HAARLEM'S DAGBLAD. FEUILLETON Het Vergaan van de „Lady Jennyn." OM ONS HEEN No. 1024, Photographie onder water. Onder de vakken van techniek, die in de laatste 25 jaar een ontzaglijken vooruitgang genoten, kan zeker ook de photographie gerekend wonden. In mijn jeugd nog was photographeeren een wednig algemeen beoefende kunst en het maken van een portret, waar voor het 't meest gebruikt werd, een operatie, die van photograaf en ge>- photografeerde belden heelwat geduld vorderde. Ik wil volstrekt niet bewe ren, dat op dit oogenbllk de photogra phie geen kunst meen zou zijn In tegendeel, maar alleen, dat ze veel- zijdiger en daardoor oneindig veel nuttiger is geworden. In onze dagen is de camera bijna gemeengoed ge worden, er zijn er tienduizenden, voor wie het een aangename uitspanning is geworden. Wel spreken de beroeps- photografen soms ietwat minachtend van de press-the-button men- schen, de liefhebbers, die te pas of te onpas op het knopje van hun kodak drukken en van hunne opnemingen weinig terecht brengen, of zelfs wel vergeten hun platen te ontwikkelen en af te drukken. Maar ook zij moeten er>. kennen, dat door ernstige Liefhebbers zeer mooie dingen zijn gemaakt. Ik wil alleen maar herinneren aan de hoogst merkwaardige photos, die een Bloemendaalsch ingezetene met ont zaglijk geduld en veel talent gemaakt heeft van de vogels in de natuur. Daarmee was ook tegelijk de weten schap niet weinig gebaat. In hoeverre die nog op andere wijs van de photo graphie voordeel heeft getrokken, we ten we door de Röntgenstralen en de photographie van hemellichamen en natuurverschijnselen, zooals o. a. de bliksemstralen. Kortom, de uitvinder van de photographie, Louis Daguerre, heeft zeker niet kunnen droomen, welk een ontzaglijken inyloed zijn uit vinding hebben zou in de maat schappij. Ik spreek op dit oogenbllk niet van de kleurenpliotographie. Hoe merk waardig de vinding van de gebroeders Lumière in 1905 ook geweest moge zijn, in de practijk komt ze nog te weinig voor, dan dat we niet aan te kortkomingen der jeugd zouden den ken. Iets anders schijnt het op dit oogen- blik gesteld te zijn met de photogra phie onder water. Het heeft lang geduurd, schrijft C. Falkenhorst in de Gartenlaube, vóórdat de liefheb bers van photographie er aan dachten, zich te wagen aan wat er onder water voor moois te photographeexen viel. Zelfs wat in helder water zich voor het oog zoo mooi voordeed, kwam op de plaat scheed! en gesluierd, onhelder en onwaar. Slechts bij toeval, een en kelen keer, slaagde een opneming van zwemmende visschen of kikvorschen zoo, dat men die durfde laten zien. Maar juist de moeilijkheden, die aan 5 het photographeeren onder water verbonden zijn, hebben velen aanlei ding gegeven, middelen te zoeken, om ook de weerbarstige wereld onder wa ter aan de camera te onderwérpen. Daarin slaagden zij zoo goed, dat de amateur-photografen tegenwoordig, met de nieuwe werktuigen uitgerust, in vijvers, meren en zeeën hun geluk kunnen beproeven. De moeilijkheden, die zich daarbij voordoen, kunnen zeer verschillend wezen. Neem eens aan, dat de photo graaf door het heldere water heen oen visch bemerkt, die tusschen de water planten een nest bouwt. Hij kan nu dezen visch door 't water heen photo grapheeren, maar daartoe moet 't wa ter helder, vooral niet troebel wezen, de oppervlakte moet glad zijn, daar de lichtste rimpeling natuurlijk het beeld bederft en ten slotte mag het uit spansel of een gedeelte der omgeving niet in het water weerspiegelen. Deze combinatie van voorwaarden komt evenwel In do natuur al zeer zei den voor. De photograaf moet daar voor dus hulpmiddelen gebruiken. De spiegeling in het water wordt zóo ver meden, dat tusschen de camera en het water een doek, of een plank zóo wordt opgesteld, dat het juist het op pervlak bedekt (natuurlijk zonder het te raken 1) waardoor men de visch photographeeren wlL Is het water niet volkomen rustig, maar door wind of stroom ook maar in 't minst gerimpeld, dan moet alweer een hulpmiddel dienst doen, in den vorm van een eenvoudig houten raam, waarin een glasruit is bevestigd, dat op het water wordt gelegd. De epiege- ling in de glasruit wordt weggeno men door van ter zijde aangebrachte schermpjes en het water onder dit eenvoudige toestelletje blijft zoo kakn en stil, dat men het leven der dieren in de diepte beneden volkomen kan gadeslaan. Door de glasruit heen wordt nu de photographie gemaakt Natuurlijk moet men in stroomend water dit toestelletje flink in den bo de mverankeren. Do goede amateurphotograaf blijft evenwel niet aan den oever staan, maar waadt door het water om ver derop ook andere dieren en planten op te nemen. In het midden van het natte element zet hij zijn camera op een speciaal daarvoor gemaakt sta tief, dat uittrekbare pooten heeft, om dat deze soms ver in den modder zin ken, voordat zij op vasten grond stoo- ten. Het bovendeel van het statief ia zóó ingericht, dat de camera in alle 'houdingen boven het water kan wor den opgesteld. Evenwel ken men ook de belemme ring door weerspiegeling en rimpe ling van 't water op andere manier ontgaan, namelijk door de camera on der water te houden en zoodoende di rect te photographeeren. Daarvoor wordt een rechthoekige spiegelreflex camera gebruikt, die in een water dicht kastje wordt geborgen. Bij het gebruik wordt dit kastje half onder water gedompeld, zoodat het objectief zich onder water bevindthet boven ste, rechthoekige gedeelte steekt boven 't water uit. Hieraan is nu een vizleo schijf aangebracht, waarop door een spiegel het ingestelde beeld geworpen wordt. Zoo kan do photograaf onder water opnemingen doen, zonder zelf eerst te moeten duiken. Maar dat hieraan altijd nog groote moeilijkheden verbonden zijn, spreekt van zelf. Als het apparaat ia het wa ter wordt opgesteld, komt dat min of meer in beweging en worden de vis schen licht verjaagd. De photograaf moet dus na het opstellen van zijn car mera geduldig wachten, tot het water weer stil geworden en de bevolking teruggekeerd is. Niet iedereen heeft er plezier in, een uur of langer stil in 't water te staan en hoe ook de photo graaf zelf rustig staat, in lichte be weging blijft het water bijna altijd. De planten gaan heen en weer door den stroom, de dieren zijn zeiden ge heel in rust, zoodat er alleen vaneen moment-opneming sprake kan weaes. Bovendien is het linat zeer ongunstig Êi* -Wtrrdt zwakker, hoe dieper men komt, zoodat het gebied van d:e onder water-photographie zich niet ver-der uitstrekt, dan eenigo meters beneden den waterspiegel. Toch heeft o. a. de Amerikaan Jacob Reighard op deze manier op de Tortu- gas, een groep koraal-eilanden op de zuidpunt van Florida, wel mooie pho- tographièn van koraalriffen en zwem mende visschen verkregen. Het zal wel niet lang meer duren, of de amateurs zullen op de zeekusten vooji'ul wel proeven nemen met photo graphie onder water. Naar het ver krijgen van een goede diepzee-photo- grophie streeft vooral de Fransche ge leerde Louis Boutan, die er niet mee tevreden is, dat het diepzee-onder zoek zich thans bepalen moet tot peilingen en het ophalen van fauna en flora door sleepnetten. Zelfs op de plekken, waar het water volkomen helder ia, dringt het menschel ijk oog niet verder, dan ongeveer 40 meters door en kan dus onmogelijk waarne men, wat er omgaat op den bodem. Zelfs geoefende duikers kunnen van de beste toestellen voorzien, niet vor der dan 40 of 50 meter onder water werken.- Het komt er dus op aan, op groote diepten de camer a te laten zinken en daar een hel licht te laten opvlammen, waarbij een moment-opneming kan worden gemaakt Daarover heeft Bou tan tien Jaar lang gewerkt, een wa terdichte camera geconstrueerd en daarmee eerst bij zonlicht, later met magnesiumlampen, ten slotte met electriseh licht photos gemaakt, waarbij hij natuurlijk zelf in een dul- kerscostuum met zijn toestellen onder water ging. Maar dieper dan 50 meter heeft ook hij nog niet kunnen werken. Op „landschappen" uit da diepe zee zul len wij nog wel wat moeten wachten. Maar dat we ze niet meer zien zullen, zou ik niet willen beweren s de weten schap in onze dagen bereikt veel J. C. P. isaiïeiiiaadacb Overzicht DE STRIJD OM DE BEGROOTING IN ENGELAND. De kanselier van de schatkist Lloyd George heeü, zoowaar tijd gevonden, dm eon book or ar da begroeting te schrijven I Dadelijk na da derde lezing der be grooting zal het werk verschijnen, zoodat het dan dienst kan doen in den strijd tegen het Hoogerhuis, en misschien ook hij de daaropvolgende verkiezingen. Tooh is al bekend, wat er In het boek zal staan. De minister heeft na melijk in de „Nation" een artikel ge schreven, ook over de begroeting. Na tuurlijk zullen belde betoogen wel in óén lijn liggen. In dit artikel zet de minister uiteen, dat „een reeks verschijnselen" er op wijzen, dat Engeland con ooostitutio- neelen strijd tegemoet gaat, als het land in 250 jaar niet heeft gekend"* Later vervolgt de schrijver „Indien een strijd tusschen Hooger- en Lagerhuis onvermijdelijk is, is het gelukkig, dat die strijd gevoerd zal worden over een voorstel, of liever over een reeks van voorstellen, die een zoo groot deel omvatten van hot liberale program ter oplossiug van de sociale vraagstukken, die de staats lieden over heel de wereld bezig hou den. Men zou kunnen zeggen, dat deze plannen geen deel uitmaken van de begrooting, waarover de Lords zullen hebben te beslissen. Maar persoonlijk beschouw ik de begrooting slechts ais onderdeel van een schema van fiscale en sociale hervorming de totstandbrenging van een groot ver zekeringsplan voor de werklooaen, en voor de zieken en icvaheden, van een stelsel tot ontwikkeling van bot plat teland. Meer dan de beiastingplannian wek- ken deze denkbeelden de vrees van de protectionisten. Zij beseffen, dat bij uitvoering er van het liberalisme zal worden versterkt. En daarom zullen zij, ook al mocht de begrooting tot stand komen, andere pogingen doen 1 om die denkbeelden tot misluktcmg ts brengen. De minister voopsiet dan namelijk opnieuw pogingen, om een vloot- en militaire paniek uit te lokken om zoo de regeering te drijven naar „de mis dadige overdrijving van onnoodige bewapeningen te land en tér zee". Zouden die pogingen slagen, dan zou de sociale hervorming z. i. te gronde zijn gericht. De leider der Britsche socialisten, Kei Hardie, is door een journalist on dervraagd. Op de vraag, wat voor do arbeiders voordeeliger zou zijn, dat het Hooger huis de begrooting aannam, of wel verwierp, antwoordde Hardie „De arbeiderspartij houdt zich in de eerste plaats bezig met de sociale en industrieele hervormingen, die ge- aar zouden loopen in het gedrang te komen in de constitutioneel© crisis, welke het gevolg zou zijn van een con flict met liet Hoogerhuis. In de laatste jaren is men wat meer opmerkzaamheid gaan wijden aan den toestand van het volk, en ik per soonlijk zou liet betreuren, wanneer er iets mocht geschieden, dat de aan dacht zou afleiden van het sociale pro bleem, wat het geval zou zijn, wan neer hst Hoogerhuia de begrooting mocht verwerpen, of de beslissing daarover mocht uitstellen. Ik geloof echter, dat het noch het een noch het ander «al doen." EEN KABINETS-CRISIS IN PORTUGAL. In Portugal la een minister-crisis ontstaan door een geschil tusschen den minister van eene-dienst en den Bisschop, over het ontslag van twee hoogleerareir* REGEERINGS-MOEILUKHEDEN IN OOSTENRIJK. 1 Ziet er in Oostenrijk treurig uit* Het parlement is verdaagd, en dat wel onmiddellijk na het Indienen der begrooting alzoo een tijdstip, al zeer ongunstig gekozen I Gekozen Dat is het rechte woord niet, want er viel niet veel te kiezen I De verdaging was wel noodzakelijk geworden na de bedreiging door de Tsjechen met de obstructie (moedwillige tegenwerking en belemmering). Ook is er nu weer een minister- crisis. Dezer dagen wordt de goedkeuring door den Keizer ter bescherming van de Duitschers en de Dultsche taal in Neder-Oostonrijk geteekend. Als ge volg daarvan zullen de bedde Tsjechi sche ministers aftreden. En dan Nieuwe excellenties vinden Is niet gemakkelijk, want de hoeren, die nu op het kussen zitten, weten ook niet, hoe ze een meerderheid zullen vin den. Toch moet de begrooting aangeno men worden, want welk huishouden kan bestuurd worden zonder geld Zal nu de heerschappij van art. 14 der Grondwet worden ingevoerd, waarbij de regeering gemachtigd wordt, bij gebleken onmogelijkheid om wetten in te voeren op de voorge schreven spijze, dit te doen door een voudige afkondiging bij keizerlijk be sluit Misschien zal de grijze keizer wel zuchten gelukkig de bestuurder van het land, dat geen volksvertegenwoor diging heeft....* DE OORLOG IN MAROKKO. Te Madrid is bericht ontvangen over het resultaat der onderhandelin gen van El Bachir, den gedelegeerde van den Sultan van Marokko, met de hoofden der oorlogvoerende stammen in het Rif. Het meerendeel hunner zou zich bereid hebben verklaard, de voor waarden aan te nemen, die hun door den Sultan in overleg met de Spaan- sche negeering, gesteld zullen worden en de vijandelijkheden te staken tij dens den duur der onderhandelingen. Jammer voor den goeden loop van zaken is slechts 't meerendeel der stammen daartoe geneigd. Boven dien vertrouwt men de Mooren niet, en veronderstelt, dat ze zich handel baar toonden, om tijd te winnen voor bun krijgs-operaties. Maai, intusschen is ai in geen we ken In Marokko gevochten althans we hebben daarover geen enkel be richt gelezen. DE MUITERIJ IN GRIEKENLAND. De minister-president deelde in de Kamer mee, dat de oproerige bewe ging binnen enkele uren onderdrukt :2, •At«du zij da uitstekende houding Van Ap &'*amdaapj>Gia van leger en marine. De zaak is in handen van de justitie Stadsnieuws EEN MIJNONGELUK. Te Cardiff is een kolenmijn over* stroomd. Eerst vtrkeerden loO arbei ders in gevaar, maar gelukkig zijn bijna allen gered. Alleen vier mannen verdronken en één jongen wordt nog vermist. EEN REUZEN-PROCES. Voor een buitengewone jury begon in Kiel het proces tegen 9 personen, die beschuldigd worden de keizerlijke werf door ontvreemding van materia len, of althans medeplichtigheid hier bij, voor ongeveer een millioen mark te hebben benadeeld. Door het openbaar ministerie zijn ongeveer honderd getuigen, door de verdediging evenveel gedagvaard. 200 getuigen 'T PROCES-STEINHEIL. Morgen begint het prooes-Steinheil i Parijs is al in volle verwachting. Natuurlijk De schandaal-bladen kondigen al getrouwe verslagen der rechtszittin gen aan en bespreken de kansen der beklaagde. Zal het tot een veroordeeling ko men Van het bewijsmateriaal, door de pers bekend gemaakt, hebben we geen gamoten dunk. Maar, wellicht beschikken de rechters nog over an dere gegevens. Rijkspostspaarba nk» In de Staatscourant Ylnden we ver meld, dat het saldo der inlagen en terugbetalingen op 31 Deo. 1907 ƒ2127139,79, op 31 Dec. 1908 ƒ2222635,04 bedroeg, dus gestegen Is met ƒ95495,25. Den 3lsten Dec. 1907 waren 28307 boekjes in omloop, een jaar Later 29572, een vermeerdering van 1265 boekjes, derhalve, waaruit blijkt, dat steeds meer gebruik van de Rijks postspaarbank wordt gemaakt. In 1908 werd ƒ1556978,86 Ingebracht en 1461483,61 terug betaald, ORGELBESPELING in de Groote- of St.-Bavo-kerk te Haarlem, op Donderdag 4 Nov. 1909, des namiddags van 2 tot 8 uur, door den heer W. Ezerman* Programma j. Preludium en Fuga, J. 8. Bach. 2. Recordare uit 't Requiem, Mozart. 8. Sonate, A. G. Ritter. 4. Cantabile, Cesar Franck* 5. AriaRinaldo, HandeL Museum van Kunstnijver heid. Het Museum van Kunstnijverheid werd gedurende de maand October be zocht door 806 personen. Uit de aan het Museum verbonden boekerij Wer den 268 boek- en plaatwerken in bruikleen gegeven, die naar verschil lende plaatsen van ons land verzon den werden. De aan het Museum verbonden School voor Kunstnijverheid werd ge durende dezelfde maand bezocht door 184 vrouwelijke en mannelijke leerlin gen. TUINBOUW EN PLANTKUNDE. Gisterenavond vergaderde in de tuinzaal van Café Brinkmann de af- deeling Haarlem van de Nederland- sche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde. Een 40-tal leden gaven door hun aanwezigheid blijken van belangstel ling. De heer Joh. de Breuk leidde de vergadering. Aangenomen werd een voorstel, om bij te dragen tot het huldeblijk aan den afgetreden directeur-generaal van Landbouw, den heer Lovink. Voorts zal een gouden medaille be schikbaar gesteld worden voor de aanstaande tentoonstelling van de Al gemeens Vereeniging voor Bloembol lencultuur, Vervolgens bracht de voorzitter ver sla® uit over de algemeen© vergade ring te Utrecht, wat al in ons blad gestaan heeft. Daarna kwam ter sprake de biblio theek der vereeniging, die tot nu toe een plaats heeft gevonden in het ge bouw „Weten en Werken". Aange zien dit gebouw een andere bestem ming krijgt, moet de bibliotheek er vandaan. Een voorstel, om de boeken in bruikleen te geven aan den tuin bouw-wlntercursus, vond algemeen Ingang. Toen kregen we eene voor dracht te hooren van den heer J. G. Verhoop, die tot onderwerp nam Kunst en smaak in verband met den Tuinbouw. Achtereenvolgens hield de spreker beschouwingen over de binderij, ver siering van bet huis met planten en bloemen en aanleg en onderhoud van tuinen. Spreker legde zijn denkbeelden hier omtrent op duidelijke wijze uiteen, en zijn zeer onderhoudende causerie werd met veel aandacht gevolgd. Nadat een der aanwezigen ook nog zijn meening, die ten slotte vrijwel inert die van den heer Verhoop over eenstemde, te kennen had gegeven, was de onderlinge tentoonstelling aan j de orde. Hiervoor waren ingezonden door J. Wallenburg, tuinbaas op Wildhoef, Bloeanendaal, 5 St. Pauleaqdanten en 5 Cyclamen, waarmee hij certifi caten le klasse verwierfdoor Ph. Deyes, bloemist alhier, 6 hladbego- nia's, die bekroond werden met een certificaat 2e klasse door E. W. A. van Nederhasselt, uit Aerdenhout, orchideeënplant, genaamd Melto- nia Canada, welke een getuigschrift le klasse werd waardig gekeurd, ter wijl de heer J. J. van Cruyningen een zeer merkwaardige vrucht van de Akebia lobata, familie van in Japan groeiende geneeskrachtige planten, had ingezonden, waaraan een certi ficaat 2e klasse ten deel viel. Ten slotte had de gebruikelijke ver loting plaats, waarna de bezoekers huiswaarts togen met het gevoel, een aangenamen avond achter den rug te hebben. bet twintigjarig bestaan van doil ,,N» derlandschen Voetbal Bond". In dé hitte van het spel trapten twee tegen» standera tegelijkertijd zóó hard tegen den bal, dat het loeren omhulsel scheurde en de bal aU een slap,*® vaatdoek ineen zakte. Een oude voetbal-rot, die zich on der de officieel-genoodigden bevond slaakte de volgende verzuchting »»Ht heb in de voetbalwedstrijd den, die ik nu al twintig jaar bij- WOOIl,,1nog,110014 een spel zien eindi gen bij gebrek aan.... lucht i" Militaire zaken. De 2e luitenant J. Knel van het 3s regiment huzaren te Amsterdam i« overgeplaatst bij het le depot huzo^ ren to Haarlem. De gesprongen voetbal. We lezen in het „Hbld." Zondag werd te Haarlem een voet balwedstrijd gespeeld ter eere van DAMMEN. Zondag 7 November a. s. houdt dé Algemeens Nederlandsche Damboml zijn 3e alg. jaarvergadering in de froote bovenzaal van Café Neuf te aandam. 's Morgens 11 uur aanvang vergade» ring, na afloop gezamenlijk diner. s Namiddags 2 1/2 uur aanvang van een grooten interessanten groepen- wedstrijd, waarin alle deelnemers twee partijen spelen: speeltijd hoog stens drie uren per partij. Hierdoof wordt den spelers gelegenheid gege ven een serieus spel te ontwikkelen. Introductie wordt alleen toegestaan voor den wedstrijd en niet voor de vergadering, dus na 2 1/2 uur. Rnbriek voor Vragen Geabonneerdoii hebban het voorrecht vragen op vemohilUnd gebied, mits voo* beantwoording vatbaar, in te «enden by df Kedaotie van Haarlem's Dagblad. Groote Houtstraat 68 Alle antwoorden worden geheel kosteloob gogeven en, voor aooveol mogelijk le, den da/ na da insending Aanvragen, die niet volledig naam en woonplaats ven den Inzender yormelden, wordt geen aandaohtgesohonken. VRAAG. Is een huurcontract op ongezegeld papier geldig ANTWOORD. Zeker, het zegel is een belasting-quaestie en de hand- teekeningen maken hot stuit geldig, zoodat do huurder het contract niet -verbreken mag op grond, dat het op ongezegeld papier is geschreven. VRAAG. -Bij het opmaken van een voorloopig koopcontract van een huis, dat met 1 Januari wordt ge transporteerd, ls geen melding ge maakt van de jaloeziën, welke zich bij het opmaken van liet voorloopig koopcontract aan het pand bevonden. Heeft de kooper nu recht op deze ja loeziën ANTWOORD. Eene zaak is door bestemming onroerend, wanneer do eigenaar ze tot een blijvend gebruik aan zijne zaak verbonden heeft. Deze voorwerpen behoeven niet aard- of nagelvast te zijn en als de verkoopor ze wenscht uit te zonderen, moet hij daarvan een uitdrukkelijk beding ma ken. Het is niet altijd met zekerheid uit te maken, of een voorwerp tot een blijvend gebruik aau een zaak verbonden is. Ons wil het voorkomen, dat jaloeziën, die voor een bepaald huls worden gemaakt, wel de bestem ming hebben om tot dat huis te blij ven behooren. VRAAG. Kunt u mij ook 't adrea opgeven van den secretaris van den „Bond voor lichamelijke opvoeding" ANTWOORD. Secretaris is de heer J. C. G. Grasé, Fr. v. Mieris straat 65, te Amsterdam. VRAAG. Op welk uur is een. hoofdonderwijzer het best te spre ken ANTWOORD. Meestal oven voor negen uur des morgens aan 't school gebouw. VRAAG, Zoudt u mij ook kun nen zeggen, waar de heer Sloot van de H. IJ. S. M. woont ANTWOORD. De heer L. Sloot, chef der Werkplaats II. IJ. S. M., woont Wilhelmlnapark 36, alhier. VRAAG. Ik heb een jonge poes, die al in drie dagen niets gegeten of gedronken heeft. Wat is hieraan te doen ANTWOORD. Wend u zoo spoe dig -mogelijk tot een veearts. VRAAG. Waar moet ik mij ver voegen om als leerling-stoker ge plaatst te worden op een stoorntruw- ler van een der IJmuider maatschap pijen ANTWOORD. Vervoeg u bij do directie van een van de maatschap pijen aldaar. 17) door E. W. Hornun g. Binnen in liet deksel staat een eti ket, waarop de naam van de fabri kanten de heeren zelf zijn mij nog volkomen onbekend, zelfs of zij nog in leven zijn maar toch wil ik na M'jf-en-veertig jaar mijn revolver be stempelen met den naam der fabri kanten Deane, Adams en Deane. Dien avond liet ik die doos gesloten in mijn kamer en den sleutel in mijn yestzak in den rechterzij zak van mijn overjas droeg ik mijn Deane en Adams, in iedere kamer geladen evenals mijn rechter hand zoo on schuldig mogelijk. E!a juist dien avond werd ik niet gevolgd! Ik liep liet Regent's Park door, en ik slenter de over Primrose Hill zonder liet min ste resultaat. Ik ging naar beneden door de Avenue Road en wandelde tusschen groene volden door naar Finchley. De maan was op, maar half Verborgen achter een dim wolken- lcleod, dat zich over den hemel uit spreidde het was een prachtige avond er voor. Het was ook mijn laat ste avond in de stad, en ik had be hoefte den dieven hun laatsten kans te geven. Maar zij deden zelfs geen po ging daar hun voordeel mee te doen zij volgden mij zelfs geen enkelen maal mn'n ooren waren to goed ge oefend om mij daarin te vergissen. En de reden daarvan kwam pas bij mij op, toen ik teleurgesteld terug reed zij waren mij al gevolgd naar den geweermakerswinkel. Daarvan overtuigd, bleef mij maar weinig hoop op een nieuwen midder nachtelijken bezoeker over. Toch deed ik mijn licht vroeg uit en zat langen tijd door oen kier van het vensterluik te kijken maar alleen een onvermij delijke poes met hoogen rug en dikken staart verbrak het door de maan ver lichte beold van den tuinmuur, en weer was die zoo slecht bekend staan de muziek (die mij nochtans het le ven redde) het eenige geluid, dat ik dien avond hoorde. Ik had eeen lust den volgenden mor gen mijn Deane-en-Adams in de doos te pakken, en de doos in mijn hand koffer, zoodat ik er niet bij zou kun nen in geval mijn onbekende vrien den het in huil hoofd kregen mij bui ten de stad te vergezellen. In de hoop, dat zij het doen zouden, liet ik hem geladen en in denzelfdcn jaszak, tot laat in den namiddag, toen ik hem, omdat ik vlak bij mijn Noor delijke bestemming was en de coupé voor mij alleen had, wegsloot met groot berouw over het geld, dat ik er voor betaald had. Den geheelen weg over had ik een scherp oog gehouden op verdachte menschen, die naar mij keken, maar er was niemand van dien aard en ik bereikte mijn landelijk rustoord met het gevoel, dat, dunkt me, iemand moet hebben, die zijn geld heeft uitgegeven voor een witten oli fant. HOOFDSTUK IX. Mijn Herstellingsoord. Braithwaite kwam mij aan het sta tion op een wagen met veeren afha len. Zelfs de portier scheen mij te verwachten en mijn bagage was al in den wagen, voordat ik mijn kaartje nog had afgegeven. Eerst toen wij al waren weggereden, merkte ik op, dat Braithwaite niet antwoordde als ik tot hem sprak. Onderweg herinnerde ik. mij echter in een helder oogenblik de opmerking van den jongen Rattray, dat de man niet zoo was ais andere menschen. Ik had gemeend aan een geestelijk, niet aan een lichamelijk gebrek te moeten denken;, maar nu werd het mij dui delijk. dat mijn aanstaande hospus stokdoof was en even later merkte Ik ook, dat hii stom was. Daarna be studeerde ik hem met meer aandacht tijdens onzen rit van vier of vijf mij len. Ik herinnerde mij de theorie, dat iemand d'e lichamelijk achteraan komt, zelden geen vergoeding vindt in een zedeb'k voorrecht, en ik vroeg mij af in hoeverre dit. van toepassing zou zijn op den doofstomme aan mijn zij de, die leelijk, rimpelig en klein was. Zijn stomp gelaat was werkelijk af schrikwekkend en hij ranselde zijn paard de heuvels op, op een koppige wreede manier, die mij eindelijk be woog uit den wagen te springen, en een der heuvels te voet te bestijgen. Het was de eenige vorm van protest, die ik kon bedenken. De avond was vochtig en mistig. Het liep al tegen den nacht, terwijl wij voortreden. Ik kon mij geen voorstel ling maken van de streek, waar ik doorkwam, maar hij scheen al zeer verlaten. Ik geloof, dat wij op den rij weg geen levende ziel ontmoetten. Eindelijk sloegen wij een smalle laan in, met een stijven steenen muur aan iederen kant, en deze bracht ons langs de lichten van hetgeen een groo te boerderij scheenhet was werke lijk een kleine huten nu naderden wij onze bestemming. Hekken moes ten geopend worden en mijn arme voerman hijgde van dé voortdurende inspanning öm den wagen op en af te klimmen. Eindelijk bracht een lang en zwaar wagenspoor ons naai* het eenzaamste licht, dat ik ooit gezien heb. Het scheen naast een heuvel midden in een open wildernis even eenzaam als een kustlicht op zee. Het was het licht van de hut, die mijn tij delijk verblijf moest woiden. Een heel lange, magere vrouw stond in het licht van de deuropening. Zij naderde met groote, lompe stappen, en noodiede mij met een schorre stem uit, binnen te komen. Ik was bezig mij voor het keukenvuur te warmen, toen zij met mijn zwaarsten koffer kwam hiiin en gestapt, alsof er niets in zat. Ik snelde toe, om hem van haar aan te nemen, want de koffer was vol boeken, maai' zij schudde het hoofd en was er mee op de trap vóórdat ik het kon voorkomen. ik beken, dat maar heel weinig mannen worden aangetrokken door abnormale kracht in een vrouwwij kunnen het niet heipen en toch was het haar groote kracht niet, die mij het eerst in Mevr, Braithwaite tegen stond. Het was een combinatie van eigenschappen. Zij had een toetje van heel vuil en slordig rood haarhaar oogen ston den vlak bij elkaar zij had buitenge woon zware jukbeenderen. Maar nog veel onaangenamer dan iedere trek afzonderlijk was de gelaatsuitdruk king der vrouw, of liever de uitdruk king, die van nature bij haar behoor de, maar die zij nu met groote moeite ter wille van mij wist 'te onderdruk ken, Tegenover mij deed zij op haar onhandige manier groote moeite om beschaafd te zijn. Maar ik zag haar een blik op liaar echtgenoot, werpen, toen hij met mijn betrekkelijk lichten handkoffer bin- nenstrompelde, dien zij hem dadelijk uit de zwakke armen rukte. Ik zag dien blik weer voordat avond om was, en het was juist zoo'n blik als Braithwaite zelf op zijn paard ge worpen had, toen het met moeite de heuvels op strompelde. Ik begon rnij vol verbazing af la vragen, hoe de jonge squire het mot zijn geweten had kunnen overeen brengen zoo'n paar menschen aan te bevelen. Ik verbaasde mij er minder over, toen de vrouw mij eindelijk ver zocht had boven op mijn kamers te komen. Deze waren klein en eenvou dig, maar bijzonder gezellig en hel der. In allebei de kamers vlamde een goed vuur vroolijk opvan mijnj handkoffer waren de riemen al los' gemaakt, de tafel in de zitkamer was al gedekt; en onwlllikeurig moest ik tweemaal naar het zilver en het gla$ kijken, zoo degelijk en schitterend waa 'hun kwaliteit. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5