HAARLEM'S DAGBLAD.
Ssltenlandsch Overzicht
FEUILLETON
De Generaal.
De recMsverhouding tusschen
echtgenooten.
Dit schijnt geen aangenaam onder
werp van behandeling. In den laat-
sten tijd werden echter zoovele vra
gen daarover tot ons gericht, die wij
op den duur toch niet alle zouden
kunnen beantwoorden, dat hot ons
geraden toescheen eens eone schets te
geven van de wijze waarop onze wet
lie verhouding tusschen echtgenooten
regelt.
Natuurlijk hebben de regelen dor
Wet alleen waarde, wanneer de ver
houding tusschen de echtgenooten te
wenschen overlaat Uit een zedelijk
oogpunt mag dat niet zoo zijn; maar
wij hebben slechts rekening te hou
den met de werkelijkheid.
Wij zullen ons bepalen tot do meest
voorkomende gevallen on gaan uit
van de onderstelling dat de echtge
nooten, wat in de volksklassen alge
meen gebruikelijk is, in gemeenschap
aan goederen zijn gehuwd.
Van die gemeenschap is de man het
hoofd, zooals hij ook het hoofd der
echtvereeniging is en daarom kan de
vrouw in 't algemeen niet zelfstandig
handelen, onaar behoeft den bijstand
of do machtiging van den man.
I-Iet zou echter in de praktijk niet
opgaan, zulks te willen toepassen op
elke kleine verrichting van den
Yneest gewonen aard. Als de vrouw ln-
koopen doet, welke betrekking heb
ben op de gewone en dag&lijksche uit
gaven der huishouding, dan wordt
verondersteld dat de man het goed
Vindt, en als er geen betaling plaats
heeft kan de winkelier den man aan
spreken om betaling, want op de
vrouw heeft hij geen verhaal. De win
kelier moet dus zelf beoordeelen in
hoeverre van gewone en dagelijksche
uitgaven der huishouding sprake Is.
Is dat min of meer dubieus en kent
hij zijn begunstigers niet voldoende,
dan ia een weinig voorzichtigheid go-
wenscht.
Sommige gehuwde vrouwen oefe
nen den eenen of anderen tak van
handel uit, ten einde op die wijze de
inkomsten van het gezin te vermeer
deren. Ook hier zou het niet mogelijk
wezeu om hij alle afzonderlijke ver
richtingen: inkoopen, verkoopen, ont-
vangsten en uitgaven, van de bewil
liging van den man te doen blijken;
en daarom wordt ook hier eenvoudig
aangenomen, dat de man zijn toe
stemming verleende. Voor de verbinte
nissen der vrouw zijn dus ook in dit
geval de goederen der gemeenschap
verbonden en die iets te vorderen
heeft kan den man tot betaling aan
spreken. Ziet deze in de koopman
schap der vrouw bezwaar, dan kan
hij zijn toestemming intrekken en
imoet hij dat openlijk bekend maken,
Van dat oogenblik af kunnen zij die
met de vtouw gehandeld hebben geen
verhaal meer zoeken.
liet feit dat de man beheerder der
gemeenschap is, heeft ten gevolge,
dat hij met de goederen dier ge
meenschap kan doen wat hij wil; een
i>eginsel dat in de praktijk wel eens
tot moeilijkheden en onbillijkheden
aanleiding heeft gegeven. Vandaar,
dat de wetgever er in lateren tijd op
Uit is geweest om de vrouw eenige
meerdere zelfstandigheid te geven. Zij
!heeft op enkele punten meer zeggens
kracht verkregen.
De gehuwde vrouw had vroeger ook
geen beschikking over het door baar
zelfstandig verdiende loon; moor de
«oogenaamde wet op het Arbeidscon
tract heeft daarin verandering ge
bracht. Die wet bepaalt, dat de
.vrouw geacht wordt de bewilliging
van den man te hebben bekomen tot
het aangaan van arbeidscontracten.
Zij kan daarom zelfstandig haar loon
ontvangen en daarvoor kwijting ge
ven. Nu behoort natuurlijk het loon
niet aan haar alleen; want alles wat
van weerskanten inkomt behoort tot
de gemeenschap; maar de vrouw kan
in dit geval over heit door haar ver
diende ten bate van het gezin be
schikken. Wij zien hier dus een ge
val, waarin de vrouw een deel van
de goederen der gemeenschap be
heert.
Ook nog in een ander geval kan do
vrouw zelfstandig handelen; name
lijk wanneer zij kans ziet om wat te
sparen. Volgens de wet op de Rijks
postspaarbank kan zij namelijk, zon
der dat zij den bijstand van haren
man noodig heeft, geld op die spaar
bank beleggen. Het boekje wordt dan
ook op haar naam gesteld en aan
haar, met wilsuiting van haren man,
geschiedt terugbetaling van hetgeen
zij op het boekje te vorderen heeft.
Ook hier moeten wij opmerken dat
het geen door de vrouw op die wijze
wordt gespaard, toch altijd blijft be-
hooren tot de gemeenschap van goe
deren in welke zij met haren man
is gehuwd; maar door de bepalingen
der wet kan de vtouw het gezin om
zoo te zeggen verzekeren en er zorg
voor dragen, dat, in tijden van tegen
spoed, iets beschikbaar is; terwijl ha
re spaarpenningen anders allicht voor
hot gezin zouden zijn verloren ge
gaan.
Het is ie voorzien dat, bij eventuee-
le wetsherzieningen nog wel meer be
palingen in dien geest zullen worden
gemaakt. Voor 't tegenwoordige zijn
do rechten der gehuwde vrouw nog
wel zeer beperkt, maar men bedenke
dat,, waar de verhouding der echtge
nooten is zooals de wetgever zich die
gedacht heeft, aan bepalingen tot spe
ciale bescherming der vrouw weinig
behoefte bestaat, terwijl in het omge
keerde geval die bepalingen toch wei
nig baten.
Intusschen is er in latetren tijd In
de positie der vrouw voor de wet vrij
wat verandering en verbetering geko
men, vooral bij de zoogenaamde kin
derwetten, die wij hier nu echter, om
hare uitgebreidheid niet kunnen
schetsen.
Al kan de gehuwde vtouw geene
verbintenissen aangaan, welke van
invloed zouden kunnen zijn op den
vermogenstoestand der echtgenooten,
daarbuiten is zij vrij. Wanneer, om
oen voorbeeld te noemen, do statuten
eener vereeniging gehuwde vrouwen
zelfstandig als lid toelaten, dan zou
do man aan geene enkele wetsbepa
ling de bevoegdheid ontleenen om de
verkrijging van het lidmaatschap
door zijne vrouw te beletten. Voor
beelden van dien aard zijn ex meer.
De macht van den man strekt zich, in
't algemeen gesproken uit over alle
vermogenstoestanden behoudens
de door ons besproken uitzonderingen,
die nog mot zeer enkele, meetr zeld
zaam voorkomende, zouden kunnen
worden vermeerderd maar de per
soonlijke stelling der vrouw laat die
macht tamelijk onaangeroerd.
W.
EEN GENERAAL, DIE TE VEEL
GEZEGD HEEFT.
Generaal d'Amade heeft een jaartje
geleden voor Frankrijk de zaken in
Marokko geregeld. Hij kent dus 't
land en de toestanden in Noord-Afrl-
ka, kent de Mooren, kent de Span
jaardenGeen wonder, dat er een
Matln-redacteur op uitging) om dezen
autoriteit te Interviewen l
D'Amade zei vee 1, maar 't voor
naamste is, dat Frankrijk z. i. tus
schen beide moet komen, want dat
de Spaansche roofpolitiek voor de
Franschen wel eens gevaarlijk kan
worden.
Enorme verontwaardiging over het
oordeel van den generaal 1 De diplo
matie in Parijs zat dadelijk met de
zaak verlegen, want het interview
was voor Spanje zeer hatelijk.
Z. Excellentie Pichon, de minister
van buitenlandsche zaken, liet zich
oen-twee-drie door een jokurnalist uit-
hooren en zei
„Mocht het blijken, dat generaal
d'Amade zich op de wijze heeft uitge
laten ais gemeld werd, dan zaï hij
streng gestraft worden. Er mag niet
worden geduld, dat een officier, hoe
bekwaam hij overigens ook zij en al
heeft hij aan het vaderland nog zulke
groote diensten bwezen, zich op zulk
een wijze in de politiek mengt. Wat
de generaal heeft gezegd is bovendien
nog onjuist. Spanje zet voor eigen re
kening en gevaar, zijn actie voort in
een bij overeenkomsten nauwkeurig
begrensde sfeer en het heeft ons do
formeele verzekering gegeven, de be
palingen van de Algeciras-akte in alle
opzichten te zullen eerbiedigen".
Na deze verklaring van den minis
ter, was 't vonnis over d'Amade ge
veld. 't Onderzoek wees uit, dat de
generaal inderdaad zoo loslippig was
geweest. Toen heeft de rogeering da
delijk besloten d'Amade op fioitfhfli-
viteit te stellen.
Frankrijk's vriendschappelijke hou
ding tegenover Spanje is dus gered.
Ook heeft 't gebeurde bewezen, dat
men oen goed generaal kan zijn on
toch een slecht diplomaat.
Evenzoo de waarheid van 't spreek
woord spreken is zilver, maar zwij
gen is goud.
Nu d'Amade toch op non-activiteit
gesteld is, kan hij nog wel wat duide
lijker spreken.
Hij acht 't noodig, dat Frankrijk
tusschen beide treedt.
Waar
Hoe
Tegen wien
Tegen Spanje of legen de Rifstam-
men, of tegen den Sultan
HOE MAKEN DE SPANJAARDEN
HET IN MAROKKO
Dat ls niet gemakkelijk te zeggen,
want... men is in Melilla en Madrid
buitengewoon geheimzinnig.
De meeste correspondenten der
Spaansche bladen hebben aan hun di
recties geseind, dat zij Melilla zullen
verlaten, aangezien... de censuur hun
toch ioderen arbeid belet.
Ook via het buitenland worden we
thans niets gewaar, misschien wel,
omdat er in de laatste dagen niet ge
vochten is.
Ook de Spaansche generaal heeft
zich later interviewen, maar is voor
zichtiger in z'n uitlatingen geweest.
Marinas zei, dat het in een oorlog,
zooals hij dien te voeren heeft, onmo
gelijk is zelfs maar bij benadering te
voorspellen, wanneer aan de krijgs
verrichtingen een einde zal komen.
„Ik heb versterking van Infanterie
en vooral van cavalerie gevraagd",
zoo vervolgde de generaal, „ten einde
de operaties te kunnen voortzetten en
deze zijn er op gericht den vijand le
dwingen een geregeld gevecht te leve
ren. De Mooren echter zijn ervan
doordrongen, dat zij dan hot onder
spit zullen delven en zij ontwijken het
dus. Wij trachten hen dus nu in te
sluiten, opdat zij genoodzaakt zullen
zijn zich tegen onze overmacht te bre
ken als een golf".
Veel is hier niet uit op te maken, al
leen, dat 't nog wel lang zal duren.
DE POLITIEKE STRIJD IN
ENGELAND.
Minister Winsten Churchill heeft
aan een feestmaal (Engelsche stijl) 'n
politieke rede gehouden. Z. Excellen
tie zei
Wanneer het Hoogerhuis de begroo-
ling mocht verwerpen, zoo verklaarde
de minister, dan zouden de Lords zich
schuldig maken aan een schending
van de grondwet en dat zij deze op
zich zouden durven nemen, achtte de
minister zeer onwaarschijnlijk. Zij,
die gebruik willen maken van een
recht van „veto" zijn blijkbaar volsla
gen vreemdelingen in de geschiedenis
van Engeland en van de grondwet.
Wanneer het Lagerhuis niet meer
de uitsluitende contróle over de finan
ciën heeft, valt het geheele gebouw der
constitutie ineen. Indien de Lords ge
bruik mochten maken van een veto
recht, dan zouden zij daarmede, als
liet ware, te kermen geven, dat zij zich
boven de staatswetten plaatsen. En
dat kan te minder toegestaan worden,
daar do Lords niet door het volk zijn
gekozen.
Er is nu weer een nieuw element in
den strijd gekomen. De regeerings-
partij heeft :t voornemen geuit aan
Ierland een beperkte zelfregeering te
geven, zooiets als Zuid-Afrika nu al
heeft.
Deze verzekering is zeker van ge
wicht voor den aanstaanden verkie
zingsstrijd althans, wanneer het
zóóver komt l
WE MOET IN HONGARIJE
REGEEREN
Volgens de Neue Freie Presse heeft
de Keizer over Frans Kossuth den
leider der onafhankelijkheidspartij in
Hongarije, die naar de functie van
minister-president solliciteert ge
zegd
„Tegen Kossuth zou ik geen enkel be
zwaar hebben, omdat hij de zoon van
Lajos Kossuth is. Want hij is een ge
matigd staatsman. Maar men kan
hem de leiding der zaken niet opdra
gen, want zijn wankelmoedigheid is
gevaarlijk. Nooit kan Franz Kossuth
zijn eigen zin doorzetten, steeds zal
hij dat willen doen, wat hem de man
voorstelde, die het laatst in zijn ka
mer is geweest."
De troonopvolger Franz Ferdinand
heeft ook z'n meening gezegd.
„Een zuiver onafhankelijkheidska
binet kan licht een kabinet van een
staatsgreep worden. Men kan toch
liet lot van het land niet in handen
geven van mannen, dio iederen Zon
dag voor een onder lvossuth-monu-
ment den plechtïgen eed afleggen, de
polit'ek van Kossuth d.en vader uit te
voeren en die slechts over de keu
ze der middelen naar gelang van om
standigheden anders denken.
Neem eens aan, Kossuth zou met
zijn partij aan het bewind komen, wie
staat er borg voor, dat de raadgevers
der kroon zich niet op een dag tegen
de kroon zouden keeren. Bij een
troonsverwisseling kan een kabinet
der partij van '48 eenvoudig beslui
ten, dat het den nieuwen koning
slechts dan zal laten kronen, als hij
een eed aflegt voor de doorvoering
van de volkomen economische en mi
litaire scheiding ;of men kan, krach
tens een parlementsbesluit de per
soonlijke unie afkondigen.
Voor zulke mogelijkheden mag de
deur niet worden geopend. Kossuth en
zijn partij kunnen slechts in samen
werking met en gesteund door ver
trouwbare staatslieden uit de partij
van '67, aan do leiding der staatszor
ken deel hebben".
INTERNATIONAAL VREDES
CONGRES.
Hot te Brussel gehouden congres
nam een reeks moties aan, en sprak
o. a. den wensch uit, te trachten oen
internationale hulpkas op te richten,
bestemd om spoedig hulp le kunnen
bieden aan slachtoffers van niet uit
gebreide rampen.
Het bureau nam vervolgens een
voorstel aan, waarbij in alle vredes-
bonden beurzen gesticht worden, wel
ker opbrengst zcu strekken ora onge
fortuneerde jongelieden naar het bui
tenland en naar de vredesconferenties
te zenden.
Ook nam men een motie aan, waar
in de gouvernementen worden uitge-
noodigd, de internationale conventie,
die gedurende een tijdsverloop van 5
jaren het werpen van ontploffingsmid
delen uit stuurballons verbiedt, te
vervolledigen en ook tot zweeftuigen
uit te strekken.
EEN AANSLAG.
De directeur van de Zweedsche ex-
port-vereeniging Jon 1-lammar ont
ving een postpakket, dat bij het ope
nen ontplofte. De duim en de wijsvin
ger van zijn rechterhand werden ver
brijzeld, terwijl hij bovendien nog op
andere plaatsen gewond werd. De
bom was gewikkeld in een nummer
van het jong-sociaiistisch blad
„Brand".
STAKINGSONLUSTEN.
De sardine-visschers van Douarne-
nez (.Frankrijk) hebben, nadat bekend
was geworden, dat de conservefabri-
kanten weigerden hun eischen in te
willigen, besloten het werk neder te
leggen. Ten getale van 6000 man trok
ken zij daarop naar de fabrieken,
waar nog vrouwen werkten, om dezen
eveneens tot staken over te halen.
De prefect en een commissaris van
politie, die de menigte tot kalmte aan
maanden, werden door de stakers
mishandeld, waarop de bereden gen
darmerie het volk uiteen trachtte te
jagen .De stakers wierpen een barri-
kade op en bombardeerden toen de
gendarmerie met steenen. In het ge
vecht dat daarop ontstond, werden
een ritmeester der gendarmen en 15
visschers gewond.
De gendarmen moesten ten slotte't
veld ruimen. Op bevel van den prefect
zijn alle fabrieken door militairen be
zet.
HET PROCES-FERRER.
Zaterdag is het proces tegen Guar-
dia Ferrer, oud-directeur der Moder
ne School te Barcelona, aangevangen.
De zitting van den krijgsraad wordt
gehouden in de gevangenis, waar de
beklaagde zit opgesloten, en wordt ge
leid door den kolonel Aguerrol, bijgc
staan door twee kapiteins.
Tot verdediger is een kapitein der
genie aangewezen.
AUTOMOBIELONGELUK TE
WARSCHAU.
Toen de secretaris van den gene-
raal-gouvernenur der stad, Uthoff,
een rit per automobiel maakte, ont
plofte eensklaps het benzine-reservoir.
Uthoff werd licht gekwetst, zijn met
gezel en de chauffeur kregen zwaar
dere wonden.
Een voorbijganger echter werd ge
dood, en zes anderen werden gewond,
terwijl de automobiel verbrandde.
Van de Residentie en baar
bewoners.
XXV,
De treurige geschiedenis met de pa
tiëntjes van de Sophiastichtlng is aan
leiding geworden tot een strijd in
eenige bladen, die doet betreuren, dat
de raad, zich van oordeelen te onthou
den, totdat de benoemde commissie
van deskundigen rapport heeft uitge
bracht, niet algemeen opgevolgd is.
Nu zoo heel veel stof opvliegt, wat
rustig had kunnen blijven liggen en
de hoofdquaestie naar den achter
grond gedrongen wordt door twistge
schrijf over de juistheid van een paar
bijkomende beweringen, blijkt toch
wel dat de hoer Hoejenbos niet zoo
heel verstandig deed de zaak in den
gemeenteraad ter sprake te brengen.
Voor den naam van de stichting en
zeker niet minder voor de betrokken
kinderen, is deze voorbarige publica
tie hoogst onaangenaam. Had de heer
Hoejenbos zich eerst tot B. en W. ge-
wcüd, dan was vermoedelijk alles in
't reine gekomen zonder Jan Publiek.
De interpellatie was dan op haar tijd
geweest, om het haast ondenkbare ge
val, dat B. en W. vrager binnenka
mers niet voldoende hadden ingelicht.
Wethouder de Wilde antwoordde
interpellant op een wijze, die niet ge
heel vrij te pleiten was van ruwheid
en een wienig aan onvolledigheid
mangelde, wat aan de eene zijde ten
gevolge had, dat de discussie noode-
loos verscherpt werd en dus vertroe
belde en aan de andere het stille ver
moeden deed opkomen, dat het be
stuur van de stichting in deze niet
geheel vrij uit ging. Juist hierom is
het zoo te betreuren, dat de heer Hoe
jenbos zijn drang naar de rechtvaar
digheid van de publiciteit niet eenigen
tijd gematigd heeft. Blijkt na het on
derzoek, dat het bestuur van de So
phiastichtlng schuld heeft, dan is er
nog tijd tot oordeelen te over en is
geen oordeel te zwaar. Komt echter
het tegenovergestelde uit, dan zou bij
binnenkamersche behandeling het
vertrouwen in de stichting niet ge
schokt, bestuur en geneesheer niet
verdachtmaar ook geen propagan
da gemaakt zijn.
Zooals de zaken thans staan, dient
het verslag van de commissie van on
derzoek afgewacht, vóór geoordeeld
kan worden.
Voor de zooveelste maal duiken
plannen voor den bouw van een
schouwburg op, maar niet van ge
meentewege. Na de heldhaftige po
ging door den raad gedaan om een
ongeschikt stuk grond voor veel geld
te koopen, welke poging gelukkig van
hoogerhand verijdeld is, sluimeren de
gemeentelijke schouwburg-voorne
mens. Wat thans hangende is, gaat
dan ook van particulieren uit, die op
de plaats, waar de magazijnen van de
firma Fortman, in de Spuistraat, ge
vestigd zijn, een theater willen zetten,
waar zoowel tooneel- als operette-
voorstellingen gegeven kunnen wor
den.
Na de ervaring, opgedaan met den,
begin van dit jaar voorgenomen,
bouw van een zaaltje in de Park
straat, zal het verstandig zijn niet aan
de verrijzenis van dezen nieuwen
kunststempel te gelooven vóór de fun
damenten ervan gelegd zijn.
In een behoefte zou dit Residentie-
theater wel voorzien, want onze vor
stelijke stad, waar uitgaan voor zoo
heel veel mensohen een eerste levens
behoefte is. heeft een tekort aan goe
de zalen voor uitvoeringen, dat tel-
kenjare meer merkbaar wordt.
Onze stadsschouwburg, waar de
Fransche Opera speelt, is een oud,
vies en naar gebouw, waar menige
provinciestad zich voor schamen zou
en niet ten onrechte. Dwazer samen
stel van trappen, portaaltjes en gan
gen zal niet licht gevonden worden
alles is er even nauw, van de boven-
rangen kan men behalve van de eer
ste rij, het tooneel alleen staande
zien en het is maar beter niet te den
ken aan het gevaar, dat er bij brand
zou bestaan. Zelfs op gewone avon
den is het voor niet habitués soms
lastig de buitenlucht te vinden, hoe
zou dat dan moeten gebeuren bij
een paniek Daarbij gaan van de
vele deuren, die men op zijn tocht
naar hoogere regionen doormoet, de
meeste alleen naar binnen open. Her
haaldelijk zijn reeds verbeteringen
aangebracht, en de tegenwoordige in
richting schijnt werkelijk rie minst-
gevaarlijke ie zijn. Hoe het er dan
wel jaren geleden was, kan men zich
amper voorstellen.
De exploitatie van dezen schouw
burg is opgedragen aan een der opera-
directeuren, welke alle gezelschappen,
die er concurreerend» voorstellingen
zouden willen geven, zorgvuldig ul|
weert, wat van 's mans rtandpuni
wellicht te verdedigen is, maar waar
van het publiek min of meer slacht
offer wordt, daar die gezelschappen
nu aangewezen worden op het „Ge
bouw voor Kunsten en Weienschap,
pen", dat als concertzaal gebouwd,
voor een «enigszins goed verzorgde
voorstelling ongeschikt is. Hot aan
brengen van décors on het verwisse
len geschiedt er niet dan met groote
moeite en langzaam, en de enorme
grootte van de zaal welke ruim 2600
personen kan bevatten maakt dat
het gesproken woord voor de achter-
aanzittenden zelfs met moeite niet
anders dan gedeeltelijk te verstaan
Is.
Het uiterlijk van de zaal is er da
laatste jaren wel wat beter op ge
worden, wat niet verhindert, dat ge
zelligheid er nog steeds gebannen
blijft. Door het enorme getal zitplaat
sen behoort een „volles Haus" er tot
de hooge uitzonderingen.
Wat de dierentuin voor tooneel-
gelegenheid biedt, kan amper dien
naam verdienen de accoustiek is er
verder zóó slecht, dat alleen de eerste
rijen geregeld volgen kunnen. Ver
warming, décors en machinerieën bo
neden kritiek.
1-Iot Kunstkringzaaltje, gebouwd
voor schilderijen-tentoonstellingen, is
een pijpenla, waar alles ontbreok.
wat in een schouwburg hoorthest
tooneel is er met 6 man al meer don
vol.
Voor kamermuziek-uitvoeringen be
zitten we het ,,Diligentia"-gebouw,
uitnemend voor dat doel geschikt,
maar ook alleen voor dat.
Resten de Tlvoii-schouwhurg, waai
Zondagsavonds draken met veel doo-
den en een „of in den titel worden
opgevoerd, hot Feestlokaal Willem-
straat en Concordia-Hoogzand, de ge
liefkoosde verblijfplaatsen van arbei-
derstooneel- en dansvereenigingen.
Verdere gebouwen voor publieke
vermakelijkheden, de variété's uitge
zonderd, zijn er hier niet en voor een
goedgelegen schouwburg, die aan re
delijke eischen voldoet, fs dus zeker
plaats.
Voor het zoover is, zullen we nog
wel jaren blijven sukkelen. Zoo geeft
Royaards Donderdag de „Vroolijke
vrouwtjes", met de vele décorverande
ringen, in het Gebouw, j'a, zelfs
heeft Weingiarlnar op zijn Beethoven-
tournée door ons land, in 1907 meen
ik, de negende gedirigeerd in de Die
rentuinzaal I
L'amour est enfant de bohème, daJt
heeft de Haagsche dames-schwfirm-
bende weer eens bewezen.
Van den zomer speelde op een Kun-
haus-concert Mischa Elman, de be
kende violist.
De Kurhauserinnen vonden zijn var-
schijning interessant, zijn kop mooi,
zijn spel misschien ook en dweepten
met den jongen Rus; ik waag het niet
het getal fantasiedroomen te schat
ten, waarvan Mischa de held was.
Hem zien alleen op straat, an het
strand, was een zaligheid, hem spre
ken extase.
De zaal bij zijn optreden overvol, de
dames stonden zelfs, genoten, hoewel
hij iederen vioolstreek hartjes bij do-
zijnen bonsden en kraken; de ovatie,
hem aan het slot gebracht, gaat alle
beschrijving te boven, Elman was er
zelf wat beduusd van.
Is het wonder dat een handig im-
pressario hem voor een paar wintel-
concerten engageerde? Volgens men-
schelijke berekening zou heit vol zijn,
dagen te voren de plaatsen al Espro
ken!
Maar dat liep anders. Mischa speel
de voor stoelen en banken, zag geen
half honderd menschen tegenover
zich. Wat de oorzaak was van do on
trouw in de dameshartjes?
L'amour est un oiseau rcbelle. Cupi
do's kind doet in grilligheid niet voor
haar vader onder. Mischa was ver
drongen door... de Doliarprinzessin!
Zijn donkoro oogen, interessante
kop wogen niet op tegen de „Ringel-
rcihn."
Het Gebouw bleek te klein voor de
operettelustigen.
O Carmen, uw profetie werd weer
be waarheid I
SINTRAM.
Door R. v. Wurmb.
2)
Bij den koopman, bij den vleesch-
houwer, bij den bakker overal
sprak ruen met haar over den gene
raal, en toen ze heel toevallig bij den
wijnhandelaar kennis maakte mot de
vrouw van den commissaris van poli
tie, bracht deze dadelijk het gesprek
op hem.
Heel Paraguarl vond het niet meer
dan natuurlijk, dat ze zich moest in
teresseeren voor den groolen man,
(lie in haar huis had gewoond.
De schoolmeester, wien zij om haar
dochtertje een bezoek moest brengen,
had. hem goed gekend en ook de tuin
man, die voor haar tuin zou zorgen,
begon dadelijk over hom to spreken.
Ze vond dat ook heel natuurlijk,
want in een klein nest als Paraguari
moest de dood van den generaal een
Bensa tie wekkende gebeurtenis van
den eersten rang geweest zijn. Hier
gebeurde immers anders nooit iets
lnen vond het reeds interessant, wan
neer de schoenmaker of de kleerma
ker, als ze uit de herberg huiswaarts
keerden, op den neus waren gevallien.
Wat zouden de goede lieden hier ei
kaar ook anders vertellen. De couran
ten, die dagelijks uit Asuncion kwa
men, waren óf democratisch, óf libe
raal en er stond altijd hetzelfde In
de democraten scholden op de libera
len en de liberalen scholden op de de
mocraten. De Paraguarijnen schol
den mee en noemde dat politiek
maar ook de grootste politici vonden
het eeuwigdurende schelden ook lang
zamerhand vervelend en allen waren
blij als er eens een interessant onder
werp kwam.
Do generaal was nu ongetwijfeld
sedert een menschenleeftijd de be
langrijkste persoon geweest, die ooit
in Paraguari had gewoond en de ge
heele stad was daarom trotscli op
hem. Men noonide hem „den held van
Paraguari" of eenvoudig „onzen Car
los", en ofschoon hij weinig met de
inwoners had omgegaan, deden toch
aUen, alsof hij, hun beste vriend was
geweest. En met hoe meer menschen
mevrouw Torrnbach in aanraking
kwam, des te avontuurlijker geschie
denissen hoorde ze van hem.
Zonder twijfel was de dappere ge
neraal een stoutmoedig man geweest,
maar de goede lieden hier logen zoo
onbeschaamd mogelijk, alleen om
recht met hem te kunnen pronken en
maakten van hem een held als Ro
land, een politicus als Mazarin en een
veldheer Ms Moltke.
Mevrouw Torrnbach vond het hoe
langer hoe onaangenamer, als men
over hem sprak, ze werd er sedert
lang telkens akelig van. Het wa#en
meestal bloedige verhalen, die ze le
hooren kreeg en die haar volstrekt
niet bevielen.
In een der revolutie-oorlogen moest
hij eens dertig vijandelijke soldaten
hobben doodgestoken, in een andere
alleen een vijandelijke batterij heb
ben veroverd. Dan had hij eens, toen
hij vluchtte, zes paarden doodgereden,
later den veerman, die hem bij nacht
over de La Plata zette, doodgeschoten,
opdat hij hem niet zou kunnen verra
den. En zoo ging het verder, altijd
geweld, moord. list.
Haar gemoed kwam er tegen in op
stand, deze verhalen pijnigden haar
en ze was dikwijls te moede, alsof de
generaal er nog was en haar vervolg
de. Zij echter was hier om in vrede
haar dochtertje op te voeden, en deze
doode scheen zich voorgenomen te
hebben haar het verblijf in zijn voor
malige woning onmogelijk te maken.
Op zekeren avond vroeg haar doch
tertje, nadat ze mama goeden nacht
had gekust:
Moedertje, vertel me eens, was
de generaal een goed of een slecht
man Sancha heeft m!1 veel van hem
verteld.
Mevrouw Torrnbach schrikte on
deed de oude Sancha de bitterste ver
wijten. Daarop nam ze zich voor het
kwaad met wortel en tak uit te roei
en. Den volgenden dag ging ze naar
haar verhuurder en deelde hem mede,
dat zo dadelijk ging verhuizenwant
in zijn huis in de Calle Liberstad kon
men niet rustig wonen. En waarom
had hij voor haar toch de verschrikke
lijke tragedie geheim gehouden
Waarom Hij lachte bij de vraag en
zei, dat hij niet verplicht was ge
weest haar griezelige geschiedenissen
te vertéllen. Ze moest maar bed aard
blijven wonen. Overigens was de ge
neraal een onberispelijk man van eer
geweest en ieder moest het zich tot
een eer rekenen in de woning te mo
gen leven, waar hij zijn roemrijk be
staan had geëindigd.
Mevrouw Torrnbach had geeu lust
om met den man ruzie te maken het
was een veehandelaar en dat zijn in
Zuid-Amerika ruwe menschen.
Blijkbaar was hij blij, dat de wo
ning niet leeg stond, en zou hij alle
middelen in het werk stellen om haar
te dwingen door te betalen. En dat
Juist wilde ze niet, want volgens haar
meening was het huurcontract niet
meer geldig. Men kon toch van nie
mand verlangen, dat hij ging wonen
In een kamer, waarin zich kort te vo
ren een ander had doodgeschoten.
Ze dreigde dus inet den commissa
ris van poliiie, maar de veehandelaar
haalde eenvoudig de schouders op.
Nu werd ze boos en voerde haar be
dreiging dadelijk uit.
Don Juan Perez, de opperste macht
hebber in Paraguari, luisterde wel
willend naar haar, rookte daarbij
zijn sigarette, en zei eindelijk
Senora, mijn peetvader don Pe
dro had u weliswaar moeten vertellen
wat er in uw huis gebeurd is, maar
gij hebt niet het recht het huurcon
tract daarom te verbreken. Verlaat
ge de woning, dan moet ge een jaar
huur betalen, want zoo lang loopt uw
contract.
Weliswaar verzette zich haar rechts
gevoel daartegen, maar ze begreep
don Juan volkomen. Ja als de veehan
delaar zijn peet was, zou hij wel nooit
kunnen inzien, dat het recht aan haar
zijde was, want het peetschap wordt
in Paraguari beschouwd als bloed
verwantschap.
In den loop van liet gesprek bleek
ook nog, dat de rechter zijn zwager en
de postdirecteur zijn neef was. Alle
menschen van beteekenis schenen hier
met elkander verwant le zijnalleen
zij was een vreemde. Zuchtend ging
ze heen, nadat de commissaris haar
hee Iwat van den generaal verteld
had. want hii. het hoofd der politie.
was natuurlijk volkomen met het ge
val op de hoogte, nog nauwkeuriger
dan alle anderen.
Om bedaard le kunnen nadenken,
maakte ze een omweg on ging in een
boog om het stadje heen Maar het
nadenken hielp haar niet veel. Ais ze
verhuisde, moest ze de oude woning
blijven doorbetalen on de nieuwe er
bij, en dat kon haar beurs niet lijden.
Er bleef haar dus niets anders over
dan te blijven wonen en te trachten
het bloedige verleden zoo goed moge
lijk te vergeteB.
Daar stond ze plotseling voor het
kerkhof, zooals ze in Asuncion inden
laatsten tijd eiken dag had gedaan.
Zij ging tusschen de rijen gruven
door en dacht aan haar man, en hoe
dia hier stil en vredig zou rusten, voel
beter dan op het kerkhof te Asuncion,
waar het toe ging als op een jaar
markt, waar op de graven langs net
pad koopvrouwen zaten, die kransen,
honigkoeken, limonade of sigaretten
te koop aanboden en daarbij met een
huilerige stem dooüoniiedergn zon
gen.
Daar kwam ze bij een doodgraver
die een graf groef.
(Wordt vervolgd)..