HAARLEM'S DAGBLAD. FEUILLETON Het Vergaan van de „Lady Jermyn." Onze Lachhoek OM ONS HEEN No. 1018. Inkrimping der Zomervacantie aan de scholen voor M. en fl. 0. in. Was hot een heel werk, een ©enigs zins juist overzicht te geven van de verschillende redenen, waarom men de lange zomervacantie wenschte te behouden, de stof bij de voorstanders van Inkrimping is minder uitgebreid. Toch worden ook hier diverse be schouwingen geleverd. Van den va der af, die mij laconiek meedeelt goedgekeurt, waaruit zou kun nen blijken, dat hij een leertijd met al te groote vacanties heeft doorge maakt, tot een ander gezinshoofd, dat mij niet korter dan in vier bladzijden fijn crèmekleurig papier van zijn oor deel kon doen blijken. Ik voeg de bijzonderheden over dat papier er opzettelijk bij, om te kun nen komen tot een tegenspraak van de weerlegging der meermalen geuite meening, dat voorstanders van de lange vacantie rijke en van de korte re minder bemiddelde heden zouden zijn. Natuurlijk zijn menschen, die met hun kinderen „buitenlandsche reizen gaan doen" voor de lange va cantie, maar hun aantal is zeer ge ring. Tot de liefhebbers van de lan ge vacantia bahooren zeer velen, die niet op reis gaan. Onder de argumenten voor een ver korte vacantie behoort allereerst ge noemd te worden de verveling. Die hebben tal van ouders bij hun kinde ren aangetroffen. De minder ontwik kelde kinderen vergeten hei geleerde, ze worden traag en raken het gere geld werken ontwend, zijn andere mo tieven. Bovendien hebben de leerlingen", zoo schrijft men, „zoo de voorgeno men regeling wordt ingevoerd, elk jaar 2 weken meer om de leerstof te verwerken." En een andere vader schrijft over „een belangrijk deel van den schoonen leertijd", die door de lange vacantiee voor de jeugd verlo ren gaat. „Het lange metsuoen kweekt luiheid en demoraliseert.. Dit thema wordt door een moeder uitgewerkt. Zij schrijft o. a. Maar ik acht het èn voor de kinderen èn voor de leeraren en leeraressen een ontzenuweud ding, zoo'n „langen tijd achter el kaar" verstoken te zijn van „ver plicht werk." Hoe anders moet ik mg 't verschijnsel verklaren, dal nóch leermeesters nóch kinderen met frissche, opgewekte krachten het werk weer opvatten I En 't is toch juist met deze bedoeling, du. de vacantie gegeven wordt, l« oen nog al eens in de gelegenheid met kinaeren zoowel als met hunne leermeesters te praten en zoo heeft t me altijd getroffen, soms zelfs wel eens geërgerd, dat er nooit Iemand zei„He, wat heeft me die rust goed gedaan, nu ga ik weer met moed aau den gang". Integen deel, 't eenige, wat men zoo in 't eind van Augustus te hooren krijgt, is zuchten, dat de vacantie ai weer om ia Nu meen ik daar uit te moeten afleiden, dat me patiënten over 't punt van uitrus ting heen, te lang hebben rondge- loopen met het gevoel, ik kan doen en laten, wat ik wil, iets, wat ver slappend op alle menschen moet werken, laat staan op kinderen. Ik spreek deze meening met te meer vrijmoedigheid uit, waar ik persoonlijk van de vacantie's der kinderen hoegenaamd geen last heb. Op deze inzendster past dus niet de klacht van andere ouders, dat zij zoo veel moeite hebben, om de kinderen bezig te houden. Toch zou ook zij mis- door E. W. H o r n u n g. 8) Weer aan de oppervlakte gekomen, merkte ik tot mijn vreugde op, dat de hoenderkorf weer overeind geko men wasdaarom klom ik er nu weer op, maar ditmaal heel langzaam en behoedzaamde mand bleef in even- wicnt en ik strekte mij behoedzaam op mijn maag uit. Onmiddellijk kwam er «en goed idéé bij mij op. Natuurlijk was ik in flanel gekleed, het gewone costuum in de tropen, in 't water gesprongen. Aan mijn lichte kleeren dankte ik mijn le ven al. maar de gewone cricketgordel die deel uitmaakte van dit costuum, had er het grootste aandeel in. Terwijl ik dezen gordel losmaakte, •tak ik mijn teenen onder den laatsten hoepel door. Ik deed den gordel af en •tak de twee einden o ndar een dar schlen niet zoover willen gaan, als de vader, die met den grootsten ernst schrijft: „een vlijtige leerling gaat met tegenzin de zeven weken vacantie te gemoet." „Ik wou, dat de vacantie maar om was", heeft een andere vader door leerlingen hooren zeggen. Het programma wordt te haastig afgewerkt, meenen sommigen, de ver deeling kan doelmatiger zijn door In krimping der vacantie. „Geef dan lie ver wat minder huiswerk", raadt er een, terwijl een ander becijfert, dat er een extra vrije middag op kan over schieten, maar dan zonder huiswerk asjeblief. En een geheel nieuw argu ment is het volgende, dat waar In het afmattende tropische klimaat een zomervacantie van vijf weken als rustperiode voor leerlingen en ouderwijzend perso neel ruimschoots voldoende blijkt, zeker in het koelere NederLand- sche klimaat een zomervacantie van vier weken met nog een na- jaarsvacantie van één week ook voldoende mag worden geacht Over die najaarsvacantie evenwel zijn, merkwaardig genoeg, de voor standers van inkrimping der zomer vacantie het volstrekt niet eens. Ve len wenschen die niet eens en houden dus de vier weken in den zomer voor voldoende, anderen noemen die week een aangename afwisseling. Een ge dienstige vader brengt zoonlief» mee ning over „je kunt 's winters soms meer plezier hebben dan 's zomers", waarbij het jonge mensch, denk Ik, uit het oog verliest, dat het geen winter maar een najaarsvacantie wezen zal. Een van de inzenders wil, met een edelmoedig gebaar, een vacantie in 't laatst van October wel goedkeuren, wanneer die voor de leeraren noodig is. Deze vriendelijke gezindheid is, moet ili zeggen, niet algemeen Velen hebbeL beseft dai d< ii-krlmping strijdt met de belangen der leeraren, maar menigeen trekt zich daar weinig van aan. De quaestie of de leeraren met een verkorten vacantieduur toe zouden komen en daarmeae genoe gen zouden kunnen nemen, aorit ik van secundair belaag. De mees te leeraren werken in hunne va cantia hard voor verschillende doeleinden, en hebben dus blijk baar zoo'n lange rust niet noodig. Aan geen ander mensch buiten het onderwijs, die ook met herso- nen inspannend werk den strijd voor het bestaan moet voeren, wordt zulk oene lange vacantie verleend. Op deze snaar tokkelen er meer Hoevele vakken In handel, In dustrie, kunst, enz., die zeer veel Inspanning, zorg, enz. ver- eischen kunnen op dergelijke rusttijden bogen vraagt een ander. En een derde voegt er aan toe Het komt mij bovendien voor, dat de taak van de onderwijzers der lagere school even afmattend is ais die van de leeraren der H. B. S., zoodat het m. i. niet billijk is het verschil in vacantietijd voor beiden te groot te maken. Een ander© inzender gaat nog ver der, hij meent, dat de taak van een onderwijzer zwaarder is, dan die van leeraar, en weet bij ondervinding dat het onderwijzen moeilijker is, naarmate de leerlingen jonger zijn. Als de zwaarte van den ar beid den doorslag gaf, moest een juffrouw in de laagste klasse de langste vacantie hebben. Eu een bewaarschooljuffrouw heeft nog moeilijker taak. Ook is het niet waar, dat het voor een leeraar moeilijker is een stelling van Euler te onderwijzen, dan het voor een onderwijzer 13 om de deeling der breuken aan zijn jongens te leeren. Of laat een leeraar maar eens een 2-stemmig liedje onder wijzen. Daarbij komt nog, dat een leeraar steun vindt in hot huls- werk der leerlingen of ln de vrees voor slechte rapporten. Als we zóó doorgaan, moet de ba ker, die het allerjongste kind behan delt, levenslang vacantie hebben I Maar ik eindig, met twee opmerkin gen. Deze vooreerst, dat een van de in zenders wijst op bet wenschelijke van éénstemmige regeling door het gehee- le land. En vervolgens met de verklaring van een inzender, die een geheel© maand vacantie een nog te grooten rusttijd vindt, ln het afgeloopen cur susjaar, zoo becijfert bij, werd van de 365 dagen de school gedurende 199 heele dagen van 5 a 6 uur bezocht, waaronder gymnastiek en teekenen, die niet zoo heel veel van den geest vorderen. ln een vierde en laatste artikel zal ik afwijkende meeningen en tusschen- voorstellen in 't kort vermelden en met een korte beschouwing over het nut van aeze kleine enquête eindigen. J. C. P. •jjiutejiiandscli Overzicht 't Heeft de laatste dagen ln de Spaansche Kamer wel geducht ge stormd 1 De liberale, republjke>nsche en socialistisch. partij deden krasse aanvallen oj het mimsterie-Maura. Toch werd nog aan geen aftreden der Excellenties gedachu De bestuurder van binnenlandsche zaken zei nog Woensdagmiddag. „Wij vree zen noch bedreigingen, noch gewelddadighe den, en zijn vast besloten hier te blij ven, wam heengaan zou een lalhe.d znn. En nu kwam gistermiddag uit Ma drid het telegFam HET MINISTERIE IN SPANJE HEEFT ONTSLAG GEVRAAGD. Dit draadbericht werkte als de be kende donderslag in Keulen. Dadelijk kwam de vraag op door welke motie ven is het kabinet-Maura nu zoo plot seling tot aftreden gedwongen En hoe de inconsequentie van de uit spraak van minister De la Cieva te verklaren De nadere berichten, die nu uit Spanje gekomen zijn, geven al eenig licht in de zaak. Nadat de minister de bewuste woorden zei. is er in de Spaansche Kamer nog veel voorgeval len. Toen Donderdagmiddag de zit ting geopend zou worden, begonnen de republikeinen al met schreeuwen ,,Leve de vrijheid 1" en „de dood aan Maura Zelfs werd om doodkisten Q.n waskaarsen geroepen blijkbaar moet dit als woordspeling opgevat worden en was het de bedoeling, op den aanstaanden politieken dood dor ministers te zinspelen. Het moet een vreeselijb lawaai In de Kamer geweest zijn, want ook de regeeringsgezlnden lieten zich nW onbetuigd, zoodat het een soort wed strijd in Ijel lawaai-maken werd De voorzitter kon geen stilte krij gen. Eindelijk waren de heeren blijk baar moe en kwam er even een kleine pauze. Daarvan maakte de voorzitter gebruik om mede te deeleu, dat hel Kabinet zijn ontslag had aange vraagd. Deze meaedeeliug lokte weer lawaai uit, dat duurde voort ook uadat de zittiug al officieel gesloten was. Bij 't aanbieden van 't ontslag heeft de minister-president nog eenige toe lichting gegeven. Hij zei, dal de be slissing w<is uitgelokt door de verkla ring der liberalen en democraten, dat zij alle betrekkingen met de regee ring verbreken en weigenen deel te nemen aan de behandeling van de ingediende wetsontwerpen. De Koning heeft het ontslag aange nomen en is dadelijk aan het confe- reeren gegaan, om EEN NIEUW MINISTERIE te vormen. Reeds zijn enkele porte feuilles toegewezen Moret, president en minister van binnenlandsche za ken, Perez Gaballero van buitenland sche zaken, Alvaredo van financiën, generaal Lugue van oorlog, admiraal Concas van marine, Cassel van open bare werken, zoodat alleen nog de ti tularissen voor onderwijs en justitie benoemd moeten worden. Wat zullen de GEVOLGEN VAN DEZE KABINETSWISSELING zijn. 1 W a t het precies aal wezen kunnen we natuurlijk niet met zekerheid zeg gen, maar durven wel veronderstel len, dat de gevolgen vrij belangrijk zullen zijn. Allereerst wat hot pnoces-Ferrer be treft Wel ligt de veroordeelde nu al een week onder de aarde, en Is hem het leven niet meer terug te geven, maar het kabinet-Maura had beloofd aan de Kamer de bewijsstukken over te leggen, dat Ferrer inderdaad schuldig was. Nu ls Moret, de leider der liberalen, die ln de Kamer zoo heftig tegen het beleid van het ministerie Maura in zake den Marokko-oorlog en 't procos- Ferrer, toornde, aan het bewind. Wat zal er nu gebeuren Een nieuw onderzoek ln de Ferrer- zaak Een openbaarmaking van de stukken Hoe zal het gaan mot de andere verdachten De berichten verzekeren, dat er in de gevangenissen van Bar celona nog vele gevangenen zitten. Zullen dezen nog verder vervolgd worden Ook tegen den senator Sol y Ortega, den republikein, is een vervolging aangekondigd. Zal deze ook nog voortgang hebben En hoe zal het met den MAROKKO-OORLOG gaan De partij, die nu aan het be wind gekomen ls, heeft tegen den ooï- log geprotesteerd. Moret keurde 0. a in de Kamer de groote troepenzen- dirgen af. Zal van de zijde van Span je nu naar een beëindiging der Vij andelijkheden gezocht worden We schreven het al op deze vra gen kunnen we nog geen antwoord geven We moeten afwachten, wat de komende dagen ons zullen brengen. Maar toch ls zeker, dat de Kabinets wisseling voor Spanje van groote be teeken is is. EEN LID VAN DEN KRIJGSRAAD VERMOORD Te Barcelona loopt het geruoht, dat de fiscaal, die in den krijgsraad de doodstraf voor Ferrer eischte, ver moord zou zgn. ln den laten avond van Vrijdag over straat gaande, moet hij door een man zijn aangevallen, die hem met twee revolverschoten ernstig ver- woudde. L»e aanrander maakte zich met drie kameraden, die op een af stand waren big ven staan, onmiddel lijk uit de voeten. Den volgenden middag is de getroffen© overleden. De politie bewaart het stilzwijgen over de geheele geschiedenis, zoodat nog geen zekerheid bestaat. Maar wel staat vast, dat de huizen der leden van don krijgsraad sinds eenige da gen streng bewaakt worden. TEGEN HET DEENSCHE MINISTERIE. Namens de rechterzijde werd in de Folkething de volgende motie inge diend „De Folkething betuigt wantrou wen in den minister-president graaf Holstein-Ledreborg, als leider 011 lid van hot ministerie en gaat over tot de orde van den dag." Do minister-president trachtte aan te toonen, dat er geen grond was voor de tegen hem gerichte aanval len en dat zijn houding volkomen cor rect was geweesL Nu hij zijn taak om de nieuwe wet ten op de verdediging te doen aanne men had ten einde gebracht, was het hem onverschillig, welke meening men verder koesterde, maar toch wenschte hij er de aandacht op te vestigen, dat het geheele ministerie te dezer zake met heart solidair is. DE TSAAR OP REIS NAAR ITALIS. Uit een telegram, meldende dat de Tsaar gisteravond met een specialen trein te Posen is aangekomen, om door te reizen naar Frankfort, blijkt, dat Z. M. toch per trein de reis maakt. Vandaar de uitgebreide veilig heidsmaatregelen, die langs den ge- heeleu spoorweg genomen zgn. De ontmoeting zal plaats hebben in Bari, (dicht bij de stad Po, 40 K.M. bezuiden Turijn). De volgende feestelijkheden zullen plaats hebben. Zondag een jachtpartij in het park, daarna een receptie op het kasteel, gevolgd door een gala diner, waaraan behalve de koninklij ke familie ook de provinciale en ge meentelijke autoriteiten deel zullen nemen. Maandagochtend weder een jacht partij of een uitstapje naar de omstre ken per automobiel. Voor de veiligheid van den Tsaar is behoorlijk gezorgd. Tusschen Bar- doneche, Turijn cn Racconigi is een troepenmacht bijeengetrokken van niet minder dan 11,000 man en een groot aantal vreemdelingen, Fran- sclien, Russen en Duitschers, die men met of zonder reden wantrouwt, xljn bij wijze van voorzorgsmaatregel voorloopig achter «lot en grendel ge bracht MINISTERCRISIS IN SERVIë. Ook daar I De koning aanvaardde *t ontslag van het kabinet NovakowitsJ en belastte VasjitsJ en Ljoeba Stojano- witsj met de vorming van een nieuw kabinet VROUWENKIESRECHT IN ENGELAND. Minister Churchill heeft te Dundee weer eens overlast gehad van de kies rechtdames. Hij zei toen aan de ver gaderden „Die arme vrouwen beder ven een zaak, die goed geleid, gemak kelijk met succes zou kunnen worden opgelost." Stadsnieuws Uit de Kechtszaai MISHANDELING. Toen de arbeider G. L. zijn slaapje •n do herberg van me]. R. M. de Pauw, te Haarlemmermeer, uit had, kwam hij tot de minder aangename ontdekking, dat hij zijn beurs miste Woedend ging hij naar beneden, want natuurlijk was hij er vast van over tuigd, dat hem zijn geld in de herberg ontnomen was. Het was nog zeer vroeg, half vijf, en het dagleven in het logement was nog nauwelijks begonnen. Dadelijk begon hij ruzie te maken, en wond zich na een paar minuten zóó op, dat hij'mej. De Pauw eerst een klap op haar oog gaf, zoodat het een week lang dik-opgezwollen bleef, en haar daarna een trap tegen de heup gaf, die haar deed neerstorten. De dochter, mej. De Feber, die op het gillen van haar moeder afgekomen was, werd ook al niet heel vriendelijk ontvangen zij kreeg een trap tegen haar borst. Donderdag werd het mishandelings zaakje behandeld. Beklaagde was niet verschenen, maar de feiten wa ren duidelijk genoeg. De officier vroeg rijf dagen gevan genisstraf. TOUWDIEFSTAL. Op een goeden avond hebben A. J. S. en J. de W., beiden varensgezellen, uit het ruim van de „Titan" een rol touw weggenomen toebehoorende aan de gebroeders Zur Mühlen, reeders te Dmulden. S. heeft zich liiermede nog niet tevreden gesteld, maar en pas sant nog een stuk koperen pijp op den kop getikt. Beide beklaagden staan ongunstig bekend en hebben al eenige vonnissen achter den rug. Viif getuigen zijn gedagvaard, uit wier verklaringen zonneklaar de schuld van beklaagden blijkt. De officier vroeg voor S. zes maan den gevangenisstraf en voor De W. vier maanden. VECHTPARTIJ. P. van D., los werkman te Monni kendam, heeft bij het vlsschen ruzie gekregen met Joh. H., die herbergier aldaar ls, en hem bij die gelegenheid een pak slaag gegeven. Van D. staat te Monnikendam zeer ongunstig be kend en zoo iets als het bovenstaande komt bij hem wel meer voor. De ambtenaar vraagt wegens mis handeling vijf dagen gevangenis straf. ORGELBESPELING op Dinsdag 26 Oct., des nam. van tot 2 uur, in de Groote of Sint-Bavo- kerk alhier, door den heer W. Ezer- man. Programma; No. 1. Preludium Eroica, G. B. van Krieken. No. 2. Offertoire, L. Welij. No. 8. Sonate No. 8. A. Guilmant. a. Allegro maestoso, h. Pastorale, c. Fuga, No. 4. Offertoire, Th. Dubois. No. 5. Fluit-Concert (2e deel), Rinck. Uit de Omstreken HILLEGOM. De najaarspakker ij is in de bloem bollenstreek begonnen. De voornaam ste artikelen, die op dit oogenblik ver zonden worden, zijn spirea's, gladio lussen, Irissen, enz. HIJ HAD GELIJK. OnderwijzerWaar ligt de Noord pool LeerlingIk weet het niet.waar de Noordpool ligt? Schaam je je niet over zooveel onkunde Maar mijnheer. Franklin, Hoorns- kerk, Nansen en zooveel anderen kon den ze toch ook niet vinden. NIET NIEUWSGIERIG. Hulsvrouw Mevrouw G. zegt mij, dat ze je wegzendt, omdat je altijd aan de deuren staat te luisteren Dienstbode Maar mevrouw I HuisvrouwIk zal je huren op een conditie: je moet mij alles vertellen, wat je bij mevrouw G. afluisterde. MODERN. Vindt je niet, dat jullie dienstbo de onbeschaamd familjaar is Wel, dat komt doordat ze zoo'n oud familiestuk is. Zou je 't willen ge- looven Dm meisje is al over de zes weken bij ons. BOOSAARDIG. Zanger (nu aan lager wal eu die nu een engagement zoekt bij een concert- ondernemer). Men zeide mij vroeger, dat ik een millioeu in mijn keel had. Ja, maar 't schijnt, dat u het nu naar beneden gespoeld hebt. BEDELAARSHUMOR. Een bedelaar werd uit de gracht ge haald door een keurig uitziend heer. Meneer, zei de bedelaar, ik ben u zóó dankbaar, ik zal u mijn heele verdere leven onderhouden I Hij Ik heb daareven gelezen, dat er weer een bestuurbaar luchtschip ge maakt wordt ZijO, ik wou dat 't reeds klaar was. HijDan zou je zeker eens mee wil len, om je luchtkasteelen meer van nabij te gaan bekijken Een Amstexdamsche conducteur roept de straatnamen of Jan Luyken, Bikte rdijk, Jan Steen, Frans Huls, en telkens stapt er iemand uit. Einde lijk zegt een oud vrouwtje lk hiet Grietje Bos, conducteur t VELSEN. „De Bouwwereld'" schrijft De Hervormde Kerk te Velsen zal, mede met Rijkssteun, worden her steld. Reeds eerder is de toren, nadat de (door den bliksem gehavende) spits was verwijderde in goeden staat gé bracht. De Velser kerk is een der oudste bedehuizen van Kennemerland. Door den moedwil der Spaansche soldaten is het koor in 1573 van zijn balken beroofd. Nadien is dit ingestort. Op een teekening der kerk van het jaar 172S kan men de overgebleven brokken muur aan den achtergevel nog zien. De „Noord-Hollandsche Oudheden" vermelden omtrent deze kerk het voL gende De kerk schijnt in de 13de eeuw in Romaanschen stijl van tufsteen ge bouwd te zijn. Het oude koor is niet meer aanwezig ook van een euidelij ke zijbeuk ls niets meer over. Men ziet evenwel nog de korte achtkante pijlers, met vlakke spitsbogen daar boven. die vroeger dien zijbeuk van den hoofdbeuk afscheidden. Deze pij lers hebben zeer eenvoudige lijstkapl- teelen. De intercolumnien zijn thans dichtgemetseld. Het thans aanwezige koor, zonder kunstwaarde, schijnt uit de 18de eeuw afkomstig. De oorspron kelijke vensters der kerk waren zeer klein, gelijk nog te zien is aan de noordzijde, waar er nog een, zij het dan ook dichtgemetseld, bestaat. Aan de westzijde der kerk staat een toren, van onderen \an tufsteen, die kleine rondboog vensters heeft en niet lisenen en roadboogfriezen versierd is. Het bovendeel van den toren is van gebaaken steen, met hoekblokjea van gehouwen steen. In den toren ziet men oen steen, die naar men wil met een afbeelding van St. Engelmundus versierd zou zijn het schijnt even wel, dat het relief eeu zegenenden Christus voorstelt, zooals dit in den Romaanschen tijd dikwijls voorkomt. De onderste vensters van den toren schijnen oorspronkelijk schietgaten geweest te zijn. De toren wordt door eeu lage houten spits met leien afge dekt en is gerestaureerd middelste hoepels door, terwijl ik de gesp aan den anderen kant vastmaak te. Als ik nu omsloeg, wel, dan zouden wij sameu naar den bodem gaan an ders konden wij het samen een heele poos uithouden en ik dacht, ik voel de, dat hij zou blijven drijven. Uitgeput als ik wos en voor het oogenblik betrekkelijk veilig, zal ik niet zeggen, dat ik sliep; maar mijn oogen vielen dicht en al mijn leden rustten, terwijl ik met de golven op en neer ging. Of ik werkelijk stemmen, vloeken, kreten hoorde, kan ik tot op den huidigen dag niet zeker zeggen, lk weet alleen, dat ik mijn hoofd op hief en scherp alle kanten uitkeek be halve den kant, dien ik niet op durf de kijken uit vrees voor slechte gevol gen. En weer geloof ik, dat ik eerst een dunne vlam zag en daarna een nog dunner gloeden terwijl ik mijn hoofd liet vallen en mijn oogen zich weer sloten, geloof ik, dat ik tabak rookmaar dit was natuurlijk mijn phantasie, die later alle schakels aanéén reeg. HOOFDSTUK IV. De stille see. De hoenderkorf was ongevear zes voet lang bij achttien of twintig duim booa. braad ad diaxL Hel was eenvou dig een lange doosdie heel stevig in elkaar zat. Ik herkende hem als een van de twee korven, die tegen de borstwering van het voordek der Lady Jermyn go- staan hadden. En terwijl iedeTe hoepel zijn indruk achterliet in mijn vermoeid lichaam, brak er een nieuwe dag aan. De sterren waren verdwenende zee had een zilvertintde zon was op gegaan. En 0de wreedaardige glorie van dien zonsopgang. Het was vreeselijk het was aangrijpend mijn zinnen dreigden mij te begeven. Door de zon verlichte golven, zacht en somber, zonder schuim, zonder ge weld mijlen en mijlen in den omtrek niets dan golven als ik boven kwam, een eenzaam graf als Lk onderdook. Heuvels van afschuw, dalen van wan hoop I De waterspiegel in gelijkmatige maar eeuwige beroeringen nu glim lachte de zon over dit alles om mij die rustelooze verlatenheid des te duide lijker te laten zien. Hoe diep was de zee Ik kwam er toe mij dat af te vragen. Niet dat het eenig verschil maakte of men ln éen dan wel tien duizend vademen ver dronk, of men uit een ballon dan wel uit een zoldervenster vieL Maar de grootste diepte of afstand is het erg ste om te aanschouwen; en lk was ais 't ware een man, die aan zijn handen zoo hoog boven de wereld hing, dat zijn slingerende voeten landstreken, vastelanden bedekten een man die heel spoedig moest vallen, en zich af vraagt boe lang hij zal vollen, vallen. Intusschen raakte ik meer gewend aan het zonnelichtik was minder verschrikt als een kind, dat went aan een angstverwekkend schouwspel. En ik heb nog den indruk, dat na verloop van eenige uren de wind wat bedaar de en daarmee de golven minder hoog wordoiL Ik scheen niet zoo omhoog gedreven en omlaag gesleurd te worden; de dalen hadden zachter glooiing, een hooge golf smolt weg voor mijn oogen. lk weet nog, dat het mij niet weinig moeite kostte mijn rank schip over eind te houden, ofschoon dit langza merhand door gewoonte en practijk ook wel gekomen zou zijn. In het be gin moest altijd een van mijn beide beenen in zee hangen, om den hoen derkorf te weerhouden om te slaan, precies zooals in Canada de toboggan bestuurd wordt, zoo bestuurde ik mijn scheepje. Nu werd dit langzamerhand onnoodigwat ook de reden mocht zijn, het was de grootste die de dag mij tot nu toe had gebracht Met min der lichaamsinspanning deed de geest 4ob «phter weer meer gelden, NW langer gedwongen sommig© spieren twee- of driemaal in een minuut krachtig te gebruiken, had ik tijd mij heel zwak te voelen cn tijd om na te denken. Ik was niet langer een zwak wezen in ongelijken strijd met de ele menten ik werd niet langer alleen door mijn instinct tot handelen aange spoord. Ik was mijzelf weer, ik leef de weer mijn eigen leven en toch had ik een vaag gevoel, dat er iets spe ciaals was, waarvoor ik wenschte te leven, iets dat nog niet heel lang in mijn bezit was iets dat misschien mij al die uren kracht en moed had gege ven. Wat kon het dan zijn Ik kon niet deuken. Telkens weer vroeg ik mij onnoozel en duizeiig als ik was, af, wat het kon zijn. Toen her innerde ik het mij on de tranen kwamen op in mijn oogen. Hoe kon ik dat ooit vergeten hebben Ik ver diende het alles, alles, alles 1 Te be denken, dat wij dikwijls samen op deze mand moesten hebben gezeten 1 Ik streelde bet mandenwerk bij die gedachte, en mijn tranen stroomden opnieuw, alaof het nooit zou ophou den. O 1 hoeveel dacht ik aan haar dien wreed en dag, toen de zon al hooger en hoogor in liet heldere hemelgewelf kwam te staan. Van alles wat in mijn broekzak had gezeten, was alleen een zakdoek ge spaard gebleven ik knoopte hem op de oude kinderlijke manier tot een mutsje, en hield het doorweekt van water op mijn hoofd, dut koortsachtig heet was. Eva Denison I ICva Denlsoh I lk sprak tot haar in liet verleden en ik sprak tot haai' in do toekomst, en o hoe geheel anders waren de woor den, was de Loon I Zij was gered in het bootje. Goil zij gedankt daaroverMaar ik ik stierf een langzamen dood midden in den oceaanzij zou nooit weten hoe zeer ik haar liefhad, ik, die haar al leen de les kon lezen, toen ik nog aan haar zijde was. Sterven Neen neen nog niet I Ik moest leven teven leven om mijn lieveling te vertellen hoe zeer ik haar altijd had lief gehad. Zoo wekte ik mijzelf op uit mijn diepen wanhoop en smarten deze gedachte, de dier baarste gedachte van mijn geheele le ven, mag vóór dien tijd wel of niet mijn onbewuste drijfveer zijn geweest: zeker was het in hot vervolg tot hei einde mijn meest bewuste en aanhou dende aansporing. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5