Verschijnt dagelijks, behalve op Zon» en Feestdagen.
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
Uit de Omstreken
27e Jaargang. No. 8007
DIN8DAG 12 OCTOBER 1909
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER DRIB BAAMDBNl
Voor Haariem1.23
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der
gemeente)1.30
Franco per post door Nederland 1.(3
Afzonderlijke nummers0.02kl
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haariem 037 H
3e omstreken en tranco per post 0.45
CHgava der Venoootacilap tonreas Custer. Blrecfear 1. C. PEE8EE00H.
AD VERTENTIÈNi
/sn 1—5 regels 50 Cts.: Iedere regel 10 Cte. Bulten het ArrondJsiCfflttrt
Haarlem van 1—5 regels ft-elke regel meer fO.ïti Reclames 30 Cent per regel
Bij Abonnement aanzienlijk rabat
Advertentlën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing i
50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant
Redactie ca Administratie: Groote Houtstraat
Intercommunaal Telefoonnnmmer der Redactie 600 es der Adniiiilstratie724.
Drukkerij: Zolder Bcitenspaarns 6. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentlën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem In dit blad is nitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Bultenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA,
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon Intere. 6229.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ZES BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD.
AGENDA
WOENSDAG 13 OCTOBER.
Soc. Vereeniging: Concert Mischa
Elman, 8 uur.
Jansstr. 49: St Elisabeths-Vereeni-
ging: Voorstelling met de Oud-Holl.
poppenkast, 2 en 7 uur.
De Kroon: Voordracht van den Heer
H. Blok over Esperanto, 8 uur.
OM ONS HEEN
No. 1010.
Verkorting van Vacantie.
De leztr zal uit het vorige nummer
van onze courant vernomen hebben,
dat bij de onderwijs-autoriteiten in
overweging is een denkbeeld om de
zomervacantie aan de Hoogere bur
gerscholen met vijf- en driejarigen
cursus, de handelsschool, het gymna
sium en de meisjesschool voor mid
delbaar onderwijs, te verkorten, zoo
dat die niet meer zeven weken zal du
ren, maar een maand, namelijk de
maand Augustus. Als nieuwe vacan
tie zou dan worden ingesteld, een na-
jaarsvacantie van een week, einde Oc
tober of begin November, om de lange
arbeidsperiode van begin September
tot aan de Kerstvacantie wat af te
wisselen.
't Is nog maar een denkbeeld en lang
niet al de onderwijs-autoriteiten heb
ben zich daarover tot dusver uitge
sproken. Juist daarom is het nu de
tijd om eens na te gaan, wat partijen
daarvan denken. We kunnen dezen
verdeelen in twee categorieën, de be
langstellenden en de belanghebben
den. Belangstellenden zijn Burge
meester en Wethouders, de leden van
de Commissie van toezicht, het Colle
ge van curatoren en do inspecteur bij
het middelbaar en gymnasiaal onder
wijs. Belanghebbenden zijn in de eer
ste plaats de leerlingen, dan de leer
aren en vervolgens de ouders. Ter
wijl ik de belangstellenden voorloopig
rustig aan hunne overpeinzingen over
laat, stel ik u voor, na te gaan wat
belanghebbenden wel van het denk
beeld zeggen.
Ik moet evenwel erkennen, dat zich
daarbij al dadelijk een groote moei
lijkheid voordoet. Hoe moet ik het
aanleggen, om de opinie van de leer
lingen te vernemen Zal ik de zeven-
A achthonderd jongens en meisjes in
de groote zaai van de Sociëteit Ver-
ïeniging bij elkaar roepen, ter be
raadslaging, met zooals de ouden
zongen een inleider en daarop vol
gende discussie, een en ander te be
ëindigen door een motie? Eerlijk ge
zegd ontbreekt me daartoe de moed.
Als ik hoor, dat leeraren, in het vak
vergrijsd, doorkneed in de moeilijk
heden verbonden aan de handhaving
der orde in klassen van niet meer
dan een kwart honderd, verlangend
uitzien naar de vacantie om op hun
verhaal te komen van de inspanning,
die daarbij noodig is geweest, dan
durf ik den bruisenden stroom van
zóóveel jeugd niet in éénmaal door de
openslaande deuren van de concert
zaal lokken. Zulk een moed ware roe
keloosheid 1
Maar bovendien, is het wel noodig
naar de opinio van de leerlingen nog
te gaan onderzoeken Weten we niet
bij voorbaat, tot welk besluit zij ko
men zouden Ik herinner me uitspra
ken, lang vóór dezen door enkelingen
over de vacantie gedaan, die ook nu
nog wel als maatstaf kunnen dienen.
De vacantie, verklaarde er een, is de
eenige reden van bestaan van het Mid
delbaar en hooger onderwijs.
Een ander, niet minder beslist,
schreef ter neer, dat alleen door de
ontspanning de inspanning wordt ge
wettigd.
Een derde, door zijn leeraax uitge-
noodigd, om in tvveo volzinnen twee
duidelijke tegenstellingen op te geven,
meende die hierin te hebben gevon
den
De vacantietijd Is prettig, maar
kort.
De werktijd is lang, maar saai-
Was het gebrek aan inzicht of een ze
kere verstoktheid, die hem er toe
bracht het betoog van den leeraar, dat
dit laatste geen zuivere tegenstelling
mocht heeten, als voor hem onbegrij
pelijk af te wijzen Zooveel is zeker,
dat het den leeraar niet aangenamer
te moede werd, toen een andere leer
ling opmerkte, dat dit de zaak niet be
ter maakte.
Inderdaad, het is onnoodig de leer
lingen nog over de zaak te hooren.
Hun antecedenten zijn in dat opzicht
duidelijk genoeg. Ik durf voorspellen,
dat indien ik den moed had hen
ter vergadering bijeen te roepen, de
bijeenkomst eindigen zou met een mo
tie, waarin zij, op allerlei gronden,
de noodzakelijkheid zouden betoogen
om do zomervacantie te laten zooals
die is, maar ten spoedigste, liefst dit
jaar nog, de voorgenomen najaarsva-
cantie in te voeren.
Ik neem dds hierbij afscheid van de
eerste soort der belanghebbenden en
koon tot de tweede, de leeraren en
leeraressen.
Geleerdheid en eenstemmigheid zijn
stiefzusters is wel eens gezegd. Als
dat niet waar was, zou er' over het
onderwijs zooveel strijd niet bestaan.
Maar omtrent de vacantie, zoo ver
nam ik, zijn de geleerden het eens.
Allen voor een en een voor allen. Het
is niet noodig, hen ter vergadering op
to roepen, want zij zijn althans de
leeraren van het middelbaar onder
wijs al vergaderd geweest. Er is
een commissie aangewezen van vier
personen, die eetn rapport zal opma
ken en wanneer ik den euvelen moed
heb, enkele argumenten reeds bij
voorbaat mee te deelen, dan is dat
niet om der commissie het gras voor
de voeten weg te maaien, maar den
bodem voor haar, natuurlijk veel uit
voeriger, betoog te bereiden.
In de eerste plaats, zeggen de leer
aren, zijn wij op zoo'n korte vacantie
niet gekomen, 't Mag dan ook niet in
de aanstelling staan, naar billijkheid
kon gerekend worden op een normale
zomervacantie, zooals die overal be
staat. En mocht dat alleen ook geen
voldoende reden wezen om inkrimping
tegen te houden, een grooter beletsel
zou blijken te zijn, dat bij vacatures
de sollicitanten de voorkeur zouden
geven bij gelijke bezoldiging, aan
plaatsen waar de vacantie milder zou
zijn. Of, om het nog een graad drei
gender uit te drukken de beste krach
ten zouden naar Haarlem niet komen.
Maar er is meer. Wanneer de va
cantie begon met Augustus, zouden
de overgangs-examens in 't einde van
Juli vallen. En daar de eindexamens
worden gehouden van half Juli tot
omstreeks 10 Augustus, zou geen en
kele Haarlemsche leeraar meer zit
ting kunnen hebben in deze of in een
andere examencommissie. Nu komt
dat meermalen voor. Collega's Zuide-
ma, Van der Vegt en De Haan zaten
met den directeur dit jaar in de com
missie voor het eindexamen, collega
Wieringa in de commissie te Amster
dam, collega Sauveur in de commissie
voor de acte-examens voor Fransch,
collega Pauw in die van de Alkmaar-
sche cadettenschool. Mogelijk waren
er meer: j'en passé.et des me il-
1 e u r s 1 (1) Maar om niet den on-
juisten indruk te geven, dat hier al
leen sprake zou wezen van het vuig
gewin, dat bestaat in reiskosten en
zes gulden daags, kan met nadruk ge
vraagd worden, of het voor de jonge
lui van de Haarlemsche school, die
eindexamen moeten doen, gewenscht
zou zijn, dat er geen enkele leeraar
van hun school, in de commissie zit
ting had. Het antwoord zal vanzelf
een krachtig neen moeten wezen
Maar daarmee is de argumenten-
pot, ware doos van Pandora, niet
leeg. Men vindt de vier maanden van
September tot de Kerstvacantie te
long, maar wanneer Paschen vroeg
valt, duurt de werktijd tot 1 Augustus
even lang en daarbij ig dan nog de
tweede helft van Juli, die in een min
der ziekelijken zomer dan van 1909 ge
ducht warm kan zijn.
Taal-leeraren, die uit eigen bewe
ging vacantiecursussen gaan meema
ken in 't buitenland, zullen bij een ver
korte zomervacantie daar niet meer
aan kunnen denken. Het denkbeeld
van den directeur van de handels
school, om leerlingen eenige weken op
kantoren of fabrieken geplaatst te
krijgen, komt te vervallen, want óf
die plaatsing duurt te kort öf er zal
voor de jongens in 't geheel geen va
cantie van kunnen overschieten. Bo
vendien zullen jongens, die met een
paar flinke taken of een tweetal her
examens de vacantie ingaan, die juist
tegen September weer uitkomen, als
wiser but sadder men. (2)
En nu heb ik nog niet eens het ar
gument gebruikt, dat leeraren
leeraressen precies zeven weken, geen
dag minder, noodig hebben om te rus
ten en in staat te zijn bij het herope
nen van den cursus aan de uitbun
digheid der jeugd met frissche kracht
het hoofd te bieden.
Als gevoels-argument, oversausd
met ietwat moeilijk naspeurbare hy
giënische begrippen, bleef dit gerecht
in mijn betoog achterwege.
Hoe de leeraren aan het gymnasium
en de dames van de Middelbare School
voor meisjes erover denken, heb ik
tot heden niet in bijzonderheden ver
nomen. Het lijkt me evenwel, zacht
gezegd, onwaarschijnlijk, dat zij ge
noegen zouden nemen met vier weken,
wanneer de leeraren van de H. B. S.
en handelsschool, staan op zeven
't Doceeren van oude talen moet nog
véél vermoeiender wezen dan van de
moderne, je moet ze zoo diep opha
len, heel van de Grieken en Romeinen
af.
J. C. P.
(1) Ik sla er over en van de beste 1
(2) Verstandiger, maar droeviger.
't Leven van Visschers.
Hl.
De dagtaak was afgeloopen. Het
scheepje lag aan 't anker rustig op de
golven te wiegelen.
Ook de bemanning had rust. De
laatste avondboterham was al in de
maag gewerkt, zoodat men niets meer
te doen had, dan een „piep" te roo-
ken en daarna in „kooi" te kruipen,
om voor den volgenden dag nieuwe
krachten te verzamelen.
De benauwde walm van vier om 't
hardst-dampende pijpen deed me het
roefje ontvluchten, om op het dek nog
een luchtje te happen en van een
sigaar te semieten.
In den kraag van m'n regenjas ge
doken zat ik op de waterton een
andere zitgelegenheid was er niet 1
het natuurschoon te bewonderen.
Het was ook zoo'n heerlijke zomer
avond!
„Ouwe Jaap" kwam me nog een
poosje gezelschap houden. Ons ge
sprek liep over het gevaarlijke van
het zeemans-leven.
Storm is niet de eenigste ramp,
waarmee de visscher te kampen
heeft; ook kou, mist en vorst. Als gij,
lezer, thuis achter de warme kachel
uw courant leest, >s de visscher op
zee, om daar met van kou verkleum
de handen te werken. Wel brandt er
in het roefje een kacheltje, maar de
bezigheden, de zorg Yoor de zeilen,
voor 't roer, voor de netten, voor de
visch, roepen de menschen op het dek,
waar de ijskoude wind vr>i spel heeft.
Nog erger is de vorst. Vooral de
visschers op de Zuiderzee weten daar
van mee te praten I Wanneer het
enkele dagen flink vriest, is dat wa
ter al gauw met drijfijs bezet. Dan
kan niet meer gevischt worden, want
de netten zouden vernield worden.
Daarom naar huis i Maar.... de zee is
vol ijs. De schotsen worden met
kracht tegen het zwakke scheepje ge
slagen en meermalen ontstaat een
lek, dat in het gunstigste geval veel
ongemak veroorzaakt, doch ook wel
eens het zinken van 't schuitje ten
gevolge heeft, zoodat de opvarenden
om het leven komen. Daarom wordt
zooveel mogelijk nog open zee ge
zocht. Onverwacht komt er dan soms
een ijsmassa do schotsen schuiven
op elkaar en vormen dan ijsheuvels
van huizen-hoogte aandrijven en
het scheepje is weer in gevaar...
Komt men eindelijk voor de haven,
dan moet men daar soms uren, of wel
dagen werken, om zich door het op
gekruide ijs een doortocht te banen.
De vrienden aan land trekken aan
touwen, om de scheepjes in de haven
te krijgen. Ook een zwaar en koud
werkje.
Dan is er nog een plaagde mist.
't Kan boven 't water vreeselijk mis
ten, zoodat de dikke grijze dampen elk
uitzicht beJemmeren. Van visschen
kan dan niets komen, en de grootste
zorg is, dat aanvaringen met andere
schepen voorkomen worden, 't Beste
is, veel lawaai op den scheepsroeper
te maken, die dan als misthoorn
dienst doet.
't Visscher zijn is wel een droef be
staan I
En dan de vrouwen en kinderen
ook zij zijn te beklagen. Het huiselijk
leven van den visscher is niet veel,
want altijd moeten vader en zoons
gaan varen nu eens voor dagen, don
voor weken, soms zelfs voor maan
den. De vrouw blijft thuis, om in het
armoedige huisje met de kleintjes op
hun thuiskomst te wachten....
De verdiensten van den visscher
ziin niet veel, en, als de vangst mis
lukt of tegenloopt, is het ook voor de
(huis-blijvenden kommer en gebrek
lijden
Als een storm heeft uitgewoed
en het tegen den tijd loopt, dat vader
zou thuiskomen, gaan moeder en de
kinderen naar het strand, om uit te
kiiken. Ze turen, of er aan den hori
zont een zeil opdoemt, of het nader
komt of 't voder's boot isUren,
dagen van vertwijfeling en bange
onrust 1
Als 't wei-bekende schoepje nader
komt, en de opvarenden al roepen
„alles goed aan boord 1", d&n 's de
vrouw gelukkig. Maar, hoe vaak ge
beurt 't niet, dat na dagen en weken
nog niets gekomen is. Eindelijk
spoelt wrakhout aan, ze herkent het
als van hun scheepje de vrouw is
weduwe, de kinderen zijn weezen
En toch, al is 't zeker, dat het scheep
je vergaan is, toch blijven de moeder
en de kindoren hopen, 't Kan immers,
<Lat vader gered is en later met een
andere boot thuis zal komen....
't Kan
't Is misschien vreemd, maar de
visschers behouden, bij hun droef en
gevaarlijk leven, toch hun natuurlijke
opgewektheid.
Als 't mooi weer is en de vangst een
beetje meeloopt, dan zijn ze vroolijk.
Heerlijk, als ze straks aan moeder-de-
vrouw kunnen zeggen„Wijf, ik ben
gelukk;g geweest, ik heb zooveel ver
diend."
Dan is er vreugde in zoo'n hutje,
want nu kan van het extra-verdiende
wat gekocht worden. Er is aan -veel
gebrek Jantje loopt immers zonder
kousen, Pietje heeft geen klompen,
Marietje moet een jurkje hebben, enz.
Zoo gezegd, als de zaakjes goed
gaan, is er vreugde aan boord. Dan
wordt er gelachen, klinken de liedjes.
'k Heb Tjeerd den 20-jarigen
knecht van „ouwe Jaap", een aardi
ge levenslustige jongeman een ty
pisch liedje hooren zingen, een echt
visscherslied. Eenige coupletten heb
:k onthouden
Nog eenmaal in zee, m'n lieve,
M'n lieve, nog eenmaal in zee!
Dan sturen we ons bootje te gader,
Te gader ons bootje op zee
Dan roep ik Yan verre m'n liefste,
M'n liefste, nu los ik m'n woord I
Uw liefde viel toch op geen ander
Geen ander en klampte u aan boord?
Nog eenmaal der golven-gevaren,
Der golven-gevaren getart,
En ,'k druk u als vrouw m'n liefste,
M'n liefste, als vrouw aan m'n hart
Nog eenmaal door branding en ijs-
schol,
Door ijsschol en branding gestuurd,
En 'k bouw u een zindelijk huisje,
Een zindelijk huisje in do buurt
Nog eenmaal stak Wannes de vis
scher,
Stak Wannes de visscher in zee
Niet lang bleef hij weg en bracht
schatten,
Bracht schatten en rijkdommen mee.
Nog meermaal zong Wannes z'n
liedje,
Z'n liedje, dat ieder bekoort
Het wordt van do meisjes nog
heden,
Nog heden zoo gaarne gehoord.
Maar iedere visscher en keert niet,
En keert niet terug uit 't Noord,
Noch houdt zoo getrouw niet als
Wannes,
Als Wannes aan Roosje z'n woord 1
Tjeerd zong dit liedje zoo treffend,
weinig variatie van toon, maar door
den eenvoud juist aandoenlijk. Voor
al dat„maar iedere visscher en
keert niet
M'n sigaar was op en 'k kreeg
slaap. Dus ging ik het voorbeeld dei*
mede-varenden volgen en ter ruste.
Hoe ik geslapen heb?
Voor mij was natuurlijk geen
„kooi" over. Daarom was er een ge
maakt in het roefje van „ouwe Jaap".
Een paar kisten naast de zitbank en
alles was klaar. Gelukkig had ik een
extra-jas bij me, daar wikkelde ik me
in en.... 't was klaar 1
Toch heb ik heerlijk geslapen,
's Morgens om zes uur werd 'k al ge
wekt, want ik wilde een zons-opgang
zien. Dat natuur-tafreel was 't vroege
opstaan waardEen prachtig ge
zicht, de nevel opklarend, dan 't oos
ters morgenvuur uit de kimmen oprij
zend ln rossigen gloed, kwistig
goud-strooiend op de kalme zee...
Na 't ontbijt nam ik afscheid van
„ouwe Jaap" en.z'n gezellen en stapte
op een andere schuit over, om daar
nieuwe ervaring op te doen.
Daarover in m'n slot-artikel, waar
in ik ook nog iets schrijven zal over
de levensomstandigheden der vis
schers en over hun bedrijf.
KEES.
Stadsnieuws
Nut.
Onder voorzitterschap von Mr. H.
J. D. D. Enschedé vergaderde Maan
dagavond het Haarlemsche Nutsde-
partement, voornamelijk tot het af
doen van eenige huishoudelijke za
ken. Door den heer Berdenis van
Berlekom werd verslag uitgebracht
over de vorige algenieene vergade
ring.
Als commissaris van de Kweek
school voor onderwijzeressen, wegens
het overlijden vau Dr. E. van der
Ven, werd benoemd Dr. D. J. Bierens
de Haan en in deze zelfde functie wer
den herbenoemd de heeren Mr. Th.
de Haan Hugenholtz en P. II. van der
Ley. Als commissaris der volksbiblio
theek werd benoemd de heer II. J. M.
Bernclot Moens.
Door het bestuur zal dezen winter
een proef genomen worden met hoo
ger onderwijs buiten do universiteit.
Prof. Knappert zal zes zeven voor
drachten houden over het zedelijk en
geestelijk leven onzer voorouders in
de achttiende eeuw, waarbij leden
met hunne dames kosteloos toegang
zullen hebben, mits zij vóórof opge
ven de voordrachten te willen bijwo
nen en niet-leden tegen een kleine
vergoedig zullen worden toegelaten,
bijvoorbeeld f 1.50 voor den geheelen
cursus.
De voordrachten zullen waarschijn
lijk op Maandag warden gehouden en
des avonds van acht tot negen uur
duren, waarna het uur van negen tot
tien zal zijn gewijd aan het stellen
door de hoorders en beantwoorden
door den spreker van vragen.
In verband hiermede is voor dezen
winter het aantal gewone Nutslezin
gen beperkt tot een, door den heer
Henri Dekking van Rotterdam.
Indien de proef slaagt (en elders
had ze veel succes) dan zullen nader
hand de gewone Nutslezingen, die
toch weinig belangstelling meer ge
noten, geheel achterwege blijven.
Slagvaardig.
Gisteravond, omstreeks een uur of
half 10 weigerde een wagenvoerder
van de E. N. E. T. een beschonken
man naar Zandvoort mee te nemen.
Daarom werd de man zoo boos, dat
hij den trambeambte een klap in het
gezicht gaf. Toen men nu nog niet
bereid was hem mee te nemen zette
de Zandvoorter het op een huilen.
Ie Liederenavond Ger.
Zalsman.
Deze week zal de heer Gerard Zals
man zijn len Liederenavond geven
ln de Kroon, met medewerking van
Fraulein Elisabeth Ohlhoff, sopraan
zangeres te Berlijn, en onzen beken
den stadgenoot Willem Andriessen.
Fr&ulein Ohlhoff, zoo schrijft men
ons, is hier te lande grootendeels
nog een onbekende, echter alzoo niet
ïn Duitschland, daar is zij één der
gevierde zangeressen van den tegen-
woordigen tijd; zij bezit een heerlijke
sopraanstem en prachtvolle voor
dracht
Het programma bevat liederen van
Brahms, Wolf, Loots, Andriessen,
Strauss, Rossini, Diepenbrock e.a.
Willem Andriessen zal de begelei
ding op zich nemen, en buitendien
nog een compositie van Ph. Loots,
„Dreizehnlinden, 6 kleine characters-
kizzen" voordragen.
Uit de Rechtszaal
OP AVONTUUR.
Twee Haarlemsche jongemannen,
die vroeger ook al eens met de justi
tie in aanraking zijn geweest, gingen
op een kermisavond met meisjes (een
van slechts 15 jaren) „uit" Des
nachts brachten ze verschillende be
zoeken aan verboden plaatsen.
Allereerst werd een bezoek ge
bracht aan een timmerloods van den
aannemer Nederkoorn. Alles werd
daar onderzocht en nagesnuffeld,
waarbij werden buitgemaakt eenige
jassen, boekjes, potlooden, en tim
mergereedschappen, zooals een hand
zaag en beitels.
Daarna werd het tuinhuisje van
Jhr. Gevaerts van Geervliet in 't Fre-
derikspark bezocht, waar eenige
waaiers ontvreemd werden.
Ten slotte kwam men aan de bol
lenschuur van J J. van Logchem in
de Linnaeuslaan. Maar... er kwam
juist een waker van den particulieren
veiligheidsdienst van den heer Pot
hoven.
Eerst zag hij 't viertal gearmd loe
pen, en even later waren de meisjes
alleen. Hij hoorde 't tweetal zeggen:
„ze zijn er al in.'
Dit vond de waker heel verdacht,
zoodat hij een nader onderzoek in
stelde. Hij ging met z'n hond in de
schuur, en zag daar twee mannen,
die dadelijk het hazenpad kozen. Ze
zaten ln de benauwdheid, en ontza
gen zich niet, om een ruit te verbrij
zelen en door de opening te vliegen.
De waker ging hen na en 't werd
een ware jacht. Een der inbrekers
ontkwam over een sloot, de ander
even later ook, maar, die viel eerst
in 't water en kreeg dus een nat pak.
In de sloot werd een pet gevonden
en dit corpus delicti was een welkom
spoor voor 't verdere onderzoek.
Niet lang daarna werden de twee
verdachten in hechtenis genomen.
Maandagmiddag stonden ze in een
buitengewone zitting dor rechtbank
terecht
Er werd een twaalftal getuigen ge
hoord, die voornamelijk de vermis
sing der voorwerpen onder eede kwa
men bevestigen.
Na dit verhoor achtte het Openbaar
Ministerie de bewijzen voor schuld
aanwezig en eischte tegen elk der be
klaagden twee jaren gevangenisstraf.-
De ambtshalve verdedigers mrs.
Ribbius en Thöne meenden, dat de
laatste inbraak niet bewezen was, om
dat het hier nog slechts een „poging"
gold.
Voorts drongen de verdedigers op
een lichtere straf aan.
Militaire zaken.
Heden werd onder leiding van den
kapitein M Beltzer eene oefening met
scherpe patronen gehouden aan het
strand te Zandvoort.
De troepen rukten daartoe om 3
uur voorm. uit en keerden in den
loop van der. namiddag daarvan te
rug.
Ongeval.
Gisterenmiddag kwam een juf
frouw bij het uitstappen van de
stoomtram ïn den Hout, toen deze
nog niet stil stond, te vallen en raak
te met haar hand onder de tram. He
vig bloedende werd zij naar Dr. Van
Linden Tol gebracht, die haar ge
neeskundige hulp verleende.
(Zie verder Stadsnieuws onder laat»
ste berichten.
HAARLEMMERMEER,
Vanwege de afd. Haarlemmermeer
van den Protestantenbond, zal met
ingang van 1 Nov. a.s. elke week,
kosteloos godsdienstonderwijs in vrij
zinnigen geest aan kinderen en meer
volwassenen worden gegeven.
In een vergadering van genoemde
afdeeling, werd tot secretaris, in de
plaats van den heer A. v. d. Hor ge
kozen, de heer P. Bier.
Tevens zal door de afd. nog dezen
winter begonnen worden, een eigen
localiteit voor het houden van gods
dienstoefeningen enz. te Hoofddorp,
te stichten.
Met den bouw van de R. K. school
te Nieuw-VenneD zal men in het