach had geeu lust om met den man ruzie te maken het was een veehandelaar en dat zijn in Zuid-Amerika ruwe menschen. Blijkbaar was hij blij, dat de wo ning niet leeg stond, en zou hij alle middelen in het werk stellen om haar te dwingen door te betalen. En dat Juist wilde ze niet, want volgens haar meening was het huurcontract niet meer geldig. Men kon toch van nie mand verlangen, dat hij ging wonen In een kamer, waarin zich kort te vo ren een ander had doodgeschoten. Ze dreigde dus inet den commissa ris van poliiie, maar de veehandelaar haalde eenvoudig de schouders op. Nu werd ze boos en voerde haar be dreiging dadelijk uit. Don Juan Perez, de opperste macht hebber in Paraguari, luisterde wel willend naar haar, rookte daarbij zijn sigarette, en zei eindelijk Senora, mijn peetvader don Pe dro had u weliswaar moeten vertellen wat er in uw huis gebeurd is, maar gij hebt niet het recht het huurcon tract daarom te verbreken. Verlaat ge de woning, dan moet ge een jaar huur betalen, want zoo lang loopt uw contract. Weliswaar verzette zich haar rechts gevoel daartegen, maar ze begreep don Juan volkomen. Ja als de veehan delaar zijn peet was, zou hij wel nooit kunnen inzien, dat het recht aan haar zijde was, want het peetschap wordt in Paraguari beschouwd als bloed verwantschap. In den loop van liet gesprek bleek ook nog, dat de rechter zijn zwager en de postdirecteur zijn neef was. Alle menschen van beteekenis schenen hier met elkander verwant le zijnalleen zij was een vreemde. Zuchtend ging ze heen, nadat de commissaris haar hee Iwat van den generaal verteld had. want hii. het hoofd der politie. was natuurlijk volkomen met het ge val op de hoogte, nog nauwkeuriger dan alle anderen. Om bedaard le kunnen nadenken, maakte ze een omweg on ging in een boog om het stadje heen Maar het nadenken hielp haar niet veel. Ais ze verhuisde, moest ze de oude woning blijven doorbetalen on de nieuwe er bij, en dat kon haar beurs niet lijden. Er bleef haar dus niets anders over dan te blijven wonen en te trachten het bloedige verleden zoo goed moge lijk te vergeteB. Daar stond ze plotseling voor het kerkhof, zooals ze in Asuncion inden laatsten tijd eiken dag had gedaan. Zij ging tusschen de rijen gruven door en dacht aan haar man, en hoe dia hier stil en vredig zou rusten, voel beter dan op het kerkhof te Asuncion, waar het toe ging als op een jaar markt, waar op de graven langs net pad koopvrouwen zaten, die kransen, honigkoeken, limonade of sigaretten te koop aanboden en daarbij met een huilerige stem dooüoniiedergn zon gen. Daar kwam ze bij een doodgraver die een graf groef. (Wordt vervolgd)..

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5