HAARLEM'S DAGBLAD.
FEUILLETON
Het Vergaan van de
„Lady Jennyn."
OM ONS HEEN
No. 1024,
Photographie onder water.
Onder de vakken van techniek, die
in de laatste 25 jaar een ontzaglijken
vooruitgang genoten, kan zeker ook
de photographie gerekend wonden. In
mijn jeugd nog was photographeeren
een wednig algemeen beoefende kunst
en het maken van een portret, waar
voor het 't meest gebruikt werd, een
operatie, die van photograaf en ge>-
photografeerde belden heelwat geduld
vorderde. Ik wil volstrekt niet bewe
ren, dat op dit oogenbllk de photogra
phie geen kunst meen zou zijn In
tegendeel, maar alleen, dat ze veel-
zijdiger en daardoor oneindig veel
nuttiger is geworden. In onze dagen
is de camera bijna gemeengoed ge
worden, er zijn er tienduizenden, voor
wie het een aangename uitspanning
is geworden. Wel spreken de beroeps-
photografen soms ietwat minachtend
van de press-the-button men-
schen, de liefhebbers, die te pas of te
onpas op het knopje van hun kodak
drukken en van hunne opnemingen
weinig terecht brengen, of zelfs wel
vergeten hun platen te ontwikkelen en
af te drukken. Maar ook zij moeten er>.
kennen, dat door ernstige Liefhebbers
zeer mooie dingen zijn gemaakt. Ik
wil alleen maar herinneren aan de
hoogst merkwaardige photos, die een
Bloemendaalsch ingezetene met ont
zaglijk geduld en veel talent gemaakt
heeft van de vogels in de natuur.
Daarmee was ook tegelijk de weten
schap niet weinig gebaat. In hoeverre
die nog op andere wijs van de photo
graphie voordeel heeft getrokken, we
ten we door de Röntgenstralen en de
photographie van hemellichamen en
natuurverschijnselen, zooals o. a. de
bliksemstralen. Kortom, de uitvinder
van de photographie, Louis Daguerre,
heeft zeker niet kunnen droomen,
welk een ontzaglijken inyloed zijn uit
vinding hebben zou in de maat
schappij.
Ik spreek op dit oogenbllk niet van
de kleurenpliotographie. Hoe merk
waardig de vinding van de gebroeders
Lumière in 1905 ook geweest moge
zijn, in de practijk komt ze nog te
weinig voor, dan dat we niet aan te
kortkomingen der jeugd zouden den
ken.
Iets anders schijnt het op dit oogen-
blik gesteld te zijn met de photogra
phie onder water. Het heeft lang
geduurd, schrijft C. Falkenhorst in de
Gartenlaube, vóórdat de liefheb
bers van photographie er aan dachten,
zich te wagen aan wat er onder water
voor moois te photographeexen viel.
Zelfs wat in helder water zich voor
het oog zoo mooi voordeed, kwam op
de plaat scheed! en gesluierd, onhelder
en onwaar. Slechts bij toeval, een en
kelen keer, slaagde een opneming van
zwemmende visschen of kikvorschen
zoo, dat men die durfde laten zien.
Maar juist de moeilijkheden, die aan 5
het photographeeren onder water
verbonden zijn, hebben velen aanlei
ding gegeven, middelen te zoeken, om
ook de weerbarstige wereld onder wa
ter aan de camera te onderwérpen.
Daarin slaagden zij zoo goed, dat de
amateur-photografen tegenwoordig,
met de nieuwe werktuigen uitgerust,
in vijvers, meren en zeeën hun geluk
kunnen beproeven.
De moeilijkheden, die zich daarbij
voordoen, kunnen zeer verschillend
wezen. Neem eens aan, dat de photo
graaf door het heldere water heen oen
visch bemerkt, die tusschen de water
planten een nest bouwt. Hij kan nu
dezen visch door 't water heen photo
grapheeren, maar daartoe moet 't wa
ter helder, vooral niet troebel wezen,
de oppervlakte moet glad zijn, daar
de lichtste rimpeling natuurlijk het
beeld bederft en ten slotte mag het uit
spansel of een gedeelte der omgeving
niet in het water weerspiegelen.
Deze combinatie van voorwaarden
komt evenwel In do natuur al zeer zei
den voor. De photograaf moet daar
voor dus hulpmiddelen gebruiken. De
spiegeling in het water wordt zóo ver
meden, dat tusschen de camera en het
water een doek, of een plank zóo
wordt opgesteld, dat het juist het op
pervlak bedekt (natuurlijk zonder het
te raken 1) waardoor men de visch
photographeeren wlL
Is het water niet volkomen rustig,
maar door wind of stroom ook maar in
't minst gerimpeld, dan moet alweer
een hulpmiddel dienst doen, in den
vorm van een eenvoudig houten raam,
waarin een glasruit is bevestigd, dat
op het water wordt gelegd. De epiege-
ling in de glasruit wordt weggeno
men door van ter zijde aangebrachte
schermpjes en het water onder dit
eenvoudige toestelletje blijft zoo kakn
en stil, dat men het leven der dieren
in de diepte beneden volkomen kan
gadeslaan. Door de glasruit heen
wordt nu de photographie gemaakt
Natuurlijk moet men in stroomend
water dit toestelletje flink in den bo
de mverankeren.
Do goede amateurphotograaf blijft
evenwel niet aan den oever staan,
maar waadt door het water om ver
derop ook andere dieren en planten
op te nemen. In het midden van het
natte element zet hij zijn camera op
een speciaal daarvoor gemaakt sta
tief, dat uittrekbare pooten heeft, om
dat deze soms ver in den modder zin
ken, voordat zij op vasten grond stoo-
ten. Het bovendeel van het statief ia
zóó ingericht, dat de camera in alle
'houdingen boven het water kan wor
den opgesteld.
Evenwel ken men ook de belemme
ring door weerspiegeling en rimpe
ling van 't water op andere manier
ontgaan, namelijk door de camera on
der water te houden en zoodoende di
rect te photographeeren. Daarvoor
wordt een rechthoekige spiegelreflex
camera gebruikt, die in een water
dicht kastje wordt geborgen. Bij het
gebruik wordt dit kastje half onder
water gedompeld, zoodat het objectief
zich onder water bevindthet boven
ste, rechthoekige gedeelte steekt boven
't water uit. Hieraan is nu een vizleo
schijf aangebracht, waarop door een
spiegel het ingestelde beeld geworpen
wordt. Zoo kan do photograaf onder
water opnemingen doen, zonder zelf
eerst te moeten duiken.
Maar dat hieraan altijd nog groote
moeilijkheden verbonden zijn, spreekt
van zelf. Als het apparaat ia het wa
ter wordt opgesteld, komt dat min of
meer in beweging en worden de vis
schen licht verjaagd. De photograaf
moet dus na het opstellen van zijn car
mera geduldig wachten, tot het water
weer stil geworden en de bevolking
teruggekeerd is. Niet iedereen heeft
er plezier in, een uur of langer stil in
't water te staan en hoe ook de photo
graaf zelf rustig staat, in lichte be
weging blijft het water bijna altijd.
De planten gaan heen en weer door
den stroom, de dieren zijn zeiden ge
heel in rust, zoodat er alleen vaneen
moment-opneming sprake kan weaes.
Bovendien is het linat zeer ongunstig
Êi* -Wtrrdt zwakker, hoe dieper men
komt, zoodat het gebied van d:e onder
water-photographie zich niet ver-der
uitstrekt, dan eenigo meters beneden
den waterspiegel.
Toch heeft o. a. de Amerikaan Jacob
Reighard op deze manier op de Tortu-
gas, een groep koraal-eilanden op de
zuidpunt van Florida, wel mooie pho-
tographièn van koraalriffen en zwem
mende visschen verkregen.
Het zal wel niet lang meer duren, of
de amateurs zullen op de zeekusten
vooji'ul wel proeven nemen met photo
graphie onder water. Naar het ver
krijgen van een goede diepzee-photo-
grophie streeft vooral de Fransche ge
leerde Louis Boutan, die er niet
mee tevreden is, dat het diepzee-onder
zoek zich thans bepalen moet tot
peilingen en het ophalen van fauna
en flora door sleepnetten. Zelfs op de
plekken, waar het water volkomen
helder ia, dringt het menschel ijk oog
niet verder, dan ongeveer 40 meters
door en kan dus onmogelijk waarne
men, wat er omgaat op den bodem.
Zelfs geoefende duikers kunnen van
de beste toestellen voorzien, niet vor
der dan 40 of 50 meter onder water
werken.-
Het komt er dus op aan, op groote
diepten de camer a te laten zinken en
daar een hel licht te laten opvlammen,
waarbij een moment-opneming kan
worden gemaakt Daarover heeft Bou
tan tien Jaar lang gewerkt, een wa
terdichte camera geconstrueerd en
daarmee eerst bij zonlicht, later met
magnesiumlampen, ten slotte met
electriseh licht photos gemaakt,
waarbij hij natuurlijk zelf in een dul-
kerscostuum met zijn toestellen onder
water ging.
Maar dieper dan 50 meter heeft ook
hij nog niet kunnen werken. Op
„landschappen" uit da diepe zee zul
len wij nog wel wat moeten wachten.
Maar dat we ze niet meer zien zullen,
zou ik niet willen beweren s de weten
schap in onze dagen bereikt veel
J. C. P.
isaiïeiiiaadacb Overzicht
DE STRIJD OM DE BEGROOTING
IN ENGELAND.
De kanselier van de schatkist Lloyd
George heeü, zoowaar tijd gevonden,
dm eon book or ar da begroeting te
schrijven I
Dadelijk na da derde lezing der be
grooting zal het werk verschijnen,
zoodat het dan dienst kan doen in
den strijd tegen het Hoogerhuis, en
misschien ook hij de daaropvolgende
verkiezingen.
Tooh is al bekend, wat er In het
boek zal staan. De minister heeft na
melijk in de „Nation" een artikel ge
schreven, ook over de begroeting. Na
tuurlijk zullen belde betoogen wel in
óén lijn liggen.
In dit artikel zet de minister uiteen,
dat „een reeks verschijnselen" er op
wijzen, dat Engeland con ooostitutio-
neelen strijd tegemoet gaat, als het
land in 250 jaar niet heeft gekend"*
Later vervolgt de schrijver
„Indien een strijd tusschen Hooger-
en Lagerhuis onvermijdelijk is, is het
gelukkig, dat die strijd gevoerd zal
worden over een voorstel, of liever
over een reeks van voorstellen, die
een zoo groot deel omvatten van hot
liberale program ter oplossiug van de
sociale vraagstukken, die de staats
lieden over heel de wereld bezig hou
den.
Men zou kunnen zeggen, dat deze
plannen geen deel uitmaken van de
begrooting, waarover de Lords zullen
hebben te beslissen. Maar persoonlijk
beschouw ik de begrooting slechts ais
onderdeel van een schema van
fiscale en sociale hervorming de
totstandbrenging van een groot ver
zekeringsplan voor de werklooaen, en
voor de zieken en icvaheden, van een
stelsel tot ontwikkeling van bot plat
teland.
Meer dan de beiastingplannian wek-
ken deze denkbeelden de vrees van de
protectionisten. Zij beseffen, dat bij
uitvoering er van het liberalisme zal
worden versterkt. En daarom zullen
zij, ook al mocht de begrooting tot
stand komen, andere pogingen doen 1
om die denkbeelden tot misluktcmg ts
brengen.
De minister voopsiet dan namelijk
opnieuw pogingen, om een vloot- en
militaire paniek uit te lokken om zoo
de regeering te drijven naar „de mis
dadige overdrijving van onnoodige
bewapeningen te land en tér zee".
Zouden die pogingen slagen, dan
zou de sociale hervorming z. i. te
gronde zijn gericht.
De leider der Britsche socialisten,
Kei Hardie, is door een journalist on
dervraagd.
Op de vraag, wat voor do arbeiders
voordeeliger zou zijn, dat het Hooger
huis de begrooting aannam, of wel
verwierp, antwoordde Hardie
„De arbeiderspartij houdt zich in
de eerste plaats bezig met de sociale
en industrieele hervormingen, die ge-
aar zouden loopen in het gedrang te
komen in de constitutioneel© crisis,
welke het gevolg zou zijn van een con
flict met liet Hoogerhuis.
In de laatste jaren is men wat meer
opmerkzaamheid gaan wijden aan
den toestand van het volk, en ik per
soonlijk zou liet betreuren, wanneer
er iets mocht geschieden, dat de aan
dacht zou afleiden van het sociale pro
bleem, wat het geval zou zijn, wan
neer hst Hoogerhuia de begrooting
mocht verwerpen, of de beslissing
daarover mocht uitstellen. Ik geloof
echter, dat het noch het een noch het
ander «al doen."
EEN KABINETS-CRISIS IN
PORTUGAL.
In Portugal la een minister-crisis
ontstaan door een geschil tusschen
den minister van eene-dienst en den
Bisschop, over het ontslag van twee
hoogleerareir*
REGEERINGS-MOEILUKHEDEN
IN OOSTENRIJK.
1 Ziet er in Oostenrijk treurig uit*
Het parlement is verdaagd, en dat
wel onmiddellijk na het Indienen der
begrooting alzoo een tijdstip, al
zeer ongunstig gekozen I Gekozen
Dat is het rechte woord niet, want er
viel niet veel te kiezen I De verdaging
was wel noodzakelijk geworden na de
bedreiging door de Tsjechen met de
obstructie (moedwillige tegenwerking
en belemmering).
Ook is er nu weer een minister-
crisis.
Dezer dagen wordt de goedkeuring
door den Keizer ter bescherming van
de Duitschers en de Dultsche taal in
Neder-Oostonrijk geteekend. Als ge
volg daarvan zullen de bedde Tsjechi
sche ministers aftreden.
En dan
Nieuwe excellenties vinden Is niet
gemakkelijk, want de hoeren, die nu
op het kussen zitten, weten ook niet,
hoe ze een meerderheid zullen vin
den.
Toch moet de begrooting aangeno
men worden, want welk huishouden
kan bestuurd worden zonder geld
Zal nu de heerschappij van art. 14
der Grondwet worden ingevoerd,
waarbij de regeering gemachtigd
wordt, bij gebleken onmogelijkheid
om wetten in te voeren op de voorge
schreven spijze, dit te doen door een
voudige afkondiging bij keizerlijk be
sluit
Misschien zal de grijze keizer wel
zuchten gelukkig de bestuurder van
het land, dat geen volksvertegenwoor
diging heeft....*
DE OORLOG IN MAROKKO.
Te Madrid is bericht ontvangen
over het resultaat der onderhandelin
gen van El Bachir, den gedelegeerde
van den Sultan van Marokko, met de
hoofden der oorlogvoerende stammen
in het Rif.
Het meerendeel hunner zou zich
bereid hebben verklaard, de voor
waarden aan te nemen, die hun door
den Sultan in overleg met de Spaan-
sche negeering, gesteld zullen worden
en de vijandelijkheden te staken tij
dens den duur der onderhandelingen.
Jammer voor den goeden loop van
zaken is slechts 't meerendeel
der stammen daartoe geneigd. Boven
dien vertrouwt men de Mooren niet,
en veronderstelt, dat ze zich handel
baar toonden, om tijd te winnen voor
bun krijgs-operaties.
Maai, intusschen is ai in geen we
ken In Marokko gevochten althans
we hebben daarover geen enkel be
richt gelezen.
DE MUITERIJ IN GRIEKENLAND.
De minister-president deelde in de
Kamer mee, dat de oproerige bewe
ging binnen enkele uren onderdrukt
:2, •At«du zij da uitstekende houding
Van Ap &'*amdaapj>Gia van leger en
marine.
De zaak is in handen van de justitie
Stadsnieuws
EEN MIJNONGELUK.
Te Cardiff is een kolenmijn over*
stroomd. Eerst vtrkeerden loO arbei
ders in gevaar, maar gelukkig zijn
bijna allen gered. Alleen vier mannen
verdronken en één jongen wordt nog
vermist.
EEN REUZEN-PROCES.
Voor een buitengewone jury begon
in Kiel het proces tegen 9 personen,
die beschuldigd worden de keizerlijke
werf door ontvreemding van materia
len, of althans medeplichtigheid hier
bij, voor ongeveer een millioen mark
te hebben benadeeld.
Door het openbaar ministerie zijn
ongeveer honderd getuigen, door de
verdediging evenveel gedagvaard.
200 getuigen
'T PROCES-STEINHEIL.
Morgen begint het prooes-Steinheil i
Parijs is al in volle verwachting.
Natuurlijk
De schandaal-bladen kondigen al
getrouwe verslagen der rechtszittin
gen aan en bespreken de kansen der
beklaagde.
Zal het tot een veroordeeling ko
men Van het bewijsmateriaal, door
de pers bekend gemaakt, hebben we
geen gamoten dunk. Maar, wellicht
beschikken de rechters nog over an
dere gegevens.
Rijkspostspaarba nk»
In de Staatscourant Ylnden we ver
meld, dat het saldo der inlagen en
terugbetalingen op 31 Deo. 1907
ƒ2127139,79, op 31 Dec. 1908 ƒ2222635,04
bedroeg, dus gestegen Is met ƒ95495,25.
Den 3lsten Dec. 1907 waren 28307
boekjes in omloop, een jaar Later
29572, een vermeerdering van 1265
boekjes, derhalve, waaruit blijkt,
dat steeds meer gebruik van de Rijks
postspaarbank wordt gemaakt. In
1908 werd ƒ1556978,86 Ingebracht en
1461483,61 terug betaald,
ORGELBESPELING
in de Groote- of St.-Bavo-kerk te
Haarlem, op Donderdag 4 Nov. 1909,
des namiddags van 2 tot 8 uur, door
den heer W. Ezerman*
Programma
j. Preludium en Fuga, J. 8. Bach.
2. Recordare uit 't Requiem, Mozart.
8. Sonate, A. G. Ritter.
4. Cantabile, Cesar Franck*
5. AriaRinaldo, HandeL
Museum van Kunstnijver
heid.
Het Museum van Kunstnijverheid
werd gedurende de maand October be
zocht door 806 personen. Uit de aan
het Museum verbonden boekerij Wer
den 268 boek- en plaatwerken in
bruikleen gegeven, die naar verschil
lende plaatsen van ons land verzon
den werden.
De aan het Museum verbonden
School voor Kunstnijverheid werd ge
durende dezelfde maand bezocht door
184 vrouwelijke en mannelijke leerlin
gen.
TUINBOUW EN PLANTKUNDE.
Gisterenavond vergaderde in de
tuinzaal van Café Brinkmann de af-
deeling Haarlem van de Nederland-
sche Maatschappij voor Tuinbouw en
Plantkunde.
Een 40-tal leden gaven door hun
aanwezigheid blijken van belangstel
ling. De heer Joh. de Breuk leidde de
vergadering.
Aangenomen werd een voorstel, om
bij te dragen tot het huldeblijk aan
den afgetreden directeur-generaal
van Landbouw, den heer Lovink.
Voorts zal een gouden medaille be
schikbaar gesteld worden voor de
aanstaande tentoonstelling van de Al
gemeens Vereeniging voor Bloembol
lencultuur,
Vervolgens bracht de voorzitter ver
sla® uit over de algemeen© vergade
ring te Utrecht, wat al in ons blad
gestaan heeft.
Daarna kwam ter sprake de biblio
theek der vereeniging, die tot nu toe
een plaats heeft gevonden in het ge
bouw „Weten en Werken". Aange
zien dit gebouw een andere bestem
ming krijgt, moet de bibliotheek er
vandaan. Een voorstel, om de boeken
in bruikleen te geven aan den tuin
bouw-wlntercursus, vond algemeen
Ingang. Toen kregen we eene voor
dracht te hooren van den heer J. G.
Verhoop, die tot onderwerp nam
Kunst en smaak in verband met den
Tuinbouw.
Achtereenvolgens hield de spreker
beschouwingen over de binderij, ver
siering van bet huis met planten en
bloemen en aanleg en onderhoud van
tuinen.
Spreker legde zijn denkbeelden hier
omtrent op duidelijke wijze uiteen, en
zijn zeer onderhoudende causerie
werd met veel aandacht gevolgd.
Nadat een der aanwezigen ook nog
zijn meening, die ten slotte vrijwel
inert die van den heer Verhoop over
eenstemde, te kennen had gegeven,
was de onderlinge tentoonstelling aan j
de orde.
Hiervoor waren ingezonden door
J. Wallenburg, tuinbaas op Wildhoef,
Bloeanendaal, 5 St. Pauleaqdanten
en 5 Cyclamen, waarmee hij certifi
caten le klasse verwierfdoor Ph.
Deyes, bloemist alhier, 6 hladbego-
nia's, die bekroond werden met een
certificaat 2e klasse door E. W. A.
van Nederhasselt, uit Aerdenhout,
orchideeënplant, genaamd Melto-
nia Canada, welke een getuigschrift
le klasse werd waardig gekeurd, ter
wijl de heer J. J. van Cruyningen een
zeer merkwaardige vrucht van de
Akebia lobata, familie van in Japan
groeiende geneeskrachtige planten,
had ingezonden, waaraan een certi
ficaat 2e klasse ten deel viel.
Ten slotte had de gebruikelijke ver
loting plaats, waarna de bezoekers
huiswaarts togen met het gevoel, een
aangenamen avond achter den rug te
hebben.
bet twintigjarig bestaan van doil ,,N»
derlandschen Voetbal Bond". In dé
hitte van het spel trapten twee tegen»
standera tegelijkertijd zóó hard tegen
den bal, dat het loeren omhulsel
scheurde en de bal aU een slap,*®
vaatdoek ineen zakte.
Een oude voetbal-rot, die zich on
der de officieel-genoodigden bevond
slaakte de volgende verzuchting
»»Ht heb in de voetbalwedstrijd
den, die ik nu al twintig jaar bij-
WOOIl,,1nog,110014 een spel zien eindi
gen bij gebrek aan.... lucht i"
Militaire zaken.
De 2e luitenant J. Knel van het 3s
regiment huzaren te Amsterdam i«
overgeplaatst bij het le depot huzo^
ren to Haarlem.
De gesprongen voetbal.
We lezen in het „Hbld."
Zondag werd te Haarlem een voet
balwedstrijd gespeeld ter eere van
DAMMEN.
Zondag 7 November a. s. houdt dé
Algemeens Nederlandsche Damboml
zijn 3e alg. jaarvergadering in de
froote bovenzaal van Café Neuf te
aandam.
's Morgens 11 uur aanvang vergade»
ring, na afloop gezamenlijk diner.
s Namiddags 2 1/2 uur aanvang van
een grooten interessanten groepen-
wedstrijd, waarin alle deelnemers
twee partijen spelen: speeltijd hoog
stens drie uren per partij. Hierdoof
wordt den spelers gelegenheid gege
ven een serieus spel te ontwikkelen.
Introductie wordt alleen toegestaan
voor den wedstrijd en niet voor de
vergadering, dus na 2 1/2 uur.
Rnbriek voor Vragen
Geabonneerdoii hebban het voorrecht
vragen op vemohilUnd gebied, mits voo*
beantwoording vatbaar, in te «enden by df
Kedaotie van Haarlem's Dagblad. Groote
Houtstraat 68
Alle antwoorden worden geheel kosteloob
gogeven en, voor aooveol mogelijk le, den
da/ na da insending
Aanvragen, die niet volledig naam en
woonplaats ven den Inzender yormelden,
wordt geen aandaohtgesohonken.
VRAAG. Is een huurcontract op
ongezegeld papier geldig
ANTWOORD. Zeker, het zegel is
een belasting-quaestie en de hand-
teekeningen maken hot stuit geldig,
zoodat do huurder het contract niet
-verbreken mag op grond, dat het op
ongezegeld papier is geschreven.
VRAAG. -Bij het opmaken van
een voorloopig koopcontract van een
huis, dat met 1 Januari wordt ge
transporteerd, ls geen melding ge
maakt van de jaloeziën, welke zich
bij het opmaken van liet voorloopig
koopcontract aan het pand bevonden.
Heeft de kooper nu recht op deze ja
loeziën
ANTWOORD. Eene zaak is door
bestemming onroerend, wanneer do
eigenaar ze tot een blijvend gebruik
aan zijne zaak verbonden heeft. Deze
voorwerpen behoeven niet aard- of
nagelvast te zijn en als de verkoopor
ze wenscht uit te zonderen, moet hij
daarvan een uitdrukkelijk beding ma
ken. Het is niet altijd met zekerheid
uit te maken, of een voorwerp tot
een blijvend gebruik aau een zaak
verbonden is. Ons wil het voorkomen,
dat jaloeziën, die voor een bepaald
huls worden gemaakt, wel de bestem
ming hebben om tot dat huis te blij
ven behooren.
VRAAG. Kunt u mij ook 't adrea
opgeven van den secretaris van den
„Bond voor lichamelijke opvoeding"
ANTWOORD. Secretaris is de
heer J. C. G. Grasé, Fr. v. Mieris
straat 65, te Amsterdam.
VRAAG. Op welk uur is een.
hoofdonderwijzer het best te spre
ken
ANTWOORD. Meestal oven voor
negen uur des morgens aan 't school
gebouw.
VRAAG, Zoudt u mij ook kun
nen zeggen, waar de heer Sloot van
de H. IJ. S. M. woont
ANTWOORD. De heer L. Sloot,
chef der Werkplaats II. IJ. S. M.,
woont Wilhelmlnapark 36, alhier.
VRAAG. Ik heb een jonge poes,
die al in drie dagen niets gegeten of
gedronken heeft. Wat is hieraan te
doen
ANTWOORD. Wend u zoo spoe
dig -mogelijk tot een veearts.
VRAAG. Waar moet ik mij ver
voegen om als leerling-stoker ge
plaatst te worden op een stoorntruw-
ler van een der IJmuider maatschap
pijen
ANTWOORD. Vervoeg u bij do
directie van een van de maatschap
pijen aldaar.
17)
door
E. W. Hornun g.
Binnen in liet deksel staat een eti
ket, waarop de naam van de fabri
kanten de heeren zelf zijn mij nog
volkomen onbekend, zelfs of zij nog
in leven zijn maar toch wil ik na
M'jf-en-veertig jaar mijn revolver be
stempelen met den naam der fabri
kanten Deane, Adams en Deane.
Dien avond liet ik die doos gesloten
in mijn kamer en den sleutel in mijn
yestzak in den rechterzij zak van mijn
overjas droeg ik mijn Deane en
Adams, in iedere kamer geladen
evenals mijn rechter hand zoo on
schuldig mogelijk. E!a juist dien
avond werd ik niet gevolgd! Ik liep
liet Regent's Park door, en ik slenter
de over Primrose Hill zonder liet min
ste resultaat. Ik ging naar beneden
door de Avenue Road en wandelde
tusschen groene volden door naar
Finchley. De maan was op, maar half
Verborgen achter een dim wolken-
lcleod, dat zich over den hemel uit
spreidde het was een prachtige
avond er voor. Het was ook mijn laat
ste avond in de stad, en ik had be
hoefte den dieven hun laatsten kans
te geven. Maar zij deden zelfs geen po
ging daar hun voordeel mee te doen
zij volgden mij zelfs geen enkelen
maal mn'n ooren waren to goed ge
oefend om mij daarin te vergissen.
En de reden daarvan kwam pas bij
mij op, toen ik teleurgesteld terug
reed zij waren mij al gevolgd naar
den geweermakerswinkel.
Daarvan overtuigd, bleef mij maar
weinig hoop op een nieuwen midder
nachtelijken bezoeker over. Toch deed
ik mijn licht vroeg uit en zat langen
tijd door oen kier van het vensterluik
te kijken maar alleen een onvermij
delijke poes met hoogen rug en dikken
staart verbrak het door de maan ver
lichte beold van den tuinmuur, en
weer was die zoo slecht bekend staan
de muziek (die mij nochtans het le
ven redde) het eenige geluid, dat ik
dien avond hoorde.
Ik had eeen lust den volgenden mor
gen mijn Deane-en-Adams in de doos
te pakken, en de doos in mijn hand
koffer, zoodat ik er niet bij zou kun
nen in geval mijn onbekende vrien
den het in huil hoofd kregen mij bui
ten de stad te vergezellen.
In de hoop, dat zij het doen zouden,
liet ik hem geladen en in denzelfdcn
jaszak, tot laat in den namiddag, toen
ik hem, omdat ik vlak bij mijn Noor
delijke bestemming was en de coupé
voor mij alleen had, wegsloot met
groot berouw over het geld, dat ik er
voor betaald had. Den geheelen weg
over had ik een scherp oog gehouden
op verdachte menschen, die naar mij
keken, maar er was niemand van dien
aard en ik bereikte mijn landelijk
rustoord met het gevoel, dat, dunkt
me, iemand moet hebben, die zijn geld
heeft uitgegeven voor een witten oli
fant.
HOOFDSTUK IX.
Mijn Herstellingsoord.
Braithwaite kwam mij aan het sta
tion op een wagen met veeren afha
len. Zelfs de portier scheen mij te
verwachten en mijn bagage was al in
den wagen, voordat ik mijn kaartje
nog had afgegeven. Eerst toen wij al
waren weggereden, merkte ik op, dat
Braithwaite niet antwoordde als ik
tot hem sprak.
Onderweg herinnerde ik. mij echter
in een helder oogenblik de opmerking
van den jongen Rattray, dat de man
niet zoo was ais andere menschen. Ik
had gemeend aan een geestelijk, niet
aan een lichamelijk gebrek te moeten
denken;, maar nu werd het mij dui
delijk. dat mijn aanstaande hospus
stokdoof was en even later merkte Ik
ook, dat hii stom was. Daarna be
studeerde ik hem met meer aandacht
tijdens onzen rit van vier of vijf mij
len. Ik herinnerde mij de theorie, dat
iemand d'e lichamelijk achteraan
komt, zelden geen vergoeding vindt in
een zedeb'k voorrecht, en ik vroeg mij
af in hoeverre dit. van toepassing zou
zijn op den doofstomme aan mijn zij
de, die leelijk, rimpelig en klein was.
Zijn stomp gelaat was werkelijk af
schrikwekkend en hij ranselde zijn
paard de heuvels op, op een koppige
wreede manier, die mij eindelijk be
woog uit den wagen te springen, en
een der heuvels te voet te bestijgen.
Het was de eenige vorm van protest,
die ik kon bedenken.
De avond was vochtig en mistig. Het
liep al tegen den nacht, terwijl wij
voortreden. Ik kon mij geen voorstel
ling maken van de streek, waar ik
doorkwam, maar hij scheen al zeer
verlaten. Ik geloof, dat wij op den rij
weg geen levende ziel ontmoetten.
Eindelijk sloegen wij een smalle
laan in, met een stijven steenen muur
aan iederen kant, en deze bracht ons
langs de lichten van hetgeen een groo
te boerderij scheenhet was werke
lijk een kleine huten nu naderden
wij onze bestemming. Hekken moes
ten geopend worden en mijn arme
voerman hijgde van dé voortdurende
inspanning öm den wagen op en af
te klimmen. Eindelijk bracht een lang
en zwaar wagenspoor ons naai* het
eenzaamste licht, dat ik ooit gezien
heb. Het scheen naast een heuvel
midden in een open wildernis even
eenzaam als een kustlicht op zee. Het
was het licht van de hut, die mijn tij
delijk verblijf moest woiden.
Een heel lange, magere vrouw stond
in het licht van de deuropening. Zij
naderde met groote, lompe stappen,
en noodiede mij met een schorre stem
uit, binnen te komen. Ik was bezig
mij voor het keukenvuur te warmen,
toen zij met mijn zwaarsten koffer
kwam hiiin en gestapt, alsof er niets in
zat. Ik snelde toe, om hem van haar
aan te nemen, want de koffer was vol
boeken, maai' zij schudde het hoofd
en was er mee op de trap vóórdat ik
het kon voorkomen.
ik beken, dat maar heel weinig
mannen worden aangetrokken door
abnormale kracht in een vrouwwij
kunnen het niet heipen en toch was
het haar groote kracht niet, die mij
het eerst in Mevr, Braithwaite tegen
stond. Het was een combinatie van
eigenschappen.
Zij had een toetje van heel vuil en
slordig rood haarhaar oogen ston
den vlak bij elkaar zij had buitenge
woon zware jukbeenderen. Maar nog
veel onaangenamer dan iedere trek
afzonderlijk was de gelaatsuitdruk
king der vrouw, of liever de uitdruk
king, die van nature bij haar behoor
de, maar die zij nu met groote moeite
ter wille van mij wist 'te onderdruk
ken, Tegenover mij deed zij op haar
onhandige manier groote moeite om
beschaafd te zijn.
Maar ik zag haar een blik op liaar
echtgenoot, werpen, toen hij met mijn
betrekkelijk lichten handkoffer bin-
nenstrompelde, dien zij hem dadelijk
uit de zwakke armen rukte. Ik zag
dien blik weer voordat avond om
was, en het was juist zoo'n blik als
Braithwaite zelf op zijn paard ge
worpen had, toen het met moeite de
heuvels op strompelde.
Ik begon rnij vol verbazing af la
vragen, hoe de jonge squire het mot
zijn geweten had kunnen overeen
brengen zoo'n paar menschen aan te
bevelen. Ik verbaasde mij er minder
over, toen de vrouw mij eindelijk ver
zocht had boven op mijn kamers te
komen. Deze waren klein en eenvou
dig, maar bijzonder gezellig en hel
der. In allebei de kamers vlamde een
goed vuur vroolijk opvan mijnj
handkoffer waren de riemen al los'
gemaakt, de tafel in de zitkamer was
al gedekt; en onwlllikeurig moest ik
tweemaal naar het zilver en het gla$
kijken, zoo degelijk en schitterend waa
'hun kwaliteit.
(Wordt vervolgd)